PGS 16 LPG: Afleverinstallaties - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
PGS 16 LPG: Afleverinstallaties - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
PGS 16 LPG: Afleverinstallaties - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
<strong>LPG</strong>: AFLEVERINSTALLATIES<br />
ervoor dat het afleveren van <strong>LPG</strong> automatisch wordt beëindigd als de knop niet meer is<br />
ingedrukt.<br />
De eisen met betrekking tot het ontwerp van het aflevertoestel hebben betrekking op de<br />
ontwerpdruk en ontwerptemperatuur. Daarnaast wordt voor veel onderdelen bepaald dat deze<br />
bestand moeten zijn tegen <strong>LPG</strong>. In veel gevallen schrijft NEN-EN 14678-1 voor dat een bepaald<br />
onderdeel van het aflevertoestel moet voldoen aan een specifiek daarvoor geldende norm. Zo<br />
moet bijvoorbeeld een dodemansknop zijn uitgevoerd volgens EN 60947-3 [V].<br />
De eisen met betrekking tot explosieveiligheid hebben betrekking op het materieel en daarnaast<br />
op het voorkomen van een explosieve atmosfeer. Deze eisen zijn zodanig opgesteld, dat<br />
hiermee wordt voldaan aan de eisen die volgen uit de ATEX-richtlijnen.<br />
Ten aanzien van de constructie van het aflevertoestel bevat de norm onder meer eisen aan de<br />
sterkte, stabiliteit en ventilatie van de behuizing van het aflevertoestel. Verder worden eisen<br />
gesteld ten aanzien van de aanwezigheid en uitvoering van een breekkoppeling. Een<br />
breekkoppeling is een koppeling tussen twee leiding- of slangeinden die wordt verbroken zodra<br />
een bepaalde trekbelasting in de lengterichting van de slang of leiding wordt overschreden. Dit<br />
kan voorkomen wanneer een voertuig wegrijdt terwijl de afleverslang nog aan het voertuig is<br />
gekoppeld. De breekkoppeling omvat tevens een voorziening die de beide vrijkomende einden<br />
afsluit, zodat slechts een geringe hoeveelheid <strong>LPG</strong> kan vrijkomen.<br />
Verder moet de vloeistofleiding ten behoeve van het afleveren van <strong>LPG</strong> zijn voorzien van een<br />
doorstroombegrenzer en moet de dampleiding zijn voorzien van een terugslagklep of een<br />
doorstroombegrenzer. De norm geeft geen capaciteitsbeperking voor de doorstroombegrenzer<br />
in de vloeistofleiding. De vaste afstanden voor <strong>LPG</strong>-tankstations die in het kader van de externe<br />
veiligheid moeten worden gehanteerd, zijn echter gebaseerd op een maximale uitstroom van<br />
<strong>LPG</strong>. Om deze reden is het nodig om in deze richtlijn aanvullend op NEN-EN 14678-1 te<br />
bepalen, dat de capaciteit van de doorstroombegrenzer aan de onderkant van het aflevertoestel<br />
niet groter mag zijn dan 2 maal de benodigde pompcapaciteit. Deze eis is opgenomen in<br />
vs 2.4.10. Verder is het voor de veiligheid nodig dat de vulsnelheid wordt gelimiteerd.<br />
NEN-EN 14678-1 stelt echter geen eisen aan de vulsnelheid, reden waarom daarvoor een<br />
aanvullend voorschrift (vs 2.4.11) in deze richtlijn is opgenomen.<br />
De norm bevat ook eisen aan de afleverslang, de nozzle en de nozzle insteek. De eisen aan de<br />
slang en nozzle zoals beschreven in NEN-EN 14678-1 wijken echter op enige onderdelen af<br />
van het gestelde in de voorgaande versie van <strong>PGS</strong> <strong>16</strong>. De huidige aflevertoestellen voldoen<br />
echter wel aan deze norm, met uitzondering van de nozzles die worden toegepast in andere<br />
situaties dan het HD afleveren. Op grond van NEN-EN 14678-1 moet een nozzle zodanig zijn<br />
uitgevoerd, dat deze alleen kan worden geopend nadat deze is gekoppeld aan het ontvangende<br />
reservoir, en dat deze automatisch moet worden afgesloten voordat deze wordt losgekoppeld.<br />
Daarbij stelt NEN-EN 14678-1 dat een nozzle die voldoet aan NEN-EN 13760 [P] deze<br />
eigenschap heeft. Om het gebruik van nozzles die niet voldoen aan NEN-EN 13760 in situaties<br />
anders dan het HD afleveren mogelijk te maken is vs 2.4.9 in deze richtlijn opgenomen.<br />
2.4.2.b NEN-EN 14678-2 Eisen aan andere onderdelen van de <strong>LPG</strong>-installatie en aanleg<br />
NEN-EN 14678-2 [R] geeft eisen voor onderdelen van <strong>LPG</strong>-afleverinstallaties met uitzondering<br />
van het aflevertoestel, en geeft daarnaast eisen voor de aanleg van <strong>LPG</strong>-afleverinstallaties.<br />
Voor die onderdelen van de installatie waarop het Warenwetbesluit drukapparatuur van<br />
toepassing is, is de aanleg wettelijk vastgelegd. Voor de overige onderdelen is het voor het<br />
veilig in werking zijn van de installatie noodzakelijk dat deze overeenkomstig 'goed<br />
vakmanschap' worden aangelegd. Daartoe is in deze richtlijn vs 2.4.1 opgenomen.<br />
NEN-EN 14678-2 geeft invulling aan het begrip goed vakmanschap. Het bevat onder meer<br />
eisen aan verbindingen in leidingwerk, gebruikte kleppen, flensen en afdichtingen. De eisen uit<br />
<strong>PGS</strong> <strong>16</strong>:2010 VERSIE 1.0 (09-2010) - PAGINA 30 VAN 132