PGS 16 LPG: Afleverinstallaties - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
PGS 16 LPG: Afleverinstallaties - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
PGS 16 LPG: Afleverinstallaties - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>LPG</strong>: AFLEVERINSTALLATIES<br />
vs 5.3.2 Bij het afkoppelen van de vulslang mag ten hoogste 0,5 l vloeibaar <strong>LPG</strong> per keer naar de<br />
open lucht worden afgeblazen.<br />
Toelichting:<br />
Vanuit het oogpunt van explosieveiligheid is het van belang dat het afblazen in de buitenlucht<br />
plaatsvindt. Op grond van de algemene zorgplicht voor het milieu is het belangrijk om de<br />
afblaashoeveelheid te maximeren.<br />
vs 5.3.3 Het lossen van een <strong>LPG</strong>-tankwagen mag niet geschieden gelijktijdig met het lossen van<br />
een tankwagen met andere motorbrandstoffen, tenzij de <strong>LPG</strong>-tankwagen zich op meer<br />
dan 25 m afstand bevindt van deze tankwagen.<br />
vs 5.3.4 De wegrijdalarmering van de tankwagen moet in werking treden indien:<br />
- de meterkast(en) wordt (worden) geopend, zonder dat de parkeerrem is ingezet;<br />
- de parkeerrem uitgezet wordt, wanneer de meterkast(en) is (zijn) geopend.<br />
Toelichting:<br />
In bijlage 2 van het VLG is aangegeven dat <strong>LPG</strong>-tankwagens moeten zijn voorzien van een<br />
wegrijdalarmering en waar deze uit moet bestaan (knipperende rode lamp op het dashboard en<br />
een intermitterende claxon in de cabine). Met meterkast wordt hier bedoeld de op de tankwagen<br />
aanwezige meterkast.<br />
vs 5.3.5 Bij het sluiten van de meterkast(en) moet de stuurdruk van het in het voorgaande<br />
voorschrift bedoelde beveiligingssysteem wegvallen, waardoor de op afstand<br />
bedienbare afsluiters aan het reservoir automatisch sluiten.<br />
Toelichting:<br />
Het gestelde in de vs 5.3.4 en vs 5.3.5 is ook opgenomen in het ADR door NEN-EN 12252.<br />
Deze norm geeft echter ook nog alternatieve beveiligingsmogelijkheden. Deze alternatieven<br />
hebben echter niet de voorkeur omdat de in vs 5.3.4 en vs 5.3.5 genoemde voorzieningen<br />
leiden tot een aanzienlijke reductie van de BLEVE-kans van de tankwagen. Met deze<br />
risicoreductie is rekening gehouden bij het vaststellen van de risicoafstanden tot externe<br />
objecten in de Revi [18]. De alternatieve beveiligingsmogelijkheden, genoemd in<br />
NEN-EN 12252, kunnen eventueel worden toegelaten indien kan worden aangetoond dat deze<br />
tot een gelijkwaardige reductie van de BLEVE-kans van een tankauto leiden als de<br />
voorzieningen beschreven in deze 1.5 van deze <strong>PGS</strong> <strong>16</strong> beschrijft de mogelijkheid daartoe.<br />
vs 5.3.6 De losslang van de tankwagen moet ten minste één maal per drie jaar worden<br />
vernieuwd, tenzij uit de periodieke visuele inspectie blijkt dat vernieuwing eerder<br />
noodzakelijk is. Deze vernieuwing kan achterwege blijven indien de losslang na deze<br />
drie jaar op deugdelijkheid wordt gecontroleerd en hydraulisch wordt beproefd<br />
overeenkomstig het gestelde in 8.6 van NEN-EN 12252. Indien bij deze beproeving<br />
gebreken optreden moet alsnog voor vernieuwing van de slang gezorgd worden. Deze<br />
beproeving moet vervolgens jaarlijks worden herhaald. De beproeving kan door of<br />
namens de exploitant van de tankwagen worden uitgevoerd. Van deze beproeving moet<br />
een schriftelijke, gedagtekende, verklaring zijn opgemaakt. Deze verklaring moet<br />
desgevraagd door de tankwagenchauffeur kunnen worden getoond.<br />
Toelichting:<br />
Conform de huidige praktijk en het ADR wordt de losslang periodiek visueel gecontroleerd. Om<br />
deze reden zijn geen voorschriften omtrent de visuele inspecties opgenomen. Op basis van<br />
<strong>PGS</strong> <strong>16</strong>:2010 VERSIE 1.0 (09-2010) - PAGINA 71 VAN 132