24.09.2013 Views

PGS 16 LPG: Afleverinstallaties - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

PGS 16 LPG: Afleverinstallaties - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

PGS 16 LPG: Afleverinstallaties - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

<strong>LPG</strong>: AFLEVERINSTALLATIES<br />

Rond <strong>LPG</strong>-installaties geldt een zone 2. De grootte van de zone specifiek voor <strong>LPG</strong> is te vinden<br />

in de AEGPL-richtlijn [24]. De AEGPL-richtlijn is specifiek voor <strong>LPG</strong>-installaties opgesteld,<br />

waarbij rekening is gehouden met de ATEX-richtlijnen. <strong>LPG</strong> heeft een<br />

zelfontbrandingstemperatuur van circa 365 °C tot 470 °C (afhankelijk van de samenstelling) en<br />

daarom wordt temperatuurklasse T2 (maximaal 300 °C) aangehouden. Hiermee mag materieel<br />

geen oppervlaktetemperatuur hebben die hoger is en moet elektrisch materieel voldoen aan het<br />

Warenwetbesluit explosieveilig materieel, de ATEX-95 richtlijn.<br />

Elektrisch materieel dat aan de normen voor explosieveiligheid voldoet is herkenbaar aan<br />

het' Єx ' teken in een regelmatig zeskant. Mocht dit niet zichtbaar zijn, dan moet in het logboek<br />

een document aanwezig zijn, met een schriftelijke verklaring van de leverancier dat deze<br />

component explosieveilig is (CE-verklaring van overeenstemming). Bekabeling wordt gezien als<br />

een vaste elektrische verbinding, vrij van vonkvorming en is daarmee vrijgesteld van<br />

explosieveiligheidscriteria.<br />

Tot slot wordt in eenvoudige elektrische installaties vaak gebruik gemaakt van ingegoten<br />

componenten, die daarmee aan de explosieveiligheidseis voldoen (en conform zijn gemerkt<br />

zijn) zonder dat de behuizing waarin deze is geplaatst, is voorzien van het kenmerk ' Єx '.<br />

Voor permanent aanwezige elektrische componenten opgenomen in besturingssystemen die<br />

ook in geval van een calamiteit moeten functioneren, zoals noodstop knoppen, elektrische<br />

componenten voor afsluiterbediening en pompschakeling, geldt een vaste zoneringafstand van<br />

5 m vanaf de bovengrondse delen van de <strong>LPG</strong>-installatie, waarbinnen deze componenten<br />

explosieveilig moeten zijn.<br />

4.4.4 Eisen voor veilig werken door personeel<br />

De regels ten aanzien van veilig werken worden opgesteld door de werkgever. Hij geeft daarbij<br />

instructies om de werkzaamheden op een veilige wijze te kunnen uitvoeren, in gebieden met<br />

kans op een explosieve atmosfeer.<br />

Speciaal aandachtspunt hierbij is dat benodigd gereedschap en materieel geen vonken kunnen<br />

veroorzaken, dan wel dat er aanvullende maatregelen zijn genomen om tijdig een explosieve<br />

atmosfeer te detecteren zodat de werknemer bij waarneming hiervan snel kan reageren door de<br />

ontstekingsbron veilig te stellen (bijvoorbeeld de elektrische voeding op alle fasen kan<br />

uitschakelen) en hij of zij de werkplek kan verlaten.<br />

Al deze maatregelen zijn vervat in het explosieveiligheidsdocument. Regels voor het opstellen<br />

van een explosieveiligheidsdocument en hoe een werkgever moet omgaan met<br />

explosieveiligheid zijn te vinden op de website van het ministerie van SZW (www.szw.nl), via<br />

onderwerp Veilig Werken – Werkplek en Apparatuur – Explosieve Atmosfeer.<br />

4.4.5 Consequenties van ATEX-richtlijnen voor een <strong>LPG</strong>-installatie<br />

Wanneer de consequenties van de ATEX-richtlijnen worden uitgewerkt voor een <strong>LPG</strong>installatie,<br />

leidt dit er toe dat er in de meeste gevallen een zone 2 heerst rondom het reservoir,<br />

het aflevertoestel, het vulpunt en de opstelplaats van de tankwagen. Deze zone is het gevolg<br />

van bijzondere handelingen, zoals het vullen van het reservoir waarbij gas vrijkomt tijdens het<br />

afkoppelen.<br />

Voor reguliere opslag en aflevering van <strong>LPG</strong> kan, ten gevolge van de aanwezigheid van de<br />

zone 2, in het algemeen worden gesteld dat op een afstand van 3 m van het vulpunt en de<br />

<strong>PGS</strong> <strong>16</strong>:2010 VERSIE 1.0 (09-2010) - PAGINA 53 VAN 132

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!