PGS 16 LPG: Afleverinstallaties - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
PGS 16 LPG: Afleverinstallaties - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
PGS 16 LPG: Afleverinstallaties - Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
<strong>LPG</strong>: AFLEVERINSTALLATIES<br />
vrijkomend gas door statische elektriciteit wordt ontstoken. De chauffeur van de tankwagen<br />
verbindt daartoe de 'aardkabel' van de tankwagen met een metaaloppervlak van de <strong>LPG</strong>installatie.<br />
Op het vulpunt is hiertoe een aansluitstrip of een andere aansluitvoorziening<br />
aangebracht, die metallisch is verbonden met het vulpunt. De elektrische weerstand tussen<br />
vulpunt en aansluitvoorziening moet gering zijn. De tankwagen moet via deze<br />
aansluitvoorziening een potentiaalvereffening hebben met het vulpunt. Het is mogelijk de<br />
metalen mantel van de losslang hiervoor te gebruiken.<br />
Naast deze voorzieningen voor het aansluiten van de aardkabel moet een vulpunt elektrisch zijn<br />
geïsoleerd van de ondergrondse delen van de installatie om zwerfstromen tijdens het vullen van<br />
het reservoir tegen te gaan.<br />
Dit aspect is niet in wetgeving verankerd, reden waarom er in 4.5.5.c aanvullende voorschriften<br />
voor zijn opgenomen.<br />
4.5.4 Kathodische bescherming<br />
Het ondergrondse deel van een <strong>LPG</strong>-installatie moet zijn voorzien van een<br />
corrosieprotectiesysteem. De primaire corrosiebescherming wordt gevormd door de bekleding<br />
van het reservoir (zie 2.3.3). De secundaire bescherming wordt gevormd door een kathodisch<br />
beschermingssysteem. Kathodische bescherming tegen corrosie zal alleen nodig zijn bij<br />
ondergrondse stalen reservoirs, die zijn geplaatst in onder andere zeeklei, veengronden,<br />
gronden met zouthoudend water en in anaerobe gronden. In sommige gevallen moet ook<br />
aandacht worden besteed aan de mogelijkheid van het optreden van zwerfstromen,<br />
bijvoorbeeld in de buurt van hoogspanningsleidingen en van elektrische spoor- en tramwegen.<br />
Op basis van de PED is het echter ook mogelijk om in het geheel af te zien van een<br />
kathodische bescherming, ook bij een lage bodemweerstand. In dat geval zullen echter andere<br />
gelijkwaardige maatregelen moeten worden getroffen, welke in overleg met de<br />
keuringsinstelling zullen worden vastgesteld. Hierbij valt te denken aan een grotere wanddikte<br />
en/of een intensievere controleverplichting. Omdat deze laatste optie in de praktijk niet vaak<br />
voor zal komen is in vs 4.5.7 de aanwezigheid van een kathodische bescherming in principe<br />
dwingend voorgeschreven. Van dit voorschrift kan gemotiveerd worden afgeweken. Dit is in de<br />
toelichting geregeld.<br />
Tijdens de constructie en aanleg zal blijken of kathodische bescherming wordt toegepast en zo<br />
ja, of dit systeem volgens de eisen is aangelegd. De eisen aan kathodische bescherming zijn<br />
vastgelegd in de Europese norm NEN-EN 13636 [O]. Gelijkwaardige methoden, zoals<br />
bijvoorbeeld genoemd in de BRL K901, zijn ook geaccepteerd.<br />
De delen van de installatie die zijn voorzien van kathodische bescherming moeten elektrisch<br />
geïsoleerd zijn van geaarde objecten. Hetzelfde geldt voor de overgang van ondergronds (met<br />
kathodische bescherming) naar bovengronds (zonder kathodische bescherming). De<br />
elektrische weerstand van de isolatoren die hiervoor worden gebruikt, moet bovengronds<br />
gemeten ten minste 100.000 en maximaal 1.000.000 Ohm bedragen.<br />
Bij toepassing van kathodische bescherming zijn ondergrondse leidingen, verankeringen en<br />
ondersteuningen in de nabijheid van het reservoir mede beschermd tegen corrosie, indien zij<br />
elektrisch geleidend verbonden zijn met het beschermde reservoir. Het verdient aanbeveling om<br />
alleen die gedeelten van de installatie uit te voeren met kathodische bescherming waar de<br />
soortelijke weerstand van de grond daartoe aanleiding geeft.<br />
Het aanbrengen van kathodische bescherming voor <strong>LPG</strong>-installaties is niet expliciet in<br />
wetgeving vastgelegd. Om deze reden is hiervoor een aantal voorschriften in 4.5.5.d<br />
opgenomen.<br />
<strong>PGS</strong> <strong>16</strong>:2010 VERSIE 1.0 (09-2010) - PAGINA 56 VAN 132