KERMISREGLEMENT VAN DE GEMEENTE DUFFEL

1) de personen aan wie de standplaats toegewezen is (cf. art. 3 van dit reglement) houders “machtiging als
werkgever in ambulante activiteiten”
2) de verantwoordelijke voor het dagelijks bestuur van een rechtspersoon, aan wie de standplaats is
toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever in ambulante activiteiten”
3) de feitelijke venno(o)t(en) van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats werd toegewezen, houder van
een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit voor eigen rekening;
4) de echtgenoot of echtgenote en wettelijk samenwonende van de natuurlijke persoon aan wie de standplaats
werd toegewezen, houder van een “machtiging als werkgever” voor de uitoefening van een ambulante activiteit
voor eigen rekening;
5) door de personen die beschikken over een “machtiging als aangestelde A” of een “machtiging als aangestelde
B”, die een ambulante activiteit uitoefenen voor rekening of in dienst van de natuurlijke persoon of rechtspersoon
bedoeld in 1) tot en met 4)
6) door de personen vrijgesteld van de machtiging tot het uitoefenen van ambulante activiteiten in een vestiging
kermisgastronomie zonder bediening aan tafel, in aanwezigheid en onder het gezag van de houder van de
“machtiging ambulante activiteiten als werkgever” of van de houder van de “machtiging ambulante activiteiten als
aangestelde A of B”
De personen opgesomd in 2) tot en met 5) kunnen de standplaatsen innemen buiten de aanwezigheid van de
personen aan wie of door middel van wie ze werden toegewezen.
Artikel 15 Kaarten Ballonnekensstoet op Jaarmarktkermis
Wanneer een kermisuitbater een standplaats inneemt voor de Jaarmarktkermis verbindt hij zich ertoe op de
eerste zaterdag van deze kermis kaarten “Ballonnekensstoet” van het betreffende jaar te aanvaarden als
betaalmiddel. De kermisuitbater is echter niet verplicht meer dan één kaart per kind te aanvaarden.
Het college stelt jaarlijks de waarde van een kaart vast. De kermisuitbaters krijgen per kaart een gedeelte
terugbetaald. Deze terugbetaling bedraagt 50% van de waarde van een kaart voor attracties die uitsluitend een
amusementsfunctie hebben. Voor vestigingen waarbij goederen in natura worden afgeleverd bedraagt de
terugbetaling 65% van de waarde van een kaart.
Artikel 16 Maatregelen van inwendige orde
16.1 Het toekennen van een plaats voor de kermisattracties houdt geen machtiging in voor het plaatsen van
woon- en laadwagens. Deze moeten geplaatst worden volgens de aanduidingen van het schepencollege.
Nochtans zal er voor gezorgd worden dat de wooninrichtingen zo dicht mogelijk bij de attracties kunnen geplaatst
worden.
De zonder toelating op het kermisterrein geplaatste wagens en kermiskramen worden ambtshalve verwijderd op
risico van de kermisuitbater en de kosten worden op hem verhaald. Op het kermisplein mogen enkel die wagens
en kermiskramen geplaatst worden welke zijn toegewezen aan de kermisuitbater.
16.2 De kermisattracties dienen zodanig geplaatst dat geen enkel deel van de opstelling, uitgezonderd de
traptreden, de aangegeven voorgevellijn overschrijdt tot een hoogte van 2,50 meter.
Elke kermisuitbater beschikt enkel over zijn, in voorkomend geval op de grond aangeduide, toegewezen
standplaats. Het is niet toegelaten de maximum afmetingen te overschrijden.
Indien een plaats ingenomen wordt waarvan de oppervlakte groter is dan deze door de kermisattractie
ingenomen, blijft het restant ter beschikking van het schepencollege zonder dat de betrokkene enige
schadevergoeding of recht op terugbetaling kan doen gelden.
Bij het opstellen van de kermisattracties moeten de laadwagens, zodra zij afgeladen zijn, onmiddellijk het
kermisterrein verlaten, wandelwegen en doorgangen inbegrepen, en geplaatst worden op een terrein dat daartoe
eventueel door het gemeentebestuur wordt aangewezen.
De wagens, onmisbaar voor de exploitatie van de kermisattractie (motor- en machinewagens), moeten zo dicht
mogelijk tegen de attractie worden opgesteld.
8