Masterplan Zandwetering - Waterschap Groot Salland
Masterplan Zandwetering - Waterschap Groot Salland
Masterplan Zandwetering - Waterschap Groot Salland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
H + N + S ' 04<br />
31<br />
Barrières<br />
Bij het inrichten van de <strong>Zandwetering</strong> als<br />
groenblauwe loper is het tevens van belang<br />
rekening te houden met barrières (wegen,<br />
genormaliseerde kanalen) en overige<br />
weerstanden (intensieve landbouw) in het<br />
landschap. De ecologische verbindingen en<br />
ecotopen worden op plaatsen gesitueerd<br />
met de minste weerstanden en de meest<br />
optimale abiotische omstandigheden (b.v.<br />
kwel). Daar waar knelpunten actueel en in de<br />
toekomst zich voordoen is het noodzakelijk<br />
mitigerende maatregelen te treffen in de<br />
vorm van b.v. faunapassages onder wegen of<br />
uittredingsplaatsen aan genormaliseerde<br />
wateren. Voor de waterspitsmuis mogen<br />
Mogelijke natuurdoelen<br />
In het bovenstroomgebied (inclusief Het<br />
Gooiermars) maakt het ontwikkelen van<br />
bijzondere natuurdoelen de meeste kans,<br />
vooral daar waar het grondwater in de vorm<br />
van kwel zich duurzaam over brede zones tot<br />
in het maaiveld kan manifesteren. Het laten<br />
infiltreren, vasthouden en benutten van<br />
kwalitatief goed gebiedseigen water zijn<br />
hierbij belangrijke randvoorwaarden. Het<br />
Gooiermars is met moerasbos, natte<br />
In de Gooiermars zijn kansrijkere en tevens<br />
waardevolle natuurdoeltypen te verwachten,<br />
waaronder bloemrijke graslanden in de sfeer<br />
van Dotterbloemhooiland (‘beemden’),<br />
Kamgrasweide, Veldrusschraalland en langs de<br />
randen Bosbies-associatie. Deze liggen in<br />
afwisseling samen met elzenbroekbos<br />
(Veldkers-Elzenbroek) in kwelrijke en min of<br />
meer permanent natte laagten en verder in<br />
het drogere achterland met natuurbos (o.a.<br />
Ecotopen<br />
Met betrekking tot ecotopen is het wenselijk<br />
deze in combinatie en in samenhang met<br />
elkaar in het landschap te integreren en<br />
configureren, liefst zo groot mogelijk<br />
(minimaal 0,5 ha) samen met het behoud van<br />
oorspronkelijke landschapswaarden en<br />
cultuurwaarden. Dit zorgt voor een<br />
aantrekkelijke landschappelijke variatie.<br />
Bovenstrooms zijn schrale graslanden kansrijk.<br />
Verder benedenstrooms kan gedacht worden<br />
aan dotterbloemgrasland,<br />
overstromingsgrasland, riet, ruigte en<br />
struweel. De natuuronderdelen liggen veelal<br />
niet meer dan 0,5 km van elkaar verwijderd,<br />
er is sprake van minimaal 3 hectare per<br />
kilometer verbinding.<br />
De Gooiermars als kloppend hart<br />
Vanwege de bijzondere potenties in verband<br />
met de aanwezigheid van regionale kwel stelt<br />
de provincie in haar natuurgebiedsplan voor<br />
om in de Gooiermars nieuwe natuur te<br />
ontwikkelen. Het gaat hierbij om een<br />
kerngebied van in totaal 64 hectare<br />
(particulier beheer) met als natuurdoel<br />
overwegend bloemrijke graslanden, beperkt<br />
aangevuld met plassen en moerassen. Om<br />
deze kern ligt een schil van bestaand en<br />
nieuw beheersgebied (zoekgebied botanisch)<br />
en daar buiten beheersgebied (zoekgebied<br />
randenbeheer).<br />
Mogelijk kwam vroeger het ‘typische’<br />
blauwgrasland (Cirsio-Molinietum) in de<br />
Gooiermars voor, wellicht met subassociaties<br />
(o.a. het orchideeënrijk blauwgrasland) op de<br />
gradiënt van dekzandrug naar slenk.<br />
Blauwgrasland is het ultieme ecologische<br />
ideaal. Uit de tegenwoordige beheerspraktijk<br />
blijkt dat dit bijzondere grasland moeilijk te<br />
restaureren is.<br />
onderbrekingen van de natuurvriendelijke<br />
brede oeverzone niet groter zijn dan 250<br />
meter en minimaal aan een zijde voorzien te<br />
zijn van een oever met rietzoom. Hiermee<br />
wordt ook voldaan aan de eisen van andere<br />
aan water gebonden doelsoorten, zoals<br />
ringslang, libellen en de kamsalamander.<br />
bloemrijke weiden en een waaier van<br />
slootbeken het ‘kloppend hart’ van het<br />
systeem. Verder is het creëren en/of optimaal<br />
benutten van gradiënten (o.a. vocht,<br />
voedselrijkdom), reliëf en exponeren<br />
belangrijk voor de diversificering van natuur.<br />
Een combinatie van natuurdoelen is mogelijk<br />
volgens een beekdalbenadering met de<br />
inrichting van brede natuurprofielen.<br />
Benedenstrooms liggen de natuurambities<br />
lager, gezien de milieukwaliteit, beïnvloeding<br />
van o.a. riooloverstort en de milieudruk door<br />
recreatie en stadsuitbreiding.<br />
DEEL 1 : CONTEXT EN OPGAVE IN THEMA'S