Masterplan Zandwetering - Waterschap Groot Salland
Masterplan Zandwetering - Waterschap Groot Salland
Masterplan Zandwetering - Waterschap Groot Salland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
H + N + S ' 0 4<br />
32<br />
• Jaarrond een natuurlijk grondwaterverloop,<br />
waarbij schommelingen gering zijn. In de<br />
winter tot in het vroege voorjaar (tot mei)<br />
wordt een langdurig hoge<br />
grondwaterstand (opbolling tot aan of net<br />
boven het maaiveld) gevergd. In de zomer<br />
en het najaar geldt een minimale<br />
grondwaterstand van 1,20-1,30 m minus<br />
maaiveld. In de slenken kan de invloed van<br />
grondwater maximaal gelden en kan<br />
kortdurig inundatie optreden.<br />
• Duurzaam herstel van een lokaal<br />
hydrologisch systeem met toevoer van<br />
carbonaatrijk, mesotroof en schoon<br />
grondwater, waarbij inzijg- en kwelgebied<br />
in elkanders nabijheid liggen en gekoppeld<br />
zijn. Ook stagnerende neerslag mag een<br />
Aquatische ecologie<br />
Het beeld van de toekomstige <strong>Zandwetering</strong><br />
is een kwelrijke slootbeek met flauwe oevers.<br />
Als referentie voor het aquatische<br />
ecosysteem wordt gebruik gemaakt van de<br />
viswatertypen voor ondiepe en stilstaande<br />
wateren (Organisatie ter verbetering van de<br />
Binnenvisserij). In de <strong>Zandwetering</strong> hoort het<br />
viswatertype snoek-rietvoorn. Dit<br />
viswatertype moet voldoen aan een aantal<br />
Kansrijke locaties<br />
In de uitwerking zal het waterschap<br />
ecohydrologische modelberekeningen<br />
uitvoeren waarmee de meest geschikte<br />
locaties (groeiplaatsen) voor herstel van<br />
bijzondere vegetaties onder regime van het<br />
bovenbeschreven hydrologisch systeem goed<br />
in kaart gebracht worden.<br />
Voorwaarden voor realisatie<br />
Er is veel mogelijk binnen de Klasse der matig<br />
voedselrijke graslanden, met wellicht<br />
bijzondere elementen van natte<br />
schraallanden. Om geschikte standplaatsen<br />
voor bijzonder nat schraalland te herstellen of<br />
ontwikkelen moet aan de volgende<br />
ecologische randvoorwaarden worden<br />
voldaan:<br />
tijdelijk verzurende invloed uitoefenen.<br />
• De chemische samenstelling van<br />
grondwater is bepalend (pH = 6-7 en de<br />
EGV > 200 (s/cm). Vervuiling van het<br />
grondwater met meststoffen uit landbouw<br />
is niet gunstig. Verschraling door middel<br />
van uitgekiend en goed gefaseerd plaggen<br />
is over grote delen noodzakelijk om de<br />
voedselrijke en verzuurde zode te<br />
verwijderen en de invloed van grondwater<br />
in de wortelzone dichterbij te brengen.<br />
Schraallanden leven bij de gratie van een<br />
goed toegesneden natuurbeheer van<br />
extensief maaien en begrazing.<br />
Wintereiken-beukenbos), heide en<br />
heischraalgrasland. Voor verbijzondering en<br />
variatie van natuur is het vooral van belang de<br />
gradiënten in het gebied (hoog naar laag)<br />
zoveel mogelijk op uitgesponnen wijze te<br />
benutten.<br />
specifieke eisen met betrekking tot de<br />
helderheid en begroeiing. Het doorzicht<br />
moet meer dan 1 meter bedragen. De<br />
begroeiing bedraagt gemiddeld meer dan 60<br />
procent van de watergang. Om dit te kunnen<br />
realiseren is een goede waterkwaliteit<br />
gewenst. De diepte van de watergang is<br />
gemiddeld niet meer dan 80 centimeter (in<br />
verband met de groei van waterplanten). Op<br />
een aantal plaatsen is de watergang dieper<br />
om overwinteringsmogelijkheden te bieden.<br />
Minimaal eenzijdig wordt een<br />
natuurvriendelijke oever aangelegd (helling<br />
1:5- 1:10). In deze oeverzone groeien<br />
oeverplanten als riet en zegge, dotterbloem,<br />
bosbies, waterviolier en naaldwaterbies. Als<br />
bijzondere ambitie wordt genoemd de<br />
kruipende moerasscherm (rode lijstsoort).<br />
MASTERPLAN ZANDWETERING