Masterplan Zandwetering - Waterschap Groot Salland
Masterplan Zandwetering - Waterschap Groot Salland
Masterplan Zandwetering - Waterschap Groot Salland
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
H + N + S ' 0 4<br />
46<br />
Extra opgave Weteringdal<br />
In het kader van de Stroomgebiedsvisie<br />
Vecht/Zwarte Water zijn de gebieden in<br />
beeld gebracht die bij hevige neerslag onder<br />
water lopen. Ook het toekomstig<br />
bedrijventerrein Linderveld is zo’n gebied. Dit<br />
betekent dat de ruimte die nu wordt<br />
weggenomen door de bouw van het<br />
bedrijventerrein elders gecompenseerd moet<br />
worden. Het gaat om totaal 72.000 m3 water<br />
waar ruimte voor gevonden moet worden.<br />
Een deel wordt gevonden door selectief<br />
ophogen van het bedrijventerrein. Delen van<br />
Effect van de maatregelen<br />
Ten behoeve van het <strong>Masterplan</strong><br />
<strong>Zandwetering</strong> zijn door Witteveen + Bos in<br />
2003 een grondwatermodel (Modflow) en<br />
een oppervlaktewatermodel (Duflow) van het<br />
stroomgebied van de <strong>Zandwetering</strong> gemaakt.<br />
Tevens is een koppelingsprogramma<br />
gebouwd, waarmee deze twee modellen<br />
gekoppeld kunnen worden. De effecten van<br />
de in het <strong>Masterplan</strong> voorgestelde<br />
inrichtingsmaatregelen (omleiding bij<br />
Spikvoorde, debietbegrenzers,<br />
profielaanpassingen) zijn met de gekoppelde<br />
Omgeving Rande<br />
In dit gebied is 9 ha extra ruimte nodig. Deze<br />
ruimte wordt vooral gezocht direct langs de<br />
watergang.<br />
Wat niet in het plangebied geborgen kan<br />
worden, wordt aan extra bergingscapaciteit<br />
gerealiseerd in de het gebied rond de<br />
<strong>Zandwetering</strong>. moet daarbuiten worden<br />
gezocht. Ook is in het <strong>Masterplan</strong> rekening<br />
gehouden met eventuele extra<br />
bergingsbehoefte als gevolg van de aanleg van<br />
Steenbrugge en woningbouw bij Schalkhaar.<br />
grondwater<br />
• In het deel van de Gooiermars<br />
bovenstrooms van de huidige stuw bleek<br />
verkleining van de profielen (tot een<br />
capaciteit van 0,5Q) geen effect te hebben<br />
op de GHG en GLG. Om dit toch te<br />
realiseren kan gedacht worden aan twee<br />
mogelijkheden: verhogen van het stuwpeil<br />
of maatregelen op perceelsniveau<br />
(bijvoorbeeld verondiepen bestaande<br />
sloten)<br />
• Bij de meest stroomopwaartse watergangen<br />
aan de oostkant van het Gooiermarsgebied<br />
treedt een stijging van de GLG op van 0,05<br />
tot 0,12 meter. Dit is een gewenste<br />
ontwikkeling die wordt veroorzaakt door<br />
het verhogen van de bodem van de<br />
betreffende watergangen en het verkleinen<br />
van het hydraulische profiel.<br />
• Om vergroting van de kans op<br />
wateroverlast in de woonwijk Graveland te<br />
Weteringdal<br />
In dit gebied is voor het anders inrichten van<br />
het watersysteem ongeveer 23 ha extra<br />
ruimte nodig naast de bestaande watergang.<br />
Naast ruimte direct langs de watergang<br />
wordt extra ruimte gezocht in aangrenzend<br />
gebied in het Weteringdal.<br />
In eerste instantie wordt ruimte gezocht in<br />
het omvormen van diepe sloten naar<br />
ondiepere en bredere sloten.<br />
De wijze waarop de waterberging in de<br />
Gooiermars gerealiseerd wordt, hangt af van<br />
de mogelijkheden tot integratie met de<br />
gewenste functies.<br />
de groene ruimten binnen het<br />
bedrijventerrein worden daarbij niet<br />
opgehoogd. Er resteert nog 25.000 m3<br />
waarvoor aanvullende maatregelen<br />
noodzakelijk zijn. Door maaiveldverlaging in<br />
een deel van de toekomstige zuidelijke<br />
bosrand van het bedrijventerrein ontstaat<br />
wordt 11.500 m3 bergingsruimte gerealiseerd.<br />
De overige 13.500 m3 wordt gerealiseerd in<br />
de zone van de <strong>Zandwetering</strong>. Hiervoor is in<br />
het <strong>Masterplan</strong><br />
modellen doorgerekend. Bij het beoordelen<br />
van het grondwaterregime in de Gooiermars is<br />
uitgegaan van landbouwkundig gebruik<br />
(grasland). Naar aanleiding van de<br />
modelberekeningen en de resulterende<br />
kaartbeelden komt een aantal conclusies naar<br />
voren met betrekking tot de<br />
oppervlaktewaterstanden en de<br />
grondwaterstanden (Gemiddeld Hoogste<br />
Grondwaterstand en Gemiddeld Laagste<br />
Grondwaterstand) in een gemiddeld jaar<br />
(1999).<br />
MASTERPLAN ZANDWETERING