25.09.2013 Views

'De patiënt centraal' (pdf) - In voor zorg!

'De patiënt centraal' (pdf) - In voor zorg!

'De patiënt centraal' (pdf) - In voor zorg!

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

De Patiënt Centraal?<br />

De Patiënt Centraal?<br />

1 Werken aan de Zorg


De Patiënt Centraal?<br />

2 Werken aan de Zorg<br />

Voorwoord<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Dit rapport brengt in kaart wat de ontwikkeling is van de positie van de <strong>patiënt</strong> in de<br />

Nederlandse <strong>zorg</strong> in het licht van het gevoerde beleid. Ontwikkelingen en rollen van<br />

de betrokken partijen worden beschreven op macro, meso en micro niveau en vanuit<br />

verschillende perspectieven. Naast de algemene trends worden ook verschillen<br />

tussen instellingen en partijen inzichtelijk gemaakt. We lichten er mooie <strong>voor</strong>beelden<br />

uit die laten zien dat iedere speler in het veld een bijdrage kan leveren aan het<br />

centraal stellen van de <strong>patiënt</strong> en de transparantie van kwaliteit.<br />

Deze inventarisatie is één van de zes inventarisaties binnen het traject “Werken aan<br />

de <strong>zorg</strong>”. Vorig jaar zijn de effecten van het beleid al inzichtelijk gemaakt rondom de<br />

thema’s “Kosten en kwaliteit”, “Bouw en diversiteit van wonen”, “Meer tijd <strong>voor</strong> de<br />

cliënt” en “Werken in de Zorg”. De komende tijd volgt er nog het deelonderzoek<br />

rondom het thema “Waardecreatie in de <strong>zorg</strong>”.<br />

Graag bediscussiëren wij onze bevindingen uit deze inventarisatie <strong>patiënt</strong> centraal?<br />

met u tijdens de bijeenkomst en ook tijdens de officiële uitreiking van het rapport in<br />

oktober 2011.<br />

Wij wensen u veel leesplezier toe en hopen op uw komst naar het evenement!<br />

Plexus en BKB<br />

Breukelen, oktober 2011<br />

3 Werken aan de Zorg


6<br />

8<br />

9<br />

19<br />

20<br />

26<br />

30<br />

34<br />

35<br />

36<br />

38<br />

39<br />

39<br />

40<br />

44<br />

46<br />

<strong>In</strong>houd<br />

Leeswijzer<br />

Management samenvatting<br />

Van aanbod- naar vraagsturing<br />

Vraagsturing op macroniveau<br />

Vraagsturing op mesoniveau<br />

Vraagsturing op microniveau<br />

Discussie en conclusie<br />

2 Van aanbod- naar vraagsturing<br />

2.1 Aanleiding<br />

2.2 De positie van de Zorgvrager<br />

2.3 Vraagstelling<br />

2.4 Definities<br />

2.5 Afbakening<br />

2.6 Meerdere wegen naar Rome<br />

2.7 Onderzoeksopzet<br />

2.8 Verdere opbouw van de rapportage<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

3 Vraagsturing op systeemniveau (macro)<br />

3.1. Beleid gericht op vraagsturing<br />

4 Vraagsturing op organisatieniveau (meso)<br />

4.1 De rol van de <strong>zorg</strong>aanbieder<br />

4.2 De rol van de <strong>zorg</strong>verzekeraar<br />

4.3 De rol van <strong>patiënt</strong>enorganisaties<br />

5 Vraagsturing op <strong>patiënt</strong>niveau (micro)<br />

5.1 Sturing door de <strong>patiënt</strong><br />

6 Discussie en Conclusie<br />

6.1 Eerste resultaten beleidswijzigingen <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>vrager zichtbaar<br />

4 Werken aan de Zorg 5<br />

Werken aan de Zorg<br />

47<br />

48<br />

55<br />

56<br />

106<br />

120<br />

132<br />

133<br />

149<br />

150


Leeswijzer<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

<strong>In</strong> deze leeswijzer beschrijven we hoe deze rapportage is opgebouwd.<br />

De rapportage begint met de management samenvatting. <strong>In</strong> de management<br />

samenvatting zijn de belangrijkste conclusies, interessante <strong>voor</strong>beelden en<br />

aanbevelingen aan het veld en beleidsmakers opgenomen om het gat tussen vraag<br />

naar en aanbod van personeel in de <strong>zorg</strong> te verkleinen.<br />

Het rapport is als volgt ingedeeld:<br />

De management samenvatting beschrijft de belangrijkste bevindingen uit het<br />

onderzoek;<br />

Hoofdstuk 3 beschrijft de aanleiding, onderzoeksvragen en reikwijdte van<br />

het rapport;<br />

Hoofdstuk 4 gaat in op vraagsturing op systeemniveau (macro) en beschrijft de<br />

relevante ontwikkelingen in (overheids)beleid in de periode 1990-2011;<br />

Hoofdstuk 5 beschrijft vraagsturing op organisatieniveau (meso), waarin de rollen<br />

van <strong>zorg</strong>verzekeraar, <strong>zorg</strong>aanbieders en <strong>patiënt</strong>enorganisaties aan bod komen.<br />

Tevens worden een aantal aansprekende <strong>voor</strong>beelden beschreven;<br />

Hoofdstuk 6 gaat in op vraagsturing op <strong>patiënt</strong>niveau en beschrijft een aantal<br />

aansprekende <strong>voor</strong>beelden van hoe instellingen hiermee aan de slag zijn gegaan;<br />

Hoofdstuk 7 is een discussie van de bevinden uit deze rapportage en geeft een<br />

conclusie.<br />

Management samenvatting<br />

Deze management samenvatting bespreekt de<br />

belangrijkste bevindingen uit dit rapport.<br />

6 Werken aan de Zorg 7<br />

Werken aan de Zorg


1}<br />

Van aanbod- naar vraagsturing<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Eén van de belangrijkste oorzaken die ten grondslag ligt aan de noodzaak tot<br />

vernieuwing van het <strong>zorg</strong>stelsel was dat het stelsel onvoldoende tegemoet kwam<br />

aan de vraag van <strong>patiënt</strong>en 1 . Dominante, centrale aanbodsturing leidde in zowel<br />

in de AWBZ (eerste verzekeringscompartiment) als in de ziekenfondsverzekering<br />

en de particuliere ziektekostenverzekering (tweede verzekeringscompartiment)<br />

tot onvoldoende ruimte en prikkels bij partijen om kwalitatief hoogwaardige en<br />

doelmatige <strong>zorg</strong> te leveren. De introductie van het nieuwe <strong>zorg</strong>stelsel moet een<br />

oplossing bieden <strong>voor</strong> de belangrijkste problemen:<br />

Beperkte keuzemogelijkheden;<br />

Onvoldoende samenhang tussen de verschillende aanbieders;<br />

Gebrekkige aansluiting van het aanbod op de vraag (kwalitatief en kwantitatief).<br />

Deze knelpunten nemen toe in ernst door maatschappelijke en <strong>zorg</strong>inhoudelijke<br />

ontwikkelingen, zoals de veroudering van de bevolking, de verandering van het<br />

<strong>zorg</strong>aanbod, de toename van goed geïnformeerde <strong>patiënt</strong>en en het beschikbaar<br />

komen van <strong>voor</strong>spellende medische informatie.<br />

De positie van de Zorgvrager<br />

Door de invoering van het nieuwe <strong>zorg</strong>stelsel in 2006 ontwikkelt het systeem<br />

zich van een aanbodgestuurd systeem, waarin prijs en aanbod sterk gereguleerd<br />

worden door de overheid, naar een vraaggestuurd systeem waarin marktpartijen<br />

een belangrijke(re) rol hebben. Deze overgang is meer dan een andere vormgeving<br />

van doeleinden en middelen. Het gaat daadwerkelijk om een andere manier van<br />

het besturen van de <strong>zorg</strong>. Aanbodsturing gaat uit van een systeem waarin de<br />

overheid op alle niveaus in de besturing van de <strong>zorg</strong> een dominante functie<br />

vervult. Daarentegen biedt vraagsturing veel meer ruimte <strong>voor</strong> keuzevrijheid en<br />

ondernemerschap. Hierbij ligt de nadruk op decentralisatie van beslisrechten en<br />

bijbehorende verantwoordelijkheid. De overheid beperkt zich hoofdzakelijk tot het<br />

stellen van de algemene kaders waaronder ook de normatieve kaders. Zij draagt<br />

een systeemverantwoordelijkheid. De burger wordt in deze nieuwe besturing<br />

gepositioneerd als een consument die zoveel mogelijk zijn eigen keuzes moet maken.<br />

Verschillende prikkels – zoals de invoering van marktverhoudingen, contractering<br />

van de leveranciers van publiek gefinancierde diensten, meting van geleverde<br />

prestaties en prestatiegerelateerde bekostiging – <strong>zorg</strong>en in het nieuwe <strong>zorg</strong>stelsel<br />

<strong>voor</strong> sturing van het aanbod. Hierbij ligt een sterke nadruk op verantwoordelijkheid<br />

en transparantie om de consument in staat te stellen te kiezen.<br />

VWS. 2001. Vraag aan bod. Hoofdlijnen van vernieuwing van het <strong>zorg</strong>stelsel.<br />

Den Haag. Den Haag. http://www.monitor.nl/extra/vraag-aan-bod.<strong>pdf</strong>.<br />

8 Werken aan de Zorg 9<br />

Werken aan de Zorg<br />

Figuur 1<br />

<br />

<br />

<br />

2}<br />

<strong>In</strong> de gezondheids<strong>zorg</strong> zijn drie ‘marktpartijen’ te onderscheiden: <strong>zorg</strong>aanbieders,<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraars en <strong>zorg</strong>vragers. De markt is hiermee te verdelen in drie deelmarkten<br />

(zie figuur 1).<br />

Drie deelmarkten in de gezondheids<strong>zorg</strong><br />

Binnen die driehoeksrelatie kan onderscheid gemaakt worden tussen de <strong>zorg</strong>verzekeringsmarkt,<br />

de <strong>zorg</strong>verleningsmarkt en de <strong>zorg</strong>inkoopmarkt. Zoals op iedere<br />

markt is er ook op de <strong>zorg</strong>markt sprake van vraag en aanbod:<br />

op de <strong>zorg</strong>verleningsmarkt vragen <strong>patiënt</strong>en <strong>zorg</strong> en bieden <strong>zorg</strong>aanbieders <strong>zorg</strong><br />

aan;<br />

op de <strong>zorg</strong>inkoopmarkt kopen <strong>zorg</strong>verzekeraars <strong>zorg</strong> in bij <strong>zorg</strong>aanbieders en<br />

bieden <strong>zorg</strong>aanbieders <strong>zorg</strong> aan. Voor keten<strong>zorg</strong> geldt ook dat <strong>zorg</strong>aanbieders<br />

<strong>zorg</strong> inkopen bij andere <strong>zorg</strong>aanbieders;<br />

op de <strong>zorg</strong>verzekeringsmarkt sluiten consumenten verzekeringen af en bieden<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraars verzekeringen aan 2 .<br />

Westert GP et al. Zorgbalans 2010: de prestaties van de Nederlandse <strong>zorg</strong>. RIVMrapport<br />

nr. 260602005. Bilthoven/Houten: RIVM/Bohn Stafleu Van Loghum,<br />

2010.


3}<br />

4}<br />

5}<br />

6}<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Om <strong>zorg</strong>aanbieders te prikkelen hun prijs-kwaliteitverhouding (verder) te verbeteren,<br />

is een belangrijke rol weggelegd <strong>voor</strong> onderlinge concurrentie. Verzekeraars worden<br />

gestimuleerd om zich namens hun verzekerden als kritische <strong>zorg</strong>inkopers op te<br />

stellen. Met (<strong>voor</strong>keurs)aanbieders dienen zij goede afspraken te maken over de<br />

prijs en kwaliteit van <strong>zorg</strong>. Patiënten worden aangemoedigd om wanneer zij <strong>zorg</strong><br />

nodig hebben verschillende aanbieders met elkaar te vergelijken om zodoende<br />

een weloverwogen keuze te maken 3 . De <strong>zorg</strong>vrager speelt dus op verschillende<br />

markten een belangrijke rol: de <strong>zorg</strong>verleningsmarkt, de <strong>zorg</strong>inkoopmarkt én de<br />

<strong>zorg</strong>verzekeringsmarkt. De <strong>zorg</strong>vrager vormt een belangrijke kracht in het tot stand<br />

komen van de marktorganisatie. Keuzevrijheid en het gebruik maken hiervan, speelt<br />

daarbij een belangrijke rol. Dit stelt <strong>zorg</strong>vragers immers in de positie om keuzen te<br />

maken en daarmee bepaalde signalen naar zowel verzekeraars als <strong>zorg</strong>aanbieders<br />

uit te zenden. Het geven van meer vrijheden aan partijen – binnen de genoemde<br />

marktimperfecties – gaat gepaard met de ontwikkeling van een samenhangende<br />

adequate incentive-structuur <strong>voor</strong> alle drie de markten 4 . Waar het bevorderen van<br />

zelfredzaamheid van de consument (vraagsturing) tekort schiet om het algemeen<br />

consumentenbelang te verwezenlijken, heeft de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)<br />

bevoegdheden om zelf direct in te grijpen om dit belang te bewaken, consumenten<br />

te beschermen en marktimperfecties te <strong>voor</strong>komen 5 .<br />

Het tegemoet komen aan de wensen van de <strong>zorg</strong>vrager op microniveau en<br />

tegelijkertijd streven naar doelmatigheid in de <strong>zorg</strong> op zowel micro- als macroniveau<br />

<strong>zorg</strong>t <strong>voor</strong> een spanningsveld. Deze spanningen zijn inherent aan de inrichting van<br />

het <strong>zorg</strong>stelsel waarin gestreefd wordt naar invulling van verschillende publieke<br />

belangen: kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. Kwaliteitseisen kunnen<br />

de prijs opdrijven zodat de doelmatigheid van de <strong>zorg</strong>verlening onder druk komt te<br />

staan. De beheersbaarheid van de totale <strong>zorg</strong>uitgaven (macrobetaalbaarheid) is niet<br />

voldoende gewaarborgd met doelmatig werkende markten (microbetaalbaarheid).<br />

Het is immers mogelijk dat een sterke ontwikkeling van de <strong>zorg</strong>vraag (volumegroei)<br />

leidt tot een overschrijding van het afgesproken kader. Het beheersen van<br />

de kostenontwikkeling kan aan de andere kant gevolgen hebben <strong>voor</strong> de<br />

toegankelijkheid van de <strong>zorg</strong>. Tenslotte kan er spanning zijn tussen de eisen van<br />

risicosolidariteit en keuzevrijheid. Keuzevrijheid kan tot marktsegmentatie en selectie<br />

door <strong>zorg</strong>verzekeraars en aanbieders leiden die de risicosolidariteit ondermijnen 6 .<br />

Varkevisser, M. 2010. Patient Choice, Competition and Antitrust Enforcement in<br />

Dutch Hospital Markets. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam<br />

VWS. 2001. Vraag aan bod. Hoofdlijnen van vernieuwing van het <strong>zorg</strong>stelsel. Den<br />

Haag. Den Haag. http://www.monitor.nl/extra/vraag-aan-bod.<strong>pdf</strong>.<br />

NZa. Consultatiedocument. (<strong>In</strong>) het belang van de consument. Hoe de NZa de<br />

positie van de <strong>zorg</strong>consument bewaakt en versterkt.<br />

Van de Ven WPMM, Schut FT, Hermans HEGM. Evaluatie Zorgverzekeringswet en<br />

Wet op de Zorgtoeslag. Den Haag: Den Haag: ZonMw, 2009.<br />

10 Werken aan de Zorg 11<br />

Werken aan de Zorg<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

7}<br />

8}<br />

Vraagstelling<br />

De <strong>zorg</strong>vrager speelt een centrale rol in het recente <strong>zorg</strong>beleid. De kanteling in<br />

de bekostiging moet <strong>zorg</strong>en <strong>voor</strong> vraagsturing in de <strong>zorg</strong>. Door de vraagzijde<br />

meer vrijheid te geven om zijn wensen en behoeften actief na te streven en de<br />

aanbodzijde de ruimte te bieden beter in te spelen op deze wensen en behoeften<br />

worden <strong>zorg</strong>vraag en <strong>zorg</strong>aanbod beter op elkaar afgestemd. Dit moet leiden tot een<br />

betere kwaliteit van <strong>zorg</strong> en meer doelmatigheid.<br />

<strong>In</strong> deze rapportage beantwoorden we de vraag: “Wat is de impact van beleid op<br />

vraagsturing in de <strong>zorg</strong> en de daarmee samenhangende kwaliteits- en doelmatigheidsverbetering<br />

van de <strong>zorg</strong>?”<br />

Welke beleidswijzigingen hebben impact gehad op vraagsturing in de <strong>zorg</strong>?<br />

<strong>In</strong> hoeverre leidt het beleid tot (verschillende vormen van) vraagsturing?<br />

Op welke manier <strong>zorg</strong>t vraagsturing <strong>voor</strong> verbeteringen in kwaliteit en doelmatigheid<br />

van de <strong>zorg</strong>?<br />

Definities en afbakening<br />

Vraagsturing krijgt vorm en betekenis in de interactie tussen de <strong>zorg</strong>aanbieders,<br />

<strong>zorg</strong>vragers en andere betrokken publieke en/of private actoren op verschillende<br />

niveaus in de gezondheids<strong>zorg</strong> (macro, meso en micro). De kern van vraagsturing ligt<br />

in de invloed van het vragersperspectief op het aanbod van <strong>zorg</strong>. <strong>In</strong> deze rapportage<br />

nemen we verschillende benaderingen van vraagsturing mee 7 :<br />

Sturing op de vraag: Dit mechanisme speelt zich eerder af op mesoniveau en<br />

wordt in de praktijk gerealiseerd via <strong>zorg</strong>verzekeraars/ <strong>zorg</strong>kantoren: deze laatsten<br />

sturen het <strong>zorg</strong>aanbod door namens de <strong>patiënt</strong> <strong>zorg</strong> in te kopen, uit te voeren of te<br />

financieren. Daarnaast kunnen ook <strong>patiënt</strong>enverenigingen deze rol vervullen.<br />

Sturing door de vraag: Hier gaat het <strong>voor</strong>al om de vraag op welke manier de <strong>patiënt</strong><br />

zelf het aanbod stuurt.<br />

Sturing van de vraag: Het aanbod van <strong>zorg</strong> stuurt de vraag van <strong>patiënt</strong>en aan,<br />

waarbij rekening wordt gehouden met concrete vragen van de <strong>patiënt</strong>.<br />

Een belangrijk middel om te komen tot sturing door de <strong>zorg</strong>vrager is transparantie:<br />

alle relevante informatie over de prijs en kwaliteit van een product of dienst moet<br />

<strong>voor</strong> iedereen relatief eenvoudig en zonder noemenswaardige kosten toegankelijk<br />

zijn 8 .<br />

Leys, Mark. 2003. Kiezen in Zorg: Preferenties en competenties van consumenten.<br />

Den Haag. Den Haag.<br />

Plug, P., M. van Twist, and L. Geut. 2003. Sturing van marktwerking. Assen:<br />

Berenschot fundatie en Koninklijke Van Gorcum BV.


Figuur 2<br />

9}<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Naast de definitie van vraagsturing is ook het perspectief op vraagsturing relevant<br />

<strong>voor</strong> de interpretatie van de resultaten van dit onderzoek. Van der Kraan onderscheidt<br />

drie perspectieven 9 : het economisch perspectief waarin de <strong>zorg</strong>vrager functioneert<br />

als een consument. Het participatie perspectief waarin de <strong>zorg</strong>vrager een actieve<br />

burger is die zich bewust is van zijn mogelijkheden en zijn verantwoordelijkheden<br />

en het <strong>zorg</strong>inhoudelijke perspectief: de <strong>zorg</strong>vrager is een geëmancipeerde <strong>patiënt</strong><br />

die in samenspraak met de hulpverlener tot besluitvorming komt omtrent de te<br />

volgen behandeling. <strong>In</strong> dit onderzoek gaan we uit van het economische perspectief<br />

op vraagsturing. Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling van bij<strong>voor</strong>beeld richtlijnen<br />

of via cliëntenraden in <strong>zorg</strong>instellingen vallen daarmee buiten de scope van dit<br />

onderzoek.<br />

Daarnaast ligt in dit rapport de nadruk op <strong>zorg</strong>verlening (zowel cure en care) en<br />

wordt uitsluitend ondersteuning buiten het rapport gehouden. Hiermee valt de Wmo<br />

buiten de scope van dit rapport.<br />

Meerdere wegen naar Rome<br />

<strong>In</strong> het nieuwe <strong>zorg</strong>stelsel zijn verschillende prikkels ingebouwd om vraagsturing<br />

te stimuleren en ondersteunen waarmee de <strong>patiënt</strong> centraal komt te staan. De<br />

onderstaande figuur geeft aan langs welke wegen deze prikkels leiden tot kwalitatief<br />

goede en doelmatige <strong>zorg</strong>.<br />

Vraagsturing in de <strong>zorg</strong><br />

Van der Kraan, W. 2006. Vraag naar vraagsturing Een verkennend onderzoek naar<br />

de betekenis van vraagsturing in de Nederlandse gezondheids<strong>zorg</strong>. Rotterdam:<br />

Erasmus Universiteit Rotterdam.<br />

12 Werken aan de Zorg 13<br />

Werken aan de Zorg<br />

10}<br />

11}<br />

Vraaggerichtheid van het aanbod<br />

Zorgaanbieders worden sinds de stelselwijziging meer geprikkeld om meer prestatie-<br />

en vraaggericht te werken. <strong>In</strong> het verleden opereerden aanbieders van <strong>zorg</strong> binnen<br />

strakke kaders van de overheid, binnen de nieuwe kaders is meer ruimte om op<br />

wensen en behoeften van de <strong>zorg</strong>vrager in te spelen. De introductie van meer vrije<br />

prijsvorming en meer vrijheid ten aanzien van investeringsbeslissingen maakt het<br />

mogelijk <strong>voor</strong> aanbieders van <strong>zorg</strong> om zich te onderscheiden en dus te concurreren.<br />

Aanbieders van <strong>zorg</strong> kunnen zich onderscheiden door <strong>patiënt</strong>gerichte <strong>zorg</strong> te leveren<br />

en daarmee een aantrekkelijke partij <strong>voor</strong> de <strong>zorg</strong>vrager te worden. Enerzijds proberen<br />

aanbieders vanuit hun aanbod aan te sluiten bij de behoeften van de <strong>zorg</strong>vrager.<br />

Anderzijds kunnen <strong>zorg</strong>aanbieders zich ook laten sturen door <strong>zorg</strong>verzekeraars of<br />

samenwerken met <strong>patiënt</strong>enorganisaties bij de ontwikkeling van hun aanbod.<br />

Transparantie<br />

Een belangrijk uitgangspunt bij de invoering van de stelselwijziging was dat de<br />

<strong>zorg</strong>vrager gaat kiezen <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>aanbieders en <strong>zorg</strong>polissen en dat verzekeraars<br />

kritisch <strong>zorg</strong> gaan inkopen. Goede informatie is een noodzakelijke <strong>voor</strong>waarde <strong>voor</strong><br />

<strong>zorg</strong>inkoop op basis van kwaliteit. Hierdoor zijn er verschillende initiatieven ontstaan<br />

om de kwaliteit van <strong>zorg</strong> te meten en inzichtelijk te maken, zoals Zichtbare Zorg (ZiZo).<br />

Immers, om te kunnen kiezen hebben <strong>zorg</strong>vragers en <strong>zorg</strong>verzekeraars (als inkopers)<br />

informatie nodig over de beschikbaarheid en variëteit in het aanbod, over de kwaliteit,<br />

de levertijden, de veiligheid en betrouwbaarheid van de <strong>zorg</strong> en van degenen die de<br />

<strong>zorg</strong> aanbieden en over de prijs van de <strong>zorg</strong>. Dit heeft geleid tot een toename van<br />

informatie over de kwaliteit van de <strong>zorg</strong>; de <strong>zorg</strong> wordt transparanter. Vanuit het meten<br />

van informatie over kwaliteit gaan verschillende prikkels uit. Berwick onderscheidt<br />

twee routes waarlangs kwaliteitsmeting kan leiden tot verbetering: verandering en/<br />

of selectie 10 .<br />

Selectie vindt plaats wanneer individuen of organisaties op basis van informatie<br />

over geleverde kwaliteit kiezen <strong>voor</strong> goed presterende <strong>zorg</strong>verleners. Kenmerkend<br />

<strong>voor</strong> het selectiemechanisme is dat hiermee niet automatisch de basale verdeling<br />

van de door <strong>zorg</strong>aanbieders geleverde kwaliteit verandert. Wat wel verschuift zijn<br />

de marktaandelen van <strong>zorg</strong>aanbieders: goed presterende aanbieders krijgen het<br />

drukker; slecht presterende krijgen het minder druk, of gaan in het uiterste geval<br />

failliet 11 .<br />

Berwick, Donald M, James Brent, and Molly Joel Coye. 2003. Connections Between<br />

Quality Measurement and Improvement Measures of Results. Medical Care 41, no.<br />

1: 30-38.<br />

Delnoij, D. 2008. Zicht op kwaliteit. Transparantie in de <strong>zorg</strong> vanuit<br />

<strong>patiënt</strong>enperspectief. Tilburg: Universiteit van Tilburg.


Figuur 3<br />

De impact van transparantie: model van Berwick<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Verandering als mechanisme <strong>voor</strong> kwaliteitsverbetering is juist wél gericht op het<br />

verbeteren van de geleverde kwaliteit. Het meten van prestaties vormt daarbij het<br />

startpunt <strong>voor</strong> controleren, verbeteren en herontwerpen van het primaire proces.<br />

Volgens Berwick worden <strong>zorg</strong>aanbieders die aan het selectiemechanisme worden<br />

blootgesteld, sterker geprikkeld tot verbetering dan alleen op grond van hun<br />

intrinsieke motivatie valt te verwachten.<br />

14 Werken aan de Zorg 15<br />

Werken aan de Zorg<br />

Figuur 4<br />

Het samenkomen van de wegen<br />

Langs de routes van een toegenomen vraaggerichtheid van het aanbod en<br />

toegenomen transparantie <strong>zorg</strong>t het beleid <strong>voor</strong> verbeteringen op verschillende<br />

kritische prestatie indicatoren (KPI’s). Hierin worden de effecten van de vraagsturing<br />

op de kwaliteit en de kosten van de <strong>zorg</strong> inzichtelijk. <strong>In</strong> dit onderzoek hebben we de<br />

volgende KPI’s geformuleerd:<br />

KPI’s


Onderzoeksopzet<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Vraagsturing kan op verschillende niveaus<br />

gestalte krijgen: op het systeemniveau<br />

(macro), op het niveau van organisaties<br />

(meso) en op het niveau van de individuele<br />

<strong>zorg</strong>vrager (micro).<br />

Deelonderzoek 1: Zorgstelselniveau<br />

Op macroniveau wordt vraagsturing vormgegeven<br />

door beleid en de wijze waarop de<br />

<strong>zorg</strong> wordt gefinancierd. Aan de hand van<br />

kwalitatief onderzoek – literatuuronderzoek<br />

en interviews – wordt het ingezette<br />

beleid in kaart gebracht.<br />

Deelonderzoek 2: Organisatieniveau<br />

Vraagsturing op mesoniveau kent verschillende<br />

dimensies. Aan de kant van de <strong>zorg</strong>aanbieders<br />

gaat het om de mate waarin<br />

binnen organisaties de vraag van de <strong>zorg</strong>gebruiker<br />

als leidend wordt gezien. Kortom,<br />

aanbod waarbij de <strong>patiënt</strong> centraal staat. Anderzijds kan de aanwezigheid van<br />

transparantie <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>aanbieders een prikkel tot verbetering zijn. Daarnaast kunnen<br />

<strong>patiënt</strong>enorganisaties op dit niveau sturen op vraaggerichte <strong>zorg</strong>. Zorgverzekeraars<br />

kunnen het <strong>zorg</strong>aanbod sturen door selectie of directe sturing op het aanbod.<br />

Aan de hand van interviews is de rol van de verschillende partijen in het veld en de<br />

wijze waarop dit bijdraagt aan vraagsturing bekeken. Het effect van het beleid op<br />

de kwaliteit en kosten van de <strong>zorg</strong> wordt ook kwantitatief in kaart gebracht aan de<br />

hand van de KPI’s. Goede <strong>voor</strong>beelden van <strong>patiënt</strong>enorganisaties, <strong>zorg</strong>verzekeraars<br />

en <strong>zorg</strong>aanbieders die een actieve rol bekleden op het gebied vraaggestuurde <strong>zorg</strong><br />

en transparantie van de <strong>zorg</strong> illustreren de eerdere bevindingen.<br />

Deelonderzoek 3: Zorgvrager niveau<br />

Op microniveau krijgt vraagsturing vorm door keuzes van (potentiële) <strong>zorg</strong>vragers en<br />

van hun <strong>zorg</strong>aanbieders en <strong>zorg</strong>verzekeraar. Aan de hand van interviews en goede<br />

<strong>voor</strong>beelden wordt de rol van de <strong>zorg</strong>vrager als individu in kaart gebracht.<br />

16 Werken aan de Zorg<br />

De Patiënt Centraal?<br />

17 Werken aan de Zorg


2<br />

12}<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Van aanbod- naar vraagsturing<br />

Deze rapportage beschrijft de rol van de<br />

<strong>zorg</strong>vrager12 in de Nederlandse <strong>zorg</strong>. <strong>In</strong><br />

hoeverre staat de <strong>patiënt</strong> centraal? <strong>In</strong> dit<br />

hoofdstuk bespreken we de achtergrond van<br />

het onderwerp. Vervolgens komen de centrale<br />

vraagstelling en de opbouw van de rapportage<br />

aan bod.<br />

<strong>In</strong> dit rapport wordt in het kader van de <strong>zorg</strong>vrager gesproken over <strong>patiënt</strong>, cliënt,<br />

consument en <strong>zorg</strong>vrager, afhankelijk van de context waar hij/ zij zich in bevindt.<br />

18 Werken aan de Zorg<br />

2.1<br />

<br />

<br />

<br />

13}<br />

14}<br />

Aanleiding<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Eén van de belangrijkste oorzaken die ten grondslag ligt aan de noodzaak tot<br />

vernieuwing van het <strong>zorg</strong>stelsel was dat het stelsel onvoldoende tegemoet kwam<br />

aan de vraag van <strong>patiënt</strong>en13. Dominante, centrale aanbodsturing leidde in zowel<br />

in de AWBZ (eerste verzekeringscompartiment) als in de ziekenfondsverzekering<br />

en de particuliere ziektekostenverzekering (tweede verzekeringscompartiment)<br />

tot onvoldoende ruimte en prikkels bij partijen om kwalitatief hoogwaardige en<br />

doelmatige <strong>zorg</strong> te leveren. De introductie van het nieuwe <strong>zorg</strong>stelsel moet een<br />

oplossing bieden <strong>voor</strong> de belangrijkste problemen:<br />

Beperkte keuzemogelijkheden;<br />

Onvoldoende samenhang tussen de verschillende aanbieders;<br />

Gebrekkige aansluiting van het aanbod op de vraag (kwalitatief en kwantitatief).<br />

Deze knelpunten nemen toe in ernst door maatschappelijke en <strong>zorg</strong>inhoudelijke<br />

ontwikkelingen, zoals de veroudering van de bevolking, de verandering van het<br />

<strong>zorg</strong>aanbod, de toename van goed geïnformeerde <strong>patiënt</strong>en en het beschikbaar<br />

komen van <strong>voor</strong>spellende medische informatie.<br />

<strong>In</strong> de vernieuwing van het <strong>zorg</strong>stelsel komen maatschappelijke, demografische en<br />

medisch-technologische ontwikkelingen samen met de nieuwe sturingsvisie van de<br />

Nederlandse overheid. De vernieuwingen <strong>zorg</strong>en <strong>voor</strong> een herverdeling van taken en<br />

verantwoordelijkheden, waarbij de private actoren – aanbieders en <strong>zorg</strong>-verzekeraars<br />

– een meer centrale rol vervullen en de overheid zich terugtrekt in een meer<br />

<strong>voor</strong>waardenscheppende rol. De <strong>zorg</strong>vrager heeft – individueel en georganiseerd –<br />

een nieuwe rol te vervullen14. Doel van de stelselwijziging is te komen tot een betere<br />

balans tussen wat de <strong>zorg</strong> kost en wat de <strong>zorg</strong> opbrengt. Om dit te realiseren is een<br />

stelsel van gereguleerde competitie geïntroduceerd waarin vraagsturing gestimuleerd<br />

wordt. De <strong>zorg</strong>vrager heeft daarmee een centrale positie gekregen in het nieuwe<br />

stelsel. Maatregelen die hierbij een rol spelen zijn onder andere de modernisering<br />

van de AWBZ, de introductie van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo), de<br />

introductie van persoonsgebonden budgetten (pgb), Zorg Zwaarte Pakketten (ZZP’s),<br />

Diagnose Behandel Combinaties (dbc’s), het introduceren van transparantie en de<br />

veranderende rol van de <strong>zorg</strong>verzekeraars (zie hoofdstuk 4). Zorgvragers worden in<br />

toenemende mate verantwoordelijk <strong>voor</strong> hun eigen gezondheid en moeten daarbij<br />

vaker zelfstandig keuzes maken, zoals bij het raadplegen van artsen, het gebruik van<br />

<strong>zorg</strong><strong>voor</strong>zieningen en het afsluiten van <strong>zorg</strong>polissen. De <strong>zorg</strong>vrager speelt daarmee<br />

een cruciale rol in het slagen van de stelselwijziging.<br />

VWS. 2001. Vraag aan bod. Hoofdlijnen van vernieuwing van het <strong>zorg</strong>stelsel.<br />

Den Haag. Den Haag. http://www.monitor.nl/extra/vraag-aan-bod.<strong>pdf</strong>.<br />

Van der Kraan, Wendy. 2006. Vraag naar vraagsturing Een verkennend onderzoek<br />

naar de betekenis van vraagsturing in de Nederlandse gezondheids<strong>zorg</strong>.<br />

Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam.<br />

19 Werken aan de Zorg


2.2<br />

Figuur 5<br />

De positie van de Zorgvrager<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Door de invoering van het nieuwe <strong>zorg</strong>stelsel in 2006 ontwikkelt het systeem<br />

zich van een aanbodgestuurd systeem, waarin prijs en aanbod sterk gereguleerd<br />

worden door de overheid, naar een vraaggestuurd systeem waarin marktpartijen<br />

een belangrijke(re) rol hebben. Deze overgang is meer dan een andere vormgeving<br />

van doeleinden en middelen. Het gaat daadwerkelijk om een andere manier van<br />

het besturen van de <strong>zorg</strong>. Aanbodsturing gaat uit van een systeem waarin de<br />

overheid op alle niveaus in de besturing van de <strong>zorg</strong> een dominante functie<br />

vervult. Daarentegen biedt vraagsturing veel meer ruimte <strong>voor</strong> keuzevrijheid en<br />

ondernemerschap. Hierbij ligt de nadruk op decentralisatie van beslisrechten en<br />

bijbehorende verantwoordelijkheid. De overheid beperkt zich hoofdzakelijk tot het<br />

stellen van de algemene kaders waaronder ook de normatieve kaders. Zij draagt<br />

een systeemverantwoordelijkheid. De burger wordt in deze nieuwe besturing<br />

gepositioneerd als een consument die zoveel mogelijk zijn eigen keuzes moet maken.<br />

Verschillende prikkels – zoals de invoering van marktverhoudingen, contractering<br />

van de leveranciers van publiek gefinancierde diensten, meting van geleverde<br />

prestaties en prestatiegerelateerde bekostiging – <strong>zorg</strong>en in het nieuwe <strong>zorg</strong>stelsel<br />

<strong>voor</strong> sturing van het aanbod. Hierbij ligt een sterke nadruk op verantwoordelijkheid<br />

en transparantie om de consument in staat te stellen te kiezen.<br />

<strong>In</strong> de gezondheids<strong>zorg</strong> zijn drie ‘marktpartijen’ te onderscheiden: <strong>zorg</strong>aanbieders,<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraars en <strong>zorg</strong>vragers. De markt is hiermee te verdelen in drie deelmarkten<br />

(zie figuur 5).<br />

Drie deelmarkten in de gezondheids<strong>zorg</strong><br />

Binnen die driehoeksrelatie kan onderscheid gemaakt worden tussen de <strong>zorg</strong>verzekeringsmarkt,<br />

de <strong>zorg</strong>verleningsmarkt en de <strong>zorg</strong>inkoopmarkt. Zoals op iedere<br />

markt is er ook op de <strong>zorg</strong>markt sprake van vraag en aanbod:<br />

op de <strong>zorg</strong>verleningsmarkt vragen <strong>patiënt</strong>en <strong>zorg</strong> en bieden <strong>zorg</strong>aanbieders <strong>zorg</strong><br />

aan;<br />

op de <strong>zorg</strong>inkoopmarkt kopen <strong>zorg</strong>verzekeraars <strong>zorg</strong> in bij <strong>zorg</strong>aanbieders en<br />

bieden <strong>zorg</strong>aanbieders <strong>zorg</strong> aan. Voor keten<strong>zorg</strong> geldt ook dat <strong>zorg</strong>aanbieders<br />

<strong>zorg</strong> inkopen bij andere <strong>zorg</strong>aanbieders;<br />

op de <strong>zorg</strong>verzekeringsmarkt sluiten consumenten verzekeringen af en bieden<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraars verzekeringen aan15.<br />

Iedere markt kent zijn specifieke karakteristieken en imperfecties. De werking<br />

van de <strong>zorg</strong>markt is complex. Drie onderling verbonden marktpartijen moeten<br />

ondanks obstakels als kennisasymmetrie en “moral hazard” een toegankelijke,<br />

kwalitatief hoogwaardige en doelmatige gezondheids<strong>zorg</strong> bewerkstelligen16. <strong>In</strong> de<br />

<strong>zorg</strong>verleningsmarkt is sprake een substantiële kennisasymmetrie tussen behandelaar<br />

en <strong>zorg</strong>vrager. Verder is de prijselasticiteit van de vraag naar <strong>zorg</strong> is beperkt. De<br />

<strong>zorg</strong>verzekeringsmarkt is een gematigd geconcentreerde markt. De <strong>zorg</strong>inkoopmarkt<br />

wordt <strong>voor</strong> een deel bepaald door monopolie- en oligopoliesituaties.<br />

Om <strong>zorg</strong>aanbieders te prikkelen hun prijs-kwaliteitverhouding (verder) te verbeteren,<br />

is een belangrijke rol weggelegd <strong>voor</strong> onderlinge concurrentie. Verzekeraars worden<br />

gestimuleerd om zich namens hun verzekerden als kritische <strong>zorg</strong>inkopers op te<br />

stellen. Met (<strong>voor</strong>keur)aanbieders dienen zij goede afspraken te maken over de<br />

prijs en kwaliteit van <strong>zorg</strong>. Patiënten worden aangemoedigd om wanneer zij <strong>zorg</strong><br />

nodig hebben verschillende aanbieders met elkaar te vergelijken om zodoende<br />

een weloverwogen keuze te maken17. De <strong>zorg</strong>vrager speelt dus op verschillende<br />

markten een belangrijke rol: de <strong>zorg</strong>verleningsmarkt, de <strong>zorg</strong>inkoopmarkt én de<br />

<strong>zorg</strong>verzekeringsmarkt. De <strong>zorg</strong>vrager vormt een belangrijke kracht in het tot stand<br />

komen van de marktorganisatie. Keuzevrijheid en het gebruik maken hiervan, speelt<br />

daarbij een belangrijke rol. Dit stelt <strong>zorg</strong>vragers immers in de positie om keuzen te<br />

maken en daarmee bepaalde signalen naar zowel verzekeraars als <strong>zorg</strong>aanbieders<br />

uit te zenden. Het geven van meer vrijheden aan partijen – binnen de genoemde<br />

marktimperfecties – gaat gepaard met de ontwikkeling van een samenhangende<br />

adequate incentive-structuur <strong>voor</strong> alle drie de markten18. Waar het bevorderen van<br />

20 Werken aan de Zorg 21<br />

Werken aan de Zorg<br />

<br />

<br />

<br />

15}<br />

16}<br />

17}<br />

18}<br />

Westert GP et al. Zorgbalans 2010: de prestaties van de Nederlandse <strong>zorg</strong>. RIVMrapport<br />

nr. 260602005. Bilthoven/Houten: RIVM/Bohn Stafleu Van Loghum,<br />

2010.<br />

Kamerstuk 2004. Memorie van Toelichting bij Ontwerp Zorgverzekeringswet.<br />

Varkevisser, M. 2010. Patient Choice, Competition and Antitrust Enforcement in<br />

Dutch Hospital Markets. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam<br />

VWS. 2001. Vraag aan bod. Hoofdlijnen van vernieuwing van het <strong>zorg</strong>stelsel.<br />

Den Haag. Den Haag. http://www.monitor.nl/extra/vraag-aan-bod.<strong>pdf</strong>.


2.3<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

19}<br />

20}<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

zelfredzaamheid van de consument (vraagsturing) tekort schiet om het algemeen<br />

consumentenbelang te verwezenlijken, heeft de NZa bevoegdheden om zelf<br />

direct in te grijpen om dit belang te bewaken, consumenten te beschermen en<br />

marktimperfecties te <strong>voor</strong>komen19.<br />

Het tegemoet komen aan de wensen van de <strong>zorg</strong>vrager op microniveau en<br />

tegelijkertijd streven naar doelmatigheid in de <strong>zorg</strong> op zowel micro- als macroniveau<br />

<strong>zorg</strong>t <strong>voor</strong> een spanningsveld. Deze spanningen zijn inherent aan de inrichting van<br />

het <strong>zorg</strong>stelsel waarin gestreefd wordt naar invulling van verschillende publieke<br />

belangen: kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid. Kwaliteitseisen kunnen<br />

de prijs opdrijven zodat de doelmatigheid van de <strong>zorg</strong>verlening onder druk komt te<br />

staan. De beheersbaarheid van de totale <strong>zorg</strong>uitgaven (macrobetaalbaarheid) is niet<br />

voldoende gewaarborgd met doelmatig werkende markten (microbetaalbaarheid).<br />

Het is immers mogelijk dat een sterke ontwikkeling van de <strong>zorg</strong>vraag (volumegroei)<br />

leidt tot een overschrijding van het afgesproken kader. Het beheersen van<br />

de kostenontwikkeling kan aan de andere kant gevolgen hebben <strong>voor</strong> de<br />

toegankelijkheid van de <strong>zorg</strong>. Tenslotte kan er spanning zijn tussen de eisen van<br />

risicosolidariteit en keuzevrijheid. Keuzevrijheid kan tot marktsegmentatie en selectie<br />

door <strong>zorg</strong>verzekeraars en aanbieders leiden die de risicosolidariteit ondermijnen20.<br />

Vraagstelling<br />

De <strong>zorg</strong>vrager speelt een centrale rol in het recente <strong>zorg</strong>beleid. De kanteling in<br />

de bekostiging moet <strong>zorg</strong>en <strong>voor</strong> vraagsturing in de <strong>zorg</strong>. Door de vraagzijde<br />

meer vrijheid te geven om zijn wensen en behoeften actief na te streven en de<br />

aanbodzijde de ruimte te bieden beter in te spelen op deze wensen en behoeften<br />

worden <strong>zorg</strong>vraag en <strong>zorg</strong>aanbod beter op elkaar afgestemd. Dit moet leiden tot een<br />

betere kwaliteit van <strong>zorg</strong> en meer doelmatigheid.<br />

<strong>In</strong> deze rapportage beantwoorden we de vraag: “Wat is de impact van beleid<br />

op vraagsturing in de <strong>zorg</strong> en de daarmee samenhangende kwaliteits- en<br />

doelmatigheidsverbetering van de <strong>zorg</strong>?”<br />

Welke beleidswijzigingen hebben impact gehad op vraagsturing in de <strong>zorg</strong>?<br />

<strong>In</strong> hoeverre leidt het beleid tot (verschillende vormen van) vraagsturing?<br />

Op welke manier <strong>zorg</strong>t vraagsturing <strong>voor</strong> verbeteringen in kwaliteit en doelmatigheid<br />

van de <strong>zorg</strong>?<br />

NZa. Consultatiedocument. (<strong>In</strong>) het belang van de consument. Hoe de NZa de<br />

positie van de <strong>zorg</strong>consument bewaakt en versterkt.<br />

Van de Ven WPMM, Schut FT, Hermans HEGM. Evaluatie Zorgverzekeringswet en<br />

Wet op de Zorgtoeslag. Den Haag: Den Haag: ZonMw, 2009.<br />

Definities<br />

<strong>In</strong> deze paragraaf gaan we in op de gehanteerde definities in dit rapport. Vraagsturing<br />

krijgt vorm en betekenis in de interactie tussen de <strong>zorg</strong>aanbieders, <strong>zorg</strong>vragers en<br />

andere betrokken publieke en/of private actoren op verschillende niveaus in de<br />

gezondheids<strong>zorg</strong> (macro, meso en micro). De kern van vraagsturing ligt in de invloed<br />

van het vragersperspectief op het aanbod van <strong>zorg</strong>. Om antwoord te kunnen geven<br />

op de vraagstelling van deze rapportage is het belangrijk om het gebruik van het<br />

begrip vraagsturing helder te krijgen. <strong>In</strong> deze rapportage nemen we verschillende<br />

benaderingen van vraagsturing mee21:<br />

Sturing op de vraag: Dit mechanisme speelt zich eerder af op het mesoniveau en<br />

wordt in praktijk gerealiseerd via <strong>zorg</strong>verzekeraars/<strong>zorg</strong>kantoren: deze laatsten<br />

sturen het <strong>zorg</strong>aanbod door namens de <strong>patiënt</strong> <strong>zorg</strong> in te kopen, uit te voeren of te<br />

financieren. Daarnaast kunnen ook <strong>patiënt</strong>enverenigingen deze rol vervullen.<br />

Sturing door de vraag: Hier gaat het <strong>voor</strong>al om de vraag op welke manier de <strong>patiënt</strong><br />

zelf het aanbod stuurt.<br />

Sturing van de vraag: Het aanbod van <strong>zorg</strong> stuurt de vraag van <strong>patiënt</strong>en aan, waarbij<br />

rekening wordt gehouden met concrete vragen van de <strong>patiënt</strong>.<br />

Een belangrijk middel om te komen tot sturing door de <strong>zorg</strong>vrager is transparantie:<br />

alle relevante informatie over de prijs en kwaliteit van een product of dienst moet<br />

<strong>voor</strong> iedereen relatief eenvoudig en zonder noemenswaardige kosten toegankelijk<br />

zijn22.<br />

Afbakening<br />

Naast de definitie van vraagsturing is ook het perspectief op vraagsturing relevant<br />

<strong>voor</strong> de interpretatie van de resultaten van dit onderzoek. Van der Kraan onderscheidt<br />

drie perspectieven23:<br />

Leys, Mark. 2003. Kiezen in Zorg: Preferenties en competenties van consumenten.<br />

Den Haag. Den Haag.<br />

Plug, P., M. van Twist, and L. Geut. 2003. Sturing van marktwerking. Assen:<br />

Berenschot fundatie en Koninklijke Van Gorcum BV.<br />

Van der Kraan, W. 2006. Vraag naar vraagsturing Een verkennend onderzoek naar<br />

de betekenis van vraagsturing in de Nederlandse gezondheids<strong>zorg</strong>. Rotterdam:<br />

Erasmus Universiteit Rotterdam.<br />

22 Werken aan de Zorg 23<br />

Werken aan de Zorg<br />

2.4<br />

2.5<br />

31}<br />

32}<br />

33}


2.6<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Economisch perspectief: De <strong>zorg</strong>vrager functioneert als een consument. Er is<br />

sprake van een marktsituatie waarbij de individuele <strong>zorg</strong>vrager keuzevrijheid en<br />

keuzemogelijkheden heeft en eventueel individuele koopkracht. Dit perspectief<br />

betreft zowel de noodzakelijke rand<strong>voor</strong>waardelijke processen op bestuurlijk niveau,<br />

als het functioneren van de actoren op het individuele niveau.<br />

Participatie perspectief: De <strong>zorg</strong>vrager is een actieve burger die zich bewust is van<br />

zijn mogelijkheden en zijn verantwoordelijkheden. De <strong>zorg</strong>vrager participeert ook in<br />

besluitvormingsprocessen. Dit perspectief beperkt zich niet tot de relatie overheidburger,<br />

maar heeft betrekking op alle relaties en interacties, op elk niveau binnen de<br />

gezondheids<strong>zorg</strong>.<br />

Zorginhoudelijke perspectief: De <strong>zorg</strong>vrager is een geëmancipeerde <strong>patiënt</strong> die in<br />

samenspraak met de hulpverlener tot besluitvorming komt omtrent de te volgen<br />

behandeling. Deze benadering gaat niet per definitie uit van een dominante positie<br />

van de professionele beoordeling, maar eerder van een partnerschap.<br />

Uitgangspunt van dit onderzoek is dat de <strong>patiënt</strong> in de <strong>zorg</strong> centraal staat. Patiënten<br />

hebben recht op tijdige, kwalitatief hoogwaardige en veilige <strong>zorg</strong>. Zij moeten tevens<br />

meer keuzevrijheid krijgen en kunnen beschikken over betrouwbare informatie<br />

om hun keuze te kunnen bepalen. Hiermee gaan we in dit onderzoek uit van het<br />

economische perspectief op vraagsturing. Patiëntenparticipatie bij de ontwikkeling<br />

van bij<strong>voor</strong>beeld richtlijnen of via cliëntenraden in <strong>zorg</strong>instellingen vallen daarmee<br />

buiten de scope van dit onderzoek.<br />

De <strong>zorg</strong> is een breed geschakeerde sector waarbinnen verschillende financieringsstromen<br />

een rol spelen (Zvw, AWBZ en Wmo) en waarbinnen <strong>zorg</strong>vragers aanspraak<br />

kunnen maken op verschillende vormen van <strong>zorg</strong> en/ of ondersteuning. <strong>In</strong> dit rapport<br />

ligt nadruk op <strong>zorg</strong>verlening (zowel cure en care) en wordt uitsluitend ondersteuning<br />

buiten het rapport gehouden. Hiermee valt de Wmo buiten de scope van dit rapport.<br />

Meerdere wegen naar Rome<br />

<strong>In</strong> het nieuwe <strong>zorg</strong>stelsel zijn verschillende prikkels ingebouwd om vraagsturing<br />

te stimuleren en ondersteunen waarmee de <strong>patiënt</strong> centraal komt te staan.<br />

Verschillende beleidswijzigingen zijn ingezet om aanbieders te stimuleren om<br />

binnen nieuwe kaders te concurreren, hiermee neemt de vraaggerichtheid van de<br />

<strong>zorg</strong> toe. Aan de andere kant hebben er wijzigingen van beleid plaatsgevonden om<br />

de transparantie van de <strong>zorg</strong> te vergroten. Dit is nodig om <strong>patiënt</strong>en te laten kiezen.<br />

De onderstaande figuur geeft aan langs welke wegen deze prikkels leiden tot<br />

kwalitatief goede en doelmatige <strong>zorg</strong>. Het versterken van de positie van de <strong>patiënt</strong><br />

speelt hier ook een essentiële rol bij, deze vindt je in de onderstaande figuur terug<br />

onder sturing en selectie door <strong>patiënt</strong>en(verenigingen). Gemeenschappelijk doel<br />

van deze verschillende prikkels is de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid<br />

van de <strong>zorg</strong> te borgen. <strong>In</strong> de hierna volgende paragrafen bespreken we deze figuur<br />

in meer detail.<br />

Vraagsturing in de <strong>zorg</strong><br />

Vraaggerichtheid van het aanbod<br />

<strong>In</strong> hoofdstuk 4 beschrijven we specifiek het beleid dat in het kader van de<br />

stelselwijziging is ingezet. Belangrijk onderdeel daarvan is dat <strong>zorg</strong>aanbieders<br />

geprikkeld worden om meer prestatie- en vraaggericht te werken. <strong>In</strong> het verleden<br />

opereerden aanbieders van <strong>zorg</strong> binnen strakke kaders van de overheid, hierdoor<br />

waren zij beperkt in staat om flexibel in te spelen op wensen en behoeften van de<br />

<strong>zorg</strong>vrager. Aanbieders hebben binnen de nieuwe kaders meer ruimte om op wensen<br />

en behoeften van de <strong>zorg</strong>vrager in te spelen, kortom om hun vraaggerichtheid te<br />

vergroten. De introductie van meer vrije prijsvorming en meer vrijheid ten aanzien<br />

van investeringsbeslissingen maakt het mogelijk <strong>voor</strong> aanbieders van <strong>zorg</strong> om zich<br />

te onderscheiden en dus te concurreren. Concurrentie wordt eveneens bevorderd<br />

doordat bestaande aanbieders van <strong>zorg</strong> in principe zelf hun investeringsbeslissingen<br />

kunnen nemen en nieuwe aanbieders vrij kunnen toetreden. Aanbieders van <strong>zorg</strong><br />

kunnen zich onderscheiden door <strong>patiënt</strong>gerichte <strong>zorg</strong> te leveren en daarmee een<br />

aantrekkelijke partij <strong>voor</strong> de <strong>zorg</strong>vrager te worden. Enerzijds proberen aanbieders<br />

vanuit hun aanbod aan te sluiten bij de behoeften van de <strong>zorg</strong>vrager. Anderzijds<br />

kunnen <strong>zorg</strong>aanbieders zich ook laten sturen door <strong>zorg</strong>verzekeraars of samenwerken<br />

met <strong>patiënt</strong>enorganisaties bij de ontwikkeling van hun aanbod.<br />

Transparantie<br />

Een belangrijk uitgangspunt bij de invoering van de stelselwijziging was dat de<br />

<strong>zorg</strong>vrager gaat kiezen <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>aanbieders en <strong>zorg</strong>polissen en dat verzekeraars<br />

kritisch <strong>zorg</strong> gaan inkopen. Goede informatie is een noodzakelijke <strong>voor</strong>waarde <strong>voor</strong><br />

<strong>zorg</strong>inkoop op basis van kwaliteit. Hierdoor zijn er verschillende initiatieven ontstaan<br />

24 Werken aan de Zorg 25<br />

Werken aan de Zorg<br />

Figuur 6<br />

2.6.1<br />

2.6.2


Figuur 7<br />

2.6.2.1<br />

24}<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

om de kwaliteit van <strong>zorg</strong> te meten en inzichtelijk te maken, zoals Zichtbare Zorg<br />

(ZiZo). Immers, om te kunnen kiezen hebben <strong>zorg</strong>vragers en <strong>zorg</strong>verzekeraars (als<br />

inkopers) informatie nodig over de beschikbaarheid en variëteit in het aanbod, over<br />

de kwaliteit, de levertijden, de veiligheid en betrouwbaarheid van de <strong>zorg</strong> en van<br />

degenen die de <strong>zorg</strong> aanbieden en over de prijs van de <strong>zorg</strong>. Dit heeft geleid tot een<br />

toename van informatie over de kwaliteit van de <strong>zorg</strong>; de <strong>zorg</strong> wordt transparanter.<br />

Vanuit het meten van informatie over kwaliteit gaan verschillende prikkels uit.<br />

Berwick onderscheidt twee routes waarlangs kwaliteitsmeting kan leiden tot<br />

verbetering: verandering en/of selectie24.<br />

De impact van transparantie: model van Berwick<br />

Selectie<br />

Selectie vindt plaats wanneer individuen of organisaties op basis van informatie over<br />

geleverde kwaliteit kiezen <strong>voor</strong> goed presterende <strong>zorg</strong>verleners. Die keuze kan door<br />

individuele <strong>patiënt</strong>en worden gemaakt, maar bij<strong>voor</strong>beeld ook door <strong>zorg</strong>verzekeraars<br />

in hun inkoop of door (huis)artsen bij hun verwijsbeslissingen. Kenmerkend <strong>voor</strong><br />

het selectiemechanisme is dat hiermee niet automatisch de basale verdeling van<br />

de door <strong>zorg</strong>aanbieders geleverde kwaliteit verandert. Alle <strong>zorg</strong>aanbieders op<br />

zich blijven dezelfde kwaliteit leveren. Wat wel verschuift zijn de marktaandelen<br />

Berwick, Donald M, James Brent, and Molly Joel Coye. 2003. Connections Between<br />

Quality Measurement and Improvement Measures of Results. Medical Care 41, no.<br />

1: 30-38.<br />

van <strong>zorg</strong>aanbieders: goed presterende aanbieders krijgen het drukker; slecht<br />

presterende krijgen het minder druk, of gaan in het uiterste geval failliet25.<br />

Verandering<br />

Verandering als mechanisme <strong>voor</strong> kwaliteitsverbetering is juist wél gericht op het<br />

verbeteren van de geleverde kwaliteit. Het meten van prestaties vormt daarbij het<br />

startpunt <strong>voor</strong> controleren, verbeteren en herontwerpen van het primaire proces.<br />

Berwick gaf aan dat <strong>zorg</strong>aanbieders een intrinsieke motivatie hebben om de kwaliteit<br />

van <strong>zorg</strong> te verbeteren9. Maar hij formuleerde de hypothese dat <strong>zorg</strong>aanbieders die<br />

ook aan het selectiemechanisme worden blootgesteld, sterker geprikkeld zullen<br />

worden tot verbetering dan alleen op grond van hun intrinsieke motivatie valt te<br />

verwachten10.<br />

Het samenkomen van de wegen<br />

Het ingezette beleid <strong>zorg</strong>t langs de routes van een toegenomen vraaggerichtheid van<br />

het aanbod en toegenomen transparantie <strong>voor</strong> kwalitatief betere en doelmatigere<br />

<strong>zorg</strong>. De hypothese is dat de verschillende prikkels (in samenhang) <strong>zorg</strong>en <strong>voor</strong> een<br />

verbetering van de kwaliteit en doelmatigheid: aanbieders willen zich profileren op<br />

de markt en krijgen daar de ruimte <strong>voor</strong>, zichtbaarheid van resultaten <strong>zorg</strong>t <strong>voor</strong> een<br />

intrinsieke verbeterimpuls, zichtbaarheid van resultaten maakt dat <strong>patiënt</strong>en kunnen<br />

gaan kiezen, kiezende <strong>patiënt</strong>en <strong>zorg</strong>en er<strong>voor</strong> dat aanbieders zich willen profileren,<br />

enzo<strong>voor</strong>t. De <strong>zorg</strong>markt komt hierdoor in beweging, waardoor er verschuivingen<br />

plaats gaan vinden in marktaandeel en <strong>patiënt</strong>en verder gaan reizen naar de<br />

aanbieders van hun <strong>voor</strong>keur. Ook <strong>zorg</strong>t transparantie <strong>voor</strong> verbetering van de <strong>zorg</strong><br />

doordat aanbieders worden blootgesteld aan selectie (2.6.2.2.). Het aanbod zal zich<br />

meer gaan vormen naar de vraag. De volgende kritische prestatie indicatoren (KPI’s)<br />

zijn in dit onderzoek meegenomen (zie Figuur 8).<br />

26 Werken aan de Zorg 27<br />

Werken aan de Zorg<br />

2.6.2.2<br />

2.6.3<br />

25} Delnoij, D. 2008. Zicht op kwaliteit. Transparantie in de <strong>zorg</strong> vanuit <strong>patiënt</strong>enperspectief.<br />

Tilburg: Universiteit van Tilburg.


Figuur 8<br />

2.7<br />

26}<br />

KPI’s<br />

Onderzoeksopzet<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Vraagsturing kan op verschillende niveaus gestalte krijgen: op het systeemniveau<br />

(macro), op het niveau van organisaties (meso) en op het niveau van de individuele<br />

<strong>zorg</strong>vrager (micro). Deze niveaus van vraagsturing nemen we mee in de verschillende<br />

deelonderzoeken die samen antwoord geven op de vraagstelling. Hierbij wordt<br />

gebruik gemaakt van verschillende methoden van onderzoek: literatuuronderzoek,<br />

interviews en analyses van bestaande databestanden (DIS26). Hierbij is gebruik<br />

gemaakt van recent gepubliceerde relevante beleidsdocumenten, rapporten<br />

en studies is het ingezette beleid in het kader van vraagsturing. Daarnaast zijn<br />

interviews gehouden met de volgende partijen: <strong>zorg</strong>aanbieders, beleidsmakers,<br />

<strong>patiënt</strong>enorganisaties, verzekeraars en exploitanten van keuze ondersteunende<br />

instrumenten. Hierbij zijn zowel het beleid als de uitwerking ervan in de praktijk<br />

meegenomen.<br />

Deelonderzoek 1: Zorgstelselniveau<br />

Op macroniveau wordt vraagsturing vormgegeven door beleid en de wijze waarop de<br />

<strong>zorg</strong> wordt gefinancierd. Aan de hand van kwalitatief onderzoek – literatuuronderzoek<br />

en interviews – wordt het ingezette beleid in kaart gebracht.<br />

Het landelijke dbc-informatiesysteem (DIS) verzamelt alle informatie over dbc’s.<br />

Het bevat cruciale informatie over onder meer de geleverde <strong>zorg</strong> en de kosten<br />

ervan in ziekenhuizen en GGZ-instellingen.<br />

Figuur 9<br />

Deelonderzoek 2: Organisatieniveau<br />

Vraagsturing op mesoniveau kent verschillende dimensies. Aan de kant van de<br />

<strong>zorg</strong>aanbieders gaat het om de mate waarin binnen organisaties de vraag van de<br />

<strong>zorg</strong>gebruiker als leidend wordt gezien. Kortom, aanbod waarbij de <strong>patiënt</strong> centraal<br />

staat. Anderzijds kan de aanwezigheid van transparantie <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>aanbieders een<br />

prikkel tot verbetering zijn. Daarnaast kunnen <strong>patiënt</strong>enorganisaties op dit niveau<br />

sturen op vraaggerichte <strong>zorg</strong>. Zorgverzekeraars kunnen het <strong>zorg</strong>aanbod sturen door<br />

selectie of directe sturing op het aanbod.<br />

Aan de hand van interviews is de rol van de verschillende partijen in het veld en<br />

de wijze waarop dit bijdraagt aan vraagsturing bekeken. Het effect van het beleid<br />

op de kwaliteit en kosten van de <strong>zorg</strong> wordt ook kwantitatief in kaart gebracht.<br />

Aan de hand van de KPI’s wordt een analyse gemaakt van trends in de tijd. Deze<br />

ontwikkelingen en trends worden geïllustreerd aan de hand van goede <strong>voor</strong>beelden<br />

van <strong>patiënt</strong>enorganisaties, <strong>zorg</strong>verzekeraars en <strong>zorg</strong>aanbieders die een actieve rol<br />

bekleden op het gebied vraaggestuurde <strong>zorg</strong> en transparantie van de <strong>zorg</strong>.<br />

Deelonderzoek 3: Zorgvrager niveau<br />

Op microniveau krijgt vraagsturing vorm door keuzes van (potentiële) <strong>zorg</strong>vragers en<br />

van hun <strong>zorg</strong>aanbieders en <strong>zorg</strong>verzekeraar. Aan de hand van interviews en goede<br />

<strong>voor</strong>beelden wordt de rol van de <strong>zorg</strong>vrager als individu in kaart gebracht.<br />

28 Werken aan de Zorg 29<br />

Werken aan de Zorg


De Patiënt Centraal?<br />

2.8 Verdere opbouw van de rapportage<br />

Het rapport is opgebouwd aan de hand van de verschillende deelvragen waarin<br />

het onderscheid van verschillende niveaus van vraagsturing is meegenomen: systeemniveau<br />

(macro), organisatieniveau (meso) en het niveau van de individuele<br />

<strong>zorg</strong>vrager (micro).<br />

<strong>In</strong> hoofdstuk 4 bespreken we het ingezette beleid op macroniveau omtrent de rol<br />

van de <strong>zorg</strong>vrager. De rol van de verschillende partijen in het veld (<strong>zorg</strong>aanbieder,<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraars en <strong>patiënt</strong>enorganisaties) en de wijze waarop dit bijdraagt aan<br />

vraagsturing beschrijven we in hoofdstuk 5. Hoofdstuk 6 gaat in op de ontwikkeling<br />

van directe sturing door de <strong>zorg</strong>vrager. <strong>In</strong> hoofdstuk 7 ronden we af met de discussie<br />

en conclusies.<br />

30 Werken aan de Zorg<br />

De Patiënt Centraal?<br />

3 Vraagsturing op systeemniveau<br />

(macro)<br />

De overheid heeft de afgelopen jaren stappen<br />

gezet om de rol van de <strong>zorg</strong>vrager te versterken.<br />

Dit hoofdstuk geeft een kort overzicht van het<br />

gevoerde beleid van de overheid; dit overzicht<br />

heeft niet de pretentie compleet te zijn.<br />

31 Werken aan de Zorg


3.1<br />

Figuur 10<br />

3.1.1<br />

Beleid gericht op vraagsturing<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

De ontwikkeling in het beleid kan grofweg in drie stromen worden opgeknipt. Eerst<br />

is door middel van juridische regelingen de rechtpositie van de <strong>patiënt</strong> versterkt.<br />

Vervolgens brak een periode van kanteling in de financiering en bekostiging aan,<br />

gevolgd door een periode waarin in toenemende mate aandacht werd besteed aan<br />

<strong>patiënt</strong>gerichte <strong>zorg</strong> en transparantie van kwaliteit.<br />

Ontwikkelingen beleid 1990-2011<br />

Versterking positie van de <strong>zorg</strong>vrager,<br />

juridische regelingen 1990 - 2000<br />

De beleidsperiode 1990 tot 2000 wordt <strong>voor</strong>al gekenmerkt door wettelijke regelingen,<br />

om zo een betere uitgangs- c.q. rechtspositie <strong>voor</strong> de <strong>patiënt</strong> te creëren.<br />

Dit is de eerste stap richting vraaggerichte <strong>zorg</strong> en transparantie. Deze regelingen<br />

vormden de rand<strong>voor</strong>waarden <strong>voor</strong>dat het veld in beweging kon komen.<br />

Tijdens de Leidschendam Conferentie in 1990 werd de noodzaak van een<br />

samenhangend kwaliteitsbeleid en kwaliteitsborging in de <strong>zorg</strong> vastgesteld<br />

door <strong>zorg</strong>aanbieders, <strong>zorg</strong>verzekeraars en brancheorganisaties van <strong>patiënt</strong>en/<br />

consumenten. Ook de verschillende <strong>patiënt</strong>enverenigingen bundelden hun krachten;<br />

de NPCF werd opgericht in 1992. Zij had tot doel belangen te behartigen op<br />

inhoudelijke thema’s en te fungeren als platform <strong>voor</strong> gemeenschappelijke<br />

beleidsontwikkeling. Tijdens de Leidschendam Conferentie besloten de betrokken<br />

partijen tot oprichting van de stichting Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de<br />

Zorgsector (HKZ) en de Kwaliteitswet Zorginstellingen (Kwz). De Kwz verplichtte<br />

<strong>zorg</strong>instellingen ‘verantwoorde <strong>zorg</strong>’ te leveren en HKZ <strong>zorg</strong>de er<strong>voor</strong> dat instellingen<br />

toetsbare kwaliteitsnormen gingen hanteren. Hiermee werd een stap richting<br />

transparantie van kwaliteit gemaakt.<br />

Om regelgeving goed te kunnen handhaven en toezicht te houden op de kwaliteit,<br />

veiligheid en toegankelijkheid van de gezondheids<strong>zorg</strong> wordt in 1994 de<br />

<strong>In</strong>spectie <strong>voor</strong> de Gezondheids<strong>zorg</strong> (IGZ) in het leven geroepen. <strong>In</strong> de IGZ zijn de<br />

Geneeskundige <strong>In</strong>spectie <strong>voor</strong> de Volksgezondheid, de Geneeskundige <strong>In</strong>spectie<br />

<strong>voor</strong> de Geestelijke Volksgezondheid en de <strong>In</strong>spectie <strong>voor</strong> de Geneesmiddelen<br />

geïntegreerd tot één organisatie. Transparantie van kwaliteit is een van de<br />

speerpunten.<br />

Hetzelfde jaar wordt de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst<br />

(WGBO) van kracht. De WGBO is onderdeel van het Burgerlijk Wetboek en borgt<br />

de positie van de <strong>patiënt</strong>. Onder de fundamentele rechten <strong>voor</strong> de <strong>patiënt</strong> vallen<br />

informatieplicht, toestemmingsvereiste, vertegenwoordiging en de positie van<br />

minderjarigen, en privacybescherming27. De WGBO geldt <strong>voor</strong> alle geneeskundige<br />

verrichtingen en naleving kan juridisch worden afgedwongen. Gedachte achter de<br />

WGBO is dat een <strong>patiënt</strong> een goede afweging kan maken in de keuze <strong>voor</strong> een<br />

behandeling als hij of zij juiste en volledige informatie van de <strong>zorg</strong>verlener ontvangt.<br />

<strong>In</strong> 1995 treedt ook de Wet klachtrecht cliënten <strong>zorg</strong>sector (Wkcz) in werking.<br />

Voornaamste doel van de Wkcz is het bieden van een laagdrempelige mogelijkheid<br />

tot het indienen van klachten <strong>voor</strong> cliënten. Een andere wettelijke regeling om<br />

de positie van de <strong>patiënt</strong> te versterken is de Wet Medezeggenschap Cliënten<br />

Zorginstellingen (WMCZ) uit 1996, zij was <strong>voor</strong> veel <strong>zorg</strong>instellingen aanleiding om<br />

een cliëntenraad in te stellen28.<br />

Momenteel ligt het wets<strong>voor</strong>stel Wet Cliëntenrechten Zorg (WCZ) bij de Tweede<br />

Kamer. Deze beoogt de rechtspositie van de cliënt te versterken door het<br />

samenvoegen van tien verschillende wetten en <strong>patiënt</strong>enrechten in één wet, de<br />

WCZ. Onder deze wetten vallen de Wkcz, Wmcz, Kwz en de WGBO29. Na invoering<br />

van de WCZ gelden rechten <strong>voor</strong> de cliënt niet meer alleen bij geneeskundige<br />

behandelingen, maar bij alle relaties tussen <strong>zorg</strong>aanbieders en cliënten. <strong>In</strong> de WCZ<br />

worden zes verschillende thema’s onderscheiden, te weten:<br />

32 Werken aan de Zorg 33<br />

Werken aan de Zorg<br />

27}<br />

28}<br />

29}<br />

Nivel (2000) http://www.nivel.nl/oc2/page.asp?PageID=431<br />

Kraan van der, W.G.M. (2006) Vraag naar vraagsturing Een verkennend onderzoek<br />

naar de betekenis van vraagsturing in de Nederlandse gezondheids<strong>zorg</strong><br />

VWS (2008) Programma “Zeven rechten <strong>voor</strong> de cliënt in de <strong>zorg</strong>: <strong>In</strong>vesteren in de<br />

<strong>zorg</strong>relatie”


3.1.2<br />

30}<br />

31}<br />

Beschikbare en bereikbare <strong>zorg</strong><br />

Keuze(informatie)<br />

Kwaliteit en veiligheid<br />

<strong>In</strong>formatie, toestemming, dossiervorming en privacy<br />

Afstemming tussen <strong>zorg</strong>verleners<br />

Effectieve en laagdrempelige klacht- en geschillenbehandeling<br />

Medezeggenschap en goed bestuur<br />

Kanteling financiering en marktwerking 2003 – 2008<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

<strong>In</strong> de periode 2003 tot 2008 staan <strong>voor</strong>al de stelselwijzigingen – kanteling in de<br />

financiering – centraal. Na het verschijnen van de nota ‘Vraag aan bod’ 30 heeft<br />

de overheid een aantal beleidswijzigingen doorgevoerd die het doel hadden<br />

keuzevrijheid en ondernemerschap te stimuleren.<br />

Om te beginnen is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) gemoderniseerd<br />

in 2003, waarbij het persoonsgebonden budget (pgb) nieuwe stijl is geïntroduceerd.<br />

Cliënten met een pgb krijgen een bepaald geldbedrag waarmee zij zelf <strong>zorg</strong>,<br />

hulp of begeleiding kunnen inkopen die ze willen.<br />

Twee jaar later, in 2005, zijn de Diagnose Behandel Combinaties (dbc’s) geïntroduceerd<br />

om de producten in de ziekenhuis<strong>zorg</strong> te definiëren. De dbc’s vormen de<br />

basis <strong>voor</strong> het <strong>voor</strong> inzichtelijk maken, bekostigen en financieren van de geleverde<br />

<strong>zorg</strong>. Deze systematiek maakt transparantie mogelijk, doordat het informatie biedt<br />

waarmee <strong>zorg</strong>verleners kunnen sturen op kwaliteit en efficiëntie31. Voor het grootste<br />

gedeelte van de dbc’s, het A-segment, stelt de NZa de hoogte van de prijzen vast.<br />

Voor ongeveer 7% van de dbc’s is sprake van vrije prijzen, het B-segment. Hier<br />

krijgen <strong>zorg</strong>verzekeraars en –aanbieders de mogelijkheid te onderhandelen over<br />

prijzen, volume en kwaliteit van <strong>zorg</strong>. <strong>In</strong> 2008 wordt het B-segment uitgebreid naar<br />

20% van alle ziekenhuis<strong>zorg</strong>, in 2009 naar 34% en Minister Schippers heeft in haar<br />

brief van 14 maart 2011 <strong>voor</strong> 2012 een uitbreiding naar 70% aangekondigd.<br />

Met ingang van 1 januari 2006 worden de Zorgverzekeringswet (Zvw) en de Wet<br />

<strong>zorg</strong>toeslag (Wzt) ingevoerd, ook wel aangeduid met de ‘stelselwijziging’. Een van de<br />

belangrijkste doelstellingen is het organiseren van een <strong>zorg</strong>stelsel dat beter aansluit<br />

op de wensen van de cliënt. Door invoering van de Zvw is het onderscheid tussen<br />

ziekenfonds en particulier verzekerden verdwenen. Iedereen die in Nederland<br />

woont of werkt is verplicht zich te verzekeren door middel van het –door de overheid<br />

vastgestelde- basispakket. Zorgverzekeraars zijn verplicht iedereen te accepteren<br />

<strong>voor</strong> dit basispakket. Daarnaast is het mogelijk een aanvullende verzekering af te<br />

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 2001. Vraag aan bod:<br />

Hoofdlijnen van vernieuwing van het <strong>zorg</strong>stelsel. Tweede Kamer der<br />

Staten-Generaal, vergaderjaar 2000-2001, 27855, nr. 2 Den haag, SDU Uitgevers<br />

dbc onderhoud<br />

sluiten, hierin is iedereen vrij en <strong>voor</strong> de <strong>zorg</strong>verzekeraars geldt in dat geval ook<br />

geen acceptatieplicht. Voor de verzekering betaalt men een inkomensafhankelijke<br />

premie aan de overheid en een premie aan de <strong>zorg</strong>verzekeraar. Zorgverzekeraars<br />

hebben een <strong>zorg</strong>plicht. De verzekerde heeft recht op <strong>zorg</strong> in natura of op vergoeding<br />

van de gemaakte kosten (restitutie). Verzekerden zijn elk jaar vrij om over te stappen<br />

naar een andere <strong>zorg</strong>verzekeraar. <strong>In</strong> 2006 wordt de contracteerplicht afgeschaft<br />

om <strong>zorg</strong>verzekeraars de vrijheid te geven zelf te kiezen met welke <strong>zorg</strong>aanbieders<br />

contracten worden gesloten.<br />

Tegelijkertijd met de stelselwijzigingen wordt de Wet Toelating Zorginstellingen<br />

(WTZi) van kracht. Deze wetsverandering stelt regels op <strong>voor</strong> een transparantere<br />

bestuursstructuur en een ordelijke bedrijfsvoering. Doel is geleidelijk meer<br />

vrijheid en verantwoordelijkheid <strong>voor</strong> de <strong>zorg</strong>instellingen te creëren door minder<br />

overheidsbemoeienis met de capaciteit en de bouw van <strong>zorg</strong>instellingen32.<br />

Om toezicht te houden op de Zorgverzekeringswet en de AWBZ is in oktober<br />

van 2006 de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) opgericht. Het College tarieven<br />

gezondheids<strong>zorg</strong> (CTG) en het College van Toezicht op de <strong>zorg</strong>verzekeringen<br />

(CTZ) zijn samen opgegaan in de Nza. Uitgangspunt van de NZa is bevordering<br />

van kwalitatief hoogwaardige, toegankelijke en betaalbare gezondheids<strong>zorg</strong>. Dit<br />

doet zij onder meer door toe te zien dat begrijpelijke, juiste en eerlijke informatie<br />

wordt gegeven door <strong>zorg</strong>aanbieders en verzekeraars. Dit is nodig om de cliënt te<br />

kunnen laten kiezen. Ook draagt de NZa <strong>zorg</strong> <strong>voor</strong> ‘gereguleerde marktwerking’. Op<br />

de gebieden in de gezondheids<strong>zorg</strong> waar marktwerking niet van toepassing is stelt<br />

de NZa de tarieven vast.<br />

De taken en bevoegdheden van de NZa zijn vastgelegd in de Wet marktordening<br />

gezondheids<strong>zorg</strong> (Wmg). Deze wet is in 2006 in werking getreden met als doel<br />

concurrentie en daarmee een betere prijs/kwaliteit verhouding te stimuleren.<br />

<strong>In</strong> de Wmg zijn onder meer de prestaties en tarieven die onder de Wet tarieven<br />

gezondheids<strong>zorg</strong> (Wtg) vielen, opgenomen. De Wmg stelt regels ter bescherming<br />

en bevordering van de positie van cliënten naar zowel <strong>zorg</strong>aanbieders als<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraars, zoals de informatieplicht33.<br />

Sinds begin 2007 is de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ingevoerd.<br />

Uitgangspunt is dat gemeenten dichter bij de inwoners staan dan de overheid<br />

en dus beter weten wat de behoeften van hun inwoners zijn. Daarom is de Wmo<br />

taak van de gemeente. Het doel van de regeling is het benadrukken van de eigen<br />

verantwoordelijkheid, het stimuleren van maatschappelijke participatie en zelfstandig<br />

wonen, en tenslotte het terugdringen van de kosten.<br />

Zomer 2007 worden de <strong>zorg</strong>zwaartepakketten (ZZP’s) gebruikt in de indicatiestelling<br />

binnen de VV&T, gehandicapten<strong>zorg</strong> en niet-geneeskundige GGZ. Doel van<br />

34 Werken aan de Zorg 35<br />

Werken aan de Zorg<br />

32}<br />

33}<br />

Dossier Wet Toelating Zorginstellingen, Ministerie VWS<br />

Dossier Wet Marktordening Gezondheids<strong>zorg</strong>, Ministerie VWS


3.1.3<br />

34}<br />

35}<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

de ZZP’s is beter aansluiten op de wensen van de cliënt en de <strong>zorg</strong> transparanter<br />

maken. Met ingang van 2009 wordt de <strong>zorg</strong>zwaartebekostiging ook daadwerkelijk<br />

ingevoerd <strong>voor</strong> intramurale <strong>zorg</strong>. Per 1 januari 2008 is de geneeskundige GGZ overgeheveld<br />

naar de Zvw.<br />

<strong>In</strong> 2011 wordt bekend gemaakt dat met ingang van 2012 alleen mensen met een<br />

‘verblijfsindicatie’ nog aanspraak kunnen maken op een persoonsgebonden budget<br />

uit de AWBZ. Deze maatregel is onderdeel van de kwaliteitsimpuls langdurende<br />

<strong>zorg</strong>, met als doel <strong>zorg</strong> <strong>voor</strong> de meest kwetsbare groep te garanderen.<br />

Aandacht <strong>voor</strong> transparantie van kwaliteit<br />

en <strong>patiënt</strong>gerichte <strong>zorg</strong> 2006 – 2011<br />

Nadat de rechtspositie van de <strong>patiënt</strong> in <strong>voor</strong>gaande jaren stevig neergezet is, en<br />

door een kanteling in de financiering organisaties min of meer worden gedwongen<br />

kwaliteit van en <strong>patiënt</strong>gerichte <strong>zorg</strong> hoger op de agenda te zetten, is de <strong>patiënt</strong> aan<br />

de beurt om onderwerp van beleidswijzigingen te zijn. Eerder opgerichte organisaties<br />

geven invulling aan hun rol door programma’s uit te rollen die gericht zijn<br />

op het vergroten van transparantie van de <strong>zorg</strong>; kwaliteit en <strong>patiënt</strong>gerichte <strong>zorg</strong><br />

worden langzamerhand bekende begrippen in de <strong>zorg</strong>sector.<br />

Een <strong>voor</strong>beeld hiervan is het ZonMw programma ‘Kiezen in Zorg’34 in 2003. Het<br />

programma heeft enerzijds ter doel de cliënt beter uit te rusten en anderzijds, de<br />

rol van de cliënt bij vraaggestuurde <strong>zorg</strong> te verkennen en versterken. Verschillende<br />

deelprogramma’s vallen onder kiezen in <strong>zorg</strong>, waaronder ‘Consumenteninformatie<br />

en transparantie’ en ‘preferenties en competenties’. <strong>In</strong> 2008 loopt ‘Kiezen in Zorg’<br />

af, maar al twee jaar <strong>voor</strong> het eind van het programma is de trekkersrol <strong>voor</strong> transparantie<br />

langzamerhand overgedragen aan de programma’s Zichtbare Zorg en Kies<br />

Beter, alsook de IGZ en het Centrum Klantervaring Zorg (CKZ).<br />

<strong>In</strong> 2004 start het Sneller Beter programma in de Nederlandse ziekenhuizen,<br />

een landelijk verbeterprogramma <strong>voor</strong> de kwaliteit van <strong>zorg</strong>. Het programma is<br />

een gezamenlijk initiatief van het ministerie van VWS, Nederlandse Vereniging<br />

van Ziekenhuizen (NVZ), de Orde van Medisch Specialisten en de Algemene<br />

Vereniging Verpleegkundigen en Ver<strong>zorg</strong>enden. Het bestaat uit drie ronden van acht<br />

ziekenhuizen en loopt tot 2008. <strong>In</strong> totaal spannen 24 ziekenhuizen (20% van de<br />

Nederlandse ziekenhuizen) zich in om op de gebieden veiligheid en logistiek in twee<br />

jaar tijd aanzienlijke kwaliteitsverbeteringen te realiseren <strong>voor</strong> zowel <strong>patiënt</strong>en als<br />

<strong>zorg</strong>verleners35.<br />

ZonMw (2003) Preferenties en competenties van consumenten een quick scan van<br />

aandachtspunten en wetenschappelijke inzichten<br />

http://www.zonmw.nl/nl/onderwerpen/alle-programma-s/sneller-beter-pijler-3/<br />

Naar aanleiding van de evaluatie van de Wkcz wordt in 2004 de Klachtenrichtlijn<br />

Gezondheids<strong>zorg</strong> uitgebracht, waarin verschillende aanbevelingen worden gedaan<br />

<strong>voor</strong> een goede omgang met klachten van cliënten. De richtlijn heeft geen wettelijke<br />

status, maar veel koepelorganisaties, de IGZ en het ministerie zijn <strong>voor</strong>stander<br />

van de richtlijn. Zorgverleners hebben daarom veelal hun klachtenregeling hierop<br />

aangepast36.<br />

Nu de stem van de <strong>patiënt</strong> steeds serieuzer wordt genomen, is er vraag naar een<br />

vergelijkbare maat <strong>voor</strong> <strong>patiënt</strong>waarderingen. <strong>In</strong> 2005 wordt het gebruik van de<br />

Consumer Quality index (CQ-index) geïnitieerd. De CQ-index is een gestandaardiseerde<br />

vragenlijst die de ervaringen van cliënten in de gezondheids<strong>zorg</strong> meet. Een jaar later<br />

wordt toetsing van onder andere de CQ-index ondergebracht bij het CKZ, opgericht<br />

met subsidie van de overheid. Doel van het CKZ is het standaardiseren van metingen<br />

van <strong>zorg</strong>ervaringen, zodat alle partijen over dezelfde informatie beschikken en deze<br />

onderling vergelijkbaar is. Het toetst of het proces van de meting tot aan het rapporteren<br />

van de resultaten voldoet aan de CQ-index standaard37.<br />

Ook de <strong>zorg</strong>verzekeraars hebben interesse in het meten van cliëntervaringen binnen<br />

de gezondheids<strong>zorg</strong>. Zij gaan daartoe een samenwerking aan onder de Stichting<br />

Miletus. Doel van de stichting is sturingsinformatie verkrijgen <strong>voor</strong> verzekeraars,<br />

<strong>zorg</strong>aanbieders en <strong>patiënt</strong>enorganisaties, zodat de kwaliteit van <strong>zorg</strong> beter wordt.<br />

<strong>In</strong> 2005 start het project ‘Zorg <strong>voor</strong> Beter’, en de eerste fase liep tot 2009. Het<br />

volledige project bestaat uit verschillende deeltrajecten gericht op de sectoren<br />

GGZ, VV&T en gehandicapten<strong>zorg</strong>. Doel van het programma was verbetering van<br />

kwaliteit in langdurende <strong>zorg</strong>; kwalitatief betere, efficiënte en duurzame <strong>zorg</strong> met<br />

tevreden cliënten met focus op kwaliteit en arbeidsbesparing. Een initiatief om de<br />

transparantie met betrekking tot kwaliteit te verhogen, is de ontwikkeling van de<br />

kwaliteitskaders verantwoorde <strong>zorg</strong>.<br />

Om transparantie van kwaliteit een flinke stap te laten maken is in 2007 in opdracht<br />

van VWS Zichtbare Zorg (ZiZo) opgericht door de IGZ. Doel van ZiZo is transparantie<br />

in kwaliteit van <strong>zorg</strong>. Het programma ondersteunt de sectoren en verbindt de<br />

ontwikkelingen tussen en binnen de sectoren. Daarnaast dragen zij bij aan het<br />

publiceren van vergelijkbare en betrouwbare informatie. <strong>In</strong> 2009 werden de ZiZo 1 e<br />

tranche indicatoren gepubliceerd38.<br />

Ook de NZa is actief, zij start eind 2007 een programma dat de marktpositie<br />

van de cliënt moet versterken: het Consumentenprogramma. Het wegnemen<br />

van knelpunten binnen vraagsturing staat centraal. Het programma omvat zeven<br />

doelen39, waarvan na een jaar bleek dat onvoldoende transparantie door gebrek<br />

36 Werken aan de Zorg 37<br />

Werken aan de Zorg<br />

36}<br />

37}<br />

38}<br />

39}<br />

www.klachtenrichtlijn.nl<br />

http://www.centrumklantervaring<strong>zorg</strong>.nl/<br />

Zichtbare <strong>zorg</strong>, http://www.zichtbare<strong>zorg</strong>.nl<br />

NZa (2007) Visiedocument (<strong>In</strong>) het belang van de consument


40}<br />

41}<br />

De Patiënt Centraal?<br />

aan keuze informatie, het belangrijkste knelpunt was. Om te verbeteren is onder<br />

andere www.kiesbeter.nl in leven geroepen op initiatief van het Ministerie van VWS.<br />

Kies beter wordt uitgevoerd door het RIVM in samenwerking met diverse <strong>patiënt</strong>enverenigingen,<br />

consumentenverenigingen en <strong>zorg</strong>verleners.<br />

Het ministerie van VWS riep het programma ‘Zeven rechten <strong>voor</strong> de cliënt in de<br />

<strong>zorg</strong>: investeren in de <strong>zorg</strong>relatie’ in 2008 in leven, om de invloed van cliënten in de<br />

<strong>zorg</strong> te versterken. De achterliggende gedachte is dat daarmee de cliënt ook goede,<br />

passende <strong>zorg</strong> ontvangt en het keuzeproces gemakkelijk kan doorlopen.<br />

Vervolgens kwam de NZa met verduidelijking van de huidige wetgeving. Ten<br />

eerste is de Regeling transparantie contracteerproces AWBZ ingezet, dat bepaalt<br />

dat <strong>zorg</strong>kantoren verplicht zijn bekend te maken volgens welke modellen zij<br />

<strong>zorg</strong>aanbieders contracteren. Tevens moeten zij per budgetronde aangegeven wat<br />

het totaal aan overeengekomen budgetten is. Beide plichten geven <strong>zorg</strong>aanbieders<br />

meer inzicht in het contracteerproces en trachten zo het functioneren van de<br />

<strong>zorg</strong>inkoopmarkt te bevorderen40. Daarnaast is ook het Richtsnoer informatieverstrekking<br />

<strong>zorg</strong>aanbieders geschreven, een verduidelijking van de Wmg. Het<br />

richtsnoer moet leiden tot betere informatieverstrekking aan verzekerden zodat zij<br />

een weloverwogen keuze kunnen maken. De vrije interpretatieruimte wordt hierdoor<br />

kleiner.<br />

<strong>In</strong> 2009 is het programma ‘<strong>In</strong> <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>!’ Van start gegaan. Dit programma vanuit<br />

het ministerie van VWS, bundelt bestaande kennis en biedt organisaties praktische<br />

ondersteuning in hun eigen veranderingstraject. <strong>In</strong> <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>! helpt organisaties<br />

in de langdurige <strong>zorg</strong> toekomstbestendig te worden. Het programma loopt tot en<br />

met 2012. Organisaties die in aanmerking komen <strong>voor</strong> deelname aan <strong>In</strong> <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>!<br />

zijn organisaties <strong>voor</strong> verpleging en ver<strong>zorg</strong>ing van ouderen, gehandicapten<strong>zorg</strong>,<br />

thuis<strong>zorg</strong> en langdurige ggz41.<br />

NZa (2007) REGELING CA/NR-100.078 Transparantie contracteerproces AWBZ<br />

http://www.in<strong>voor</strong><strong>zorg</strong>.nl/ivz/ivz-programma.html<br />

38 Werken aan de Zorg<br />

4<br />

42}<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Vraagsturing op organisatieniveau<br />

(meso)<br />

<strong>In</strong> dit hoofdstuk beschrijven we de verschillende<br />

dimensies van vraagsturing vanuit het perspectief van<br />

de drie belangrijke veldpartijen: de <strong>zorg</strong>aanbieder, de<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraar en de <strong>zorg</strong>vrager in georganiseerd<br />

verband. Een van de resultanten van de stelselwijziging<br />

zijn nieuwe verhoudingen tussen overheid, burgers in<br />

de rol van verzekerde/<strong>zorg</strong>vrager, <strong>zorg</strong>verzekeraars<br />

en <strong>zorg</strong>aanbieders. <strong>In</strong> essentie gaat het hier om een<br />

herdefiniëring van rollen en verantwoordelijkheden.<br />

<strong>In</strong> de nieuwe rol- en verantwoordelijkheidsverdeling<br />

dienen de partijen in het veld niet alleen meer<br />

vrijheid van handelen te krijgen, maar ook de daarbij<br />

horende verantwoordelijkheid te nemen. Het streven<br />

is dus gericht op decentralisatie van beslisrechten en<br />

verantwoordelijkheid. De overheid moet zich hoofdzakelijk<br />

beperken tot het formuleren van de algemene<br />

beleidskaders en spelregels waaraan de marktpartijen<br />

zich te houden hebben. Zij draagt dus primair een<br />

systeemverantwoordelijkheid waartoe ook het toezicht op<br />

de naleving van de spelregels behoort42.<br />

Maarsse, H. 2011. Markthervorming in de <strong>zorg</strong>. Een analyse vanuit het<br />

perspectief van de keuzevrijheid, solidariteit, toegankelijkheid, kwaliteit en<br />

betaalbaarheid. Maastricht: Maastricht University<br />

39 Werken aan de Zorg


4.1<br />

4.1.1<br />

Vraagsturing op mesoniveau<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Uitgangspunt van de stelselwijziging is dat <strong>zorg</strong>aanbieders <strong>zorg</strong> van goede kwaliteit<br />

leveren die zoveel mogelijk beantwoordt aan de behoefte van de <strong>zorg</strong>vrager. De<br />

producten en diensten hebben een transparante prijs en zijn te beoordelen op<br />

kwaliteit. Ontwikkeling van de markt in deze richting, bevorderd door onderlinge<br />

concurrentie, stimuleert innovatief gedrag en de totstandkoming van een goede<br />

prijs-kwaliteitverhouding van de verzekerde <strong>zorg</strong>. Het <strong>zorg</strong>aanbod moet dus niet<br />

alleen klantgericht zijn, maar ook doelmatig. De verzekeraar toetst hierop. Om het<br />

maken van keuzen door <strong>zorg</strong>vragers verder te bevorderen dienen <strong>zorg</strong>aanbieders<br />

zich publiekelijk te verantwoorden over hun prestaties. Waar concurrentie (nog) niet<br />

mogelijk is, worden <strong>zorg</strong>aanbieders met andere marktachtige prikkels gestimuleerd,<br />

zoals benchmarking.<br />

De rol van de <strong>zorg</strong>aanbieder<br />

De overgang van aanbod- naar vraagsturing vraagt van aanbieders van <strong>zorg</strong> dat zij<br />

zich omvormen van een taakorganisatie – primair gericht op uitvoering – naar een<br />

marktorganisatie. Een essentiële prikkel hierbij is de introductie van de vraaggerichte<br />

bekostiging en de organisatie van een drietal tegenkrachten: <strong>zorg</strong>verzekeraars als<br />

<strong>zorg</strong>inkoper namens hun verzekerden, <strong>zorg</strong>vragers doordat zij kunnen kiezen <strong>voor</strong><br />

een aanbieder en tot slot de overheid als bepaler van de spelregels. Zorgaanbieders<br />

worden in deze uitgedaagd om de doelmatigheid, kwaliteit, het innovatieve vermogen<br />

en de <strong>patiënt</strong>gerichtheid van de <strong>zorg</strong> te versterken.<br />

De stelselwijziging heeft er<strong>voor</strong> ge<strong>zorg</strong>d dat er prikkels zijn gekomen in de<br />

bekostiging van <strong>zorg</strong>aanbieders, onder andere door dbc’s en ZZP’s. Voorheen<br />

werden aanbieders van <strong>zorg</strong> niet geprikkeld om zich te onderscheiden, dit<br />

resulteerde in weinig beweging in het veld en weinig initiatieven en innovatie. Sterker<br />

nog, aanbieders die zich wilden onderscheiden en wilden innoveren hadden hier<br />

nauwelijks mogelijkheden toe. Met de introductie van de prikkels in het systeem is<br />

er beweging gekomen aan de kant van de <strong>zorg</strong>aanbieders, deze beweging betekent<br />

onder meer ruimte <strong>voor</strong> innovatie, creativiteit en klantgerichtheid.<br />

Zorgaanbieders hebben de afgelopen jaren ook actief geparticipeerd aan diverse<br />

<strong>zorg</strong>vernieuwingsprogramma’s, zoals ‘Zorg <strong>voor</strong> Beter’ en ‘<strong>In</strong> <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>’. Deze<br />

programma’s zijn <strong>voor</strong> veel organisaties een stimulans geweest <strong>voor</strong> het vraaggericht<br />

inrichten van hun aanbod. Meer ruimte <strong>voor</strong> de professional, kleinschaligheid, minder<br />

interne bureaucratie én het daadwerkelijk centraal zetten van de cliënt komen daarbij<br />

aan bod.<br />

De WTZi en het nieuwe regime <strong>voor</strong> de financiering van de kapitaalinvesteringen<br />

moeten toetreding van nieuwe <strong>zorg</strong>aanbieders tot de <strong>zorg</strong>verleningsmarkt<br />

vergemakkelijken. Deze ontwikkeling <strong>zorg</strong>t er<strong>voor</strong> dat de keuzevrijheid van <strong>zorg</strong>vragers<br />

wordt vergroot.<br />

De afgelopen jaren hebben in de thuis<strong>zorg</strong>, de ambulante geestelijke<br />

gezondheids<strong>zorg</strong> en de gehandicapten<strong>zorg</strong> een aantal nieuwe <strong>zorg</strong>aanbieders de<br />

markt betreden43. Kleinschaligheid en <strong>patiënt</strong>gerichte <strong>zorg</strong> staan daarbij centraal.<br />

Een deel van deze nieuwe aanbieders maakt gebruik van de franchise constructie,<br />

maar ook bestaande aanbieders maken hier gebruik van. <strong>In</strong> de Nederlandse<br />

gezondheids<strong>zorg</strong> werd franchise tot <strong>voor</strong> kort weinig tot niet toegepast. Met<br />

de introductie van marktwerking en het loslaten van de contracteerplicht is het<br />

franchise concept een interessante organisatievorm <strong>voor</strong> ondernemende aanbieders<br />

geworden. Franchise faciliteert het doen van een juiste waarde propositie <strong>voor</strong> de<br />

klant en biedt tegelijkertijd mogelijkheden tot een efficiënt bedrijfsvoering44. De<br />

laatste jaren zijn er verschillende initiatieven en ontwikkelingen waar te nemen in de<br />

gezondheids<strong>zorg</strong>, waarbij een franchise concept gebruikt is of gaat worden, zoals<br />

Buurt<strong>zorg</strong> Nederland (zie rapport Kosten & Kwaliteit45). Franchise concepten krijgen<br />

vorm in de verschillende sectoren, in zowel de cure als de care. Hieronder staan<br />

een aantal ‘goede <strong>voor</strong>beelden’ beschreven die gebruik maken van een franchise<br />

concept.<br />

40 Werken aan de Zorg 41<br />

Werken aan de Zorg<br />

43}<br />

44}<br />

45}<br />

Maarsse, H. 2011. Markthervorming in de <strong>zorg</strong>. Een analyse vanuit het perspectief<br />

van de keuzevrijheid, solidariteit, toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid.<br />

Maastricht: Maastricht University<br />

Meijer R, Koenders-de Rijke CC. 2009. Is de tijd rijp <strong>voor</strong> MacZORG? Over<br />

de toepassing van franchising <strong>voor</strong> kleinschalig aangeboden maar groots<br />

georganiseerde <strong>zorg</strong>. Rotterdam: Erasmus CMDZ<br />

Plexus en BKB. 2010. Werken aan de Zorg: Kosten en Kwaliteit.<br />

www.werkenaande<strong>zorg</strong>.nl


Dr. Leo Kannerhuis<br />

De Patiënt Centraal?<br />

“Kanner-concept leidt tot betere ASS-<strong>zorg</strong> in Nederland”<br />

Aanleiding<br />

Het Dr. Leo Kannerhuis (LKH) helpt mensen met autisme-spectrum stoornissen<br />

(ASS) verder met een gevarieerde en gespecialiseerde (behandel)methodiek. Dit<br />

doen zij samen met anderen en bij <strong>voor</strong>keur in de directe leefomgeving. Een aanbod<br />

is geheel afgestemd op de specifieke behoeften en wensen van de cliënt, op die<br />

momenten dat daar behoefte aan is. De directe omgeving zoals gezin, school en<br />

werk wordt actief betrokken en ondersteund zodat de cliënt weer verder kan. De<br />

vraag naar gespecialiseerde autismehulpverlening is het laatste decennium in alle<br />

regio’s in Nederland enorm toegenomen.<br />

Werkwijze<br />

Het LKH ontwikkelt nieuwe vormen van ondersteuning waarbij mensen met ASS<br />

zoveel mogelijk eigen regie over hun leven hebben. Mensen met ASS hebben een<br />

<strong>voor</strong>tdurende hulpvraag, door middel van de toepassing van e-health kunnen cliënten<br />

zo goed mogelijk ondersteund worden. Voorbeelden hiervan zijn Autisme<strong>zorg</strong> 2.0<br />

en de Dunov Digitale Coaches. Autisme<strong>zorg</strong> 2.0 geeft inzicht in vernieuwende<br />

wijzen van behandelen en ondersteunen van (jong)volwassenen met ASS. Hierbij<br />

wordt e-health toegepast in de reguliere behandeling om te komen tot duurzame<br />

autismehulpverlening en maximale ondersteuning van de maatschappelijke<br />

zelfredzaamheid van de persoon met autisme. Een <strong>voor</strong>beeld hiervan zijn de<br />

Dunov Digitale Coaches, een mobiele digitale coach <strong>voor</strong> ‘navigatieproblemen’ in<br />

het dagelijkse leven van mensen met ASS. De digitale coach helpt bij het plannen,<br />

uitvoeren van taken, omgang met anderen, twijfel over te maken keuzes en het<br />

oplossen van problemen.<br />

Om aan de toenemende vraag tegemoet te komen ontwikkelt het LKH niet alleen<br />

nieuwe vormen van ondersteuning, maar delen zij ook kennis. De concentratie van<br />

kennis <strong>zorg</strong>de <strong>voor</strong> lange wachtlijsten en onaanvaardbare reistijden <strong>voor</strong> cliënten<br />

en hun familie. Onder het motto ‘De beste behandeling binnen bereik!’ is in 2007<br />

het LKH gestart met de landelijke ‘uitrol’ van de eigen expertise, in de vorm van een<br />

franchiseconstructie: Leo Kannerhuis Nederland BV. <strong>In</strong> deze franchise constructie<br />

maakt een aantal <strong>zorg</strong>aanbieders verspreid over heel Nederland gebruik van het<br />

zogeheten ‘Kanner-concept’, een samenhangend geheel van ontwikkelde ASSbehandelmethodieken,<br />

training en opleiding <strong>voor</strong> behandelaren en instrumenten<br />

<strong>voor</strong> effectmeting en cliëntwaardering. De behandelmethodiek van het LKH is tot<br />

stand gekomen door jarenlange ervaring, onderzoek en ontwikkeling.<br />

Resultaten<br />

Het LKH krijgt een hoge waardering van cliënten en hun ouders over de<br />

hulpverleners, blijkt uit onderzoek door Praktikon: de waardering cliënten <strong>voor</strong> de<br />

hulpverlener scoort een 0,96 op een schaal van 0 tot 1 en de waardering ouders<br />

<strong>voor</strong> de hulpverlener scoort een 0,91. Voor het LKH is dit een bevestiging van de<br />

De Patiënt Centraal?<br />

waardering <strong>voor</strong> hun cliëntgerichte aanpak. De toepassing van e-health heeft tevens<br />

een grote maatschappelijke meerwaarde: het draagt bij aan onder meer preventie,<br />

toegankelijkheid en doelmatigheid van <strong>zorg</strong>. Recent onderzoek toont aan dat het<br />

aantal huisbezoeken en bezoekers van de spreekuren met 11 tot 30 procent kan<br />

afnemen door betere inzet van e-mail en sms.<br />

Door het overdragen en bundelen van de eigen expertise en kwaliteit met die van<br />

partners, is een netwerk van gespecialiseerde autismehulpverlening in Nederland<br />

ontstaan. Door de samenwerking en spreiding van locaties wordt het aanbod gerealiseerd<br />

daar waar de cliënt met ASS woont. De omgeving van de cliënt (gezin,<br />

onderwijs, wonen, werk, vrije tijd) kan zo op effectieve wijze worden betrokken bij<br />

de behandeling van de cliënt en gespecialiseerde behandeling kan tijdig worden<br />

ingezet. De autismeproductie is in de regio’s van de franchiseorganisaties uitgebreid.<br />

Het LKH beschikt daarnaast over de erkenning “TOP GGZ polikliniek” en de erkenning<br />

ISO certificaat <strong>voor</strong> het primaire proces en kennisorganisatie.<br />

Gebied 1:<br />

<strong>In</strong> juni 2009 is Lentis aangesloten<br />

bij het initiatief met de provincies<br />

Groningen, Friesland en Drenthe<br />

als werkgebied.<br />

Gebied 2:<br />

GGZ Noord-Holland-Noord is in<br />

mei 2010 aangesloten <strong>voor</strong> het<br />

werkgebied Noord-Holland.<br />

Gebied 3:<br />

Dit is het werkgebied van het Dr.<br />

Leo Kannerhuis.<br />

Gebied 4:<br />

Amarant is in 2006 aangesloten<br />

bij het Leo Kannerhuis Nederland.<br />

Gebied 5:<br />

<strong>In</strong> de regio Zuid-Holland en<br />

Zeeland wordt momenteel<br />

gesproken met De Jutters en<br />

Lucertis.<br />

Gebied 6:<br />

<strong>In</strong> Limburg wordt gesproken met de Mondriaan Groep, RiaggZuid, Riagg Maastricht<br />

en RIBW Heuvelland & Maasvallei.<br />

Rol beleid<br />

Het LKH weet zich in de markt te onderscheiden door de <strong>zorg</strong>vrager en diens wensen<br />

centraal te stellen en door vernieuwende, cliëntgerichte én doelmatige vormen van<br />

<strong>zorg</strong> aan te bieden. Na de stelselwijziging is er meer ruimte gekomen <strong>voor</strong> organisaties<br />

om zich te onderscheiden.<br />

42 Werken aan de Zorg<br />

43 Werken aan de Zorg


De Patiënt Centraal?<br />

Aandachtspunten<br />

Anders dan de ziekenhuissector heeft de GGZ bij de invoering van een nieuwe<br />

bekostigingssystematiek gekozen <strong>voor</strong> een beperkt aantal dbc’s. Afgezien van de<br />

primaire diagnose en de factor tijd is geen verder onderscheid gemaakt tussen<br />

kosten homogene productgroepen. Hierdoor kan het LKH zich niet onderscheiden<br />

op inhoud van de <strong>zorg</strong> én komen zij tegelijkertijd als specialistische aanbieder niet uit<br />

met een tarief dat is gebaseerd op de gemiddelde kostprijsberekening in Nederland.<br />

Deze vorm van financiering vormt geen prikkel om kennis te ontwikkelen en/ of te<br />

delen.<br />

http://www.leokannerhuis.nl/<br />

http://www.leokannerhuisnederland.nl/<br />

http://www.dunov.com/<br />

http://www.autismeplein.nl/<br />

Het Oog<strong>zorg</strong>netwerk<br />

De Patiënt Centraal?<br />

“Oogheelkunde is een hoog-volume specialisme; bij goed geleverde <strong>zorg</strong><br />

bindt dat veel <strong>patiënt</strong>en aan jouw ziekenhuis. Het ziekenhuis kan zich<br />

ermee onderscheiden”<br />

Aanleiding<br />

Het Oog<strong>zorg</strong>netwerk is een initiatief van het Oogziekenhuis Rotterdam als reactie<br />

op de toenemende vraag naar oogartsen, de hogere kwaliteitseisen van de cliënten,<br />

en de sterke concurrentieontwikkeling. Het Oogziekenhuis is op zoek gegaan naar<br />

mogelijke samenwerkingsvormen met andere <strong>zorg</strong>aanbieders in de oogheelkunde<br />

om, naast de toenemende inkomensonzekerheid <strong>voor</strong> oogartsen, concreet iets te<br />

doen aan de hoge werkdruk <strong>voor</strong> professionals en lange wachttijden <strong>voor</strong> <strong>patiënt</strong>en.<br />

Dit heeft geresulteerd in Het Oog<strong>zorg</strong>netwerk: een groeiend landelijk netwerk van<br />

oogheelkundige afdelingen met een centrale service organisatie. Deze service<br />

organisatie levert unieke kennis, ervaring en ondersteunende capaciteit om samen<br />

met de netwerkpartners te komen tot excellente <strong>zorg</strong>.<br />

Werkwijze<br />

Het huidige samenwerkingsmodel van Het Oog<strong>zorg</strong>netwerk is deels geïnspireerd<br />

op het model van het grootste oogziekenhuis in Europa: het Moorfields Eye Hospital<br />

in Londen. Daarnaast is bij de ontwikkeling van Het Oog<strong>zorg</strong>netwerk gekeken naar<br />

‘best practices’ uit het bedrijfsleven, zoals franchiseondernemingen die een hogere<br />

kwaliteit nastreven dan wettelijk is <strong>voor</strong>geschreven of wordt genormeerd vanuit de<br />

beroepsgroep. En naar organisaties die een goede bedrijfsmatige aanpak hebben.<br />

<strong>In</strong> Het Oog<strong>zorg</strong>netwerk wordt samengewerkt met partners die het volledige<br />

spectrum van oog<strong>zorg</strong> aanbieden. Het netwerk bestaat nu uit twaalf ziekenhuizen,<br />

daar komen er dit jaar nog twee à drie bij. De doelstelling is om uiteindelijk met<br />

twintig tot vijfentwintig partners landelijk onderscheidende <strong>zorg</strong> te bieden.<br />

Afdelingen oogheelkunde in ziekenhuizen kunnen zich bij het netwerk aansluiten;<br />

zij blijven onderdeel van het ziekenhuis. Tegen een contributie die overeenkomt<br />

met 4 tot 5 procent van de omzet van de afdeling, adviseert en ondersteunt Het<br />

Oog<strong>zorg</strong>netwerk inzake de organisatie, de logistiek en de kwaliteit van de oog<strong>zorg</strong>.<br />

Er worden afspraken gemaakt en protocollen beschikbaar gesteld om kennis te<br />

delen, efficiënter te werken, mogelijkheden in de oog<strong>zorg</strong> te signaleren en <strong>voor</strong>al<br />

om de <strong>patiënt</strong> beter van dienst te kunnen zijn. Daarnaast stimuleert het netwerk<br />

de huisartsen, opticiens, optometristen en andere <strong>zorg</strong>professionals in de regio<br />

tot samenwerking met het ziekenhuis. De uitrol van dit kwaliteitstoetsingssysteem<br />

bij een franchisenemer duurt 3 jaar. Op basis van kwalitatieve en kwantitatieve<br />

gegevens vindt een benchmark plaats tussen de verschillende partners.<br />

Het Oog<strong>zorg</strong>netwerk stelt de <strong>zorg</strong>verlening aan de cliënt centraal. Het <strong>voor</strong>traject<br />

(eerste lijn: huisartsen, opticiens, optometristen), het medisch handelen (tweede<br />

en derde lijn: de ziekenhuis<strong>zorg</strong>) en het natraject (vierde lijn: de revalidatie<strong>zorg</strong>,<br />

cliëntenvereniging, lotgenotencontact) maken gezamenlijk onderdeel uit van<br />

44 Werken aan de Zorg<br />

45 Werken aan de Zorg


Figuur 11<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Het Oog<strong>zorg</strong>netwerk. Het is hierdoor mogelijk de cliënt geïntegreerde <strong>zorg</strong> aan<br />

te bieden, waardoor de cliënt de totale oog<strong>zorg</strong>verlening als een samenhangend<br />

geheel ervaart.<br />

Resultaten<br />

Het Oog<strong>zorg</strong>netwerk is een initiatief van, <strong>voor</strong> en door professionals. Primaire doel<br />

is om professionals zowel inhoudelijk als organisatorisch goed uit te rusten om<br />

goede <strong>zorg</strong> te kunnen leveren. Op deze manier kunnen zij goede <strong>zorg</strong> leveren –<br />

waarin de <strong>patiënt</strong> centraal staat – in het 1-op-1 contact met de <strong>patiënt</strong>. <strong>In</strong> 2008<br />

kreeg het Oog<strong>zorg</strong>netwerk het predicaat ‘Beste <strong>zorg</strong>onderneming van Nederland’.<br />

De jury zei toen: ‘Wat Sneller Beter beoogt, weten jullie te realiseren’. Dit uit zich<br />

ook in verschillende onderzoeksresultaten: een versteviging van de regionale<br />

positie van de deelnemende oogartsen, een verbeterde doorstroming binnen de<br />

keten (optimalisatie van verwijslijnen), een betere kwaliteit van <strong>zorg</strong> en optimalisatie<br />

van de bedrijfsvoering in de deelnemende ziekenhuizen. Door verschillende<br />

taakherschikkingsprojecten is de arbeidstevredenheid toegenomen. Tevens wordt<br />

ook lokaal in de ziekenhuizen de kwaliteit in kaart gebracht, echter nog niet alle<br />

informatie is beschikbaar op benchmarkniveau. Een volgende stap is om ook de<br />

klant- en medewerkerstevredenheid mee te nemen in de benchmark.<br />

Rol beleid<br />

De ontwikkeling van Het Oog<strong>zorg</strong>netwerk past goed in de ontwikkeling van het<br />

marktdenken. Het sluit aan bij ontwikkelingen als concentratie van <strong>zorg</strong> en het<br />

sturen van <strong>zorg</strong>verzekeraars op kwaliteit van <strong>zorg</strong>. Na de stelselwijziging worden<br />

<strong>zorg</strong>aanbieders actiever gestimuleerd om zich te onderscheiden. Toch merkt Het<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Oog<strong>zorg</strong>netwerk dat raden van bestuur soms nog afwachtend zijn als het gaat om<br />

strategische samenwerking.<br />

Aandachtspunten<br />

Het Oog<strong>zorg</strong>netwerk wil zich niet te afhankelijk opstellen van de grillen van het<br />

beleid, omdat dat een remmende factor kan zijn op haar innovatiekracht. Dit is<br />

echter vaak wel manoeuvreren. Een knelpunt in de huidige beleidsontwikkeling is<br />

bij<strong>voor</strong>beeld dat er weinig ruimte is <strong>voor</strong> innovatie. <strong>In</strong>novatieve initiatieven worden<br />

langs de lat van de huidige regelgeving gelegd. Als het niet binnen bestaande<br />

kaders past, is het vaak ingewikkeld om de innovatie van de grond te krijgen. Hier<br />

ligt een rol <strong>voor</strong> de overheid, het outilleren van innovaties door flexibeler om te gaan<br />

met nieuwe concepten in de markt. Een <strong>voor</strong>beeld hiervan is de OOGbus. Door<br />

vroegtijdige screening aan het begin van de keten van oogheelkundige <strong>zorg</strong> kunnen<br />

veel toekomstige problemen worden <strong>voor</strong>komen. Echter, deze aanpak past niet<br />

binnen de huidige budgettaire kaders. Terwijl het er <strong>voor</strong> kan <strong>zorg</strong>en dat er minder<br />

<strong>zorg</strong>vraag komt, omdat mensen minder afhankelijk zijn van <strong>zorg</strong> en wellicht ook nog<br />

een percentage van de valincidenten – en de daarmee gepaard gaande kosten –<br />

worden <strong>voor</strong>komen.<br />

http://www.oog<strong>zorg</strong>netwerk.nl<br />

46 Werken aan de Zorg<br />

47 Werken aan de Zorg


Figuur 12<br />

Psy Q – Zorgpaden<br />

De Patiënt Centraal?<br />

“Je hoort zo vaak dat je lang moet wachten.<br />

Ik was dan ook plezierig verrast dat er snel contact met mij werd<br />

opgenomen.”<br />

Achtergrondinformatie<br />

PsyQ is een landelijk opererend netwerk en samenwerkingsverband van de<br />

ggz instellingen Parnassia Bavo Groep in de Randstad en omgeving, Lentis in<br />

Groningen en Mondriaan en RiaggZuid in Limburg. PsyQ werkt volgens een<br />

franchisemodel waarin decentraal ondernemerschap wordt gecombineerd met<br />

centraal formulemanagement. Op deze manier speelt PsyQ snel in op de vraag van<br />

de verschillende klanten.<br />

Manier van werken<br />

PsyQ is gespecialiseerd in de meest <strong>voor</strong>komende psychische problemen. Het<br />

behandelaanbod is specialistisch en verdeeld over negen programma’s: ADHD bij<br />

volwassenen, Angststoornissen, Depressie, Persoonlijkheidsstoornissen, Somatiek<br />

en Psyche, Relatie en Psyche, Eetstoornissen, Seksuologische stoornissen en<br />

Trauma. Op elke vestiging van PsyQ wordt in principe dezelfde range van evidencebased<br />

behandelingen aangeboden. Binnen de negen specialismen werkt PsyQ<br />

met verschillende <strong>patiënt</strong>profielen waaruit <strong>zorg</strong>paden volgen. Bij aanvang van het<br />

<strong>zorg</strong>pad krijgt de <strong>patiënt</strong> informatie over de lengte van de behandeling, het aantal<br />

afspraken, in welke frequentie en het gezamenlijke streven (doel). <strong>In</strong> de <strong>zorg</strong>paden<br />

is de <strong>zorg</strong> die de <strong>patiënt</strong> ontvangt vastgelegd, indien beschikbaar zijn richtlijnen of<br />

behandelprotocollen opgenomen in het <strong>zorg</strong>pad. <strong>In</strong> het <strong>zorg</strong>pad kunnen er in overleg<br />

met de <strong>patiënt</strong> zo nodig optionele toevoegingen plaatsvinden. Vooraf, tijdens en na<br />

afloop van elke behandeling wordt de kwaliteit gemeten door middel van Routine<br />

Outcome Monitoring (ROM). Bij een aantal specialismen wordt de ROM ook als<br />

instrument gebruikt op grond waarvan mede bepaald wordt of langer behandelen<br />

al dan niet toegevoegde waarde heeft. Op die manier weet zowel de <strong>patiënt</strong> als de<br />

behandelaar wat hij kan verwachten.<br />

Resultaten<br />

PsyQ realiseert met haar <strong>zorg</strong>paden verschillende doelen waarbij kwaliteit van <strong>zorg</strong><br />

en de bedrijfsvoering in elkaar grijpen:<br />

Meer <strong>patiënt</strong>en en minder kosten per <strong>patiënt</strong> (<strong>In</strong>dex: 2007=100)<br />

De Patiënt Centraal?<br />

48 Werken aan de Zorg<br />

49 Werken aan de Zorg<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

Het borgen van kwaliteitscriteria in het <strong>zorg</strong>pad<br />

Het verhogen van transparantie, naar de <strong>patiënt</strong>, maar ook naar de buitenwereld<br />

Het terugbrengen van administratieve lasten bij de behandelaar<br />

Het vergroten van doelmatigheid en de in-, door- en uitstroom<br />

Workflow ondersteuning van de behandelaar<br />

Het sturen op zoveel mogelijk uniforme behandelwijze bij de verschillende PsyQ<br />

vestigingen.<br />

Zorgpaden binnen PsyQ hebben er<strong>voor</strong> ge<strong>zorg</strong>d dat er een betere doorstroom<br />

van <strong>patiënt</strong>en is, hierdoor kunnen nieuwe <strong>patiënt</strong>en sneller worden behandeld. De<br />

wachtlijsten zijn niet verder toegenomen. Daarnaast worden met gelijkblijvende<br />

middelen meer <strong>patiënt</strong>en behandeld. De <strong>patiënt</strong>tevredenheid is de afgelopen jaren<br />

toegenomen, dit kan echter niet alleen worden toegerekend aan de <strong>zorg</strong>paden. Het<br />

werken met <strong>zorg</strong>paden heeft geleid tot een grotere transparantie, zowel intern als<br />

extern. Behandelaren hebben door <strong>zorg</strong>paden een eenheid van taal ontwikkeld. Dit<br />

vereenvoudigt onderlinge communicatie en multidisciplinair overleg kan efficiënter<br />

worden ingezet: alleen bij <strong>patiënt</strong>en die afwijken in plaats van alle <strong>patiënt</strong>en<br />

bespreken. Naar externe partijen en <strong>patiënt</strong>en kan snel duidelijk worden gemaakt<br />

wat PsyQ doet, tegen welke kosten en met welk resultaat.<br />

Beleid overheid<br />

Het werken met <strong>zorg</strong>paden sluit aan bij het streven van de overheid om doelmatigere<br />

<strong>zorg</strong> te leveren. Het werken met <strong>zorg</strong>paden binnen PsyQ maakt het mogelijk een<br />

juiste waarde propositie <strong>voor</strong> <strong>patiënt</strong>en te bieden op de verschillende locaties.<br />

Deze aanpak sluit daarmee aan bij de ingezette veranderingen in het kader van<br />

de stelselwijziging, waarin <strong>zorg</strong>aanbieders steeds meer worden uitgedaagd om een<br />

aantrekkelijke partij te zijn <strong>voor</strong> de <strong>patiënt</strong> en meer ruimte krijgen om dat in te vullen.<br />

PsyQ werkt samen met verschillende <strong>patiënt</strong>enorganisaties, zij zien <strong>zorg</strong>paden als<br />

een positieve ontwikkeling om meer mensen van kwalitatief goede <strong>zorg</strong> te <strong>voor</strong>zien.<br />

http://www.psyq.nl


46}<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Aan de kant van de curatieve <strong>zorg</strong> valt de sterke toename van het aantal zelfstandige<br />

behandelcentra (ZBC’s) op. <strong>In</strong> de jaren negentig werd de groei van markt <strong>voor</strong><br />

zogenaamde privéklinieken nog krachtig door de overheid tegengewerkt, inmiddels<br />

is het aantal ZBC’s gegroeid van 30 in 2000 tot circa 180 centra in 2010. Veel ZBC’s<br />

zijn actief op het terrein van de routinematige electieve <strong>zorg</strong>. Veel ZBC’s hebben een<br />

contract met de verzekeraars, hierdoor kunnen <strong>zorg</strong>vragers op grote schaal <strong>voor</strong><br />

<strong>zorg</strong> in een ZBC terecht. Recent onderzoek laat ook zien dat ZBC’s steeds verder<br />

doordringen in de klassieke ziekenhuis<strong>zorg</strong> en nauw samen werken met andere<br />

<strong>zorg</strong>aanbieders op alle fronten zoals verwijzing, onderzoek en opleiding46. Kwaliteit,<br />

innovatiekracht en efficiency zijn kenmerkend <strong>voor</strong> ZBC’s. Een goed <strong>voor</strong>beeld is<br />

Alant Vrouw, zij richten zich op een specifieke doelgroep: bekkenbodemproblematiek.<br />

Het bestaande aanbod was onvoldoende in staat om invulling te geven aan deze<br />

<strong>zorg</strong>vraag, doordat het aanbod versnipperd was en multidisciplinaire samenwerking<br />

nodig is <strong>voor</strong> de invulling ervan. <strong>In</strong> het bestaande <strong>zorg</strong>aanbod werden <strong>zorg</strong>vragers<br />

veelal van het kastje naar de muur gestuurd.<br />

B&C. Zelfstandige Behandel Centra. 2011. Kwaliteit van <strong>zorg</strong>, efficiëntie en innovatiekracht.<br />

Naarden.<br />

50 Werken aan de Zorg<br />

Alant Vrouw<br />

De Patiënt Centraal?<br />

“Alant Vrouw maakt kwaliteit van <strong>zorg</strong> zichtbaar”<br />

Achtergrond<br />

Alant Vrouw is een Zelfstandig Behandel Centrum (ZBC) waar laag- en midden<br />

complexe <strong>zorg</strong> <strong>voor</strong> vrouwen met urogynaecologische klachten multidisciplinair<br />

wordt uitgeoefend. Het is het eerste medisch centrum in Nederland dat<br />

volledig gespecialiseerd is in de behandeling van bekkenbodemklachten. Een<br />

multidisciplinaire aanpak, dat wil zeggen dat diverse specialisten en paramedici, elk<br />

vanuit hun eigen achtergrond, bijdragen aan het verminderen van de klachten. Alant<br />

Vrouw werkt nauw samen met het UMC Utrecht, het AMC en VU medisch centrum<br />

en beschikt als eerste ZBC in Nederland over een stage opleidingserkenning van de<br />

MSRC (Medisch Specialisten Registratie Commissie).<br />

Aanleiding<br />

Veel vrouwen werden nog steeds niet of onvoldoende behandeld <strong>voor</strong> bekkenbodemproblematiek,<br />

ondanks dat het een veel<strong>voor</strong>komende aandoening is. De<br />

drempel was <strong>voor</strong> veel vrouwen hoog om hiermee naar hun arts te gaan. Daarnaast<br />

is veelal een multidisciplinaire benadering nodig, doordat klachten vaak veroorzaakt<br />

worden door een combinatie van problemen. <strong>In</strong> de praktijk betekende dit dat als<br />

vrouwen hulp zochten zij in een lang en vaak onderbroken proces terecht kwamen<br />

waarbij zij meerdere malen hun verhaal moesten doen of te horen kregen dat er<br />

niets aan te doen viel. Voor vrouwen zijn deze klachten zeer belastend. Het kan<br />

bij<strong>voor</strong>beeld een enorm sociaal isolement betekenen doordat ze de deur niet meer<br />

uit durven uit angst ‘het niet droog te houden.’ Uitgangspunt van Alant Vrouw is het<br />

organiseren van het <strong>zorg</strong>aanbod vanuit het perspectief van de klant.<br />

Werkwijze<br />

Alant Vrouw is ontstaan uit een samenwerking tussen een gynaecoloog –<br />

gespecialiseerd in bekkenbodemproblematiek – die zag dat veel <strong>patiënt</strong>en die<br />

geholpen konden worden van het kastje naar de muur werden gestuurd en een<br />

<strong>zorg</strong>ondernemer die de <strong>zorg</strong> vanuit het perspectief van de klant wilde inrichten.<br />

Alant Vrouw biedt alle <strong>zorg</strong> <strong>voor</strong> bekkenbodemklachten aan onder één dak.<br />

Patiënten worden onderzocht en begeleidt door een multidisciplinair team van<br />

gynaecologen, bekkenfysiotherapeuten, continentie-verpleegkundigen, een uroloog<br />

en een seksuoloog. Dit betekent dat <strong>patiënt</strong>en maar één keer hun verhaal hoeven<br />

te vertellen en snel terecht kunnen. Daarnaast werkt Alant Vrouw actief samen met<br />

verschillende academische centra, hierin wordt ook de toetsing en waarborging van<br />

kwaliteit als belangrijk onderdeel meegenomen. De multidisciplinaire aanpak, geen<br />

wachttijden, het opereren in dagbehandeling en het zichtbaar maken van de kwaliteit<br />

van de geleverde <strong>zorg</strong>, maken dat Alant Vrouw zich onderscheidt ten opzichte van<br />

andere <strong>zorg</strong>verleners in Nederland.<br />

51 Werken aan de Zorg


47}<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Resultaten<br />

<strong>In</strong> 2006 is Alant Vrouw door de Consumentenbond uitgekozen tot één van de<br />

beste <strong>zorg</strong>instellingen in Nederland <strong>voor</strong> de incontinentie<strong>zorg</strong> bij vrouwen. Het<br />

behandelresultaat is zeer goed: van de vrouwen die dagelijks incontinent waren, is<br />

bij Alant Vrouw bijna 93% volledig droog na een operatie ten opzichte van 66% in<br />

internationale studies waar meerdere centra bij betrokken waren. Van individuele<br />

centra in Nederland zijn deze percentages onbekend.<br />

De komst van Alant Vrouw heeft ook impact op andere <strong>zorg</strong>aanbieders. Enerzijds<br />

heeft het de toegankelijkheid van de specialistische gynaecologische <strong>zorg</strong> in<br />

universitaire centra verbeterd. De wachttijd <strong>voor</strong> een eerste consult algemene<br />

gynaecologie in het UMC Utrecht is bij<strong>voor</strong>beeld binnen een jaar teruggelopen<br />

van twee maanden naar vier weken. Naast de reductie in wachttijd <strong>voor</strong> een eerste<br />

polikliniek bezoek heeft de samenwerking ook positieve gevolgen <strong>voor</strong> de wachttijd<br />

<strong>voor</strong> operaties. Anderzijds, is het een prikkel geweest <strong>voor</strong> andere ziekenhuizen om<br />

multidisciplinaire bekkenbodempoli’s op te zetten. De <strong>zorg</strong>vrager heeft daarmee een<br />

centrale rol gekregen in de inrichting van het <strong>zorg</strong>aanbod.<br />

De <strong>zorg</strong> wordt niet alleen kwalitatief hoogwaardig aangeboden, ook worden door<br />

de toepassing van moderne technieken steeds meer operaties in dagbehandeling<br />

gedaan: 96% ten opzichte van 48% landelijk47. Hierdoor wordt de <strong>zorg</strong> ook<br />

doelmatiger aangeboden en kan een vrouw al binnen twee weken na het stellen van<br />

de diagnose geopereerd worden.<br />

Uit de analyse van de marktaandeel van incontinentiebehandeling (zie pagina<br />

15) blijkt dat in de periode 2006-2009 het marktaandeel van Alant Vrouw is<br />

toegenomen van 0,9% naar 2,0% van alle incontinentie behandelingen. De groei in<br />

marktaandeel is de op twee naar hoogste van alle <strong>zorg</strong>aanbieders. Dit laat zien dat<br />

veel nieuwe <strong>patiënt</strong>en hebben gekozen <strong>voor</strong> Alant Vrouw. Het totale marktaandeel<br />

van Alant Vrouw in alle incontinentiebehandelingen behoort ook tot de top 10 van<br />

alle aanbieders.<br />

Rol beleid<br />

De verandering in de Zvw, met keuzevrijheid van de verzekerde, is van invloed geweest.<br />

Voorheen beperkten de contacten tussen Alant Vrouw en de <strong>zorg</strong>verzekeraars zicht<br />

tot het continu matchen en interpreteren van regelgeving, tarieven en tabellen. De<br />

aandacht ging niet zozeer uit naar inhoud, maar <strong>voor</strong>al naar de vorm en inrichting<br />

van de samenwerking. De nieuwe uitgangspunten van de nieuwe Zvw maken het<br />

mogelijk dat Alant Vrouw contracten kan afsluiten met oog <strong>voor</strong> de differentiatie<br />

en inhoud van de <strong>zorg</strong>. Hierdoor kunnen zij zich op een positieve manier – aandacht<br />

<strong>voor</strong> kwaliteit en inhoud van de <strong>zorg</strong> – in de markt onderscheiden. <strong>In</strong> 2009 leidde dit<br />

tot een officiële erkenning van Alant Vrouw als <strong>voor</strong>keursaanbieder van Achmea en<br />

in 2010 ook van Agis.<br />

http://www.alantvrouw.nl<br />

Bewerkingen en analyse DIS-data 2006-2009 door Plexus<br />

52 Werken aan de Zorg<br />

4.1.2<br />

48}<br />

49}<br />

Trend: Marktaandeel<br />

De Patiënt Centraal?<br />

De introductie van marktwerking in de <strong>zorg</strong> heeft tot doel de concurrentie en<br />

daarmee de kwaliteit en doelmatigheid te stimuleren. Een uiting van concurrentie<br />

kan gevonden worden in de verschuiving in marktaandelen van verschillende<br />

<strong>zorg</strong>aanbieders. <strong>In</strong> een vergelijking tussen algemene ziekenhuizen concludeerde de<br />

NVZ dat de grotere ziekenhuizen in de grote steden hun marktaandeel hebben zien<br />

stijgen, en de kleinere ziekenhuizen hun marktaandeel hebben zien dalen48. Het<br />

gaat om gebieden waar meerdere <strong>zorg</strong>aanbieders gevestigd zijn en daarom relatief<br />

veel keuze is. Deze verschuiving is aanzienlijk en tot wel 15%. Het onderzoek wees<br />

ook uit dat 60% van de <strong>patiënt</strong>en niet <strong>voor</strong> het dichtstbijzijnde ziekenhuis kiest in de<br />

grote steden. Op landelijk niveau kiest gemiddeld 40% op basis van andere factoren<br />

dan afstand. Planbare <strong>zorg</strong> is het meest geschikt <strong>voor</strong> toenemend keuzegedrag,<br />

de grootste verschuivingen waren dan ook te zien in orthopedie, oogheelkunde en<br />

dermatologie.<br />

<strong>In</strong> dit onderzoek hebben we een analyse gemaakt van (de verschuiving van) het<br />

marktaandeel van verschillende aandoeningen in het B-segment: borstverkleining,<br />

fertiliteit, incontinentie, totale heupprothese (TPH) en cerebro vasculair accident<br />

(CVA). <strong>In</strong> de analyse wordt marktaandeel gezien als het percentage behandelingen<br />

van een bepaalde aandoening dat een instelling uitvoert ten opzichte van het<br />

totaal aantal uitgevoerde behandelingen per jaar in Nederland. Voor de hierboven<br />

genoemde vier aandoeningen is met behulp van productiegegevens uit het DBC<br />

<strong>In</strong>formatie Systeem (DIS) het marktaandeel per jaar berekend in de periode 2006<br />

tot en met 2009. Tevens zijn de verschuivingen in marktaandeel in de periode<br />

2006-2009 berekend. De onderliggende hypotheses zijn dat: 1) de spreiding<br />

van marktaandeel in het B-segment toeneemt en 2) organisaties waarvan het<br />

marktaandeel (sterk) toeneemt, positieve resultaten laten zien op indicatorscores of<br />

<strong>patiënt</strong>gerichte initiatieven. De laatste hypothese hebben we kwalitatief onderzocht,<br />

omdat dit kwantitatief nog niet mogelijk is.<br />

<strong>In</strong> de onderstaande figuur is de gemiddelde verschuiving in marktaandeel in de<br />

periode 2006 tot en met 2009 weergegeven. Het gaat om de gemiddelde stijging<br />

in marktaandeel indien gestegen en de gemiddelde daling in marktaandeel indien<br />

gedaald.<br />

Bij fertiliteit en incontinentie is de gemiddelde stijging hoger dan de gemiddelde<br />

daling, dit is waarschijnlijk het resultaat van meerdere instellingen die <strong>patiënt</strong>en<br />

‘verliezen’ aan één of meerdere specifieke instellingen. Voor fertiliteitsbehandelingen<br />

komt uit de analyses naar voren dat de grootste stijgingen in marktaandeel<br />

<strong>voor</strong>komen bij ZBC’s.49 Zij laten een verdubbeling van hun marktaandeel zien en<br />

Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (2010) Zorg <strong>voor</strong> baten: brancherapport<br />

algemene ziekenhuizen 2010<br />

Het berekende marktaandeel van ZBC’s is mogelijk een onderschatting zijn van de<br />

werkelijkheid, aangezien de productiegegevens van ZBC’s in de DIS database in de<br />

meetperiode mogelijk niet altijd volledig zijn.<br />

53 Werken aan de Zorg


Figuur 13<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

behoren in 2009 tevens tot de top 6 aanbieders met het grootste marktaandeel.<br />

Bij incontinentie hebben <strong>zorg</strong>aanbieders die in marktaandeel stijgen allen een<br />

specifieke incontinentie-poli. Dit wijst erop dat het <strong>patiënt</strong>gericht invullen van <strong>zorg</strong><br />

daadwerkelijk <strong>patiënt</strong>en kan aantrekken. Zeker gezien <strong>voor</strong> de geselecteerde<br />

aandoeningen het grootste marktaandeel tussen 2,5 en 5% ligt.<br />

Wat opvalt, is dat <strong>voor</strong> CVA een vergelijkbare verschuiving in marktaandeel te zien<br />

is, <strong>voor</strong> een acute aandoening lag dit niet in de lijn der verwachting. Een mogelijke<br />

verklaring hier<strong>voor</strong> zijn de hervormingen in de inrichting van acute <strong>zorg</strong>, <strong>voor</strong>namelijk<br />

CVA. <strong>In</strong> de meetperiode zijn concepten als stroke units en stroke services in<br />

toenemende mate geïntroduceerd. Deze ontwikkeling kan <strong>zorg</strong>en <strong>voor</strong> een grotere<br />

verschuiving in marktaandeel tussen ziekenhuizen.<br />

Gemiddelde positieve en negatieve verschuiving<br />

marktaandeel tussen 2006 en 2009<br />

Borstverkleining<br />

0,60% 0,48%<br />

0,40%<br />

0,20%<br />

0,00%<br />

-0,20%<br />

-0,40%<br />

-0,60%<br />

-0,47%<br />

Fertiliteit<br />

<strong>In</strong>continentie<br />

0,26%<br />

-0,19%<br />

0,33%<br />

-0,22%<br />

Geiddeld +<br />

Geiddeld -<br />

Onderstaande figuren geven de totale verschuiving in marktaandeel per aandoening<br />

in de periode 2006-2009 weer. Elk balkje stelt een afzonderlijke <strong>zorg</strong>instelling <strong>voor</strong>.<br />

<strong>In</strong> de figuur <strong>voor</strong> fertiliteitsbehandeling is te zien dat een klein aantal aanbieders<br />

flink is gegroeid en een groot aantal aanbieders licht gedaald, ondanks dat <strong>voor</strong><br />

fertiliteitsbehandeling de gemiddelde verschuiving in marktaandeel lager was dan<br />

<strong>voor</strong> de andere aandoeningen. Dit duidt erop dat individuele aanbieders <strong>patiënt</strong>en<br />

aantrekken van een groter aantal verschillende aanbieders om hen heen. Voor<br />

borstverkleining geldt dat de verschuiving in z’n totaliteit groter is, maar deze is minder<br />

geconcentreerd bij een beperkt aantal aanbieders. <strong>In</strong>continentiebehandelingen<br />

volgt een redelijk evenwichtige verdeling in verlies c.q. winst in marktaandeel. Voor<br />

CVA ligt het zwaartepunt iets meer richting winst in marktaandeel, waarschijnlijk<br />

THP<br />

0,26%<br />

-0,27%<br />

CVA<br />

0,26%<br />

-0,21%<br />

Figuur 14<br />

als gevolg van de hierboven beschreven ontwikkelingen in de spoedeisende <strong>zorg</strong>.<br />

Marktaandelen in totale heupvervangingen lijken beperkt in beweging te zijn,<br />

ondanks dat de orthopedie wordt gezien als een specialisme waar marktwerking<br />

meer mogelijkheden heeft.<br />

Verschuivingen marktaandeel fertiliteitsbehandeling, borstverkleining,<br />

incontinentiebehandeling, CVA en THP<br />

54 Werken aan de Zorg 55<br />

Werken aan de Zorg


4.1.3<br />

Figuur 15<br />

50}<br />

Wachttijden<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

<strong>In</strong> het eerste rapport van Werken aan de Zorg – Kosten & Kwaliteit – hebben we een<br />

analyse gemaakt van de ontwikkeling van de wachttijden in ziekenhuizen, de ggz en<br />

VV&T. De hypothese is een toename van de vraagsturing <strong>zorg</strong>t <strong>voor</strong> een afname van<br />

de wachttijden.<br />

<strong>In</strong> ziekenhuizen lijken de gemiddelde wachttijden de afgelopen jaren te zijn<br />

afgenomen. De gemiddelde wachttijd <strong>voor</strong> bij<strong>voor</strong>beeld een meerdaagse opname<br />

totale knie is gedaald van 13,1 weken in 2005 naar 10 weken in 200750.<br />

Gemiddelde wachttijden meerdaagse<br />

De analyse in de ggz laat zien dat ondanks de aanzienlijke stijging van de <strong>zorg</strong>vraag,<br />

de wachttijd <strong>voor</strong> individuele <strong>patiënt</strong>en gelijk blijft met gemiddeld ongeveer 10 weken<br />

tot start behandeling. Dit duidt op mogelijke operationele verbeteringen in de GGZ<br />

(zie verder ook Werken aan de Zorg – Kosten en Kwalieit).<br />

NZa. 2008. Monitor ziekenhuis<strong>zorg</strong> 2008, een analyse van de marktontwikkelingen<br />

in het B-segment 2008, Nederlandse Zorgautoriteit.<br />

56 Werken aan de Zorg 57<br />

Werken aan de Zorg<br />

4.1.4<br />

4.1.4.1<br />

4.1.4.2<br />

4.1.4.3<br />

Goede Voorbeelden: Patiëntgerichtheid van het aanbod<br />

<strong>In</strong> de jaren na de stelselwijziging is er veel aandacht besteed aan de verbetering van<br />

de <strong>patiënt</strong>gerichtheid in de <strong>zorg</strong>. Op allerhande manieren wordt het aanbod opnieuw<br />

vormgegeven. Een belangrijke onderliggende beweegreden <strong>voor</strong> aanbieders is<br />

dat zij een aantrekkelijk partij willen zijn <strong>voor</strong> de klant. Ondanks dat het nog de<br />

vraag is in hoeverre klanten echt keuzes maken in <strong>zorg</strong> (zie paragraaf XX), wordt<br />

uit de onderstaande <strong>voor</strong>beelden duidelijk dat dit een belangrijke prikkel vormt <strong>voor</strong><br />

herinrichting van het aanbod. Er zijn verschillende invalshoeken te onderscheiden<br />

waarlangs <strong>zorg</strong>aanbieders de <strong>patiënt</strong>gerichtheid van hun aanbod vergroten:<br />

zichtbare kwaliteit, toegankelijkheid van de <strong>zorg</strong> en service (aansluiten bij wensen en<br />

verwachtingen). Hieronder worden verschillende ‘goede <strong>voor</strong>beelden’ beschreven<br />

aan de hand van de verschillende invalshoeken.<br />

Zichtbare kwaliteit<br />

Zorgaanbieders dienen binnen de nieuwe verhoudingen een aantrekkelijke partij<br />

te worden <strong>voor</strong> de <strong>zorg</strong>vragers. <strong>In</strong> dit kader zijn zichtbaarheid en transparantie van<br />

kwaliteit centrale thema’s.<br />

Toegankelijkheid<br />

Het verbeteren van de doorstroming en toegankelijkheid van de <strong>zorg</strong> is in een aantal<br />

goede <strong>voor</strong>beelden terug te vinden. Dit gebeurt zowel binnen de organisatie in de<br />

vorm van <strong>zorg</strong>paden, maar ook in de <strong>zorg</strong>keten bij chronisch zieken. Nieuwe vormen<br />

van <strong>zorg</strong>, ondersteund door ICT, zijn ook een mogelijkheid om de toegankelijkheid en<br />

daarmee de <strong>patiënt</strong>gerichtheid van de <strong>zorg</strong> te vergroten.<br />

De afgelopen jaren zijn er veel verschillende regionale initiatieven en samenwerkingsverbanden<br />

ontstaan om de <strong>zorg</strong> <strong>voor</strong> mensen met een chronische aandoening een<br />

samenhangend aanbod van <strong>zorg</strong> te kunnen bieden. Uitgangspunt is veelal het<br />

bieden van kwalitatieve kleinschalige <strong>zorg</strong> vanuit het <strong>patiënt</strong>enperspectief, rondom<br />

de <strong>patiënt</strong> door persoonlijke benadering en <strong>zorg</strong> op maat. Hieronder staat een keten<br />

<strong>voor</strong> COPD <strong>patiënt</strong>en beschreven.<br />

Service<br />

Aansluiten bij de wensen van de klant is een essentieel onderdeel als het gaat om<br />

<strong>patiënt</strong>gerichtheid van de <strong>zorg</strong>. De ‘<strong>patiënt</strong> centraal’ is een thema dat veelvuldig<br />

terugkomt in jaarplannen en visiedocumenten van <strong>zorg</strong>organisaties. Het in de<br />

praktijk brengen van deze slogan is echter nog een ander verhaal. De onderstaande<br />

<strong>voor</strong>beelden laten zien hoe organisaties dit daadwerkelijk hebben aangepakt.


Sint Jacob<br />

De Patiënt Centraal?<br />

“Bijna 40 procent meer tijd <strong>voor</strong> de cliënt wordt gerealiseerd in minder<br />

dan 2 jaar bij Stichting Sint Jacob.”<br />

Aanleiding<br />

Stichting Sint Jacob is een verpleging en ver<strong>zorg</strong>ing instelling en heeft acht<br />

<strong>zorg</strong>centra en verpleeghuizen in Haarlem, Bloemendaal, Overveen en Heemstede.<br />

Ook levert de stichting <strong>zorg</strong> en diensten aan wijkbewoners, variërend van thuis<strong>zorg</strong>,<br />

revalidatie en behandeling tot het organiseren van allerhande activiteiten en<br />

uitstapjes. <strong>In</strong> 2008 werd het besef steeds groter dat de AWBZ op de schop gaat<br />

en flinke bezuinigingen <strong>voor</strong> de deur staan. De organisatie besluit om in te spelen<br />

op de toekomst, zonder dat zij op dat moment in de financiële problemen zitten. Op<br />

deze manier kan er meer tijd worden besteed aan het veranderproces. Stichting Sint<br />

Jacob gaat een veranderproces in met als doel meer <strong>zorg</strong> te leveren met dezelfde<br />

middelen.<br />

Werkwijze Sint Jacob<br />

Startpunt is een quickscan van de organisatie, deze biedt inzicht in de effectiviteit<br />

van processen op de werkvloer. Verschillende uitkomstmaten worden hierbij<br />

gemeten op het gebied van zowel kosten als kwaliteit, zoals ziekteverzuim,<br />

CQ-index, <strong>zorg</strong>inhoudelijke indicatoren, financiële resultaten en percentage direct<br />

cliëntgebonden tijd. Direct cliëntgebonden tijd is het percentage van de tijd dat wordt<br />

besteed aan cliëntencontact. Vooral op dit gebied lagen de verbetermogelijkheden,<br />

aangezien de behandelaars gemiddeld 54 procent van hun tijd aan direct contact<br />

met de cliënt besteedden.<br />

Per afdeling zijn verschillende verbeterdoelen gesteld. De direct cliëntgebonden<br />

tijd werd de rode draad door de gehele organisatie. Het verbeterdoel was dat de<br />

direct cliëntgebonden tijd minimaal 70 procent is <strong>voor</strong> praktisch alle afdelingen.<br />

Om de doelen te bereiken werden workshops met werknemers georganiseerd. <strong>In</strong><br />

de workshops worden goede werkwijzen gedeeld, en nieuwe, betere werkwijzen<br />

bedacht. Het resultaat van de workshops was een variatie aan verbeterplannen,<br />

zoals het aanpassen van roosters en het handiger opbergen van sleutels.<br />

Resultaten eerste meting<br />

Begin 2009 – een jaar later – is het percentage cliëntgebonden tijd opnieuw<br />

gemeten en afgezet tegen de nulmeting. Het percentage cliëntencontact was<br />

gestegen tot 61 procent, dit lag echter nog onder het verbeterdoel. Daarnaast waren<br />

er grote verschillen tussen afdelingen; een kleine meerderheid is sterk verbeterd,<br />

maar de rest is gelijk gebleven of zelfs achteruit gegaan. Enkele afdelingen zaten<br />

nog op een gemiddelde 40 procent. Ook op de andere uitkomstmaten waren de<br />

verbeteringen nog niet naar tevredenheid.<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Vervolg werkwijze<br />

De teleurstellende resultaten werden echter gebruikt als motivatie om vérder te gaan.<br />

Niet alleen bij de Raad van Bestuur, maar ook lager in de organisatie. Een belangrijke<br />

verandering is het besef dat het niet alleen om cijfers gaat, maar juist om de kwaliteit<br />

van <strong>zorg</strong>. Na een evaluatie van het veranderproces tot nu toe komen een aantal<br />

maatregelen naar voren die genomen moeten worden, bij<strong>voor</strong>beeld het aanpassen<br />

van roosters en invoeren van een standaard model om decubitus te <strong>voor</strong>komen. Bij<br />

de implementatie wordt ditmaal gekozen <strong>voor</strong> een meer directieve aanpak, wat een<br />

strakke sturing en verplichte hulp betekent. Afdelingen die achterblijven op bepaalde<br />

uitkomstmaten worden extra ondersteund, opdrachten worden minder vrijblijvend en<br />

resultaten worden periodiek teruggekoppeld. Alle verbeteracties zijn vastgelegd in<br />

één plan.<br />

Resultaten tweede meting<br />

Eind 2009 laat een nieuwe meting zeer positieve resultaten zien: de direct<br />

cliëntgebonden tijd is gestegen van gemiddeld 54 naar 74 procent, een verbetering<br />

van bijna 40 procent. De resultaten verschillen nog steeds per afdeling, maar overal<br />

is een verbetering te zien. Hetzelfde geldt <strong>voor</strong> de <strong>zorg</strong>inhoudelijke indicatoren.<br />

De intensieve periode van verandering is inmiddels afgesloten, maar de afspraken<br />

die zijn gemaakt blijven hoog op de agenda staan en worden scherp in de gaten<br />

gehouden. Resultaten worden continu gemeten en teruggekoppeld.<br />

58 Werken aan de Zorg<br />

59 Werken aan de Zorg


VanBoeijen<br />

De Patiënt Centraal?<br />

“Vanuit je eigen kracht de dialoog aan gaan met cliënten, verwanten,<br />

collega’s en ondersteunende diensten’ om tot oplossingen te komen.<br />

Anders kijken, anders denken, anders doen.”<br />

Achtergrondinformatie<br />

VanBoeijen biedt in Drenthe en daarbuiten <strong>zorg</strong> en begeleiding aan mensen met<br />

een verstandelijke handicap. Daarbij gaat VanBoeijen uit van wat iemand kan en<br />

wil, samen met ouders, met begeleiders, met elkaar. Samen werken aan persoonlijk<br />

perspectief, vanuit inspirerend partnerschap met cliënten, hun verwanten en<br />

medewerkers is de missie van VanBoeijen. Om hier invulling aan te geven zijn zij in<br />

2007 gestart met de Expeditie 2012. Hierin werd onderzocht wat een ‘Goed leven’<br />

<strong>voor</strong> cliënten en ‘Mooi werk’ <strong>voor</strong> medewerkers betekent. Op vrijwel elke locatie is<br />

gesproken met cliënten en familie over ‘Goed leven’ en met teams en medewerkers<br />

over ‘Mooi werk’. Het werken hieraan houdt nooit op, want waar mensen wonen en<br />

werken, blijven altijd wensen. Er is gezocht naar een manier waarop iedereen (mede)<br />

zeggenschap heeft over de dingen die hij of zij belangrijk vindt: cliënten, verwanten<br />

en medewerkers. Om dit te kunnen bereiken is VanBoeijen in 2010 gestart met<br />

Regie op locatie: een manier van werken die er<strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>t dat elke locatie, binnen<br />

afgesproken kaders, zelf de touwtjes in handen krijgt.<br />

Manier van werken<br />

Met Regie op locatie (ROL) wil VanBoeijen de regie laag in de organisatie neerleggen<br />

en dicht bij de cliënten en verwanten. Hiermee willen zij bereiken dat:<br />

cliënten invloed hebben op de keuzes die binnen een locatie gemaakt worden<br />

verwanten meedenken en meebeslissen binnen een locatie, bij<strong>voor</strong>beeld via de<br />

lokale verwantenraad en via vertegenwoordiging in de locatieraad<br />

medewerkers meedenken en meebeslissen mee binnen een locatie, zoals via hun<br />

werkoverleg en via vertegenwoordiging in de locatieraad<br />

De teamleider is ‘regisseur’. Hij of zij neemt samen met de locatieraad de besluiten<br />

binnen een locatie. Op elke locatie is / wordt een locatieraad ingericht, met daarin<br />

in elk geval verwanten en de teamleider en waar mogelijk ook medewerkers.<br />

Medewerkers en verwanten gaan samen methodisch aan de slag om continu te<br />

kijken wat er op hun eigen locatie of afdeling beter kan. Ook worden onderwerpen<br />

op regio- en organisatieniveau opgepakt. Om locaties zo goed mogelijk te kunnen<br />

ondersteunen, wordt er een nieuwe vorm van ondersteuning vormgegeven. Dit<br />

noemen we het servicelabel. Leidinggevenden en directe ondersteuners worden<br />

opgeleid om ROL goed te kunnen ondersteunen en vanuit hun nieuwe rol te kunnen<br />

werken. Elke locatie wordt intensief gecoacht door zogenaamde ‘Regie-op-locatieexperts’<br />

(ROL-experts). Hierbij wordt uitgegaan van concrete doelen:<br />

De Patiënt Centraal?<br />

60 Werken aan de Zorg<br />

61 Werken aan de Zorg<br />

<br />

<br />

<br />

Wat willen we bereiken op de locatie? (resultaten)<br />

Hoe doen we dat nu en hoe kunnen we dat handiger doen? (procesoptimalisatie)<br />

Hoe werken we daarin vanuit eigen kracht met elkaar samen? (houding en gedrag)<br />

Het ROL-model is door VanBoeijen zelf ontwikkeld en gaat uit van de LEAN. De<br />

LEAN aanpak zet de klant centraal in alle bedrijfsprocessen. Het biedt inzicht in<br />

sturingsmogelijkheden en creëert eigenaarschap. Tussen 2010 en 2012 moet<br />

het model op alle locaties de basis worden van het werken. Cliënten, familie en<br />

medewerkers zijn hier samen mee aan de slag.<br />

Resultaten<br />

ROL wordt geleidelijk uitgerold en vormgegeven binnen de verschillende locaties<br />

van Vanboeijen. <strong>In</strong>middels is in een groot [XX# of XX%] aantal locaties een<br />

locatieraad opgericht. Een locatieraad is vergelijkbaar met een dagelijks bestuur.<br />

Een afvaardiging van verwanten en medewerkers hebben zitting, de teamleider is<br />

de regisseur. De locatieraad vormt een eigen visie op goed leven en mooi werk en<br />

beslist in partnerschap wat er gebeurt. Hier<strong>voor</strong> zijn per locatie kritieke prestatie<br />

indicatoren (KPI) ingevoerd: cliëntbezetting, aantal uren inzet van medewerkers,<br />

ziekteverzuim, klanttevredenheid en medewerkerstevredenheid. Een locatie kan ook<br />

eigen indicatoren hebben geformuleerd. De locatieraad is ook verantwoordelijk <strong>voor</strong><br />

de begroting.<br />

> Hoe ervaren cliënten/ verwanten en medewerkers deze nieuwe aanpak?<br />

> Zijn er nog andere gegevens die iets zeggen over de resultaten van ROL? Bijv.<br />

Klanttevredenheid?<br />

Beleid overheid<br />

<strong>In</strong> <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>!, een stimuleringsprogramma van Vilans (kenniscentrum langdurige<br />

<strong>zorg</strong>) en het ministerie van VWS, ondersteunt Vanboeijen met kennis en praktische<br />

ondersteuning bij dit veranderingstraject.<br />

http://www.vanboeijen.nl/


Winnock<br />

De Patiënt Centraal?<br />

“Winnock is onderscheidend door een unieke werkwijze en al jaren<br />

marktleider op het gebied van duurzame re-integratie.”<br />

Aanleiding<br />

Winnock is een re-integratie bedrijf dat cliënten helpt die door langdurige<br />

gezondheidsklachten niet functioneren zoals ze dat zelf graag willen, verzuimen of<br />

dreigen te verzuimen. Winnock is rond 1985 oorspronkelijk begonnen als Rug Advies<br />

Centrum. Een orthopeed vond dat <strong>patiënt</strong>en onvoldoende werden geholpen en dat<br />

alleen opereren niet de oplossing was. Achterliggende gedachte is dat alles een rol<br />

speelt bij het in stand houden van klachten. <strong>In</strong> het huidige aanbod is onvoldoende<br />

aandacht <strong>voor</strong> vertaling van klachten naar de levensstijl. Wat zijn de mogelijkheden,<br />

in plaats van de nadruk te leggen op wat er niet meer kan. De vraag naar de trajecten<br />

van Winnock is groot en neemt toe, door de toename van chronisch zieken en de<br />

werkdruk blijft alleen maar stijgen. Winnock <strong>voor</strong>ziet op een unieke manier in deze<br />

<strong>zorg</strong>vraag. Momenteel zijn er 10 vestigingen door heel Nederland en is Winnock een<br />

formele <strong>zorg</strong>instelling sinds eind 2009.<br />

Werkwijze<br />

Professionals van de verschillende betrokken disciplines (medisch specialist,<br />

psycholoog, re-integratiedeskundige en bewegingsdeskundige) werken nauw<br />

met elkaar samen. De behandelingen zijn multidisciplinair en poliklinisch. Vanuit<br />

een holistische benadering worden alle factoren – medische, mentale, sociale en<br />

emotionele – integraal in de behandeling betrokken. Het doel van de behandeling<br />

wordt door de <strong>patiënt</strong> zelf vastgesteld, waarna klachtonafhankelijk functioneren<br />

wordt bereikt en de zelfredzaamheid wordt vergroot. Patiënten kunnen snel<br />

starten met een uitgebreide intake, waarna een intensieve behandelfase volgt.<br />

De behandelingen zijn een combinatie van individuele en groepsverbanden. Met<br />

een persoonlijk opbouwschema wordt tijdens de behandelfase het functioneren<br />

volledig hervat, meestal binnen 2-3 maanden. Na de intensieve behandelfase<br />

wordt gedurende 1 jaar na<strong>zorg</strong> geboden. Voorbeelden van klachten waarmee<br />

cliënten bij Winnock komen zijn rugklachten, RSI/CANS, vermoeidheidsklachten/<br />

CVS, fibromyalgie, psychische problematiek (burn-out etc.) en moeheid/angst na<br />

hartrevalidatie of behandeling van kanker.<br />

Patiëntgerichte <strong>zorg</strong><br />

De <strong>zorg</strong> is zoveel mogelijk <strong>patiënt</strong>gericht ingevuld. Ten eerste stelt de <strong>patiënt</strong> eigen<br />

doelen, dit kan volledige werkhervatting, maar ook meer plezier in het leven zijn.<br />

Diezelfde <strong>patiënt</strong> bepaalt achteraf of deze doelen ook daadwerkelijk zijn behaald.<br />

Ook het interdisciplinaire werken van professionals is bijzonder, zij werken om de<br />

<strong>patiënt</strong> heen, en zijn goed van elkaar op de hoogte. De <strong>patiënt</strong> wil zo snel mogelijk<br />

geholpen worden, daarom wordt de toegangstijd zo laag mogelijk gehouden en<br />

heeft de behandeling een doorlooptijd van 1-3 weken. Hierna is gedurende één jaar<br />

na<strong>zorg</strong> beschikbaar. Tot slot, heeft de <strong>patiënt</strong> volledig inzicht in het traject en weet<br />

wat hem te wachten staat.<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Afspraken met <strong>zorg</strong>verzekeraars<br />

Winnock Zorg is onderdeel van Winnock en is een door het ministerie van VWS<br />

erkend medisch specialistische instelling. Daarom hebben ze in 2010 <strong>voor</strong> het<br />

eerst afspraken met <strong>zorg</strong>verzekeraars gemaakt. Datgene wat normaal door de<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraar wordt vergoed, wordt ook bij het behandeltraject van Winnock<br />

vergoed door de <strong>zorg</strong>verzekering. Daarnaast is er ook een re-integratie gedeelte in<br />

de behandeling dat grotendeels door de werkgever wordt gefinancierd.<br />

Winnock gaat prestatie afspraken aan met de <strong>zorg</strong>verzekeraar, dit is vernieuwend<br />

<strong>voor</strong> een <strong>zorg</strong>instelling. Ten eerste bieden zij de verzekeraars behandelingen aan<br />

<strong>voor</strong> slechts 50% van de DBC tarieven <strong>voor</strong> revalidatie. Winnock maakt simpelweg<br />

minder kosten, en kunnen dit daarom goedkoper bereiken. Daarnaast geven ze een<br />

garantie op succesvolle afronding van de behandeling. <strong>In</strong>dien niet succesvol biedt<br />

Winnock gratis een 2e behandeling aan en betalen (sommige) verzekeraars maar<br />

gedeeltelijk de kosten van de initiële behandeling. Hierin is ruimte <strong>voor</strong> verzekeraars<br />

om te onderhandelen. De meeste <strong>zorg</strong>verzekeraars reageren hier positief op, andere<br />

moeten nog over een drempel om in hun ogen ‘commerciële <strong>zorg</strong>’ in te kopen.<br />

Resultaten<br />

Winnock is al jaren marktleider op het gebied van duurzame re-integratie. Op dit<br />

moment zijn meer dan 35.000 <strong>patiënt</strong>en succesvol behandeld; zij hebben de draad<br />

weer opgepakt en zijn terug aan het werk. Uit onderzoek blijkt dat 4 jaar na de<br />

behandeling 95% nog steeds werkzaam is, de gezondheid vergelijkbaar aan die van<br />

de gemiddelde Nederlander, en het verzuim genormaliseerd is. De <strong>zorg</strong>consumptie<br />

wordt ongeveer 60-80 procent gereduceerd. Dit zijn kosten bij de huisarts,<br />

ziekenhuis<strong>zorg</strong> en medicatie. Dit betekent een flinke slag in doelmatigheid <strong>voor</strong> de<br />

gezondheids<strong>zorg</strong>, maar ook <strong>voor</strong> de arbeidsmarkt. Het merendeel van de effecten<br />

worden echter al behaald na de intensieve fase, dit blijkt uit de SF-36 vragenlijst<br />

die Winnock op dat moment en na 1 jaar afneemt. Ook na 4 jaar zijn deze resultaten<br />

nog steeds aanwezig. Cliënten en werkgevers zijn erg positief over de trajecten, en<br />

waarderen Winnock met een hoge score van 7,6. Daarnaast beveelt 90% van de<br />

opdrachtgevers Winnock aan hun relaties.<br />

Beleid<br />

De klassieke <strong>zorg</strong>bekostiging is niet gemakkelijk toe te passen op de <strong>zorg</strong>verlening<br />

van Winnock. Dit heeft <strong>voor</strong>al te maken met het multidisciplinaire karakter van<br />

de behandeling. De betrokken specialismen zijn niet uit elkaar te trekken, alleen<br />

het totaal is te beschrijven. Ook zijn er geen andere partijen om ‘af te kijken’. De<br />

revalidatie DBC werkt namelijk met gecombineerde tarieven. De introductie van het<br />

B-segment maakt het mogelijk dat <strong>zorg</strong>verzekeraars <strong>zorg</strong> inkopen bij Winnock en<br />

hierover onderhandelen. Winnock kan zich in deze onderhandelingen onderscheiden<br />

door scherpe tarieven te bieden en garantie op resultaat.<br />

http://www.winnock.nl/<br />

62 Werken aan de Zorg<br />

63 Werken aan de Zorg


Deventer Ziekenhuis<br />

De Patiënt Centraal?<br />

“Het Deventer ziekenhuis richt haar colorectale <strong>zorg</strong>pad<br />

in rondom de <strong>patiënt</strong>.”<br />

Aanleiding<br />

<strong>In</strong> het Deventer Ziekenhuis is in 2001 een aanzet gemaakt tot het vastleggen van de<br />

oncologische <strong>zorg</strong>paden. <strong>In</strong> 2009 zijn de bestaande <strong>zorg</strong>paden in samenwerking met<br />

het IKNO bestudeerd en herzien. Vanaf januari 2010 is het <strong>zorg</strong>pad <strong>voor</strong> <strong>patiënt</strong>en<br />

met een colorectaal carcinoom volledig operationeel.<br />

Het beschrijven van het colorectale <strong>zorg</strong>pad heeft geleid tot een <strong>voor</strong> alle betrokken<br />

professionals generiek systeem van diagnostiek, behandeling en na<strong>zorg</strong>. Het is<br />

een format <strong>voor</strong> de inhoud van de <strong>voor</strong>lichting, en biedt de mogelijkheid structurele<br />

inefficiënties te signaleren en op te lossen.<br />

De verbetering<br />

Van oudsher was de <strong>zorg</strong> verticaal georganiseerd, dus rondom ieders specialisme.<br />

Ook <strong>voor</strong> de <strong>patiënt</strong> was dit overzichtelijk want er was één hoofdbehandelaar die<br />

verantwoordelijk was <strong>voor</strong> één traject. Echter, de behandelingen zijn in toenemende<br />

mate multidisciplinair geworden waardoor meerdere behandelaars zijn betrokken<br />

bij één traject. Therapieën zijn geïntegreerd en de <strong>zorg</strong> moet eigenlijk 90 graden<br />

kantelen. De behandeling is horizontaal en loopt dwars door de verschillende<br />

disciplines heen.<br />

Het besef tot kanteling van de <strong>zorg</strong> heeft al jaren geleden in Deventer geleid tot een<br />

gemeenschappelijke klinische afdeling MDL-Gastrointestinale Chirurgie. <strong>In</strong> eerste<br />

instantie werden plaatsen op de gastro-intestinale chirurgische poli gereserveerd<br />

om urgente gevallen <strong>voor</strong>rang te kunnen geven. Later werd in het verlengde hiervan<br />

het <strong>zorg</strong>pad beschreven en ingericht. De meeste <strong>zorg</strong> is namelijk gewoon planbaar.<br />

Het <strong>zorg</strong>pad<br />

Het ontwerpen en beschrijven van het <strong>zorg</strong>pad maakt <strong>zorg</strong> <strong>voor</strong> de <strong>patiënt</strong> inzichtelijk<br />

en controleerbaar. Alle <strong>patiënt</strong>en met een mogelijk colon- of rectumcarcinoom<br />

komen in het <strong>zorg</strong>pad. Wanneer zij voldoen aan de entreecriteria, worden zij<br />

doorverwezen door de huisarts en kunnen zij binnen maximaal 5 werkdagen terecht<br />

in het ziekenhuis. Vervolgens wordt op korte termijn de diagnose gesteld, zodat de<br />

<strong>patiënt</strong> weet waar hij aan toe is. Alle betrokken <strong>zorg</strong>verleners hebben hun afspraken<br />

op elkaar hebben afgestemd en bespreken wekelijks hun <strong>patiënt</strong>en. Door slimme<br />

planning kunnen de onderzoeken snel en aansluitend plaatsvinden, waardoor binnen<br />

2 weken alle uitslagen bekend zijn.<br />

Een regieverpleegkundige binnen het <strong>zorg</strong>pad borgt coördinatie en continuïteit<br />

van de behandeling en de begeleiding van de <strong>patiënt</strong>. De <strong>voor</strong>tgang van het<br />

behandelproces van de <strong>patiënt</strong> wordt gecontroleerd en indien nodig bijgestuurd. Ook<br />

signaleert de regieverpleegkundige structurele inefficiënties in het <strong>zorg</strong>pad, zodat<br />

deze verbeterd kunnen worden. Pre-planning van <strong>patiënt</strong>en <strong>voor</strong> onderzoek houdt<br />

Figuur 16<br />

De Patiënt Centraal?<br />

de wachttijd kort en maakt snel stageringonderzoek mogelijk. Snelle toegangstijd<br />

tot de polikliniek levert de <strong>patiënt</strong> een korte tijd tussen klacht en diagnose en<br />

verkort de periode van onzekerheid <strong>voor</strong> de <strong>patiënt</strong> en zijn naasten. Een andere<br />

aanpassing in het <strong>zorg</strong>pad is het gebruik van de Lastmeter. Screening op behoefte<br />

aan psychosociale <strong>zorg</strong>, eventueel aanwezige geriatrische problematiek, maar ook<br />

voedingstoestand op vastgestelde momenten in het <strong>zorg</strong>pad geven de mogelijk<br />

vroegtijdig in te springen op <strong>zorg</strong>vragen en/of <strong>zorg</strong>problemen van de <strong>patiënt</strong>.<br />

Patiëntenparticipatie<br />

Patiënten zijn actief betrokken bij de inrichting van het <strong>zorg</strong>pad <strong>voor</strong> colorectale<br />

tumoren. Naast de algemene enquête, worden <strong>patiënt</strong>en bevraagd in panelgesprekken.<br />

Patiëntenavonden worden georganiseerd in samenwerking met<br />

de <strong>patiënt</strong>enverenigingen waarin <strong>patiënt</strong>en de gelegenheid krijgen aan alle<br />

betrokken disciplines hun vragen te stellen of opmerkingen te plaatsen. Tijdens<br />

een <strong>patiënt</strong>enavond kwam bij<strong>voor</strong>beeld naar voren dat acute <strong>patiënt</strong>en het eerste<br />

contact met de GE-verpleegkundige missen omdat zij op een ander punt in het<br />

<strong>zorg</strong>pad binnenkomen. Dit is vervolgens aangepast. Daarnaast wordt meegewerkt<br />

aan een onderzoek vanuit het AMC met betrekking tot de communicatie tussen arts<br />

en <strong>patiënt</strong>.<br />

Resultaten<br />

De aanwezigheid van een regieverpleegkundige die goed en laagdrempelig te<br />

bereiken is, biedt <strong>patiënt</strong>en veiligheid en zekerheid. Door het <strong>zorg</strong>pad wordt de<br />

autonomie van de <strong>patiënt</strong> vergroot, zij weten waar ze aan toe zijn. Er wordt overzicht<br />

gehouden op het behandelproces en er kan geanticipeerd worden op structurele<br />

inefficiënties. Voorbeeld hiervan is bij<strong>voor</strong>beeld de toename van de toegangstijd CT<br />

64 Werken aan de Zorg<br />

65 Werken aan de Zorg


Figuur 17<br />

De Patiënt Centraal?<br />

of MRI in het eerste kwartaal van 2011. Tijdelijke avondopenstelling na signaleren<br />

hiervan heeft geleid tot het terugdringen van de vastgestelde maximale toegangstijd<br />

van twee weken. Het is transparantie op alle niveaus.<br />

Onderstaande figuren laten een aantal uitkomsten van <strong>zorg</strong> uit de colorectale<br />

registratie zien. Zoals in figuur 17 te zien is, is het gecompliceerd beloop erg laag ten<br />

opzichte van andere ziekenhuizen. Ook de mediane opnameduur en de mortaliteit<br />

zijn gemiddeld tot bovengemiddeld.<br />

Het colorectale <strong>zorg</strong>pad was het eerste en momenteel het meest uitgewerkte<br />

<strong>zorg</strong>pad binnen het DZ. Ze zijn van plan ook <strong>voor</strong> andere aandoeningen <strong>zorg</strong>paden<br />

te ontwikkelen, waarbij het colorectale <strong>zorg</strong>pad als <strong>voor</strong>beeld dient.<br />

Gecorrigeerde mortaliteit in 2009 en 2010 samen<br />

<strong>In</strong> 2010 heeft het Deventer ziekenhuis de Jan Oldhoff-prijs van het <strong>In</strong>tegraal<br />

Kankercentrum ontvangen <strong>voor</strong> haar colorectale <strong>zorg</strong>pad. Deze prijs wordt<br />

toegekend aan een verbeterproject met een meet- en aantoonbaar resultaat op het<br />

gebied van integrale <strong>zorg</strong>. Het <strong>zorg</strong>pad draagt bij aan de naamsbekendheid en goede<br />

imago van het ziekenhuis. Naast dat het <strong>zorg</strong>t <strong>voor</strong> kwaliteit, is het natuurlijk ook<br />

een manier om je <strong>patiënt</strong>en te binden, zeker in tijden van toenemende concurrentie<br />

tussen aanbieders.<br />

http://www.dz.nl<br />

66 Werken aan de Zorg


1.<br />

2.<br />

3.<br />

<br />

<br />

<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Digitale IVF poli in het UMC St Radboud<br />

“Bij het UMC St Radboud hebben IVF <strong>patiënt</strong>en op de digitale poli inzage<br />

in hun eigen dossier en een laagdrempelige communicatie via chat en<br />

forum. Dit <strong>zorg</strong>t <strong>voor</strong> meer evenwicht in de arts-<strong>patiënt</strong> relatie, waardoor<br />

de <strong>patiënt</strong> meer betrokken wordt, beter keuzes kan maken en beter met<br />

negatieve <strong>zorg</strong>uitkomsten om kan gaan.”<br />

Achtergrondinformatie<br />

<strong>In</strong> 2001 werd in een <strong>patiënt</strong>en focusgroep gevraagd wat de IVF <strong>patiënt</strong>en vonden<br />

van de <strong>zorg</strong> die zij ontvingen. Hieruit kwam naar voren dat zij een grotere rol in het<br />

<strong>zorg</strong>proces wilden spelen. Om hier op in te spelen werd het idee van een digitale poli<br />

geïntroduceerd. Achterliggende gedachte hierbij was dat <strong>patiënt</strong>en door deze poli<br />

meer betrokken raken en betere keuzes kunnen maken.<br />

<strong>In</strong> 2003 is begonnen met bouwen van de website en de organisatie van het project.<br />

Dankzij een startsubsidie van het Ministerie van VWS van €255.000 waren er<br />

ook financiële mogelijkheden om het project te starten. Eerste fase was een pilot<br />

fase waaraan 5 proefparen deelnamen. Na succesvolle afronding hiervan, is begin<br />

2004 begonnen met het evaluatie onderzoek, waaraan in totaal 54 paren hebben<br />

deelgenomen. Vanaf 2004 maken bijna alle <strong>patiënt</strong>en die een IVF behandeling<br />

ondergaan in het Radboud ziekenhuis gebruik van de digitale IVF poli.<br />

Manier van werken<br />

De digitale poli bestaat uit drie verschillende onderdelen:<br />

Algemene informatie; hier is een verzameling van <strong>voor</strong>lichtingsmateriaal te vinden,<br />

bij<strong>voor</strong>beeld video’s, <strong>patiënt</strong>en interviews en ‘decision aids’.<br />

Persoonlijke informatie; toegang tot eigen dossier, waarin bij<strong>voor</strong>beeld labuitslagen,<br />

brieven aan de huisarts en embryo foto’s staan.<br />

Communicatie; door middel van een forum en chat functies kan op een<br />

laagdrempelige wijze contact worden gezocht met zowel lotgenoten als<br />

<strong>zorg</strong>verleners.<br />

Bij de start van de poli was de Radboud wereldwijd waarschijnlijk de eerste die<br />

direct online <strong>patiënt</strong>informatie deelden met hun <strong>patiënt</strong>en. Door de jaren heen is het<br />

concept wel iets veranderd, maar niet veel. De individuele <strong>patiënt</strong>en zijn de motor van<br />

verandering, dat is uniek. Zij zijn verantwoordelijk <strong>voor</strong> het succes van de digitale poli<br />

en de invulling van de onderlinge communicatie, zoals het forum. De ontwikkeling<br />

van de poli kan grofweg in 3 fases worden opgedeeld:<br />

2003-2005: <strong>patiënt</strong>en zijn enthousiast en maken volop gebruik van de IVF poli,<br />

maar artsen zelf hebben dit nog nauwelijks in de gaten.<br />

2005-2008: intern komt er in toenemende mate aandacht, en er is nog steeds<br />

succesvol gebruik door <strong>patiënt</strong>en.<br />

Vanaf 2008: aandacht van de buitenwereld, o.a. ingegeven door stelselwijzigingen<br />

en meer concurrentiedruk<br />

67 Werken aan de Zorg


Figuur 18<br />

51}<br />

52}<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Resultaten<br />

De digitale IVF poli sluit aan op een brede behoefte van de <strong>patiënt</strong>. Patiënten geven<br />

de IVF poli een positieve waardering. Evaluatieonderzoek laat ook zien dat de<br />

website door een toenemend aantal <strong>patiënt</strong>en wordt gebruikt. Zorgverleners binnen<br />

het ziekenhuis staan positief tegenover deze <strong>zorg</strong>vernieuwing. Zij kunnen nu met de<br />

<strong>patiënt</strong> praten over de onderwerpen waar je over zou moeten praten. Dit resulteert<br />

onder andere in een afname van de consulttijd en minder herhaalafspraken. Verder<br />

heerst er op de afdeling een verbeterde sfeer, de arts-<strong>patiënt</strong> relatie is veranderd en<br />

is meer een vertrouwensrelatie geworden, en tijdens hun bezoek lachen <strong>patiënt</strong>en<br />

meer.<br />

Freya, de <strong>patiënt</strong>envereniging <strong>voor</strong> vruchtbaarheidsproblematiek organiseert<br />

tweejaarlijks een verkiezing <strong>voor</strong> de meest <strong>patiënt</strong>vriendelijke instelling, door een<br />

enquête uit te zetten onder haar leden. Vier keer achter elkaar heeft Freya de award<br />

uitgereikt aan UMC St Radboud.<br />

De award heeft geleid tot meer aandacht <strong>voor</strong> de IVF poli. Het UMC St Radboud<br />

merkt dat zij bekend staat als <strong>patiënt</strong>gerichte organisatie <strong>voor</strong> IVF <strong>zorg</strong>. Patiënten<br />

komen van verder weg naar het UMC St Radboud.<br />

Dat het UMC veel <strong>patiënt</strong>en aantrekt blijkt ook uit de marktaandeel analyse van<br />

fertiliteitsbehandelingen. Het marktaandeel binnen alle fertiliteitsbehandelingen<br />

per jaar in Nederland is licht gestegen van 3,7% in 2006 naar 3,9% in 2009. <strong>In</strong><br />

de periode 2006-2009 behoort het Radboud ziekenhuis tevens elk jaar tot de top<br />

3 ziekenhuizen met het grootste marktaandeel van fertiliteitsbehandelingen.51 Op<br />

het totaal van alleen alle IVF behandelingen heeft het ziekenhuis ongeveer 10%<br />

marktaandeel.52<br />

Bewerkingen en analyse DIS-data 2006-2009 door Plexus<br />

Smeenk, J. en Kremer,J. (2010) Landelijke IVF-cijfers 1996-2009<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Samenwerking met andere partijen<br />

Patiëntenvereniging Freya is sinds het begin van de poli betrokken geweest. Bij<br />

de oprichting fungeerde zij als een klankbordgroep <strong>voor</strong> de inhoud. Het ministerie<br />

van VWS heeft haar interesse in het project laten merken, en in 2004 en 2005 is<br />

de website tweemaal gedemonstreerd aan diverse partijen op het ministerie. Ook<br />

vanuit de <strong>zorg</strong>verzekeraars is er aandacht <strong>voor</strong> de poli en in 2009 is daarom een<br />

samenwerking met Menzis aangegaan. Zij gaven een subsidie <strong>voor</strong> de verbreding<br />

van de IVF poli, door middel van meerdere <strong>patiënt</strong>engroepen te betrekken en een<br />

verandering in de software.<br />

Beleid overheid<br />

De poli sluit niet alleen aan op de behoeften van de <strong>patiënt</strong>, maar past ook bij de<br />

moderne maatschappelijke ontwikkelingen. Het concept wordt breed uitgerold naar<br />

andere <strong>patiënt</strong>engroepen, zowel binnen als buiten het UMC St Radboud. Binnen het<br />

Radboud wordt momenteel uitgebreid via de community software van MijnZorgnet.<br />

nl en het streven is om eind 2011 alle <strong>patiënt</strong>informatie online beschikbaar te maken.<br />

Ook extern wordt het <strong>voor</strong>beeld van de digitale poli gevolgd door ziekenhuizen (bv.<br />

Erasmus MC) en huisartspraktijken.<br />

http://www.umcn.nl/Zorg/Afdelingen/VerloskundeenGynaecologie/<br />

<strong>voor</strong>tplantingsgeneeskunde<br />

68 Werken aan de Zorg<br />

69 Werken aan de Zorg


COPD <strong>zorg</strong>keten<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Achtergrondinformatie<br />

Huisartsen<strong>zorg</strong> Regio Arnhem is een <strong>zorg</strong>onderneming, die op een maatschappelijk<br />

verantwoorde wijze kwalitatief hoogstaande <strong>zorg</strong>(programma’s) ontwikkelt,<br />

coördineert en faciliteert <strong>voor</strong> de huisartsen in de regio Arnhem. Zij ondersteunen<br />

huisartsen in de regio om de rol te kunnen (blijven) vervullen van vertrouwenspersoon<br />

en medisch behandelaar <strong>voor</strong> zijn <strong>patiënt</strong>en, zodat sprake is van continue en<br />

geïntegreerde <strong>zorg</strong>. De huisarts blijft altijd verantwoordelijk <strong>voor</strong> de organisatie<br />

en inhoud van de praktijkvoering. Huisartsen<strong>zorg</strong> Regio Arnhem verbindt drie<br />

<strong>zorg</strong>groepen: Liemers, Overbetuwe en Veluwezoom. Zij hebben gezamenlijk – in<br />

navolging van de diabetes-<strong>zorg</strong>groep – de COPD-<strong>zorg</strong>groep opgericht, met als<br />

doelstelling de gestructureerde COPD-<strong>zorg</strong> in de regio Arnhem verder uit te breiden.<br />

Het uiteindelijke doel is het leveren van optimale kwaliteit van <strong>zorg</strong> waardoor de<br />

gezondheidstoestand verbetert en de kwaliteit van leven van de <strong>patiënt</strong> toeneemt.<br />

Zelfmanagement is een belangrijk onderdeel van de COPD-<strong>zorg</strong>groep.<br />

Manier van werken<br />

Op basis van de COPD-<strong>zorg</strong>standaard en het model keten dbc <strong>voor</strong> COPD is de<br />

COPD-<strong>zorg</strong> in de regio Arnhem uitgewerkt in <strong>zorg</strong>profielen. <strong>In</strong> deze profielen is de<br />

inhoud van het betreffende onderdeel en de rol die de verschillende <strong>zorg</strong>verleners in<br />

dat onderdeel kunnen vervullen specifiek <strong>voor</strong> de regio ingevuld. Alle <strong>zorg</strong>profielen<br />

samen vormen het model <strong>voor</strong> de keten-dbc <strong>voor</strong> COPD en <strong>voor</strong> het rekenmodel<br />

<strong>voor</strong> de kostprijsberekening. De COPD-<strong>zorg</strong>groep heeft een kaderarts COPD en<br />

een longconsulente die de praktijken adviseren over inhoud en <strong>zorg</strong>proces.<br />

Regelmatig overleg en duidelijke samenwerkingsafspraken verbeteren de samenwerking<br />

en communicatie tussen de verschillende <strong>zorg</strong>verleners, zoals longartsen,<br />

fysiotherapeuten en diëtisten. Uitgangspunt <strong>voor</strong> de behandeling van alle COPD<br />

<strong>patiënt</strong>en is een eenduidig behandelbeleid volgens vaste <strong>zorg</strong>plannen. De huisarts<br />

is de spil in de <strong>zorg</strong>verlening aan mensen met COPD. Een belangrijk onderdeel van<br />

de COPD-<strong>zorg</strong> is het zelfmanagement programma “Living well with COPD”. <strong>In</strong> de<br />

koploper praktijken heeft een nulmeting plaatsgevonden, waarbij gekeken is naar 1)<br />

het <strong>zorg</strong>proces en de registratie en 2) de aanwezigheid van eigen HIS protocollen<br />

met individueel behandelplan. De praktijken moeten over voldoende kennis van<br />

COPD beschikken. Hier<strong>voor</strong> zijn de huisartsen en praktijkondersteuners geschoold<br />

in het afnemen en beoordelen van de spirometrieën, motiverende gespreksvoering<br />

en begeleiding van Stoppen met roken. Daarnaast vinden <strong>voor</strong>tgangsgesprekken en<br />

benchmarkbesprekingen plaats.<br />

Figuur 19<br />

Resultaten<br />

Het project wordt uitvoerig geëvalueerd<br />

als onderdeel van het ZonMw<br />

programma ‘Disease management<br />

chronische ziekten’ en als Menzis-pilot<br />

<strong>voor</strong> de keten-dbc COPD. Hier<strong>voor</strong> zijn<br />

verschillende indicatoren ontwikkeld op<br />

zowel structuur, proces als uitkomsten<br />

van <strong>zorg</strong> (zie kader). De resultaten van<br />

het evaluatieonderzoek worden in 2012<br />

verwacht.<br />

De pilot heeft op dit moment <strong>voor</strong>al<br />

beter gestructureerde <strong>zorg</strong> opgeleverd:<br />

meer aandacht <strong>voor</strong> zelfmanagement<br />

en het persoonlijk behandelplan, en<br />

een juiste diagnose <strong>voor</strong> alle COPD<br />

<strong>patiënt</strong>en in de praktijk.<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Beleid overheid<br />

De ontwikkeling van de COPD-keten is een mooi <strong>voor</strong>beeld van hoe integrale<br />

bekostiging de keten<strong>zorg</strong> – en daarmee de <strong>patiënt</strong>gerichtheid van de <strong>zorg</strong> – een<br />

stap verder heeft gebracht. Zij zijn als één van de vier pilots gecontracteerd door<br />

Menzis <strong>voor</strong> de ontwikkeling van de keten-dbc COPD. Samenwerking tussen<br />

aanbieder en <strong>zorg</strong>verzekeraar had een tweeledig doel:1) de aanbieder was in staat<br />

de nieuwe inrichting van de COPD-<strong>zorg</strong> te financieren en 2) tegelijkertijd kon de<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraar de informatie gebruiken om haar inkoopbeleid vast te stellen. Een<br />

<strong>voor</strong>beeld hiervan is de ontwikkeling van verschillende kwaliteitscriteria verbonden<br />

aan de keten-dbc, zoals opleidingseisen huisartsen en praktijkondersteuners. Een<br />

belangrijk punt vanuit de COPD-<strong>zorg</strong>groep is de verankering van zelfmanagement<br />

in de keten-dbc.<br />

Ook heeft de COPD-<strong>zorg</strong>groep het Astmafondsregelmatig betrokken in de<br />

ontwikkeling en uitrol van haar activiteiten. Ze hebben bij<strong>voor</strong>beeld gezamenlijk<br />

activiteiten georganiseerd, zoals <strong>patiënt</strong>en avonden, maar ook heeft het Astmafonds<br />

ge<strong>zorg</strong>d <strong>voor</strong> vertegenwoordiging en een aanspreekpunt in de regio.<br />

http://www.huisartsen<strong>zorg</strong>arnhem.nl<br />

70 Werken aan de Zorg<br />

71 Werken aan de Zorg


Parnassia Bavo Groep<br />

De Patiënt Centraal?<br />

“Het is een logische en onontkoombare ontwikkeling dat <strong>patiënt</strong>en meer<br />

regie krijgen over hun behandeling”<br />

Achtergrondinformatie<br />

De Parnassia Bavo Groep (PBG) bestaat uit negen <strong>zorg</strong>bedrijven en in totaal meer<br />

dan 8000 medewerkers. PBG wil als vernieuwende GGZ-instelling <strong>voor</strong>op lopen,<br />

zeker als het gaat om kwaliteit en <strong>zorg</strong>innovatie, en heeft daarom gekozen <strong>voor</strong><br />

heldere specialisaties en topklinische ggz. Op deze manier kan zij steeds gerichter<br />

en doeltreffender antwoord geven op psychische gezondheidsproblemen. De PBG<br />

wil online toepassingen integreren in de reguliere <strong>zorg</strong> <strong>voor</strong> alle 150.000 <strong>patiënt</strong>en.<br />

Goede communicatie met de <strong>patiënt</strong> staat centraal: contact houden, betrokken zijn<br />

bij de <strong>patiënt</strong> en goede <strong>zorg</strong> verlenen. Digitale middelen vormen een goede ondersteuning<br />

bij diverse vormen van communicatie met <strong>patiënt</strong>en. Hierbij kan zowel<br />

gedacht worden aan internettoepassingen, maar ook aan e-mailen met de <strong>patiënt</strong>,<br />

sms-alerts en de dagindeling structureren via de smartphone.<br />

Manier van werken<br />

Het E-health Warenhuis stelt alle onlinebehandelprogramma’s, die tot nu toe<br />

door de verschillende <strong>zorg</strong>bedrijven van de PBG ontwikkeld zijn, beschikbaar<br />

aan alle <strong>patiënt</strong>en van de PBG. Zij doen dit op een moderne, toegankelijke,<br />

gebruiksvriendelijke en persoonlijke wijze. Doel van het E-Health Warenhuis is om<br />

de <strong>patiënt</strong> de regie te geven. Patiënten gaan begeleid of zelfstandig hun psychische<br />

klachten te lijf. <strong>In</strong> het E-health Warenhuis worden twee soorten online interventies<br />

aangeboden.<br />

Behandel ondersteunende modules: dit zijn modules die een <strong>patiënt</strong> direct na<br />

aanmelding (en ontvangst van een persoonlijke login <strong>voor</strong> zijn/haar persoonlijke<br />

startpagina) zelf direct online kan kiezen. Deze modules zijn niet diagnose specifiek<br />

maar ondersteunen de <strong>patiënt</strong> bij het alvast zelf aan de slag gaan met klachten –<br />

om hier beter grip op te krijgen – en de tijd tussen aanmelding en intake beter te<br />

benutten c.q. te overbruggen. Voorbeelden van deze modules zijn: dagboek (van<br />

de klachten bijhouden), piekeren, spanning op het werk en gezond slapen.<br />

Specialistische online behandelmodules die face-to-face contacten vervangen.<br />

Voorbeelden van specialistische behandelmodules zijn: boulimia de baas, bingeeating,<br />

paniektraining, diverse verslavingsbehandelingen, terugvalpreventie<br />

depressie en behandeling van bipolaire stoornis.<br />

De ontwikkeling en implementatie van het E-health Warenhuis wordt vergezeld door<br />

een intensief marketing- en effectonderzoek van de PBG. De online toepassingen<br />

moeten in de toekomst onderdeel gaan uitmaken van de verschillende <strong>zorg</strong>paden<br />

van de PBG.<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Resultaten<br />

De ontwikkeling van het E-health Warenhuis is een logische en onontkoombare<br />

ontwikkeling waarin <strong>patiënt</strong>en meer regie krijgen over hun behandeling. Patiënten<br />

blijken het prettig te vinden om in een veilige virtuele omgeving op zelfgekozen<br />

momenten mede vorm te geven aan hun behandeling. Tweeduizend <strong>patiënt</strong>en<br />

maken momenteel al gebruik van de mogelijkheid om op een persoonlijke pagina in<br />

te loggen. Ze maken gebruik van de behandelondersteunde modules en generieke<br />

zelfhulpmodules over thema’s als piekeren, assertiviteit en spanningen op het werk.<br />

De face-to-face contacten kunnen potentieel worden teruggebracht met 30%. De<br />

<strong>patiënt</strong> kan in aanvulling op afgesproken behandelvormen kiezen <strong>voor</strong> aanvullende<br />

training. Die eigen regie waarderen ze zeer.<br />

Momenteel kan <strong>voor</strong> circa 80% van de <strong>patiënt</strong>en onlinebehandeling in meer of mindere<br />

mate ingezet worden. Daarnaast kunnen mensen die zich geen <strong>patiënt</strong> voelen,<br />

veel <strong>voor</strong>deel hebben van onlinemodules om verergering van klachten te <strong>voor</strong>komen<br />

en/of zelf meer grip op lichte klachten te krijgen. Over het algemeen zal e-health de<br />

kosten van de <strong>zorg</strong> verlagen.<br />

Het E-health Warenhuis wordt na diverse pilot fases op dit moment in gebruik<br />

genomen. Eerder onderzoek heeft echter uitgewezen dat online therapieën tot<br />

minder drop outs leiden. Patiënten waarderen deze behandelvorm en blijken vaak<br />

nauwkeuriger en betrouwbaarder informatie te verstrekken.<br />

<strong>In</strong>vesteren<br />

Er is veel geld nodig <strong>voor</strong> de ontwikkeling van internetmodules – er moeten nog<br />

tal van modules worden ontwikkeld – en de investeringen in de technologie. Voor<br />

het ontwikkelen van kwalitatief goede modules moet kennis van behandelexperts<br />

ingebracht worden, dit is tijdintensief en beïnvloedt de productiviteit (en daarmee<br />

de omzet). Daarnaast moet er geïnvesteerd worden in betrouwbare technologie.<br />

De financiering van e-health is nog een discussiepunt. Om stilstand te <strong>voor</strong>komen<br />

wacht de PBG niet af tot geld en vergoedingen volledig beschikbaar zijn, maar zet zij<br />

de ontwikkelingen <strong>voor</strong>t met wat ze heeft. De verwachting is dat financiering vanzelf<br />

volgt als blijkt dat het leidt tot goede resultaten en meer efficiëntie.<br />

http://www.parnassiabavogroep.nl/thema/e-health<br />

72 Werken aan de Zorg<br />

73 Werken aan de Zorg


De Patiënt Centraal?<br />

Medisch Centrum Haaglanden<br />

“Het MCH is klantgericht, een ziekenhuis dat ook uitblinkt in het<br />

tegemoetkomen aan de wensen, behoeften en verwachtingen<br />

van <strong>patiënt</strong>en, bezoekers, verwijzers en medewerkers”<br />

Achtergrond<br />

Het Medisch Centrum Haaglanden (MCH) is een topklinisch opleidingsziekenhuis<br />

in de Haagse regio met twee locaties: streekziekenhuis MCH Antoniushove in<br />

Leidschendam en MCH Westeinde in de binnenstad van Den Haag. Het MCH heeft<br />

als doel het leveren van ziekenhuis<strong>zorg</strong> van topkwaliteit, vakbekwaam en toegewijd<br />

en aan iedereen die dat nodig heeft.<br />

Aanleiding<br />

De introductie van de stelselwijzigingen in 2006 <strong>zorg</strong>de er<strong>voor</strong> dat het MCH zich<br />

bewust werd van haar nieuwe positie: zij bevonden zich in een regio met veel<br />

ziekenhuizen en ziekenhuizen gingen meer risico lopen. Hierbij stelden zij zichzelf de<br />

vraag: “Waarom zou een <strong>patiënt</strong> <strong>voor</strong> ons kiezen? Wanneer is een patient tevreden?<br />

Wat is ons onderscheidend vermogen?”<br />

Het MCH besloot dat het van belang is dat de <strong>patiënt</strong> een goede ervaring heeft met<br />

MCH. Alvorens te starten met externe marketing, was er een interne slag te maken.<br />

Dit resulteerde in de MCH Serviceformule Patiënt deze is in 2007 opgesteld aan de<br />

hand van landelijke onderzoeken, gesprekken met onder andere de Patiënten Advies<br />

Raad (PAR) en <strong>patiënt</strong>tevredenheidsonderzoeken binnen MCH. Uitgangspunt <strong>voor</strong><br />

de Serviceformule is dat de <strong>zorg</strong> van goede kwaliteit is en de <strong>patiënt</strong> dit ook zo ervaart.<br />

Dit komt tot uiting komt in 1-op-1 contact tussen hulpverlener en <strong>patiënt</strong>, maar ook<br />

in de uitstraling van het ziekenhuis en de processen die een patient doorloopt. De<br />

MCH Serviceformule Patiënt wordt gedragen door de Raad van Bestuur, medische<br />

staf en het divisiemanagement.<br />

Manier van werken<br />

Het MCH heeft normen benoemd op het gebied van gedrag, dienstverlening en<br />

uitstraling waaraan zij wil voldoen. De 82 normen over wat de <strong>patiënt</strong> belangrijk vindt,<br />

zijn geclusterd in tien verschillende projecten die vervolgens invulling moeten geven<br />

aan deze normen. Tevens is het afdelingstraject ‘Gewoon Doen’ opgezet, waaronder<br />

alle 10 projecten vallen (zie tabel …). Alle projecten zijn ondergebracht bij een<br />

manager/ hoofd binnen MCH die iets met het onderwerp had, zij zaten allemaal in<br />

de lijn. Het overkoepelende project Gewoon Doen ging over gedrag, hierbij was een<br />

divisiemanager betrokken.<br />

Er is gestart met het verzamelen van informatie, waarna in 2007 pilot groepen van de<br />

projecten gingen lopen. Daarna zijn de projecten breed uitgerold. Het afdelingstraject<br />

‘Gewoon Doen’ heeft als doel om medewerkers op afdelingen bekend te maken<br />

met klantgerichtheid en hen te stimuleren zelf aan de slag te gaan de afdeling nóg<br />

klantgerichter te maken. Het was de kunst <strong>voor</strong> medewerkers om de bril van de<br />

<strong>patiënt</strong> op te zetten. Om dit te stimuleren werd een toneel<strong>voor</strong>stelling gegeven om<br />

Figuur 20<br />

De Patiënt Centraal?<br />

het bewustzijn te vergroten, maar ook om het leuk te maken. Verder kregen alle<br />

medewerkers die direct contact met de <strong>patiënt</strong> hebben trainingen, waaraan 85% van<br />

de afdelingen hebben deelgenomen. Na afloop van de training maken medewerkers<br />

met hun afdeling een top 5 van verbeterpunten. Ook formuleren medewerkers<br />

persoonlijke leerdoelen, die bij jaargesprekken gebruikt kunnen worden. <strong>In</strong> 2009 zijn<br />

<strong>voor</strong> alle medewerkers een aantal concrete gedragingen geformuleerd, die iedereen<br />

gewoon kan doen zoals het groeten van mensen en het helpen van zoekende<br />

mensen.<br />

Resultaten<br />

<strong>In</strong> 2010 is een evaluatie geschreven van de volledige service formule. Uit de<br />

evaluatie blijkt dat aan veel onderwerpen is gewerkt. Van de 82 normen uit de<br />

Serviceformule is tweederde opgepakt, waarbij 75% van de opgepakte normen<br />

(geheel of gedeeltelijk) tot zichtbare veranderingen hebben geleid. Zwaartepunt ligt<br />

hierbij op het gebied van controle en welkom.<br />

74 Werken aan de Zorg<br />

75 Werken aan de Zorg


De Patiënt Centraal?<br />

Ook bij de tweede evaluatie van ‘Gastvrijheids<strong>zorg</strong> met sterren’ heeft het MCH<br />

drie van de vier sterren ontvangen, wat laat zien dat zij op de goede weg is. <strong>In</strong> de<br />

beschrijving van het MCH bij gastvrijheids<strong>zorg</strong> staat: “<strong>In</strong> de ziekenhuizen wordt<br />

veel gedaan om het de <strong>patiënt</strong> zo prettig mogelijk te maken. Medewerkers worden<br />

constant getraind op vriendelijkheid en klantgerichtheid. Elke <strong>patiënt</strong> wordt hier<br />

als gast behandeld. Bezoek en familie kunnen mee-eten als dat zo uitkomt. Er is<br />

gelegenheid om op een bed te overnachten bij de <strong>patiënt</strong>.”<br />

Daar waar <strong>patiënt</strong>gerichtheid in 2007 nog een vaag ‘containerbegrip’ was, is het nu<br />

een algemeen geaccepteerd onderdeel van werken in MCH. Sommige projecten<br />

zijn afgerond. Andere onderwerpen hebben blijvend aandacht nodig, <strong>voor</strong>al omdat<br />

behoeften van de <strong>patiënt</strong> niet statisch zijn, maar kunnen veranderen. Gedrag blijft<br />

een aandachtspunt, ook in de introductie van nieuwe medewerkers.<br />

<strong>In</strong> juni 2011 is in afstemming met de Raad van Bestuur en het divisiemanagement<br />

een nieuwe focus aangebracht op elementen die nog extra aandacht nodig hebben.<br />

De 82 normen zijn gereduceerd tot een beperkter aantal doelen, waaruit acties <strong>voor</strong><br />

het komende jaar zijn geformuleerd. Zo blijft klantgerichtheid een onderwerp op de<br />

agenda.<br />

MCH loopt <strong>voor</strong>op in het betrekken van de organisatie bij de verandering naar een<br />

<strong>patiënt</strong>gerichte organisatie. Zij zijn dan ook door andere <strong>zorg</strong>aanbieders gevraagd<br />

hun ervaringen te delen en door het veld is waardering uitgesproken <strong>voor</strong> de<br />

behaalde resultaten.<br />

http://www.mchaaglanden.nl<br />

76 Werken aan de Zorg<br />

4.1.5.<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

53}<br />

54}<br />

Trend: Transparantie en indicatoren<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Om een oordeel uit te spreken over de <strong>zorg</strong> en dit oordeel openbaar te maken is<br />

een eenduidige uitkomstmaat nodig. Kwaliteitsindicatoren kunnen hier<strong>voor</strong> worden<br />

gebruikt. Colsen en Casparie53 definiëren een indicator als: “een meetbaar aspect<br />

van de <strong>zorg</strong> dat een aanwijzing geeft over de kwaliteit van <strong>zorg</strong>.” Onderscheid kan<br />

worden gemaakt in proces-, structuur-, en uitkomstindicatoren:<br />

Procesindicatoren: gaan over het verloop van processen in een organisatie<br />

Structuurindicatoren: gaan over organisatorische <strong>voor</strong>waarden bij <strong>zorg</strong>verlening<br />

Uitkomstindicatoren: gaan over uitkomsten van <strong>zorg</strong><br />

Sinds 2003 doet de IGZ jaarlijks onderzoek naar de prestaties van alle Nederlandse<br />

ziekenhuizen. Hier<strong>voor</strong> heeft de IGZ een basisset van prestatie-indicatoren<br />

ontwikkeld in samenwerking met de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen<br />

(NVZ), de Nederlandse Federatie van Universitair medische centra (NFU) en de<br />

Orde van Medisch Specialisten (OMS). Het gebruik van prestatie-indicatoren heeft<br />

een verhoging van kwaliteit en veiligheid tot doel. Sinds 2006 worden scores van<br />

<strong>zorg</strong>instellingen op de prestatie-indicatoren ook openbaar gemaakt. Onderzoek van<br />

Hibbard et al. laat zien dat het openbaar maken van kwaliteitsgegevens leidt tot<br />

meer initiatieven om kwaliteit van <strong>zorg</strong> te verbeteren.54<br />

Het mogelijk effect van registratie van prestatie-indicatoren en aandacht hier<strong>voor</strong><br />

wordt geïllustreerd door de ontwikkeling van de scores op de prevalentie van<br />

decubitus. Decubitus is het ontstaan van wonden als gevolg van langdurig liggen<br />

of zitten. Sinds 1998 meet de Landelijke Prevalentiemeting Zorgproblemen (LPZ)<br />

ieder jaar de prevalentie van decubitus in een groot aantal instellingen. Uit de eerste<br />

metingen kwam naar voren dat het een veel<strong>voor</strong>komend probleem was wat zowel<br />

preventief als curatief te verbeteren is. Door de meting krijgen instellingen inzicht in<br />

hun individuele scores ten opzichte van andere instellingen en op nationaal niveau<br />

wordt inzicht verkregen in de omvang van het probleem. Sinds de eerste metingen<br />

van de LPZ is er veel aandacht <strong>voor</strong> decubitus geweest en zijn er initiatieven<br />

ontplooid om het <strong>voor</strong>komen ervan te verminderen. Onderstaande figuur laat zien<br />

hoe de prevalentie van decubitus (zonder graad 1) zich heeft ontwikkeld sinds 1998.<br />

Hieruit blijkt dat een enorme kwaliteitsslag is gemaakt – <strong>voor</strong>al sinds 2003 – die is<br />

ingezet door transparantie van de scores en aandacht <strong>voor</strong> het onderwerp.<br />

Colsen PJA, Casparie AF. 1995. <strong>In</strong>dicatorregistratie: een model ten behoeve van<br />

integrale kwaliteits<strong>zorg</strong> in een ziekenhuis. Medisch Contact: 50: 297-299<br />

Hibbard JH, Stockard J, Tusler M. 2005. Hospital performance reports: impact on<br />

quality, market share, and reputation. Health Affairs 24:1150-1160<br />

77 Werken aan de Zorg


Figuur 21<br />

4.1.5.1<br />

55}<br />

56}<br />

Prevalentie decubitus exclusief graad 155<br />

Volumenormen<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Voor hoog complexe behandelingen geldt dat naarmate medisch specialisten en de<br />

behandelteams meer ervaring hebben met de behandeling, de kans op succes van<br />

de behandeling toeneemt en de kans op complicaties afneemt.<br />

Een illustratie hiervan is de concentratie van pancreas carcinoom operatie<br />

(alvleesklierkanker operaties) in de regio Brabant en Noord Limburg. <strong>In</strong> 2005<br />

bracht het <strong>In</strong>tegraal Kankercentrum Zuid (IKZ) de hoge mortaliteitscijfers van<br />

alvleesklieroperaties naar buiten. Alvleesklierkanker is een complex ziektebeeld<br />

dat vaak in een later stadium van de ziekte gediagnosticeerd wordt. Operaties<br />

zijn complex en de complicaties zijn veel<strong>voor</strong>komend. Uit onderzoek blijkt dat<br />

concentratie van <strong>zorg</strong> en dus ervaring van de specialist en behandelteam betere<br />

resultaten oplevert. Om de hoge mortaliteitscijfers terug te brengen hebben de<br />

10 regionale ziekenhuizen besloten de alvleesklieroperaties te concentreren in<br />

slechts 3 ziekenhuizen. Door de concentratie voeren ziekenhuizen nu gemiddeld<br />

16 operaties per jaar uit in plaats van 2. Uit de resultaten blijkt dat de mortaliteit de<br />

afgelopen jaren is gedaald van 24% naar 4%. Dit blijkt uit recent onderzoek dat is<br />

uitgevoerd door chirurg-oncoloog Ignace de Hingh van het Catharina-ziekenhuis, in<br />

samenwerking met het <strong>In</strong>tegraal Kankercentrum Zuid (IKZ)56.<br />

Halfens et al. (1998-2010) Landelijke prevalentie decubitus en andere<br />

<strong>zorg</strong>problemen.<br />

Catharine Ziekenhuis. 2010. Concentratie alvleesklieroperaties spaart levens. <strong>In</strong>:<br />

Medical Facts, 21 september 2010.<br />

78 Werken aan de Zorg 79<br />

Werken aan de Zorg<br />

57}<br />

58}<br />

59}<br />

60}<br />

61}<br />

62}<br />

Onderzoek van Wouters et al. naar de relatie tussen volume en uitkomstmaten bij<br />

OCR laat een positief verband zien. Resultaten van het onderzoek wijzen uit dat<br />

concentratie van <strong>zorg</strong> uitkomsten verbetert. Naast een reductie van postoperatieve<br />

complicaties en opnameduur, is ook een daling in de sterfte te zien van 12%<br />

naar 4% en de overlevingskansen waren significant hoger57. Kortom, volume is<br />

een belangrijke factor in de kwaliteit van <strong>zorg</strong> bij de operatieve behandeling van<br />

oesophagus carcinoom.<br />

Het formuleren van een volumenorm is niet gemakkelijk, ondanks de aangetoonde<br />

relatie tussen hoog volume en hoge kwaliteit. Voor oesophaguscardia resectie<br />

(OCR) – oftewel slokdarmkanker operatie – en aorta abdominalis (AAA) chirurgie –<br />

oftewel operatie aan verwijding van de buikslagader – laat de literatuur een duidelijk<br />

verband zien tussen mortaliteit en volume58. Voor beide ingrepen heeft de IGZ een<br />

volumenorm ingesteld; deze zijn al verschillende jaren openbaar. Voor OCR moeten<br />

ziekenhuizen vanaf 2011 jaarlijks minimaal 20 ingrepen verrichten59, tot 2011 was<br />

dit nog 1060. Voor AAA geldt dat ziekenhuizen vanaf 2011 jaarlijks minimaal 20<br />

ingrepen moeten verrichten61, <strong>voor</strong> 2011 was dit aantal nog 1562.<br />

Voor een aantal ingrepen is door middel van analyses van DIS data gekeken naar<br />

het verschil tussen aandoeningen waarbij volumenormen openbaar zijn gemaakt en<br />

aandoeningen waar dit niet of later het geval is. Voor OCR en chirurgische behandeling<br />

bij pancreas carcinoom bestaat al langer bewijs in de literatuur dat hogere volumes tot<br />

betere resultaten leiden. Voor OCR is een volumenorm opgesteld waarbij instellingen<br />

aan een minimum aantal ingrepen moeten voldoen. Voor pancreas carcinoom kwam<br />

deze beweging en aandacht <strong>voor</strong> de volume-uitkomst relatiepas pas later op gang.<br />

Figuur 5.7 en 5.8 laten de ontwikkeling in <strong>zorg</strong>instellingen zien waarbij het aantal<br />

operaties boven de norm, onder de norm of nul is. Het percentage instellingen dat<br />

onder de norm van 10 slokdarm resecties per jaar zit bedraagt in 2006 29 procent<br />

en in 2009 is dit gedaald tot slechts 6 procent. Het aantal instellingen dat niet aan<br />

de norm voldoet neemt af met 23. Een aantal voldoet in 2009 wel aan de norm, maar<br />

het merendeel voert geen enkele ingreep meer uit. Voor pancreas carcinoom is de<br />

volumenorm later openbaar gemaakt, maar desalniettemin is er een verbetering te<br />

zien. Het percentage instellingen dat onder de norm van 10 pancreas resecties per<br />

jaar zit is in 2009 36 procent, terwijl dit in 2006 nog 44 procent was. <strong>In</strong> 2009 is<br />

<strong>voor</strong> pancreas het niveau behaald, dat <strong>voor</strong> OCR al in 2006 ruim gerealiseerd is.<br />

Wouters et al. 2009. Centralization of Esophageal Cancer Surgery: Does It Improve<br />

Clinical Outcome? Ann Surg Oncol 16:1789–1798<br />

IGZ. 2005. Het resultaat telt. Prestatie indicatoren als onafhankelijke graadmeter<br />

<strong>voor</strong> de kwaliteit van in ziekenhuizen verleende <strong>zorg</strong><br />

NVvH. 2011. Normering Chirurgische Behandelingen, versie 1.0 januari 2011<br />

NGMDL. 2008. Nederlandse Vereniging van Maag-Darm-Leverartsen. Richtlijn<br />

Diagnostiek en behandeling oesofaguscarcinoom.<br />

NVvH. 2011. Normering Chirurgische Behandelingen, versie 1.0 januari 2011<br />

NVvH. 2009. Richtlijn Diagnostiek en behandeling van het aneurysma van de<br />

abdominale aorta


Figuur 22<br />

63}<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Transparantie van kwaliteit en het publiceren van wetenschappelijk onderbouwde<br />

volumenormen brengt de <strong>zorg</strong>sector in beweging en verbetert dus de kwaliteit<br />

van <strong>zorg</strong>. Zorginstellingen moeten keuzes maken; zij moeten aan de norm (gaan)<br />

voldoen, samenwerkingsafspraken met andere instellingen maken of <strong>patiënt</strong>en<br />

doorverwijzen. Uit de analyses blijkt dat dit in toenemende mate gebeurt. Wat opvalt<br />

in beide figuren is dat het percentage ziekenhuizen dat boven de norm zit nagenoeg<br />

gelijk blijft, wat erop duidt dat ziekenhuizen die niet aan de norm voldoen eerder<br />

kiezen om <strong>patiënt</strong>en door te verwijzen dan meer operaties uit te voeren om wél aan<br />

de norm te kunnen voldoen.<br />

Oesophagusresecties (norm=10) Pancreasresecties (norm=10)63<br />

Voor AAA is dezelfde analyse gemaakt. Figuur 5.9 laat de ontwikkeling in<br />

ziekenhuizen zien waarbij het aantal operaties boven de norm, onder de norm of<br />

nul is. Er is een verbetering te zien in het aantal ziekenhuizen dat voldoet aan de<br />

volumenorm van minimaal 15 ingrepen per jaar per instelling (vóór 2011). Voor de<br />

behandeling van AAA is het percentage ziekenhuizen dat onder de norm zit gedaald<br />

van 24 naar 15 procent. Dit komt neer op 12 ziekenhuizen die ofwel de keuze hebben<br />

gemaakt de behandeling niet langer uit te voeren, ofwel meer is gaan doen om<br />

boven de norm uit te komen. <strong>In</strong> vergelijking met OCR en pancreas carcinoom valt op<br />

dat in 2006 het percentage ziekenhuizen dat onder de norm zit substantieel lager<br />

is. Ook is de trend van concentratie van <strong>zorg</strong> minder sterk aanwezig dan bij OCR en<br />

pancreascarcinoom. Daarnaast is het aantal ziekenhuizen dat geen AAA operaties<br />

uitvoert relatief laag. De concentratie die plaatsvindt kan ook het gevolg zijn van<br />

autonome concentratie als gevolg van fusies en samenwerkingsverbanden tussen<br />

ziekenhuizen.<br />

Bewerkingen en analyse DIS-data 2006-2009 door Plexus<br />

Figuur 23<br />

80 Werken aan de Zorg 81<br />

Werken aan de Zorg<br />

4.1.5.2<br />

64}<br />

65}<br />

66}<br />

67}<br />

XX AAA behandeling (norm=15)64<br />

Zichtbaarheid van <strong>patiënt</strong>ervaringen<br />

Kwaliteit van <strong>zorg</strong> kan op verschillende manier worden benaderd en onderzocht.<br />

Een van die perspectieven is kwaliteit zoals ervaren door de <strong>patiënt</strong> zelf. Om te<br />

komen tot een vergelijkbare maat van ervaren kwaliteit door de <strong>patiënt</strong>, is de<br />

CQ-index ontwikkeld. De CQ-index is een maat waarin de ervaringen van <strong>patiënt</strong>en<br />

met de <strong>zorg</strong> centraal staan en het belang dat zij hechten aan de verschillende<br />

kwaliteitsaspecten.65 Sinds 2006 wordt de CQ-index gebruikt om <strong>patiënt</strong>ervaringen<br />

te meten. <strong>In</strong> recent onderzoek is het effect van concurrentie en het openbaar maken<br />

van CQ-scores op de hoogte van de scores op de CQ-index onderzocht. Hierbij is<br />

gekeken naar de ontwikkeling van de gemiddelde scores binnen ziekenhuizen over<br />

een bepaalde tijdsperiode. <strong>In</strong> de periode 2006-2009 is een significante verbetering<br />

op de CQ-index van ziekenhuizen te zien van 0,034 en 0,06 punten (op een schaal<br />

van 1 tot 4). Ziekenhuizen die hun scores op de CQ-index openbaar moesten maken<br />

lieten tevens een extra significante stijging van 0,027-0,030 punten zien66.<br />

Binnen de VV&T zijn de scores op de CQ-index ook in kaart gebracht. Onderstaande<br />

figuren laten de scores en spreiding van de CQ-indices <strong>voor</strong> drie indicatoren in de<br />

VV&T zien.67 Het gaat om ervaren bejegening, ervaringen met lichamelijke ver<strong>zorg</strong>ing<br />

en ervaren wooncomfort. Voor de scores op de CQ index in 2008 en 2009 geldt<br />

Bewerkingen en analyse DIS-data 2006-2009 door Plexus<br />

Hendriks M et al. 2008. De CQ-index: vergelijken van klantervaringen in de <strong>zorg</strong>,<br />

Nivel en Centrum Klantervaring Zorg.<br />

Ikkersheim D, Koolman X. Dutch healthcare reform: did it result in better patient<br />

experiences in hospitals? A comparison of the consumer quality index over time.<br />

Submitted<br />

Kwaliteitskader VV&T. 2009. Analyse Plexus


Figuur 24<br />

4.1.6<br />

De Patiënt Centraal? De Werken Patiënt in Centraal? de Zorg<br />

dat de hoogte van de waarden <strong>voor</strong> deze CQ-indices over vier meetperioden vrij<br />

constant is gebleven en rond een gemiddelde van 3,5 ligt (op een schaal van 1 tot<br />

4). Bovendien neemt de spreiding bij de drie onderzochte indicatoren gedurende de<br />

tijd af. Dit is een indicatie dat minder presterende instellingen de <strong>patiënt</strong>ervaringen<br />

weten te verbeteren. Deze verbeteringen resulteren hoogstwaarschijnlijk uit het feit<br />

dat dergelijke benadering van kwaliteit wordt gemeten en tevens openbaar wordt<br />

gemaakt.<br />

Verandering CQ-indices in de tijd77<br />

Goede Voorbeelden: Transparantie<br />

<strong>In</strong> de bovenstaande paragrafen staat beschreven dat het inzichtelijk maken van uitkomsten<br />

van <strong>zorg</strong> bij <strong>zorg</strong>aanbieders <strong>zorg</strong>t <strong>voor</strong> een prikkel tot verbetering. Hieronder<br />

staat een tweetal ‘goede <strong>voor</strong>beelden’ beschreven waarbij de beroepsgroep een<br />

belangrijke rol speelt bij het inzichtelijk en transparant maken van prestaties.<br />

Een ander goed <strong>voor</strong>beeld is de Nationale <strong>In</strong>tensive Care Evaluatie (NICE), een<br />

continue en complete registratie van alle opgenomen <strong>patiënt</strong>en in deelnemende<br />

intensive cares in Nederland <strong>voor</strong> het monitoren en bevorderen van de kwaliteit van<br />

intensive care geneeskunde in Nederland.<br />

Dutch Surgical Colorectal Audit<br />

“Dankzij DSCA kennen we per ziekenhuis nu de exacte cijfers, tot dusver<br />

waar het darmkanker<strong>patiënt</strong>en aangaat.”<br />

Aanleiding<br />

Alle veldpartijen in de ziekenhuis<strong>zorg</strong> hebben afgesproken indicatoren te ontwikkelen<br />

en te publiceren <strong>voor</strong> 80 aandoeningen, dit is vastgelegd in het convenant ‘Zorgbrede<br />

transparantie’. Deze aanpak leverde echter (nog) niet het gewenste resultaat en<br />

er zat grote variatie in de uitvraag van kwaliteitsinformatie. Naar internationaal<br />

<strong>voor</strong>beeld is in 2006 de Dutch Surgical Colorectal Audit (DSCA) opgezet. De DSCA<br />

registreert de resultaten van darmkankeroperaties om als beroepsgroep inzicht te<br />

krijgen in de kwaliteit van hun eigen <strong>zorg</strong> én die van collega’s (medical auditing). Met<br />

deze zogenoemde spiegelinformatie werkt de DSCA aan aantoonbare verbetering<br />

van de kwaliteit van <strong>zorg</strong>.<br />

De DSCA<br />

<strong>In</strong> 2006 is de DSCA opgericht, met behulp van subsidies vanuit de Directie<br />

Macro-Economische Vraagstukken en Arbeids<strong>voor</strong>waardenbeleid (MEVA) van<br />

het Ministerie van Volksgezondheid, Roche en een bijdrage van <strong>zorg</strong>verzekeraar<br />

Achmea. Drie belangrijke onderdelen die het format tot een succes maken, zijn:<br />

correctie <strong>voor</strong> case mix, continue terugkoppeling van resultaten en snelle landelijke<br />

rapportages. De betrouwbaarheid van de data wordt getoetst door vergelijking<br />

met de Nederlandse Kanker Registratie (NKR). Zorgvuldige registratie van<br />

<strong>patiënt</strong>karakteristieken, <strong>zorg</strong>uitkomsten en procesindicatoren maakt de kwaliteit<br />

van <strong>zorg</strong> inzichtelijk, betrouwbare sturingsinformatie beschikbaar en kunnen<br />

individuele resultaten worden teruggekoppeld naar de ziekenhuizen. Naast continue<br />

terugkoppeling maakt de DSCA een jaarrapportage van de uitkomsten van de<br />

registratie uit het jaar er<strong>voor</strong>.<br />

Prikkel tot verbetering van kwaliteit<br />

Ongeveer één keer per week wordt de individuele score van belangrijke items online<br />

beschikbaar gesteld <strong>voor</strong> de deelnemende ziekenhuizen. De individuele resultaten<br />

van ziekenhuizen worden niet openbaar gemaakt, ziekenhuizen zelf zien alleen<br />

hun eigen scores ten opzichte van het landelijke gemiddelde en de best practice.<br />

Wel wijst de DSCA ziekenhuizen met slechte uitkomsten op complicaties en post<br />

operatieve sterfte op hun scores en stimuleert zo verbetering. Sinds 1 januari 2009<br />

is deelname aan de DSCA een prestatie-indicator van de IGZ en participeren bijna<br />

alle ziekenhuizen in Nederland.<br />

Samenwerking met andere partijen<br />

Met de <strong>zorg</strong>verzekeraars spreken zij – via ZN – jaarlijks af wat de verzekeraars<br />

belangrijk vinden om uit te vragen aan de ziekenhuizen. Na deze gesprekken worden<br />

de inkoop indicatoren <strong>voor</strong> dat jaar vastgesteld, die gelden <strong>voor</strong> alle deelnemende<br />

ziekenhuizen. Belangrijk hierin is het afstemmen van definities. Vervolgens kunnen<br />

verzekeraars de scores op de inkoopindicatoren opvragen bij de ziekenhuizen, vindt<br />

82 Werken aan de Zorg 83 Werken aan de Zorg


Figuur 25<br />

Figuur 26<br />

De Patiënt Centraal?<br />

er geen parallelle uitvraag plaats en bestaat er meer transparantie in het proces.<br />

Doordat verzekeraars ook meer meegenomen worden in het proces kijken zij<br />

genuanceerder naar de indicatoren, en worden de scores op de indicatoren meer als<br />

geheel bekeken.<br />

Resultaten<br />

Sinds 2009 is het aantal deelnemende ziekenhuizen met bijna 10 procent<br />

toegenomen. <strong>In</strong> 2010 zijn er nog maar 2 van de 94 ziekenhuizen die niet deelnemen<br />

aan de DSCA. Ook het aantal geregistreerde resecties is flink toegenomen, en de<br />

volledigheid van de DSCA gegevens is vrij hoog in vergelijking met andere Europese<br />

audits. <strong>In</strong> totaal bevat de database momenteel meer dan 20.000 behandelingen.<br />

Deelnemende ziekenhuizen<br />

2009<br />

84 (89%)<br />

2010<br />

92 (98%)<br />

Geregistreerde resecties<br />

2009<br />

Uit de jaarlijkse rapportage van 2009 kwam naar voren dat het aantal lymfeklieren<br />

dat onderzocht wordt na de operatie een duidelijk verbeterpunt was. Zo werden<br />

in 2005 slechts bij 50% van de <strong>patiënt</strong>en 10 of meer lymfeklieren onderzocht, in<br />

2009 was dit 74% en in 2010 zelfs 78%. Tevens is de variatie tussen ziekenhuizen<br />

afgenomen. Dit is een mooi <strong>voor</strong>beeld van de kracht van een medical audit, door<br />

aandacht te besteden aan een onderwerp, kan in een korte tijd grote stappen<br />

gemaakt worden. Andere verbeteringen ten opzichte van 2009 zijn het aantal<br />

colorectale <strong>patiënt</strong>en dat preoperatief wordt besproken in een multidisciplinair<br />

overleg en ook de postoperatieve sterfte lijkt te zijn gedaald.<br />

Deze aanpak gaat verder dan een eenmalige verbeteractie. Gezamenlijk worden<br />

nieuwe verbeterpunten geïdentificeerd waar de komende jaren (verder) aan<br />

gewerkt gaat worden. Om verbeteringen van kwaliteit te stimuleren wordt jaarlijks<br />

een congres georganiseerd waar de jaarrapportage wordt besproken, andere<br />

verbeteracties zijn bij<strong>voor</strong>beeld multidisciplinaire workshops.<br />

76%<br />

2010<br />

85% (schatting)<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Dutch <strong>In</strong>stitute for Clinical Auditing (DICA)<br />

Bij opzet van de DSCA is gekozen <strong>voor</strong> een generiek model, omdat zij ervan<br />

overtuigd zijn dat een dergelijke opzet <strong>voor</strong> auditing ook op andere domeinen<br />

kan worden toegepast. <strong>In</strong> 2009 is daarom de DICA opgericht, om de organisatie<br />

van andere medical audits op te zetten. Op dit moment lopen er 3 registraties, de<br />

DSCA <strong>voor</strong> darmkanker, de DBCA <strong>voor</strong> borstkanker en de DUCA <strong>voor</strong> maag- en<br />

slokdarmkanker. Tevens wordt in de nabije toekomst gestart met een registratie <strong>voor</strong><br />

de chirurgische behandeling van longkanker en is uitbreiding naar 10 registraties<br />

te verwachten. Op dit moment is de DICA in gesprek over vervolgfinanciering en<br />

structurele financiering.<br />

www.clinicalaudit.nl<br />

84 Werken aan de Zorg<br />

85 Werken aan de Zorg


Figuur 27<br />

68}<br />

69}<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Nederlandse Vereniging <strong>voor</strong> Heelkunde<br />

“De NVvH stimuleert en ondersteunt haar chirurgen om de kwaliteit van<br />

de chirurgische <strong>zorg</strong> op hoog niveau te houden.”<br />

Aanleiding<br />

De doelstelling van de Nederlandse Vereniging <strong>voor</strong> Heelkunde (NVvH), de<br />

wetenschappelijke beroepsvereniging <strong>voor</strong> chirurgen is het bevorderen en bewaken<br />

van de kwaliteit van de heelkundige <strong>zorg</strong>. De NVvH stimuleert en ondersteunt haar<br />

leden om de kwaliteit van de chirurgische <strong>zorg</strong> op hoog niveau te houden. Vrijwel alle<br />

geregistreerde en praktiserende chirurgen in Nederland zijn lid van de NVvH. Onder<br />

de NVvH vallen zes subverenigingen betreffende de long-, vaat-, trauma-, kinder-,<br />

kanker-, en gastro-intestinale chirurgie (zijnde de deelspecialismen).<br />

Een aantal jaar geleden heeft de NVvH<br />

de basis gelegd <strong>voor</strong> een integraal<br />

beleid op het gebied van kwaliteit en<br />

veiligheid van de chirurgische <strong>zorg</strong>.<br />

Hiervan maken Evidence Based richtlijnen,<br />

prestatie-indicatoren, normering<br />

& certificering, veiligheidseisen, audits<br />

en kwaliteitsvisitaties deel van uit. De<br />

laatste jaren heeft de NVvH tevens aandacht<br />

besteed aan onderwerpen als<br />

herziening van de opleiding (competentiegericht<br />

met verdieping van vakkennis<br />

naar thema), deelspecialismen per<br />

chirurg, regionalisatie en concentratie<br />

van <strong>zorg</strong>. Een logisch vervolg hierop is<br />

het opstellen van normen <strong>voor</strong> goede<br />

en verantwoorde chirurgische <strong>zorg</strong>.<br />

De grote aandacht <strong>voor</strong> transparantie in de <strong>zorg</strong> heeft ge<strong>zorg</strong>d <strong>voor</strong> een<br />

stroomversnelling van de ontwikkeling van kwaliteitsnormen door de<br />

wetenschappelijke verenigingen. Rapporten zoals die van KWF over de kwaliteit<br />

van kanker<strong>zorg</strong> in Nederland68 en Boston Consulting Group69 geven aan dat nú<br />

het moment is om kwaliteitsnormen te publiceren. Ook de verschillende lijsten<br />

van verzekeraars over de kwaliteit van <strong>zorg</strong> <strong>voor</strong> specifieke aandoeningen maken<br />

onderstrepen dit momentum. De NVvH onderkent het belang van heldere normen<br />

en is daarom als eerste wetenschappelijke vereniging gestart met het openbaar<br />

maken van haar eigen kwaliteitsnormen<br />

KWF Kankerbestrijding (2010)Kwaliteit van kanker<strong>zorg</strong> in Nederland<br />

Boston Consulting Group (2010) Kiezen <strong>voor</strong> kwaliteit, Portfolio keuzes van<br />

ziekenhuizen <strong>zorg</strong>en <strong>voor</strong> hogere kwaliteit en lagere kosten<br />

De Patiënt Centraal?<br />

86 Werken aan de Zorg<br />

87 Werken aan de Zorg<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

4.<br />

Werkwijze<br />

Alle subverenigingenvan de NVvH formuleren kwaliteitsnormen <strong>voor</strong> de chirurgische<br />

<strong>zorg</strong> betreffende de eerder genoemde zes specialismen. Uitgangspunt hierbij<br />

is het verlenen van optimale chirurgische <strong>zorg</strong> aan elke <strong>patiënt</strong> in Nederland. De<br />

opgestelde normen worden gegenereerd uit onder andere medische richtlijnen en<br />

naar de laatste medische inzichten opgesteld. De normen worden zowel door de<br />

ledenvergadering van de betreffende subvereniging als de ledenvergadering van de<br />

moedervereniging NVvH vastgesteld. Hierna vindt publicatie plaats.<br />

Publicatie van ‘Normering Chirurgische Behandelingen, versie 1.0’ (de eerste set<br />

kwaliteitsnormen) begin 2011 is de eerste stap in het 3-stappenplan van de NVvH<br />

<strong>voor</strong> meer inzicht en zicht op nog betere chirurgische <strong>zorg</strong>. Gedurende het jaar wordt<br />

het aantal sets uitgebreid naar andere chirurgische behandelingen. Uiteindelijk moet<br />

zo <strong>voor</strong> het merendeel van de behandelingen eenduidige kwaliteitsnormen worden<br />

opgesteld en openbaar gemaakt.<br />

‘Normering Chirurgische Behandelingen, versie 1.0’ geeft, naast de algemene<br />

<strong>voor</strong>waarden, normen <strong>voor</strong> chirurgische behandeling van vier aandoeningen:<br />

longcarcinoom, mammacarcinoom, colorectaal carcinoom en sarcoom. Versie<br />

2.0 (publicatie naar verwachting september 2011) omvat de tweede set normen.<br />

Het betreft de kwalitatieve normen <strong>voor</strong> een aantal hoogcomplexe laagvolume<br />

chirurgische behandelingen waar begin 2011 de kwantitatieve normen <strong>voor</strong> zijn<br />

gepubliceerd: levermetastasen, pancreascarcionoom, oesophaguscarcinoom en<br />

aneurysma van de aorta. Verder staan in versie 2.0 de normen <strong>voor</strong> bariatrische en<br />

endocriene chirurgie, alsmede een tweetal vaatchirurgische behandelingen.<br />

Onderwerpen van de aandoeningspecifieke normen variëren van aanwezigheid van<br />

gespecialiseerde teams en aanpalende specialismen (zoals radiotherapie, plastische<br />

chirurgie, pathologie), moderne apparatuur, multidisciplinair overleg tot de logistieke<br />

inrichting van processen en volumenormen.<br />

Bij het opstellen van de normen zijn alle chirurgische behandelingen ingedeeld in<br />

vier categorieën:<br />

Chirurgische behandelingen waar<strong>voor</strong> alleen kwalitatieve eisen zijn opgesteld<br />

Hoogcomplexe chirurgische behandelingen van aandoeningen die relatief weinig<br />

<strong>voor</strong>komen met een volumenorm van 20.<br />

Hoog- en laagcomplexe chirurgische behandelingen van aandoeningen die relatief<br />

vaak <strong>voor</strong>komen met een volumenorm van 50.<br />

Hoog- en laagcomplexe chirurgische behandelingen die vaak worden uitgevoerd en<br />

waar<strong>voor</strong> er voldoende wetenschappelijk bewijs <strong>voor</strong> een bepaalde volumenorm.<br />

Voor alle vier de categorieën gelden kwalitatieve normen. Voor categorie 2 t/m 4<br />

komt daar een minimum aantal operaties per team per jaar bij. <strong>In</strong>stellingen krijgen één<br />

jaar de tijd om deze normen te implementeren. <strong>In</strong>stellingen die één jaar na publicatie<br />

niet aan de normen kunnen voldoen, moeten of <strong>patiënt</strong>en gaan doorverwijzen naar<br />

ziekenhuizen die wel volgens de normen werken of samenwerkingsafspraken met


70}<br />

71}<br />

andere ziekenhuizen gaan maken. Vanaf<br />

2012 gaat de inspectie handhaven op<br />

de door de beroepsgroep gestelde<br />

normen en zijn de normen de minimale<br />

inkoopcriteria <strong>voor</strong> de verzekeraars.<br />

Stap twee in het kwaliteitsbeleid van de<br />

NVvH is auditing, en certificering van de<br />

individuele chirurgen naar deelspecialismen<br />

is de derde stap (zie kader).<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Resultaten<br />

De kracht van de kwaliteitsnormen van<br />

de NVvH is dat het veldnormen zijn<br />

én dat de beroepsgroepen op dit punt<br />

het meest deskundig zijn. Alle normen<br />

zijn zoveel mogelijk evidence based en<br />

worden blijvend aangescherpt. Dit alles<br />

<strong>zorg</strong>t er dan ook <strong>voor</strong> dat er een groot draagvlak is. Het ministerie van VWS, de IGZ,<br />

de NZa, <strong>patiënt</strong>enorganisaties en verschillende <strong>zorg</strong>verzekeraars hebben positief<br />

gereageerd op de kwaliteitsnormen. De effecten van de gepubliceerde kwaliteitsnormen<br />

zijn te zien bij verschillende betrokken partijen.<br />

Grootste <strong>zorg</strong>verzekeraar Achmea publiceert op de website van het Zilveren Kruis<br />

een lijst met kwaliteitsbeoordelingen op basis van de NVvH normen. Wanneer<br />

ziekenhuizen niet aan de eisen voldoen, gaat de verzekeraar het gesprek aan en kan<br />

mogelijk geen inkoopcontract worden gesloten. De verzekeraar wil vanaf 1 januari<br />

2012 alleen nog ingrepen vergoeden in ziekenhuizen die volgens deze normen<br />

werken. Op dit moment voldoen 47 ziekenhuizen niet aan de normen <strong>voor</strong> één of<br />

meerdere operaties.70 Ook stuurt Achmea de lijst naar andere <strong>zorg</strong>verzekeraars om<br />

zo tot een eenduidig beleid te komen.<br />

Zorginstellingen zelf komen ook in beweging, een aantal ziekenhuizen zoekt<br />

samenwerking in de regio. De Ommelander ziekenhuisgroep heeft als reactie<br />

op de kwaliteitsnormen van de NVvH complexe chirurgische behandelingen<br />

geconcentreerd op één locatie.71<br />

Zowel Minister Schippers als de IGZ hebben aangegeven dat de verantwoordelijkheid<br />

<strong>voor</strong> het opstellen van kwaliteitsnormen bij het veld ligt. De IGZ heeft aangegeven<br />

toezicht te gaan houden op de naleving van de normen.<br />

Hugo van der Parre en Rinke van den Brink (2011) Nieuwe kwaliteitsnormen ziekenhuizen.<br />

NOS, 11 maart 2011<br />

Concentratie intensieve <strong>zorg</strong>, Uit: Pekelder Streekblad, 20 april 2011<br />

De Patiënt Centraal?<br />

De NVvH stelt een <strong>voor</strong>beeld door het snel publiceren van duidelijke normen met een<br />

aanzienlijk draagvlak. Dit laat aan andere beroepsgroepen en wetenschappelijke<br />

verenigingen zien dat ook zij dergelijke kwaliteitsnormen kunnen en moeten<br />

opstellen. De NVvH wil graag haar kennis delen om anderen op weg te helpen en zij<br />

merkt dat er ook daadwerkelijk interesse is vanuit andere partijen.<br />

Beleid<br />

De activiteiten van de NVvH sluiten nauw aan bij het beleid van VWS. Transparantie is<br />

een van de pijlers van het nieuwe <strong>zorg</strong>stelsel. De vereniging voert al jaren een actief<br />

kwaliteitsbeleid; nu is het tijd dit ook naar buiten uit te dragen. Zowel VWS als de<br />

inspectie heeft aangegeven dat de wetenschappelijke verenigingen de komende 2<br />

jaar de tijd krijgen om kwaliteitsnormen op te stellen. De NVvH bevindt zich hiermee<br />

in de <strong>voor</strong>hoede.<br />

Voor transparantie van <strong>zorg</strong> en het opstellen <strong>voor</strong> goede kwaliteitsnormen zijn<br />

juiste en volledige uitkomsten van <strong>zorg</strong> nodig. Zorgregistraties, zoals de DSCA (zie<br />

XXX) is hier zeer geschikt <strong>voor</strong>. Wanneer deze gegevens integraal worden gebruikt,<br />

zijn de gegevens niet alleen betrouwbaar en volledig, maar <strong>zorg</strong>t het ook <strong>voor</strong> een<br />

vermindering van de administratieve lasten. De structurele financiering van uitkomst<br />

van <strong>zorg</strong>registraties is op dit moment een belangrijk aandachtpunt.<br />

Vanuit het oogpunt van kwaliteit staat de NVvH achter het door VWS ingezette beleid<br />

van concentratie van <strong>zorg</strong>. Bij de uitvoering lopen ze echter tegen een aantal knelpunten<br />

aan. <strong>In</strong> de praktijk blijkt dat regionale samenwerkingsinitiatieven van specialisten<br />

op basis van economische motieven in een aantal gevallen stuiten op weerstand<br />

bij Raden van Bestuur van ziekenhuizen. Het in de modeltoelatingsovereenkomst<br />

opgelegde concurrentieverbod kan <strong>voor</strong> specialisten in de praktijk een belemmering<br />

zijn om regionale samenwerking te realiseren. Concentratie van <strong>zorg</strong> heeft<br />

gevolgen die ook andere specialismen en ondersteunende functies raken. De NMa<br />

stelt als <strong>voor</strong>waarde dat de verzekeraars een coördinerende functie heeft bij de<br />

totstandkoming van de afspraken. Kortom, het realiseren van concentratie van <strong>zorg</strong><br />

is een complex proces dat <strong>zorg</strong>vuldig en in samenwerking met diverse partijen dient<br />

te geschieden.<br />

http://nvvh.artsennet.nl<br />

88 Werken aan de Zorg<br />

89 Werken aan de Zorg


4.2 De rol van de <strong>zorg</strong>verzekeraar<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

De stelselwijziging naar gereguleerde marktwerking heeft de rol van de <strong>zorg</strong>verzekeraar<br />

aanzienlijk veranderd richting een spilfunctie in de <strong>zorg</strong>. Voorheen<br />

was het zo efficiënt mogelijk inrichten van de administratieprocessen en in geval<br />

van de ziekenfondsverzekeraars het adequaat uitvoeren van de ziekenfondswet<br />

de kerntaak. Er was dan ook weinig aanleiding <strong>voor</strong> de <strong>zorg</strong>verzekeraars om<br />

capaciteiten te ontwikkelen op het gebied van <strong>zorg</strong>inkoop. De kernbezigheid was<br />

de administratieve afhandeling van <strong>zorg</strong>facturen en financieringsstromen. <strong>In</strong> het<br />

nieuwe stelsel krijgt de <strong>zorg</strong>verzekeraar duidelijk een spilfunctie toegewezen.<br />

Zorgverzekeraars treden in onderlinge concurrentie op als belangenbehartigers <strong>voor</strong><br />

hun verzekerden. Net als de aanbieders van <strong>zorg</strong> betekent dit <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>verzekeraars<br />

dat zij zich moeten transformeren van een op uitvoering gerichte organisatie naar een<br />

marktorganisatie. De <strong>zorg</strong>verzekeraars vervullen de essentiële rol in het model van<br />

gereguleerde concurrentie als zij optreden als doelmatige, klantgerichte regisseurs<br />

van de <strong>zorg</strong>. Om dat te bevorderen hebben de <strong>zorg</strong>verzekeraars een wettelijke<br />

<strong>zorg</strong>plicht. De financiering van <strong>zorg</strong>verzekeraars is bovendien zo ingericht dat zij<br />

zich <strong>voor</strong>al op <strong>zorg</strong>regie gaan richten en niet op het selecteren van verzekerden<br />

op basis van hun gezondheids<strong>voor</strong>uitzichten. Daar<strong>voor</strong> is nodig dat ze in voldoende<br />

mate risicodragend zijn, dat er een adequaat risicovereveningssysteem is en dat er<br />

gezonde concurrentieverhoudingen zijn.<br />

Twee belangrijke stimulansen <strong>voor</strong> goede concurrentieverhoudingen zijn dat<br />

verzekerden goed geïnformeerd zijn over prijs en kwaliteit van het <strong>zorg</strong>- en<br />

verzekeringsaanbod en dat zij de mogelijkheid hebben om “met de voeten te<br />

stemmen”: ze moeten zonder belemmeringen één keer per jaar van verzekeraar<br />

kunnen wisselen. Cruciaal daar<strong>voor</strong> is een acceptatieplicht. Eveneens cruciaal<br />

<strong>voor</strong> de hier beschreven rol van de verzekeraars is dat er qua omvang en variatie<br />

voldoende aanbod van <strong>zorg</strong> kan ontstaan, zodat zij de <strong>zorg</strong> scherp kunnen inkopen<br />

op basis van een goede prijs-kwaliteitverhouding.<br />

90 Werken aan de Zorg 91<br />

Werken aan de Zorg<br />

4.2.1<br />

<br />

<br />

<br />

<br />

72}<br />

De <strong>zorg</strong>verzekeraar: verschillende rollen<br />

Uit het bovenstaande blijkt dat de rol van de <strong>zorg</strong>verzekeraar een grote verandering<br />

heeft doorgemaakt sinds de stelselwijziging. Na de stelselwijziging heeft/kan de<br />

verzekeraar binnen de Zvw verschillende rollen gekregen/ gaan spelen72:<br />

De rol van inkoper: in deze rol tracht de <strong>zorg</strong>verzekeraar een houdbare<br />

concurrentiepositie te verkrijgen door excellente inkoop. Eén van de kerntaken is<br />

het ontwikkelen van een afdeling met professionele inkopers die veel kennis hebben<br />

van <strong>zorg</strong> en de werkwijze van <strong>zorg</strong>aanbieders. Op de <strong>zorg</strong>inkoopmarkt zal de inkoper<br />

proberen tot een betere prijs/prestatie- verhouding te komen dan de concurrentie.<br />

De rol van administrateur: deze rol kenmerkt zich door een intern gerichte blik.<br />

Standaardisatie, kostenbeheersing en efficiency staan hoog in het vaandel. De<br />

administrateur ziet het als zijn taak de betaling- en financieringsstromen op de<br />

<strong>zorg</strong>markt zo goed mogelijk te organiseren. De administrateur speelt zowel op de<br />

<strong>zorg</strong>inkoop- als de <strong>zorg</strong>verleningsmarkt een bescheiden rol en ontwikkelt geen<br />

capaciteiten in termen van kennis en expertise op het gebied van <strong>zorg</strong>inkoop.<br />

De rol van regisseur: de <strong>zorg</strong>verzekeraar ontpopt zich als de coördinator van de<br />

<strong>zorg</strong>markt. Deze rol onderscheidt zich doordat de regisseur een ketenbenadering<br />

hanteert. Cruciaal <strong>voor</strong> deze functie is de acceptatie van de omgeving van de<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraar in deze functie. Met belangrijke <strong>zorg</strong>aanbieders zal de regisseur<br />

nauwe samenwerkingsverbanden zoals (exclusieve) partnerships aan gaan, waarbij<br />

de <strong>zorg</strong> in samenspel wordt gecoördineerd. Afspraken worden gemaakt over prijs,<br />

kwaliteit en volume van de in te kopen <strong>zorg</strong> en anderzijds het oplossen van eventuele<br />

bottlenecks, zoals schaarste. Ook zullen onderwerpen als de ontwikkeling van <strong>zorg</strong><br />

op de lange termijn, vernieuwing van de <strong>zorg</strong>, reactie op overheidsregels en de<br />

veranderende marktomstandigheden een duidelijke positie innemen in het contact.<br />

De rol van <strong>zorg</strong>adviseur: de <strong>zorg</strong>vrager staat centraal in deze rol. De <strong>zorg</strong>adviseur<br />

verkoopt dan ook geen <strong>zorg</strong> maar gezondheid. Cruciaal <strong>voor</strong> deze rol is de acceptatie<br />

door de <strong>patiënt</strong> van de verzekeraar als vertrouwenspersoon die een objectiever<br />

inzicht heeft in de kwaliteit van dienstverlening van <strong>zorg</strong>aanbieders.<br />

De onderstaande figuur laat zien dat verschillende rollen focus hebben op een van<br />

de deelmarkten of de gehele <strong>zorg</strong>markt.<br />

Eenennaam F. 2007. De toekomst van het Nederlandse <strong>zorg</strong>stelsel: opties en rollen<br />

van <strong>zorg</strong>verzekeraars. Breukelen: Nyenrode Business Universiteit


Figuur 28<br />

73}<br />

Verschillende rollen <strong>zorg</strong>verzekeraar 73<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Verzekeraars kunnen binnen de gestelde kader kiezen aan welke rol(len) zij invulling<br />

gaan geven. Een belangrijke factor die hierop van invloed is, is de situatie in de<br />

markt. Deze situatie maakt dat bepaalde rollen juist makkelijker of moeilijker zijn<br />

uit te voeren. Dit is de afgelopen jaren ook duidelijk gebleken. Tot op heden is het<br />

<strong>voor</strong> verzekeraars lastig gebleken om invulling te geven aan de regierol en de rol<br />

van <strong>zorg</strong>inkoper. Hier<strong>voor</strong> zijn een aantal redenen aan te wijzen. Ten eerste hadden<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraars bij de start van de Zvw weinig ervaring met deze rollen, terwijl zij<br />

invulling moeten gaan geven aan deze nieuwe rollen. De omvorming van een taakgerichte<br />

naar een marktgerichte organisatie vraagt ook om andere competenties<br />

binnen de eigen organisatie, en daar was tijd <strong>voor</strong> nodig. <strong>In</strong> eerste instantie ging de<br />

aandacht ook uit naar het handhaven van hun positie in de markt, het was alle hens<br />

aan dek om marktaandeel te behouden respectievelijk uit te breiden.<br />

Gebrek aan transparantie – beperkte inzichtelijkheid in de prijs-kwaliteitverhouding<br />

van het <strong>zorg</strong>aanbod – maakt het <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>verzekeraars lastig om hun rol als<br />

<strong>zorg</strong>inkoper in te vullen. Verzekeraars worden geacht te onderhandelen met aanbieders<br />

van <strong>zorg</strong> over de prijs en kwaliteit van <strong>zorg</strong>. Ondanks dat er veel inspanning<br />

is verricht om met behulp van prestatiemeting kwaliteitsinformatie te vergaren, blijkt<br />

dit geen sinecure. Het beeld is versnipperd en de informatiebehoefte van verzekeraars,<br />

<strong>zorg</strong>aanbieders en <strong>zorg</strong>vragers kan uiteenlopen. Hetzelfde gebrek aan inzicht<br />

Eenennaam F. 2007. De toekomst van het Nederlandse <strong>zorg</strong>stelsel: opties en rollen<br />

van <strong>zorg</strong>verzekeraars. Breukelen: Nyenrode Business Universiteit<br />

92 Werken aan de Zorg 93<br />

Werken aan de Zorg<br />

74}<br />

75}<br />

76}<br />

77}<br />

in prestaties maakt het <strong>voor</strong> verzekerden lastig om verzekeraars te prikkelen om op<br />

te treden als goede inkopers, door een kritische keuze te maken uit het polisaanbod<br />

op een concurrerende <strong>zorg</strong>markt74. Het feit dat verzekeraars momenteel nog maar<br />

een beperkt financieel risico ten aanzien van de ziekenhuis<strong>zorg</strong> lopen, werkt in deze<br />

ook onvoldoende stimulerend.<br />

Een laatste belemmerende factor die van invloed kan zijn op de invulling van<br />

deze nieuwe rollen is dat verzekeraars beducht zijn <strong>voor</strong> reputatieschade bij hun<br />

verzekerden. Uit onderzoek blijkt dat de bereidheid van verzekerden om het advies<br />

van hun verzekeraar ten aanzien van de keuze van <strong>zorg</strong>aanbieder op te volgen sinds<br />

2006 is gedaald75. Bij de ziekenhuis<strong>zorg</strong> verminderde het percentage respondenten<br />

dat bereid was het advies van een verzekeraar op te volgen van 50 procent in 2005<br />

tot 25 procent in 2007. Bij de huisartsen<strong>zorg</strong> kwamen deze percentages op 20<br />

respectievelijk 7% uit. De bereidheid om het advies van de verzekeraar op te volgen<br />

verschilt per type <strong>zorg</strong>. De bereidheid is relatief hoog <strong>voor</strong> de keuze van ziekenhuis<br />

en apotheek, maar relatief laag <strong>voor</strong> de keuze van huisarts en tandarts76.<br />

Selectieve contractering en <strong>patiënt</strong>sturing zijn tot dusver niet of nauwelijks van<br />

de grond gekomen, recente ontwikkelingen duiden op een verandering in deze<br />

ontwikkeling. Hierbij wordt wel duidelijk dat de mate waarin het verzekeraars lukt<br />

invulling te geven aan hun verschillende rollen sterk afhangt van de strategische<br />

keuzes die ze maken. Een recent <strong>voor</strong>beeld daarvan is het herschikken van alle<br />

medische <strong>voor</strong>zieningen door Zorgverzekeraar De Friesland in de provincie Friesland.<br />

Dat betekent dat vrouwen straks niet meer in alle vijf de Friese ziekenhuizen kunnen<br />

bevallen, dat niet alle intensive care en spoedeisende hulpafdelingen blijven bestaan<br />

en dat <strong>patiënt</strong>en met kanker, of hart- en vaatziekten nog maar in één ziekenhuis<br />

kunnen worden behandeld. Het is <strong>voor</strong> het eerst dat een <strong>zorg</strong>verzekeraar zo radicaal<br />

ingrijpt in de dagelijkse praktijk van de ziekenhuizen en daarmee invulling probeert<br />

te geven aan de rol van regisseur. Complexe ingrepen zullen nog maar op één locatie<br />

in de provincie plaatsvinden, huisartsen zullen zo mogelijk de <strong>zorg</strong> aan diabetes- of<br />

astma<strong>patiënt</strong>en overnemen77. Met de invulling van deze rol grijpt de verzekeraar<br />

direct in in het regionale <strong>zorg</strong>landschap. Dit gaat daarmee verder dan de eerste<br />

stappen die CZ het afgelopen jaar heeft gezet met de selectieve contractering van<br />

borstkanker<strong>zorg</strong> en blaasverwijderingen. <strong>In</strong> 2010 was CZ de eerste <strong>zorg</strong>verzekeraar<br />

die daadwerkelijk invulling gaf aan selectieve contractering. De toekomst zal moeten<br />

uitwijzen of dergelijk ‘selectief contracteren’ tot gevolg heeft dat mensen meer op<br />

kwaliteit gaan kiezen of dat ze juist verzekeraars die ‘selectief contracteren’ zullen<br />

Boonen L. 2009. Consumer channeling in health care: (im)possible? Rotterdam:<br />

Erasmus Universiteit Rotterdam<br />

Boonen L. 2009. Consumer channeling in health care: (im)possible? Rotterdam:<br />

Erasmus Universiteit Rotterdam<br />

Boonen L, Schut F . 2010. Preferred providers and the credible commitment<br />

problem in health insurance: first experiences with the implementation of managed<br />

competition inthe Dutch health care system. Health Economics, Policy and Law<br />

NRC. 2011. Slokdarm in Sneek, buik in Drachten. 4/5 juni.


78}<br />

79}<br />

80}<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

vermijden78. Afgezien van de ZEKUR-polis die Univé in 2008 op de markt bracht. Bij<br />

deze polis moeten verzekerden in ruil <strong>voor</strong> een substantieel lagere premie in geval<br />

van niet- acute <strong>zorg</strong> gebruik maken van dertien gecontracteerde ziekenhuizen. Ook<br />

is het gebruik van de internetapotheek van de verzekeraar verplicht. Verzekerden<br />

die een niet-gecontracteerde aanbieder bezoeken moeten twintig procent van de<br />

kosten zelf dragen met een maximum van 500 euro per jaar79.<br />

Een andere <strong>zorg</strong>verzekeraar die een gerichte keuze heeft gemaakt <strong>voor</strong> een<br />

specifieke rol in het nieuwe <strong>zorg</strong>landschap is Menzis. Zij kiest <strong>voor</strong> de invulling<br />

van de rol van <strong>zorg</strong>adviseur. Menzis heeft hiertoe een stapsgewijze groeistrategie<br />

geformuleerd, waarin zij zich ontwikkelen van een verzekeraar – via dienstverlener<br />

en belangenbehartiger – naar een gezondheidsorganisatie. Van het uitsluitend<br />

afdekken van financieel risico naar een serviceorganisatie die zich niet alleen richt<br />

op de inkoop van <strong>zorg</strong>, maar ook op het bijdragen aan gezondheid en welzijn van<br />

klanten. Menzis geeft aan zich momenteel op het niveau van belangenbehartiger te<br />

bevinden: zij treden op als <strong>zorg</strong>adviseur, ‘sturen’ met generieke informatie en hebben<br />

<strong>voor</strong>keursaanbieders (TopZorg) maar contracteren breed80.<br />

Een enkele verzekeraar heeft er ook bewust <strong>voor</strong> gekozen om deze bal niet op te<br />

pakken en zich te beperken tot de rol van administrateur, verzekerden kunnen een<br />

restitutiepolis afsluiten en de verzekeraar fungeert uitsluitend als schadeverzekeraar.<br />

Deze manier van de invulling van de rol van de <strong>zorg</strong>verzekeraar sluit het meest aan<br />

op de manier waarop dat binnen andere sectoren is geregeld. Zorgvragers hebben<br />

in dit geval een grote keuzevrijheid doordat de polis zich beperkt tot de vergoeding<br />

van de <strong>zorg</strong>. Het kan echter zo zijn dat deze vergoeding hoger is bij gecontracteerde<br />

<strong>zorg</strong>aanbieders met wie de <strong>zorg</strong>verzekeraar ook afspraken over prijs, kwaliteit en<br />

wachttijden heeft gemaakt.<br />

Verschillende verzekeraars hebben de afgelopen jaren geëxperimenteerd met<br />

sturing van <strong>patiënt</strong>en door het inzetten van zogenaamde positieve prikkels. Het<br />

eigen risico van verzekerden kon worden vrijgescholden als zij gebruik maakten<br />

van <strong>voor</strong>keuraanbieders. <strong>In</strong> sommige gevallen was het opnemen van contact met<br />

de <strong>zorg</strong>verzekeraar <strong>voor</strong>afgaand aan contact met de <strong>zorg</strong>aanbieder genoeg om in<br />

aanmerking te komen <strong>voor</strong> het kwijtschelden van het eigen risico. <strong>In</strong> feite wordt<br />

dus niet het bezoek aan een <strong>voor</strong>keuraanbieder beloond, maar het contact met de<br />

verzekeraar hierover. Verschillende verzekeraars zijn inmiddels gestopt met het<br />

gebruik van deze prikkel. Het instrument bleek in de praktijk lastig uit te leggen aan<br />

verzekerden.<br />

Donselaar CG, et al. 2010. Ervaringen van verzekerden met de <strong>zorg</strong> en de<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraars CQ-index Zorg en Zorgverzekering, meting 2010. Utrecht: Nivel<br />

Maarsse, H. Markthervorming in de <strong>zorg</strong>. Een analyse vanuit het perspectief van de<br />

keuzevrijheid, solidariteit, toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid. Maastricht:<br />

Maastricht University<br />

Menzis. 2010. Maatschappelijk en Financieel Jaarverslag Menzis 2010. “<br />

Van verzekeraar naar gezondheidsorganisatie”.<br />

94 Werken aan de Zorg 95<br />

Werken aan de Zorg<br />

4.2.2<br />

<br />

<br />

<br />

Ondanks de steeds verdere invulling van de diverse rollen, is het de vraag of<br />

verzekeraars in staat zijn deze verschillende rollen (inkoper, regisseur, adviseur)<br />

waar te maken. Zo dient een verzekeraar bij<strong>voor</strong>beeld dus zowel aan de belangen<br />

van de <strong>zorg</strong>vrager als die van de betalende verzekerde te denken. Ook is het lastig<br />

<strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>verzekeraars een rol als <strong>zorg</strong>inkoper of regisseur op te pakken als er geen<br />

sprake is van regionale dominantie. Bovendien ontbreekt <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>verzekeraars nog<br />

steeds het echte financiële belang om in actie te komen.<br />

De rol van het <strong>zorg</strong>kantoor<br />

Mede door de invoering van de Zorgverzekeringswet in 2006 hebben de<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraars op grond van de AWBZ formeel de verantwoordelijkheid <strong>voor</strong><br />

de uitvoering van de AWBZ. De uitvoering van de verzekering die in de AWBZ is<br />

geregeld, vindt per <strong>zorg</strong>regio plaats door een <strong>zorg</strong>kantoor. Het <strong>zorg</strong>kantoor heeft<br />

aan de ene kant de taak om kwalitatief goede en doelmatige <strong>zorg</strong> in te kopen,<br />

aan de andere kant hebben zij beperkte speel- en contracteerruimte. Binnen deze<br />

kaders moet het <strong>zorg</strong>kantoor goede <strong>zorg</strong> inkopen <strong>voor</strong> de cliënten in de AWBZ.<br />

Kernthema’s zijn:<br />

Het zoeken naar passende oplossingen <strong>voor</strong> (<strong>zorg</strong>)vragen van cliënten, waarbij<br />

de verschillende domeinen van (verzekerde) <strong>zorg</strong> en ondersteuning met elkaar<br />

verbonden dienen te worden<br />

Kwaliteit van <strong>zorg</strong>: transparantie met aandacht <strong>voor</strong> resultaten <strong>voor</strong> de cliënt<br />

Cliëntvolgende bekostiging.<br />

Het invullen van hun nieuwe rol blijkt nog altijd lastig <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>kantoren. Om bij de<br />

<strong>zorg</strong>inkoop afspraken te kunnen maken over de kwaliteit en de prijs van <strong>zorg</strong>, moet<br />

bij verzekeraars en <strong>zorg</strong>kantoren duidelijkheid bestaan over wat ‘het product <strong>zorg</strong>’<br />

inhoudt. De <strong>zorg</strong>inkoop vereist als het ware een nieuwe gemeenschappelijke taal.<br />

De introductie van de <strong>zorg</strong>zwaartepakketten (ZZP’s) in 2009 gaf <strong>voor</strong> het eerst<br />

invulling aan deze gemeenschappelijke taal. Het uitgangspunt is dat de <strong>zorg</strong>zwaarte<br />

sterk kan verschillen per cliënt. Cliënten die in aanmerking komen <strong>voor</strong> langdurige<br />

<strong>zorg</strong> met verblijf krijgen een indicatie <strong>voor</strong> een <strong>zorg</strong>zwaartepakket. De keuze <strong>voor</strong><br />

een <strong>zorg</strong>zwaartepakket is gebaseerd op de benodigde <strong>zorg</strong>zwaarte, vastgesteld<br />

door het Centrum <strong>In</strong>dicatiestelling Zorg (CIZ). De <strong>zorg</strong> binnen het pakket omvat<br />

begeleiding, ver<strong>zorg</strong>ing, verpleging en in sommige gevallen ook behandeling.<br />

Daarnaast zijn de diensten die bij verblijf horen inbegrepen, zoals de dagelijkse<br />

maaltijd<strong>voor</strong>ziening en de schoonmaak van woonruimtes. De totale tijd binnen het<br />

<strong>zorg</strong>zwaartepakket wordt verdeeld over de benodigde <strong>zorg</strong> en aanvullende diensten.<br />

Met de ZZP’s is duidelijk geworden waar<strong>voor</strong> je betaalt. Naast de ‘<strong>zorg</strong> in natura’<br />

kunnen mensen in de AWBZ ook kiezen <strong>voor</strong> een persoonsgebonden budget (pgb).<br />

Zij krijgen daar<strong>voor</strong> een geldbedrag gebaseerd op hun indicatie, waarmee zij zelf<br />

de <strong>zorg</strong> kunnen inkopen die zij door ziekte, handicap of ouderdom nodig hebben<br />

(hierover meer in hoofdstuk 6). Recent heeft ZN een Zorginkoopgids <strong>voor</strong> de AWBZ


81}<br />

De Patiënt Centraal? De Werken Patiënt in Centraal? de Zorg<br />

opgesteld met daarin uitgangspunten <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>inkoop. Deze gids heeft de functie<br />

van een handreiking <strong>voor</strong> de inkopers bij het maken van afspraken over kwaliteit,<br />

prijs en volume van de te contracteren <strong>zorg</strong>81. Dit moet bijdragen aan de eenheid van<br />

taal tussen <strong>zorg</strong>verzekeraars, aanbieders en cliënten.<br />

Concluderend kan gesteld worden dat <strong>zorg</strong>kantoren het invullen van hun nieuwe<br />

rol nog altijd lastig vinden. Kwaliteitseisen krijgen de laatste jaren steeds vaker een<br />

plek in de gunnings<strong>voor</strong>waarden. Deze hebben echter nog vaak het karakter van<br />

rand<strong>voor</strong>waarden ten aanzien van de te leveren <strong>zorg</strong>.<br />

ZN. 2011. Zorginkoopgids AWBZ 2012. Praktisch én <strong>voor</strong>uitstrevend. Zeist: ZN<br />

4.2.3 Goede Voorbeelden: Verzekeraars<br />

CZ bekostigd geïntegreerde spoed<strong>zorg</strong><br />

in Zuidoost Brabant<br />

“Geïntegreerde spoed<strong>zorg</strong> verbetert de kwaliteit van <strong>zorg</strong> én<br />

bespaart veel geld”<br />

Aanleiding<br />

Spoedeisende <strong>zorg</strong> buiten kantooruren wordt verleend bij de spoedeisende<br />

hulp (SEH), huisartsenpost (HAP), GGZ instellingen en ambulance<strong>zorg</strong>. De<br />

huisartsen<strong>zorg</strong> wordt grotendeels geboden door huisartsenposten. SEH, HAP en<br />

ambulance<strong>zorg</strong> vormen samen een spoed<strong>zorg</strong>keten. Het functioneren van deze<br />

keten is echter niet optimaal en overlap bestaat tussen de SEH en HAP. Beide<br />

locaties hebben hun eigen specialisatie, maar toch weet een groot deel van de<br />

<strong>patiënt</strong>en niet bij welke <strong>zorg</strong>verlener hij terecht kan. Ongeveer 20 procent van de<br />

<strong>patiënt</strong>en die zich bij de SEH melden, hadden beter naar de HAP kunnen gaan.<br />

Uitgedrukt in aantallen gaat het in de regio Zuidoost Brabant om 21.000 <strong>patiënt</strong>en<br />

die onnodig de SEH buiten kantooruren bezoeken. Hierdoor wordt er onnodig<br />

gebruik gemaakt van <strong>voor</strong>zieningen (wat gepaard gaat met hoge kosten), en ontstaan<br />

capaciteitsproblemen en onnodig lange wachttijden. Wanneer <strong>patiënt</strong>en worden<br />

geholpen de juiste route te kiezen, kan een belangrijke efficiency- en kwaliteitsslag<br />

worden gemaakt. <strong>In</strong> de regio Zuidoost Brabant hebben verschillende stakeholders<br />

de handen ineen geslagen om de spoed<strong>zorg</strong> opnieuw in te richten.<br />

Werkwijze<br />

Spoedposten Zuidoost Brabant (CHP Zuidoost Brabant), het Catharina ziekenhuis<br />

en het St. Anna ziekenhuis hebben in 2005 de eerste stap gezet. De partijen<br />

maakten samen een plan van aanpak, waarbij de eerste en tweede lijn op een geheel<br />

vernieuwende wijze gingen samenwerken. De dominante <strong>zorg</strong>verzekeraars in de<br />

regio, CZ en Uvit werden ook bij het project betrokken. Zij betrokken vervolgens<br />

ook het Elkerliek ziekenhuis. Eind 2008 hebben de projectpartijen CHP Zuidoost<br />

Brabant, de drie ziekenhuizen en de <strong>zorg</strong>verzekeraars CZ en Uvit een overeenkomst<br />

gesloten. Het doel van de overeenkomst is het streven naar kwalitatief hoogwaardige<br />

<strong>zorg</strong> en een totale ombuiging van tenminste 21.000 <strong>patiënt</strong>en per jaar van SEH naar<br />

HAP te realiseren.<br />

Zorgverzekeraar CZ had vertrouwen in het project en tegelijkertijd past het goed<br />

binnen de visie dat de <strong>zorg</strong>vraag van de <strong>patiënt</strong> als uitgangspunt moet worden<br />

genomen bij de inrichting van het <strong>zorg</strong>aanbod. Via de ziekenhuisbudgetten hebben<br />

de <strong>zorg</strong>verzekeraars zes miljoen euro beschikbaar gesteld om de geïntegreerde<br />

spoedposten van de grond te krijgen. Het geld is bedoeld <strong>voor</strong> compensatie van: de<br />

budgetgevolgen <strong>voor</strong> ziekenhuizen, inkomensverlies van specialisten en meerkosten<br />

van de HAP.<br />

96 Werken aan de Zorg 97 Werken aan de Zorg


De Patiënt Centraal?<br />

Na de overeenkomst zijn nieuwe en toegankelijke spoedposten bij de drie<br />

ziekenhuizen geopend. Bij deze posten fungeert de huisarts als poortwachter. Een<br />

triageverpleegkundige beoordeelt de hulpvraag bij binnenkomst van de <strong>patiënt</strong>.<br />

De triageverpleegkundige verwijst het grootste gedeelte van de <strong>patiënt</strong>en naar de<br />

huisarts en slechts een klein deel naar de SEH. Om deze werkwijze mogelijk te<br />

maken moeten ziekenhuizen en huisartsen overstappen op een nieuwe werkwijze en<br />

intensief samenwerken. Voor het ziekenhuis betekent dit dat zij <strong>patiënt</strong>en verliezen<br />

en dus ook inkomsten, en <strong>voor</strong> de huisartsen betekent dit een hogere werkdruk.<br />

Resultaten<br />

CZ en Uvit hebben namens alle <strong>zorg</strong>verzekeraars prestatie<strong>voor</strong>waarden opgesteld<br />

<strong>voor</strong> het verlenen van een financiële bijdrage. Na ongeveer 2 jaar moeten alle<br />

21.000 zelfverwijzers bij de huisartsenpost binnenkomen in plaats van de SEH.<br />

<strong>In</strong>dien dit niet wordt gehaald moet het volledige bedrag of een deel daarvan worden<br />

terugbetaald. De hoogte van het bedrag wordt bepaald door middel van een staffel.<br />

Na afronding van de pilot van 2 jaar heeft een evaluatie plaatsgevonden. Uit de<br />

resultaten blijkt dat de doelstellingen volledig zijn behaald, praktisch alle <strong>patiënt</strong>en<br />

met een spoedeisende <strong>zorg</strong>vraag doorlopen de juiste route. Bij elkaar <strong>zorg</strong>t dit <strong>voor</strong><br />

een forse besparing in de <strong>zorg</strong>kosten, die niet eenmalig is, maar jaarlijks terugkerend.<br />

<strong>In</strong> totaal loopt de besparing van <strong>zorg</strong>kosten op tot 1,9 – 2,2 miljoen euro per jaar. De<br />

investering van de <strong>zorg</strong>verzekeraars is daardoor binnen drie jaar terugverdiend.<br />

Een <strong>patiënt</strong>tevredenheidsonderzoek is uitgevoerd om de kwalitatieve resultaten<br />

in kaart te brengen. Hieruit blijkt dat dat tevredenheid onder <strong>patiënt</strong>en vergroot<br />

is: <strong>patiënt</strong>en zijn erg positief over de korte aanmeldingswachttijd bij de balie en<br />

de doorlooptijd in het contact met de <strong>zorg</strong>verlener. Een ander resultaat is dat de<br />

beroepsgroepen nader tot elkaar gekomen zijn en breder kijken dan alleen hun<br />

eigen gebieden.<br />

Rol beleid<br />

De stelselwijzigingen in 2006 hebben aanzet gegeven tot de betrokkenheid<br />

van <strong>zorg</strong>verzekeraars bij het opzetten van een geïntegreerde spoed<strong>zorg</strong>. <strong>In</strong> het<br />

overheidsbeleid is de laatste jaren de omslag van aanbodsturing naar vraagsturing<br />

erg duidelijk. Ook CZ erkent dit, het is een visie van waaruit je werkt. CZ ervaart<br />

dat zij als <strong>zorg</strong>verzekeraar een steeds belangrijkere rol krijgen en ook pakken. Het<br />

nieuwe kabinet benadrukt de rol van de <strong>zorg</strong>verzekeraars ook.<br />

Echter, de bekostigingsstructuur was en is nog onvoldoende afgestemd op<br />

vraaggerichte <strong>zorg</strong>. De twee bekostigingsstromen in de acute <strong>zorg</strong> zijn hier een<br />

goed <strong>voor</strong>beeld van. Deze duale bekostiging heeft het initiatief van de geïntegreerde<br />

spoed<strong>zorg</strong> niet gestimuleerd, eerder belemmerd.<br />

98 Werken aan de Zorg<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

Menzis TopZorg<br />

De Patiënt Centraal?<br />

“Menzis biedt haar verzekerden betere <strong>zorg</strong> bij aanbieders met het TopZorg<br />

keurmerk. Bij deze aanbieders kunnen zij snel terecht in het ziekenhuis,<br />

krijgen ze goede informatie en behandelingen van zeer goede kwaliteit.”<br />

Aanleiding<br />

Zorgverzekeraar Menzis wil haar verzekerden waar <strong>voor</strong> hun geld geven, en<br />

inkopen op uitkomsten, op kwaliteit. De komst van Zichtbare Zorg, actievere<br />

<strong>patiënt</strong>enverenigingen en kwaliteitsindicatoren <strong>zorg</strong>en er <strong>voor</strong> dat steeds meer<br />

informatie rondom kwaliteit van <strong>zorg</strong> beschikbaar is. Tegelijkertijd is met de komst<br />

van dbc’s in het B-segment mogelijk om met de ziekenhuizen te onderhandelen over<br />

prijs, kwaliteit en aantallen. Daarom is in 2008 Menzis TopZorg opgezet.<br />

Werkwijze<br />

Menzis TopZorg houdt in dat ziekenhuizen die aan de TopZorg eisen voldoen<br />

in aanmerking komen <strong>voor</strong> een TopZorg predicaat en op deze manier<br />

<strong>voor</strong>keursaanbieder van Menzis verzekerden worden. Menzis heeft bij start van het<br />

project een klantonderzoek gehouden naar de verwachtingen en knelpunten van<br />

verzekerden ten aanzien van hun <strong>zorg</strong>verzekeraar. De volgende punten werden het<br />

meest belangrijk gevonden om aandacht aan te besteden:<br />

Korte toegangstijden<br />

Goede informatie<strong>voor</strong>ziening<br />

Medische kwaliteit<br />

Voor tien aandoeningen zijn TopZorg programma’s opgesteld: borstkanker,<br />

spataderen, liesbreuk, meniscus, staar, OSAS, heupslijtage, knieslijtage en<br />

hernia. Het opstellen van de kwaliteitseisen is in nauwe samenwerking met de<br />

(categorale) <strong>patiënt</strong>enverenigingen gebeurd. Vervolgens zijn de programma’s aan<br />

de ziekenhuizen <strong>voor</strong>gelegd in een marktconsultatie. Na de laatste aanpassingen<br />

ging het offerte traject van start en konden ziekenhuizen zich inschrijven, waarna ze<br />

hun data moesten aanleveren dat laat zien hoe zij aan de kwaliteitseisen voldoen. <strong>In</strong><br />

het geval zij op een punt (nog) niet voldoen, is het mogelijk een realistisch plan van<br />

aanpak aan te leveren waarin staat hoe zij hier alsnog aan gaan voldoen in de nabije<br />

toekomst. Op deze manier wordt de kwaliteit van <strong>zorg</strong> direct gestimuleerd. Menzis<br />

beoordeelt alle aanvragen en geeft al dan niet het predicaat uit. <strong>In</strong> de vier kernregio’s<br />

(Groningen, Twente, Gelderland en Den Haag) van de verzekeraar stellen ze naast<br />

eisen ook nog wensen aan TopZorg aanbieders. Menzis hecht veel belang aan de<br />

kernregio’s en de rol van TopZorg in deze regio’s. Voor deze regio’s geldt dat – anders<br />

dan in overige regio’s – maximaal een derde van alle <strong>zorg</strong>aanbieders het TopZorg<br />

predicaat ontvangt. Dit kan dus betekenen dat aanbieders wél aan alle TopZorg<br />

eisen voldoen, maar geen predicaat krijgen. Op deze manier wordt de kwaliteit van<br />

<strong>zorg</strong> in de kernregio’s extra gestimuleerd.<br />

99 Werken aan de Zorg


Figuur 29<br />

De Patiënt Centraal?<br />

De afspraken met alle ziekenhuizen worden vastgelegd in contractuele afspraken<br />

<strong>voor</strong> de duur van twee jaar. De kwaliteit wordt op verschillende manieren geborgd.<br />

Ten eerste rapporteren <strong>patiënt</strong>en terug aan Menzis. Een <strong>patiënt</strong> die niet snel<br />

genoeg geholpen wordt, kan bij Menzis terecht en zij regelen dat de <strong>patiënt</strong> toch<br />

volgens afspraak behandeld wordt. Ten tweede wordt gekeken naar ZiZo scores<br />

en gepubliceerde wachttijden. Tot slot houdt Menzis een periodieke audit bij<br />

<strong>zorg</strong>verleners waar twijfel bestaat of zij voldoen aan de afspraken.<br />

Menzis heeft na twee jaar de volledige set van kwaliteitseisen herzien en opnieuw<br />

afspraken gemaakt met <strong>zorg</strong>aanbieders. De aandoeningen heup- en knieartrose,<br />

hernia, amandelen en slaapapneu zijn aan de lijst toegevoegd. Tevens wordt TopZorg<br />

verbreed door andere vormen van <strong>zorg</strong>, zoals fysiotherapie. Het idee is om te <strong>zorg</strong>en<br />

<strong>voor</strong> aansluiting in de hele keten.<br />

Resultaten<br />

Menzis merkt dat de <strong>zorg</strong>verzekeraar als partij steeds serieuzer wordt genomen.<br />

Er vindt een verschuiving plaats van de rol van de <strong>zorg</strong>verzekeraar, van wachtlijstbemiddelaar<br />

naar kwaliteitsbemiddelaar. TopZorg <strong>zorg</strong>t <strong>voor</strong> een goede basis om het<br />

gesprek aan te gaan met <strong>zorg</strong>aanbieders en <strong>patiënt</strong>enverenigingen.<br />

Op dit moment hebben 60 ziekenhuizen het TopZorg predicaat <strong>voor</strong> één of<br />

meerdere aandoeningen. Door de kwaliteitseisen en wensen die TopZorg aan<br />

<strong>zorg</strong>aanbieders stelt, wordt de <strong>zorg</strong> <strong>voor</strong> de <strong>patiënt</strong> beter. De plannen van aanpak in<br />

de TopZorg aanvraag zijn hiervan een praktisch <strong>voor</strong>beeld, deze worden opgesteld<br />

door de aanbieders zelf en grotendeels binnen korte tijd gerealiseerd. Bij alle eisen<br />

en wensen staat centraal wat de <strong>patiënt</strong> verwacht, wat zij belangrijk vinden. Voor<br />

<strong>zorg</strong>aanbieders is het TopZorg predicaat tegelijkertijd een mogelijkheid om zich te<br />

onderscheiden van andere aanbieders.<br />

Voor cliënten wordt de transparantie vergroot over wat zij kunnen verwachten<br />

van Menzis als <strong>zorg</strong>verzekeraar en van de <strong>zorg</strong>aanbieders die zij gecontracteerd<br />

hebben onder TopZorg. Om cliënten bij te staan is extra begeleiding door Menzis<br />

Figuur 30<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Zorgadviseurs mogelijk. Na contact met een <strong>zorg</strong>adviseur is de wachttijd vaak ook<br />

daadwerkelijk korter. <strong>In</strong> de tabel is te zien dat de gemiddelde winstdagen variëren<br />

van 13 dagen bij borstkanker tot 64 dagen bij knieartrose. Uit evaluatie blijkt dat<br />

cliënten deze service met een 8,6 waarderen.<br />

Toekomstplannen<br />

Menzis wil in de toekomst het aantal aandoeningen gaan uitbreiden en de<br />

huidige sets van criteria verbeteren en uitbreiden. <strong>In</strong> Groningen en Nijmegen start<br />

een pilot waarin het keuze-/ verwijsproces van de <strong>patiënt</strong> bij de huisarts wordt<br />

meegenomen. Hierbij werken Menzis, Agis, Achmea en ZorgDomein samen om<br />

<strong>voor</strong>keursaanbieders, zoals die bij TopZorg, zichtbaar te maken in de ZorgDomein<br />

verwijsmodule die door veel huisartsen wordt gebruikt.<br />

Rol beleid<br />

De <strong>zorg</strong>verzekeringswet en DBC-bekostiging hebben een positief effect gehad<br />

op TopZorg. De nieuwe plannen op het gebied van de bekostiging <strong>zorg</strong>en <strong>voor</strong><br />

een (tijdelijke) belemmering in het werken met het TopZorg predicaat. Door de<br />

invoering van de DOT verandert de vertaling van de afspraken over het <strong>zorg</strong>aanbod.<br />

Menzis heeft daarom besloten tijdelijk een pas op de plaats te doen, en het aantal<br />

aandoeningen <strong>voor</strong>lopig niet uit te breiden. Ook het Budgettair Kader Zorg (BKZ)<br />

<strong>zorg</strong>t <strong>voor</strong> de nodige onzekerheden bij de <strong>zorg</strong>aanbieders. (Mogelijke) kortingen<br />

aan de kant van de aanbieders maakt de onderhandeling over de kwaliteitseisen<br />

moeilijker. Vooral omdat het gaat over contractuele afspraken <strong>voor</strong> een periode van<br />

2 jaar spelen financiële risico’s een rol.<br />

http://www.menzis.nl/web/Consumenten/TopZorg.htm<br />

100 Werken aan de Zorg<br />

101 Werken aan de Zorg


82}<br />

Zorg en Zekerheid<br />

De Patiënt Centraal?<br />

“Zorg en Zekerheid stimuleert structurele samenwerking tussen de<br />

huisarts en de betrokken specialist uit het ziekenhuis”<br />

Aanleiding<br />

Zorg en Zekerheid is de regionale <strong>zorg</strong>verzekeraar in en rondom Leiden en het<br />

Groene Hart die zich sterk maakt <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong> die <strong>voor</strong> iedereen toegankelijk én<br />

betaalbaar is. Bij Zorg en Zekerheid staat de gezondheid van de klant centraal. Dat is<br />

te zien aan de kwaliteit van de dienstverlening, de korte lijnen naar de <strong>zorg</strong>verleners,<br />

en het werken zonder winstoogmerk. Zorg en Zekerheid zag in 2010 het aantal<br />

verzekerden stijgen tot ruim 395.000.<br />

De kosten <strong>voor</strong> geneesmiddelengebruik buiten de muren van het ziekenhuis waren<br />

in 2010 goed <strong>voor</strong> 9% van de totale bruto <strong>zorg</strong>uitgaven in Nederland82. Een forse<br />

kostenpost dus. Verzekeraar Zorg en Zekerheid nam het initiatief om deze kosten<br />

op een innovatieve manier te verminderen . En met succes! Zij wist zelfs niet alleen<br />

de geneesmiddelenkosten te reduceren, maar tegelijkertijd ook de kwaliteit van de<br />

geleverde <strong>zorg</strong> te verhogen.<br />

Werkwijze<br />

Nadat Zorg en Zekerheid in een eerder traject doelmatigheidsafspraken maakte<br />

met apothekers en huisartsen, is ze in 2010 in gesprek gegaan met ziekenhuizen in<br />

haar primaire ver<strong>zorg</strong>ingsgebied. Ziekenhuizen spelen immers een belangrijke rol in<br />

de totstandkoming van medicatiekosten.<br />

<strong>In</strong> een samenspel tussen medisch specialist en ziekenhuisapotheker maakt het<br />

ziekenhuis <strong>voor</strong> iedere <strong>patiënt</strong> een keuze uit een pallet aan geneesmiddelen. Daarbij<br />

heeft zij vaak de keuze uit vergelijkbare middelen (met dezelfde of vergelijkbare<br />

werkzame stof) van verschillende fabrikanten, elk met een ander prijskaartje per<br />

dosering. Primair bepalen medisch inhoudelijke redenen dan <strong>voor</strong> welk middel er<br />

wordt gekozen. Maar ook financiële overwegingen spelen een rol: de kosten van<br />

medicatie binnen de muren van het ziekenhuis komen namelijk <strong>voor</strong> rekening van<br />

het ziekenhuis.<br />

De keuze die het ziekenhuis maakt, kan grote gevolgen hebben <strong>voor</strong> de kosten die<br />

de <strong>zorg</strong>verzekeraar moet vergoeden in de periode nadat de <strong>patiënt</strong> is ontslagen<br />

uit het ziekenhuis. En dus op de integrale <strong>zorg</strong>kosten. Denk bij<strong>voor</strong>beeld maar aan<br />

middelen <strong>voor</strong> COPD of cholesterolverlaging, waarbij het grootste deel van de<br />

medicamenteuze behandeling buiten het ziekenhuis plaatsvindt.<br />

Bron: Nefarma (http://www.wewordensteedsbeter.nl/cms/publish/content/showpage.asp?themeid=176)<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Zorg en Zekerheid zag hierin een kans om integraal de <strong>zorg</strong>kosten te verlagen. Zij<br />

heeft daarop de handen ineen geslagen met een aantal ziekenhuizen in de regio, en<br />

met hen afspraken gemaakt over doelmatig <strong>voor</strong>schrijven. Waarbij die doelmatigheid<br />

gericht is op de volledige duur van de behandeling (intramuraal én extramuraal).<br />

Resultaten<br />

De eerste resultaten zijn fraai. Niet alleen zijn de besparingen fors, ook de kwaliteit<br />

van <strong>zorg</strong> en de relatie tussen ziekenhuis en <strong>zorg</strong>verzekeraar zijn verder verbeterd<br />

[getallen].<br />

Een concreet <strong>voor</strong>beeld waarbij integrale kostenverlaging en kwaliteitsverhoging<br />

hand in hand gaan, is de invoering van farmaceutische ontslagconsulten bij één<br />

van de betrokken ziekenhuizen. Voorafgaand aan het ontslag van een <strong>patiënt</strong> loopt<br />

het ziekenhuis nu de volledige medicatielijst van de <strong>patiënt</strong> na en wordt de <strong>patiënt</strong><br />

tijdens een consult hierover geïnformeerd. Het doel van dit consult is het bespreken<br />

van het medicijngebruik en het <strong>voor</strong>komen van onnodige en onnodig dure medicatie.<br />

Tevens ontvangen de betreffende <strong>zorg</strong>verleners in de eerste lijn hetzelfde actuele<br />

medicatieoverzicht als de <strong>patiënt</strong>. De kosten <strong>voor</strong> deze consulten worden deels<br />

gedragen door Zorg en Zekerheid. Een duidelijke win-win!<br />

Rol beleid<br />

Hiermee heeft Zorg en Zekerheid zich een rol aangemeten die in het nieuwe<br />

<strong>zorg</strong>stelsel goed past bij de <strong>zorg</strong>verzekeraar: zij levert, namens de <strong>zorg</strong>vragers <strong>voor</strong><br />

wie zij <strong>zorg</strong> inkoopt, een actieve bijdrage aan het optimaliseren van de kwaliteit en<br />

doelmatigheid van de <strong>zorg</strong>.<br />

http://www.<strong>zorg</strong>enzekerheid.nl<br />

102 Werken aan de Zorg<br />

103 Werken aan de Zorg


4.3<br />

83}<br />

84}<br />

De rol van <strong>patiënt</strong>enorganisaties83<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Zoals in hoofdstuk 3 is beschreven, beoogt de stelselwijziging van 2006 meer<br />

vraagsturing. Goede <strong>zorg</strong>verlening hoort erop gericht te zijn dat <strong>zorg</strong>vragers kunnen<br />

participeren in de maatschappij en regie over hun eigen leven kunnen voeren. De<br />

centrale positie <strong>voor</strong> <strong>patiënt</strong>en in de driehoeksrelatie <strong>zorg</strong>vrager-<strong>zorg</strong>aanbieder<strong>zorg</strong>verzekeraar<br />

is een belangrijke <strong>voor</strong>waarde daar<strong>voor</strong>. Zorgvragers moeten –<br />

naast de <strong>zorg</strong>verzekeraars – een tegenkracht bieden <strong>voor</strong> de <strong>zorg</strong>aanbieder. Deze<br />

moet <strong>voor</strong>tkomen uit de keuzevrijheid van <strong>zorg</strong>vragers, dit stelt hen immers in staat<br />

eigen keuzen te maken en daarmee bepaalde signalen naar zowel verzekeraars<br />

als <strong>zorg</strong>aanbieders te sturen. Patiëntenorganisaties kunnen een belangrijke rol<br />

vervullen bij het invullen van de mogelijkheden om keuzes te maken. Ook <strong>voor</strong> hen<br />

betekent de invulling van deze rol een breuk met het verleden: van erkenning en<br />

aanwezigheid naar het vervullen van een proactieve rol84. Patiëntenorganisaties<br />

kunnen de vraagkracht versterken door invloed uit te oefenen op de publieke<br />

belangen ‘bevordering van kwaliteit’ en ‘toegankelijkheid van <strong>zorg</strong>’. Bevordering van<br />

kwaliteit is mogelijk door ervaringen van <strong>patiënt</strong>en te bundelen, te verwerken en te<br />

gebruiken in het lobbyproces richting verzekeraars en overheid en op regionaal niveau<br />

richting <strong>zorg</strong>aanbieders. Toegankelijkheid van <strong>zorg</strong> kan door <strong>patiënt</strong>enorganisaties<br />

gestimuleerd worden door empowerment van de individuele consument.<br />

Bij<strong>voor</strong>beeld door het aanbieden van nieuwe dienstverleningsconcepten. Maar ook<br />

door ondersteuning te bieden aan <strong>patiënt</strong>en waardoor zij via zelfmanagement in<br />

staat zijn verantwoordelijkheid en regie <strong>voor</strong> de eigen gezondheid te nemen. Het<br />

is echter de vraag in hoeverre zij invulling geven aan deze rollen en welke factoren<br />

hierop van invloed zijn.<br />

Patiëntenorganisaties wordt in dit onderzoek breed gedefinieerd:<br />

<strong>patiënt</strong>en-, gehandicapten- als ouderen organisaties.<br />

RVZ. 2010. PROactief. Een evaluatieonderzoek naar de kracht van DVN.<br />

Den Haag: RVZ<br />

104 Werken aan de Zorg 105<br />

Werken aan de Zorg<br />

4.3.1<br />

<br />

<br />

<br />

85}<br />

De rol van <strong>patiënt</strong>enorganisaties<br />

Uit het bovenstaande blijkt dat <strong>patiënt</strong>enorganisaties andere rollen moeten gaan<br />

spelen in het nieuwe krachtenveld. De afgelopen jaren hebben verschillende<br />

organisaties de eerste stappen gezet <strong>voor</strong> het invullen hiervan. Een algemene eerste<br />

conclusie is dat verschillende partijen aangeven dat ze sinds de stelselwijziging ‘aan<br />

tafel zitten’. De oorspronkelijke rol van lotgenotencontact is verder uitgebreid met<br />

verschillende andere rollen, zoals betrokkenheid in beleidsontwikkeling, ontwikkelaar<br />

van keuze-ondersteunende informatie, gesprekpartner van <strong>zorg</strong>verzekeraars<br />

en -aanbieder, et cetera. Op deze manier weten <strong>patiënt</strong>enorganisaties invloed<br />

uit te oefenen op de inrichting van de <strong>zorg</strong>. <strong>In</strong> het nieuwe <strong>zorg</strong>stelsel is de rol van<br />

<strong>patiënt</strong>enorganisaties niet in een wettelijk kader geborgd. Patiëntenorganisaties<br />

worstelen daardoor in de praktijk veelal met het invullen van hun rol. Op welke<br />

manier kunnen zij zich het beste opstellen in het nieuwe krachtenveld met<br />

aanbieders en verzekeraars. De vertegenwoordigers van deze laatste twee<br />

partijen hebben de afgelopen jaren veel geïnvesteerd in het omvormen van hun<br />

organisaties om invulling te kunnen geven aan hun nieuwe rollen. Aan de kant van<br />

<strong>patiënt</strong>enorganisaties is dat tot nu toe veel minder expliciet ingevuld. De belangen<br />

in de <strong>patiënt</strong>envertegenwoordiging zijn momenteel versnipperd, doordat zoveel<br />

organisaties zich ermee bezighouden. Momenteel is het zo dat de meesten invulling<br />

geven aan al deze rollen.<br />

Recente ontwikkelingen, waarbij <strong>patiënt</strong>enorganisaties flink worden gekort in<br />

hun subsidies, dwingt hen tot het maken van strategische keuzes. Een van de<br />

doelstellingen van deze kortingen is de organisaties te bewegen tot nauwere<br />

samenwerking. Enerzijds kan deze samenwerking een hoop opleveren als het gaat<br />

om het verstevigen van de rol van de <strong>zorg</strong>vrager. Anderzijds is het van belang dat<br />

er een visie is over hoe <strong>patiënt</strong>organisaties gefinancierd dienen te worden <strong>voor</strong> het<br />

leveren van een structurele bijdrage aan kwaliteit van <strong>zorg</strong>.<br />

Krachtenbundeling door <strong>patiënt</strong>enorganisaties is van groot belang. De <strong>zorg</strong>vrager<br />

kan op verschillende manieren ondersteund worden door <strong>patiënt</strong>enorganisaties.<br />

Patiëntenorganisaties zouden zich krachtiger kunnen positioneren als zij zich<br />

richten op de specifieke rollen. Alleen op deze manier kunnen zij tegenwicht bieden.<br />

De RVZ noemt <strong>voor</strong> een sterke positie van de <strong>patiënt</strong>enorganisatie de volgende<br />

basis<strong>voor</strong>waarden:<br />

Professionaliteit, onder meer door samenwerking met andere <strong>patiënt</strong>enorganisaties.<br />

Goede afstemming en samenwerking tussen <strong>patiënt</strong>enorganisaties leidt tot een<br />

sterkere vuist naar andere partijen.<br />

Representativiteit op basis van een goede relatie met de achterban.<br />

Onafhankelijkheid van <strong>patiënt</strong>enorganisaties ten opzichte van veldpartijen én<br />

overheid85.<br />

RVZ. 2010. De <strong>patiënt</strong> als sturende kracht. Den Haag: RVZ


86}<br />

De Patiënt Centraal? De Werken Patiënt in Centraal? de Zorg<br />

Om te komen tot een effectieve tegenkracht zijn een passende organisatie en<br />

adequate financiering van belang. Verschillende financieringsstromen stellen<br />

<strong>patiënt</strong>enorganisaties – in het licht van de recente ontwikkelingen – in staat<br />

om hun rol als tegenkracht goed in te kunnen vullen. Ten eerste is financiële<br />

afhankelijkheid van de achterban een goede prikkel om ‘klantgerichtheid’ te<br />

waarborgen. Financiële compensatie van andere partijen <strong>voor</strong> de inbreng van<br />

bij<strong>voor</strong>beeld ervaringsdeskundigheid is een mogelijkheid. Hierbij is het van belang<br />

dat onafhankelijkheid is gewaarborgd. Tot slot, is publieke financiering <strong>voor</strong> een<br />

structurele bijdrage aan kwaliteit van <strong>zorg</strong> op zijn plaats86.<br />

Een aantal organisaties heeft de stap van strategische keuzes inmiddels gemaakt.<br />

<strong>In</strong> een recent onderzoek concludeert de RVZ dat Diabetes Vereniging Nederland<br />

(DVN) een proactieve <strong>patiënt</strong>enorganisatie is. DVN heeft innovatiekracht en laat<br />

ondernemingszin zien. Zo roemt de RVZ de websites www.mijndiabetes.nl en<br />

mijnDVN.nl. Deze dragen bij aan de participatie van <strong>patiënt</strong>en en het bereiken<br />

van nieuwe doelgroepen. Ook worden <strong>zorg</strong>verleners en <strong>zorg</strong>verzekeraars zo<br />

betrokken, wat de sturende kracht van de <strong>patiënt</strong> versterkt. Met de portal mijnDVN.<br />

nl bundelt de vereniging ook de krachten met andere <strong>patiënt</strong>enverenigingen. <strong>In</strong> de<br />

‘goede <strong>voor</strong>beelden’ werken we een aantal mooie <strong>voor</strong>beelden van de rol van de<br />

<strong>patiënt</strong>enorganisatie binnen het nieuwe <strong>zorg</strong>stelsel uit.<br />

RVZ. 2010. De <strong>patiënt</strong> als sturende kracht. Den Haag: RVZ<br />

4.3.2 Goede Voorbeelden: Patiëntenorganisaties<br />

Reuma<strong>patiënt</strong>enbond<br />

“Met de reumamonitor kunnen mensen met reumatoïde artritis, net als ik,<br />

zelf thuis hun ziekteactiviteit en hun dagelijkse functioneren vastleggen.<br />

Zo kan ik met mijn arts en reumaverpleegkundige het verloop van mijn<br />

reuma goed blijven volgen.”<br />

Achtergrondinformatie<br />

De Reuma<strong>patiënt</strong>enbond maakt zich sterk <strong>voor</strong> een betere kwaliteit van leven van<br />

mensen met reuma. Zij streeft naar het bevorderen van goede <strong>voor</strong>lichting en <strong>zorg</strong>t<br />

er<strong>voor</strong> dat de politiek en de gezondheids<strong>zorg</strong> beter rekening houden met mensen die<br />

een reumatische aandoening hebben. De activiteiten van de Reuma<strong>patiënt</strong>enbond<br />

richten zich ook op naasten van reuma<strong>patiënt</strong>en, hulpverleners (in opleiding) en het<br />

publiek in het algemeen.<br />

Aanleiding<br />

Reumatoïde Artritis (RA) kent een grillig verloop waardoor het managen van<br />

ziekteactiviteit (de mate waarin de ziekte opspeelt) door de <strong>patiënt</strong> wordt<br />

bemoeilijkt. Grip krijgen op het leven met reuma hangt sterk samen met het inzicht<br />

in de aard en frequentie van klachten. De RA-<strong>patiënt</strong> beschikte niet over een tool<br />

om dit te managen. <strong>In</strong> het gesprek met de behandelaar vond de RA-<strong>patiënt</strong> het<br />

bovendien moeilijk om het verloop van ziekteactiviteit te specificeren. De <strong>patiënt</strong> wil<br />

wel betrokken zijn bij de behandeling maar beschikt niet over de middelen. Vanuit<br />

deze achtergrond is de Reuma<strong>patiënt</strong>enbond gestart met de ontwikkeling van<br />

de Reumamonitor. Deze ontwikkeling sluit ook nauw aan bij het streven van het<br />

ministerie van VWS om meer in te zetten op E-health en zelfmanagement in de <strong>zorg</strong>.<br />

Manier van werken<br />

De ‘Reumamonitor’ is een zelfscore internet tool <strong>voor</strong> iedereen met reumatoïde<br />

artritis. Door middel van de Reumamonitor zijn zij in staat om zelf hun ziekteactiviteit<br />

te meten en te volgen in de loop der tijd. <strong>In</strong>zicht in hun ziekteactiviteit stelt hen in<br />

staat om – al naargelang het beter of slechter gaat – de behandeling aan te passen.<br />

De Reumamonitor is gebaseerd op de DAS-score en HAQ-vragenlijst en geeft<br />

een indicatie <strong>voor</strong> de ziekteactiviteit en het functioneren in het dagelijks leven. (<strong>In</strong>)<br />

zicht in het verloop van ziekteactiviteit leidt tot grip op het leven met reuma: <strong>patiënt</strong><br />

empowerment.<br />

De Reuma<strong>patiënt</strong>enbond heeft er in 2007 bewust <strong>voor</strong> gekozen om een <strong>patiënt</strong>versie<br />

van de professioneel valide scoringstool DAS28 te ontwikkelen. De DAS28 is<br />

opgenomen in de Richtlijn RA. Deze scoringstool is bij de behandelaar (reumatoloog/<br />

reumaconsulent) bekend en erkend. De keuze om de <strong>patiënt</strong> niet zomaar een tool<br />

in handen te geven, maar een tool die de behandelaar erkent, heeft invloed op de<br />

communicatie tussen <strong>patiënt</strong> en behandelaar. De <strong>patiënt</strong> komt beter <strong>voor</strong>bereid<br />

naar het gesprek, registraties van ziekteactiviteit kunnen worden overhandigd en de<br />

106 Werken aan de Zorg 107 Werken aan de Zorg


Figuur 31<br />

De Patiënt Centraal?<br />

<strong>patiënt</strong> is actief betrokken bij zijn/haar behandeling. Begrip van ziekteactiviteit bij<br />

de <strong>patiënt</strong> resulteert in begrip van (het belang van) de behandeling. <strong>In</strong> 2009 heeft<br />

de Reuma<strong>patiënt</strong>enbond op een groot aantal bijeenkomsten van behandelaars<br />

en <strong>zorg</strong>verleners met hen gesproken over het belang van de Reumamonitor<br />

<strong>voor</strong> <strong>patiënt</strong>en en over het <strong>voor</strong>deel dat zij er bij hebben als <strong>patiënt</strong>en met RA de<br />

Reumamonitor (gaan) gebruiken.<br />

Resultaten<br />

Doelstelling van de Reumamonitor is dat <strong>patiënt</strong>en inzicht krijgen in het verloop van<br />

de RA en in staat zijn hun dagelijks functioneren daarop aan te passen. Doordat<br />

<strong>patiënt</strong>en worden toegerust om zelf hun reuma te monitoren en - indien noodzakelijk<br />

- bij te sturen, kan tijdig worden geanticipeerd, bij<strong>voor</strong>beeld in geval van een<br />

toename van klachten. Op lange termijn zal dat leiden tot een betere kwaliteit van<br />

leven. Uit wetenschappelijk onderzoek is naar voren gekomen dat het beter volgen<br />

van de ziekteactiviteit tot betere beheersing van de ziekte leidt. Deze effecten zijn<br />

nog niet specifiek in kaart gebracht <strong>voor</strong> de Reumamonitor, aangezien deze nog<br />

maar kort in gebruik is. Patiënten reageren zeer positief op het instrument, het geeft<br />

hen eindelijk iets in handen om in gesprek te gaan met hun behandelaar. Uit een<br />

draagvlakverkenning rond zelfscoring onder reumatologen en reumaconsulenten is<br />

gebleken dat circa 80% positief stond tegenover de inzet van zelfscoring.<br />

Beleid overheid<br />

De stelselwijziging heeft een positief effect gehad op de betrokkenheid van<br />

<strong>patiënt</strong>en(organisaties). Zij kregen vaker en explicieter de gelegenheid om de<br />

positie van de <strong>patiënt</strong> te behartigen en te versterken. Meebeslissen over de inhoud<br />

van de <strong>zorg</strong> moet niet alleen afhangen van de assertiviteit en deskundigheid van<br />

de <strong>patiënt</strong>, <strong>patiënt</strong>en moeten hierin ook worden ondersteund. <strong>In</strong> de langdurige <strong>zorg</strong><br />

De Patiënt Centraal?<br />

heeft vraaggerichtheid <strong>voor</strong>al betrekking op de mate waarin cliënten in staat worden<br />

gesteld om hun leven in te richten zoals ze dat zelf willen. Het beleid van de overheid<br />

draagt er steeds meer toe bij dat de <strong>patiënt</strong> deze positie kan innemen.<br />

Wel is het belangrijk dat ook behandelaars meegroeien/meedoen in deze<br />

ontwikkeling. Dit moet op een actieve manier gestimuleerd worden. Een knelpunt<br />

in de huidige inrichting van het <strong>zorg</strong>stelsel is dat er veel wordt verwacht van<br />

<strong>patiënt</strong>en(organisaties), maar de structurele financiële ondersteuning om dit te<br />

realiseren in veel gevallen ontbreekt. Patiëntenorganisaties zijn afhankelijk van<br />

fondsen, veelal is financiering op project basis, hetgeen het structureel inbedden<br />

van kansrijke initiatieven bemoeilijkt.<br />

http://www.reumamonitor.nl<br />

108 Werken aan de Zorg<br />

109 Werken aan de Zorg


De Patiënt Centraal?<br />

Diabetesvereniging Nederland<br />

“Mijn diabetes: hét startpunt bij uw zoektocht naar informatie over voluit<br />

leven met diabetes.”<br />

Aanleiding<br />

Diabetesvereniging Nederland (DVN) strijdt <strong>voor</strong> goede <strong>zorg</strong> en een beter leven <strong>voor</strong><br />

iedereen met diabetes. Ieder mens is uniek en ieder mens heeft andere behoeften<br />

als het om <strong>zorg</strong> gaat. DVN vindt dat de <strong>zorg</strong> moet aansluiten bij deze behoeften. Hier<br />

maakt de vereniging zich sterk <strong>voor</strong>. DVN is de grootste <strong>patiënt</strong>envereniging van<br />

Nederland en werkt met een groot aantal zeer betrokken vrijwilligers. Zij organiseren<br />

onder meer lokale thema avonden en activiteiten.<br />

De activiteiten van DVN komen <strong>voor</strong>t uit de wens om de kwaliteit van leven van<br />

mensen met diabetes te vergroten. Zij maken zich bij<strong>voor</strong>beeld hard <strong>voor</strong> goede<br />

verzekeringen zonder uitsluitingen vanwege diabetes en overleggen <strong>voor</strong>tdurend<br />

met <strong>zorg</strong>verleners, overheid en <strong>zorg</strong>verzekeraars over de organisatie van de<br />

diabetes<strong>zorg</strong>. Bij<strong>voor</strong>beeld over de vergoeding van hulpmiddelen of over de eisen<br />

die gesteld worden aan het verlengen van rijbewijzen.<br />

Werkwijze<br />

<strong>In</strong> 2009 startte DVN een persoonlijke internetportal – www.mijndiabetes.nl – om<br />

<strong>patiënt</strong>en te ondersteunen in het behoud van regie over hun eigen leven. Hier<br />

vinden mensen met diabetes alle informatie <strong>voor</strong> voluit leven met diabetes bij elkaar.<br />

Bij<strong>voor</strong>beeld informatie over activiteiten van DVN in de regio, <strong>zorg</strong>verzekeraars<br />

en hulpmiddelenleveranciers. Mijndiabetes.nl biedt een digitaal netwerk naar alle<br />

(wettige) mogelijke relaties die zich richten op de mensen met diabetes. Naast<br />

informatie vanuit de DVN worden ook een aantal commerciële activiteiten ontplooid,<br />

zoals de DVN webwinkel. Uiteindelijk bepaalt de klant waar hij wel of geen gebruik<br />

van maakt. De winst van DVN winkel investeert DVN in de doelen van de vereniging.<br />

Essentieel onderscheid met de andere portals gericht op zelfmanagement is dat<br />

deze portal is ontwikkeld door de <strong>patiënt</strong>envereniging en niet door aanbieders. Het<br />

is geheel onder regie van de DVN en in eigen beheer ontwikkeld. Zelfmanagement<br />

wordt daarmee echt het domein van de <strong>patiënt</strong>: de invulling wordt niet <strong>voor</strong> hem<br />

bepaald, maar juist door hem. Mijndiabetes.nl is een totale digitale wereld: lotgenoten,<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraars, alle winkels, onderzoek, interactieve televisie, forum, medisch<br />

dossier, eigen vereniging, et cetera. Koppeling met het huisartseninformatiesysteem<br />

(HIS) maakt het mogelijk om je eigen medische gegevens in te zien, nu alleen nog<br />

de diabetes gegevens. Een nieuwe ontwikkeling <strong>voor</strong> mijndiabetes.nl is dat mensen<br />

inzage krijgen in hun persoonlijk diabetesdossier. Dit wordt in de toekomst verder<br />

uitgebreid, ook worden digitale behandelplannen toegevoegd aan de portal.<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Er zijn geen kosten aan het gebruik van de portal verbonden. Deze aanpak<br />

heeft consequenties <strong>voor</strong> de financiering, omdat het ook (nog) niet mogelijk<br />

was om het onder te brengen in reguliere financieringsstromen. Verschillende<br />

grote <strong>zorg</strong>verzekeraars waren zeer enthousiast over de portal en hebben<br />

vervolgens bijgedragen aan de financiering ervan. Daarnaast maken verschillende<br />

profielgestuurde pagina’s deel uit van de portal (o.a. informatie van farmaceuten)<br />

waardoor ook inkomsten binnen komen.<br />

Resultaten<br />

De resultaten van mijndiabetes.nl zijn nog niet gemeten. Het gebruik is wel in kaart<br />

gebracht, zonder reclame te maken hebben 18.000 mensen zich geregistreerd.<br />

De gemiddelde leeftijd van de gebruiker is 59,2 jaar. De internettoepassingen van<br />

DVN zijn zeer succesvol. <strong>In</strong> 2010 zijn de applicaties in de portal en de overige sites<br />

van DVN één miljoen keer bezocht en het aantal bezoekers groeit met de dag.<br />

<strong>In</strong> de verdere ontwikkeling worden de waardering van klanten en de effecten op<br />

gezondheid in kaart gebracht.<br />

Toekomst<br />

DVN richt zich op het verder uitbouwen van mijndiabetes.nl en op het uitbreiden<br />

naar andere (diabetes gerelateerde) chronische aandoeningen. De infrastructuur<br />

ligt klaar, er zijn koppelingen met <strong>zorg</strong>verleningssystemen en relaties met<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraars. Deze kunnen relatief gemakkelijk worden uitgebreid naar andere<br />

aandoeningen.<br />

Rol van beleid<br />

De stelselwijziging heeft de <strong>patiënt</strong>enverenigingen een andere rol gegeven.<br />

Mijndiabetes.nl is een vorm die laat zien dat deze rol ook echt opgepakt kan worden.<br />

De <strong>patiënt</strong> is daarbij uitgangspunt en er wordt interactie aangegaan met andere<br />

partijen: aanbieders en <strong>zorg</strong>verzekeraars. E-health is een goed instrument om de rol<br />

van de <strong>zorg</strong>vrager sterker neer te zetten. De overheid en <strong>zorg</strong>verzekeraars spelen<br />

hierbij een belangrijke rol.<br />

https://www.mijn<strong>zorg</strong>pagina.nl/diabetes<br />

110 Werken aan de Zorg<br />

111 Werken aan de Zorg


Hart&Vaatgroep<br />

De Patiënt Centraal?<br />

“Vaatkeurmerk stimuleert ziekenhuizen tot kwaliteitsverbetering.”<br />

Achtergrondinformatie<br />

De Hart&Vaatgroep is een <strong>patiënt</strong>envereniging <strong>voor</strong> mensen met een hart- of<br />

vaatziekte en hun naasten. De vereniging houdt zich zowel landelijk als regionaal<br />

bezig met: informatie<strong>voor</strong>ziening, lotgenotencontact, leefstijl en bewegen en<br />

belangenbehartiging. Doel is om de positie van de <strong>patiënt</strong> in de <strong>zorg</strong>markt te<br />

versterken door transparant te maken wat er te halen valt <strong>voor</strong> de <strong>patiënt</strong>. De<br />

Hart&Vaatgroep doet dat met eigen projecten – zoals het Vaatkeurmerk – maar<br />

ook door deel te nemen aan grotere projecten – zoals Zichtbare Zorg, CQ-index en<br />

Kwaliteit in Zicht. Dat zijn allemaal projecten die leiden tot keuze-informatie <strong>voor</strong><br />

de <strong>patiënt</strong>, verbeterdoelen <strong>voor</strong> de <strong>zorg</strong>aanbieders en inkoopinformatie <strong>voor</strong> de<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraar.<br />

Manier van werken<br />

De Hart&Vaatgroep heeft criteria ontwikkeld <strong>voor</strong> de behandeling van aandoeningen<br />

in de slagaders van benen, bekken, buik, aorta en hals. Ziekenhuizen die voldoen<br />

aan deze criteria krijgen het Vaatkeurmerk. Het primaire doel van het Vaatkeurmerk<br />

is vaat<strong>patiënt</strong>en inzicht geven in de kwaliteit van <strong>zorg</strong> die ziekenhuizen bieden. Op<br />

www.hartenvaatgroep.nl kunnen <strong>patiënt</strong>en en verwijzers zien welke ziekenhuizen het<br />

Vaatkeurmerk hebben gekregen. Ook kunnen zij nagaan welke vaatbehandelingen<br />

ziekenhuizen uitvoeren en hoe vaak zij dit doen. Hierdoor kunnen vaat<strong>patiënt</strong>en<br />

een gefundeerde keuze maken in welk ziekenhuis zij behandeld willen worden.<br />

De criteria om in aanmerking te komen <strong>voor</strong> het Vaatkeurmerk worden periodiek<br />

in overleg met de beroepsgroepen aangescherpt. De aanscherping stimuleert<br />

ziekenhuizen aanpassingen te doen om alsnog in aanmerking te komen <strong>voor</strong> het<br />

keurmerk. Het Vaatkeurmerk versterkt de positie van zowel de <strong>patiënt</strong> als van het<br />

ziekenhuis. Ziekenhuizen krijgen inzicht in wat hun klanten belangrijk vinden in de<br />

geboden <strong>zorg</strong> en kunnen hun <strong>zorg</strong> daarop afstemmen.<br />

Resultaten<br />

De resultaten van het Vaatkeurmerk zijn tweeledig. Enerzijds heeft het ertoe geleid<br />

dat vaat<strong>patiënt</strong>en en hun verwijzers inzicht hebben gekregen in het aanbod van de<br />

ziekenhuizen uitgesplitst naar specifieke aandoeningen of ingrepen. De website van<br />

het Vaatkeurmerk levert deze informatie vanuit <strong>patiënt</strong>enperspectief. Hierdoor kan<br />

de <strong>patiënt</strong> een bewuste keuze maken op basis van overzichtelijke en betrouwbare<br />

informatie.<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Anderzijds biedt het Vaatkeurmerk ziekenhuizen de gelegenheid zich positief<br />

te onderscheiden. Ziekenhuizen worden hierdoor gestimuleerd hun kwaliteit te<br />

verbeteren. Bij de meest recente uitreiking van het Vaatkeurmerk hebben achttien<br />

ziekenhuizen aanpassingen gedaan om aan het Vaatkeurmerk te kunnen voldoen.<br />

Ziekenhuizen spannen zich in om aan de criteria te voldoen, hiermee stimuleert het<br />

Vaatkeurmerk ziekenhuizen tot verdere kwaliteitsverbetering. De criteria worden ook<br />

periodiek aangescherpt. De methodiek van het Vaatkeurmerk wordt ook uitgerold<br />

naar andere <strong>patiënt</strong>enorganisaties via het project Kwaliteit in Zicht.<br />

Beroepsverenigingen<br />

De Hart&Vaatgroep werkt samen met de beroepsverenigingen van vaatchirurgen<br />

en interventieradiologen. Het Vaatkeurmerk sluit dan ook aan bij eisen vanuit de<br />

beroepsgroep. Het Nederlands Genootschap <strong>voor</strong> <strong>In</strong>terventieradiologie stelt<br />

bij<strong>voor</strong>beeld een aantal eisen <strong>voor</strong> officiële registratie als interventieradioloog met<br />

de aantekening vasculair, deze zijn opgenomen in de eisen van het Vaatkeurmerk.<br />

De rol van de overheid<br />

Het beleid van de overheid heeft er<strong>voor</strong> ge<strong>zorg</strong>d dat er projectsubsidies beschikbaar<br />

kwamen om het Vaatkeurmerk te ontwikkelen projecten te realiseren.<br />

Projectsubsidies hebben echter hun beperkingen als het gaat om de continuering<br />

van succesvolle initiatieven. Binnen het huidige <strong>zorg</strong>stelsel is het <strong>voor</strong> <strong>patiënt</strong>enorganisaties<br />

lastig om adequate financiering te verkrijgen en te borgen.<br />

Zorgverzekeraars<br />

Voor <strong>zorg</strong>verzekeraars is het belangrijk om te kunnen zien wat hun klanten (de<br />

<strong>patiënt</strong>en) belangrijk vinden in de kwaliteit van het <strong>zorg</strong>aanbod en om te zien welke<br />

ziekenhuizen daaraan voldoen. Dit stelt hen in staat om hun inkoopbeleid daarop af<br />

te stemmen.<br />

http://www.hartenvaatgroep.nl<br />

112 Werken aan de Zorg<br />

113 Werken aan de Zorg


87}<br />

Alzheimer Nederland<br />

De Patiënt Centraal?<br />

“Casemanagement moet volgend jaar deel uitmaken van het totale<br />

aanbod van dementie<strong>zorg</strong>. Want mensen met dementie en hun naasten<br />

hebben veel behoefte aan een vast persoon die hun kan bijstaan in alle<br />

fasen van het ziekteproces. (Bussemaker 2010)”<br />

Achtergrondinformatie<br />

Dementie komt in toenemende mate <strong>voor</strong>. Momenteel lijden ongeveer 250.000<br />

mensen aan dementie. Naar verwachting zal dat aantal oplopen tot een half<br />

miljoen mensen na 2040. Hun <strong>zorg</strong>behoefte vraagt inzet van een breed scala aan<br />

<strong>zorg</strong>aanbod, vanaf het ‘niet pluis gevoel’ tot en met palliatief terminale <strong>zorg</strong>. Zij<br />

worden veelal ver<strong>zorg</strong>d door mantel<strong>zorg</strong>ers, die onder grote druk staan. Het is dan<br />

ook van groot belang dat de <strong>zorg</strong> <strong>voor</strong> mensen met dementie en hun mantel<strong>zorg</strong>ers<br />

goed georganiseerd wordt. Daaronder vallen bij<strong>voor</strong>beeld vroegsignalering,<br />

ziekte- en <strong>zorg</strong>diagnostiek, trajectbegeleiding of casemanagement en mantel<strong>zorg</strong>ondersteuning.<br />

Het is belangrijk dat deze vormen van <strong>zorg</strong> flexibel ingezet kunnen<br />

worden en goed op elkaar aansluiten. <strong>In</strong> 2008 ging het Programma Keten<strong>zorg</strong><br />

Dementie van start in zestien koploperregio’s. <strong>In</strong> 2010 is het programma verbreed<br />

naar het hele land.<br />

Manier van werken<br />

Het Programma Keten<strong>zorg</strong> Dementie is in maart 2008 gestart. <strong>In</strong> het programma<br />

werken Zorgverzekeraars Nederland, Alzheimer Nederland, VWS en ActiZ in<br />

een kernteam samen aan het realiseren van de vereiste samenhang in het <strong>zorg</strong>-<br />

en welzijnsaanbod. Het doel is om in heel Nederland een structureel aanbod van<br />

samenhangende dementie<strong>zorg</strong> beschikbaar te hebben. Momenteel beschikt slechts<br />

de helft van de mensen met dementie over een diagnose. Dit betekent concreet dat<br />

Alzheimer eerder gediagnosticeerd wordt, een betere kwaliteit van <strong>zorg</strong> en meer<br />

variatie in het <strong>zorg</strong>aanbod <strong>voor</strong> mensen met dementie (<strong>voor</strong>al thuis).<br />

Het Programma Keten<strong>zorg</strong> Dementie bestaat uit digitaal beschikbare informatie<br />

en praktische instrumenten – o.a. diagnostische instrumenten, methoden van<br />

trajectbegeleiding – om de <strong>zorg</strong>, het wonen en het welzijn van mensen met dementie<br />

en hun naasten te verbeteren of op peil te houden. De samenhangende dementie<strong>zorg</strong><br />

wordt structureel gefinancierd uit de AWBZ, Wmo en Zvw. De <strong>zorg</strong>kantoren<br />

vervullen bij veel van de <strong>zorg</strong>ketens een sturende en stimulerende rol door het<br />

stellen van inkoop<strong>voor</strong>waarden, bieden van financiële <strong>voor</strong>delen en het bieden<br />

van ondersteuning bij aanvragen <strong>voor</strong> subsidies (<strong>zorg</strong>inkoopmodel). Verschillende<br />

<strong>zorg</strong>kantoren organiseren daarnaast (thema)bijeenkomsten <strong>voor</strong> regio’s om<br />

kennisuitwisseling te stimuleren87. Momenteel wordt de ketensamenwerking in<br />

de regio’s nog op verschillende wijze ingevuld. Het karakter van de samenwerking<br />

NPCF en Alzheimer Nederland. Keten<strong>zorg</strong> dementie vanuit cliëntperspectief.<br />

Bevindingen eerste meting Cliëntenmonitor Keten<strong>zorg</strong> Dementie. Onderdeel van<br />

de Cliëntenmonitor Langdurige Zorg. Mei 2010<br />

De Patiënt Centraal?<br />

en het aantal betrokken ketenpartners verschilt sterk. Belangenbehartigers<br />

van Alzheimer Nederland leveren systematisch input <strong>voor</strong> het inkoopbeleid van<br />

<strong>zorg</strong>kantoren en geven feedback aan aanbieders over de mate waarin het aanbod<br />

aansluit op de top drie van de doelgroep. Daar<strong>voor</strong> organiseert Alzheimer Nederland<br />

panels en zet de dementiemantel<strong>zorg</strong>monitor uit. Vanuit Alzheimer Nederland wordt<br />

in samenwerking met andere partijen gewerkt aan de Zorgstandaard Dementie<strong>zorg</strong>.<br />

Deze moet richting geven aan regio’s en ondersteuning bieden aan regionale<br />

integrale keten<strong>zorg</strong> in aansluiting op de wensen en behoeften van mensen met<br />

dementie en hun mantel<strong>zorg</strong>ers.<br />

Resultaten<br />

De samenwerking in de keten op gebied van dementie heeft de afgelopen periode<br />

geleid tot verbetering van de samenhang rond het cliëntsysteem en tot verbetering<br />

van <strong>voor</strong>al die <strong>zorg</strong><strong>voor</strong>zieningen waarbij meerdere partijen betrokken zijn, zoals<br />

informatie<strong>voor</strong>ziening, diagnose en casemanagement. <strong>In</strong> 2010 is in meer dan 40%<br />

van de 65 regio’s ketenvorming ontwikkeld. <strong>In</strong> 33% van de regio’s zijn stappen gezet<br />

in de richting van keten<strong>zorg</strong> dementie. <strong>In</strong> 27% van de regio’s blijft de ontwikkeling<br />

achter. <strong>In</strong> bijna 90% van de regio’s is keten<strong>zorg</strong> ingekocht door de <strong>zorg</strong>kantoren;<br />

<strong>zorg</strong>kantoren zijn in een groot aantal regio’s (46 van de 65) intensief betrokken bij<br />

de keten<strong>zorg</strong>. <strong>In</strong> veel regio’s functioneren casemanagers in enige vorm, de invulling<br />

van de functie kan per regio nog verschillen. De resultaten zijn dusdanig positief<br />

dat Alzheimer Nederland het onderzoek aangrijpt om de landelijke invoering van<br />

keten<strong>zorg</strong> verder te stimuleren.<br />

Beleid overheid<br />

Het beleid van de overheid heeft een belangrijke rol gespeeld in het mogelijk maken<br />

van het Programma Keten<strong>zorg</strong> Dementie. Dit programma is een toonbeeld van<br />

samenwerking tussen <strong>patiënt</strong>enorganisaties, <strong>zorg</strong>verzekeraars en <strong>zorg</strong>aanbieders<br />

met als doel kwalitatief goede en betaalbare <strong>zorg</strong> te realiseren. Verschillende<br />

prikkels die zijn geïntroduceerd sinds de stelselwijziging dragen eraan bij dat deze<br />

partijen gezamenlijk dit doel willen en kunnen realiseren.<br />

Het Programma Keten<strong>zorg</strong> Dementie ervaart echter nog een aantal knelpunten. Ten<br />

eerste, door onder andere de pakketmaatregel AWBZ valt een groter deel van de<br />

begeleiding <strong>voor</strong> mensen met dementie buiten de AWBZ. De Wmo is echter nog<br />

niet voldoende op weg om die <strong>zorg</strong>vraag op te vangen. Daardoor vallen sommige<br />

<strong>zorg</strong>vragen tussen wal en schip en komt de integrale aanpak van dementie in gevaar.<br />

Deze beperking is niet in lijn met de wenselijke integrale inkoop van keten<strong>zorg</strong>. Een<br />

ander verbeterpunt is de bekostiging van casemanagement. Centraal in de keten<strong>zorg</strong><br />

staat de casemanager, die het contact onderhoudt met de cliënt. De casemanager<br />

houdt de vinger aan de pols, ondersteunt het cliëntsysteem, en kan passend en<br />

flexibel maatwerk arrangeren, opdat cliënt en mantel<strong>zorg</strong>er het zo goed en gewenst<br />

mogelijk (thuis) volhouden. Het is dan ook nodig dat het casemanagement integraal<br />

als prestatie bekostigd wordt.<br />

http://www.alzheimer-nederland.nl<br />

114 Werken aan de Zorg<br />

115 Werken aan de Zorg


Werken in de Zorg<br />

5 Vraagsturing op <strong>patiënt</strong>niveau<br />

(micro)<br />

116 Werken aan de Zorg<br />

5.1<br />

5.1.1<br />

88}<br />

Sturing door de <strong>patiënt</strong><br />

De Patiënt Centraal?<br />

Gereguleerde marktwerking vereist een kritische opstelling van verzekerden<br />

en <strong>patiënt</strong>en ten aanzien van de prijs en kwaliteit van de geleverde diensten. <strong>In</strong><br />

overeenstemming met de grotere verantwoordelijkheid die aan <strong>zorg</strong>vragers wordt<br />

toegekend, worden de verzekerden hiertoe geprikkeld door het betalen van een<br />

(deels) nominale premie aan hun verzekeraar en soms eigen betalingen bij<br />

<strong>zorg</strong>gebruik. Op bepaalde <strong>zorg</strong>deelmarkten zal zelfs sprake kunnen zijn van directe<br />

sturing door de <strong>patiënt</strong> als deze, bij<strong>voor</strong>beeld door middel van een persoonsgebonden<br />

budget, zelf de gewenste <strong>zorg</strong> koopt.<br />

Eventueel kunnen <strong>zorg</strong>vragers, om meer marktmacht te mobiliseren, collectief<br />

optreden, bij<strong>voor</strong>beeld in de vorm van <strong>patiënt</strong>enorganisaties die <strong>voor</strong> hun<br />

leden bepaalde <strong>zorg</strong> inkopen. Het specifieke karakter van deze <strong>zorg</strong> kan ook<br />

samenhangen met de culturele en levensbeschouwelijke identiteit van een groep<br />

<strong>zorg</strong>vragers. Andere vormen van bundeling van krachten kunnen gelegen zijn in het<br />

inschakelen van professionele <strong>zorg</strong>bemiddelaars of in het contracteren van bepaalde<br />

verzekeringsarrangementen <strong>voor</strong> werknemers door werkgevers88.<br />

De kiezende <strong>zorg</strong>vrager<br />

De <strong>zorg</strong>vrager heeft een centrale rol toegewezen gekregen als het gaat om sturing<br />

in het nieuwe <strong>zorg</strong>stelsel. Dit is onder meer af te leiden uit het feit dat de <strong>zorg</strong>vrager<br />

in de WCZ het recht heeft gekregen op keuze-informatie. Dit illustreert de omslag<br />

in het denken over de regie en sturing van de <strong>zorg</strong>; de overgang van aanbod- naar<br />

vraagsturing. Ook hier is het de vraag of <strong>zorg</strong>vragers de afgelopen jaren in staat<br />

zijn gebleken om deze rol in te vullen. De afgelopen jaren hebben er verschillende<br />

onderzoeken plaatsgevonden om hier een antwoord op te vinden.<br />

Het invullen van de rol van de kiezende <strong>zorg</strong>vrager impliceert dat er verschillende<br />

stappen moeten worden gezet. Allereerst is het van belang dat er informatie over<br />

de kwaliteit van de <strong>zorg</strong> beschikbaar is, om dit te realiseren moet informatie over<br />

de prestaties van <strong>zorg</strong>aanbieders inzichtelijk worden gemaakt. Transparantie is<br />

daarmee cruciaal <strong>voor</strong> functioneren van het nieuwe <strong>zorg</strong>stelsel. De afgelopen jaren<br />

zijn er verschillende initiatieven, zoals CQ <strong>In</strong>dex en Zichtbare Zorg, gestart om dit<br />

inzichtelijke te maken. De beschikbaarheid van informatie is echter onvoldoende;<br />

het gaat er immers niet alleen om dat er gegevens zijn zoals ZiZo indicatoren en de<br />

CQ index, het gaat er ook om in welke mate de <strong>zorg</strong>vrager in staat is deze gegevens<br />

te gebruiken.<br />

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. 2001. Vraag aan bod: Hoofdlijnen<br />

van vernieuwing van het <strong>zorg</strong>stelsel. Tweede Kamer der Staten-Generaal,<br />

vergaderjaar 2000-2001, 27855, nr. 2 Den haag, SDU Uitgevers<br />

117 Werken aan de Zorg


89}<br />

90}<br />

91}<br />

92}<br />

93}<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Zorgvragers moeten ook toegang hebben tot geobjectiveerde, betrouwbare,<br />

vergelijkbare en begrijpelijke informatie over de prestaties van de <strong>zorg</strong>aanbieders.<br />

Daarbij gaat het niet alleen om prestaties in termen van structuur (bij<strong>voor</strong>beeld<br />

omvang en kwalificatie van het personeel) en proces (bij<strong>voor</strong>beeld aantal<br />

behandelingen per jaar en bejegening van <strong>patiënt</strong>en), maar ook om resultaten of<br />

uitkomsten in termen van bij<strong>voor</strong>beeld mortaliteit, aantal infecties en heropnames of<br />

<strong>patiënt</strong>tevredenheid. Zonder deze informatie kunnen <strong>zorg</strong>vragers hun signaalfunctie<br />

richting <strong>zorg</strong>aanbieders niet waarmaken. Verruiming van keuzemogelijkheden<br />

zonder toegang tot relevante informatie is immers een lege huls. Zorgconsumenten<br />

moeten een weloverwogen keuze (informed choice) kunnen maken89. Tot op heden<br />

is dit nog onvoldoende van de grond gekomen.<br />

<strong>In</strong>middels is er in Nederland op verschillende vlakken onderzoek gedaan naar het<br />

gebruik van keuze-informatie door <strong>zorg</strong>vragers. Uit onderzoek naar de keuze <strong>voor</strong><br />

een apotheek of huisarts blijkt dat verzekerden gevoelig zijn <strong>voor</strong> zowel financiële<br />

als kwaliteitsprikkels90. Onderzoek onder mensen met knieartrose, mensen met<br />

een chronische depressie, en mensen met Alzheimer en hun familieleden laat zien<br />

dat prestatie-indicatoren (kwaliteitsaspecten) <strong>voor</strong> deze <strong>patiënt</strong>engroepen cruciaal<br />

zijn bij het kiezen van een <strong>zorg</strong>verlener. <strong>In</strong> dit onderzoek wordt een onderscheid<br />

gemaakt tussen verschillende soorten consumenten: in-controle consumenten (zij<br />

gaan zelf actief op zoek naar informatie) en passieve <strong>patiënt</strong>en (zij vertrouwen op de<br />

deskundigheid van de huisarts en medisch specialist)91.<br />

Er is echter nog weinig bekend over de mate waarin <strong>zorg</strong>vragers in de praktijk gebruik<br />

van informatie over de kwaliteit van <strong>zorg</strong>. Er zijn signalen dat <strong>zorg</strong>vragers vaker op<br />

zoek gaan naar informatie over de kwaliteit van de <strong>zorg</strong>, maar de onbeantwoorde<br />

vraag blijft in hoeverre zij zich hier daadwerkelijk door laten leiden92. Literatuurstudie<br />

laat zien dat minder dan 5 procent van de <strong>patiënt</strong>en aangeeft in real life situaties<br />

(dus niet in een laboratoriumsetting) door kwaliteitsinformatie te zijn beïnvloed93.<br />

De onderzoekers schrijven dit resultaat onder meer toe aan het feit dat slechts<br />

weinig <strong>patiënt</strong>en met deze informatie bekend waren. Verder zou de informatie<br />

moeten worden vereenvoudigd, omdat zij <strong>voor</strong> de doorsnee <strong>zorg</strong>vrager vaak lastig te<br />

begrijpen valt. De kwaliteit van de keuze-informatie speelt hierbij een belangrijke rol.<br />

Uit het onderzoek van Groenewoud blijkt al dat er verschillende consumenten zijn. De<br />

Maarsse, H. Markthervorming in de <strong>zorg</strong>. Een analyse vanuit het perspectief van de<br />

keuzevrijheid, solidariteit, toegankelijkheid, kwaliteit en betaalbaarheid.<br />

Maastricht: Maastricht University<br />

Boonen L. 2009. Consumer channeling in health care: (im)possible?<br />

Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam<br />

Groenewoud, S. 2008. It’s your choice. Rotterdam: Erasmus Universiteit Rotterdam<br />

Delnoij, D. 2008. Zicht op kwaliteit. Transparantie in de <strong>zorg</strong> vanuit<br />

<strong>patiënt</strong>enperspectief. Tilburg: Universiteit van Tilburg.<br />

Faber M, Bosch M, Wollersheim H, Leatherman S, Grol R (2009). Public reporting<br />

in health care: how do consumers use quality-of-care information? Medical Care<br />

47(1): 1-8.<br />

118 Werken aan de Zorg 119<br />

Werken aan de Zorg<br />

5.1.2<br />

94}<br />

95}<br />

behoefte aan informatie kan dus ook sterk verschillen tussen <strong>zorg</strong>vragers. Sommige<br />

<strong>patiënt</strong>en zoeken <strong>voor</strong>al informatie over de mogelijkheden van snelle behandelingen,<br />

terwijl anderen meer geïnteresseerd zijn in mogelijke risico’s en complicaties, en<br />

weer anderen in goede <strong>zorg</strong> begeleidende informatie. Zorgvragers leggen dus<br />

verschillende accenten94. Daarnaast kan de aanwezigheid van informatie ook <strong>zorg</strong>en<br />

<strong>voor</strong> verwarring. Een recent <strong>voor</strong>beeld hiervan is de keuze <strong>voor</strong> een aanbieder waar<br />

het gaat om borstkanker. CZ kondigde op basis van onderzoek aan dat zij in een<br />

zestal ziekenhuizen de borstkanker<strong>zorg</strong> niet meer gingen contracteren. Aan de<br />

andere kant voldeden vier van deze ziekenhuizen aan de kwaliteitsstandaarden van<br />

de IGZ, had één ziekenhuis dat jaar het TopZorgpredicaat van Menzis gekregen<br />

en een lintje ontvangen van de Nederlandse Vereniging van Borstkanker<strong>patiënt</strong>en.<br />

De oorzaak hiervan is dat er verschillende criteria en uitgangspunten worden<br />

gehanteerd: minimumnormen, volumenormen, et cetera. Er is een hoop gebeurd op<br />

het vlak van transparantie en keuzemogelijkheden, echter van een directe invloed<br />

van keuzes van <strong>zorg</strong>vragers als tegenmacht is echter geen sprake. Het openbaar<br />

maken van kwaliteitsinformatie van <strong>zorg</strong>instellingen beïnvloedt dus met name hun<br />

eigen gedrag, <strong>voor</strong>al uit angst <strong>voor</strong> reputatieschade95.<br />

Algemeen kan geconcludeerd worden dat <strong>zorg</strong>vragers wel meer en vaker op zoek<br />

gaan naar informatie, maar de invloed van deze informatie op hun daadwerkelijke<br />

keuzegedrag is twijfelachtig c.q. zeer beperkt. Hierbij speelt mee dat de kwaliteit van<br />

de keuze-informatie nog onvoldoende is.<br />

Kiezen in de langdurende <strong>zorg</strong><br />

Iedereen die door een ziekte, handicap of ouderdom AWBZ <strong>zorg</strong> nodig heeft, komt<br />

in aanmerking <strong>voor</strong> een persoonsgebonden budget (pgb). Hiermee kunnen zij zelf<br />

hun hulpverlener kiezen, bepalen op welk moment de <strong>zorg</strong> wordt verleend en welke<br />

AWBZ functies zij inkopen. Dat hoeven niet de geïndiceerde functies te zijn. Het<br />

aantal mensen dat kiest <strong>voor</strong> een pgb is de afgelopen jaren enorm toegenomen.<br />

Eén op de zes Nederlanders die langdurende <strong>zorg</strong> nodig hebben, kiest <strong>voor</strong> een pgb.<br />

Deze groei duidt op een toenemende behoefte bij veel <strong>zorg</strong>vragers om zaken als<br />

thuis<strong>zorg</strong> en residentiële <strong>zorg</strong> zoveel mogelijk in eigen regie te houden. Eén op de<br />

drie budgethouders koopt met zijn pgb uitsluitend <strong>zorg</strong> in bij mantel<strong>zorg</strong>ers. Eén op<br />

drie koopt <strong>zorg</strong> in bij zowel mantel<strong>zorg</strong>ers als professionele hulpverleners of <strong>zorg</strong>instellingen.<br />

De rest koopt uitsluitend <strong>zorg</strong> in bij <strong>zorg</strong>instellingen.<br />

De Boer D, Hendriks M, Damman O, Spreeuwenberg P, Rademakers J, Delnoij D,<br />

Van der Molen-Arts D. 2007. Ervaring van verzekerden met de <strong>zorg</strong> en de<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraars, Utrecht: NIVEL en CKZ<br />

Lugtenberg M, Wester GP. Kwaliteit van de gezondheids<strong>zorg</strong> en keuze-informatie<br />

<strong>voor</strong> de burgers. Een internationale verkenning van initiatieven. Tilburg: Universiteit<br />

van Tilburg/Tranzo, 2007


Figuur 32<br />

96}<br />

Aantal budgethouders in de AWBZ (incl. Wmo), 2007-2009<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

De pgb-regeling is in het leven geroepen om de keuzevrijheid van <strong>patiënt</strong>en te<br />

vergroten en waar mogelijk <strong>patiënt</strong>en (langer) thuis te laten wonen, waarmee de<br />

regie over het eigen leven ondanks beperkingen wordt bevorderd. Ook biedt het pgb<br />

de mogelijkheid om de vertrouwde hulp te behouden, ook als gemeenten in het kader<br />

van de Wmo aanbestedingen maken met andere organisaties. <strong>In</strong> vergelijking met<br />

<strong>zorg</strong> in natura is het gebruik van een pgb bovendien vaak goedkoper. <strong>In</strong> een recent<br />

onderzoek concludeert het CPB dat – deze positieve aspecten in ogenschouw<br />

nemend – het wenselijk is dat het aantal pgb-houders toeneemt96.<br />

Idealiter wordt de mogelijkheid tot een pgb aangeboden aan iedereen waar een<br />

pgb doelmatig wordt ingezet. Dit kan zijn door het uitstellen c.q. <strong>voor</strong>komen van<br />

intramurale <strong>zorg</strong>. Door een pgb beschikbaar te stellen <strong>voor</strong> alle extramurale AWBZ<br />

<strong>zorg</strong> is deze onvoldoende doelmatig als gevolg van de aanzuigende werking van<br />

de regeling zoals hierboven beschreven. <strong>In</strong> figuur 6.2 is schematisch weergegeven<br />

hoe pgb houders en hun <strong>zorg</strong>gebruik ingedeeld kunnen worden. Het aantal pgb<br />

houders <strong>voor</strong> intramurale <strong>zorg</strong> bedraagt 13.000 (10% van het totaal). De overige<br />

117.000, wat 90% van alle pgb-houders is, behoren echter tot pgb houders binnen<br />

de extramurale <strong>zorg</strong>. De kunst is om de kwadrant linksonder, pgb <strong>voor</strong> extramurale<br />

<strong>zorg</strong> die intramurale <strong>zorg</strong> niet (aantoonbaar) <strong>voor</strong>komt te destilleren en alleen aan<br />

deze <strong>patiënt</strong>en niet langer een pgb te bieden.<br />

Sadiraj K, Oudijk D, Van Kempen H, Stevens J. 2011. De opmars van het pgb: De<br />

ontwikkeling van het persoonsgebonden budget in nationaal en internationaal perspectief.<br />

Den Haag: CPB<br />

Figuur 33<br />

Figuur 34<br />

De overheid heeft gekozen om een streep te zetten door het pgb <strong>voor</strong> alle extramurale<br />

<strong>zorg</strong> (zie figuur XX). De keuze om alleen nog pgb’s te verschaffen aan<br />

mensen met een verblijfsindicatie is beperkt, maar het onderscheid tussen de groep<br />

waar het pgb wel tot een (aantoonbaar) uitstel of <strong>voor</strong>komen van intramurale <strong>zorg</strong><br />

leidt en de groep waar dit niet het geval is, is op dit moment niet inzichtelijk. Het is<br />

dus een uitdaging waar de grens te leggen in de afweging tussen betaalbaarheid en<br />

keuzevrijheid, waarbij beide zo maximaal mogelijk kunnen worden ingevuld.<br />

<strong>In</strong>deling pgb houders<br />

Verdeling pgb houders over de functies<br />

120 Werken aan de Zorg 121<br />

Werken aan de Zorg


5.1.3<br />

97}<br />

98}<br />

99}<br />

100}<br />

Kiezen <strong>voor</strong> een <strong>zorg</strong>verzekeraar<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Sinds de invoering van de Zvw kunnen consumenten niet alleen kiezen <strong>voor</strong> een<br />

<strong>zorg</strong>aanbieder, maar ook <strong>voor</strong> hun <strong>zorg</strong>verzekeraar. <strong>In</strong> deze wet staat dat elke<br />

verzekerde het recht om <strong>voor</strong> wat betreft de basisverzekering aan het eind van het<br />

jaar naar een andere verzekeraar over te stappen. Dit is niet de enige keuze die een<br />

verzekerde moet maken. Er dient gekozen te worden <strong>voor</strong> de aard van de polis (natura,<br />

restitutie of mengvorm), een eigen risico (tot maximaal 500 euro). Een verzekerde<br />

kan daarnaast kiezen <strong>voor</strong> een polis met <strong>voor</strong>keuraanbieders of een selectief<br />

aanbod van <strong>zorg</strong>aanbieders. De keuzevrijheid van verzekerden wordt ondersteund<br />

door een keur aan rechten en plichten aan de kant van de <strong>zorg</strong>verzekeraar, zoals de<br />

acceptatieplicht van <strong>zorg</strong>verzekeraars en het verbod op premiedifferentiatie.<br />

De afgelopen jaren is ook de keuze <strong>voor</strong> een <strong>zorg</strong>verzekeraar een dankbaar<br />

onderwerp geweest van onderzoek. Ook hier blijkt dat de wettelijke mogelijkheid<br />

van keuzevrijheid iets anders is dan het daadwerkelijke gebruik van die vrijheid in<br />

de <strong>zorg</strong>praktijk. <strong>In</strong> 2005 is bijna 20% van de verzekerden overgestapt; in de jaren<br />

daarna schommelde het percentage overstappers rond de 4%. <strong>In</strong> 2011 is het aantal<br />

overstappers <strong>voor</strong> het eerst in jaren aanzienlijk gestegen: het aantal overstappers<br />

is gestegen van 3,9% in 2010 tot 5,5% in 2011. Dit betekent dat ruim 900.000<br />

mensen zijn gewisseld van verzekeraar. Voornamelijk personen tussen de 18 en 44<br />

jaar stappen over. Ouderen stappen het minst vaak over97. De keuze om over te<br />

stappen is <strong>voor</strong>namelijk gebaseerd op de hoogte van de premie en de service van<br />

de <strong>zorg</strong>verzekeraar, niet op de kwaliteit van de inkoop van de <strong>zorg</strong>verzekeraar98.<br />

Misschien tegen de verwachting in stappen chronisch zieken relatief even vaak over<br />

als niet- chronisch zieken99. De groei per <strong>zorg</strong>verzekeraar wisselt sterk.<br />

Om consumenten in staat te stellen te kunnen kiezen <strong>voor</strong> een <strong>zorg</strong>verzekeraar, moet<br />

de keuze-informatie aansluiten bij de wensen en behoeften van mensen. Uit recent<br />

onderzoek blijkt echter dat mensen de hoeveelheid informatie over servicescores<br />

<strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>verzekeraars op www.kiesBeter.nl over het algemeen veel vinden.<br />

Tegelijkertijd hadden de meeste mensen behoefte aan aanvullende informatie.<br />

Hetzelfde onderzoek laat zien dat er een aantal effectieve methoden zijn om keuzeinformatie<br />

aan te bieden om consumenten te ondersteunen in hun keuze100. Deze<br />

worden komend jaar toegepast op de site van kiesbeter.nl, het is dus nog onbekend<br />

of dit ook daadwerkelijk leidt tot een toename van het keuzegedrag bij verzekerden.<br />

Vektis. 2011. Zorgthermometer: Verzekerden in beweging 2011<br />

Donselaar CG, et al. 2010. Ervaringen van verzekerden met de <strong>zorg</strong> en de<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraars CQ-index Zorg en Zorgverzekering, meting 2010. Utrecht: Nivel<br />

De Jong et al, 2008<br />

Damman O, Hendriks M, Delnoij D. 2010. Keuze-informatie over<br />

<strong>patiënt</strong>enervaringen: aanbevelingen en dilemma’s. TSG. 88(7), 396-405<br />

Figuur 35<br />

122 Werken aan de Zorg 123<br />

Werken aan de Zorg<br />

101}<br />

102}<br />

103}<br />

104}<br />

Daarnaast blijkt dat slechts 6 procent van de verzekerden <strong>voor</strong> een eigen risico kiest.<br />

De naturapolis is het meest in trek bij verzekerden. Het marktaandeel van op specifieke<br />

doelgroepen gerichte polissen zoals de antirokerspolis, polissen met selectieve<br />

contractering en polissen <strong>voor</strong> specifieke <strong>patiënt</strong>engroepen is tot dusver heel<br />

beperkt gebleven101. Onderzoek laat verder zien, dat 89% van de verzekerden één<br />

of meer aanvullende verzekeringen heeft afgesloten102. Ondanks het geringe percentage<br />

verzekerden dat overstapt laat recent onderzoek zien dat publiek beschikbare<br />

kwaliteitsinformatie over <strong>zorg</strong>verzekeraars (CQI index) een significant effect<br />

heeft op de kans dat verzekerden naar een andere verzekeraar overstappen103.<br />

Percentage overstappers per jaar104<br />

NZa, 2009a<br />

Vektis. 2011. Zorgthermometer: Verzekerden in beweging 2011<br />

Boonen L, Laske-Aldershof T, Schut F. 2009. Het effect van CQ informatie op de<br />

keuze <strong>voor</strong> een verzekeraar. Rotterdam: iBMG<br />

Vektis. 2011. Zorgthermometer: Verzekerden in beweging 2011


5.1.4<br />

Figuur 36<br />

105}<br />

Trend: Reistijd<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Bij de – vroeger heersende - veronderstelling dat alle ziekenhuizen zo goed als alle<br />

<strong>zorg</strong> aanbieden en de kwaliteit van <strong>zorg</strong> goed is, is het logisch dat de keuze <strong>voor</strong> een<br />

ziekenhuis wordt gebaseerd op de fysieke locatie van de instelling. De meest <strong>voor</strong><br />

de hand liggende keuze is de <strong>zorg</strong>instelling die het dichtst bij huis is. Toenemende<br />

sturing van de <strong>patiënt</strong> betekent echter dat deze ideeën steeds meer veranderen.<br />

Kwaliteit van <strong>zorg</strong> en verschillen tussen aanbieders zijn steeds zichtbaarder <strong>voor</strong> de<br />

<strong>patiënt</strong>. Dit resulteert er in dat de keuze <strong>voor</strong> een <strong>zorg</strong>instelling, naast bereikbaarheid,<br />

ook op andere factoren wordt gebaseerd. Het kan dus zo zijn dat in de keuze kwaliteit<br />

en service belangrijker zijn dan de afstand. De hypothese hierbij is dat dit zich uit in<br />

een toegenomen gemiddelde reistijd.<br />

Onder reistijd wordt verstaan de gemiddelde reistijd van de postcode waar de <strong>patiënt</strong><br />

woonachtig is tot aan de postcode waar de <strong>patiënt</strong> <strong>zorg</strong> ontvangt. Om dit te toetsen<br />

is de gemiddelde reistijd <strong>voor</strong> een aantal aandoeningen/verrichtingen geanalyseerd.<br />

Onderstaande alinea geeft de resultaten van de reistijd analyse.<br />

Vierdeling in de <strong>zorg</strong><br />

De keuze <strong>voor</strong> de aandoeningen/verrichtingen is gebaseerd op de verschillende<br />

segmenten van <strong>zorg</strong>verlening die Weinstock onderscheidt (figuur 36).105 Wanneer<br />

de medische urgentie hoog is, is de sturing door de <strong>patiënt</strong> laag. Andersom, wanneer<br />

de medische urgentie laag is, is de sturing door de <strong>patiënt</strong> hoog. De segmenten<br />

van <strong>zorg</strong>verlening, acuut, urgent, electief en chronisch, hebben verschillende mate<br />

van sturing door de <strong>patiënt</strong>. Deze verschillen zijn waarschijnlijk terug te zien in de<br />

gemiddelde reistijd. Voor elk segment is een keuze gemaakt <strong>voor</strong> een aandoening<br />

c.q. verrichting die veel <strong>zorg</strong>instellingen aanbieden (zie figuur 37).<br />

Weinstock, J.B.L. 2005. Vierdeling in de Zorg<br />

Figuur 37<br />

124 Werken aan de Zorg 125<br />

Werken aan de Zorg<br />

106}<br />

107}<br />

Voorbeelden per <strong>zorg</strong>verleningssegment<br />

De gemiddelde reistijd van het adres waar iemand woont tot aan het dichtstbijzijnde<br />

ziekenhuis in Nederland is 14 minuten.106 <strong>In</strong>ternationaal onderzoek wijst uit dat<br />

aantoonbaar betere kwaliteit van <strong>zorg</strong> leidt tot de bereidheid om verder te reizen<br />

dan naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis. De NMA heeft in 2005 onderzoek gedaan<br />

naar de reisbereidheid van <strong>patiënt</strong>en in Nederland. Kwaliteitsindicatoren worden<br />

belangrijker gewaardeerd en reistijd relatief laag. Uit de resultaten blijkt dat <strong>patiënt</strong>en<br />

bereid zijn om 24% langer te willen reizen naar een ziekenhuis met een reputatie<br />

die 10% beter is.107 Het gaat in dit onderzoek slechts om reputatie, daarom zal<br />

de reisbereidheid op basis van aantoonbare kwaliteitsverschillen hoger liggen dan<br />

24%. Toenemende transparantie van kwaliteit <strong>zorg</strong>t er<strong>voor</strong> dat de aantoonbaarheid<br />

van kwaliteitsverschillen toeneemt, en logischerwijs ook de reistijd.<br />

Figuur 38 laat de gemiddelde reistijd <strong>voor</strong> de behandeling van CVA, borstkanker,<br />

cataract en reuma zien. Hieruit blijkt dat in 2006 <strong>voor</strong>al reuma een uitschieter is en<br />

gemiddeld een hogere reistijd (19 minuten) heeft dan de andere aandoeningen. De<br />

overige drie aandoeningen liggen met ongeveer 17 minuten reistijd dicht bij elkaar.<br />

Reuma is een chronische aandoening waarbij naar het model van Weinstock de<br />

medische urgentie laag is en de sturing door de <strong>patiënt</strong> hoog. De behandeling van<br />

reuma is een laag complexe, hoog volume behandeling die in veel <strong>zorg</strong>instellingen<br />

wordt aangeboden. Een hogere reistijd kan daarom duiden op actief keuzegedrag<br />

van de <strong>patiënt</strong>.<br />

CVA daarentegen is een acute aandoening waarbij de medische urgentie hoog is<br />

en de sturing door de <strong>patiënt</strong> daardoor lager. Dit is terug te zien in de laagste reistijd<br />

van de aandoeningen en tevens een relatief stabiele trend. Met 16,5 minuut als<br />

gemiddelde reistijd benadert CVA het meest de gemiddelde reistijd van 14 minuten<br />

tot het dichtstbijzijnde ziekenhuis.<br />

Boston Consultancy Group (2010) Kiezen <strong>voor</strong> kwaliteit:<br />

Portfoliokeuzes van ziekenhuizen <strong>zorg</strong>en <strong>voor</strong> hogere kwaliteit en lagere kosten<br />

Nederlandse Mededingingsautoriteit (2005) Besluit betreffende zaak 3897 /<br />

Ziekenhuis Hilversum Ziekenhuis Gooi Noord: vergunningfase.


Figuur 38<br />

108}<br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

Voor cataract is een duidelijk stijgende trend te zien, waarbij de reistijd met 9%<br />

is gestegen tussen 2006 en 2009. Oogheelkunde wordt vaak gezien als een<br />

specialisme dat bij uitstek <strong>patiënt</strong>en kan motiveren afstanden te reizen. Bij<strong>voor</strong>beeld<br />

cataract behandelingen zijn niet per se gebonden aan het ziekenhuis, en specialisatie<br />

op dit specialisme komt steeds meer <strong>voor</strong>. Het oogziekenhuis in Rotterdam is een<br />

<strong>voor</strong>beeld van een ‘centre of excellence’ op het gebied van oogheelkunde.<br />

Ten slotte, <strong>voor</strong> borstkanker is mogelijk een licht stijgende trend te zien, de<br />

gemiddelde reistijd is echter nog een stuk lager dan <strong>voor</strong> reuma en cataract. Van<br />

sturing door de <strong>patiënt</strong> is bij borstkanker <strong>voor</strong>alsnog geen sprake.<br />

Gemiddelde reistijd CVA, borstkanker, cataract en reuma108<br />

Verschillende factoren liggen ten grondslag aan keuzegedrag van de <strong>patiënt</strong>.<br />

Zoals eerder werd genoemd laat onderzoek zien dat <strong>patiënt</strong>en bereid zijn verder te<br />

reizen <strong>voor</strong> aantoonbaar betere kwaliteit. Aantoonbaar betekent dat de informatie<br />

verkrijgbaar en begrijpelijk moet zijn. De laatste jaren is in toenemende mate<br />

kwaliteitsinformatie beschikbaar, waarbij internet een grote rol speelt. <strong>In</strong>ternet is<br />

een bron van informatie, zowel op het gebied van uitkomsten van <strong>zorg</strong> als <strong>patiënt</strong><br />

ervaringen. Een andere factor die meespeelt in de keuze <strong>voor</strong> een <strong>zorg</strong>instelling<br />

is de mobiliteit van de <strong>patiënt</strong>. <strong>In</strong>dien langere afstanden afleggen niet of minder<br />

mogelijk is, zal sneller <strong>voor</strong> de dichtstbijzijnde <strong>zorg</strong>instelling worden gekozen. <strong>In</strong> de<br />

verschillende leeftijdscategorieën van <strong>patiënt</strong>en zijn verschillen ten opzichte van<br />

zowel de mobiliteit als de beschikbaarheid van informatie. Jonge mensen hebben<br />

over het algemeen betere toegang tot internet en andere informatie bronnen, en<br />

kunnen zich makkelijker verplaatsen. Ook speelt er een cultuurverandering mee,<br />

waarin jonge mensen steeds mondiger worden en zich actiever opstellen in het<br />

keuzeproces. <strong>In</strong> dit licht is het aannemelijk dat er verschillen zijn in de reistijd in<br />

Bewerkingen en analyse DIS-data 2006-2009 door Plexus<br />

Figuur 39<br />

Figuur 40<br />

de verschillende leeftijdscategorieën. Onderstaande twee figuren laten de reistijd<br />

per leeftijdscategorie zien <strong>voor</strong> borstkanker en cataract. Uit de figuren blijkt dat<br />

de gemiddelde reistijd bij de laagste leeftijdscategorie het hoogst is, wat betekent<br />

dat zij gemiddeld hun <strong>zorg</strong> verder weg ontvangen dan hogere leeftijdscategorieën.<br />

Naarmate de leeftijd oploopt, neemt de gemiddelde reistijd af. Variatie tussen<br />

de leeftijdscategorieën is aanzienlijk, tot 30% langere reistijd bij de laagste<br />

leeftijdscategorie ten opzichte van de hoogste. De verandering in gemiddelde reistijd<br />

is echter niet per definitie groter in lagere leeftijdscategorieën.<br />

Gemiddelde reistijd borstkanker per leeftijdscategorie<br />

Gemiddelde reistijd cataract per leeftijdscategorie<br />

126 Werken aan de Zorg 127<br />

Werken aan de Zorg


5.1.5<br />

1.<br />

2.<br />

Goede Voorbeelden: Zorgvrager<br />

ZorgDomein<br />

“Ik wil niet meer zonder!” (Huisarts)<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Aanleiding<br />

Eind jaren ’90 waren er lange wachtlijsten <strong>voor</strong> behandeling in het ziekenhuis.<br />

Daarnaast ontbrak het aan transmurale afspraken. Dit <strong>zorg</strong>de <strong>voor</strong> dringende<br />

behoefte aan afstemming tussen de eerste en tweede lijn. Om deze problemen<br />

het hoofd te bieden is in de regio Leiden een grootschalig verwijzingsproject<br />

opgezet, de grondlegger van het latere ZorgDomein. Sinds 2000 kunnen<br />

regio’s verwijsinformatie en -afspraken opslaan in de verwijs-, aanvraag- en<br />

tele<strong>zorg</strong>applicatie van ZorgDomein. De applicatie heeft tot doel de kwaliteit en de<br />

efficiëntie van het verwijs, aanvraag- en <strong>zorg</strong>proces te verbeteren.<br />

ZorgDomein<br />

ZorgDomein is een internet-based verwijs- en aanvraagsysteem waarmee huisartsen<br />

elektronisch, via een landelijke applicatie kunnen verwijzen naar alle <strong>zorg</strong>instellingen<br />

die op het systeem zijn aangesloten. Het systeem ondersteunt het <strong>zorg</strong>proces en de<br />

bijbehorende communicatie tussen de eerste, tweede en derde lijns <strong>zorg</strong>verleners.<br />

De betrokken partijen zijn huisartsen, ziekenhuizen, geestelijke gezondheids<strong>zorg</strong>,<br />

ZBC’s, diagnostische centra, laboratoria en andere <strong>zorg</strong>instellingen. ZorgDomein<br />

kan worden onderverdeeld in vier kernonderdelen.<br />

Verwijzen<br />

ZorgDomein heeft koppelingen met alle Huisarts <strong>In</strong>formatie Systemen (HISsen).<br />

De verwijzer benadert ZorgDomein dan ook rechtstreeks vanuit het HIS tijdens<br />

het consult met de <strong>patiënt</strong>. Na de keuze <strong>voor</strong> de verwijsreden, toont ZorgDomein<br />

het <strong>zorg</strong>aanbod, de trajecten van de verschillende <strong>zorg</strong>instellingen, de geldende<br />

verwijsafspraken en de actuele toegangstijden. Patiënten kunnen met de<br />

verwijzer meekijken naar het aanbod en actief participeren in het selectieproces.<br />

Een keuze van <strong>patiënt</strong> en huisarts <strong>voor</strong> een <strong>zorg</strong>aanbieder wordt gevolgd door<br />

het volledig elektronisch afhandelen van de verwijsbrief, aanvraagformulieren en<br />

<strong>patiënt</strong>eninformatie. Door goede verwijzing is een <strong>patiënt</strong> goed geïnformeerd en<br />

<strong>voor</strong>bereid als hij bij de juiste hulpverlener op het juiste spreek uur komt. Hierdoor<br />

worden onnodige bezoeken en consulten <strong>voor</strong>komen en ervaart de <strong>patiënt</strong> een<br />

hoger niveau van service.<br />

Aanvragen<br />

De huisarts kan (eerstelijns) diagnostiek aanvragen via ZorgDomein. Alle<br />

aanvraagformulieren zijn digitaal beschikbaar en zijn al gedeeltelijk ingevuld met<br />

gegevens uit het Huisarts <strong>In</strong>formatiesysteem (HIS). Door digitalisatie van de<br />

aanvragen wordt het aantal foutieve of onvolledige aanvragen sterk verminderd. Ook<br />

De Patiënt Centraal?<br />

128 Werken aan de Zorg<br />

129 Werken aan de Zorg<br />

3.<br />

4.<br />

Figuur 41<br />

kunnen administratieve processen worden geoptimaliseerd, waardoor tijdswinst<br />

en minder fouten gerealiseerd worden. Tegelijkertijd verbetert de dienstverlening<br />

richting huisartsen, en zijn zij minder tijd kwijt met de aanvraag zelf.<br />

Tele<strong>zorg</strong><br />

De doorontwikkeling van tele<strong>zorg</strong> is speerpunt <strong>voor</strong> 2011. Het doel is om expertise<br />

die aanwezig is in de 2e en 3e lijn eenvoudig en gestructureerd beschikbaar te<br />

maken <strong>voor</strong> huisartsen. Tele<strong>zorg</strong> gaat onnodige, maar ook te late verwijzingen tegen.<br />

Zorgaanbiedersgids<br />

De Zorgaanbiedersgids (ZAG) is bedoeld <strong>voor</strong> het zoeken, vinden en communiceren<br />

binnen de eerste lijn. Het veld had de vraag naar een volledig en actueel overzicht<br />

van <strong>zorg</strong>aanbieders in de regio. De ZAG is een nieuw ontwikkelde module en komt<br />

tegemoet aan deze vraag. Momenteel loopt een pilot met de ZAG in Friesland en<br />

waarschijnlijk wordt de ZAG volgende jaar landelijk uitgerold. <strong>In</strong> de gids staat een<br />

overzicht van de <strong>zorg</strong>verleners, waarbij namen en adressen vermeld zijn, maar ook<br />

een foto, praktijkkenmerken en specialisaties van <strong>zorg</strong>aanbieders. De ZAG geeft<br />

aanbieders de mogelijkheid zich te onderscheiden, meer specifieke <strong>patiënt</strong>en aan<br />

te trekken en hun aanbod onder de aandacht brengen. Het vormt een etalage <strong>voor</strong><br />

<strong>zorg</strong>aanbieders, maar ook <strong>voor</strong> (potentiële) cliënten doordat de praktijk op een<br />

publieksdeel wordt gepubliceerd.


De Patiënt Centraal?<br />

Resultaat<br />

Om te werken met ZorgDomein moeten <strong>zorg</strong>instellingen en verwijzers in een regio<br />

nauw samenwerken en duidelijke afspraken maken. Dit <strong>zorg</strong>t <strong>voor</strong> een vorm van<br />

transparantie die eerder nooit aanwezig was. Voor alle partijen is nu meer invloed<br />

en inzicht in wachtlijsten en vervolg<strong>zorg</strong>. Rapportages worden tijdig, volledig en juist<br />

ingevuld, waardoor minder fouten en slechte verwijzingen gebeuren. Een andere<br />

manier om de kwaliteit van <strong>zorg</strong> te verbeteren is de mogelijkheid om standaarden<br />

(bij<strong>voor</strong>beeld op het gebied van diagnostiek) te verwerken in het systeem. Dit <strong>zorg</strong>t<br />

<strong>voor</strong> garantie van kwaliteit, niemand kan er omheen. Deze kwaliteitsverhoging en<br />

transparantie gebeurt op het cruciale moment van verwijzen, en de verwijzer kan<br />

zijn poortwachtersfunctie beter uitoefenen. Ook <strong>voor</strong> de <strong>patiënt</strong> betekent het meer<br />

inzicht en participatie in het verwijzingsproces. Patiënten brengen geen onnodige<br />

bezoeken aan <strong>zorg</strong>instellingen en ervaart een kortere wachttijd. Onderstaande<br />

figuur geeft de reductie in aantal bezoeken weer door het maken van combinatie<br />

afspraken.<br />

Rol van beleid<br />

De principes van ZorgDomein sluiten nauw aan bij de huidige speerpunten van het<br />

overheidsbeleid: reductie van kosten, verhogen van doelmatigheid en stimuleren van<br />

transparantie. Door de <strong>zorg</strong>verzekeringswet is het aanbod losgelaten en wordt <strong>zorg</strong><br />

meer functioneel bekeken. ZorgDomein was hierin al een <strong>voor</strong>loper. Daarnaast is<br />

door toenemende specialisatie behoefte aan informatie, en is door de toetreding van<br />

nieuwe instellingen op de <strong>zorg</strong>markt een gebrek aan overzicht en informatie, waarin<br />

ZorgDomein uitkomst kan bieden.<br />

http://www.<strong>zorg</strong>domein.nl<br />

De Patiënt Centraal?<br />

130 Werken aan de Zorg<br />

131 Werken aan de Zorg<br />

1.<br />

2.<br />

3.<br />

Medischegegevens.nl<br />

“De <strong>patiënt</strong> bepaalt zelf wie er inzage mogen hebben in zijn dossier.”<br />

Achtergrondinformatie<br />

<strong>In</strong> 2006 is gestart met de ontwikkeling van Medischegegevens.nl, een initiatief van<br />

vaatchirurg Dr. Alexander de Vries en medicus/ondernemer Dr. Geert Kampschöer.<br />

Bij de ontwikkeling zijn verschillende partijen betrokken, zoals juristen, VWS,<br />

CBP, maar ook de medisch specialisten, <strong>patiënt</strong>envereniging en ICT experts.<br />

Medischegegevens.nl voldoet aan de eisen gesteld in de WGBO, WBP en NEN<br />

7510 normering. Sinds 2008 is Medischegegevens.nl ondergebracht in een<br />

vennootschap om de volgende stap te kunnen zetten: opschaling naar andere regio’s<br />

en <strong>zorg</strong>organisaties.<br />

<strong>In</strong> 2009 is gestart met een pilot in het Medisch Centrum Haagladen (MCH).<br />

<strong>In</strong>middels zijn de volgende organisaties aangesloten MCH (locaties Westeinde,<br />

en Antoniushove), Apotheek Havinga, Apotheek Veen (Hoofddorp), Fysiotherapie<br />

Transvaal en Multi Fysio. Momenteel zijn er ruim 7.200 actieve gebruikers van<br />

Medischegegevens.nl.<br />

Manier van werken<br />

Medischegegevens.nl geeft <strong>patiënt</strong>en direct toegang tot hun eigen medische<br />

gegevens. Een <strong>patiënt</strong> die wil meedoen, meldt zich kosteloos aan via haar<br />

<strong>zorg</strong>verlener. Daar vindt ook direct de identificatie plaats. Vervolgens verzoekt<br />

medischegegevens.nl het ziekenhuis om in opdracht van de <strong>patiënt</strong> diens gegevens<br />

online ter beschikking te stellen. Via een veilige internet-omgeving met een SMS<br />

code, kunnen <strong>patiënt</strong>en hun eigen gegevens inzien, zoals brieven, verslagen,<br />

medicatie, laboratoriumuitslagen en röntgenbeelden. Het systeem wordt elke 24<br />

uur geactualiseerd.<br />

De <strong>patiënt</strong>en bepalen tevens zelf welke andere personen en artsen de gegevens<br />

ook mogen inzien.<br />

Medischegegevens.nl berust op drie pijlers:<br />

Medische gegevens zijn altijd en overal <strong>voor</strong> de <strong>patiënt</strong> beschikbaar, en daarmee<br />

<strong>voor</strong> zijn behandelaar op dat moment.<br />

Het inzicht hebben in de eigen medische gegevens geeft de <strong>patiënt</strong> vertrouwen en<br />

bevordert zelfmanagement waardoor de behandeling beter verloopt, minder fouten<br />

worden gemaakt en er minder aanspraak op de <strong>zorg</strong> wordt gemaakt.<br />

De behandeling van de <strong>patiënt</strong> wordt beter en effectiever. Door een beter gesprek<br />

met de arts op basis van betere informatie, zodat er een vergroting van het<br />

behandeleffect is tegen lagere kosten.


De Patiënt Centraal?<br />

Resultaten<br />

Doelstelling van Medischegegevens.nl is betere <strong>zorg</strong> tegen lagere kosten. De<br />

premisse hierachter is dat inzicht in de eigen medische gegevens de <strong>patiënt</strong><br />

vertrouwen geeft en zelfmanagement bevordert. Hierdoor verloopt de behandeling<br />

beter, worden er minder fouten gemaakt en neemt de aanspraak op de <strong>zorg</strong> af. De<br />

behandeling van de <strong>patiënt</strong> wordt beter en effectiever. Door een beter gesprek met<br />

de arts op basis van betere informatie, zodat er een vergroting van het behandeleffect<br />

is tegen lagere kosten.<br />

De eerste resultaten komen momenteel <strong>voor</strong> handen. Uit eigen onderzoek uit<br />

2010 komt naar voren dat <strong>patiënt</strong>en inzicht in hun medische gegevens bijzonder<br />

waarderen. 50% geeft een rapportcijfer 8 of hoger en 80% hoger dan een 7,80%<br />

heeft of wil medischegegevens.nl aan vrienden of familie aanbevelen. Men vindt het<br />

<strong>voor</strong>al erg fijn om thuis het een en ander na te kunnen lezen en dan eventueel meer<br />

informatie na te zoeken, zodat men beter <strong>voor</strong>bereid op het volgende spreekuur<br />

zit. Patiënten krijgen ook veel duidelijker grip op hun ziekte en behandeling. Verder<br />

komt uit onderzoek van Medischegegevens.nl naar voren dat gebruikers 10% minder<br />

herhaalbezoeken hebben in vergelijking met <strong>patiënt</strong>en die geen toegang hebben tot<br />

hun medische gegevens. Het directe effect is dat de <strong>zorg</strong>kosten dalen. <strong>In</strong>middels is<br />

ook bewezen dat <strong>patiënt</strong>en met inzicht in hun medische gegevens meer betrokken<br />

zijn en medische fouten kunnen worden <strong>voor</strong>komen.<br />

Beleid overheid<br />

Een initiatief zoals Medischegegevens.nl sluit op verschillende punten aan bij<br />

de veranderingen die met de stelselwijziging gepaard zijn gegaan. Allereerst<br />

de gedachte dat <strong>patiënt</strong>en gegevens nodig hebben om te kunnen kiezen en een<br />

kritische consument in de <strong>zorg</strong> te kunnen zijn. Er wordt in het vernieuwde <strong>zorg</strong>stelsel<br />

meer bij de <strong>patiënt</strong> neergelegd, het is dan erg belangrijk dat deze ook uitgerust<br />

wordt om deze rol in te vullen. Ook de rollen die aanbieders en <strong>zorg</strong>verzekeraars<br />

in het werken met Medischegegevens.nl vervullen, passen binnen het huidige<br />

<strong>zorg</strong>stelsel. Het verdienmodel van Medischegegevens.nl is een (licentie)vergoeding<br />

betaald door ziekenhuis, al dan niet in combinatie met een <strong>zorg</strong>verzekeraar, op basis<br />

van de grootte van het adherentiegebied. Het ziekenhuis betaalt <strong>voor</strong> de lokale<br />

implementatie van de technologie <strong>voor</strong> aansluiting. Specifieke beleid rondom onder<br />

andere het elektronisch <strong>patiënt</strong>endossier en medicatieveiligheid onderstrepen het<br />

belang van beschikbaarheid van medische gegevens van de <strong>patiënt</strong>.<br />

http://www.medischegegevens.nl<br />

De Patiënt Centraal?<br />

132 Werken aan de Zorg<br />

133 Werken aan de Zorg


De Patiënt Centraal?<br />

6 Discussie en conclusies<br />

<strong>In</strong> dit hoofdstuk bespreken we de belangrijkste<br />

bevindingen uit onze inventarisatie. Vervolgens gaan we in<br />

op de onderliggende oorzaken van deze bevindingen en<br />

formuleren we vervolgstappen om de rol van de <strong>zorg</strong>vrager<br />

in de toekomst verder vorm te geven.<br />

De <strong>zorg</strong>vrager speelt een centrale rol in het recente<br />

<strong>zorg</strong>beleid. <strong>In</strong> dit rapport beantwoorden we de vraag:<br />

“Wat is de impact van beleid op vraagsturing in de<br />

<strong>zorg</strong> en de daarmee samenhangende kwaliteits- en<br />

doelmatigheidsverbetering van de <strong>zorg</strong>?”<br />

1.<br />

Welke beleidswijzigingen hebben impact gehad op<br />

vraagsturing in de <strong>zorg</strong>?<br />

2.<br />

<strong>In</strong> hoeverre leidt het beleid tot (verschillende vormen van)<br />

vraagsturing?<br />

3.<br />

Op welke manier <strong>zorg</strong>t vraagsturing <strong>voor</strong> verbeteringen in<br />

kwaliteit en doelmatigheid van de <strong>zorg</strong>?<br />

134 Werken aan de Zorg<br />

6.1<br />

6.1.1<br />

6.1.1.1<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Eerste resultaten beleidswijzigingen <strong>voor</strong><br />

<strong>zorg</strong>vrager zichtbaar<br />

Door de invoering van het nieuwe <strong>zorg</strong>stelsel in 2006 ontwikkelt het systeem<br />

zich geleidelijk van een aanbodgestuurd systeem, waarin prijs en aanbod sterk<br />

gereguleerd worden door de overheid, naar een vraaggestuurd systeem waarin<br />

marktpartijen een belangrijke(re) rol hebben. Deze overgang is meer dan een<br />

andere vormgeving van doeleinden en middelen. Het gaat daadwerkelijk om een<br />

andere manier van het besturen van de <strong>zorg</strong>. Ondanks dat er nog veel ruimte is <strong>voor</strong><br />

verbetering, laat dit rapport zien dat er op verschillende onderdelen al behoorlijke<br />

stappen zijn gezet als het gaat om het invullen van de rol van de <strong>zorg</strong>vrager. Een<br />

stelselwijziging van deze aard heeft tijd nodig om in werking te treden. Definitieve<br />

effecten zijn mogelijk daarom nu nog niet zichtbaar. De samenhang tussen<br />

verschillende maatregelen en de weg waarlangs deze maatregelen van invloed zijn<br />

op de kwaliteit en doelmatigheid van de <strong>zorg</strong> hangen nauw met elkaar samen. Dit<br />

maakt het vaststellen van causale verbanden problematisch. Echter, het proces van<br />

de invoering van gereguleerde concurrentie is al enige tijd gaande en de richting<br />

<strong>voor</strong> verandering wordt geleidelijk aan zichtbaar.<br />

Vraaggerichtheid van het aanbod neemt toe<br />

Aanbieders worden sterker geprikkeld tot het leveren<br />

van vraaggerichte <strong>zorg</strong><br />

Het kwalitatieve onderzoek laat zien dat in de jaren na de stelselwijziging er<br />

veel aandacht is besteed aan de verbetering van de <strong>patiënt</strong>gerichtheid in de<br />

<strong>zorg</strong>. De introductie van meer vrije prijsvorming en meer vrijheid ten aanzien van<br />

investeringsbeslissingen heeft het mogelijk gemaakt <strong>voor</strong> aanbieders van <strong>zorg</strong><br />

om zich te onderscheiden en dus te concurreren. Op allerhande manieren wordt<br />

het aanbod opnieuw vormgegeven; serviceconcepten en optimalisatie van de<br />

<strong>patiënt</strong>en logistiek zijn hier enkele <strong>voor</strong>beelden van. Een belangrijke onderliggende<br />

beweegreden <strong>voor</strong> aanbieders is dat zij een aantrekkelijk partij willen zijn <strong>voor</strong> de<br />

klant. Ondanks dat het nog de vraag is in hoeverre klanten echt keuzes maken in<br />

<strong>zorg</strong>, wordt uit de beschreven ‘goede <strong>voor</strong>beelden’ duidelijk dat dit een belangrijke<br />

prikkel vormt <strong>voor</strong> herinrichting van het aanbod. Enerzijds is er nog voldoende<br />

verbeterpotentieel aanwezig om aanbieders meer te sturen richting vraaggericht<br />

aanbod (via sturing door <strong>zorg</strong>vragers/ <strong>zorg</strong>verzekeraars), anderzijds heeft het nieuwe<br />

beleid de vraaggerichtheid van het aanbod een behoorlijke stimulans gegeven.<br />

135 Werken aan de Zorg


6.1.1.2<br />

6.1.1.3<br />

6.1.2<br />

6.1.2.1<br />

Nieuwe toetreders op de markt bieden vraaggericht <strong>zorg</strong><br />

De Patiënt Centraal? De Patiënt Centraal?<br />

De afgelopen jaren hebben in de verschillende sectoren nieuwe <strong>zorg</strong>aanbieders de<br />

markt betreden. Kleinschaligheid en <strong>patiënt</strong>gerichte <strong>zorg</strong> staan daarbij centraal. <strong>In</strong><br />

de cure valt <strong>voor</strong>al de komst van de zelfstandige behandelcentra op. Ook maken<br />

in een groot aantal sectoren bestaande organisaties gebruik van verschillende<br />

franchise concepten om een <strong>patiënt</strong>gericht aanbod aan te kunnen bieden.<br />

Verschuivingen van marktaandeel in B-segment<br />

Een analyse van de verschuiving van het marktaandeel van verschillende<br />

aandoeningen in het B-segment – borstverkleining, fertiliteit, incontinentie, totale<br />

heupprothese (THP) en cerebro vasculair accident (CVA) – laat zien dat <strong>voor</strong><br />

verschillende aandoeningen de spreiding van marktaandeel toeneemt. Dit duidt<br />

om een verhoogde mobiliteit van <strong>patiënt</strong>en. Bij fertiliteit en incontinentie is de<br />

gemiddelde stijging hoger dan de gemiddelde daling, dit is waarschijnlijk het resultaat<br />

van meerdere instellingen die <strong>patiënt</strong>en ‘verliezen’ aan één of meerdere specifieke<br />

instellingen. Aanvullende analyse van de stijgers in het marktaandeel wijst erop dat<br />

het <strong>patiënt</strong>gericht invullen van <strong>zorg</strong> daadwerkelijk <strong>patiënt</strong>en kan aantrekken.<br />

Verzekeraars aan het roer?<br />

Selectie door verzekeraars komt nog nauwelijks van de grond<br />

Bij de sturing op het aanbod spelen <strong>zorg</strong>verzekeraars een centrale rol. Gebrek<br />

aan transparantie – beperkte inzichtelijkheid in de prijs-kwaliteitverhouding<br />

van het <strong>zorg</strong>aanbod – maakt het <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>verzekeraars echter lastig om hun rol<br />

als <strong>zorg</strong>inkoper goed in te vullen. Verzekeraars worden geacht te onderhandelen<br />

met aanbieders van <strong>zorg</strong> over de prijs en kwaliteit van <strong>zorg</strong>. Ondanks dat er veel<br />

inspanning is verricht om met behulp van prestatiemeting kwaliteitsinformatie te<br />

vergaren, blijkt dit geen sinecure. Het beeld is versnipperd en de informatiebehoefte<br />

van verzekeraars, <strong>zorg</strong>aanbieders en <strong>zorg</strong>vragers kan uiteenlopen. Hetzelfde gebrek<br />

aan inzicht in prestaties maakt het <strong>voor</strong> verzekerden lastig om verzekeraars te<br />

prikkelen om op te treden als goede inkopers, door een kritische keuze te maken<br />

uit het polisaanbod op een concurrerende <strong>zorg</strong>markt. Ook in de langdurende <strong>zorg</strong><br />

blijkt dat <strong>zorg</strong>kantoren het lastig vinden om op kwaliteit in te kopen. Kwaliteitseisen<br />

krijgen de laatste jaren steeds vaker een plek in de gunnings<strong>voor</strong>waarden, deze<br />

hebben echter nog vaak het karakter van rand<strong>voor</strong>waarden ten aanzien van de te<br />

leveren <strong>zorg</strong>.<br />

Groenewoud AS, Kreuger L, Huijsman R. Keuzevrijheid, Keuzemogelijkheden en<br />

Keuze-ondersteuning in de Gezondheids<strong>zorg</strong>. Een verkennende, internationale<br />

studie ter ondersteuning van een reflectie op de ingeslagen weg.<br />

Rotterdam: EUR/iBMG, 2006<br />

136 Werken aan de Zorg 137<br />

Werken aan de Zorg<br />

6.1.2.2<br />

6.1.3<br />

6.1.3.1<br />

6.1.3.2<br />

109}<br />

Verzekeraars verkennen rol als regisseur<br />

De rol van inkoper lijkt <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>verzekeraars dus moeizaam van de grond te komen.<br />

Recente ontwikkelingen laten zien dat een aantal <strong>zorg</strong>verzekeraars de sturing op het<br />

aanbod steeds vaker vorm probeert te geven in de rol als regisseur. Met de invulling<br />

van deze rol grijpt de verzekeraar direct in in het regionale <strong>zorg</strong>landschap. Deze<br />

ontwikkeling bevindt zich nog in een ontwikkelfase, het is daarmee nog onduidelijk<br />

of de <strong>zorg</strong>verzekeraar deze rol goed weet blijven te vervullen.<br />

Sturing door <strong>patiënt</strong>en<br />

Transparantie stelt <strong>patiënt</strong>en nauwelijks in staat om te sturen<br />

Een belangrijk uitgangspunt bij de invoering van de stelselwijziging was dat de<br />

<strong>zorg</strong>vrager gaat kiezen <strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>aanbieders en <strong>zorg</strong>polissen en dat verzekeraars<br />

kritisch <strong>zorg</strong> gaan inkopen. Goede informatie is een noodzakelijke <strong>voor</strong>waarde<br />

<strong>voor</strong> <strong>zorg</strong>inkoop op basis van kwaliteit. De burger wordt in deze nieuwe besturing<br />

gepositioneerd als een consument die zoveel mogelijk zijn eigen keuzes moet<br />

maken. Transparantie moet de consument in staat stellen te kiezen. Een bottleneck<br />

in het huidige systeem blijft dat het behoorlijk ingewikkeld is om transparante<br />

informatie over kwaliteit en prijzen van <strong>zorg</strong>producten te genereren. Uit onderzoek<br />

blijkt dat <strong>zorg</strong>vragers wel meer en vaker op zoek gegaan naar informatie, maar de<br />

invloed van deze informatie op hun daadwerkelijke keuzegedrag is nog beperkt.<br />

Keuze-informatie moet vervolgens ook in een behapbare vorm bij de <strong>zorg</strong>vrager<br />

terechtkomen. De kwaliteit van de keuze-informatie blijkt echter nog steeds<br />

onvoldoende. Deze conclusies zijn al in verschillende eerdere onderzoeken<br />

getrokken.<br />

Reistijd <strong>voor</strong> electieve <strong>zorg</strong> verschilt per leeftijdscategorie<br />

Het gebrek aan transparantie maakt het ook <strong>voor</strong> <strong>patiënt</strong>en en <strong>patiënt</strong>enorganisatie<br />

lastig om het aanbod te sturen. Toch wordt uit dit onderzoek duidelijk dat het<br />

ziekenhuis om de hoek niet altijd meer de meest <strong>voor</strong> de hand liggende keuze is <strong>voor</strong><br />

een deel van de <strong>patiënt</strong>en. Patiënten gaan hun keuze naast bereikbaarheid, ook op<br />

andere factoren baseren doordat er steeds meer informatie beschikbaar komt. Het<br />

kan dus zo zijn dat in de keuze kwaliteit en service belangrijker zijn dan de afstand.<br />

Dit onderzoek laat zien dat de gemiddelde reistijd de afgelopen jaren <strong>voor</strong>namelijk<br />

constant is gebleven <strong>voor</strong> de onderzochte aandoeningen en er verschillen zijn in<br />

reistijd tussen leeftijdscategorieën. Patiënten komen beperkt in beweging en het<br />

gaat mondjesmaat.


6.1.3.3<br />

6.1.3.4<br />

6.1.4<br />

110}<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Verzekerden zijn in 2011 weer vaker gaan kiezen <strong>voor</strong> hun <strong>zorg</strong>verzekeraar:<br />

de keuze wordt bepaald door prijs en service<br />

Het aantal overstappers in 2011 <strong>voor</strong> het eerst in jaren aanzienlijk gestegen: van<br />

3,9% in 2010 tot 5,5% in 2011. Er zijn in 2011 dus ruim 900.000 mensen van<br />

verzekeraar gewisseld. Verzekerden die overstappen zijn veelal tussen de 18 en<br />

44 jaar. De keuze om over te stappen is <strong>voor</strong>namelijk gebaseerd op de hoogte<br />

van de premie en de service van de <strong>zorg</strong>verzekeraar, niet op de kwaliteit van de<br />

<strong>zorg</strong>verzekeraar. Kwaliteitsinformatie over <strong>zorg</strong>verzekeraars sluit nog onvoldoende<br />

aan bij de behoeften van kiezende <strong>zorg</strong>vragers.<br />

Patiëntenorganisaties oefenen invloed uit op de <strong>zorg</strong>; dit lukt het best<br />

als zij kiezen <strong>voor</strong> een specifieke strategie<br />

De oorspronkelijke rol van <strong>patiënt</strong>enorganisaties, namelijk het lotgenotencontact,<br />

is sinds de stelselwijziging verder uitgebreid met verschillende andere rollen, zoals<br />

betrokkenheid in beleidsontwikkeling, ontwikkelaar van keuze-ondersteunende<br />

informatie, gesprekpartner van <strong>zorg</strong>verzekeraars en -aanbieder, et cetera.<br />

Patiëntenorganisaties hebben de afgelopen jaren geworsteld met het invullen van<br />

deze rollen. De (beschreven) ‘goede <strong>voor</strong>beelden’ laten zien dat <strong>patiënt</strong>enorganisaties<br />

het krachtigst bijdragen aan de vraaggerichtheid van de <strong>zorg</strong> als zij zich richten op<br />

een specifieke rol, bij<strong>voor</strong>beeld ontwikkelaar van keuze-ondersteunende informatie<br />

of gesprekspartner van <strong>zorg</strong>aanbieders.<br />

Transparantie van indicatoren sterke prikkel tot verbetering<br />

Onderzoek naar het verschil tussen aandoeningen waarbij volumenormen openbaar<br />

zijn gemaakt (oesophagus cardiaresectie ofwel slokdarmoperaties) en aandoeningen<br />

waar dit niet of later het geval is (pancreasresectie ofwel alvleesklieroperaties),<br />

laat zien dat transparantie van kwaliteit en het publiceren van wetenschappelijk<br />

onderbouwde volumenormen de <strong>zorg</strong>sector in beweging brengt en daarmee<br />

de kwaliteit van <strong>zorg</strong> sneller verbetert. Zorginstellingen die niet aan de normen<br />

voldoen maken in toenemende mate keuzes: meer opereren, niet meer opereren<br />

of samenwerken. Opvallend is dat in het geval van zichtbare volumenormen het<br />

percentage ziekenhuizen dat boven de norm zit nagenoeg gelijk blijft, wat erop duidt<br />

dat ziekenhuizen die niet aan de norm voldoen eerder kiezen om <strong>patiënt</strong>en door te<br />

verwijzen dan meer operaties uit te voeren om wél aan de norm te kunnen voldoen.<br />

Ook heeft eerder onderzoek aangetoond dat <strong>zorg</strong>aanbieders geprikkeld worden om<br />

hun kwaliteit te verbeteren wanneer zij hun prestaties publiekelijk vergeleken zien<br />

met andere <strong>zorg</strong>aanbieders109,110. De beroepsgroep kan een belangrijke rol spelen<br />

bij het inzichtelijk en transparant maken van prestaties, dit is beschreven in een<br />

tweetal ‘goede <strong>voor</strong>beelden’.<br />

Lugtenberg M, Wester GP. Kwaliteit van de gezondheids<strong>zorg</strong> en keuze-informatie<br />

<strong>voor</strong> de burgers. Een internationale verkenning van initiatieven. Tilburg: Universiteit<br />

van Tilburg/Tranzo, 2007<br />

138 Werken aan de Zorg<br />

De Patiënt Centraal?<br />

139 Werken aan de Zorg


Colofon<br />

De Patiënt Centraal?<br />

Deze rapportage is een gezamenlijke productie van Plexus en BKB.<br />

De volgende personen hebben deze rapportage tot stand gebracht.<br />

Plexus<br />

Linde Jacobs<br />

Mark Lenssen<br />

David Ikkersheim<br />

Marc Berg<br />

BKB<br />

Maarten van Heems<br />

Margriet Bakker<br />

140 Werken aan de Zorg

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!