Gezamenlijke Codex Politieverordeningen HASSELT

juni 1947. Dit besluit is niet van toepassing wanneer het lijk moet
vervoerd worden naar Luxemburg of Nederland. (K.B. 08.03.1967)
III. Mortuarium:
Artikel 183:
Het gemeentelijk mortuarium dient voor:
a) het bewaren, in afwachting van de begraving, van overleden personen die
nog dienen geïdentificeerd te worden.
b) het ontvangen en bewaren, in afwachting van de begraving, van overleden
personen die niet kunnen bewaard worden op de plaats van het overlijden.
c) het bewaren van lijken voor vrijwaring van de openbare gezondheid.
d) het verrichten van lijkschouwingen, door de gerechtelijke overheid
bevolen.
IV. Begravingen:
Artikel 184:
De begravingen hebben plaats op de gemeentelijke begraafplaats. De
gemeentelijke begraafplaats is bestemd voor het begraven van personen die:
a) overleden zijn op het grondgebied van de gemeente of er dood zijn
aangetroffen.
b) buiten het grondgebied van de gemeente overleden zijn maar die in haar
bevolkings-, vreemdelingenregister of wachtregister ingeschreven zijn.
c) begunstigde zijn van een recht op begraving in een geconcedeerd graf of
nis in het columbarium.
d) een contract afgesloten hebben met de Universiteit Hasselt, om hun
lichaam na hun overlijden af te staan voor wetenschappelijk onderzoek.
Ten uitzonderlijke titel en voor zover de overledene bijzondere banden
heeft gehad met de gemeente Diepenbeek, kan de burgemeester toestemming tot
begraven geven op de gemeentelijke begraafplaats.
Nochtans mag de as van de overledene op een andere plaats dan de
gemeentelijke begraafplaats bewaard of bijgezet worden, indien voldaan
wordt aan de bepalingen inzake crematie en de laatste wilsbeschikking,
vastgesteld in het Vlaams decreet van 16 januari 2004, art. 24 in het
bijzonder.
Bij het bezorgen van stoffelijke overblijfselen op de gemeentelijke
begraafplaats moeten volgende beschikkingen steeds in acht genomen worden:
a) de dienst van de begraafplaats moet ten minste één werkdag vooraf
verwittigd zijn, door middel van het daartoe bestemd formulier, waar
moet worden vermeld of het gaat om een begraving, een bijzetting in het
columbarium of een uitstrooiing, of er al dan niet gebruik zal worden
gemaakt van een concessie of bijzetting op het erepark. Deze
verplichting rust bij de naaste verwante.
b) telkens er om verzocht wordt en alleszins bij aankomst aan de ingang van
de begraafplaats, moeten de vereiste administratieve toelatingen ter
controle worden aangeboden.
c) de lijkstoet zal de begraafplaats oprijden via de toegangsweg vanaf de
Kloosterstraat. Alleen de lijkwagen rijdt tot aan de daartoe bestemde
eerste rotonde. De overige deelnemers aan de rouwplechtigheid parkeren
hun voertuigen op de parking en begeven zich te voet verder. De
lijkkist of de urne wordt gedragen tot op het centrale rond pleintje in
de meest recente uitbreiding van de begraafplaats, waar ook de ceremonie
van de laatste groet en de eventuele asverstrooiing plaatsvindt. Ter
eerbiediging van de nagedachtenis aan de overledene en ter bevordering
van de algemene veiligheid is het niet toegelaten dat gelijk welke
aanwezige zich begeeft naar of ophoudt in de omgeving van het
openliggende graf.
Toepassingsgebied Diepenbeek
154