Gezamenlijke Codex Politieverordeningen HASSELT

In het betalend gedeelte dienen de gebruikers van het containerpark voor en
na het lossen van het afval over de weegbrug te rijden. Om praktische
redenen is het aangewezen om slechts één soort betalend afval per bezoek
aan te bieden, zoniet wordt de retributie van het duurste fractie voor het
geheel aangerekend.
Hoofdstuk 3: STUDIO’S
Deel 1: Algemene bepalingen
Artikel 273:
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder gebouw met
studio’s : elk gebouw dat werd opgedeeld in meerdere ruimten, waarvan
minstens één deel als zelfstandige woongelegenheid voor alleenstaanden of
samenwonenden ter beschikking gesteld wordt in welke vorm of onder welke
benaming ook. Bedoeld worden woongelegenheden bestemd voor alleenstaanden
of samenwonenden, die het de bewoners mogelijk maken zelfstandig te wonen
en die dan ook als woonplaats in de zin van artikel 102 van het Burgerlijk
Wetboek beschouwd kunnen worden, o.m. voor wat betreft de inschrijving in
het bevolkingsregister.
“verhuurder’ degene die al of niet tegen betaling een gebouw of
onderscheiden gedeelten ervan, zoals hierboven als huisvesting aanbiedt.
“Bewoner” degene die al of niet tegen betaling gehuisvest is in een als
hierboven bedoeld gebouw.
Vallen niet onder toepassing van dit reglement :
a) de hotelinrichtingen bedoeld bij de Wet van 19 februari 1963 en de
Koninklijke Besluiten van 17 juli 1964 en 18 oktober 1974, betreffende
het statuut van de hotelinrichtingen, alsmede het decreet van de Vlaamse
Gemeenschap dd. 20 maart 1984 houdende het statuut van de
logiesverstrekkende bedrijven
b) de tijdelijke huisvesting bedoeld bij koninklijk besluit van 25 juni
1951, waarbij de gepaste maatregelen om de veiligheid, hygiëne en
welvoeglijkheid van de arbeiders in de mijnen, ondergrondse groeven en
graverijen te verzekeren, worden voorgeschreven
c) de tijdelijke huisvesting der werknemers bedoeld in titel III ,
hoofdstuk II, afdeling VI, van het algemeen reglement voor de
arbeidsbescherming, goedgekeurd bij besluiten van de Regent van 11
februari 1946 en 27 september 1947
d) de inrichtingen, waarvoor de wetgever speciale voorschriften,
richtlijnen of normen in verband met de brandveiligheid en/of hygiëne
zijn opgelegd, o.m. bejaardentehuizen, internaten, kindertehuizen,
service-flats ...
e) appartementsgebouwen, zijnde gebouwen waarin zich minstens 2
afzonderlijke woongelegenheden bevinden, die elk door het oppervlakte en
door de hoeveelheid van kamers , duidelijk als aparte, volwaardige
woongelegenheden voor gezinnen kunnen beschouwd worden.
Zij dienen qua oppervlakte minimum 50m² te bedragen.
Artikel 274:
Onverminderd de door de wetgeving inzake ruimtelijke ordening en stedenbouw
vereiste vergunning is het verboden een gebouw, zoals omschreven in artikel
273, op te richten, uit te baten of te verbouwen, behoudens
voorafgaandelijke schriftelijke vergunning van de burgemeester.
De vergunning kan bekomen worden mits een schriftelijke aanvraag aan de
Burgemeester, die ze kan verlenen na advies van de bevoegde gemeentelijke
diensten en de brandweerdiensten.
Toepassingsgebied Diepenbeek
174