Gezamenlijke Codex Politieverordeningen HASSELT

en zonder enig verhaal door de zorgen van het gemeentebestuur verwijderd
worden.
Artikel 207:
Het onderhoud van de graven, uitgezonderd deze van de concessies, geschiedt
door de gemeente. De graftekens dienen echter onderhouden door de
betrokken familieleden.
Wanneer een grafsteen doorlopend onzindelijk, door plantengroei
overwoekerd, ingestort of bouwvallig is, wordt een akte van verwaarlozing
opgesteld door de burgemeester of dienst afgevaardigde. Deze akte blijft
een jaar lang bij het graf en aan de ingang van het kerkhof aangeplakt.
Na het verstrijken van die termijn en bij niet herstelling wordt op bevel
van de burgemeester van ambtswege overgegaan tot afbraak en wegneming der
materialen, op kosten van de in gebreke blijvende familie.
Daarenboven kan de gemeenteraad een einde stellen aan de concessie.
Artikel 208:
De gemeente staat niet in voor de bewaking van de op het graf geplaatste
voorwerpen.
Zij kan evenmin verantwoordelijk gesteld worden voor de schade door
particulieren toegebracht aan de graven en de er op aangebrachte
gedenktekens,
enz.
Artikel 209:
Uitsluitend de aangestelde van de gemeente is ertoe bevoegd te zorgen voor:
- het aanbrengen van een volgnummer aan de kist of de urn;
- het uitstrooien van de as;
- het plaatsen van de kist of de urn in de kuil, de grafkelder;
- het delven van het graf voor begravingen of bijzittingen, het openen van
de grafkelders en het weder vullen van de kuil of het afsluiten van de
kelders;
- het openen en sluiten van de nis in het columbarium.
VIII. Lijkverbranding – Columbarium – Asverstrooiing.
Artikel 210:
De lijkverbranding is onderworpen aan de formaliteiten voorzien bij het
Vlaams decreet van 16 januari 2004 betreffende de begraafplaatsen en de
lijkbezorging.
Voor crematie is de toestemming vereist van de ambtenaar van de burgerlijke
stand waar het overlijden werd vastgesteld, indien het overlijden plaats
heeft gevonden in een gemeente van het Vlaamse gewest. In geval van
overlijden buiten een gemeente van het Vlaamse gewest, is het verlof tot
crematie vereist van de Procureur des Konings van het arrondissement van de
plaats waar zich ofwel het crematorium bevindt ofwel waar zich de
hoofdverblijfplaats
van de overledene bevindt.
Artikel 211:
De as van de gecremeerden kan:
a) begraven worden op de plaats van de gewone begravingen of in
geconcedeerde grond of grafkelder op een diepte van tenminste acht
decimeter (80 cm) in volle grond;
b) bijgezet worden in het columbarium met gesloten nissen, al of niet
geconcedeerd;
Toepassingsgebied Diepenbeek
160