Gezamenlijke Codex Politieverordeningen HASSELT

De rouwenden zijn gerechtigd bij het gehele verloop van de begrafenis
aanwezig te zijn.
Artikel 189:
De begravingen hebben plaats in volle grond of in een grafkelder.
Zij zullen volgens plan worden uitgevoerd in regelmatige volgorde. Dit plan
wijst de percelen aan die voorbehouden zijn voor de begraving in volle
grond, in grafkelders, kindergraven en urnegraven.
Het jaartal der begraving en het volgnummer van het register van de
burgerlijke stand worden vermeld op de loden plaat die op de lijkkist
bevestigd wordt.
De grafmaker (beëdigd ambtenaar van de dienst kerkhoven) of de daartoe
aangestelde houdt een register waarin de identiteit wordt vermeld van al de
personen op het kerkhof begraven, alsook de datum van de begraving, de
dagtekening der begrafenistoelating en de sectie en nummer van de plaats
der grafstede.
De stoffelijke overschotten worden horizontaal begraven in een
afzonderlijke kuil waarin sinds minstens tien jaar niet meer werd begraven
en voldoende diep zodat zich boven de doodskist of lijkwade een laag grond
bevindt van tenminste 65 cm.
Afmetingen der graven:
Volwassen persoon (meer dan 7 jaar): 1 m x 2 m
Kind minder dan 7 jaar: 1 m x 1,20 m
Afstand tussen de gewone grafkuilen:
60 cm langs beide zijkanten
60 cm langs de kant van hoofd en voeten
behoudens andere aanduidingen op het plan.
Artikel 190:
Bij terug ingebruikname van graven zullen de overblijfselen die zouden
opgehaald worden, met de nodige eerbied behandeld worden. Bij crematie van
de overblijfselen zal overgegaan worden tot asuitstrooiing.
Artikel 191:
Begraving van het stoffelijk overschot van levenloos geboren kinderen na een
zwangerschap van ten volle twaalf weken, die de wettelijke
levensvatbaarheidgrens nog niet hebben bereikt, gebeurt op een voorbehouden
gemeenschappelijke ruimte op de gemeentelijke begraafplaats. De naaste
verwante meldt deze begraving. Op deze ruimte mogen kleine ( max. lengte 50
cm, max. breedte 50 cm, max. hoogte 50 cm), losse gedenktekens geplaatst
worden.
5. Ontgravingen.
Artikel 192:
Behoudens de ontgravingen door de rechterlijke overheid bevolen, mag geen
ontgraving worden verricht dan met schriftelijke toelating van de
Burgemeester;
− het recht verschuldigd per ontgraving wordt vastgesteld door het
belastingsreglement;
− alle onkosten zijn ten laste van de aanvrager.
Behoudens gerechtelijk bevel is een opgraving verboden tijdens de periode
van grafrust, die loopt tot 10 jaar na de begraving.
Toepassingsgebied Hasselt
46