Verwijs patiënt naar de MDL-arts bij: - dysfagie met onvoldoende intake en/of fors afvallen; - hoge frequentie van ontlasting; - langdurige buikpijn; - bij persisterende obstipatie ondanks poging tot laxeren; - bij frequente en/of hinderlijke fecale incontinentie. Verwijs de patiënt naar de KNO-arts en/of logopedie: - bij slikklachten of (recidiverende) aspiratiepneumonie. Verwijs patiënt naar de oogarts bij: - visusklachten. Verwijs patiënt naar de klinisch geneticus: - bij kinderwens; - bij vragen over erfelijkheid; - na de diagnose <strong>voor</strong> <strong>voor</strong>lichting en familieonderzoek. 3.5 Hoe wordt psychosociale problematiek gesignaleerd? Inleiding De health-related quality of life is vaak ernstig verminderd bij mensen met DM1 en wordt negatief beïnvloed door de ernst en duur van de ziekteverschijnselen en door de specifieke cognitieve problemen en veranderingen in het emotionele functioneren (Antonini et al., 2006 ). Op groepsniveau zijn verlaagde spierkracht in de benen en een grote mate van vermoeidheid predictoren <strong>voor</strong> sociale problematiek (Gagnon, 2008). Samenvatting literatuur De werkgroep heeft geen literatuur gevonden die deze deelvraag heeft beantwoord. Overwegingen De psychosociale anamnese kan worden afgenomen door een psychosociaal medewerker (bij<strong>voor</strong>beeld een maatschappelijk werker) onder eindverantwoordelijkheid van de coördinator. De coördinator dient zich echter wel te oriënteren wat betreft deze problematiek. De psychosociaal medewerker dient expertise en affiniteit te hebben met DM1. Dergelijke zorgverleners zijn ondermeer werkzaam bij de revalidatieadviescentra <strong>voor</strong> spierziekten (www.spierziekten.nl). Psycholoog Een psycholoog kan ingeschakeld worden om te beoordelen en te onderzoeken of er sprake is van specifieke cognitieve problematiek dan wel gedragsveranderingen. Een deel van de activiteiten zal bestaan uit het geven van uitleg en <strong>voor</strong>lichting over het ziektebeeld aan patiënt, partner en zo nodig kinderen. Overweeg met behulp van de Assessment of Life Habits (LIFE-H) systematisch te screenen op het niveau van activiteiten en participatie (Gagnon, 2007). Er dient gevraagd te worden naar de gevolgen van de DM1 <strong>voor</strong> de relatie en naar eventuele seksuele functiestoornissen. 36
Bij problemen op het werk ligt er een <strong>voor</strong>lichtende taak <strong>voor</strong> de coördinator. Deze kan de bedrijfsarts, met toestemming van de patiënt, <strong>voor</strong>zien van adequate informatie over DM1 en de complexe gevolgen <strong>voor</strong> de patiënt. Aanbevelingen De coördinator informeert bij patiënt en partner naar: Relatie- en gezinsproblematiek: - spanningen binnen de relatie; - spanning binnen het gezin (met aandacht <strong>voor</strong> de kinderen); - belasting/belastbaarheid van de partner; - bezigheden/dagstructuur. Arbeidsproblematiek: - of patiënt werk heeft; - of er problemen zijn rondom het werk; - belastbaarheid tijdens het werk. Verwijs een DM1 patiënt bij signalering van sociale problematiek naar een revalidatieadviescentrum <strong>voor</strong> spierziekten (zie <strong>voor</strong> adressen www.spierziekten.nl) <strong>voor</strong> verdere inventarisatie van de problematiek met aansluitend behandeladvies. Referenties Achiron, A., Barak, Y., Magal, N., Shohat, M., Cohen, M., Barar, R., & Gadoth, N. (1998). Abnormal liver test results in myotonic dystrophy. J Clin Gastroenterol, 26 (4), 292-295. Antonini, G., Soscia, F., Giubilei, F., Carolis, A. de, Gragnani, F., Morino, S., … Tatarelli, R. (2006). Health-related quality of life in myotonic dystrophy <strong>type</strong> 1 and its relationship with cognitive and emotional functioning. J Rehabil Med, 38 (3), 181-5. Contardi, S., Pizza, F., Falzone, F., D'Alessandro, R., Avoni, P., Stasi, V. di, … Liguori R. (2011). Development of a disability scale for myotonic dystrophy <strong>type</strong> 1. Acta Neurol Scand, 125 (6), 431-8. Engelen, B.G. van, Eymard, B., & Wilcox, D. (2005). 123rd ENMC International Workshop: management and therapy in myotonic dystrophy, 6-8 February 2004, Naarden, The Netherlands. Neuromuscul Disord., 15 (5), 389-94 Gagnon, C., Chouinard, M.C., Laberge, L., Veillette, S., Bégin, P., Breton, R., … DMI Expert Panel. (2010). Health supervision and anticipatory guidance in adult myotonic dystrophy <strong>type</strong> 1. Neuromuscul Disord, 20 (12), 847- 851. Gagnon, C., Mathieu, J., & Noreau L. (2007). Life habits in myotonic dystrophy <strong>type</strong> 1. J Rehabil Med, 39 (7), 560- 566. Gagnon, C., Mathieu, J., & Noreau, L. (2006). Measurement of participation in myotonic dystrophy: reliability of the LIFE-H. Neuromuscul Disord, 16 (4), 262-268. Gagnon, C., Mathieu, J., Jean, S., Laberge, L., Perron, M., Veillette, S., … Noreau, L. (2008). Predictors of disrupted social participation in myotonic dystrophy <strong>type</strong> 1. Arch Phys Med Rehabil, 89 (7), 1246-1255. Heatwole, C. R., Miller, J., Martens, B., & Moxley, R.T. 3rd. (2006). Laboratory abnormalities in ambulatory patients with myotonic dystrophy <strong>type</strong> 1. Arch Neurol, 63 (8), 1149-1153. Hermans, M. C., Faber, C.G., Baets, M.H. de, Die-Smulders, C.E. de, & Merkies, I.S. (2010). Rasch-built myotonic dystrophy <strong>type</strong> 1 activity and participation scale (DM1-Activ). Neuromuscul Disord, 20 (5), 310-318. Kierkegaard, M. & A. Tollback (2007). Reliability and feasibility of the six minute walk test insubjects with myotonic dystrophy. Neuromuscul Disord, 17 (11-12), 943-949 Lindeman, E., Leffers, P., Reulen, J., Spaans, F., & Drukker, J. (1998). Quadriceps strength and timed motor performances in myotonic dystrophy, Charcot-Marie-Tooth disease, and healthy subjects. Clin Rehabil, 12 (2), 127-135. Mathieu, J., Boivin, H., Meunier, D., Gaudreault, M., & Bégin, P. (2001). Assessment of a disease-specific muscular impairment rating scale in myotonic dystrophy. Neurology, 56 (3), 336-340. Pruna, L., Machado, F., Louis, L., Vassé, G., & Kaminsky, P. (2011). Muscular disability and organ impairments in myotonic dystrophy <strong>type</strong> 1. Rev Neurol (Paris), 167 (1), 23-28. Wiles, C. M., Busse, M.E., Sampson, C.M., Rogers, M.T., Fenton-May, J., & Deursen, R. van (2006). Falls and stumbles in myotonic dystrophy. J Neurol Neurosurg Psychiatry, 77 (3), 393-396. 37
- Page 1 and 2: Multidisciplinaire Richtlijn Behand
- Page 3 and 4: Samenvatting van uitgangsvragen en
- Page 5 and 6: De coördinator voert het volgende
- Page 7 and 8: Welke neurologische aspecten dienen
- Page 9 and 10: Verwijs DM1 patiënten naar de card
- Page 11 and 12: Hoe worden respiratoire complicatie
- Page 13 and 14: Verwijzing door de anesthesioloog n
- Page 15 and 16: Samenstelling van de werkgroep •
- Page 17 and 18: Addendum 1b Overige verwijsadressen
- Page 19 and 20: Diagnostiek en behandeling Hoe is h
- Page 21 and 22: De morbiditeit bij patiënten met D
- Page 23 and 24: Er moeten zowel voor moeder als kin
- Page 25 and 26: 2.7 Strategie voor zoeken en select
- Page 27 and 28: De richtlijn is digitaal verspreid
- Page 29 and 30: Samenvatting literatuur De werkgroe
- Page 31 and 32: Samenvatting literatuur De werkgroe
- Page 33 and 34: Door het progressieve karakter van
- Page 35: 3.4 Wat zijn indicaties voor verwij
- Page 39 and 40: Zoekverantwoording Onderwerp Databa
- Page 41 and 42: Hoofdstuk 4 Beleid rond neurologisc
- Page 43 and 44: Aanbeveling Verwijs naar de neurolo
- Page 45 and 46: Spierzwakte en myotonie Vraag concr
- Page 47 and 48: placebo de daaropvolgende 23 dagen
- Page 49 and 50: De evidencetabellen van de studie v
- Page 51 and 52: Logigian, E.L., Martens, W.B., Moxl
- Page 53 and 54: 73 31 or 72 (708) 74 limit 73 to (y
- Page 55 and 56: Neurologische complicaties Database
- Page 57 and 58: 57 separated by a 4- to 8-week wash
- Page 59 and 60: Hoofdstuk 5 Cardiologische zorg bij
- Page 61 and 62: Resultaten: aanwezigheid van één
- Page 63 and 64: Samenvatting literatuur De werkgroe
- Page 65 and 66: Conclusie Zeer lage bewijskracht (G
- Page 67 and 68: Vardas, P.E., Auricchio, A., Blanc,
- Page 69 and 70: Laurent 2011 Update april 2012>16 r
- Page 71 and 72: Breton, 2009 Retrospecti ve cohort
- Page 73 and 74: Zoeken en selecteren van literatuur
- Page 75 and 76: 6.3 Wat zijn indicaties voor verwij
- Page 77 and 78: Conclusies Niveau 3 Niveau 3 Niveau
- Page 79 and 80: Conclusie Zeer lage bewijskracht (G
- Page 81 and 82: Behandeling - start bij (vermoeden
- Page 83 and 84: ehandeling Medline (OVID) 1946-apri
- Page 85 and 86: Nugent 2002 #18 (#12 OR #13 OR #14
- Page 87 and 88:
Overwegingen Bij de controle door d
- Page 89 and 90:
Overwegingen De behandeling van gas
- Page 91 and 92:
Hoofdstuk 8 Perioperatieve zorg bij
- Page 93 and 94:
Aanbevelingen preoperatieve zorg Pa
- Page 95 and 96:
Samenvatting literatuur De werkgroe
- Page 97 and 98:
http://www.google.nl/url?sa=t&rct=j
- Page 99 and 100:
Addendum 1a DM1-expertisecentra in
- Page 101 and 102:
Addendum 2 Anamnese, lichamelijk on
- Page 103 and 104:
Specifiek - Is er kinderwens? Licha
- Page 105 and 106:
Addendum 3 Afkortingen AGREE Apprai