Examenreglement Praktijkexamen inburgering - ROC Mondriaan

4 Procedures en sancties bij fraude, onregelmatigheden en
onvoorziene omstandigheden
4.1 Wat te doen bij fraude
In geval van fraude neemt de examencommissie een besluit over de te volgen maatregelen. Van
fraude is bij voorbeeld sprake bij oneigenlijk verkregen bewijzen in het portfolio. Ook kan er sprake
zijn van fraude met de identiteit van de kandidaat (zie hoofdstuk 1).
4.1.1 Fraude tijdens het examen vastgesteld
Indien er tijdens het examen door de examinator fraude wordt vastgesteld, worden de volgende
stappen gezet:
1. het examen wordt stopgezet;
2. de kandidaat wordt verteld dat er fraude wordt geconstateerd en aan de kandidaat wordt de
vervolgprocedure uitgelegd;
3. de examinator stelt een proces-verbaal op. In dit verslag wordt vastgelegd wat heeft
plaatsgevonden. Zo mogelijk wordt dit verslag voorzien van bewijsstukken;
4. de examinator stuurt dit verslag binnen twee werkdagen na het opstellen van het procesverbaal
aan de examencommissie en doet het voorstel het examen ongeldig te verklaren;
5. de examencommissie neemt binnen 15 werkdagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek
van de examinator een besluit omtrent de fraudeverdenking.
Zowel de van fraude verdachte kandidaat alsmede de aangever krijgen voorafgaand aan het
besluit de gelegenheid hun visie mondeling of schriftelijk op de gebeurtenis aan de
examencommissie voor te leggen. Indien de aangever deel uitmaakt van de examencommissie
zal deze geen deel uit maken van de besluitvorming.
Het besluit en de argumentatie die eraan ten grondslag ligt wordt schriftelijk, zoveel mogelijk op A2
niveau en als de kandidaat dit wenst, met een mondelinge toelichting medegedeeld. De kandidaat
wordt gewezen op de mogelijkheid om tegen het besluit in beroep te gaan bij de Commissie van
Beroep voor de Examens (zie hoofdstuk 5 ).
Indien fraude wordt vastgesteld wordt het examen ongeldig verklaard.
Alle besluiten worden 3,5 jaar bewaard. De bureaumanager draagt zorg voor de archivering.
De examencommissie voert het besluit uit. Indien het besluit betrekking heeft op al vastgelegde
resultaten zorgt de examencommissie ervoor dat de correcties worden verwerkt in de
resultatenadministratie van de instelling en worden doorgegeven aan de IB-groep.
4.1.2 Fraude na de examens vastgesteld
Indien fraude pas na afloop van het examen wordt geconstateerd, worden de volgende stappen
gezet:
1. de examinator stelt dezelfde dag een proces-verbaal op en het verslag wordt zo mogelijk
voorzien van bewijsstukken;
2. de examinator/de aangever stuurt binnen twee dagen schriftelijk verslag aan de
examencommissie en doet het voorstel het examen ongeldig te verklaren. De bureaumanager
stelt de kandidaat op de hoogte van de verdenking van fraude en informeert betrokkene over
de verder procedure;
3. indien de examencommissie heeft geconstateerd dat er sprake van fraude is, wordt het
examen ongeldig verklaard;
4. de examencommissie neemt binnen 15 werkdagen na ontvangst van het schriftelijk verzoek
van de examinator een besluit omtrent de fraudeverdenking.
Vastgesteld op 18/02/08
16