Examenreglement Praktijkexamen inburgering - ROC Mondriaan

ARTIKEL 16 Samenvoeging zaken; splitsing
1. De Commissie kan ambtshalve of op verzoek van partijen, derden wier belangen bij het
geschil rechtstreeks zijn betrokken, in het geding roepen. Elke derde wordt door de oproeping partij
in het geding.
2. Onverminderd het eerste lid kan ieder wiens belangen bij het geschil rechtstreeks zijn betrokken, de
Commissie verzoeken te mogen tussenkomen of zich bij een van de partijen te mogen voegen.
Indien het verzoek wordt toegestaan, wordt de verzoeker partij in het geding.
3. In de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, beveelt de Commissie de maatregelen die voor
een goede procesgang nodig zijn.
4. De Commissie is bevoegd samenhangende zaken te voegen en gevoegde zaken te splitsen.
ARTIKEL 17 Beraadslaging en beslissing
De Commissie beraadslaagt en beslist gezamenlijk.
De Commissie grondt zijn uitspraak uitsluitend op de stukken behorend tot het dossier, alsmede op hetgeen
ter zitting naar voren is gebracht. Tevens kan de Commissie ter zitting overlegde stukken in zijn beslissing
meenemen, indien de tegenpartij door deze late aanlevering niet wordt benadeeld.
ARTIKEL 18 Uitspraak
1. De uitspraak is gedagtekend en houdt in:
a. namen en woonplaatsen van de partijen en de namen van de gemachtigden;
b. de gronden, waarop de uitspraak berust,
c. een beslissing als bedoeld in het tweede lid, en
d. de namen van de leden van de Commissie die de uitspraak hebben gewezen.
2. De uitspraak van de Commissie behelst dat:
a. het beroep niet-ontvankelijk is of
b. het beroep ongegrond is of
c. het beroep gegrond is.
3. Indien de Commissie van Beroep voor de examens het beroep gegrond acht, vernietigt
deze commissie de beslissing geheel of gedeeltelijk. De Commissie van Beroep voor de
examens kan bepalen dat opnieuw of, indien de beslissing is geweigerd, alsnog in de
zaak wordt beslist, dan wel dat het tentamen, het examen, het toelatingsonderzoek, het
aanvullend onderzoek of enig onderdeel daarvan opnieuw wordt afgenomen onder door de
Commissie van Beroep voor de examens te stellen voorwaarden. Het orgaan waarvan de beslissing
is vernietigd, voorziet voor zover nodig opnieuw in de zaak met
inachtneming van de uitspraak van de Commissie van Beroep voor de examens. De
Commissie van Beroep voor de examens kan daarvoor in zijn uitspraak een termijn stellen.
4. Indien de Geschillencommissie de klacht gegrond acht, adviseert deze de beslissing geheel of
gedeeltelijk te vernietigen. De Geschillencommissie kan adviseren dat opnieuw of, indien de
beslissing is geweigerd, alsnog in de zaak wordt beslist, onder door de
Geschillencommissie te stellen voorwaarden.
5. De uitspraak wordt door de voorzitter van de Commissie alsmede door de griffier
getekend en wordt in afschrift toegezonden aan partijen en het College van Bestuur en wordt
verkrijgbaar gesteld voor belangstellenden. De Commissie kan bepalen dat in de afschriften ten
behoeve van belangstellenden de namen van de partijen worden weggelaten.
6. De Commissie van Beroep voor de examens beslist binnen vier weken na ontvangst
van het beroepschrift tenzij zij deze de termijn heeft verlengd met ten hoogste twee
weken.
7. De Geschillencommissie beslist binnen zes weken na ontvangst van het beroepschrift.
Vastgesteld op 18/02/08
32