28.09.2013 Views

Zomernota 2014 - Gemeente Schiedam

Zomernota 2014 - Gemeente Schiedam

Zomernota 2014 - Gemeente Schiedam

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Koers houden voor <strong>Schiedam</strong><br />

<strong>Zomernota</strong> <strong>2014</strong>


Inhoudsopgave<br />

Voorwoord .............................................................................................................................................. 3<br />

Inleiding .................................................................................................................................................. 4<br />

Leeswijzer ............................................................................................................................................... 5<br />

Samenvatting ........................................................................................................................................... 6<br />

Hoofdstuk 1. Bestuurlijk kader <strong>Zomernota</strong> <strong>2014</strong> .................................................................................. 11<br />

Afronden Collegewerkprogramma 2010 – <strong>2014</strong> en basis op orde brengen ...................................... 11<br />

Afronden Collegewerkprogramma met een focus op drie dragers ................................................ 11<br />

Samenhang CWP 2010-<strong>2014</strong> en Stadsvisie <strong>Schiedam</strong> 2030 ......................................................... 11<br />

Focus op drie dragers van het beleid ............................................................................................. 11<br />

Basis op orde brengen ................................................................................................................... 12<br />

Externe ontwikkelingen van invloed op uitvoering CWP en focus van beleid ............................. 13<br />

Strategische positionering, samenwerking en regiegemeente ........................................................... 13<br />

Positie en rol lokale overheid verandert ........................................................................................ 13<br />

Invulling geven aan de regiegemeente .......................................................................................... 14<br />

Hoofdstuk 2. De financiële basis <strong>2014</strong> - 2017 ...................................................................................... 16<br />

Financieel beleid ............................................................................................................................ 16<br />

Uitgangspunten begroting ............................................................................................................. 16<br />

1. Tekorten bij ongewijzigd beleid .................................................................................................... 16<br />

2. Interne en externe autonome ontwikkelingen ................................................................................ 16<br />

Oplossingsrichtingen ......................................................................................................................... 17<br />

a. Invulling nog niet geëffectueerde taakstellingen ....................................................................... 17<br />

b. Achterwege laten storting algemene reserve ............................................................................. 17<br />

c. Gedeeltelijke Inzet kortingreeks algemene uitkering (AU) ....................................................... 17<br />

d. Schattingswijziging methode van afschrijving investeringen ................................................... 18<br />

Resumé .............................................................................................................................................. 19<br />

Hoofdstuk 3. Scenario’s ........................................................................................................................ 20<br />

Samenhang ontwikkelingen woningmarkt en sociaal domein .......................................................... 20<br />

Ontwikkeling woningmarkt stagneert, druk op voorzieningen sociale domein neemt toe ................ 21<br />

Scenario 1: Continuïteit in de uitvoering van vastgesteld gemeentelijk beleid ................................. 26<br />

Te verwachten effecten.................................................................................................................. 27<br />

Dekking scenario 1 ........................................................................................................................ 27<br />

1


Scenario 2: Uitvoeren rijksbeleid ...................................................................................................... 29<br />

Gevolgen woningmarkt ................................................................................................................. 29<br />

Scenario 3: Anti-cyclisch beleid voor woningmarkt en sociaal domein ........................................... 31<br />

Meerjarige financiële gevolgen en dekkingsmogelijkheden 3 scenario’s ......................................... 33<br />

Hoofdstuk 4. Vervolgtraject .................................................................................................................. 34<br />

2


Voorwoord<br />

De titel van deze <strong>Zomernota</strong> <strong>2014</strong> is ‘Koers houden voor <strong>Schiedam</strong>’. Die titel is niet zonder<br />

reden gekozen. Deze <strong>Zomernota</strong> vormt het kader voor de Programmabegroting <strong>2014</strong> – 2017, die<br />

de stad de komende jaren gereed zal maken voor verdere ontwikkeling. Dit college zet in op het<br />

realiseren van de afspraken die zijn gemaakt in het Collegewerkprogramma. We doen dat<br />

vanuit een gezonde financiële positie. De basis is beter op orde gebracht. Dat geldt ook in<br />

bestuurlijk en organisatorisch opzicht.<br />

De afgelopen twee jaar is hard gewerkt om de doelen uit het Collegewerkprogramma te realiseren. We<br />

hebben ons sterk gemaakt om te komen tot goede bestuurlijke verhoudingen met de raad. Daarnaast<br />

hebben we veel aandacht voor de doorontwikkeling van de organisatie.<br />

We hebben ingezet op het robuuster maken van de financiële positie en het aanbrengen van focus bij<br />

de uitvoering van het collegewerkprogramma. Daardoor konden we op gerichte wijze uitvoering geven<br />

aan de hoofdopgaven van de stad, zoals die ook zijn verwoord in de Stadsvisie <strong>Schiedam</strong> 2030.<br />

Afmaken van zaken die in gang zijn gezet, het beter op orde brengen van de basis en het daarmee<br />

waarborgen van de continuïteit in de uitvoering van het beleid zijn onze kernwoorden.<br />

Wij stellen het op prijs dat wij in de voorbereiding van deze <strong>Zomernota</strong> nauw hebben mogen<br />

samenwerken met de raad. Zo wordt de kaderstellende rol van de raad versterkt. De samenwerking<br />

heeft geleid tot een andere opzet van de <strong>Zomernota</strong> en in vervolg daarop tot een overzichtelijke en<br />

beknopte Programmabegroting <strong>2014</strong> – 2017.<br />

In deze <strong>Zomernota</strong> bieden wij de raad drie scenario’s aan, die actuele en maatschappelijk relevante<br />

thema’s raken. Voor elk scenario schetsen wij de financiële en maatschappelijke effecten, zowel op<br />

korte als langere termijn. Op deze wijze verwachten wij de gemeenteraad beter dan voorheen in staat<br />

te stellen haar kaderstellende rol te vervullen. De keuze van de raad geeft richting aan de wijze waarop<br />

aan de stad nieuwe kansen voor ontwikkeling worden geboden. Het is dus aan de raad om aan te geven<br />

welk scenario in de Programmabegroting uiteindelijk nader zal worden uitgewerkt.<br />

Voor het college staan de continuïteit in de uitvoering van het beleid en het bieden van nieuwe<br />

perspectieven aan de <strong>Schiedam</strong>mers centraal. Het scenario dat uitgaat van de continuïteit in de<br />

uitvoering van het beleid heeft onze voorkeur.<br />

<strong>Schiedam</strong>, 11 juni 2013<br />

3


Inleiding<br />

De <strong>Zomernota</strong> <strong>2014</strong> is als volgt opgebouwd:<br />

Samenvatting<br />

De samenvatting geeft in het kort de essentie van de <strong>Zomernota</strong> <strong>2014</strong> weer.<br />

In hoofdstuk 1 presenteert het college het bestuurlijk kader waarin de bestuurlijke<br />

uitgangspunten zijn opgenomen die de grondslag vormen voor de Programmabegroting<br />

<strong>2014</strong> – 2017.<br />

Hoofdstuk 2 presenteert kort de financiële opgave voor de Programmabegroting <strong>2014</strong> – 2017<br />

en geeft aan hoe tot een sluitende begroting te komen gezien de externe en interne<br />

ontwikkelingen en op basis van het bestuurlijk kader.<br />

De hoofdstukken 1 en 2 resulteren in de in hoofdstuk 3 gepresenteerde scenario’s. Het betreft<br />

3 scenario’s. Hoofdstuk 3 is het kernhoofdstuk van de <strong>Zomernota</strong> <strong>2014</strong> en biedt de raad de<br />

gelegenheid haar kaderstellende rol in te vullen.<br />

Hoofdstuk 4 tenslotte belicht kort de planning van het vervolgtraject richting de<br />

Programmabegroting <strong>2014</strong> – 2017 en geeft aan dat het college het door de raad aangegeven<br />

scenario zal uitwerken in de Programmabegroting <strong>2014</strong> – 2017.<br />

4


Leeswijzer<br />

De lezer die snel een totaalbeeld van de <strong>Zomernota</strong> <strong>2014</strong> wil hebben, kan de samenvatting op pagina 6<br />

lezen.<br />

In relatie tot de kaderstellende rol van de raad vormt hoofdstuk 3 de kern. In dit hoofdstuk worden drie<br />

verschillende scenario’s gepresenteerd waaruit de raad een keuze kan maken.<br />

De lezer die geïnteresseerd in het hoe en waarom dient de volledige <strong>Zomernota</strong> te lezen. De lezer die<br />

zich wil verdiepen in de achtergronden van de financiële opgave dient bijlage 2 te lezen.<br />

5


Samenvatting<br />

Bestuurlijk kader <strong>Zomernota</strong> <strong>2014</strong><br />

Afronden CWP 2010 - <strong>2014</strong><br />

Uitgangspunt voor het college in <strong>2014</strong> is het afronden van het Collegewerkprogramma 2010 – <strong>2014</strong><br />

(CWP) en het invulling geven aan de aanvullende afspraken zoals verwoord in de raadsbrief van 27<br />

september 2011(afspraken voortzetting coalitie PvdA, VVD, CDA en GroenLinks). In de<br />

bestuursrapportage van september 2013 zal de voortgang van het CWP op basis van de CWP-monitor<br />

worden gerapporteerd.<br />

In 2012 heeft het college focus aangebracht op drie dragers van het beleid en is bij de<br />

heroverwegingen ruimte gevonden voor extra investeringen in deze drie dragers:<br />

maatwerk leveren in het sociale en economische domein;<br />

benutten van kansen voor stedelijke herontwikkeling (A4) (= programma ‘<strong>Schiedam</strong> in<br />

Beweging’);<br />

<strong>Schiedam</strong> positioneren als dé historische stadskern in de regio Rotterdam-Rijnmond.<br />

De extra investeringen worden in <strong>2014</strong> gecontinueerd.<br />

Basis op orde brengen<br />

Gericht is gewerkt aan collegiaal bestuur en goede verhoudingen met de raad. Per september 2012 is<br />

een begin gemaakt met de doorontwikkeling van de gemeentelijke organisatie. Onderdeel hiervan<br />

vormt een verandering van cultuur en gedrag, alsmede het uitwerking geven aan het bestuurlijk<br />

uitgangspunt van ‘regiegemeente’.<br />

Naast het op orde brengen van bestuur en ambtelijke organisatie is een begin gemaakt met het<br />

uitwerken van de conclusies/aanbevelingen uit de Eindrapportage van de raadswerkgroep Verbetering<br />

Opzet Begroting. Op basis van de aanbevelingen is in samenwerking met de raadswerkgroep<br />

Verbetering Programmabegroting gewerkt aan een andere opzet van de <strong>Zomernota</strong> <strong>2014</strong> en de<br />

Programmabegroting <strong>2014</strong> – 2017.<br />

Invulling geven aan regiegemeente<br />

Van groot belang is dat het gemeentebestuur goed weet aan te sluiten op de actuele ontwikkelingen in<br />

de samenleving waarbij de rol van de overheid verandert. Steeds meer zal ruimte moeten worden<br />

geboden aan de eigen kracht van burgers, partners en ondernemers. Vanuit dit besef kiest het college<br />

ervoor om de komende jaren op slagvaardige wijze uitvoering te geven aan het bestuurlijke<br />

uitgangspunt van regiegemeente. De beleidsvorming blijft bij de gemeente, de uitvoering van het<br />

beleid wordt in principe door anderen gedaan. Leidend is steeds het versterken van de<br />

uitvoeringskracht (met gelijke of lagere kosten). De gemeente blijft eindverantwoordelijke voor de<br />

resultaten van de uitvoering.<br />

6


Aan de regiegemeente wordt in <strong>2014</strong> uitvoering gegeven onder andere via samenwerking met de<br />

gemeenten Vlaardingen en Maassluis voor wat betreft het gehele sociale domein en in het kader van<br />

de bedrijfsvoering. In het kader van het programma <strong>Schiedam</strong> in Beweging wordt uitwerking gegeven<br />

aan de gemeentelijke regiefunctie in een nieuwe vorm van publiek-private samenwerking.<br />

Een groot aantal gemeentelijke taken zal in aanmerking komen voor outsourcing. Op dit moment<br />

lopen de volgende outsourcingstrajecten:<br />

Belastingen<br />

BGS<br />

Conciërges<br />

<strong>Gemeente</strong>archief<br />

HALT<br />

Instituut Sociaal Raadslieden<br />

Ingenieursbureau<br />

Leerplicht<br />

Logopedie<br />

Sport en Recreatie<br />

Talent<br />

Werk en Inkomen<br />

Het financiële beeld<br />

De huidige collegeperiode wordt gekenmerkt door teruglopende inkomsten en voortdurende<br />

rijksbezuinigingen. Het op orde brengen van de basis houdt voor het college ook in te zorgen dat de<br />

gemeente een toekomstbestendige robuuste en sterke financiële positie heeft. Via de heroverwegingen<br />

in 2012 is hiervoor gezorgd én is tevens ruimte gevonden om extra investeringen te doen ten behoeve<br />

van de stad. Deze extra investeringen betroffen de focus op de drie dragers van het beleid.<br />

Op basis van de actuele financiële opgave van <strong>2014</strong> – 2017 zijn geen extra bezuinigingen nodig en kan<br />

verder worden gewerkt aan het vitaler maken van de stad <strong>Schiedam</strong>.<br />

Bedragen x € 1.000,- <strong>2014</strong> 2015 2016 2017<br />

1.Tekort bij ongewijzigd beleid -1.205 -8.265 -7.289 -10.466<br />

2. Interne en externe autonome ontwikkelingen -1.142 -1.059 -1.104 -609<br />

3. Invulling nog niet geëffectueerde taakstellingen 500 2.500 2.500 2.500<br />

4. Achterwege laten storting in Algemene Reserve 1.000 1.000 1.000 1.000<br />

5. Gedeeltelijke inzet kortingreeks Algemene Uitkering 0 3.100 3.000 3.000<br />

6. Schattingswijziging methode van afschrijven 2.987 2.732 2.480 2.226<br />

Verschil met sluitende begroting 2.140 8 587 -2.349<br />

7


De begrotingsjaren <strong>2014</strong>, 2015 en 2016 kennen een overschot, het laatste jaar van deze periode laat<br />

een tekort zien. De overschotten van de eerste drie jaren kunnen worden gebruikt voor dekking van het<br />

tekort in 2017 (via de algemene reserve).<br />

Scenario’s<br />

Het college ziet twee met elkaar samenhangende externe ontwikkelingen, die van invloed zijn op het<br />

realiseren van het CWP 2010 – <strong>2014</strong> en de focus van het beleid. Deze ontwikkelingen zijn het gevolg<br />

van de afspraken in het regeerakkoord, alsmede het voortduren van de financieel-economische crisis.<br />

Het betreft de ontwikkelingen op de woningmarkt in samenhang met de ontwikkelingen in het sociale<br />

domein. Deze ontwikkelingen zijn van invloed op de mogelijkheden om de door de gemeenteraad<br />

vastgestelde woonvisie (CWP ) en kadernota van het sociale domein (drager van beleid) te kunnen<br />

uitvoeren.<br />

Het college presenteert drie scenario’s om hiermee te gaan.<br />

Scenario 1: continuïteit in de uitvoering van vastgesteld beleid<br />

In dit scenario worden extra gemeentelijke middelen ingezet die nodig zijn om het<br />

uitvoeringsprogramma van de door de raad vastgestelde woonvisie en kadernota<br />

sociaal domein te realiseren. Hiermee wordt de continuïteit van de uitvoering van het<br />

collegebeleid gewaarborgd.<br />

Om de kadernota sociaal domein volledig uit te voeren is voor de jaren <strong>2014</strong>-2017 een<br />

bedrag nodig van € 18 miljoen. Hiervan wordt € 10,6 miljoen gedekt uit de reguliere<br />

begroting en € 1,2 miljoen uit de reserve sociaal domein. Om de kadernota sociaal<br />

domein te kunnen uitvoeren wordt een extra inzet begroot van € 6,8 miljoen over vier<br />

jaar.<br />

Voor de woningmarkt betreft de extra inzet de opzet van een investeringsfonds (deels<br />

revolving). Middelen uit dit fonds kunnen worden ingezet om een deel van de<br />

voorraad te vernieuwen.<br />

De extra middelen voor het investeringsfonds worden eenmalig begroot op ca. € 1,5<br />

miljoen.<br />

Dekking voor de extra inzet in scenario 1 kan gevonden door de inzet van een<br />

verwacht structureel overschot bij de ROGplus en een eenmalige inzet van het<br />

overschot van de jaarrekening 2012.<br />

8


Scenario 2: uitvoeren rijksbeleid<br />

In dit scenario worden geen extra middelen ingezet om de door de raad vastgestelde<br />

woonvisie en kadernota sociaal domein uit te voeren.<br />

Het Rijksbeleid wordt uitgevoerd. Dit betekent dat alleen die middelen ingezet worden<br />

die nu al in de reguliere gemeentelijke begroting omgaan tezamen met de reserve voor<br />

de kadernota sociaal domein. Er resteert een tekort van € 6,8 miljoen.<br />

De uitvoering van de woonvisie en kadernota (transformatie sociale domein) stagneert<br />

t.g.v. de maatregelen in het regeerakkoord.<br />

Dit scenario legt op korte termijn geen extra beslag op de financiële middelen van de<br />

gemeente.<br />

Scenario 3: anti-cyclisch beleid voor woningmarkt en sociaal domein<br />

Scenario 3 gaat uit van het principe dat de gemeente extra stimuleringsmaatregelen<br />

treft in tijden van crisis.<br />

De extra inzet in dit scenario richt zich niet alleen op het kunnen uitvoeren van door<br />

de raad vastgestelde woonvisie en kadernota maar beoogt tevens een fors extra pakket<br />

aan stimuleringsmaatregelen voor de woningmarkt en extra maatregelen voor de<br />

kwetsbare <strong>Schiedam</strong>mers.<br />

Via de stimuleringsmaatregelen wordt het functioneren van de lokale woningmarkt<br />

verbeterd wat positief doorwerkt in de lokale economie. Immers een beter<br />

functionerende woningmarkt leidt tot een sterkere lokale economie.<br />

Scenario 3 resulteert in een forser beslag op de financiële middelen (incidenteel en<br />

structureel) van de gemeente. De structurele extra inzet voor het sociale domein<br />

bedraagt in <strong>2014</strong> € 4- 4,5 miljoen. Deze inzet loopt geleidelijk op tot € 5,5 – 6,0<br />

miljoen in 2017.<br />

Voor de woningmarkt zal het bedrag in het fonds hoger worden (ca € 2,5 miljoen)<br />

waardoor ingezet kan worden op meer woningen maar ook ruimte is voor stimulering<br />

van woningbouw in de projecten die in de woonvisie vallen onder ‘afmaken waar we<br />

aan begonnen zijn’.<br />

Dekking van de extra inzet kan alleen gevonden worden door extra te bezuinigen op<br />

de andere beleidsterreinen (programma’s).<br />

9


Meerjarige financiële gevolgen en dekkingsmogelijkheden 3 scenario’s<br />

Onderstaand zijn per scenario de meerjarige financiële gevolgen en mogelijke dekkingsmogelijkheden<br />

in beeld gebracht:<br />

Bedragen x € 1.000.000,- <strong>2014</strong> 2015 2016 2017<br />

Scenario 1: continuïteit in uitvoering<br />

gemeentelijk beleid<br />

kadernota sociaal domein:<br />

- structureel<br />

- dekking<br />

woonvisie:<br />

- structureel<br />

- dekking<br />

- incidenteel<br />

- dekking<br />

Scenario 2: uitvoeren rijksbeleid<br />

kadernota sociaal domein:<br />

- structureel<br />

- dekking<br />

woonvisie:<br />

- structureel<br />

- dekking<br />

- incidenteel<br />

- dekking<br />

Scenario 3: anti-cyclisch crisisbeleid<br />

kadernota sociaal domein:<br />

- structureel<br />

- dekking<br />

woonvisie:<br />

- structureel<br />

- dekking<br />

- incidenteel<br />

- dekking<br />

1,7<br />

overschot<br />

ROGplus<br />

0,68<br />

Begroting<br />

1,5<br />

saldo<br />

jaarrekening 2012<br />

0<br />

0,37<br />

Begroting<br />

0<br />

4,0 – 4,5<br />

Dekking<br />

ROGplus én<br />

2,3 - 2,8 uit extra<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

1,0<br />

- Begroting<br />

+ 0,32<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

2,0 – 2,5<br />

Saldo<br />

jaarrekening 2012<br />

+ 0,5 – 1,0<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

10<br />

1,7<br />

Overschot<br />

ROGplus<br />

0,68<br />

Begroting<br />

0<br />

0,37<br />

Begroting<br />

4,5 – 5,0<br />

Dekking<br />

ROGplus én<br />

2,8 - 3,3 uit extra<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

1,0<br />

- Begroting<br />

+ 0,32<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

1,7<br />

Overschot<br />

ROGplus<br />

0,68<br />

Begroting<br />

0<br />

0,37<br />

Begroting<br />

5,0 – 5,5<br />

Dekking<br />

ROGplus én<br />

3,3 - 3,8 uit extra<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

1,0<br />

-Begroting<br />

+ 0,32<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

1,7<br />

Overschot<br />

ROGplus<br />

0,68<br />

Begroting<br />

0<br />

0,37<br />

Begroting<br />

5,5 – 6,0<br />

Dekking<br />

ROGplus én<br />

3,8 - 4,3 uit extra<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

1,0<br />

-Begroting<br />

+ 0,32<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid


Hoofdstuk 1. Bestuurlijk kader <strong>Zomernota</strong> <strong>2014</strong><br />

In dit hoofdstuk presenteert het college het bestuurlijke kader voor de <strong>Zomernota</strong> <strong>2014</strong> dat als<br />

leidraad dient voor de uitwerking in de Programmabegroting <strong>2014</strong> – 2017. In het laatste jaar<br />

voor de verkiezingen zijn de bestuurlijke prioriteiten:<br />

1. het afronden van het Collegewerkprogramma met een focus op de drie dragers van het beleid<br />

en de basis op orde brengen;<br />

2. strategische positionering, invulling geven aan samenwerking en regiegemeente.<br />

Afronden Collegewerkprogramma 2010 – <strong>2014</strong> en basis op orde brengen<br />

Afronden Collegewerkprogramma met een focus op drie dragers<br />

Uitgangspunt voor het college in <strong>2014</strong> is het afronden van het Collegewerkprogramma 2010 – <strong>2014</strong><br />

(CWP) en het invulling geven aan de aanvullende afspraken zoals verwoord in de raadsbrief van 27<br />

september (afspraken voortzetting coalitie PvdA, VVD, CDA en GroenLinks). In de<br />

bestuursrapportage van september zal de voortgang van het CWP op basis van de CWP-monitor<br />

worden gerapporteerd.<br />

Samenhang CWP 2010-<strong>2014</strong> en Stadsvisie <strong>Schiedam</strong> 2030<br />

In het CWP 2010 – <strong>2014</strong> is aangegeven welke actiepunten in het CWP verbonden zijn met de<br />

hoofdopgaven van de Stadsvisie <strong>Schiedam</strong> 2030. Het activiteitenschema uit het CWP omvat in totaal<br />

164 actiepunten. Daarvan hebben er 60 een duidelijke relatie met de Stadsvisie. In iets ruimere zin kan<br />

worden gesteld dat er daarnaast nog zo’n 70 actiepunten indirect in verband kunnen worden gebracht<br />

met de Stadsvisie. Met de uitvoering van het CWP 2010 – <strong>2014</strong> is uitvoering gegeven aan de<br />

hoofdopgaven van de Stadsvisie <strong>Schiedam</strong> 2030.<br />

Het college zal in de tweede helft van 2013 de voortgang van de Stadsvisie <strong>Schiedam</strong> 2030 evalueren<br />

en daarbij aangeven op welke punten een aanscherping/actualisatie van de Stadsvisie <strong>Schiedam</strong> 2030<br />

nodig is. De evaluatie van de voortgang en de punten van aanscherping/actualisatie maken deel uit van<br />

het overdrachtsdossier voor de nieuwe raads-/collegeperiode.<br />

Focus op drie dragers van het beleid<br />

<strong>Schiedam</strong> moet een stad zijn die aantrekkelijk is om in te wonen, werken en verblijven. Daarom heeft<br />

het college in 2012 een focus aangebracht op drie dragers van het beleid en is bij de heroverwegingen<br />

in 2012 ruimte gevonden voor extra investeringen in deze drie dragers. De extra investeringen zijn<br />

opgenomen in de Programmabegroting 2013 – 2016. De drie dragers van beleid zijn:<br />

maatwerk leveren in het sociale en economische domein;<br />

benutten van kansen voor stedelijke herontwikkeling (A4) (= programma ‘<strong>Schiedam</strong> in<br />

beweging’);<br />

<strong>Schiedam</strong> positioneren als dé historische stadskern in de regio Rotterdam-Rijnmond.<br />

11


Dankzij de robuustere financiële positie in 2013 kunnen deze extra investeringen in <strong>2014</strong> worden<br />

gecontinueerd.<br />

Op basis van de door de raad vastgestelde visiedocumenten wordt hieraan met behulp van de<br />

toepassing van programmamanagement in 2013 en <strong>2014</strong> op integrale wijze uitvoering gegeven.<br />

De emancipatie van de <strong>Schiedam</strong>mers is hierbij centraal gesteld: <strong>Schiedam</strong>mers wordt volop kans<br />

geboden om hun talenten te benutten en zich te ontwikkelen (sociale stijging). Daarnaast is de inzet<br />

om <strong>Schiedam</strong>mers aan de stad te binden. Hiertoe moet de stad aantrekkelijk zijn om in te blijven<br />

wonen (mogelijk maken van een wooncarrière), werken (goed ondernemersklimaat) en verblijven. Met<br />

de focus wordt heel gericht uitvoering gegeven aan de Stadsvisie <strong>Schiedam</strong> 2030, het coalitieakkoord<br />

en het Collegewerkprogramma 2010 – <strong>2014</strong>.<br />

Basis op orde brengen<br />

De afgelopen collegeperiode heeft zich gekenmerkt als een hectisch bestuurlijke periode. Bij de<br />

voortzetting van de coalitie in september 2011 heeft het college zich gericht op het stabiliseren van de<br />

bestuurlijke verhoudingen en het functioneren van de gemeentelijke organisatie.<br />

Gericht is gewerkt aan collegiaal bestuur en goede verhoudingen met de raad. Per september 2012 is<br />

een begin gemaakt met de doorontwikkeling van de gemeentelijke organisatie. Onderdeel hiervan<br />

vormt een verandering van cultuur en gedrag, alsmede het uitwerking geven aan het bestuurlijk<br />

uitgangspunt van ‘regiegemeente’.<br />

Naast het beter op orde brengen van bestuur en ambtelijke organisatie is een begin gemaakt met het<br />

uitwerken van de conclusies/aanbevelingen uit de Eindrapportage van de raadswerkgroep Verbetering<br />

Opzet Begroting. Op basis van de aanbevelingen is in samenwerking met de raadswerkgroep<br />

Verbetering Programmabegroting gewerkt aan een andere opzet van de <strong>Zomernota</strong> <strong>2014</strong> en de<br />

Programmabegroting <strong>2014</strong> – 2017.<br />

De andere opzet van de Programmabegroting biedt een vormgeving volgens een zogenaamde doelenmiddelen-prestaties-inspanningenboom<br />

waarbij de raad per programma in één oogopslag (op 1 A4-tje)<br />

een overzicht heeft van de kaderstellende doelstellingen, de voor deze doelstellingen beschikbaar te<br />

stellen financiële middelen, alsmede de te realiseren prestaties. De doelen-middelen-prestatiesinspanningenboom<br />

(smart geformuleerd) wordt vervolgens beknopt in het programma uitgewerkt. Het<br />

gevolg is dat de Programmabegroting <strong>2014</strong> – 2017 een beknoptere versie zal worden dan de<br />

Programmabegroting 2013 – 2016. Daarnaast is het streven om met gebruikmaking van de digitale<br />

mogelijkheden de toegankelijkheid van de Programmabegroting voor de raadsleden te vergroten.<br />

De andere opzet van de <strong>Zomernota</strong> en Programmabegroting is de afgelopen maanden voorbereid door<br />

de leden van de door de raad ingestelde werkgroep Verbetering Opzet Begroting en het college.<br />

Hiermee wordt een verbeterproces ingezet dat stap voor stap tot verbetering van de <strong>Zomernota</strong> en de<br />

Programmabegroting moet leiden.<br />

Het college werkt eveneens in samenwerking met de raad aan een gebruiksvriendelijke en<br />

toegankelijke raadstermijnagenda voor het raadplegen van de jaaragenda van de gemeenteraad en het<br />

overzicht van moties en toezeggingen.<br />

12


Bovendien is het hiermee mogelijk raadsvragen (raadscommissies, over <strong>Zomernota</strong> en<br />

Programmabegroting) op een gebruiksvriendelijke manier in te voeren.<br />

Het informatiesysteem van de raadstermijnagenda is nauw verbonden met een werkwijze vanuit de<br />

ambtelijke organisatie en griffie om te zorgen voor het up-to-date houden van informatie, het borgen<br />

van de kwaliteit van de informatie en het bewaken van deadlines en planningen.<br />

De huidige collegeperiode wordt gekenmerkt door teruglopende inkomsten en voortdurende<br />

rijksbezuinigingen. Het op orde brengen van de basis houdt voor het college ook in te zorgen dat de<br />

gemeente een toekomstbestendige robuuste en sterke financiële positie heeft. Via de heroverwegingen<br />

in 2012 is hiervoor gezorgd én is tevens ruimte gevonden om extra investeringen te doen ten behoeve<br />

van de stad. Deze extra investeringen betroffen de focus op de drie dragers van het beleid.<br />

Op basis van de actuele financiële opgave van <strong>2014</strong> – 2017 zijn geen extra bezuinigingen nodig en kan<br />

verder worden gewerkt aan het vitaler maken van de stad <strong>Schiedam</strong>.<br />

Externe ontwikkelingen van invloed op uitvoering CWP en focus van beleid<br />

Het college ziet twee met elkaar samenhangende externe ontwikkelingen die van invloed zijn op het<br />

realiseren van het CWP 2010 – <strong>2014</strong> en de focus van beleid. Deze ontwikkelingen zijn het gevolg van<br />

de afspraken in het regeerakkoord en het voortduren van de financieel-economische crisis.<br />

Het betreft de ontwikkelingen op de woningmarkt in samenhang met de ontwikkelingen in het sociale<br />

domein. Deze ontwikkelingen zijn van invloed op de mogelijkheden om de door de gemeenteraad<br />

vastgestelde woonvisie en kadernota van het sociale domein te kunnen uitvoeren. Het college<br />

presenteert in hoofdstuk 3 in de vorm van scenario’s voorstellen hoe hiermee om te gaan.<br />

Strategische positionering, samenwerking en regiegemeente<br />

Positie en rol lokale overheid verandert<br />

De context van de lokale overheid verandert. Door de steeds complexer wordende maatschappij treedt<br />

er een verandering op in de positie van de gemeentelijke overheid. De gemeente staat niet als vanouds<br />

in het centrum van de ontwikkelingen. De tijd dat de gemeente bepaalde hoe de stad zich moest<br />

ontwikkelen is voorbij. De gemeente is veel meer een onderdeel van de maatschappelijke<br />

ontwikkelingen geworden. Het belang van samenwerking met maatschappelijke partners en tussen<br />

gemeenten neemt toe.<br />

In bestuurlijk opzicht dienen nieuwe vormen van sturing aan. Vanuit de landelijke overheid krijgen<br />

gemeenten steeds vaker een regierol toegewezen om oplossingen te vinden voor lokale vraagstukken.<br />

Een sturing die is gericht op de afstemming tussen diverse stakeholders om een doel vanuit een visie te<br />

bereiken. Steeds meer zal in het openbaar bestuur de nadruk komen te liggen op onderhandelen en<br />

onderhandelingskwaliteiten. Gedragen door het algemeen belang zal op basis van contextanalyses en<br />

stakeholderanalyses de publieke zaak moeten worden gediend. Belangrijke begrippen daarbij zijn het<br />

positioneren van de gemeente in het politieke en bestuurlijke krachtenveld en het zoeken naar<br />

effectieve vormen van samenwerking met medeoverheden, partners, ondernemers en burgers.<br />

13


De afstemming zal op verschillende schaalniveaus moeten worden geëffectueerd en kan als volgt<br />

worden gevisualiseerd:<br />

- Crisis en nationale veiligheid<br />

- Onderwijs, kunst en cultuur<br />

- Mobiliteit, OV,<br />

verkeersveiligheid<br />

- Duurzame economie, digitale<br />

overheid, energie<br />

- Verstedelijking<br />

- Waterbeheer en klimaat<br />

- Samenwerkingsverbanden<br />

- Decentralisaties: Jeugdzorg,<br />

RSD, WMO/ABWZ<br />

- Doortrekken A4<br />

- Recreatieschap Midden-<br />

Delfland<br />

<strong>Schiedam</strong><br />

In bijlage 1 treft u een overzicht van de stakeholders op de verschillende schaalniveaus.<br />

Voor de gemeente <strong>Schiedam</strong> geldt van oudsher dat samenwerkingen worden aangegaan ten behoeve<br />

van een versterking van de uitvoeringskracht. Dit principe zal ook in de toekomst worden gehanteerd<br />

bij het aangaan van samenwerkingen met andere gemeenten. Het is daarom belangrijk te kiezen voor<br />

een schaal en een vorm die past bij de opgaven die er liggen. Nabijheid van voorzieningen voor de<br />

burgers blijft hierin een randvoorwaarde.<br />

De opgaven van de stad, zoals verwoord in het Collegewerkprogramma en Stadsvisie <strong>Schiedam</strong> 2030,<br />

vormen het vertrekpunt voor de positionering en het aangaan van samenwerkingsrelaties. De rode<br />

draad bij het aangaan van samenwerking is daarbij steeds: “Wat is het beste voor <strong>Schiedam</strong> en de<br />

<strong>Schiedam</strong>mers?”<br />

Invulling geven aan de regiegemeente<br />

Strategisch positioneren, het aangaan van samenwerkingsrelaties en het invulling geven aan de<br />

regiegemeente zijn onlosmakelijk van elkaar verbonden.<br />

Van groot belang is dat het gemeentebestuur goed weet aan te sluiten op de actuele ontwikkelingen in<br />

de samenleving en waarbij de rol van de overheid verandert. Steeds meer zal ruimte moeten worden<br />

geboden aan de eigen kracht van burgers, partners en ondernemers. Vanuit dit besef kiest het college<br />

14<br />

- Verkeersknooppunten<br />

- Economische agenda<br />

Zuidvleugel<br />

- Provinciale structuurvisie<br />

- Ruimtelijke ordening<br />

- Natuur, Hof van Delfland<br />

- Nabijheid voorziening burger<br />

- Kadernota sociale domein<br />

- Onderwijsbeleid<br />

- Wijkeconomie<br />

- Differentiatie woonmilieus<br />

- Bestemmingsplannen<br />

- Groen structuurplan<br />

- Veiligheidsregio<br />

- GGD<br />

- OV, Vervoersautoriteit<br />

- Regionaal economisch beleid<br />

- Vestigingsklimaat<br />

- Structuurplannen<br />

- Milieubeleid


ervoor om de komende jaren op slagvaardige wijze uitvoering te geven aan het bestuurlijke<br />

uitgangspunt van regiegemeente.<br />

Leidraad hiervoor vormen de maatschappelijke opgaven van de stad zoals onder andere geformuleerd<br />

in de Stadsvisie <strong>Schiedam</strong> 2030. De behoeften van de <strong>Schiedam</strong>mers staan centraal, waarbij de<br />

gemeentelijke organisatie zich (door)ontwikkelt tot een efficiënte, effectieve en daadkrachtige<br />

(kern)organisatie. De beleidsvorming blijft bij de gemeente, de uitvoering van het beleid wordt in<br />

principe door anderen gedaan. Leidend is steeds het versterken van de uitvoeringskracht (met gelijke<br />

of lagere kosten). De gemeente blijft eindverantwoordelijke voor de resultaten van de uitvoering.<br />

Op basis van de bovenstaande uitgangspunten zal steeds worden bepaald wat de beste wijze van<br />

uitvoering is. De vorm waarin de gemeentelijke taken vanuit de gemeentelijke regiefunctie worden<br />

uitgevoerd kan verschillen. Dit kan onder andere door samenwerking met andere gemeenten,<br />

bijvoorbeeld via een gemeenschappelijke regeling, het aangaan van publiek-private samenwerking of<br />

het outsourcen van gemeentelijke taken.<br />

Aan de bovengenoemde voorbeelden wordt in <strong>2014</strong> uitvoering gegeven onder andere via<br />

samenwerking met de gemeenten Vlaardingen en Maassluis voor wat betreft het gehele sociale domein<br />

en in het kader van de bedrijfsvoering. In het kader van het programma <strong>Schiedam</strong> in Beweging wordt<br />

uitwerking gegeven aan de gemeentelijke regiefunctie in een nieuwe vorm van publiek-private<br />

samenwerking.<br />

Tenslotte zal een groot aantal gemeentelijke taken in aanmerking komen voor outsourcing.<br />

Op dit moment lopen de volgende outsourcingstrajecten:<br />

Belastingen<br />

BGS<br />

Conciërges<br />

<strong>Gemeente</strong>archief<br />

HALT<br />

Instituut Sociaal Raadslieden<br />

Ingenieursbureau<br />

Leerplicht<br />

Logopedie<br />

Sport en Recreatie<br />

Talent<br />

Werk en Inkomen<br />

Met de bovengenoemde invullingen van het bestuurlijk uitgangspunt van de regiegemeente is<br />

uitwerking gegeven aan de afspraken van het Collegewerkprogramma 2010 – <strong>2014</strong> over <strong>Gemeente</strong><br />

Nieuwe Stijl.<br />

15


Hoofdstuk 2. De financiële basis <strong>2014</strong> - 2017<br />

Voor de <strong>Zomernota</strong> zijn de volgende algemene (financiële) kaders gehanteerd.<br />

Financieel beleid<br />

Voor de berekening van de financiële basis is het van belang om de algemene uitgangspunten voor het<br />

opstellen van de begroting te bepalen. Doelstelling is het voeren van een solide en verantwoord<br />

meerjarig financieel beleid, waarbij de reële (meerjaren)begroting materieel in evenwicht is. Meerjarig<br />

zijn de overige speerpunten van beleid:<br />

de lastenontwikkeling voor burgers en bedrijven te beheersen;<br />

te zorgen voor een investeringsruimte, die past bij de ontwikkeling van de stad;<br />

voldoende financiële middelen aan te trekken om de programma’s binnen de door de raad<br />

vastgestelde kaders van de begroting uit te voeren.<br />

Uitgangspunten begroting<br />

Daarnaast gelden voor het opstellen van de begroting onderstaande uitgangspunten:<br />

de hoogte van de post voor Onvoorzien wordt gehandhaafd op € 700.000 per jaar;<br />

het weerstandsvermogen dient een voldoende niveau te hebben;<br />

de ramingen voor <strong>2014</strong> – 2017 worden meerjarig gedaan in constante prijzen;<br />

de algemene lijn is dat de ramingen realistisch, uitvoerbaar en reëel zijn.<br />

1. Tekorten bij ongewijzigd beleid<br />

Op basis van de tot en met medio mei bij ons bekende financiële ontwikkelingen verwachten we bij<br />

ongewijzigd beleid onderstaande tekorten.<br />

Bedragen x € 1.000,- <strong>2014</strong> 2015 2016 2017<br />

Tekort bij ongewijzigd beleid -1.205 -8.265 -7.289 -10.466<br />

Belangrijkste oorzaken voor de tekorten zijn:<br />

het toepassen van prijscompensatie (CPB, 1,5%) op goederen, diensten en subsidies;<br />

consequenties van het regeerakkoord voor de algemene uitkering;<br />

de effecten van de september- en decembercirculaire en nog te effectueren algemene<br />

taakstellingen: <strong>Gemeente</strong> Nieuwe Stijl en contract Irado.<br />

2. Interne en externe autonome ontwikkelingen<br />

Er zijn diverse voorstellen ingediend, die voor <strong>2014</strong> en volgende jaren meer middelen vragen dan nu<br />

in de begroting zijn opgenomen. Het gaat deels om wettelijke taken, deels om ontoereikende budgetten<br />

en deels om reële ramingen met betrekking tot inkomsten.<br />

16


Bedragen x € 1.000,- <strong>2014</strong> 2015 2016 2017<br />

Interne en externe autonome ontwikkelingen -1.142 -1.059 -1.104 -609<br />

Oplossingsrichtingen<br />

Binnen de kaders is dekking van het financiële tekort voor een groot deel mogelijk. Voorgestelde<br />

oplossingen zijn:<br />

a. invulling nog niet geëffectueerde taakstellingen;<br />

b. achterwege laten storting algemene reserve;<br />

c. gedeeltelijke inzet van de kortingsreeks algemene uitkering;<br />

d. schattingswijziging van afschrijvingen.<br />

a. Invulling nog niet geëffectueerde taakstellingen<br />

Afgesproken is dat deze taakstellingen worden ingevuld, waarbij de algemene taakstelling in eerste<br />

instantie moet worden gezocht in het domein Stedelijke Ontwikkeling.<br />

Invulling nog niet geëffectueerde taakstellingen<br />

Bedragen x € 1.000,- <strong>2014</strong> 2015 2016 2017<br />

Taakstelling <strong>Gemeente</strong> Nieuwe Stijl 0 2.000 2.000 2.000<br />

Algemene taakstelling 500 500 500 500<br />

Totaal nog niet geëffectueerde taakstellingen 500 2.500 2.500 2.500<br />

b. Achterwege laten storting algemene reserve<br />

Bij de voortzetting van het coalitieakkoord in september 2011 zijn voor de algemene kaders voor de<br />

uitvoering van het gemeentelijk financieel beleid onder andere de volgende afspraken gemaakt:<br />

1. de algemene reserve wordt gebruikt om financiële risico’s af te dekken en wordt niet voor<br />

andere doeleinden gebruikt;<br />

2. om de algemene reserve weer op het gewenste en noodzakelijke niveau te krijgen wordt<br />

jaarlijks, gedurende de collegeperiode, de algemene reserve aangevuld met (tenminste) € 1<br />

miljoen.<br />

Vorig jaar is de reservepositie door de stelselherziening erfpacht op het gewenste en noodzakelijke<br />

niveau gebracht. In de ramingen wordt echter nog steeds rekening gehouden met een jaarlijkse<br />

toevoeging aan de algemene reserve van minstens € 1 miljoen. Deze toevoeging is derhalve niet langer<br />

nodig, zodat de daardoor vrijgekomen middelen kunnen worden aangewend voor het sluitend maken<br />

van de begroting.<br />

c. Gedeeltelijke inzet kortingsreeks algemene uitkering (AU)<br />

In de begroting is rekening gehouden met een lagere algemene uitkering in de komende jaren. Daarom<br />

is een algemene kortingsreeks opgenomen. Dat wil zeggen dat voor de algemene uitkering een lager<br />

bedrag is geraamd dan is berekend op grond van de laatst bekende circulaire van het Rijk.<br />

17


Daarmee is in de begroting een buffer opgenomen om een eventueel lager uitvallende algemene<br />

uitkering te kunnen opvangen (lopend van € 6,4 miljoen in <strong>2014</strong> naar € 4,0 miljoen in 2017).<br />

Het regeerakkoord 2013 leidt tot de volgende consequenties:<br />

Bedragen x € 1.000,- <strong>2014</strong> 2015 2016 2017<br />

Consequenties regeerakkoord voor AU -1.028 -3.873 -5.276 -6.269<br />

Daar de buffer is bedoeld voor tegenvallers in de algemene uitkering, wordt een groot deel ingezet om<br />

de tegenvallende rijksinkomsten op te vangen. Een gedeelte van de buffer blijft in stand, omdat<br />

rekening wordt gehouden met de onzekerheden rondom het rijksbeleid. In het ‘Oranjeakkoord’ zijn<br />

namelijk maatregelen aangekondigd, die per saldo leiden tot een vermindering van het gemeentefonds<br />

met € 162 miljoen. De korting voor <strong>Schiedam</strong> bedraagt dan 0,6% van dat bedrag: € 972.000.<br />

Inmiddels is door het op 12 april jl. gesloten sociaal akkoord deze bezuiniging uitgesteld tot augustus<br />

2013. Omdat dan echter opnieuw wordt bezien of bezuinigingen noodzakelijk zijn, is het verstandig<br />

een kortingreeks van jaarlijks € 1 miljoen te handhaven. Dat betekent dat de kortingreeks algemene<br />

uitkering voor de jaren 2015 tot en met 2017 voor het meerdere kan worden ingezet voor het sluitend<br />

maken van de begroting. Het niet benodigde restant kortingsreeks algemene uitkering voor het jaar<br />

<strong>2014</strong> (€ 5,4 miljoen) kan worden gestort in de algemene reserve.<br />

Samenvattend:<br />

Bedragen x € 1.000,- <strong>2014</strong> 2015 2016 2017<br />

Kortingreeks algemene uitkering in begroting 6.400 4.100 4.000 4.000<br />

Inzet voor sluitend maken begroting 0 -3.100 -3.000 -3.000<br />

Storting in algemene reserve -5.400 0 0 0<br />

Restant kortingreeks in begroting 1.000 1.000 1.000 1.000<br />

d. Schattingswijziging methode van afschrijving investeringen<br />

Op dit moment schrijft eigen regelgeving (Nota Waarderen, activeren en afschrijven) voor, dat<br />

investeringen worden afgeschreven volgens de lineaire methode (vast bedrag afschrijving, afnemende<br />

rentelasten). Er wordt nu voorgesteld te kiezen voor afschrijving volgens de annuïtaire methode (vast<br />

bedrag van afschrijving en rente).<br />

Het verschil ligt in het langzamer afschrijven, waardoor in de eerste jaren de kapitaallasten fors lager<br />

uitkomen: ongeveer € 3 miljoen in het eerste jaar, daarna aflopend met enkele tonnen per jaar. Over de<br />

hele periode van afschrijving zijn de lasten van de annuïtaire methode wat hoger door hogere<br />

rentekosten, maar deze zullen worden opgevangen door een strak en effectief liquiditeitenbeheer. De<br />

budgetruimte wordt geheel ingezet ter dekking van tekorten.<br />

Indien eenmaal voor een schattingswijziging is gekozen, is een omgekeerde beweging volgens de<br />

voorschriften niet meer toegestaan. De Nota Waarderen, activeren en afschrijven dient daarop te<br />

worden aangepast.<br />

18


Resumé<br />

Samenvattend is het financiële beeld van de <strong>Zomernota</strong>:<br />

Bedragen x € 1.000,- <strong>2014</strong> 2015 2016 2017<br />

1.Tekort bij ongewijzigd beleid -1.205 -8.265 -7.289 -10.466<br />

2. Interne en externe autonome ontwikkelingen -1.142 -1.059 -1.104 -609<br />

3. Invulling nog niet geëffectueerde taakstellingen 500 2.500 2.500 2.500<br />

4. Achterwege laten storting in Algemene Reserve 1.000 1.000 1.000 1.000<br />

5. Gedeeltelijke inzet kortingreeks Algemene Uitkering 0 3.100 3.000 3.000<br />

6. Schattingswijziging methode van afschrijven 2.987 2.732 2.480 2.226<br />

Verschil met sluitende begroting 2.140 8 587 -2.349<br />

De begrotingsjaren <strong>2014</strong>, 2015 en 2016 kennen een overschot, het laatste jaar van deze periode laat<br />

een tekort zien. De overschotten van de eerste drie jaren kunnen worden gebruikt voor dekking van het<br />

tekort in 2017 (via de algemene reserve).<br />

19


Hoofdstuk 3. Scenario’s<br />

Op basis van het in hoofdstuk 1 beschreven bestuurlijk kader en de in hoofdstuk 2 beschreven<br />

financiële basis worden in dit hoofdstuk beleidsscenario’s gepresenteerd. De scenario’s zijn<br />

kaderstellend. Met het aangeven van een scenario bepaalt de raad de kaders voor de<br />

Programmabegroting <strong>2014</strong> – 2017. Het college werkt het door de raad aangegeven scenario<br />

vervolgens uit in de Programmabegroting <strong>2014</strong> – 2017.<br />

In het bestuurlijk kader is aangegeven dat het college het tot haar taak ziet om het CWP 2010 – <strong>2014</strong><br />

af te ronden. In hoofdstuk 1 is aangegeven dat het college twee met elkaar samenhangende externe<br />

ontwikkelingen ziet, die van invloed zijn op het realiseren van het CWP 2010 – <strong>2014</strong> en de focus van<br />

het beleid. Deze ontwikkelingen zijn het gevolg van de afspraken in het regeerakkoord, alsmede het<br />

voortduren van de financieel-economische crisis.<br />

Het betreft de ontwikkelingen op de woningmarkt in samenhang met de ontwikkelingen in het sociale<br />

domein. Deze ontwikkelingen zijn van invloed op de mogelijkheden om de door de gemeenteraad<br />

vastgestelde woonvisie (CWP ) en kadernota van het sociale domein (drager van beleid) te kunnen<br />

uitvoeren. Het college presenteert in dit hoofdstuk drie scenario’s om hiermee om te gaan.<br />

Samenhang ontwikkelingen woningmarkt en sociaal domein<br />

Er is samenhang tussen de woningvoorraad en het gebruik van voorzieningen in het sociale domein.<br />

<strong>Schiedam</strong> heeft een woningvoorraad die voor een groot deel bestaat uit goedkopere woningen. Ten<br />

gevolge hiervan is er een instroom van kwetsbare groepen bewoners vanuit met name Rotterdam.<br />

Deze groep bewoners maakt gemiddeld genomen relatief veel gebruik van voorzieningen in het sociale<br />

domein. Op basis van onderzoek door Onderzoek&Statistiek kan worden vastgesteld dat er een<br />

verband is tussen de instroom van kwetsbare groepen bewoners uit Rotterdam en het gebruik van<br />

voorzieningen in het sociale domein. Kort gezegd: hoe groter de instroom van kwetsbare groepen<br />

bewoners, hoe groter het beslag op de voorzieningen in het sociale domein. Een voortgaande<br />

herstructurering verkleint de goedkope woningvoorraad en leidt tot een verminderde instroom van<br />

kwetsbare bevolkingsgroepen.<br />

We zien hierbij ook het omgekeerde: juist de meest daadkrachtige bewoners zijn in staat om een<br />

positieve bijdrage aan de samenleving te leveren. Steeds weer blijkt uit onderzoek dat de bewoners die<br />

het meeste vrijwilligerswerk doen, dit combineren met een (drukke) baan en/of gezin. Dit is een<br />

dubbele wisselwerking: veel activiteiten hangen samen met het participeren op andere terreinen, zoals<br />

actief zijn op de school, de sportclub van de kinderen, de politiek, de kerk of moskee of de eigen<br />

leefomgeving. Daarnaast blijkt dat juist mensen die het druk hebben goed in staat zijn hun tijd<br />

efficiënt in te zetten en dat vervolgens ook doen.<br />

Het hebben van een brede maatschappelijke middengroep is van onschatbare waarde voor de opbouw<br />

van de <strong>Schiedam</strong>se samenleving. Het is deze groep, die vorm kan geven aan de sociale stijging in de<br />

stad. Om deze groep aan <strong>Schiedam</strong> te binden moet er wel een woningaanbod zijn dat aansluit bij hun<br />

wensen en behoeften.<br />

20


Daarnaast is er een samenhang met het thema levensloopvriendelijke stad. Conform de Woonvisie zal<br />

hierop de komende jaren met kracht worden ingezet. De levensloopvriendelijke stad wordt volgens de<br />

woonvisie uitgewerkt in twee woonservicegebieden. In het sociale domein zijn inmiddels de drie<br />

decentralisaties (jeugdzorg, Wmo en participatie) verder uitgekristalliseerd. De daarbij behorende<br />

forse financiële bezuinigingen in combinatie met de aanhoudende crisis, de versnelde<br />

extramuralisering in de zorg en een sterkere noodzaak om ouderen (met steeds complexere vragen)<br />

langer zelfstandig thuis te laten wonen, betekenen een breuk met het verleden en vragen erom een<br />

wezenlijk andere weg in te slaan. Op dit moment wordt gewerkt aan een startnotitie over de<br />

levensloopvriendelijke stad.<br />

De bewegingen op de woningmarkt en de woningmarktpositie van <strong>Schiedam</strong> laten zich in onderstaand<br />

overzicht goed illustreren:<br />

Uit bovenstaand overzicht wordt duidelijk dat aan de onderkant van de woningmarkt een (fors)<br />

migratiesaldo is van woningzoekenden van buiten <strong>Schiedam</strong>. Daarnaast is er een kleiner saldo van<br />

<strong>Schiedam</strong>mers woonachtig in het middensegment van de woningmarkt die een woning vinden buiten<br />

<strong>Schiedam</strong>.<br />

Ontwikkeling woningmarkt stagneert, druk op voorzieningen sociale domein<br />

neemt toe<br />

De woningmarktontwikkeling stagneert. De verkoopprijzen dalen, nieuwbouw van woningen en<br />

doorstroming stagneren. De maatregelen in het regeerakkoord leiden tot extra heffingen bij de<br />

corporaties. De investeringsruimte bij de corporaties krimpt. Investeringen in onderhoud, sloop en<br />

nieuwbouw dalen.<br />

21


<strong>Schiedam</strong> heeft een grote en goedkope huurwoningenvoorraad, waarvan de lokale corporatie<br />

Woonplus grotendeels de eigenaar is.<br />

Woningvoorraad naar koop- en huurprijsklasse<br />

prijsklasse KOOP <strong>Schiedam</strong> Nederland prijsklasse HUUR <strong>Schiedam</strong> Nederland<br />

< € 175.000 41% 13% < € 348 24% 25%<br />

€ 175.000 - € 225.000 20% 20% € 348 - € 535 48% 50%<br />

€ 225.000 - € 350.000 27% 36% € 535 - € 632 18% 17%<br />

€ > 350.000 12% 31% > € 632 10% 8%<br />

totaal 100% 100% totaal 100% 100%<br />

Bron: WoON2009<br />

1-1-2013 <strong>Schiedam</strong> Nederland (2011)<br />

woningvoorraad aantal % %<br />

totaal 35.689 100%<br />

waarvan:<br />

eengezins 11.001 30,8% 71%<br />

meergezins 24.688 69,2% 29%<br />

waarvan:<br />

Bron: BAG gemeente <strong>Schiedam</strong> en CBS<br />

koop 17.967 50,3% 55%<br />

huur 17.722 49,7% 45%<br />

Ten gevolge van de maatregelen in het regeerakkoord is er de komende jaren bij Woonplus weinig tot<br />

geen investeringsruimte voor het plegen van onderhoud, de sloop van kwalitatief slechte<br />

huurwoningen en het plegen van nieuwbouw. Het gevolg hiervan is dat de uitvoering van de<br />

herstructurering ernstig vertraagt. De herstructurering van de woningvoorraad is een belangrijke<br />

randvoorwaarde voor het realiseren van de doelstellingen van de Woonvisie.<br />

De Woonvisie beoogt de transformatie van de woningvoorraad, te weten van een eenzijdige naar een<br />

meer evenwichtige woningvoorraad. Hierdoor wordt het voor <strong>Schiedam</strong>mers mogelijk om een<br />

wooncarrière in <strong>Schiedam</strong> te realiseren. Met het stagneren van de herstructurering kan geen halt<br />

worden toegeroepen aan de instroom van kwetsbare groepen uit onder andere Rotterdam én zijn er<br />

minder kansen voor een wooncarrière van de middeninkomensgroepen.<br />

In combinatie met de drie decentralisaties in het sociale domein, die tevens gekoppeld zijn aan zware<br />

financiële taakstellingen, komt er een grote druk op het voorzieningenniveau in het sociale domein. Op<br />

basis van de uitgangspunten van de visienota ‘<strong>Schiedam</strong>s maatwerk in het sociale domein’ en de<br />

kadernota wordt de sociale infrastructuur de komende jaren getransformeerd. Dit is nodig om de<br />

sociale infrastructuur toekomstbestendig te houden en te waarborgen dat er voor kwetsbare<br />

<strong>Schiedam</strong>mers kan blijven worden gezorgd. Gezien de zware financiële taakstellingen van het rijk<br />

blijft het overigens de vraag of dit gaat lukken. De verwachting is dat de druk op het sociale domein de<br />

komende jaren zal toenemen. Dit blijkt ook uit de cijfers op macroniveau.<br />

22


In onderstaande tabel van het CBS wordt de toename van de zorg in meerjarenperspectief geplaatst.<br />

Vanaf 2002 zien we een jaarlijkse toename van de uitgaven (rode lijn) die voor een belangrijk deel<br />

gedekt worden uit de eigen premie-inkomsten en de bijdragen van het rijk. De eigen bijdrage neemt<br />

niet procentueel toe. Met andere woorden: de AWBZ wordt gefinancierd uit collectieve en publieke<br />

middelen, niet door de gebruikers.<br />

Inkomsten en uitgaven AWBZ<br />

In onderstaande tabel zien we dat het beroep op de GGZ, uitgedrukt in geld, in acht jaar tijd meer dan<br />

verdubbeld is.<br />

Bron: Begroting 2011 Ministerie van VWS<br />

23


In onderstaande tabel zien we de toename van het beroep op de jeugdzorg in meerjarenperspectief.<br />

Op alle vormen van ondersteuning zien we een toename, waarbij vooral de extra vraag naar<br />

geïndiceerde ambulante zorg opvalt. Deze is in de loop van 5 jaar meer dan verdubbeld.<br />

In onderstaande tabel zien we de toenemende scheve verhouding tussen de kosten van de thuiszorg en<br />

de beschikbare middelen daarvoor.<br />

Prognose van het aantal personen van 20-65 jaar en de publieke kosten van thuiszorg bij<br />

ongewijzigd beleid; index 2005 = 100<br />

CBS, Statline (personen), VWS (kosten)<br />

24


In onderstaande tabel zien we de grote stijging in de afgelopen jaren in het verstrekken van Wajonguitkeringen.<br />

Deze zijn in de loop van vijf jaar met de helft toegenomen.<br />

Uitgaven aan Wajong-uitkeringen<br />

25


Scenario 1: Continuïteit in de uitvoering van vastgesteld gemeentelijk beleid<br />

In dit scenario worden extra gemeentelijke middelen ingezet die nodig zijn om het<br />

uitvoeringsprogramma van de door de raad vastgestelde woonvisie en kadernota sociaal domein<br />

te realiseren. Hiermee wordt de continuïteit van de uitvoering van het collegebeleid<br />

gewaarborgd.<br />

Om de kadernota sociaal domein volledig uit te voeren is structureel extra inzet van middelen nodig,<br />

waarbij voor de jaren <strong>2014</strong> tot en met 2017 een bedrag nodig is van in totaal € 18 miljoen. Hiervan<br />

wordt € 10,6 miljoen gedekt uit de reguliere begroting en € 1,2 miljoen uit de reserve sociaal domein.<br />

Om de kadernota sociaal domein te kunnen uitvoeren wordt structureel een extra inzet begroot van €<br />

1,7 miljoen. Voor de jaren <strong>2014</strong> tot en met 2017 gaat het om een totaalbedrag van € 6,8 miljoen.<br />

Voor de woningmarkt wordt een investeringsfonds (deels revolving) ingesteld. Middelen uit dit fonds<br />

kunnen worden ingezet om een deel van de voorraad met minder vertraging te vernieuwen. Ook zullen<br />

de middelen uit het fonds worden gebruikt om projecten met kluswoningen te starten. In de bestaande<br />

bouw is het inzetten van startersleningen voor mensen die hun sociale huurwoning willen omzetten in<br />

een koopwoning een optie. Voor zowel de bestaande als de nieuwbouwmarkt is behoefte aan<br />

woonpromotie en een fonds voor (collectief) particulier opdrachtgeverschap. De extra middelen voor<br />

het investeringsfonds worden begroot op ca. € 1,5 miljoen incidenteel. Overzicht (mogelijke)<br />

maatregelen investeringsfonds woningmarkt:<br />

overname van sloopkosten van Woonplus om dichtgetimmerde panden te voorkomen en<br />

vernieuwing op gang te houden (mogelijk ook bijdrage van het Rijk);<br />

aankoop van woningen om deze vervolgens als kluswoning in markt te zetten;<br />

fonds voor collectief particulier opdrachtgeverschap: de aanloopkosten voor collectief<br />

particulier opdrachtgeverschap worden vaak niet door banken gefinancierd, een fonds kan<br />

daarin helpen;<br />

uitstel van erfpacht bij herstructurering;<br />

woonpromotie.<br />

Naast een fonds ter stimulering van de woningbouw is het voorstel om binnen dit scenario een tweetal<br />

onderdelen structureel op te nemen in de begroting:<br />

starterslening gericht op een specifieke doelgroep ten behoeve van verkoop van bestaand bezit<br />

woningen Woonplus, om hiermee financiële ruimte bij Woonplus te realiseren;<br />

vervolg op funderingsherstel en particuliere woningverbetering na <strong>2014</strong>. De opgave van<br />

achterstallig onderhoud in de particuliere woningvoorraad is onverminderd actueel. De context<br />

is echter drastisch aan het veranderen. De subsidiepot droogt op; vanuit de rijksoverheid zijn<br />

nauwelijks budgetten beschikbaar en verhuizen wordt uitgesteld vanwege lastige verkoop. De<br />

aanpak zal gedeeltelijk veranderen, maar vraagt om een structureel budget om de aanpak te<br />

kunnen voortzetten. Deze kosten zijn reeds structureel opgenomen in de begroting, maar<br />

besluitvorming voor de voorzetting na <strong>2014</strong> moet nog plaatsvinden. Kosten voorfinanciering<br />

funderingsherstel maken hiervan onderdeel uit.<br />

26


Te verwachten effecten<br />

De verwachting is dat de combinatie van extra inzet in het sociaal domein en extra inzet gericht op de<br />

woningvoorraad zullen leiden tot positieve effecten op korte en langere termijn.<br />

Er is synergie bij een extra inzet van middelen tussen de woonvisie en de kadernota.<br />

De herstructurering van de woningvoorraad kan doorgaan, de instroom van kwetsbare<br />

woningzoekende vermindert, de transformatie van het sociale domein kan doorgang vinden.<br />

De eenzijdigheid van de woningvoorraad neemt af. De eigen kracht en burgerkracht worden versterkt.<br />

De maatregelen komen de leefbaarheid in de wijken ten goede.<br />

Dit scenario leidt tot een extra (incidenteel en structureel) beslag op de financiële middelen maar zal<br />

op langere termijn leiden tot lagere uitgaven en inverdieneffecten. In het sociale domein vertaalt zich<br />

dit in minder hoge kosten voor gespecialiseerde en dure zorg. In het fysieke domein vertaalt zich dit in<br />

hogere OZB- en erfpachtopbrengsten en voor werkgelegenheid in de bouw en aanverwante sectoren.<br />

Dekking scenario 1<br />

Dekking voor de extra structurele inzet van € 1,7 miljoen per jaar voor de uitvoering van de<br />

kadernota van het sociale domein kan gevonden worden via de te verwachten jaarlijkse<br />

overschotten bij ROGplus. In 2012 heeft een kentering plaatsgevonden t.g.v. een aanpassing van<br />

de dienstverlening door ROGplus. De kosten zijn afgenomen, terwijl de inkomsten toenemen.<br />

NB : de inkomsten worden als een negatieve uitgaven weergegeven in deze tabel (dus onder de<br />

nullijn).<br />

27


Ontwikkeling van de kosten en uitgaven ROGplus in meerjarenperspectief<br />

€ 10.000.000<br />

€ 8.000.000<br />

€ 6.000.000<br />

€ 4.000.000<br />

€ 2.000.000<br />

€ -<br />

€ 2.000.000-<br />

€ 4.000.000-<br />

Bron: jaarcijfers ROGplus<br />

Dekking voor het investeringsfonds voor de uitvoering van de woonvisie kan gevonden worden door<br />

gebruik te maken van het overschot in de jaarrekening van 2012.<br />

28<br />

Som van 2007<br />

Som van 2008<br />

Som van 2009<br />

Som van 2010<br />

Som van 2011<br />

Som van 2012


Scenario 2: Uitvoeren rijksbeleid<br />

In dit scenario worden geen extra middelen ingezet om de door de raad vastgestelde woonvisie<br />

en kadernota sociaal domein uit te voeren.<br />

Het Rijksbeleid wordt uitgevoerd. Dat betekent dat de gemeente geen extra middelen naast de<br />

teruglopende rijksmiddelen in zet.<br />

De uitvoering van de woonvisie en kadernota (transformatie sociale domein) stagneert ten gevolge van<br />

de maatregelen in het regeerakkoord. Consequenties zijn dat een aantal transformaties niet kan worden<br />

uitgevoerd:<br />

het ontwikkelen van alternatieve arrangementen in de zorg die op termijn besparingen moeten<br />

opleveren;<br />

integrale toegang tot de zorg;<br />

geen extra inzet op het versterken van de vrijwillige inzet van <strong>Schiedam</strong>mers;<br />

geen uitrol van het wijkondersteuningsteam naar andere wijken dan Nieuwland;<br />

het stoppen met zelfbeheer van wijkaccommodaties door bewoners;<br />

het uitbreiden van ondersteuning van mantelzorgers;<br />

het doorontwikkelen van de zorgstructuur in de scholen;<br />

het vitaliseren van sportverenigingen.<br />

Dit scenario legt op korte termijn geen extra beslag op de financiële middelen van de gemeente. Er is<br />

geen synergie tussen woonvisie en kadernota. Op langere termijn is de verwachting dat dit scenario tot<br />

negatieve effecten c.q. een negatieve spiraal leidt, omdat de noodzakelijke vernieuwing van het sociale<br />

domein achterwege blijft. In de kadernota sociaal domein wordt ervan uitgegaan dat de kosten voor de<br />

baten uitgaan en dat eerst moet worden geïnvesteerd in de sociale infrastructuur om de <strong>Schiedam</strong>se<br />

samenleving beter voor te bereiden op de nieuwe taken. Blijft de investering in het versterken van de<br />

burgerkracht en de vrijwillige ondersteuning achterwege, dan zal een groter beroep worden gedaan op<br />

de zwaardere, professionele zorg. Uiteindelijk is deze beweging op langere termijn duurder dan het<br />

investeren aan de voorkant van de zorg.<br />

Gevolgen woningmarkt<br />

In dit scenario vertraagt de herstructurering in grote mate, neemt de kwaliteit van de woningvoorraad<br />

af, neemt de instroom van kwetsbare groepen toe en daarmee het beslag op voorzieningen in het<br />

sociale domein.<br />

De transformatie van het sociale domein stagneert (geen middelen om kadernota uit te voeren).<br />

Daarnaast verlaten met name huishoudens met middeninkomens de stad. Deze mensen zijn echter de<br />

motor van de participatie. Behouden van betrokken trotse <strong>Schiedam</strong>mers helpt bij de opvang van taken<br />

die door decentralisatie bij gemeente en burgers terechtkomen. Stagnatie van nieuwbouw op nieuwe<br />

locaties, herstructureringslocaties en kwalitatieve verbetering van wijken door vernieuwing van de<br />

woningen versterkt de negatieve spiraal. Woningmarkt en de sociale infrastructuur komen onder een<br />

grotere druk te staan.<br />

29


Nog wel opgenomen in dit scenario is de hulp bij funderingsherstel (inclusief kosten voorfinanciering)<br />

en woningverbetering bij particulieren, een belangrijk onderdeel bij de Woonvisie. Deze kosten zijn<br />

structureel in de begroting opgenomen maar de voortzetting na <strong>2014</strong> moet wel worden besloten.<br />

In dit scenario blijft de financiële positie van de gemeente op de korte termijn robuust. In dit scenario<br />

compenseert de gemeente geen rijksbezuinigingen. Er is geen continuïteit in de uitvoering van<br />

vastgesteld beleid.<br />

30


Scenario 3: Anti-cyclisch beleid voor woningmarkt en sociaal domein<br />

Scenario 3 gaat uit van het principe dat de gemeente extra stimuleringsmaatregelen treft in<br />

tijden van crisis. De inzet in dit scenario richt zich niet alleen op het kunnen uitvoeren van door<br />

de raad vastgestelde woonvisie en kadernota, maar beoogt tevens een fors extra pakket aan<br />

stimuleringsmaatregelen.<br />

Dit scenario heeft de positieve effecten van scenario 1, maar treft daarnaast extra<br />

stimuleringsmaatregelen voor de woningmarkt en biedt ook een vangnet voor kwetsbare<br />

<strong>Schiedam</strong>mers. Via de stimuleringsmaatregelen wordt het functioneren van de lokale woningmarkt<br />

verbeterd, wat positief doorwerkt in de lokale economie. Een beter functionerende woningmarkt leidt<br />

immers tot een sterkere lokale economie.<br />

Voor het sociale domein betekent dit dat de maatregelen van de rijksoverheid worden verzacht. De<br />

transities worden uitgevoerd op het huidige niveau, waardoor kwetsbare <strong>Schiedam</strong>mers dezelfde zorg<br />

blijven ontvangen die ze nu reeds ontvangen. Het gaat om het ongedaan maken van de volgende<br />

kortingpercentages:<br />

40% minder budget voor huishoudelijke verzorging vanaf 2015;<br />

25% korting op individuele begeleiding en vervoer van cliënten in de AWBZ vanaf 2015;<br />

15% korting op de persoonlijke verzorging van AWBZ-cliënten vanaf 2015;<br />

100% thuisverpleging na een ziekenhuisopname vanaf 2015.<br />

50 tot 100% afbouw van rechten op verblijf in een AWBZ-voorziening (percentage is<br />

afhankelijk van doelgroep);<br />

15% korting op de jeugdzorg.<br />

Scenario 3 resulteert in een forser beslag op de financiële middelen (incidenteel en structureel) van de<br />

gemeente. Voor de woningmarkt zal het bedrag in het fonds hoger worden (circa € 2,5 miljoen.)<br />

waardoor ingezet kan worden op meer woningen, maar ook ruimte is voor stimulering van<br />

woningbouw in de projecten die in de woonvisie vallen onder ‘afmaken waar we aan begonnen zijn’.<br />

Hierdoor zal ook sterker ingezet worden op de wens om meer mensen met een midden en hoger<br />

inkomen voor de stad te behouden en daarmee een steviger kader voor de veranderingen in het sociale<br />

domein. In dit kader past ook een uitgebreider vervolg van de particuliere woningverbetering.<br />

Scenario 3 leidt tot optimale positieve effecten op de korte en langere termijn. De herstructurering van<br />

de woningvoorraad kan doorgaan, de lokale woningmarkt komt meer in beweging, de instroom van<br />

kwetsbare groepen vermindert, de transformatie van het sociale domein komt op gang, de leefbaarheid<br />

en zelfredzaamheid in de wijken worden vergroot. Er zijn extra maatregelen voor kwetsbare groepen<br />

<strong>Schiedam</strong>mers. Het synergie effect tussen woonvisie en kadernota is groter dan in scenario 1.<br />

Nadeel: er is een fors beslag op de gemeentelijke middelen ten gevolge van de anti-cyclische<br />

financiering. Het verzwakt de financiële positie op korte termijn en leidt tot extra bezuinigingen op de<br />

andere beleidsterreinen. De continuïteit in de uitvoering van vastgesteld beleid voor de andere<br />

beleidsterreinen komt onder druk te staan.<br />

31


De effecten van de drie scenario’s kort in beeld<br />

Financiële positie gemeente<br />

Korte termijn<br />

Langere termijn<br />

Maatschappelijke effecten<br />

Korte termijn<br />

Langere termijn<br />

Synergie voordelen woningmarkt –<br />

sociale domein<br />

Korte termijn<br />

Langere termijn<br />

Scenario 1:<br />

continuïteit uitvoering<br />

gemeentelijk beleid<br />

0<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

+<br />

32<br />

Scenario 2:<br />

Sec uitvoeren<br />

rijksbeleid<br />

++<br />

-<br />

-<br />

--<br />

0<br />

0<br />

Scenario 3:<br />

Anti-cyclisch crisisbeleid<br />

-<br />

--<br />

++<br />

++<br />

++<br />

++


Meerjarige financiële gevolgen en dekkingsmogelijkheden 3 scenario’s<br />

Onderstaand zijn per scenario de meerjarige financiële gevolgen en mogelijke dekkingsmogelijkheden<br />

in beeld gebracht:<br />

Bedragen x € 1.000.000,- <strong>2014</strong> 2015 2016 2017<br />

Scenario 1: continuïteit in uitvoering<br />

gemeentelijk beleid<br />

kadernota sociaal domein:<br />

- structureel<br />

- dekking<br />

woonvisie:<br />

- structureel<br />

- dekking<br />

- incidenteel<br />

- dekking<br />

Scenario 2: sec uitvoeren rijksbeleid<br />

kadernota sociaal domein:<br />

- structureel<br />

- dekking<br />

woonvisie:<br />

- structureel<br />

- dekking<br />

- incidenteel<br />

- dekking<br />

Scenario 3: anti-cyclisch crisisbeleid<br />

kadernota sociaal domein:<br />

- structureel<br />

- dekking<br />

woonvisie:<br />

- structureel<br />

- dekking<br />

- incidenteel<br />

- dekking<br />

1,7<br />

overschot<br />

ROGplus<br />

0,68<br />

Begroting<br />

1,5<br />

saldo<br />

jaarrekening 2012<br />

0<br />

0,37<br />

Begroting<br />

0<br />

4,0 – 4,5<br />

Dekking<br />

ROGplus én<br />

2,3 - 2,8 uit extra<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

1,0<br />

- Begroting<br />

+ 0,32<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

2,0 – 2,5<br />

Saldo<br />

jaarrekening 2012<br />

+ 0,5 – 1,0<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

33<br />

1,7<br />

Overschot<br />

ROGplus<br />

0,68<br />

Begroting<br />

0<br />

0,37<br />

Begroting<br />

4,5 – 5,0<br />

Dekking<br />

ROGplus én<br />

2,8 - 3,3 uit extra<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

1,0<br />

- Begroting<br />

+ 0,32<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

1,7<br />

Overschot<br />

ROGplus<br />

0,68<br />

Begroting<br />

0<br />

0,37<br />

Begroting<br />

5,0 – 5,5<br />

Dekking<br />

ROGplus én<br />

3,3 - 3,8 uit extra<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

1,0<br />

-Begroting<br />

+ 0,32<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

1,7<br />

Overschot<br />

ROGplus<br />

0,68<br />

Begroting<br />

0<br />

0,37<br />

Begroting<br />

5,5 – 6,0<br />

Dekking<br />

ROGplus én<br />

3,8 - 4,3 uit extra<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid<br />

1,0<br />

-Begroting<br />

+ 0,32<br />

bezuinigingen<br />

overig beleid


Hoofdstuk 4. Vervolgtraject<br />

Na de kaderstelling door de raad tijdens de behandeling van de <strong>Zomernota</strong> <strong>2014</strong>, wordt het door de<br />

raad aangegeven scenario door het college nader uitgewerkt in de Programmabegroting <strong>2014</strong> – 2017.<br />

Het college werkt daarbij uit op welke wijze uitvoering wordt gegeven aan het door de raad<br />

aangegeven scenario en welke dekkingsmogelijkheden worden gehanteerd.<br />

Het uitgewerkte scenario wordt verwerkt in de Programmabegroting <strong>2014</strong> – 2017 die in de<br />

begrotingsbehandeling in november door de raad wordt besproken en vastgesteld.<br />

34

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!