Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening artikel 30 WRO - GISnet
Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening artikel 30 WRO - GISnet
Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening artikel 30 WRO - GISnet
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
De voedselvoorziening bleef tot begin twintigste eeuw problematisch.<br />
De essen brachten nauwelijks voldoende op om de bevolking te<br />
voeden. Er was een chronisch tekort aan mest. Men kon het zich niet<br />
permitteren om delen van de es braak te laten liggen, wat eigenlijk<br />
noodzakelijk was om het producerend vermogen van de grond in<br />
stand te houden.<br />
Ook konden de essen niet uitgebreid worden, omdat dit ten koste zou<br />
gaan van het areaal heidegrond. Hierdoor zou het gegroeide<br />
evenwicht tussen de plaggen voor de mest leverende heidevelden en<br />
de mestbehoevende bouwlanden worden verstoord.<br />
Door gebrek aan arbeidskrachten was het evenmin mogelijk om de<br />
productieomstandigheden in de beekdalen te verbeteren. Tot in de<br />
negentiende eeuw werden zij zelfs niet bemest, omdat de mest<br />
noodzakelijk was voor de bouwlanden en de goorns. Dit leidde er toe<br />
dat de beekdalen steeds voedselarmer werden.<br />
De ontwikkeling van de<br />
escultuur tussen circa 1800<br />
en 1880<br />
Door de toename van het aantal schapen breidden de heidevelden<br />
zich ten koste van de nog aanwezige bossen steeds verder uit.<br />
Omstreeks 1800 hadden ze hun grootste omvang bereikt. Ze waren<br />
bepalend voor het landschapsbeeld. De dorpen met de essen en de<br />
beekdalen lagen als een groene massa te midden van de uitgestrekte<br />
vrijwel boomloze heidevelden.<br />
Op plaatsen waar de heidevelden uit licht, zeer arm zand bestonden<br />
zijn door afplagging en overbeweiding zandverstuivingen ontstaan.<br />
Voor het plaggen van heide gebruikte men bij voorkeur de vochtige,<br />
venige terreingedeelten met dopheide die meer humeus materiaal<br />
bevatten. De dopheide werd ook als brandstof en als dakbedekking<br />
voor bijgebouwen gebruikt.<br />
De beekdalen werden gebruikt als hooi- en weilanden. In de brede<br />
beekdalen vonden de oudste ontginningen waarschijnlijk plaats in een<br />
smalle strook direct langs de beek. Deze strook was wat hoger<br />
gelegen en bestaat uit zandig materiaal. Kenmerkend is het<br />
onregelmatige verkavelingspatroon. De opstrekkende verkaveling van<br />
de beekdalranden is van latere datum.<br />
De beekdalen werden gescheiden van het veld door grenswallen. Bij<br />
de latere individuele ingebruikname werden loodrecht op de<br />
stroomrichting van de beek dwarswallen aangelegd. Meestal zijn deze<br />
wallen niet doorlopend. In de nattere delen, waar men kon volstaan<br />
met het graven van veekerende sloten, werden geen wallen<br />
opgeworpen. Door deze houtwallen verkregen de beekdalen een heel<br />
karakteristieke ruimtelijke opbouw. De hoofdrichting van de ruimte is<br />
evenwijdig aan de beek. Daarnaast is er sprake van een nader<br />
opdeling van de ruimte loodrecht op de stroomrichting van de beek. In<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
015.00.01.20.40.toe 36