Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening artikel 30 WRO - GISnet
Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening artikel 30 WRO - GISnet
Bestemmingsplan Buitengebied, Herziening artikel 30 WRO - GISnet
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
De voormalige zandwinning "Gat van Dries" ten zuiden van de N33 is<br />
volgens informatie uit het POP waardevol voor vogels en/of planten.<br />
Bossen<br />
Rond Assen komt een aantal bosgebieden voor die naast belangrijke<br />
landschappelijke en recreatieve waarden ook in ecologisch opzicht de<br />
moeite waard zijn. Het betreft het Amelterbosch (tezamen met het<br />
landgoed Valkestijn), het Asserbosch en het Pelinckbosch. Tevens<br />
komen nog wat kleinere bossen voor zoals het Achterste Veen ten<br />
noorden van Loon, een voormalig militair oefenterrein aan de<br />
Lonerstraat en enige bospercelen bij Anreep. De meeste bossen<br />
bestaan uit naald- of gemengd bos afgewisseld met eiken-berkenbos<br />
met heischrale ondergroei. In gemengd bos en loofbos komen soorten<br />
voor als lijsterbes, vlier en kamperfoelie. Deze laatste bossen bezitten<br />
vaak rijke zangvogelpopulaties. Op sommige plaatsen komen open<br />
plekken voor met heide of heischrale vegetaties. De<br />
overgangsgebieden van bos, naar heide is voor de fauna van belang.<br />
Langs bosranden kunnen reptielen voorkomen als Levendbarende<br />
hagedis en kritische broedvogels als Geelgors, Boompieper en<br />
Groene specht. Het Achterste Veen ten noorden van Loon betreft<br />
deels vochtig eikenberkenbos en deels moerasbos (wilgenbroek). Dit<br />
laatste deel is een belangrijke pleisterplaats voor ransuilen.<br />
Asserbosch<br />
Pelinckbosch<br />
Het Asserbosch is een gevarieerd complex met afwisselend<br />
soortenarme percelen van naaldbos zonder ondergroei en delen met<br />
gemengd bos en loofbos met oude en jonge loofhoutsoorten en een<br />
rijke ondergroei. De ondergroei is kenmerkend voor een vochtige<br />
leemhoudende bosbodem. De afwisseling van bostypen en de<br />
aanwezigheid van oude loofbomen met een dichte en structuurrijke<br />
ondergroei maakt dat het Asserbosch rijk is aan broedvogels,<br />
ondanks het relatief intensieve recreatieve gebruik. Broedvogels zijn<br />
onder meer Sperwer, Buizerd, Ransuil, Wielewaal en drie soorten<br />
spechten. In sloten en poelen rond de (voormalige) ijsbaan komen<br />
veel amfibieën voor waaronder de zeldzame Alpenwatersalamander.<br />
Het Pelinckbosch bestaat overwegend uit naaldbos en plaatselijk uit<br />
eikenberkenbos met heischrale ondergroei. De ondergroei bestaat<br />
onder meer uit Bochtige smele, Struikheide, Rode en Blauwe bosbes,<br />
Eikvaren en Adelaarsvaren. In de open gebieden komen plaatselijk<br />
zeldzame soorten voor als Ronde zonnedauw en Stekende<br />
wolfsklauw. Langs de in het bos aanwezige waterplasjes groeien<br />
soorten uit het Riet-verbond zoals Wolfspoot, Cyperzegge en Gele lis.<br />
Het Pelinckbosch heeft een rijke broedvogelpopulatie met kritische<br />
soorten zoals Sperwer, Havik en Groene en Zwarte specht. Tevens<br />
komen in het Pelinckbosch tal van algemenere soorten voor die ook<br />
aangetroffen kunnen worden in de aangrenzende bosgebieden rond<br />
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .<br />
015.00.01.20.40.toe 57