beschikking vergunning wet milieubeheer - Provincie Groningen

Preventie
Het afval dat binnen de inrichting vrijkomt bestaat uit ongesorteerd bedrijfsafval en metalen (totaal circa 28
ton per jaar) en gevaarlijk afval zoals laboratoriumafval (uitgewerkt methyleenchloride), afgewerkte olie,
k.g.a. (oliefilters, poetsdoeken, verfresten e.d.) en olie-, water- en slibmengsel. Richtinggevende
relevantiecriteria volgen uit de Handreiking "Wegen naar preventie bij bedrijven" (Infomil, december 2005)
welke overeenkomen met onze beleidsnotitie "Verruimde reikwijdte en vergunningverlening" (april 2003).
Hierin wordt gesteld dat afvalpreventiepotentieel aannemelijk is wanneer er meer dan 25 ton (niet gevaarlijk)
bedrijfsafval en/of meer dan 2,5 ton gevaarlijk afval binnen de inrichting vrijkomt.
Uit de aanvraag blijkt dat de totale hoeveelheid gevaarlijk afval niet meer dan 2,5 ton per jaar zal bedragen.
De totale hoeveelheid bedrijfsafval is wel groter dan het genoemde relevantiecriterium. Wij hebben echter,
gezien de aard van de vrijkomende afvalstoffen en de als gering in te schatten preventiemogelijkheden, in
deze vergunning verder geen aandacht besteed aan de preventie van afvalstoffen.
Afvalscheiding
In het beleidskader van het LAP worden richtlijnen gegeven voor scheiding van afvalstoffen aan de bron. In
bijlage 3 van deze beschikking is een overzicht gegeven van deze richtlijnen, waaraan vergunninghoudster
zich heeft te houden.
Overige voorschriften op dit punt achten wij, gelet op de aard van de geproduceerde afvalstoffen en de
inspanningen die het bedrijf al levert op het gebied van afvalscheiding, niet nodig.
3.7.2 Acceptatie, be- en verwerking afvalstoffen derden
Inleiding
Op grond van de Wm worden onder de gevolgen voor het milieu en de bescherming van het milieu mede
verstaan de gevolgen die verband houden met het doelmatig beheer van afvalstoffen. Het bevoegd gezag
dient onder meer te toetsen aan de criteria voor het doelmatig beheer van afvalstoffen.
Dit betekent dat getoetst moet worden aan het geldende afvalbeheerplan. Het geldende afvalbeheerplan is
het Landelijk afvalbeheer plan 2002-2012 (LAP). De aanvraag is getoetst aan het LAP en de hieraan
verbonden - van toepassing zijnde - sectorplannen
Toetsing aan de sectorplan 13 "Bouw- en sloopafval en daarmee vergelijkbare afvalstoffen"
Op de verwerking van niet-teerhoudend asfaltgranulaat en asfaltschollen (Eural-code 17.03.02) is het
sectorplan 13 "Bouw- en sloopafval en daarmee vergelijkbare afvalstoffen" van toepassing. Als
minimumstandaard voor het be- en verwerken van niet-teerhoudend materiaal menen wij te moeten
aansluiten van de minimumstandaard voor steenachtig bouw- en sloopafval, betreffende nuttige toepassing
in de vorm van materiaalhergebruik. Het hergebruik van het materiaal bij de productie van PR-asfalt voldoet
aan deze minimumstandaard.
Vergunningtermijn
Vergunningen voor het opslaan en be- en verwerken van afvalstoffen die van buiten de inrichting afkomstig
zijn mogen slechts worden verleend voor een termijn van ten hoogste 10 jaar. In verband met de opslag, been
verwerking van niet-teerhoudend asfaltpuin (asfaltschollen, freesasfalt en asfaltgranulaat) en eventuele
opslag van afgekeurde partijen asfaltpuin, wordt onderhavige revisievergunning aangevraagd voor 10 jaar
en daarom voor deze activiteiten ook verleend voor deze periode. Voor de overige activiteiten wordt de
vergunning voor onbepaalde tijd verleend.
Opslagtermijn van afvalstoffen
Op grond van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (Bssa) dient het bevoegd gezag aan
een Wm-vergunning voorschriften te verbinden voor de opslagduur van afvalstoffen binnen een inrichting.
Deze termijn bedraagt in principe ten hoogste één jaar. De opslag kan evenwel ook tot doel hebben de
afvalstoffen daarna (al dan niet na een bewerking) door nuttige toepassing te laten volgen.
Indien daarvan aantoonbaar sprake is kan de opslagtermijn ten hoogste drie jaar bedragen.
De maximale opslagtermijn voor nuttig toe te passen niet-teerhoudend asfaltpuin bedraagt daarmee 3 jaar,
voor overige afvalstoffen van derden (afgekeurde partijen asfaltpuin, uit partijen asfaltpuin verwijderde
afvalstoffen) geldt een opslagtermijn van 1 jaar. In de aanvraag is voor afgekeurde partijen asfaltpuin echter
aangegeven dat deze, binnen 48 uur na het beschikbaar zijn van analyseresultaten, uit de inrichting zijn
verwijderd.
Voornoemde maximale opslagtermijnen zijn in voorschriften vastgelegd. In verband met de maximale
opslagtermijn is voor niet-teerhoudend asfaltpuin vastgelegd dat dit per partij of per aanvoerperiode
(bijvoorbeeld maand of jaar van aanvoer) gescheiden dient te worden opgeslagen.
pagina 15 van 44