MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD - PvdA

MONITEUR 

BELGE 

BELGISCH 

STAATSBLAD 

Publication conforme aux articles 472 à 478 de la 

loi-programme du 24 décembre 2002, modifiés par les 

articles 4 à 8 de la loi portant des dispositions diverses du 

20 juillet 2005. 

Publicatie overeenkomstig artikelen 472 tot 478 van de 

programmawet van 24 december 2002, gewijzigd door de 

artikelen 4 tot en met 8 van de wet houdende diverse 

bepalingen van 20 juli 2005. 

Le Moniteur belge peut être consulté à l’adresse : 

www.moniteur.be 

Direction du Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53, 

1000 Bruxelles - Conseiller général : A. Van Damme 

Numéro tél. gratuit : 0800-98 809 

183e ANNEE 

JEUDI 31 OCTOBRE 2013 

N. 321 

Dit Belgisch Staatsblad kan geconsulteerd worden op : 

www.staatsblad.be 

Bestuur van het Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg 

53, 1000 Brussel - Adviseur-generaal : A. Van Damme 

Gratis tel. nummer : 0800-98 809 

183e JAARGANG 

DONDERDAG 31 OKTOBER 2013 

SOMMAIRE 

INHOUD 

Lois, décrets, ordonnances et règlements 

Wetten, decreten, ordonnanties en verordeningen 

Service public fédéral Intérieur 

Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken 

14 DECEMBRE 2012. — Loi modifiant la loi du 17 mai 2006 relative 

au statut juridique externe des personnes condamnées à une peine 

privative de liberté et aux droits reconnus à la victime dans le cadre 

des modalités d’exécution de la peine afin d’améliorer l’approche des 

abus sexuels et des faits de pédophilie dans une relation d’autorité. 

Traduction allemande, p. 83193. 

27 DECEMBRE 2012. — Loi modifiant la loi du 17 mai 2006 relative 

au statut juridique externe des personnes condamnées à une peine 


des modalités d’exécution de la peine et la loi du 5 août 1992 sur la 

fonction de police. Traduction allemande, p. 83195. 

21 NOVEMBRE 2012. — Arrêté ministériel établissant la liste des 

revêtements de toitures pouvant être considérés comme répondant 

aux exigences de performance vis-à-vis d’un incendie extérieur. 

Traduction allemande, p. 83196. 

14 DECEMBER 2012. — Wet tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 

betreffende de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een 

vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam 

van de strafuitvoeringsmodaliteiten met het oog op de verbetering van 

de aanpak van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een 

gezagsrelatie. Duitse vertaling, bl. 83193. 



vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het kader 

van de strafuitvoeringsmodaliteiten en van de wet van 5 augustus 1992 

op het politieambt. Duitse vertaling, bl. 83195. 

21 NOVEMBER 2012. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de 

lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten 

aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » 

te voldoen. Duitse vertaling, bl. 83196. 

Föderaler Öffentlicher Dienst Inneres 

14. DEZEMBER 2012 — Gesetz zur Abänderung des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe 

verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte im Hinblick auf die Verbesserung 

der Bekämpfung von sexuellem Missbrauch und pädophilen Handlungen in einer Autoritätsbeziehung. Deutsche Übersetzung, S. 83193. 

27. DEZEMBER 2012 — Gesetz zur Abänderung des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe 

verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte und des Gesetzes vom 

5. August 1992 über das Polizeiamt. Deutsche Übersetzung, S. 83195. 

21. NOVEMBER 2012 — Ministerieller Erlass zur Festlegung der Liste der Bedachungen, von denen angenommen werden kann, dass sie den 

Anforderungen für das Merkmal «Verhalten bei einem Brand von außen» entsprechen. Deutsche Übersetzung, S. 83197. 

Service public fédéral Finances 

24 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal modifiant l’AR/CIR 92 en ce qui 

concerne l’exonération des prix et subsides payés ou attribués à des 

savants, des écrivains ou des artistes, p. 83198. 

Federale Overheidsdienst Financiën 

24 OKTOBER 2013. — Koninklijk besluit tot wijziging van het 

KB/WIB 92 op het stuk van de belastingvrijstelling van prijzen en 

subsidies, betaald of toegekend aan geleerden, schrijvers of kunstenaars, 

bl. 83198. 

218 pages/bladzijden

83188 MONITEUR BELGE − 31.10.2013 − BELGISCH STAATSBLAD 

28 OCTOBRE 2013. — Arrêté ministériel portant désignation, au sein 

du Service public fédéral Finances, des supérieurs hiérarchiques 

compétents pour formuler une proposition provisoire de peine 

disciplinaire, p. 83199. 

28 OKTOBER 2013. — Ministerieel besluit tot aanwijzing, bij de 

Federale Overheidsdienst Financiën, van de hiërarchische meerderen 

die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel van tuchtstraf te formuleren, 

bl. 83199. 

Service public fédéral Mobilité et Transports 

4 OCTOBRE 2013. — Arrêté ministériel sur la désignation des 

aérodromes douaniers tels que définis dans l’article 45 de l’arrêté royal 

du 15 mars 1954 réglementant la navigation aérienne, p. 83202. 

9 JUILLET 2013. — Arrêté royal déterminant les exigences applicables 

au personnel de sécurité. Addendum, p. 83203. 


au personnel de sécurité. Erratum, p. 83205. 

Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer 

4 OKTOBER 2013. — Ministerieel besluit tot aanwijzing van douaneluchtvaartterreinen 

zoals bedoeld in artikel 45 van het koninklijk 

besluit van 15 maart 1954 tot regeling der luchtvaart, bl. 83202. 

9 JULI 2013. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de vereisten van 

toepassing op het veiligheidspersoneel. Addendum, bl. 83203. 

9 JULI 2013. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de vereisten van 

toepassing op het veiligheidspersoneel. Erratum, bl. 83205. 

Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale 

18 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal relatif à la durée du travail de 

certains ouvriers ressortissant à la Commission paritaire du commerce 

alimentaire (CP 119), p. 83262. 

18 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal modifiant l’arrêté royal du 

6 novembre 1969 déterminant les modalités générales de fonctionnement 

des commissions et des sous-commissions paritaires, p. 83263. 

24 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal modifiant l’article 46 de l’arrêté 

royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage, 

p. 83264. 

24 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal modifiant l’article 66bis de l’arrêté 

royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage, 

p. 83265. 

24 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal modifiant les articles 59quater/1, 

59quater/2, 59quinquies/1 et 70 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 

portant réglementation du chômage, p. 83266. 

29 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal fixant la date de dépôt telle que 

visée à l’article 190, § 2, alinéa 2, de la loi du 27 décembre 2006 portant 

des dispositions diverses (I), de la convention collective de travail 

visée à l’article 190, § 1 er , de la loi précitée, pour l’année 2013, p. 83268. 

29 MAI 2013. — Arrêté ministériel relatif au Règlement d’ordre 

intérieur du Conseil supérieur pour la Prévention et la Protection au 

travail, p. 83269. 

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg 

18 OKTOBER 2013. — Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur 

van sommige werklieden die onder het Paritair Comité voor de handel 

in voedingswaren ressorteren (PC 119), bl. 83262. 


koninklijk besluit van 6 november 1969 tot vaststelling van de 

algemene regels voor de werking van de paritaire comités en paritaire 

subcomités, bl. 83263. 

24 OKTOBER 2013. — Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 46 

van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de 

werkloosheidsreglementering, bl. 83264. 

24 OKTOBER 2013. — Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 

66bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de 

werkloosheidsreglementering, bl. 83265. 

24 OKTOBER 2013. — Koninklijk besluit tot wijziging van de 

artikelen 59quater/1, 59quater/2, 59quinquies/1 en 70 van het koninklijk 

besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, 

bl. 83266. 

29 OKTOBER 2013. — Koninklijk besluit tot vastelling van de datum 

van neerlegging zoals bedoeld in artikel 190, § 2, tweede lid, van de wet 

van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), van de 

collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 190, § 1, van de 

voornoemde wet voor het jaar 2013, bl. 83268. 

29 MEI 2013. — Ministerieel besluit betreffende het Huishoudelijk 

Reglement van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het 

werk, bl. 83269. 

Service public fédéral Sécurité sociale 

21 OCTOBRE 2013. — Règlement modifiant le règlement du 

28 juillet 2003 portant exécution de l’article 22, 11°, de la loi relative à 

l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 

14 juillet 1994, p. 83273. 

Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid 

21 OKTOBER 2013. — Verordening tot wijziging van de verordening 

van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende 

de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, 

gecoördineerd op 14 juli 1994, bl. 83273. 

Service public fédéral Santé publique, Sécurité de la Chaîne alimentaire et 

Environnement 

15 OCTOBRE 2013. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel 

du 30 juin 2004 fixant la composition du Collège de médecins pour 

le diagnostic par imagerie médicale et médecine nucléaire, p. 83276. 

Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen 

en Leefmilieu 

15 OKTOBER 2013. — Ministerieel besluit tot wijziging van het 

ministerieel besluit van 30 juni 2004 tot vaststelling van de samenstelling 

van het College van geneesheren voor diagnostiek met medische 

beeldvorming en nucleaire geneeskunde, bl. 83276. 

Ministère de la Défense 

14 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal relatif à la mobilité externe des 

militaires, p. 83276. 

Ministerie van Landsverdediging 

14 OKTOBER 2013. — Koninklijk besluit betreffende de externe 

mobiliteit van de militairen, bl. 83276.

MONITEUR BELGE − 31.10.2013 − BELGISCH STAATSBLAD 

83189 

14 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal fixant la composition et le 

fonctionnement de l’instance d’appel au sein de la Défense, p. 83278. 

14 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal relatif au transfert interne de 

certains militaires déclarés définitivement inaptes sur le plan médical 

comme agent de l’Etat vers le Ministère de la Défense, p. 83280. 

14 OKTOBER 2013. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de 

samenstelling en de werking van de beroepsinstantie binnen Defensie, 

bl. 83278. 

14 OKTOBER 2013. — Koninklijk besluit betreffende de interne 

overplaatsing van sommige op medisch vlak definitief ongeschikt 

verklaarde militairen als rijksambtenaar bij het Ministerie van 

Landsverdediging, bl. 83280. 

Gouvernements de Communauté et de Région 

Communauté flamande 

Autorité flamande 

13 SEPTEMBRE 2013. — Arrêté du Gouvernement flamand portant 

reconnaissance de la qualification professionnelle de « interieurbouwer 

» (constructeur d’intérieurs), p. 83288. 

13 SEPTEMBRE 2013. — Arrêté du Gouvernement flamand portant 

agrément de la qualification professionnelle de cultivateur de raisins 

de table-serriste, p. 83300. 

Environnement, Nature et Energie 

25 SEPTEMBRE 2013. — Arrêté ministériel fixant les facteurs de 

banding pour les certificats d’électricité écologique pour les projets 

d’électricité écologique utilisant l’énergie solaire ayant une date de 

début à partir de 2014, p. 83305. 

Gemeenschaps- en Gewestregeringen 

Vlaamse Gemeenschap 

Vlaamse overheid 

13 SEPTEMBER 2013. — Besluit van de Vlaamse Regering tot 

erkenning van de beroepskwalificatie interieurbouwer, bl. 83281. 

13 SEPTEMBER 2013. — Besluit van de Vlaamse Regering tot 

erkenning van de beroepskwalificatie teler van tafeldruiven - serrist, 

bl. 83295. 

Leefmilieu, Natuur en Energie 

25 SEPTEMBER 2013. — Ministerieel besluit houdende vastlegging 

van de bandingfactoren van groenestroomcertificaten voor groenestroomprojecten 

die gebruik maken van zonne-energie met een startdatum 

vanaf 2014, bl. 83305. 

Région wallonne 

Service public de Wallonie 

10 OCTOBRE 2013. — Arrêté du Gouvernement wallon portant 

règlement de l’examen d’aptitude à l’encadrement visé àl’article 53 

de l’arrêté du Gouvernement wallon du 18 décembre 2003 portant le 

Code de la Fonction publique wallonne, p. 83306. 

17 OCTOBRE 2013. — Arrêté du Gouvernement wallon organisant 

un régime de subvention en faveur des éleveurs pour l’équipement 

des pâtures le long des cours d’eau, p. 83312. 

17 OCTOBRE 2013. — Arrêté du Gouvernement wallon organisant 

l’obligation de clôturer les terres pâturées situées en bordure des 

cours d’eau et modifiant diverses dispositions, p. 83318. 

24 OCTOBRE 2013. — Arrêté du Gouvernement wallon modifiant 

les articles 103 et 104 du Code de la Fonction publique wallonne, 

p. 83324. 

Waals Gewest 

Waalse Overheidsdienst 

10 OKTOBER 2013. — Besluit van de Waalse Regering houdende 

regeling van het geschiktheidsexamen voor staffuncties bedoeld in 

artikel 53 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 

houdende de Waalse Ambtenarencode, bl. 83310. 

17 OKTOBER 2013. — Besluit van de Waalse Regering ter invoering 

van een subsidieregeling ten gunste van veehouders voor het uitrusten 

van weiden gelegen langs waterlopen, bl. 83316. 

17 OKTOBER 2013. — Besluit van de Waalse Regering houdende 

verplichting om de weidegronden gelegen langs de waterlopen te 

omheinen en houdende wijziging van verscheidene bepalingen, bl. 83322. 

24 OKTOBER 2013. — Besluit van de Waalse Regering tot wijziging 

van de artikelen 103 en 104 van de Waalse Ambtenarencode, bl. 83325. 

Gemeinschafts- und Regionalregierungen 

Wallonische Region 

Öffentlicher Dienst der Wallonie 

10. OKTOBER 2013 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Regelung der in Artikel 53 des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 

18. Dezember 2003 zur Festlegung des Kodex des wallonischen öffentlichen Dienstes angeführten Eignungsprüfung für eine Führungstätigkeit, 

S. 83308. 

17. OKTOBER 2013 — Erlass der Wallonischen Regierung über die Einführung einer Subventionsregelung zugunsten der Züchter für die 

Ausrüstung der Weiden entlang der Wasserläufe, S. 83314. 

17. OKTOBER 2013 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Regelung der Verpflichtung, die beweideten Ländereien, die sich entlang der 

Wasserläufe befinden, einzufrieden, und zur Änderung verschiedener Bestimmungen, S. 83319. 

24. OKTOBER 2013 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Abänderung der Artikel 103 und 104 des Kodex des Wallonischen öffentlichen 

Dienstes, S. 83324.


Région de Bruxelles-Capitale 

Commission communautaire commune de Bruxelles-Capitale 

10 OCTOBRE 2013. — Arrêté du Collège réuni de la Commission 

communautaire commune déterminant les règles relatives à l’intervention 

financière de la Commission communautaire commune dans la 

construction, l’extension, la transformation, l’équipement et l’appareillage 

d’hôpitaux et de maisons de soins psychiatriques. Avis 

rectificatif, p. 83325. 

Brussels Hoofdstedelijk Gewest 

Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie van Brussel-Hoofdstad 

10 OKTOBER 2013. — Besluit van het Verenigd College van de 

Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot bepaling van de 

regels betreffende de financiële tegemoetkoming van de Gemeenschappelijke 

Gemeenschapscommissie in de bouw, de uitbreiding, de 

verbouwing, de uitrusting en de apparatuur van ziekenhuizen en 

psychiatrische verzorgingstehuizen. Rechtzetting, bl. 83325. 

Autres arrêtés 

Andere besluiten 

Service public fédéral Personnel et Organisation 

Personnel. Promotion, p. 83326. 

Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie 

Personeel. Bevordering, bl. 83326. 


21 OCTOBRE 2013. — Arrêté ministériel portant nomination des 

membres du comité de gestion de l’entreprise d’Etat ʺ″Monnaie royale 

de Belgiqueʺ″, p. 83326. 


21 OKTOBER 2013. — Ministerieel besluit houdende de aanduiding 

van de leden van het beheerscomité van het Staatsbedrijf ʺ″Koninklijke 

Munt van Belgiëʺ″, bl. 83326. 


Institut national d’assurance maladie-invalidité. Comité de l’assurance 

soins de santé.Démission et nomination d’un membre, p. 83326. — 

Institut national d’assurance maladie-invalidité. Conseil technique 

des moyens diagnostiques et de matériel de soins, institué auprès du 

Service des soins de santé. Démission et nomination d’un membre, 

p. 83327. 


Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. Comité van de 

verzekering voor geneeskundige verzorging. Ontslag en benoeming 

van een lid, bl. 83326. — Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. 

Technische Raad voor diagnostische middelen en verzorgingsmiddelen, 

ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. 

Ontslag en benoeming van een lid, bl. 83327. 


Forces armées. Fonction spéciale. Commission, p. 83327. — Forces 

armées. Mise à la pension, p. 83327. 


Krijgsmacht. Speciale functie. Aanstelling, bl. 83327. — Krijgsmacht. 

Pensionering, bl. 83327. 

Service public fédéral de Programmation Politique scientifique 


21 mai 2013 fixant la composition du Conseil scientifique des Musées 

royaux d’Art et d’Histoire, p. 83327. 

Programmatorische Federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid 


koninklijk besluit van 21 mei 2013 houdende samenstelling van de 

Wetenschappelijke Raad van de Koninklijke Musea voor Kunst en 

Geschiedenis, bl. 83327. 

Gouvernements de Communauté et de Région 





18 OKTOBER 2013. — Toekenning van een andere dienstaanwijzing 

door herplaatsing aan mevrouw Annita Stevens, bl. 83328. 

Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 

Provincie Oost-Vlaanderen. Ruimtelijke Ordening, bl. 83328.

MONITEUR BELGE − 31.10.2013 − BELGISCH STAATSBLAD 

83191 

Région wallonne 

Service public de Wallonie 

Pouvoirs locaux, p. 83329. — Direction générale opérationnelle 

Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office wallon 

des déchets. Acte modifiant l’acte du 27 février 2013 procédant à 

l’enregistrement de la SPRL LMC TEX, en qualité de collecteur et de 

transporteur de déchets autres que dangereux, p. 83333. — Direction 

générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. 

Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de 

la SPRL Ducarmois, en qualité de transporteur de déchets autres que 

dangereux, p. 83333. — Direction générale opérationnelle Agriculture, 

Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. 

Acte procédant à l’enregistrement de la « SP Zoo Global Trans », en 

qualité de transporteur de déchets autres que dangereux, p. 83335. — 

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et 

Environnement. Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement 

de la SARL Europe Navigation, en qualité de transporteur de 

déchets autres que dangereux, p. 83337. — Direction générale opérationnelle 

Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. Office 

wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de 

l’ASBL Le Renouveau, en qualité de transporteur de déchets autres que 

dangereux, p. 83338. — Direction générale opérationnelle Agriculture, 

Ressources naturelles et Environnement. Office wallon des déchets. 

Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL T.C.L.P., en qualité de 

transporteur de déchets autres que dangereux, p. 83340. — Direction 

générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. 

Office wallon des déchets. Acte procédant à l’enregistrement de 

la « KFT Vandor Intertrans Nemzetkozi Fuvarozo », en qualité de 

transporteur de déchets autres que dangereux, p. 83342. 

Lokale Behörden, S. 83331. 

Gemeinschafts- und Regionalregierungen 

Wallonische Region 

Öffentlicher Dienst der Wallonie 

Avis officiels 

Officiële berichten 

SELOR. — Bureau de Sélection de l’Administration fédérale 

Sélection comparative de conseillers audit interne - coordinateurs 

(m/f) (niveau A3), francophones, pour le SPF Justice (AFG13170), 

p. 83343. 

SELOR. — Selectiebureau van de Federale Overheid 

Vergelijkende selectie van Nederlandstalige adviseurs interne audit - 

coördinators (m/v) (niveau A3) voor de FOD Justitie (ANG13167), 

bl. 83343. 


Administration du cadastre, de l’enregistrement et des domaines. 

Publications prescrites par l’article 770 du Code civil. Successions en 

déshérence, p. 83344. 


Administratie van het kadaster, registratie en domeinen. Bekendmakingen 

voorgeschreven bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek. 

Erfloze nalatenschappen, bl. 83344. 


Office de contrôle des mutualités et des unions nationales de 

mutualités. Emploi vacant d’administrateur général (classe A4). Appel 

aux candidats, p. 83345. 


Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van 

ziekenfondsen. Vacante betrekking van administrateur-generaal 

(klasse A4). Oproep tot kandidaten, bl. 83345. 

Service public fédéral Justice 

Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms. Publications, 

p. 83349. — Loi du 15 mai 1987 relative aux noms et prénoms. 

Publications, p. 83350. 

Federale Overheidsdienst Justitie 

Wet van 15 mei 1987 betreffende de namen en voornamen. 

Bekendmakingen, bl. 83349. — Wet van 15 mei 1987 betreffende de 

namen en voornamen. Bekendmakingen, bl. 83350.


Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et Energie 

Indice des prix à la consommation du mois d’octobre 2013, p. 83350. 

Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie 

Indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand oktober 2013, 

bl. 83350. 


Recrutement spécial. Session de recrutement de candidats sousofficiers 

de carrière niveau B en 2014, p. 83353. 

Recrutement normal. Session de recrutement de candidats sousofficiers 

de carrière niveau C technique en 2014, p. 83354. 

Recrutement normal. Session de recrutement de candidats sousofficiers 

de carrière niveau C non technique en 2014, p. 83355. 


Bijzondere werving. Wervingssessie van kandidaat-beroepsonderofficieren 

niveau B in 2014, bl. 83353. 

Normale werving. Wervingssessie van kandidaat-beroepsonderofficieren 

niveau C technisch in 2014, bl. 83354. 

Normale werving. Wervingssessie van kandidaat-beroepsonderofficieren 

niveau C niet-technisch in 2014, bl. 83355. 

Agence fédérale des Médicaments et des Produits de Santé 

Liste des agréments d’établissements de matériel corporel humain 

octroyés entre le 1 er septembre 2013 et le 30 septembre 2013 en 

application de la loi du 19 décembre 2008 relative à l’obtention et à 

l’utilisation de matériel corporel humain destiné à des applications 

médicales humaines ou à des fins de recherche scientifique, p. 83357. 

Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten 

Lijst van de erkenningen die tussen 1 september 2013 en 30 september 

2013 toegekend werden bij toepassing van de wet van 19 december 

2008 inzake het verkrijgen en het gebruik van menselijk lichaamsmateriaal 

met het oog op de geneeskundige toepassing op de mens of 

het wetenschappelijk onderzoek, bl. 83357. 



Jobpunt Vlaanderen 

Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een beleidsmedewerker 

non-discriminatie voor de stafdienst VR van het departement 

Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid, bl. 83358. 

Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een administratief 

bediende afdeling Bovenschelde standplaats Merelbeke Waterwegen 

en Zeekanaal NV, bl. 83360. 

Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een dossierbeheerder 

grondverwervingen afdeling Bovenschelde standplaats Merelbeke 

Waterwegen en Zeekanaal NV, bl. 83360. 

Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een projectingenieur 

afdeling Bovenschelde standplaats Merelbeke Waterwegen en 

Zeekanaal NV, bl. 83361. 

Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een beleidsondersteuner 

GIS voor de stafdienst VR van het departement Diensten 

voor het Algemeen Regeringsbeleid, bl. 83362. 

Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een ziekenhuisapotheker 

bij het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel, bl. 83363. 

Jobpunt Vlaanderen. Selectie van schipper. Uitslag, bl. 83363. 


Internationaal Vlaanderen 

Oproep tot kandidaatstelling deskundigen voor de hernieuwing van 

het Adviescomité, Beroepscommissies, Technische Commissie Brandveiligheid 

van het Toeristische Logies en de Technische Commissie 

Brandveiligheid voor Toerisme voor Allen verblijven, bl. 83363. 

Les Publications légales et Avis divers ne sont pas repris dans ce 

sommaire mais figurent aux pages 83365 à 83404. 

De Wettelijke Bekendmakingen en Verschillende Berichten worden 

niet opgenomen in deze inhoudsopgave en bevinden zich van 

bl. 83365 tot bl. 83404.

MONITEUR BELGE — 31.10.2013 — BELGISCH STAATSBLAD 

83193 

LOIS, DECRETS, ORDONNANCES ET REGLEMENTS 

WETTEN, DECRETEN, ORDONNANTIES EN VERORDENINGEN 

SERVICE PUBLIC FEDERAL INTERIEUR 

[C − 2013/00681] 

14 DECEMBRE 2012. — Loi modifiant la loi du 17 mai 2006 relative au 

statut juridique externe des personnes condamnées à une peine 


des modalités d’exécution de la peine afin d’améliorer l’approche 

des abus sexuels et des faits de pédophilie dans une relation 

d’autorité. — Traduction allemande 

Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande de la loi 

du 14 décembre 2012 modifiant la loi du 17 mai 2006 relative au statut 

juridique externe des personnes condamnées à une peine privative de 

liberté et aux droits reconnus à la victime dans le cadre des modalités 

d’exécution de la peine afin d’améliorer l’approche des abus sexuels et 

des faits de pédophilie dans une relation d’autorité (Moniteur belge du 

22 avril 2013). 

Cette traduction a été établie par le Service central de traduction 

allemande à Malmedy. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN 

[C − 2013/00681] 



vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het 

raam van de strafuitvoeringsmodaliteiten met het oog op de 

verbetering van de aanpak van seksueel misbruik en feiten van 

pedofilie binnen een gezagsrelatie. — Duitse vertaling 

De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van de wet van 

14 december 2012 tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende 

de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en 

de aan het slachtoffer toegekende rechten in het raam van de 

strafuitvoeringsmodaliteiten met het oog op de verbetering van de 

aanpak van seksueel misbruik en feiten van pedofilie binnen een 

gezagsrelatie (Belgisch Staatsblad van 22 april 2013). 

Deze vertaling is opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse 

vertaling in Malmedy. 

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST INNERES 

[C − 2013/00681] 

14. DEZEMBER 2012 — Gesetz zur Abänderung des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der 

zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten 

zuerkannten Rechte im Hinblick auf die Verbesserung der Bekämpfung von sexuellem Missbrauch und 

pädophilen Handlungen in einer Autoritätsbeziehung — Deutsche Übersetzung 

Der folgende Text ist die deutsche Übersetzung des Gesetzes vom 14. Dezember 2012 zur Abänderung des 

Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die 

dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte im Hinblick auf die Verbesserung der 

Bekämpfung von sexuellem Missbrauch und pädophilen Handlungen in einer Autoritätsbeziehung. 

Diese Übersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Übersetzungen in Malmedy erstellt worden. 

FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST JUSTIZ 



zuerkannten Rechte im Hinblick auf die Verbesserung der Bekämpfung von sexuellem Missbrauch und 

pädophilen Handlungen in einer Autoritätsbeziehung 

ALBERT II., König der Belgier, 

Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruß! 

Die Kammern haben das Folgende angenommen und Wir sanktionieren es: 

KAPITEL 1 - Allgemeine Bestimmung 

Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz regelt eine in Artikel 77 der Verfassung erwähnte Angelegenheit. 

KAPITEL 2 - Verbesserung des Informationsaustauschs zwischen Polizei, Staatsanwaltschaft, 

Justizhäusern und Strafvollstreckungsgerichten 

Art. 2 - Artikel 53 des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe 

verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte wird 

durch zwei Absätze mit folgendem Wortlaut ergänzt: 

ʺ″Das Strafvollstreckungsgericht und die Staatsanwaltschaft können den Dienst der Justizhäuser des Föderalen 

Öffentlichen Dienstes Justiz damit beauftragen, einen kurzgefassten Informationsbericht abzufassen oder eine 

Sozialuntersuchung durchzuführen. 

Die auftraggebende Behörde kann beim Dienst der Justizhäuser die Berichte über die Gerichtsverfahren 

anfordern.ʺ″ 

KAPITEL 3 - Wohnverbot 

Art. 3 - In Titel V desselben Gesetzes wird ein Kapitel IV mit folgender Überschrift eingefügt: ʺ″Kapitel IV - 

Verkürzung der Dauer der vom Richter verkündeten Aberkennung des Rechts, in einer bestimmten festgelegten Zone 

zu wohnen, zu verbleiben oder sich dort aufzuhaltenʺ″. 

Art. 4 - In Kapitel IV, eingefügt durch Artikel 3, wird ein Artikel 26/1 mit folgendem Wortlaut eingefügt: 

ʺ″Art. 26/1 - Die Verkürzung der Dauer der vom Richter verkündeten Aberkennung des Rechts, in einer 

bestimmten festgelegten Zone zu wohnen, zu verbleiben oder sich dort aufzuhalten, ist eine Modalität zur Ausführung 

der in Artikel 382bis Absatz 1 Nr. 4 des Strafgesetzbuches erwähnten Aberkennung des Rechts, wobei die Dauer der 

Aberkennung verkürzt werden kann, die Modalitäten oder Bedingungen für die Aberkennung angepasst werden 

können oder die Aberkennung ausgesetzt oder beendet werden kann.ʺ″

83194 MONITEUR BELGE — 31.10.2013 — BELGISCH STAATSBLAD 

Art. 5 - Artikel 28 desselben Gesetzes, abgeändert durch das Gesetz vom 21. April 2007, wird wie folgt 

abgeändert: 

1. In § 1 Absatz 1 werden nach den Wörtern ʺ″Mit Ausnahme der vorläufigen Freilassung im Hinblick auf das 

Entfernen aus dem Staatsgebiet oder die Übergabeʺ″ die Wörter ʺ″und mit Ausnahme der Verkürzung der Dauer der vom 

Richter verkündeten Aberkennung des Rechts, in einer bestimmten festgelegten Zone zu wohnen, zu verbleiben oder 

sich dort aufzuhalten,ʺ″ eingefügt. 

2. Der Artikel wird durch einen Paragraphen 3 mit folgendem Wortlaut ergänzt: 

ʺ″§ 3 - Die Verkürzung der Dauer der vom Richter verkündeten Aberkennung des Rechts, in einer bestimmten 

festgelegten Zone zu wohnen, zu verbleiben oder sich dort aufzuhalten, kann dem Verurteilten gewährt werden, sofern 

er keine Gegenanzeigen aufweist, die sich auf das Risiko beziehen, dass er die Opfer belästigen könnte.ʺ″ 

Art. 6 - In dasselbe Gesetz wird ein Artikel 29/1 mit folgendem Wortlaut eingefügt: 

ʺ″Art. 29/1 - § 1 - Die Verkürzung der Dauer der vom Richter verkündeten Aberkennung des Rechts, in einer 

bestimmten festgelegten Zone zu wohnen, zu verbleiben oder sich dort aufzuhalten, wird vom Strafvollstreckungsrichter 

auf schriftlichen Antrag des Verurteilten oder der Staatsanwaltschaft gewährt. 

§ 2 - Der schriftliche Antrag wird bei der Kanzlei des Strafvollstreckungsgerichts oder, wenn der Verurteilte 

inhaftiert ist, bei der Kanzlei des Gefängnisses eingereicht. Die Kanzlei des Gefängnisses übermittelt der Kanzlei des 

Strafvollstreckungsgerichts binnen vierundzwanzig Stunden den schriftlichen Antrag und übergibt dem Gefängnisdirektor 

eine Abschrift davon. 

§ 3 - Wenn der Verurteilte inhaftiert ist, gibt der Direktor binnen zwei Monaten nach Empfang der Abschrift des 

schriftlichen Antrags eine Stellungnahme ab. Die Artikel 31 und 32 finden Anwendung.ʺ″ 

Art. 7 - Artikel 33 desselben Gesetzes, abgeändert durch das Gesetz vom 27. Dezember 2006, wird durch einen 

Paragraphen 3 mit folgendem Wortlaut ergänzt: 

ʺ″§ 3 - Wenn ein nicht inhaftierter Verurteilter eine Verkürzung der Dauer der vom Richter verkündeten 

Aberkennung des Rechts, in einer bestimmten festgelegten Zone zu wohnen, zu verbleiben oder sich dort aufzuhalten, 

beantragt, kann die Staatsanwaltschaft ebenfalls den Dienst der Justizhäuser des Föderalen Öffentlichen Dienstes Justiz 

damit beauftragen, einen kurzgefassten Informationsbericht abzufassen oder eine Sozialuntersuchung durchzuführen.ʺ″ 

Art. 8 - Artikel 35 desselben Gesetzes wird durch einen Paragraphen 3 mit folgendem Wortlaut ergänzt: 

ʺ″§ 3 - Wenn ein nicht inhaftierter Verurteilter eine Verkürzung der Dauer der vom Richter verkündeten 

Aberkennung des Rechts, in einer bestimmten festgelegten Zone zu wohnen, zu verbleiben oder sich dort aufzuhalten, 

beantragt, kann die Staatsanwaltschaft ebenfalls den Dienst der Justizhäuser des Föderalen Öffentlichen Dienstes Justiz 

damit beauftragen, einen kurzgefassten Informationsbericht abzufassen oder eine Sozialuntersuchung durchzuführen.ʺ″ 

Art. 9 - Artikel 47 desselben Gesetzes, abgeändert durch das Gesetz vom 21. April 2007, wird wie folgt 

abgeändert: 

1. In § 1 werden nach den Wörtern ʺ″Mit Ausnahme der vorläufigen Freilassung im Hinblick auf das Entfernen aus 

dem Staatsgebiet oder die Übergabeʺ″ die Wörter ʺ″und mit Ausnahme der Verkürzung der Dauer der vom Richter 

verkündeten Aberkennung des Rechts, in einer bestimmten festgelegten Zone zu wohnen, zu verbleiben oder sich dort 

aufzuhalten,ʺ″ eingefügt. 

2. Der Artikel wird durch einen Paragraphen 3 mit folgendem Wortlaut ergänzt: 

ʺ″§ 3 - Die Verkürzung der Dauer der vom Richter verkündeten Aberkennung des Rechts, in einer bestimmten 

festgelegten Zone zu wohnen, zu verbleiben oder sich dort aufzuhalten, kann dem Verurteilten gewährt werden, sofern 

er keine Gegenanzeigen aufweist, die sich auf das Risiko beziehen, dass er die Opfer belästigen könnte.ʺ″ 

Art. 10 - In Artikel 48 desselben Gesetzes werden zwischen den Wörtern ʺ″oder die Übergabeʺ″ und den Wörtern 

ʺ″muss die Akte des Verurteiltenʺ″ die Wörter ʺ″und außer für die Verkürzung der Dauer der vom Richter verkündeten 

Aberkennung des Rechts, in einer bestimmten festgelegten Zone zu wohnen, zu verbleiben oder sich dort aufzuhalten,ʺ″ 

eingefügt. 

Art. 11 - In dasselbe Gesetz wird ein Artikel 49/1 mit folgendem Wortlaut eingefügt: 

ʺ″Art. 49/1 - § 1 - Die Verkürzung der Dauer der vom Richter verkündeten Aberkennung des Rechts, in einer 

bestimmten festgelegten Zone zu wohnen, zu verbleiben oder sich dort aufzuhalten, wird vom Strafvollstreckungsrichter 

auf schriftlichen Antrag des Verurteilten oder der Staatsanwaltschaft gewährt. 

§ 2 - Der schriftliche Antrag wird bei der Kanzlei des Strafvollstreckungsgerichts oder, wenn der Verurteilte 

inhaftiert ist, bei der Kanzlei des Gefängnisses eingereicht. Die Kanzlei des Gefängnisses übermittelt der Kanzlei des 

Strafvollstreckungsgerichts binnen vierundzwanzig Stunden den schriftlichen Antrag und übergibt dem Direktor eine 

Abschrift davon. 

§ 3 - Wenn der Verurteilte inhaftiert ist, gibt der Direktor binnen zwei Monaten nach Empfang der Abschrift des 

schriftlichen Antrags eine Stellungnahme ab. Die Artikel 31 und 32 finden Anwendung.ʺ″ 

Art. 12 - Artikel 62 desselben Gesetzes wird wie folgt abgeändert: 

1. Paragraph 1 wird durch folgenden Satz ergänzt: 

ʺ″Der Justizassistent ist mit der Überwachung und Kontrolle der dem Verurteilten vom Strafvollstreckungsgericht 

oder vom Strafvollstreckungsrichter auferlegten Bedingungen beauftragt.ʺ″


83195 

2. In § 3 Absatz 1 werden zwischen dem ersten Satz, der mit den Wörtern ʺ″, mindestens aber alle sechs Monate.ʺ″ 

endet, und dem zweiten Satz, der mit den Wörtern ʺ″Der Justizassistentʺ″ beginnt, folgende Sätze eingefügt: 

ʺ″Dieser Bericht enthält alle für das Strafvollstreckungsgericht oder den Strafvollstreckungsrichter relevanten 

Informationen in Bezug auf den Verurteilten, über die der Justizassistent verfügt. Der Bericht enthält mindestens eine 

Aufzählung aller dem Verurteilten auferlegten Bedingungen und inwiefern diese Bedingungen eingehalten werden.ʺ″ 

Art. 13 - In Titel XI desselben Gesetzes wird ein Kapitel IV mit folgender Überschrift eingefügt : ʺ″Kapitel IV - 

Verkürzung der Dauer der vom Richter verkündeten Aberkennung des Rechts, in einer bestimmten festgelegten Zone 

zu wohnen, zu verbleiben oder sich dort aufzuhaltenʺ″. 

Art. 14 - In Kapitel IV, eingefügt durch Artikel 13, wird ein Artikel 95/1 mit folgendem Wortlaut eingefügt: 

ʺ″Art. 95/1 - § 1 - Unbeschadet der Artikel 28 § 3 und 47 § 3 kann der Strafvollstreckungsrichter entscheiden, eine 

formell rechtskräftig gewordene Verurteilung zur Aberkennung des in Artikel 382bis Absatz 1 Nr. 4 des 

Strafgesetzbuches erwähnten Rechts abzuändern, indem er die Dauer der Aberkennung verkürzt, die Modalitäten oder 

die Bedingungen für die Aberkennung anpasst, die Aberkennung aussetzt oder sie beendet. 

§ 2 - Das in den Artikeln 82 bis 86 vorgesehene Verfahren ist anwendbar, wobei die Kanzlei des Strafvollstreckungsgerichts 

dem Opfer unverzüglich eine Abschrift des schriftlichen Antrags des Verurteilten oder des Antrags der 

Staatsanwaltschaft übermittelt, die Sitzung unter Ausschluss der Öffentlichkeit stattfindet und der Strafvollstreckungsrichter 

ebenfalls das Opfer anhört. 

§ 3 - Der Strafvollstreckungsrichter kann dem Verurteilten individualisierte Sonderbedingungen auferlegen, wenn 

diese im Interesse des Opfers absolut erforderlich sind. 

§ 4 - Die Staatsanwaltschaft kann den Strafvollstreckungsrichter mit der Sache befassen, um die Verkürzung oder 

die Aussetzung der Aberkennung zu widerrufen, wenn die auferlegten Sonderbedingungen nicht eingehalten werden. 

Das in § 2 erwähnte Verfahren finden Anwendung.ʺ″ 

KAPITEL 4 - Erklärung des Opfers 

Art. 15 - In Artikel 3 § 1 desselben Gesetzes wird zwischen Absatz 1 und Absatz 2 ein Absatz mit folgendem 

Wortlaut eingefügt: 

ʺ″Dieser schriftliche Antrag wird beim Justizassistenten, bei der Staatsanwaltschaft oder bei einem Strafvollstreckungsgericht 

eingereicht. Sie übermitteln ihrerseits dem zuständigen Strafvollstreckungsgericht unverzüglich den 

schriftlichen Antrag. Wenn das zuständige Strafvollstreckungsgericht noch nicht bekannt ist, übermitteln sie den 

schriftlichen Antrag an das Strafvollstreckungsgericht des Bereichs, in dem der Verurteilte zu diesem Zeitpunkt 

wohnt.ʺ″ 

Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem Staatssiegel versehen und durch das 

Belgische Staatsblatt veröffentlicht wird. 

Gegeben zu Brüssel, den 14. Dezember 2012 

ALBERT 

Von Königs wegen: 

Die Ministerin der Justiz 

Frau A. TURTELBOOM 

Mit dem Staatssiegel versehen: 



* 


[C − 2013/00682] 

27 DECEMBRE 2012. — Loi modifiant la loi du 17 mai 2006 relative au 

statut juridique externe des personnes condamnées à une peine 


des modalités d’exécution de la peine et la loi du 5 août 1992 sur la 

fonction de police. — Traduction allemande 

Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande de la loi 

du 27 décembre 2012 modifiant la loi du 17 mai 2006 relative au statut 

juridique externe des personnes condamnées à une peine privative de 

liberté et aux droits reconnus à la victime dans le cadre des modalités 

d’exécution de la peine et la loi du 5 août 1992 sur la fonction de police 

(Moniteur belge du 31 janvier 2013). 




[C − 2013/00682] 



vrijheidsstraf en de aan het slachtoffer toegekende rechten in het 

kader van de strafuitvoeringsmodaliteiten en van de wet van 

5 augustus 1992 op het politieambt. — Duitse vertaling 

De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van de wet van 

27 december 2012 tot wijziging van de wet van 17 mei 2006 betreffende 

de externe rechtspositie van de veroordeelden tot een vrijheidsstraf en 

de aan het slachtoffer toegekende rechten in het kader van de 

strafuitvoeringsmodaliteiten en van de wet van 5 augustus 1992 op het 

politieambt (Belgisch Staatsblad van 31 januari 2013). 


vertaling in Malmedy. 


[C − 2013/00682] 



zuerkannten Rechte und des Gesetzes vom 5. August 1992 über das Polizeiamt — Deutsche Übersetzung 

Der folgende Text ist die deutsche Übersetzung des Gesetzes vom 27. Dezember 2012 zur Abänderung des 

Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die 

dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte und des Gesetzes vom 5. August 1992 

über das Polizeiamt. 

Diese Übersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Übersetzungen in Malmedy erstellt worden.


FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST JUSTIZ 



zuerkannten Rechte und des Gesetzes vom 5. August 1992 über das Polizeiamt 

ALBERT II., König der Belgier, 

Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruß! 

Die Kammern haben das Folgende angenommen und Wir sanktionieren es: 

TITEL I - Allgemeine Bestimmung 

Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz regelt eine in Artikel 77 der Verfassung erwähnte Angelegenheit. 

TITEL II - Strafvollstreckung 

Abänderung des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer Freiheitsstrafe verurteilten Personen und 

die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten Rechte 

Art. 2 - In Artikel 70 Absatz 1 des Gesetzes vom 17. Mai 2006 über die externe Rechtsstellung der zu einer 

Freiheitsstrafe verurteilten Personen und die dem Opfer im Rahmen der Strafvollstreckungsmodalitäten zuerkannten 

Rechte werden die Wörter ʺ″dessen vorläufige Festnahme anordnenʺ″ durch die Wörter ʺ″oder die Staatsanwaltschaft die 

vorläufige Festnahme des Verurteilten anordnenʺ″ ersetzt. 

Art. 3 - In Artikel 95/20 Absatz 2 desselben Gesetzes, eingefügt durch das Gesetz vom 26. April 2007, werden die 

Wörter ʺ″findet Anwendungʺ″ durch die Wörter ʺ″und Titel IX finden Anwendungʺ″ ersetzt. 

TITEL III - Untersuchungshaft unter elektronischer Überwachung 

KAPITEL I - Abänderung des Gesetzes vom 5. August 1992 über das Polizeiamt 

Art. 4 - Artikel 20 des Gesetzes vom 5. August 1992 über das Polizeiamt, abgeändert durch die Gesetze vom 

7. Dezember 1998 und 26. April 2007, wird wie folgt abgeändert: 

1. In Absatz 1 werden zwischen den Wörtern ʺ″freigelassenen Verurteilten sowieʺ″ und den Wörtern ʺ″die gemäß dem 

Gesetz über die Untersuchungshaftʺ″ die Wörter ʺ″die Beschuldigten, gegen die ein Haftbefehl erlassen worden ist, der 

durch eine Untersuchungshaft unter elektronischer Überwachung vollstreckt wird, oderʺ″ eingefügt. 

1. In Absatz 2 werden zwischen den Wörtern ʺ″freigelassenen Verurteilten sowieʺ″ und den Wörtern ʺ″den gemäß 

dem Gesetz über die Untersuchungshaftʺ″ die Wörter ʺ″den Beschuldigten, gegen die ein Haftbefehl erlassen worden ist, 

der durch eine Untersuchungshaft unter elektronischer Überwachung vollstreckt wird, oderʺ″ eingefügt. 

KAPITEL II - Inkrafttreten 

Art. 5 - Vorliegender Titel tritt an einem vom König zu bestimmenden Datum und spätestens am 1. Januar 2014 

in Kraft. 

Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem Staatssiegel versehen und durch das 

Belgische Staatsblatt veröffentlicht wird. 

Gegeben zu Châteauneuf-de-Grasse, den 27. Dezember 2012 

ALBERT 

Von Königs wegen: 



Mit dem Staatssiegel versehen: 

Für die Ministerin der Justiz, abwesend: 

Der Minister der Pensionen 

A. DE CROO 

* 


[C − 2013/00675] 

21 NOVEMBRE 2012. — Arrêté ministériel établissant la liste des 

revêtements de toitures pouvant être considérés commerépondant 

aux exigences de performance vis-à-vis d’un incendie extérieur. — 

Traduction allemande 


[C − 2013/00675] 

21 NOVEMBER 2012. — Ministerieel besluit tot vaststelling van de 

lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen 

ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de 

buitenzijde » te voldoen. — Duitse vertaling 

Le texte qui suit constitue la traduction en langue allemande de 

l’arrêté ministériel du 21 novembre 2012 établissant la liste des 

revêtements de toitures pouvant être considérés commerépondant aux 

exigences de performance vis-à-vis d’un incendie extérieur (Moniteur 

belge du 10 décembre 2012). 

De hierna volgende tekst is de Duitse vertaling van het ministerieel 

besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van 

dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien 

van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te 

voldoen (Belgisch Staatsblad van 10 december 2012). 




vertaling in Malmedy.


83197 


[C − 2013/00675] 

21. NOVEMBER 2012 — Ministerieller Erlass zur Festlegung der Liste der Bedachungen, von denen angenommen 

werden kann, dass sie den Anforderungen für das Merkmal «Verhalten bei einem Brand von außen» 

entsprechen — Deutsche Übersetzung 

Der folgende Text ist die deutsche Übersetzung des Ministeriellen Erlasses vom 21. November 2012 zur Festlegung 

der Liste der Bedachungen, von denen angenommen werden kann, dass sie den Anforderungen für das Merkmal 

«Verhalten bei einem Brand von außen» entsprechen. 

Diese Übersetzung ist von der Zentralen Dienststelle für Deutsche Übersetzungen in Malmedy erstellt worden. 


21. NOVEMBER 2012 — Ministerieller Erlass zur Festlegung der Liste der Bedachungen, von denen angenommen 

werden kann, dass sie den Anforderungen für das Merkmal «Verhalten bei einem Brand von außen» 

entsprechen 

Der Minister des Innern 

Aufgrund des Gesetzes vom 30. Juli 1979 über die Brand- und Explosionsverhütung sowie über die 

Haftpflichtversicherung in diesen Fällen, des Artikels 2, abgeändert durch das Gesetz vom 22. Dezember 2003; 

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 7. Juli 1994 zur Festlegung der bei Neubauten zu beachtenden 

Grundnormen zur Brand- und Explosionsverhütung, des Punkts 3bis3 von Anlage 1, eingefügt durch den Königlichen 

Erlass vom 12. Juli 2012; 

Aufgrund der Stellungnahme des Hohen Rates für Brand- und Explosionsschutz vom 15. März 2012; 

Aufgrund des Gutachtens Nr. 51.947/2/V des Staatsrates vom 5. September 2012, abgegeben in Anwendung von 

Artikel 84 § 1 Absatz 1 Nr. 1 der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat; 

In Erwägung der Entscheidung 2000/553/EG vom 6. September 2000 zur Durchführung der Richtlinie 

89/106/EWG des Rates hinsichtlich des Verhaltens von Bedachungen bei einem Brand von außen 

Erlässt: 

Artikel 1 - Von den in Artikel 2 aufgeführten Dachdeckungsprodukten und/oder —materialien kann ohne 

Prüfung angenommen werden, dass sie den Anforderungen für das Merkmal «Verhalten bei einem Brand von außen» 

entsprechen, sofern die Vorschriften für Entwurf und Ausführung von Bauwerken beachtet werden. 

Art. 2 - Mit «Dachdeckung» wird das Produkt bezeichnet, das die oberste Schicht der Dachkonstruktion bildet. 

Für die in nachstehender Tabelle aufgeführten Produkte/Materialien kann, sofern die Dachkonstruktion den Regeln 

der Technik entsprechend entworfen und ausgeführt wurde, ohne Prüfung angenommen werden, dass sie folgenden 

Leistungskriterien für das Verhalten bei einem Brand von außen entsprechen: Branddurchtritt durch das Dach, 

Brandausbreitung über die äußere Oberfläche, Brandausbreitung im Innern des Dachaufbaus, brennendes 

Abtropfen/Abfallen. Die in der nachstehenden Tabelle aufgeführten Dachdeckungsprodukte/-materialien müssen den 

einschlägigen technischen Spezifikationen (harmonisierte europäische Norm oder europäische technische Zulassung) 

entsprechen. 

Dachdeckungsprodukte/-materialien 

Decksteine aus Schiefer oder anderem Naturstein 

Dachsteine aus Stein, Beton, Ton oder Keramik, 

Dachplatten aus Stahl 

Faserzementdeckungen: 

- Ebene und profilierte Platten 

- Faserzement-Dachplatten 

Profilblech aus Aluminium, Aluminiumlegierung, Kupfer, 

Kupferlegierung, Zink, Zinklegierung, unbeschichtetem 

Stahl, nichtrostendem Stahl, verzinktem Stahl, 

beschichtetem Stahl oder emailliertem Stahl 

Ebenes Blech aus Aluminium, Aluminiumlegierung, Kupfer, 

Kupferlegierung, Zink, Zinklegierung, unbeschichtetem 

Stahl, nichtrostendem Stahl, verzinktem Stahl, 

beschichtetem Stahl oder emailliertem Stahl 

Besondere Voraussetzungen 

für die Konformitätsvermutung 

Entsprechen den Bestimmungen des Ministeriellen Erlasses 

vom 21. November 2012 zur Festlegung des Verzeichnisses 

von Bauprodukten, die in die Brandverhaltensklassen 

A1 und A1 FL einzustufen sind 




A1 und A1 FL einzustufen sind 

Außenliegende Beschichtungen müssen anorganisch 

sein oder müssen einen Brennwert PCS ≤ 4,0 MJ/m 2 

oder eine Masse ≤ 200 g/m 2 haben 




A1 und A1 FL einzustufen sind oder haben 

einen Brennwert PCS ≤ 3,0 MJ/kg 

Dicke > 0,4 mm 



oder eine Masse ≤ 200 g/m 2 haben 

Dicke > 0,4 mm 



oder eine Masse ≤ 200 g/m 2 haben


Dachdeckungsprodukte/-materialien 

Produkte, die im Normalfall voll bedeckt sind (von den 

rechts aufgeführten anorganischen Materialien) 

Besondere Voraussetzungen 

für die Konformitätsvermutung 

Lose Kiesschicht mit einer Mindestdicke von 50 mm 

oder eine Masse > 80 kg/m 2 (Mindestkorngröße 4mm, 

maximale Korngröße 32 mm) 

Sand-/Zementbelag mit einer Mindestdicke von 30 mm 

Betonwerksteine oder Mineralfaserplatten mit einer 

Mindestdicke von 40 mm 

Art. 3 - Vorliegender Erlass tritt am 1. Dezember 2012 in Kraft. 

Brüssel, den 21. November 2012 

Frau J. MILQUET 

* 

SERVICE PUBLIC FEDERAL FINANCES 

[C − 2013/03363] 

24 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal modifiant l’AR/CIR 92 en ce qui 

concerne l’exonération des prix et subsides payés ou attribués à des 

savants, des écrivains ou des artistes (1) 

PHILIPPE, Roi des Belges, 

A tous, présents et à venir, Salut. 

Vu le Code des impôts sur les revenus 1992, l’article 90, 2°, alinéa 2; 

Vu l’AR/CIR 92, l’article 53, modifié par les arrêtés royaux des 

13 décembre 1993, 28 mars 1994, 7 octobre 1994, 17 octobre 1996, 9 juin 

1999, 5 septembre 2001, 26 juin 2002, 10 mars 2003, 18 février 2004, 

28 février 2005, 15 septembre 2006, 9 avril 2007, 7 juin 2007, 17 juillet 

2012 et 11 février 2013 ; 

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 8 août 2013; 

Vu l’accord de Notre Ministre du Budget, donné le 16 octobre 2013; 

Vu les lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, 

l’article 3, § 1 er ; 

Vu l’urgence; 

Considérant : 

- que la liste des institutions agréées en vue de l’octroi de prix et 

subsides exonérés d’impôts doit être complétée par une nouvelle 

institution qui peut prétendre à l’agrément; 

- que ladite modification doit être apportée sans délai afin de 

déterminer le régime fiscal des prix et subsides payés ou attribués à 

partir du 1 er janvier 2012; 

- que cet arrêté doit donc être pris d’urgence; 

Sur la proposition du Ministre des Finances et de l’avis de Nos 

Ministres qui en ont délibéré en Conseil, 

Nous avons arrêté et arrêtons : 

Article 1 er . Dans l’article 53 de l’AR/CIR 92, modifié par les arrêtés 

royaux des 13 décembre 1993, 28 mars 1994, 7 octobre 1994, 17 octobre 

1996, 9 juin 1999, 5 septembre 2001, 26 juin 2002, 10 mars 2003, 

18 février 2004, 28 février 2005, 15 septembre 2006, 9 avril 2007, 

7 juin 2007, 17 juillet 2012 et 11 février 2013, le § 2 est complété par : 

ʺ″- l’ASBL Les Amis des Instituts Pasteurʺ″ 

ʺ″Prix Jules Bordetʺ″. 

pour ce qui concerne le 

Art. 2. Le présent arrêté est applicable aux prix et subsides payés ou 

attribués à partir du 1 er janvier 2012. 

Art. 3. Le ministre qui a les Finances dans ses attributions, est chargé 

de l’exécution du présent arrêté. 

Donné àBruxelles, le 24 octobre 2013. 

PHILIPPE 

Par le Roi : 

Le Ministre des Finances 

K. GEENS 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST FINANCIEN 

[C − 2013/03363] 


KB/WIB 92 op het stuk van de belastingvrijstelling van prijzen en 

subsidies, betaald of toegekend aan geleerden, schrijvers of 

kunstenaars (1) 

FILIP, Koning der Belgen, 

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet. 

Gelet op het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, artikel 90, 

2°, tweede lid; 

Gelet op het KB/WIB 92, artikel 53, gewijzigd bij de koninklijke 

besluiten van 13 december 1993, 28 maart 1994, 7 oktober 1994, 

17 oktober 1996, 9 juni 1999, 5 september 2001, 26 juni 2002, 

10 maart 2003, 18 februari 2004, 28 februari 2005, 15 september 2006, 

9 april 2007, 7 juni 2007, 17 juli 2012 en 11 februari 2013; 

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 

8 augustus 2013; 

Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 

16 oktober 2013; 

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 

12 januari 1973, artikel 3, § 1; 

Gelet op de dringende noodzakelijkheid; 

Overwegende : 

- dat de lijst van de instellingen, erkend voor het toekennen van 

belastingvrije prijzen en subsidies, moet worden aangevuld met een 

nieuwe instelling die op erkenning aanspraak kan maken; 

- dat deze wijziging zonder uitstel moet worden doorgevoerd teneinde 

het belastingstelsel te bepalen van de vanaf 1 januari 2012 

betaalde of toegekende prijzen en subsidies; 

- dit besluit dus dringend moet worden getroffen; 

Op de voordracht van de Minister van Financiën en op het advies 

van Onze in Raad vergaderde Ministers, 

Hebben Wij besloten en besluiten Wij : 

Artikel 1. In artikel 53 van het KB/WIB 92, gewijzigd bij de 

koninklijke besluiten van 13 december 1993, 28 maart 1994, 7 oktober 

1994, 17 oktober 1996, 9 juni 1999, 5 september 2001, 26 juni 2002, 

10 maart 2003, 18 februari 2004, 28 februari 2005, 15 september 2006, 

9 april 2007, 7 juni 2007, 17 juli 2012 en 11 februari 2013, wordt § 2 

aangevuld met : 

ʺ″- de VZW Les Amis des Instituts Pasteurʺ″ voor wat de ʺ″Prix Jules 

Bordetʺ″ betreft. 

Art. 2. Dit besluit is van toepassing op de prijzen en subsidies die 

met ingang van 1 januari 2012 zijn betaald of toegekend. 

Art. 3. De minister die bevoegd is voor Financiën, is belast met de 

uitvoering van dit besluit. 

Gegeven te Brussel, 24 oktober 2013. 

FILIP 

Van Koningswege : 

De Minister van Financiën, 

K. GEENS


83199 

(1) Références au Moniteur belge : 

Code des impôts sur les revenus 1992, coordonné par arrêté royal du 

10 avril 1992, Moniteur belge du 30 juillet 1992. 

AR/CIR 92 – Arrêté royal du 27 août 1993 d’exécution du Code des 

impôts sur les revenus 1992, Moniteur belge du 13 septembre 1993. 

Arrêté royal du 13 décembre 1993, Moniteur belge du 24 décembre 

1993. 

Arrêté royal du 28 mars 1994, Moniteur belge du 19 avril 1994. 

Arrêté royal du 7 octobre 1994, Moniteur belge du 25 octobre 1994. 

Arrêté royal du 17 octobre 1996, Moniteur belge du 21 novembre 1996. 

Arrêté royal du 9 juin 1999, Moniteur belge du 7 juillet 1999, Ed. 1. 

Arrêté royal du 5 septembre 2001, Moniteur belge du 28 septembre 

2001. 

Arrêté royal du 26 juin 2002, Moniteur belge du 5 juillet 2002. 

Arrêté royal du 10 mars 2003, Moniteur belge du 25 mars 2003. 

Arrêté royal du 18 février 2004, Moniteur belge du 1 er mars 2004. 

Arrêté royal du 28 février 2005, Moniteur belge du 8 mars 2005. 

Arrêté royal du 15 septembre 2006, Moniteur belge du 21 septembre 

2006. 

Arrêté royal du 9 avril 2007, Moniteur belge du 18 avril 2007. 

Arrêté royal du 7 juin 2007, Moniteur belge du 13 juin 2007, 

err. 19 juin 2007. 

Arrêté royal du 17 juillet 2012, Moniteur belge du 30 juillet 2012, 

Ed. 1. 

Arrêté royal du 11 février 2013, Moniteur belge du 21 février 2013, 

Ed. 2. 

Lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées par arrêté royal du 12 janvier 

1973, Moniteur belge du 21 mars 1973. 

Loi du 4 juillet 1989, Moniteur belge du 25 juillet 1989. 

Loi du 4 août 1996, Moniteur belge du 20 août 1996, err. 8 octobre 1996. 

* 

(1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : 

Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, gecoördineerd bij 

koninklijk besluit van 10 april 1992, Belgisch Staatsblad van 30 juli 1992. 

KB/WIB 92 – Koninklijk besluit van 27 augustus 1993 tot uitvoering 

van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, Belgisch Staatsblad 

van 13 september 1993. 

Koninklijk besluit van 13 december 1993, Belgisch Staatsblad van 

24 december 1993. 

Koninklijk besluit van 28 maart 1994, Belgisch Staatsblad van 

19 april 1994. 

Koninklijk besluit van 7 oktober 1994, Belgisch Staatsblad van 

25 oktober 1994. 

Koninklijk besluit van 17 oktober 1996, Belgisch Staatsblad van 

21 november 1996. 

Koninklijk besluit van 9 juni 1999, Belgisch Staatsblad van 7 juli 1999, 

Ed. 1 

Koninklijk besluit van 5 september 2001, Belgisch Staatsblad van 

28 september 2001. 

Koninklijk besluit van 26 juni 2002, Belgisch Staatsblad van 5 juli 2002. 

Koninklijk besluit van 10 maart 2003, Belgisch Staatsblad van 

25 maart 2003. 

Koninklijk besluit van 18 februari 2004, Belgisch Staatsblad van 

1 maart 2004. 


8 maart 2005. 

Koninklijk besluit van 15 september 2006, Belgisch Staatsblad van 


Koninklijk besluit van 9 april 2007, Belgisch Staatsblad van 18 april 2007. 

Koninklijk besluit van 7 juni 2007, Belgisch Staatsblad van 13 juni 2007, 

err. 19 juni 2007. 

Koninklijk besluit van 17 juli 2012, Belgisch Staatsblad van 30 juli 2012, 

Ed. 1. 


21 februari 2013, Ed. 2. 

Wetten op de Raad van State, gecoördineerd bij koninklijk besluit van 

12 januari 1973, Belgisch Staatsblad van 21 maart 1973. 

Wet van 4 juli 1989, Belgisch Staatsblad van 25 juli 1989. 

Wet van 4 augustus 1996, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1996, 

err. 8 oktober 1996. 


[C − 2013/03344] 

28 OCTOBRE 2013. — Arrêté ministériel portant désignation, au sein 

du Service public fédéral Finances, des supérieurs hiérarchiques 

compétents pour formuler une proposition provisoire de peine 

disciplinaire 


[C − 2013/03344] 

28 OKTOBER 2013. — Ministerieel besluit tot aanwijzing, bij de 

Federale Overheidsdienst Financiën, van de hiërarchische meerderen 

die bevoegd zijn om een voorlopig voorstel van tuchtstraf te 

formuleren 

Le Premier Ministre, 

Le Ministre des Finances, 

Le Secrétaire d’Etat à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale, 

De Eerste Minister, 


De Staatssecretaris voor de Bestrijding van de sociale en de 

fiscale fraude, 

Vu l’arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de 

l’Etat, l’article 78, § 5, remplacé par l’arrêté royal du 31 mars 1995; 

Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het 

statuut van het Rijkspersoneel, artikel 78, § 5, vervangen bij het 

koninklijk besluit van 31 maart 1995; 

Vu l’arrêté ministériel du 17 décembre 2012 portant désignation des 

supérieurs hiérarchiques compétents pour formuler une proposition 

provisoire de peine disciplinaire; 

Gelet op het ministerieel besluit van 17 december 2012 tot aanwijzing 

van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig 

voorstel van tuchtstraf te formuleren; 

Vu le protocole de négociation n° C.D. 337/D/82/1 du Comité de 

Secteur II – Finances, conclu le 25 juin 2013; 

Gelet op het protocol van onderhandelingen nr. C.D. 337/D/82/1 

van het Sectorcomité II – Financiën, gesloten op 25 juni 2013; 

Vu l’avis 53.917/2/V du Conseil d’Etat, donné le 21 août 2013, en 

application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1°, des lois sur le Conseil 

d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; 

Gelet op het advies 53.917/2/V van de Raad van State, gegeven op 

21 augustus 2013, in toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de 

wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;


Considérant que les membres du personnel des services opérationnels 

et des services autres qu’opérationnels du Service public fédéral 

Finances sont intégrés dans une nouvelle structure organisationnelle, 

Arrêtent : 

Article 1 er . Pour l’application du présent arrêté, l’on entend par : 

1° règlement organique : l’arrêté royal du 19 juillet 2013 fixant le 

règlement organique du Service public fédéral Finances ainsi que les 

dispositions particulières applicables aux agents statutaires; 

2° entité : les services mentionnés aux articles 3, 10, 12 et 13/1 du 

règlement organique et le service Fedorest, service administratif à 

comptabilité autonome; 

3° affectés : soit nommés, soit désignés pour un service ou mutés au 

sens de l’article 49 de l’arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut 

des agents de l’Etat. 

Art. 2. La proposition provisoire de peine disciplinaire à l’encontre 

des titulaires d’une fonction de management et des titulaires d’une 

fonction d’encadrement repris dans la colonne 1 du tableau ci-après est 

formulée par le titulaire de la fonction repris dans la colonne 2 : 

Overwegende dat de personeelsleden van de operationele diensten 

en de diensten andere dan operationele van de Federale Overheidsdienst 

Financiën geïntegreerd worden in een nieuwe organisatiestructuur, 

Besluiten : 

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden 

verstaan onder : 

1° organiek reglement : het koninklijk besluit van 19 juli 2013 tot 

vaststelling van het organiek reglement van de Federale Overheidsdienst 

Financiën en van de bijzondere bepalingen die van toepassing 

zijn op het statutair personeel; 

2° entiteit : de diensten vermeld in de artikelen 3, 10, 12 en 13/1 van 

het organiek reglement en de dienst Fedorest, administratieve dienst 

met boekhoudkundige autonomie; 

3° geaffecteerd : hetzij benoemd, hetzij aangewezen voor een dienst 

of gemuteerd in de zin van artikel 49 van het koninklijk besluit van 

2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel. 

Art. 2. Het voorlopig voorstel van tuchtstraf tegen de houders van 

een managementfunctie en de houders van een staffunctie vermeld in 

kolom 1 van de hiernavolgende tabel, wordt geformuleerd door de 

houder van de functie vermeld in kolom 2 : 

Kolom 1/Colonne 1 Kolom 2/Colonne 2 

De houders van een managementfunctie 

- 1 of -2 

Les titulaires d’une fonction de management - 1 ou -2 

De houders van een staffunctie -1 of -2 

Les titulaires d’une fonction d’encadrement 

- 1 ou -2 

De Voorzitter van het directiecomité 

Le Président du comité de direction 



Art. 3. La proposition provisoire de peine disciplinaire à l’encontre : 

1° des agents des services opérationnels mentionnés à l’article 3 du 

règlement organique; 

2° des agents des services autres qu’opérationnels mentionnés aux 

articles 10, 12 et 13/1 du règlement organique; 

3° des agents de FEDOREST, 

repris dans la colonne 1 du tableau ci-après est formulée par le 

membre du personnel repris dans la colonne 2 : 

Art. 3. Het voorlopig voorstel van tuchtstraf tegen : 

1° de ambtenaren van de operationele diensten vermeld in artikel 3 

van het organiek reglement; 

2° de ambtenaren van de diensten andere dan operationele vermeld 

in de artikelen 10, 12 en 13/1 van het organiek reglement; 

3° de ambtenaren van FEDOREST, 

vermeld in kolom 1 van de hiernavolgende tabel, wordt geformuleerd 

door het personeelslid vermeld in kolom 2 : 

Ambtenaren behorend tot de klasse A4 of A5 


De houder van de managementfunctie of de staffunctie die zich in de 

structuur van de entiteit waar de betrokken ambtenaar is geaffecteerd, 

hiërarchisch de plaats bekleedt welke het dichtst bij die van de 

betrokken ambtenaar staat, in voorkomend geval de Voorzitter van 

het directiecomité. 

Les agents appartenant à la classe A4 ou A5 

Ambtenaren behorend tot de klasse A3, A2 of A1 

Les agents appartenant à la classe A3, A2 ou A1 

Ambtenaren behorend tot het niveau B, C of D 

Les agents appartenant au niveau B, C ou D 

Le titulaire de la fonction de management ou de la fonction 

d’encadrement qui, dans la structure de l’entité où l’agent concerné 

est affecté, occupe hiérarchiquement la place la plus proche de l’agent 

concerné, le cas échéant le Président du comité de direction. 

De ambtenaar behorend tot de klasse A4 die in de structuur van de 

entiteit waar de betrokken ambtenaar is geaffecteerd, hiërarchisch de 

plaats bekleedt welke het dichtst bij die van de betrokken ambtenaar 

staat. 

L’agent appartenant à la classe A4 qui, dans la structure de l’entité où 

l’agent concerné est affecté, occupe hiérarchiquement la place la plus 

proche de l’agent concerné. 

De ambtenaar behorend tot de klasse A3 die in de structuur van de 

entiteit waar de betrokken ambtenaar is geaffecteerd, hiërarchisch de 

plaats bekleedt welke het dichtst bij die van de betrokken ambtenaar 

staat. 

L’agent appartenant à la classe A3 qui, dans la structure de l’entité où 

l’agent concerné est affecté, occupe hiérarchiquement la place la plus 

proche de l’agent concerné.


83201 


des agents du Secteur des Hypothèques mentionné àl’article 9 du 

règlement organique, repris dans la colonne 1 du tableau ci-après est 

formulée par le membre du personnel repris dans la colonne 2 : 

Art. 4. Het voorlopig voorstel van tuchtstraf tegen de ambtenaren 

van de Sector Hypotheken bedoeld in artikel 9 van het organiek 

reglement, vermeld in kolom 1 van de hiernavolgende tabel, wordt 

geformuleerd door het personeelslid vermeld in kolom 2 : 

Ambtenaren behorend tot het niveau B, C of D 


De hypotheekbewaarder waarvan zij hiërarchisch afhangen 

Les agents appartenant au niveau B, C ou D 

Le conservateur des hypothèques dont ils dépendent hiérarchiquement 


des agents des services autonomes au niveau du Président du comité de 

direction mentionnés à l’article 13 du règlement organique, repris dans 

la colonne 1 du tableau ci-après est formulée par le membre du 

personnel repris dans la colonne 2 : 

Art. 5. Het voorlopig voorstel van tuchtstraf tegen de ambtenaren 

van de autonome diensten op het niveau van de Voorzitter van het 

directiecomité bedoeld in artikel 13 van het organiek reglement, 

vermeld in kolom 1 van de hiernavolgende tabel, wordt geformuleerd 

door het personeelslid vermeld in kolom 2 : 


De Voorzitters van de colleges van de autonome diensten op het 

niveau van de Voorzitter van het directiecomité 


Les Présidents des collèges des services autonomes au niveau du 

Président du comité de direction 

De andere leden van de colleges en de ambtenaren van de autonome 

diensten op het niveau van de Voorzitter van het directiecomité. 

Les autres membres des collèges et les agents des services autonomes 

au niveau du Président du comité de direction 


De Voorzitter van het college van de autonome dienst waar de 

betrokkene deel van uitmaakt 

Le Président du collège du service autonome dans lequel l’intéressé 

est occupé 

Art. 6. Sans préjudice de l’article 7, en cas d’empêchement ou 

d’absence du membre du personnel qui en vertu des articles 2 à 5 est 

compétent pour formuler la proposition provisoire et pour autant que 

personne n’ait été désigné temporairement de manière formelle en tant 

que dirigeant de l’agent faisant l’objet d’une procédure disciplinaire, la 

proposition provisoire de peine disciplinaire est formulée par le 

titulaire d’une fonction de management ou d’une fonction d’encadrement 

ou par un agent appartenant à la même classe ou à une classe 

supérieure à celle reprise dans la colonne 2 des articles précités, qui 

dans la structure organisationnelle occupe dans l’ordre croissant de la 

hiérarchie la place la plus proche de l’agent qui fait l’objet d’une 

procédure disciplinaire. 

Art. 6. Onverminderd artikel 7, wordt bij ontstentenis of afwezigheid 

van het personeelslid dat krachtens de artikelen 2 tot 5 bevoegd is 

voor het formuleren van het voorlopig voorstel en mits er niemand 

formeel tijdelijk werd aangesteld als leidinggevende van de ambtenaar 

die het voorwerp uitmaakt van een tuchtprocedure, het voorlopig 

voorstel van tuchtstraf geformuleerd door de houder van een 

management- of staffunctie of een ambtenaar behorend tot dezelfde of 

een hogere klasse dan deze bedoeld in kolom 2 van genoemde 

artikelen, die in de organisatiestructuur in de opklimmende orde van 

de hiërarchie de plaats bekleedt welke het dichtst staat bij de ambtenaar 

die het voorwerp uitmaakt van een tuchtprocedure. 

Pour l’application de l’alinéa 1 er , un agent ou un titulaire de mandat 

a les compétences disciplinaires qui reviennent au titulaire de la 

fonction de management ou de la fonction d’encadrement ou à l’agent 

dont il dirige temporairement les services. 

Voor de toepassing van het eerste lid heeft een ambtenaar of een 

mandaathouder de tuchtrechtelijke bevoegdheden die toekomen aan 

de titularis van de managementfunctie of staffunctie of van de 

ambtenaar wiens diensten hij tijdelijk leidt. 

Art. 7. Si un supérieur hiérarchique visé aux articles 2 à 6 ne possède 

pas, conformément aux lois coordonnées sur l’emploi des langues en 

matière administrative, la connaissance linguistique légalement requise, 

la proposition provisoire de peine disciplinaire est formulée par le 

titulaire d’une fonction de management ou d’une fonction d’encadrement 

ou par un agent appartenant à la même classe ou à une classe 

supérieure à celle reprise dans la colonne 2 des articles précités, qui 

possède la connaissance linguistique légalement requise et qui dans la 

structure organisationnelle occupe dans l’ordre croissant de la hiérarchie 

la place la plus proche de l’agent qui fait l’objet d’une procédure 

disciplinaire. 

Art. 7. Indien een hiërarchische meerdere bedoeld in de artikelen 2 

tot 6, overeenkomstig de gecoördineerde wetten op het gebruik van de 

talen in bestuurszaken, niet over de vereiste wettelijke taalkennis 

beschikt wordt het voorlopig voorstel van tuchtstraf geformuleerd door 

de houder van een management- of een staffunctie of de ambtenaar 

behorend tot dezelfde of een hogere klasse dan deze bedoeld in kolom 2 

van genoemde artikelen, die over de vereiste wettelijke taalkennis 

beschikt en die in de organisatiestructuur in de opklimmende orde van 

de hiërarchie de plaats bekleedt welke het dichtst staat bij de ambtenaar 

die het voorwerp uitmaakt van een tuchtprocedure. 

Lorsque personne ne possède la connaissance linguistique légalement 

requise dans la ligne hiérarchique, un agent ou un titulaire d’une 

fonction de management ou d’une fonction d’encadrement qui possède 

la connaissance linguistique légalement requise et qui sera chargé de 

formuler une éventuelle proposition provisoire de peine disciplinaire 

est alors désigné par décision ministérielle individuelle. 

Wanneer in de hiërarchische lijn niemand over de vereiste wettelijke 

taalkennis beschikt, wordt, bij een individuele ministeriële beslissing, 

een ambtenaar of een houder van een managementfunctie of een 

staffunctie aangewezen die over de vereiste wettelijke taalkennis 

beschikt en belast met het formuleren van een eventueel voorlopig 

voorstel van tuchtstraf. 

Art. 8. L’arrêté ministériel du 17 décembre 2012 portant désignation 

des supérieurs hiérarchiques compétents pour formuler une proposition 

provisoire de peine disciplinaire est abrogé. 

Art. 8. Het ministerieel besluit van 17 december 2012 tot aanwijzing 

van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn om een voorlopig 

voorstel van tuchtstraf te formuleren, wordt opgeheven.


Art. 9. Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du mois 

qui suit celui de sa publication au Moniteur belge. 

Bruxelles, le 28 octobre 2013. 

Le Premier Ministre, 

E. Di Rupo 


K. GEENS 

Le Secrétaire d’Etat à la Lutte contre la fraude sociale et fiscale, 

J. CROMBEZ 

Art. 9. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de maand 

na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad. 

Brussel, 28 oktober 2013. 

* 

De Eerste Minister, 

E. Di Rupo 


K. GEENS 

De Staatssecretaris voor de Bestrijding 

van de sociale en de fiscale fraude, 

J. CROMBEZ 

SERVICE PUBLIC FEDERAL MOBILITE ET TRANSPORTS 

[C − 2013/14640] 

4 OCTOBRE 2013. — Arrêté ministériel sur la désignation des 

aérodromes douaniers tels que définis dans l’article 45 de l’arrêté 

royal du 15 mars 1954 réglementant la navigation aérienne 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST MOBILITEIT EN VERVOER 

[C − 2013/14640] 

4 OKTOBER 2013. — Ministerieel besluit tot aanwijzing van 

douaneluchtvaartterreinen zoals bedoeld in artikel 45 van het 

koninklijk besluit van 15 maart 1954 tot regeling der luchtvaart 

La Ministre de l’Intérieur et de l’Egalité des chances, le 

Ministre des Finances et le Secrétaire d’État à la Mobilité, 

De Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, de 

Minister van Financiën en de Staatssecretaris voor Mobiliteit, 

Vu la loi du 27 juin 1937 portant révision de la loi du 16 novembre 

1919 relative à la réglementation de la navigation aérienne; 

Gelet op de wet van 27 juni 1937 houdende herziening van de wet 

van 16 november 1919 betreffende de regeling der luchtvaart; 

Vu la loi du 18 juillet 1977 sur les douanes et accises, les articles 8 

et 167; 

Gelet op de wet van 18 juli 1977 inzake douane en accijnzen, 

artikelen 8 en 167; 

Vu l’arrêté royal du 15 mars 1954 réglementant la navigation 

aérienne, l’article 45, modifié par l’arrêté royal du 30 avril 1964; 

Gelet op het koninklijk besluit van 15 maart 1954, tot regeling der 

luchtvaart, artikel 45, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 30 april 1964; 

Vu l’arrêté ministériel du 14 avril 1977 portant désignation des 

aérodromes douaniers; 

Gelet op het ministerieel besluit van 14 april 1977 houdende 

aanwijzing van de douaneluchtvaartterreinen; 

Vu l’association des gouvernements de région à l’élaboration du 

présent arrêté; 

Gelet op de omstandigheid dat de gewestregeringen bij het ontwerpen 

van dit besluit betrokken zijn; 

Vu l’avis n° 54.474/4 du Conseil d’Etat, donné le 26 juin 2013, en 


d’Etat coordonnées le 12 janvier 1973; 

Gelet op advies nr. 54.474/4 van de Raad van State, gegeven op 

26 juni 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de 

wetten op de Raad van State gecoördineerde op 12 januari 1973; 

Considérant la disposition b) de l’article 190 du Règlement (CEE) 

n° 2454/93 de la Commission du 2 juillet 1993 fixant certaines 

dispositions d’application du Règlement (CEE) n° 2913/92 du Conseil 

établissant le code des douanes communautaires, 

Arrêtent : 

Article 1 er . Les aérodromes douaniers suivants sont désignés 

comme aérodromes douaniers pour le trafic des marchandises et 

des voyageurs : Anvers; Bruxelles-National; Charleroi-Bruxelles Sud; 

Liège-Bierset; Ostende-Bruges et Courtrai-Wevelgem. 

Art. 2. L’arrêté ministériel du 14 avril 1977 portant désignation des 

aérodromes douaniers est abrogé. 

Art. 3. Cet arrêté entre en vigueur le premier jour du deuxième mois 

qui suit celui de sa publication au Moniteur belge. 


La Ministre de l’Intérieur et de l’Egalité des Chances, 

Mme J. MILQUET 


K. GEENS 

Le Secrétaire d’Etat à la Mobilité, 

M. WATHELET 

Overwegende de bepaling onder b) van artikel 190 van de Verordening 

(EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende 

vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening 

(EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair 

douanewetboek, 

Besluiten : 

Artikel 1. De hiernavolgende openbare luchtvaartterreinen worden 

als douaneluchtvaartterreinen aangewezen voor goederen- en reizigersverkeer 

: Antwerpen; Brussel-Nationaal; Charleroi-Brussel Zuid; Luik- 

Bierset; Oostende-Brugge en Kortrijk-Wevelgem. 

Art. 2. Het ministerieel besluit van 14 april 1977 houdende aanwijzing 

van de douaneluchtvaartterreinen wordt opgeheven. 

Art. 3. Dit besluit treedt in werking op de eerste dag van de tweede 

maand na die waarin het in het Belgische Staatsblad is bekendgemaakt. 


De Minister van Binnenlandse Zaken en Gelijke Kansen, 

Mevr. J. MILQUET 


K. GEENS 

De Staatssecretaris voor Mobiliteit, 

M. WATHELET


83203 


[C − 2013/14645] 


au personnel de sécurité. — Addendum 

Au Moniteur belge du 22 octobre 2013, à la page 74954, il y a lieu de 

publier, après le rapport au Roi, l’avis du Conseil d’Etat. 

Avis 52.881/4 du 11 mars 2013 du Conseil d’État, section de 

législation sur un projet d’arrêté royal ‘déterminant les exigences 

applicables au personnel de sécurité’ 

Le 12 février 2013 , le Conseil d’État, section de législation, a été invité 

par le Secrétaire d’État à la Mobilité, adjoint à la Ministre de l’Intérieur 

à communiquer un avis, dans un délai de trente jours, sur un projet 

d’arrêté royal ‘déterminant les exigences applicables au personnel de 

sécurité’. 

Le projet a été examiné par la quatrième chambre le 11 mars 2013. La 

chambre était composée de Pierre Liénardy, président de chambre, 

Jacques Jaumotte et Bernard Blero , conseillers d’État, Yves De Cordt et 

Christian Behrendt, assesseurs, et Colette Gigot, greffier. 

Le rapport a été présenté par Yves Chauffoureaux, auditeur. 

La concordance entre la version française et la version néerlandaise a 

été vérifiée sous le contrôle de Pierre Liénardy. 

L’avis, dont le texte suit, a été donné le 11 mars 2013. 

Comme la demande d’avis est introduite sur la base de l’article 84, 

§ 1 er , alinéa 1 er ,1° , des lois coordonnées sur le Conseil d’État, tel qu’il 

est remplacé par la loi du 2 avril 2003, la section de législation limite son 

examen au fondement juridique du projet , à la compétence de l’auteur 

de l’acte ainsi qu’à l’accomplissement des formalités préalables, 

conformément à l’article 84, § 3, des lois coordonnées précitées. 

Sur ces trois points, le projet appelle les observations suivantes. 

Formalités préalables 

1. Le projet examiné doit être soumis à la procédure d’association des 

trois gouvernements de région, conformément à l’article 6, § 4, 3°, de la 

loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles. 

Ne figurent toutefois dans le dossier joint à la demande d’avis que les 

copies des lettres adressées aux différents gouvernements de région et 

datées, tout comme la demande d’avis, du 5 février 2013. 

Il revient par conséquent à l’auteur du projet de veiller à l’accomplissement 

complet de cette formalité préalable. 

2. Le projet relève de la notion de « règles de sécurité qui constituent 

le cadre réglementaire national de sécurité», au sens de l’article 6, § 1 er , 

3°, de la loi du 19 décembre 2006 ‘relative à la sécurité d’exploitation 

ferroviaire’. 

Il revient à l’auteur du projet de vérifier, sur la base des critères 

définis à l’article 7, § 1 er , de la loi du 19 décembre 2006, si le projet ne 

doit pas être soumis aux procédures de consultation et de notification 

préalable prévues aux paragraphes 2 et 3 du même article. 

Examen du projet 

Intitulé 

L’intitulé gagnerait àêtre complété pour préciser qu’il s’applique à 

l’exploitation du transport ferroviaire. 

L’intitulé suivant est proposé : 

« Arrêté royal déterminant les exigences applicables au personnel de 

sécurité des utilisateurs de l’infrastructure ferroviaire ». 

Préambule 

1. L’alinéa 1 er du préambule est consacré au visa des différentes 

dispositions de la loi du 19 décembre 2006 procurant un fondement 

légal du projet. Cette présentation du fondement légal du projet doit 

être complète et précise. 


[C − 2013/14645] 

9 JULI 2013. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de vereisten 

van toepassing op het veiligheidspersoneel. — Addendum 

In het Belgisch Staatsblad van 22 oktober 2013, op bladzijde 74954, 

dient, na het verslag aan de Koning, het advies van de Raad van State 

te worden gepubliceerd. 

Advies 52.881/4 van 11 maart 2013 van de Raad van State, afdeling 

Wetgeving, over een ontwerp van koninklijk besluit ‘tot bepaling van 

de vereisten van toepassing op het veiligheidspersoneel’ 

Op 12 februari 2013 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door 

de Staatssecretaris voor Mobiliteit, toegevoegd aan de Minister van 

Binnenlandse Zaken verzocht binnen een termijn van dertig dagen een 

advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit ‘tot 

bepaling van de vereisten van toepassing op het veiligheidspersoneel’. 

Het ontwerp is door de vierde kamer onderzocht op 11 maart 2013. 

De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, 

Jacques Jaumotte en Bernard Blero, staatsraden, Yves De Cordt en 

Christian Behrendt, assessoren, en Colette Gigot griffier. 

Het verslag is uitgebracht door Yves Chauffoureaux, auditeur. 

De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst van 

het advies is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy. 

Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 11 maart 2013. 

Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, 

§ 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, 

zoals het is vervangen bij de wet van 2 april 2003, beperkt de afdeling 

Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde 

gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het 

ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te 

vervullen voorafgaande vormvereisten. 

Wat deze drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de 

volgende opmerkingen. 

Voorafgaande vormvereisten 

1. Overeenkomstig artikel 6, § 4, 3°, van de bijzondere wet van 

8 augustus 1980 ‘tot hervorming der instellingen’ moeten de drie 

gewestregeringen worden betrokken bij het uitwerken van het voorliggende 

ontwerp. 

In het dossier dat bij de adviesaanvraag is gevoegd, bevinden zich 

evenwel slechts de afschriften van de brieven die aan de verschillende 

gewestregeringen zijn overgezonden en die net zoals de adviesaanvraag 

5 februari 2013 zijn gedateerd. 

De steller van het ontwerp moet er derhalve voor zorgen dat dit 

voorafgaand vormvereiste volledig wordt vervuld. 

2. Het ontwerp valt onder het begrip “veiligheidsvoorschriften die 

het regelgevend kader van de nationale veiligheidsvoorschriften vormen”, 

in de zin van artikel 6, § 1, 3°, van de wet van 19 december 2006 

‘betreffende de exploitatieveiligheid van de spoorwegen’. 

De steller van het ontwerp moet op basis van de criteria die in 

artikel 7, § 1, van de wet van 19 december 2006 zijn vastgesteld, nagaan 

of op het ontwerp niet de procedures van raadpleging en van 

voorafgaande kennisgeving, waarin in de paragrafen 2 en 3 van 

hetzelfde artikel wordt voorzien, moeten worden toegepast. 

Onderzoek van het ontwerp 

Opschrift 

Het opschrift zou beter worden aangevuld teneinde aan te geven dat 

het van toepassing is op de exploitatie van het treinverkeer. 

Het volgende opschrift wordt voorgesteld : 

“Koninklijk besluit tot bepaling van de vereisten van toepassing op 

het veiligheidspersoneel van de gebruikers van de spoorweginfrastructuur”. 

Aanhef 

1. Het eerste lid van de aanhef bevat de verwijzing naar de 

verschillende bepalingen van de wet van 19 december 2006 die 

rechtsgrond opleveren voor het ontwerp. De rechtsgrond van het 

ontwerp moet vollediger en nauwkeuriger worden aangegeven.


Pour ce qui concerne l’article 6, de la loi du 19 décembre 2006, il 

convient d’y mentionner que l’article 6, § 2, alinéa 3, a été remplacé, et 

non modifié, par la loi du 26 janvier 2010. Il est, en outre, inutile d’y 

reprendre l’intitulé de cette loi modificative. 

2. Le projet ayant notamment pour objet de déterminer les exigences 

complémentaires applicables au personnel de sécurité qui assure la 

circulation des véhicules à caractère patrimonial (articles 34 à 38, 

formant la section 3 du chapitre 3 du projet), il y a également lieu de 

viser, au titre de fondement légal, l’article 6, § 2, 5°, de la loi du 

19 décembre 2006, remplacé par la loi du 26 janvier 2010. 

3. Pour ce qui concerne l’article 37/27 de la loi du 19 décembre 2006, 

il convient de préciser que cet article a été inséré par la loi du 

26 janvier 2010. 

Comme en a convenu la fonctionnaire déléguée, il convient également 

de viser en lieu et place de l’article 37/27, paragraphe 1 er ,3°bis et 

5°, l’article 37/27, paragraphe 5, 3° et 4°. 

Dispositif 

Article 15 

L’article 15, § 1 er , du projet est consacré à l’énumération des 

différentes catégories de licences (nationales) de conducteur de train. La 

catégorie A4 concerne la catégorie « conducteur de raccordé » 

(« bestuurder van een spooraansluiting »). 

De l’accord de la fonctionnaire déléguée, les termes « raccordement 

privé »(« private spooraansluiting ») remplaceront adéquatement le 

terme « raccordé »(1). 

Cette observation vaut également pour le modèle de licence figurant 

à l’annexe 1.4 du projet. 

Article 39 

1. L’article 39, § 1 er , alinéa 3, du projet, dispose : 

« Le GI en réfère immédiatement, et au plus tard le jour ouvrable 

suivant, à l’autorité de sécurité ». 

Cette disposition constituant un rappel de la norme figurant déjà à 

l’article 27, § 1 er , de la loi du 4 décembre 2006 ‘relative à l’utilisation de 

l’infrastructure ferroviaire’, il convient, pour éviter toute méprise sur sa 

portée, de la compléter par les mots « conformément à l’article 27, § 1 er , 

de la loi du 4 décembre 2006 relative à l’utilisation de l’infrastructure 

ferroviaire ». 

2. L’article 39, § 3, du projet, dispose : 

« § 3. Le personnel de sécurité qui fait l’objet d’une suspension 

préventive est soumis à un contrôle du taux d’alcoolémie ». 

Une suspension préventive peut intervenir dans des hypothèses 

totalement étrangères à un soupçon d’imprégnation alcoolique de 

l’agent concerné. Il est donc excessif de prévoir que le membre du 

personnel de sécurité suspendu préventivement est, dans tous les cas, 

soumis à un contrôle du taux d’alcoolémie. Il convient dès lors de 

remplacer les mots « est soumis » par les mots « peut être soumis ». 

Annexes 

1. De l’accord de la fonctionnaire déléguée, le point 3 de l’annexe 1 du 

projet sera omis. 

2. Les modèles d’attestation de connaissance de ligne et d’attestation 

de connaissance de matériel, figurant aux points 5 et 6 (devenant les 

points 4 et 5) de l’annexe 1 du projet, se réfèrent à un « Livret du Service 

des Trains – Tome III ». 

Il convient d’y mentionner la référence réglementaire précise de ce 

document, ou, à défaut, d’en donner la définition dans le dispositif du 

projet. 

3. L’observation qui précède vaut également pour le modèle d’attestation 

de connaissances professionnelles figurant à l’annexe 2, point 4, 

du projet, qui mentionne en note (2) « Appellations reprises au Tome III 

LST ». 

Le greffier, 

Colette Gigot 

Le président, 

Pierre Liénardy 

Voor wat artikel 6 van de wet van 19 december 2006 betreft, moet 

worden vermeld dat artikel 6, § 2, derde lid, is vervangen, en niet 

gewijzigd, bij de wet van 26 januari 2010. Het is daarenboven onnodig 

daar het opschrift van deze wijzigingswet over te nemen. 

2. Aangezien het ontwerp er onder andere toe strekt de bijkomende 

vereisten vast te stellen die van toepassing zijn op het veiligheidspersoneel 

dat met de toeristische spoorwegritten met historische voertuigen 

is belast (artikelen 34 tot 38, die afdeling 3 van hoofdstuk 3 van het 

ontwerp vormen), moet ook artikel 6, § 2, 5°, van de wet van 

19 december 2006, vervangen bij de wet van 26 januari 2010, als 

rechtsgrond worden vermeld. 

3. Voor wat artikel 37/27 van de wet van 19 december 2006 betreft, 

moet worden aangegeven dat dit artikel is ingevoegd bij de wet van 

26 januari 2010. 

Zoals de gemachtigde ambtenaar heeft beaamd, moet ook worden 

verwezen naar artikel 37/27, § 5, 3° en 4°, in plaats van naar 

artikel 37/27, § 1, 3bis en 5°. 

Dispositief 

Artikel 15 

Artikel 15, § 1, van het ontwerp bevat een opsomming van de 

verschillende categorieën (nationale) vergunningen van treinbestuurder. 

Categorie A4 betreft de categorie “bestuurder van een spooraansluiting” 

(“conducteur de raccordé”). 

De gemachtigde ambtenaar is het ermee eens dat de term “spooraansluiting” 

beter zou worden vervangen door de woorden “private 

spooraansluiting” (“raccordement privé”) (1). 

Deze opmerking geldt ook voor het model van vergunning dat in 

bijlage 1.4 van het ontwerp is opgenomen. 

Artikel 39 

1. Artikel 39, § 1, derde lid, van het ontwerp luidt als volgt : 

“De IB meldt dit onmiddellijk en uiterlijk de volgende werkdag aan 

de veiligheidsinstantie.” 

Aangezien deze bepaling een herhaling is van de regel die reeds in 

artikel 27, § 1, van de wet van 4 december 2006 ‘betreffende het gebruik 

van de spoorweginfrastructuur’ is vervat, moet ze, teneinde elke 

misvatting betreffende haar strekking te voorkomen, worden aangevuld 

met de woorden “overeenkomstig artikel 27, § 1, van de wet van 

4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur”. 

2. Artikel 39, § 3, van het ontwerp luidt als volgt : 

“Het veiligheidspersoneelslid dat het voorwerp uitmaakt van een 

preventieve schorsing van de veiligheidsfuncties wordt onderworpen 

aan een alcoholtest”. 

Een preventieve schorsing kan voorkomen in gevallen die in het 

geheel niets te maken hebben met een vermoeden van een te groot 

alcoholpromillage van de betrokken werknemer. Het is dus overdreven 

te bepalen dat het lid van het veiligheidspersoneel dat preventief is 

geschorst, in alle gevallen een alcoholtest moet ondergaan. De woorden 

“wordt onderworpen” moeten dus worden vervangen door de woorden 

“kan worden onderworpen”. 

Bijlagen 

1. In overeenstemming met de gemachtigde ambtenaar moet punt 3 

van bijlage 1 van het ontwerp worden weggelaten. 

2. De modellen van attest van lijnkennis en van attest van materieelkennis 

die in de punten 5 en 6 (die de punten 4 en 5 worden) van 

bijlage 1 van het ontwerp zijn opgenomen, grijpen terug naar het “Boek 

van de Treindienst - Deel III”. 

Er moet nauwkeurig worden aangegeven naar welke regelgeving dit 

document verwijst, of anders moet het document in het dispositief van 

het ontwerp worden gedefinieerd. 

3. De voorgaande opmerking geldt tevens voor het model van attest 

van beroepskennis, opgenomen in bijlage 2, punt 4, van het ontwerp, 

dat in voetnoot (2) melding maakt van “In Deel III van het BVT 

opgenomen benamingen.” 

De griffier, 

Colette Gigot 

De voorzitter, 

Pierre Liénardy 

Note 

(1) Voir, dans l’avis 52.830/4, donné le 25 février 2013 sur un projet 

d’arrêté royal ‘portant adoption des exigences applicables au matériel 

roulant n’utilisant pas de sillons’ (observation particulière en ce sens 

formulée à propos de l’article 3). 

Nota 

(1) Zie advies 52.830/4, op 25 februari 2013, gegeven over een 

ontwerp van koninklijk besluit ‘tot aanneming van de van toepassing 

zijnde vereisten op het rollend materieel zonder het gebruik van 

rijpaden’ (bijzondere opmerking betreffende artikel 3 in die zin).


83205 


[C − 2013/14646] 


au personnel de sécurité. — Erratum 

Au Moniteur belge du 22 octobre 2013, à la page 75038, dans le 

considérant rédigé comme suit : « Considérant que cela signifie que les 

conducteurs de train possédant une licence nationale délivrée conformément 

aux dispositions de l’arrêté royal du 9 juin 2009 ont le droit de 

poursuivre leurs activités professionnelles pour une durée maximale de 

sept ans après l’établissement des registres visés aux articles précités; », 

les mots : « l’arrêté royal du 9 juin 2009 », doivent être lus comme suit : 

« l’arrêté ministériel du 9 juin 2009 ». 

Au Moniteur belge du 22 octobre 2013, à la page 75050, il y a lieu de 

publier, après la signature du Roi et de ses Ministres, les annexes audit 

arrêté royal. 


[C − 2013/14646] 

9 JULI 2013. — Koninklijk besluit tot vaststelling van de vereisten 

van toepassing op het veiligheidspersoneel. — Erratum 

In het Belgisch Staatsblad van 22 oktober 2013, op bladzijde 75038, in 

de zo geschreven overweging: « Overwegende dat dit betekent dat de 

treinbestuurders die over een nationale vergunning beschikken die 

werd afgeleverd overeenkomstig de bepalingen van het koninklijk 

besluit van 9 juni 2009, het recht hebben hun beroepsbezigheden voort 

te zetten voor een duur van ten hoogste zeven jaar na het aanleggen 

van de registers bedoeld in de bovenvermelde artikels; », moeten de 

woorden « het koninklijk besluit van 9 juni 2009 » worden gelezen als 

volgt: « het ministerieel besluit van 9 juni 2009 ». 

In het Belgisch Staatsblad van 22 oktober 2013, op bladzijde 75050, 

dienen, na de handtekening van de Koning en zijn Ministers, de 

bijlagen van dit koninklijk besluit gepubliceerd te worden. 

Annexe 1 re à l’arrêté royal du 9 juillet 2013 déterminant les exigences applicables au personnel de sécurité 

ANNEXE 1 re :CONDUCTEUR 

SOMMAIRE 

1 CRITERES MEDICAUX ET PSYCHOLOGIQUES 

2COMPETENCESAACQUERIR 

3LICENCEDECONDUCTEUR 

4 ATTESTATION DE CONNAISSANCE DE LIGNE 

5 ATTESTATION DE CONNAISSANCE DU MATERIEL 


1.1 Avant affectation 

a. Contenu minimal de l’examen médical 

1° un examen de médecine générale; 

2° un examen des fonctions sensorielles : vision, audition, perception des couleurs; 

3° une analyse d’urine ou de sang pour la détection du diabète sucré et d’autres états comme indiqué par l’examen 

clinique; 

4° le dépistage de l’usage de drogues; 

5° l’examen médical avant affectation doit comprendre une électrocardiographie au repos. 

b. Critères de portée générale 

Le personnel ne doit pas effectuer de tâches de sécurité lorsque sa vigilance est altérée par des substances telles que 

l’alcool, les drogues ou des médicaments psychotropes. 

Le personnel ne doit pas être dans un état de santé, ni prendre un traitement médical susceptible d’entraîner : 

1° une perte soudaine de connaissance; 

2° une altération de la vigilance ou de la concentration; 

3° une incapacité soudaine; 

4° une altération de l’équilibre ou de la coordination; 

5° une limitation significative de la mobilité. 

c. Critères de vision 

1° acuité visuelle corrigée ou non à distance : 1,0 (binoculaire); au minimum de 0,5 pour l’œil le moins bon; si des 

verres sont nécessaires, le port en est obligatoire; 

2° verres correcteurs maximaux : hypermétropie + 5 D/ myopie -8D. Le médecin du travail reconnu peut admettre 

des valeurs situées en-dehors de cette plage dans des cas exceptionnels et après avis d’un oculiste; 

3° vision à moyenne distance et de près : suffisante, qu’elle soit corrigée ou non; 

4° les verres de contact sont autorisés; 

5° les lentilles avec filtres UV sont autorisées; 

6° les verres de contact colorés et les lentilles photo chromatiques ne sont pas autorisés; 

7° vision des couleurs complètement normale : utilisation d’un test reconnu, tel que le test Ishiara; 

8° champ de vision normal (absence de toute anomalie affectant la tâche à accomplir); 

9° vision pour les deux yeux (binoculaire) : effective; 

10° fusion : présente; 

11° sensibilité aux contrastes : bonne; 

12° absence de maladie ophtalmique évolutive; 

13° les implants oculaires, les kératotomies et les kératectomies sont permis, à condition qu’ils soient vérifiés 

annuellement ou selon une périodicité édictée par le médecin du travail; 

14° prescription impérative aux porteurs de lunettes et de lentilles : une paire de lunettes de rechange doit être 

disponible à tout moment. 

d. Critères d’audition 

Une audition suffisante confirmée par audiogramme tonal, c’est-à-dire : 

1° audition suffisamment bonne pour maintenir une conversation téléphonique et pouvoir entendre des tonalités 

d’alerte et des messages radio;


2° il convient de considérer comme des lignes directrices les valeurs suivantes, qui sont fournies uniquement pour 

information : 

a) le manque d’audition ne doit pas être supérieur à 40 dB à 500 et 1000 Hz; 

b) le manque d’audition ne doit pas être supérieur à 45 dB à 2000 Hz pour l’oreille ayant la conduction aérienne 

du son la plus mauvaise; 

3° aucune anomalie du système vestibulaire; 

4° aucun trouble chronique du langage (vu la nécessité d’échanger des messages fortement et clairement); 

5° les exigences d’audition définies doivent être satisfaites sans l’utilisation d’appareils acoustiques. L’utilisation de 

ce type d’appareils est autorisée dans certains cas, sous réserve d’un avis médical. 

e. Anthropométrie 

Les paramètres anthropométriques du personnel doivent permettre l’utilisation sûre du matériel roulant. Les 

conducteurs ne doivent pas être obligés ni autorisés à faire fonctionner certains types particuliers de matériel roulant 

si leur taille, leur poids ou d’autres caractéristiques physiques créent un risque. 

f. Grossesse 

En cas de faible tolérance ou de condition pathologique, la grossesse doit être considérée comme une cause 

provisoire d’exclusion. 

L’employeur doit s’assurer que les dispositions légales protégeant les travailleuses enceintes sont appliquées. 

g. Evaluations psychologiques 

Le but de l’évaluation psychologique est d’assister l’entreprise ferroviaire en matière d’affectation et de gestion du 

personnel ayant les capacités cognitives, psychomotrices et comportementales et la personnalité requises pour remplir 

son rôle en toute sécurité. 

Pour déterminer le contenu de l’évaluation psychologique, le psychologue doit au moins tenir compte des critères 

suivants relatifs aux exigences applicables à chaque fonction de sécurité : 

1° Critères de cognitivité : 

a) attention et concentration, 

b) mémoire, 

c) capacité de perception, 

d) raisonnement, 

e) communication. 

2° Critères psychomoteurs : 

a) vitesse de réaction, 

b) coordination gestuelle. 

3° Critères comportementaux et de personnalité : 

a) maîtrise émotionnelle, 

b) fiabilité comportementale, 

c) autonomie, 

d) capacité d’éveil. 

Si le psychologue omet l’un des critères ci-dessus, il doit justifier et attester sa décision. 

1.2 Examen périodique 

a. Fréquence de l’examen périodique 

1° tous les 3 ans pour le personnel jusqu’à 60 ans; 

2° tous les ans pour le personnel à partir de 60 ans. 

Le médecin du travail doit augmenter la périodicité des examens si l’état de santé du membre du personnel 

concerné l’exige. 

b. Contenu minimal de l’examen périodique 

Les examens périodiques spécialisés doivent inclure au minimum les éléments suivants : 


2° des examens des fonctions sensorielles (vision, audition, perception des couleurs); 


clinique; 

4° le dépistage de l’usage de drogues, quand il existe pour cela un motif au point de vue clinique; 

5° chaque examen médical périodique du personnel âgé de 40 ans et plus doit comprendre un ECG au repos. 

1.3 Examens médicaux et/ou évaluations psychologiques supplémentaires. 

a. Outre l’examen médical périodique, un examen médical et/ou une évaluation psychologique spécifique 

supplémentaire doivent être effectués lorsqu’il y a raisonnablement un doute quant à l’aptitude physique ou 

psychologique d’un membre du personnel ou qu’il y a raisonnablement des soupçons quant à l’usage de drogues ou 

à l’abus d’alcool. Ceci serait notamment le cas après un incident ou un accident dû àune erreur humaine de l’individu 

concerné. 

b. L’employeur doit demander un examen médical après toute absence pour maladie d’une durée supérieure à 30 

jours. Dans des cas appropriés, cet examen peut se limiter à une évaluation par le médecin du travail, sur la base des 

informations disponibles indiquant que l’aptitude au travail du travailleur n’a pas été affectée. 

1.4 Soutien psychologique 

L’employeur doit fournir les soins appropriés au membre du personnel qui est traumatisé lors de l’accomplissement 

de sa fonction.


83207 


2.1 La connaissance de ligne, des engins-moteur et du matériel roulant 

Le conducteur doit être capable de : 

a. conduire seul en toute sécurité, sur un itinéraire connu, le train pour lequel il est habilité en respectant : 

1° la signalisation et la réglementation, y compris les éléments temporaires et en situations particulières (Avis de 

Ralentissement Temporaire, obstruction, obstacle sur la voie,....); 

2° l’horaire dans les conditions normales de circulation; 

b. assurer la conduite du train dans les règles de l’art; 

c. disposer d’une connaissance suffisante des éléments constitutifs du matériel roulant (châssis, roulements, 

freinage,...); 

d. diagnostiquer les avaries à l’engin-moteur ou au matériel roulant et d’effectuer les dépannages pour lesquels il 

est reconnu compétent; 

e. décider des conditions de continuation d’un convoi en cas d’avarie ou d’incident; 

f. pouvoir lire et savoir comprendre la signification des étiquettes de danger et le marquage du matériel. 

2.2 L’aptitude à des tâches déterminées 

Grâce à la maîtrise de connaissances techniques, sur la base d’instructions générales et tenant compte des 

prescriptions en vigueur sur l’infrastructure, le conducteur doit être capable d’exécuter principalement les tâches 

suivantes : 

a. procéder avant le départ aux vérifications prescrites, notamment en ce qui concerne les capacités de traction des 

véhicules; 

b. se préparer à la mission : 

1° consulter suffisamment tôt le service à effectuer et les documents correspondants (horaires, modifications 

d’itinéraires, de signalisation, ralentissements temporaires de vitesse,...); 

2° àpartir des informations concernant le service à effectuer, en simuler mentalement les points essentiels; 

3° s’équiper en fonction du service à effectuer (habillement, documents et petit équipement); 

4° se préparer à conduire dans de bonnes conditions en adoptant une hygiène de vie adaptée et compatible avec 

les exigences légales; 

5° vérifier les capacités de l’engin-moteur : 

a) vérifier que l’engin-moteur correspond aux caractéristiques de la mission à effectuer; 

b) vérifier les indications portées sur les documents de bord de l’engin-moteur; 

c. s’assurer, en effectuant les vérifications et tests prévus, que l’engin est en état d’assurer la remorque du point de 

vue : 

1° de l’effort de traction; 

2° des dispositifs de sécurité, à savoir le cas échéant : veille automatique, répétition des signaux, contrôle de 

vitesse, signalisation de cabine, enregistreur de conduite, agrès de signalisation et de sécurité, etc.; 

3° assurer les opérations courantes d’entretien préventif éventuellement prévues (purges, vérification de niveaux, 

absence de fuites, etc.); 

d. effectuer la visite extérieure de l’engin (blocs de frein, attelages, boyaux de raccordement, feux, etc.); 

e. contribuer à la vérification de l’efficacité des dispositifs de freinage : 

1° vérifier le fonctionnement du freinage de l’engin-moteur avant toute mise en mouvement; 

2° prendre en compte la nature de l’essai de frein à effectuer avec le train; 

3° contribuer à la vérification du fonctionnement du freinage du train avant le départ; 

4° en marche, vérifier l’efficacité du freinage; 

f. conduire de façon compétente et sûre des engins-moteur en respectant les signaux ainsi que les vitesses admises 

et en tenant compte des horaires prévus : 

1° avant le départ du train : 

a) procéder aux évolutions d’engin-moteur, manœuvres, raccordements/coupes de véhicules selon les ordres reçus 

et les signaux, en toute sécurité pour les personnes et les véhicules; 

b) mettre éventuellement en fonction les dispositifs d’éclairage, climatisation, etc. du train commandés depuis 

l’engin-moteur; 

2° au départ du train : 

a) le cas échéant, consulter les prescriptions remises par la gare de départ; 

b) ne mettre le train en marche que lorsque toutes les conditions réglementaires sont remplies (horaire, ordre ou 

signal de départ, etc.); 

c) démarrer le train en respectant les contraintes de sécurité, d’adhérence et de puissance; 

3° en cours de route : 

a) connaître à tout moment sa position sur la ligne, ainsi que les gares, voies, bifurcations, déclivités, vitesses limites 

de l’itinéraire emprunté (voir le point 1 ci-devant - connaissance de ligne); 

b) déterminer à tout moment le type de marche et la vitesse limite de circulation imposés par la réglementation et 

les caractéristiques de la ligne; 

c) observer de façon active la signalisation (latérale ou en cabine), la décoder sans hésitation ni erreur, et effectuer 

les actions prescrites; 

d) utiliser le frein pour les ralentissements et arrêts en toute sécurité, en respectant le matériel roulant et le confort 

des passagers ou le fret transporté; 

e) régler la bonne marche du convoi conformément à l’horaire et aux consignes éventuelles d’économie d’énergie, 

en intégrant les caractéristiques de l’engin-moteur, du train, de la ligne et de l’environnement; 

f) respecter les arrêts prévus à l’horaire ou ordonnés, et effectuer éventuellement les opérations liées au service des 

voyageurs lors de ces arrêts (ouverture et fermeture des portes par exemple);


g) circuler en toute sécurité dans les modes particuliers d’exploitation : marches particulières sur ordre, limitations 

temporaires de vitesse, circulation à contre-voie, ordre de franchissement de signal fermé, etc.; 

h) actionner et contrôler le dispositif de veille automatique, le dispositif de commande de marche, observer et 

manipuler les instruments de bord : 

i. agencer de façon rationnelle l’espace de travail dans la cabine de conduite; 

ii. utiliser l’ensemble des dispositifs de veille automatique, de commande et de contrôle qui sont à sa disposition, 

selon les règles applicables, sans hésitation ni erreur; 

iii. utiliser l’avertisseur pour assurer la sécurité des voyageurs ou des circulations routières, dans les cas prévus; 

iv. connaître à tout moment les principaux paramètres de fonctionnement du train et se représenter correctement 

l’effet des différents gestes de conduite sur le fonctionnement, notamment sur celui des automatismes de sécurité; 

i) repérer et localiser dans les meilleurs délais les perturbations techniques et d’exploitation ainsi que les 

événements inhabituels du parcours et, le cas échéant, examiner les wagons et/ou voitures pour détecter les 

détériorations et les défectuosités, assurer la protection du train ou d’un obstacle et faire appel à une aide extérieure 

ou de lancer l’alarme : 

i. détecter les perturbations : 

- maintenir constamment sa vigilance; 

- être attentif, dans la mesure où la conduite du train le permet, aux événements inhabituels concernant 

l’infrastructure et l’environnement : signaux, voies, alimentation en énergie, passages à niveau, environs de la voie, 

autres circulations, présence de personnes, d’animaux, etc.; 

- être attentif aux événements inhabituels concernant l’engin-moteur conduit; 

- identifier les indicateurs de non conformité, les différencier et réagir selon leur importance respective, en 

privilégiant, dans tous les cas, la sécurité des circulations ferroviaires, des personnes et des biens; 

ii. prendre les mesures nécessaires en cas de perturbation : 

- dans tous les cas d’anomalies, appliquer les procédures réglementaires et notamment prendre les mesures 

susceptibles d’assurer la sécurité des circulations et des personnes, chaque fois que cela est nécessaire, qu’il s’agisse de 

mesures d’urgence ou de mesures différées; 

- examiner, le cas échéant, les véhicules, la voie ou les installations d’alimentation en énergie pour détecter les 

anomalies et en évaluer les conséquences. Effectuer cette visite dans le respect des règles de sécurité; 

- assurer les liaisons nécessaires avec d’autres personnes pour signaler les anomalies et demander éventuellement 

l’aide nécessaire, en utilisant les différents moyens de communication disponibles; 

- remédier aux perturbations mineures et engager les mesures en vue d’éliminer les perturbations plus complexes 

sur les véhicules : 

* diagnostiquer la nature et les conséquences des anomalies constatées, en appliquant éventuellement des 

documents techniques préétablis et en respectant les règles de sécurité; 

* effectuer, si nécessaire, des interventions mineures pour remédier aux incidents sur les matériels moteurs ou 

remorqués; 

* évaluer les conditions dans lesquelles le train peut continuer seul ou remorqué après un incident (vitesse limite 

notamment); 

* si nécessaire, demander le secours en appliquant les procédures prévues par le GI; 

* assurer le secours à un autre train affecté par un incident; 

- assurer l’immobilisation du train et le garer en toute sécurité : 

* en cas d’arrêt, prendre les mesures garantissant que le train ne se mettra pas en marche intempestivement, même 

dans les circonstances les plus défavorables; 

* effectuer les opérations et vérifications prévues à l’arrivée du train; 

- rendre compte verbalement et/ou par écrit de l’exercice de sa mission, et notamment en cas d’événements 

inhabituels, au moyen de rapports précis : 

* à tout moment, pouvoir renseigner le GI avec exactitude sur les principaux événements concernant la marche de 

son train et les anomalies constatées, en sélectionnant les informations utiles pour l’interlocuteur; 

* utiliser les moyens de communication prévus : téléphone, radio, formulaires écrits, etc. en s’assurant d’être bien 

compris par son interlocuteur; 

* se conformer aux procédures de communication éventuellement en vigueur; 

* renseigner avec les documents techniques éventuellement attachés à l’engin-moteur, les constatations 

d’anomalies effectuées; 

* à l’arrivée au lieu de garage de l’engin ou de fin de service, donner par écrit et/ou oralement les renseignements 

nécessaires sur l’exercice de la mission et décrire avec précision les événements inhabituels.


83209 

3LICENCEDECONDUCTEUR


4 ATTESTATION DE CONNAISSANCE DE LIGNE 

(1) Lors de l’annotation des cases de l’attestation de connaissance de ligne, seuls peuvent être utilisés les numéros 

de lignes et/ou parties de ligne tels que repris dans les informations publiées par le gestionnaire de l’infrastructure 

conformément aux articles 21 à 23 de la loi du 4 décembre 2006 relative à l’utilisation de l’infrastructure ferroviaire. 

L’indication d’un numéro de ligne signifie que le conducteur possède également la connaissance requise pour 

l’(les) itinéraire(s) de déviation prévu(s). Les itinéraires de déviation prévus sont repris dans les informations publiées 

par le gestionnaire de l’infrastructure conformément aux articles 21 à 23 de la loi du 4 décembre 2006 relative à 

l’utilisation de l’infrastructure ferroviaire. Les cases inutilisées sont biffées. 

(2) Lors de l’annotation de ces cases, peuvent seulement apparaître les définitions des parties de ligne et les 

dénominations des gares telles que reprises dans les informations publiées par le gestionnaire de l’infrastructure 

conformément aux articles 21 à 23 de la loi du 4 décembre 2006 relative à l’utilisation de l’infrastructure ferroviaire.


83211 

5 ATTESTATION DE CONNAISSANCE DU MATERIEL 

(1) Lors de l’annotation de ces cases, peuvent seulement y figurer les données telles que reprises dans les 

informations publiées par le gestionnaire de l’infrastructure conformément aux articles 21 à 23 de la loi du 

4décembre 2006 relative à l’utilisation de l’infrastructure ferroviaire. Les cases inutilisées seront biffées avant la 

délivrance de l’attestation. 

(2) Seulement à compléter s’il s’agit d’engin(s) de travaux n’appartenant pas au gestionnaire de l’infrastructure. 

Vu pour être annexé ànotre arrêté du 9 juillet 2013 déterminant les exigences applicables au personnel de sécurité. 

ALBERT 

Par le Roi : 

La Ministre de l’Intérieur, 



M. WATHELET


Annexe 2 à l’arrêté royal du 9 juillet 2013 déterminant les exigences applicables au personnel de sécurité 

ANNEXE 2 : ACCOMPAGNATEUR DE TRAINS DE VOYAGEURS 

SOMMAIRE 



3 CERTIFICAT D’ACCOMPAGNATEUR DE TRAINS DE VOYAGEURS 

4 ATTESTATION DE CONNAISSANCES PROFESSIONNELLES 







clinique; 

4° le dépistage de l’usage de drogues. 




Le personnel ne doit pas être dans un état de santé ni prendre un traitement médical susceptible d’entraîner : 







1° acuité visuelle corrigée ou brute à distance : 0,8 (binoculaire); un minimum de 0,3 pour l’œil le moins bon; si 

des verres sont nécessaires, le port en est obligatoire; 





5° les lentilles avec filtre UV sont autorisées; 


7° vision normale des couleurs (au maximum 4 fautes) : utilisation d’un test reconnu, tel que le test Ishiara, 

complété par un autre test reconnu en cas de besoin (Fansworth); 


9° vision pour les deux yeux (binoculaire) : effective; 

10° fusion : présente; 



13° les implants oculaires, les kératotomies, et les kératectomies sont permis, à condition qu’ils soient vérifiés 


14° prescription impérative aux porteurs de lunettes et de lentilles : une paire de lunettes de rechange doit être 

disponible à tout moment. 



2° une audition suffisante confirmée par audiogramme tonal, c’est-à-dire : 

a) audition suffisamment bonne pour maintenir une conversation téléphonique et pouvoir entendre des tonalités 

d’alerte et des messages radio; 

b) il convient de considérer comme des lignes directrices les valeurs suivantes qui sont fournies uniquement pour 

information : 

i. le manque d’audition ne doit pas être supérieur à 40 dB à 500 et 1000 Hz; 

ii. le manque d’audition ne doit pas être supérieur à 45 dB à 2000 Hz pour l’oreille ayant la conduction aérienne 

du son la plus mauvaise. 

e. Grossesse 


provisoire d’exclusion. L’employeur doit s’assurer que les dispositions légales protégeant les travailleuses enceintes 

sont appliquées. 

f. Anthropométrie 

Les paramètres anthropométriques du personnel doivent permettre l’utilisation sûre du matériel roulant. Les 

accompagnateurs de trains de voyageurs ne doivent pas être obligés ni autorisés à faire fonctionner certains 

équipements du matériel roulant si leur taille, leur poids ou d’autres caractéristiques physiques créent un risque.


83213 

g. Évaluations psychologiques 

Le but de l’évaluation psychologique est d’assister l’EF en matière d’affectation et de gestion du personnel ayant 

les capacités cognitives, psychomotrices et comportementales et la personnalité requises pour remplir son rôle en toute 

sécurité. 

Pour déterminer le contenu de l’évaluation psychologique, le psychologue doit au moins tenir compte des critères 

suivants relatifs aux exigences applicables à chaque fonction de sécurité : 

a) Critères de cognitivité : 

i. attention et concentration, 

ii. mémoire, 

iii. capacité de perception, 

iv. raisonnement, 

v. communication. 

b) Critères psychomoteurs : 

i. vitesse de réaction, 

ii. coordination gestuelle. 

c) Critères comportementaux et de personnalité : 

i. maîtrise émotionnelle, 

ii. fiabilité comportementale, 

iii. autonomie, 

iv. capacité d’éveil. 

Si le psychologue omet l’un des critères ci-dessus, il doit justifier et attester sa décision. 



1° tous les 3 ans pour le personnel jusqu’à 62 ans; 

2° tous les ans pour le personnel à partir de 62 ans. 

Le médecin du travail doit augmenter la périodicité des examens si l’état de santé du membre du personnel 

concerné l’exige. 


Les examens périodiques spécialisés doivent inclure au minimum : 




clinique; 

4° le dépistage de l’usage de drogues, quand il existe pour cela un motif au point de vue clinique. 






concerné. 






de sa fonction. 


Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «accompagnateur de trains de voyageurs » 

sont principalement les suivantes : 

2.1 appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

2.2 effectuer les actions relatives au matériel roulant : 

a. effectuer les essais des freins prévus aux trains composés de matériel tracté et automoteur; 

b. vérifier la continuité des conduites d’air comprimé; 

c. lire les indications portées par les voitures (tare, charge, frein), repérer la vitesse maximale autorisée d’une 

voiture ou d’une automotrice; 

d. repérer les véhicules dont la suspension pneumatique ne fonctionne pas et en informer le conducteur; 

e. vérifier la constitution correcte des attelages, des soufflets et des raccords divers (éclairage, chauffage, etc.); 

f. intervenir dans l’allumage et l’extinction des signaux de queue lors du premier départ et en cas de défaillance 

de ces équipements; 

g. réaliser l’immobilisation provisoire d’une rame en stationnement; 

h. repérer la présence d’une étiquette d’avarie interdisant tout déplacement du véhicule; 

i. pouvoir lire et savoir comprendre la signification des étiquettes de danger; 

j. rapporter les défectuosités constatées; 

k. verrouiller une porte si nécessaire (porte d’extrémité du train, porte de poste de conduite non desservi, etc.); 

l. prendre les mesures en cas de non verrouillage d’une porte; 

m. vérifier le bon fonctionnement d’une porte à l’ouverture et à la fermeture; 

n. prendre les mesures utiles en cas d’avarie au système d’ouverture et de fermeture des portes; 

o. effectuer les opérations d’ouverture et de fermeture des portes;


p. ouvrir une porte à l’aide du dispositif de secours; 

2.3 participer à la sécurité des voyageurs : 

a. appliquer les directives journalières relatives aux particularités des circulations; 

b. surveiller les opérations d’embarquement et de débarquement, seul ou en collaboration avec d’autres agents; 

c. participer aux opérations d’accouplement des trains composés de matériel automoteur; 

d. prendre les mesures à l’égard des voyageurs lorsqu’une partie du train est hors quai; 

e. assurer la canalisation des voyageurs dans un point d’arrêt non gardé en cas de circulation à contre-voie; 

f. discerner un comportement dangereux et réagir en conséquence; 

2.4 savoir utiliser les divers moyens de communication (interphone, GSM, radio, etc.); 

2.5 assurer les communications avec le conducteur : 

a. communiquer au conducteur les éléments relatifs à la composition et au freinage du train; 

b. donner l’information « opérations terminées » au conducteur, au moyen du dispositif propre au matériel et du 

dispositif au sol (indicateur « opérations terminées »); 

c. prendre les mesures en cas de constat de dérangement aux dispositifs « opérations terminées »; 

2.6 effectuer les contrôles et actions adaptées lors de situations anormales, d’incidents ou d’accidents : 

a. vérifier le caractère complet d’un train de voyageurs qui ne présente pas les signaux de queue réglementaires; 

b. réagir aux signaux acoustiques lancés par le conducteur; 

c. utiliser la sonorisation pour se mettre en contact avec le conducteur; 

d. transmettre un avis de détresse rédigé par un conducteur; 

e. couvrir un obstacle (couverture à distance, couverture rapprochée); 

f. constater le franchissement irrégulier d’un signal et réagir en conséquence; 

g. localiser une avarie à la caténaire et lancer l’alerte; 

h. demander une coupure de tension de la caténaire; 

i. constater la présence de matières dangereuses et appliquer les recommandations de la carte de danger; 

j. prendre les mesures en cas d’accident ou d’incendie à bord; 

k. signaler au personnel habilité une avarie mettant la sécurité en cause; 

l. trouver et utiliser les moyens de communications disponibles; 

m. lancer un message radio sol-train d’urgence; 

n. évacuer les voyageurs d’un train en ligne; 

o. prendre les mesures adéquates en cas d’actionnement d’un signal d’alarme. 

3 CERTIFICAT D’ACCOMPAGNATEUR DE TRAINS DE VOYAGEURS


83215 

4 ATTESTATION DE CONNAISSANCES PROFESSIONNELLES 

(1) Les connaissances ou compétences du titulaire de l’attestation sont confirmées par la présence d’une croix dans 

la première colonne. 

(2) Appellations reprises dans les informations publiées par le gestionnaire de l’infrastructure conformément aux 

articles 21 à 23 de la loi du 4 décembre 2006 relative à l’utilisation de l’infrastructure ferroviaire. 


ALBERT 

Par le Roi : 




M. WATHELET


Annexe 3 à l’arrêté royal déterminant les exigences applicables au personnel de sécurité 

ANNEXE 3 : AUTRES FONCTIONS DE SECURITE 

SOMMAIRE 



2.1 RESPONSABLE DU SERVICE DES MANŒUVRES 

2.2 AGENT D’ESCORTE DES TRAINS DE MARCHANDISES 

2.3 AGENT CHARGE DE LA MANŒUVRE 

2.4 AGENT CHARGE DE LA FORMATION ET DE L’EXPEDITION DES TRAINS 

2.5 AGENT CHARGE DE LA GESTION DES OPERATIONS ADMINISTRATIVES RELATIVES A LA MANŒU- 

VRE, DESSERTE D’INSTALLATIONS, FORMATION ET EXPEDITION DES TRAINS 

2.6 AGENT CHARGE DE LA DESSERTE DES APPAREILS DE VOIE ET DES INSTALLATIONS DE SIGNALISA- 

TION 

2.7 AGENT CHARGE DE LA VISITE TECHNIQUE COMPLETE DU MATERIEL ROULANT, SPECIALITE 

« MARCHANDISE » 

2.8 AGENT CHARGE DE LA VISITE DU MATERIEL ROULANT, SPECIALITE « VOYAGEUR » 

2.9 SOUS-CHEF DE GARE SPECIALITE « VOYAGEUR » SURVEILLANCE ET DESSERTE DES QUAIS ET 

FAISCEAUX DE GARAGE. 

2.10 AGENT PREPOSE AUX MANŒUVRES SPECIALITE « VOYAGEUR » 

2.11 AGENT CHARGE DES OPERATIONS RELATIVES À LA DESSERTE DES RACCORDEMENTS PRIVES 

2.12 AGENT CHARGE DE LA DESSERTE D’UNE INSTALLATION (ATELIER, POSTE D’ENTRETIEN, ETC.) 

2.13 LA FONCTION DE SECURITE « AGENT RESPONSABLE DE L’EXECUTION DES TRAVAUX » 

2.14 LA FONCTION DE SECURITE « REPARTITEUR COURANT DE TRACTION » 

2.15 LA FONCTION DE SECURITE « AGENT D’ESCORTE DES TRAINS DE TRAVAUX » 

2.16 FONCTION DE SECURITE « GARDE BARRIERE » 

2.17 LA FONCTION DE SECURITE « FACTIONNAIRE » 

2.18 LA FONCTION DE SECURITE « AGENT DU MOUVEMENT INFRABEL » 

2.19 LES FONCTIONS DE SECURITE « SIGNALEUR » ET « OPERATEUR » 

2.20 LA FONCTION DE SECURITE « SIGNALEUR MOBILE » 


1.1 Remarque préliminaire 

Dans l’application des critères médicaux repris aux points 1.2 et 1.3 ci-après, il y a lieu de faire une distinction 

entre deux catégories de personnel : 

a. le personnel qui, soit exerce une fonction de sécurité en relation avec la formation des trains, soit dont la tâche 

est d’autoriser le mouvement des trains, pour lesquels les critères médicaux sont de stricte application 1; 

b. pour le personnel qui n’est pas repris au paragraphe précédent, le médecin du travail décide quels sont les 

critères médicaux pertinents et dans quelle mesure ils sont d’application en tenant compte du (des) poste(s) de travail 

concernés en se basant en plus sur l’analyse des risques effectuée par l’employeur et sur sa connaissance des postes de 

travail 2. 






clinique; 

4° le dépistage de l’usage de drogues. 




Le personnel ne doit pas être dans un état de santé ni prendre un traitement médical susceptible d’entraîner : 







1° acuité visuelle corrigée ou brute à distance : 0,8 (binoculaire); un minimum de 0,3 pour l’œil le moins bon; si des 

verres sont nécessaires, le port en est obligatoire; 





5° les lentilles avec filtre UV sont autorisées; 


7° vision normale des couleurs : utilisation d’un test reconnu, tel que le test Ishiara, complété par un autre test 

reconnu en cas de besoin (Fansworth); 


9° vision pour les deux yeux (binoculaire) : effective;


83217 

10° fusion présente; 



13° les implants oculaires, les kératotomies, et les kératectomies sont permis, à condition qu’ils soient vérifiés 


14° pour les porteurs de lunettes et de lentilles : si le porteur se trouve dans une situation où il lui est impossible 

d’utiliser ses lunettes ou lentilles (bris, perte, etc.), l’exercice de la fonction de sécurité doit être immédiatement arrêté. 



2° une audition suffisante confirmée par audiogramme tonal, c’est-à-dire : 

a) audition suffisamment bonne pour maintenir une conversation téléphonique et pouvoir entendre des tonalités 

d’alerte et des messages radio; 

b) il convient de considérer comme des lignes directrices les valeurs suivantes qui sont fournies uniquement pour 

information : 

i. le manque d’audition ne doit pas être supérieur à 40 dB à 500 et 1000 Hz; 

ii. le manque d’audition ne doit pas être supérieur à 45 dB à 2000 Hz pour l’oreille ayant la conduction aérienne 

du son la plus mauvaise. 

e. Grossesse 


provisoire d’exclusion. L’employeur doit s’assurer que les dispositions légales protégeant les travailleuses enceintes 

sont appliquées. 



Adéterminer éventuellement, pour son personnel, par l’EF ou le GI dans le cadre de son système de gestion de 

la sécurité. 


Les examens périodiques spécialisés doivent inclure au minimum les éléments suivants : 




clinique; 

4° le dépistage de l’usage de drogues, quand il existe pour cela un motif au point de vue clinique. 






concerné. 






de sa fonction. 


2.1 Responsable du service des manœuvres 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «responsable du service des manœuvres » 

sont principalement les suivantes : 

a. connaissance des installations et du trafic; 

b. connaissances théorique et pratique des opérations à réaliser (triage, formation, dessertes, opérationnalisation de 

la zone, etc.); 

c. connaissance des règlements généraux et locaux y relatifs; 

d. capacité àorganiser les tâches à réaliser; 

e. capacité àanalyser et anticiper les conflits de circulation, les conséquences de retards importants, d’incident(s), 

etc. et les réduire le plus possible; 

f. coordonner l’activité du personnel de son UI dans sa zone d’action (aussi vis-à-vis du personnel du GI et du 

personnel d’autres éventuels UI); 

g. connaissance des règles à respecter pour les transports particuliers (dangereux, transports exceptionnels, etc.) et 

des mesures à prendre pour manœuvrer ce type de transports; 

h. capacité àéchanger les informations prévues et nécessaires (avec le personnel du GI, avec le personnel de l’UI, 

avec le personnel d’autres UI, avec les clients, etc.) en vue de garantir la sécurité des circulations, la régularité du trafic 

et l’exécution optimale des tâches; 

i. capacité àprendre les mesures nécessaires en cas d’incident(s), d’accident(s), en situation perturbée, en cas de 

composition anormale du train, etc; 

j. appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

k. si le système de gestion de la sécurité le prévoit; 

1° effectuer certaines tâches de visite technique limitée du matériel afin de repérer les avaries et irrégularités faciles 

à découvrir, telles que spécifiées dans les règles internes de l’UI concerné; 

2° réaliser un essai des freins en collaboration avec le conducteur. 

2.2 Agent d’escorte des trains de marchandises


Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité « agent d’escorte des trains de 

marchandises » sont principalement les suivantes : 

a. effectuer les opérations relatives à la formation des trains; 

b. assurer la desserte d’aiguillages situés à pied d’œuvre; 

c. ouvrir/fermer des taquets d’arrêt ou des aiguilles de déraillement; 

d. exécuter des manœuvres ordinaires, commandées par signaux optiques ou par radio; 

e. effectuer la visite technique limitée des véhicules et détecter les anomalies « facilement décelables ». Rédiger, 

apposer et transmettre une étiquette d’avarie; 

f. accoupler l’engin moteur; 

g. enlever les dispositifs d’immobilisation d’une rame; 

h. exécuter les essais de freins prévus; 

i. mettre en ordre la partie arrière d’un train; 

j. positionner les alternateurs « vide-chargé», « voyageurs-marchandises »; 

k. placer, faire l’essai et utiliser le dispositif de freinage d’urgence; 

l. vérifier les conditions de freinage, composition, vitesse, charge du train, etc.; 

m. connaître la procédure et les règles à respecter pour la desserte correcte de l’accouplement de freinage en 

certains cas de rame poussée; 

n. pouvoir lire et savoir comprendre la signification des étiquettes de danger; 

o. faire franchir un passage à niveau en toute sécurité ; 

p. effectuer les contrôles et actions adaptées lors de situations anormales, d’incidents ou d’accidents : 

1° provoquer l’arrêt du train si la sécurité est compromise; 

2° appliquer les mesures lorsqu’il a connaissance d’un fait motivant une restriction de vitesse; 

3° couvrir un obstacle (couverture à distance et couverture rapprochée); 

4° vérifier le caractère complet d’un train qui ne présente pas le signal de queue réglementaire; 

5° transmettre un avis de détresse rédigé par un conducteur; 

6° trouver et utiliser les circuits téléphoniques d’alarme, le téléphone d’une loge de passage à niveau, un autre 

téléphone sur la ligne; 

7° constater le franchissement irrégulier d’un signal et réagir en conséquence; 

8° constater la présence de matières dangereuses et appliquer les recommandations de la carte de danger; 

q. pouvoir assurer l’échange des communications imposées par le GI pour : 

1° entrer dans une zone d’infrastructure en respectant l’exécution et l’accomplissement de toutes les mesures 

prévues par les protocoles locaux d’utilisation de l’infrastructure; 

2° sortir d’une zone d’infrastructure en respectant l’exécution et l’accomplissement de toutes les mesures prévues 

par les protocoles locaux d’utilisation de l’infrastructure. 

r. appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

s. avoir les connaissances théorique et pratique ainsi que la capacité d’appliquer des consignes et protocoles locaux 

d’utilisation de l’infrastructure ferroviaire. 

2.3 Agent chargé de la manœuvre 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «agent chargé de la manœuvre, » sont 

principalement les suivantes. 

Être à même de savoir appliquer les règles de l’art, notamment : 

a. repérer et communiquer les caractéristiques des véhicules ferroviaires et des chargements : 

1° distinguer le matériel autorisé dans les trains de type voyageurs et les trains de type marchandises; 

2° interpréter les signes conventionnels et les inscriptions portés par les véhicules; 

3° interpréter les étiquettes d’avarie; 

4° interpréter les étiquettes de fragilité; 

5° pouvoir lire et savoir comprendre la signification des étiquettes de danger; 

b. constater la présence de marchandises dangereuses, le cas échéant, appliquer les recommandations de la carte 

de danger et utiliser le livre-code des marchandises dangereuses; 

c. assurer sa propre protection et, s’il dirige une équipe, celle des agents sous sa responsabilité lors de sa présence 

sur l’infrastructure ferroviaire; 

d. connaître et appliquer les vérifications essentielles à opérer avant de commander une manœuvre; 

e. appliquer les règles relatives au freinage et à l’immobilisation des véhicules et convois : 

1° repérer et manipuler un robinet d’isolement, une valve de purge; 

2° comprendre la signification des indicateurs techniques (freins, charge, etc.) et savoir prendre les mesures 

d’application; 

3° effectuer les essais des freins sur une rame en manœuvre; 

4° classer les véhicules dans une rame; 

5° repérer, contrôler et manœuvrer un frein à main; 

6° distinguer, contrôler et utiliser les différents types et séries de blocs d’arrêt; 

7° effectuer les immobilisations provisoire et complémentaire des véhicules et des rames, déterminer le nombre de 

freins à main et/ou de blocs d’arrêt nécessaires; 

8° supprimer une immobilisation; 

9° réagir correctement en cas d’échappement de véhicules; 

f. (dé)composer les convois ferroviaires : 

1° accoupler et désaccoupler les véhicules; 

2° déterminer la longueur d’une rame;


83219 

3° commander le déplacement et l’arrêt des véhicules et des rames; 

4° reconnaître les différents aspects d’un signal d’arrêt fixe; 

5° reconnaître les différents panneaux de signalisation; 

6° reconnaître les signaux mobiles optiques et acoustiques; 

7° transmettre des ordres au conducteur : verbalement, par signaux acoustiques, par gestes, par desserte de 

l’accouplement de freinage; 

8° respecter la marche à vue; 

9° placer un aiguillage manœuvré àpied d’œuvre dans la position désirée; 

10° vérifier un itinéraire (aiguillage, croisements, etc.); 

11° savoir réaliser l’accouplement/désaccouplement de matériel roulant (liaisons mécaniques, électriques, 

pneumatiques); 

12° vérifier qu’une manœuvre peut être entamée en ce qui concerne le matériel et la coordination entre les 

intervenants; 

13° requérir l’autorisation nécessaire pour l’exécution de certains mouvements (manœuvre en voie principale, 

déplacement d’un véhicule avarié); 

14° collecter et transmettre les données wagons et/ou trains en vue de leur exploitation; 

15° appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

16° connaître les installations à desservir et les opérations à réaliser; 

17° pouvoir établir les itinéraires en toute sécurité et les vérifier; 

18° connaître la desserte et savoir appliquer les procédures locales relatives aux appareils de voie et de signalisation 

dont la commande est assurée par l’UI ou lui est déléguée conformément aux dispositions reprises dans les protocoles 

locaux; 

19° si le système de gestion de la sécurité le prévoit, effectuer les tâches reprises ci-après, telles que spécifiées dans 

les règles internes de l’UI concerné : 

a) effectuer la préparation d’une rame au triage (« démaillage »); 

b) savoir utiliser des blocs d’arrêts et les autres dispositifs spécifiques aux opérations de manœuvre; 

c) composer les coupes pour le triage d’une rame par lancement ou par la gravité; 

d) regrouper les wagons stationnant sur une même voie (« ratissage »). 

2.4 Agent chargé de la formation et de l’expédition des trains 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «agent chargé de la formation et de 

l’expédition des trains » sont principalement les suivantes. 

Être à même de savoir appliquer les règles de l’art, notamment : 

a. repérer et communiquer les caractéristiques des véhicules ferroviaires et des chargements : 

1° effectuer les opérations nécessaires pour le repérage d’un transport exceptionnel; 

2° déterminer et communiquer le niveau de protection à attribuer aux véhicules et agir en conséquence; 

3° repérer le matériel dont le bandage des roues est rouillé, communiquer l’information; 

b. si le système de gestion de la sécurité le prévoit, effectuer certaines tâches de visite technique limitée et 

d’entretien du matériel afin de repérer les avaries et irrégularités faciles à découvrir, telles que spécifiées dans les règles 

internes de l’UI concerné (y inclus rédiger, apposer et transmettre les données relatives aux étiquettes d’avarie et de 

fragilité). 

c. appliquer les règles relatives au freinage et à l’immobilisation des véhicules et convois : 

1° repérer les différents alternateurs automatiques et manuels, adapter les alternateurs « voyageurs/marchandises » 

et « vide/chargé »; 

2° déterminer le type d’essai des freins à effectuer selon les circonstances; 

3° effectuer les essais des freins (minimum : essais de continuité, de raccordement, de l’accouplement de freinage, 

de fonctionnement sur une rame en manœuvre) y compris dans des cas particuliers tels que transports d’explosifs, 

véhicules avariés ainsi que l’essai de continuité de la conduite d’alimentation; 

4° transcrire et transmettre le bulletin de freinage au conducteur ainsi que bordereau de composition; 

5° composer les coupes pour le triage d’une rame par lancement ou par la gravité; 

d. connaître les règles de la signalisation de queue d’un convoi; 

e. appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

f. (dé)composer les convois ferroviaires : 

1° respecter les règles d’incorporation et de classement des véhicules imposées par des impératifs d’ordre 

technique et de sécurité particuliers (vitesse maximale en fonction du matériel et/ou du chargement, marchandises 

dangereuses, transports exceptionnels, avaries, etc.); 

2° mettre en ordre la queue d’un train en ce qui concerne l’attelage, les conduites, les signaux; 

3° effectuer la préparation d’une rame au triage (« démaillage ») 

4° faire franchir un passage à niveau en toute sécurité; 

5° savoir utiliser des blocs d’arrêts et les autres dispositifs spécifiques aux opérations de manœuvre; 

6° regrouper les wagons stationnant sur une même voie (« ratissage ») 

7° assurer la sécurité des agents non concernés et du public; 

8° assurer la couverture d’un obstacle; 

9° réagir au constat du franchissement irrégulier d’un signal; 





locaux.


2.5 Agent chargé de la gestion des opérations administratives relatives à la manœuvre, desserte d’installations, 

formation et expédition des trains 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «agent chargé de la gestion des opérations 

administratives relatives à la manœuvre, desserte d’installations, formation et expédition des trains » sont 

principalement les suivantes : 

a. distinguer le matériel autorisé dans les divers types de parcours et sur les itinéraires autorisés; 

b. comprendre les diverses indications figurant sur le matériel, sur les chargements, sur les documents de transport 

(y compris électroniques); 

c. appliquer les règles relatives à la composition des convois; 

d. interpréter les indications figurant sur les étiquettes de danger, sur les étiquettes d’avarie, sur les étiquettes 

« FRAGILE », à les rédiger et à les apposer sur les chargements concernés; 

e. établir et transmettre le bulletin de freinage; 

f. établir et transmettre le bulletin de triage; 

g. établir et transmettre le bulletin de composition; 

h. savoir transmettre toutes les informations nécessaires aux destinataires prévus et ce, par les différents moyens 

prévus (papier, télex, téléfax, bandes magnétiques, courrier informatique, etc.); 

i. assurer la tenue à jour de toutes les écritures relatives aux envois et pouvoir en garantir la traçabilité; 

j. assurer le suivi administratif des acheminements et pouvoir en garantir la traçabilité; 

k. transmettre l’annonce de composition; 

l. réaliser l’acceptation des transports, notamment les envois de marchandises dangereuses; 

m. appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

n. déterminer le régime et le pourcentage de freinage d’un train et en déduire la vitesse autorisée. 

2.6 Agent chargé de la desserte des appareils de voie et des installations de signalisation 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «agent chargé de la desserte des appareils 

de voie et des installations de signalisation » sont principalement les suivantes : 

a. connaître et savoir appliquer la réglementation générale, les consignes, les protocoles locaux, les instructions 

locales temporaires, etc.; 

b. connaître les installations à desservir, les divers itinéraires pouvant être parcourus, les particularités de certaines 

installations, etc.; 

c. connaître les différentes opérations à réaliser ou pouvant être réalisées, les appareils à desservir (aiguillages, 

aiguilles de déraillement, taquets, passages à niveau, slots, poste(s) d’aiguilleur, etc.); 

d. connaître les diverses procédures à appliquer selon les circonstances et les conditions de travail (échange 

d’annonces, échange de communications formalisées, mesures spéciales à prendre en situation anormale ou perturbée, 

etc.); 

e. être à même de respecter les programmes de circulation des trains, des rames, des dessertes; 

f. être à même de respecter les diverses affectations des voies desservies; 

g. pouvoir établir ou pouvoir faire établir les itinéraires en toute sécurité et suffisamment tôt pour éviter les 

ralentissements, les entraves, les arrêts inutiles ou toute autre perturbation, y compris celle(s) ayant des conséquences 

dans les zones opérationnalisées par le GI ou par un autre UI; 

h. coordonner les mouvements dans son secteur d’intervention (manœuvres, départs, réceptions, etc.); 

i. connaître et savoir appliquer les mesures de protection adéquates à l’égard des personnes, du matériel et des 

transports; 

j. surveiller la marche des parcours, leur composition, leur conformité (entre autres, la présence du disque de 

queue, l’état des chargements, etc.); 

k. assurer la desserte de dispositifs locaux ou application de procédures locales pour le franchissement de passages 

à niveau; 

l. savoir interpréter et pouvoir appliquer les dispositions reprises dans des protocoles de desserte ou dans des 

documents techniques; 

m. appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

n. en situation perturbée : 

1° alerter les services concernés (GI, l’UI ou les UI s’ils sont plusieurs à prester simultanément, les services de 

secours, etc.); 

2° savoir prendre toute(s) mesure(s) de nature à prévenir ou réduire les conséquences et propre(s) à hâter le retour 

à la situation normale; 

3° appliquer les procédures prévues en cas de dérangement(s) aux divers systèmes d’opérationnalisation. 

2.7 Agent chargé de la visite technique complète du matériel roulant, spécialité «marchandise » 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «agent chargé de la visite technique 

complète du matériel roulant, spécialité «marchandise »»sont principalement les suivantes : 

a. rechercher, localiser les avaries et les anomalies éventuelles aux véhicules susceptibles de compromettre la 

sécurité et la fiabilité du transport ainsi qu’engager des mesures en vue d’y remédier; 

b. appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

c. vérifier la conformité des chargements; 

d. vérifier l’efficacité des dispositifs de freinage; 

e. assurer le maintien des traces de son travail; 

f. assurer sa propre protection lors de sa présence sur l’infrastructure; 

g. marques, inscriptions et moyens de réforme : 

1° vérifier si les véhicules correspondent aux caractéristiques de la circulation à effectuer; 

2° vérifier les dates des opérations périodiques; 

3°évaluer l’importance des anomalies signalées (étiquette de réforme apposée antérieurement, carnet de bord, etc.) 

et donner les suites utiles;


83221 

4° utiliser les moyens de réforme (étiquettes, carnet de bord, etc.); 


h. infrastructure du véhicule : 

1° vérifier l’état : 

a) du châssis des véhicules et des bogies; 

b) de la suspension; 

c) des organes de roulement; 

d) des organes d’accouplement; 

e) des organes de choc, 

en recherchant des indices extérieurs faisant douter du bon état des organes cachés; 

2° vérifier la réalisation correcte des attelages (liaisons mécanique, pneumatique, électrique, etc.); 

i. système de freinage : 

1° vérifier l’intégrité de la timonerie et l’état des pièces constitutives du frein; 

2° vérifier la position des commandes : 

a) des robinets d’isolement des freins; 

b) des robinets d’arrêt; 

c) des dispositifs « vide-chargé »et « marchandise-voyageur »; 

3° s’assurer du desserrage du (des) frein(s) à main (sauf instructions contraires); 

j. superstructure : 

1° s’assurer de l’intégrité extérieure de la caisse, de l’état de ses éléments constitutifs et, si nécessaire, de leur mise 

en position adéquate; 

2° s’assurer de l’intégrité intérieure de la caisse et de l’état de ses aménagements; 

3° s’assurer que les parties mobiles sont en position adéquate et que leurs organes de guidage et d’immobilisation 

sont efficaces et enclenchés; 

k. chargements : 

1° s’assurer de la stabilité, de la bonne répartition et de l’arrimage correct des chargements ordinaires et 

exceptionnels; 

2° vérifier qu’il n’y a pas de perte de marchandises; 

3° vérifier que les moyens de conservation (agrès, etc.) sont bien utilisés; 

l. essais des freins : 

1° conduire un essai de frein avec la locomotive de remorque; 

2° réaliser un essai de frein à l’aide d’installations fixes; 

3° effectuer un essai de frein dans des cas particuliers tels que le transport d’explosifs, la présence de véhicules 

avariés, l’essai de continuité de la conduite générale d’alimentation; 

m. petits travaux et interventions sur le matériel : 

exécuter certains travaux simples pour remettre le matériel en ordre de marche (remplacement de blocs de frein, 

boyau pneumatique, tendeurs d’attelage, etc.); 

n. dresser un rapport : 

1° rapporter avec précision aux services compétents les avaries, défectuosités et autres anomalies; 

2° communiquer suivant les procédures appropriées et en utilisant les moyens adéquats (radio, téléphone, 

formulaires, informatique, etc.). 

2.8 Agent chargé de la visite du matériel roulant, spécialité «voyageur » 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «agent chargé de la visite du matériel 

roulant, spécialité «voyageur »»sont principalement les suivantes : 

a. rechercher et localiser les avaries et les anomalies éventuelles aux véhicules susceptibles de compromettre la 

sécurité et la fiabilité du transport ainsi qu’engager des mesures en vue d’y remédier; 

b. appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

c. vérifier l’efficacité des dispositifs de freinage; 

d. assurer le maintien des traces de son travail; 

e. assurer sa propre protection lors de sa présence sur l’infrastructure; 

f. marques, inscriptions et moyens de réforme : 

1° vérifier si les véhicules correspondent aux caractéristiques de la circulation à effectuer; 

2° vérifier les dates des opérations périodiques; 

3°évaluer l’importance des anomalies signalées (étiquette de réforme apposée antérieurement, carnet de bord, etc.) 

et donner les suites utiles; 

4° utiliser les moyens de réforme (étiquettes, carnet de bord, etc.); 

g. infrastructure du véhicule : 

1° vérifier l’état : 

a) du châssis des véhicules et des bogies; 

b) de la suspension; 

c) des organes de roulement; 

d) des organes d’accouplement; 

e) des organes de choc, 

en recherchant des indices extérieurs faisant douter du bon état des organes cachés; 

2° vérifier la réalisation correcte des attelages (liaisons mécanique, pneumatique, électrique, etc.); 

h. système de freinage : 

1° vérifier l’intégrité de la timonerie et l’état des pièces constitutives du frein;


2° vérifier la position des commandes : 

a) des robinets d’isolement des freins; 

b) des robinets d’arrêt; 

c) des dispositifs « vide-chargé »et « marchandise-voyageur »; 

3° s’assurer du desserrage du (des) frein(s) à main (sauf instructions contraires); 

i. accouplement 

1° accouplement et désaccouplement d’un train à une installation fixe pour l’alimentation en énergie 3kV pour 

voiture et prises fixes 400 V; 

2° connaissance de tous les coupleurs entre les voitures et être en mesure de réaliser un accouplement et un 

désaccouplement correct entre les voitures. 

j. superstructure : 

1° vérifier le bon fonctionnement des portes, être capable d’isoler une porte défectueuse; 

2° connaître l’alimentation en énergie du matériel roulant; 

3° connaître les installations WC du matériel roulant, pouvoir isoler un WC défectueux. 

k. essais des freins : 

1° conduire un essai de frein avec la locomotive de remorque; 

2° réaliser un essai de frein à l’aide d’installations fixes; 

3° effectuer un essai de frein dans des cas particuliers tels que la présence de véhicules avariés, l’essai de continuité 

de la conduite générale d’alimentation; 

l. petits travaux et interventions sur le matériel : 

exécuter certains travaux simples pour remettre le matériel en ordre de marche (remplacement de blocs de frein, 

boyau pneumatique, tendeurs d’attelage, etc.); 

m. dresser un rapport : 

1° rapporter avec précision aux services compétents les avaries, défectuosités et autres anomalies; 

2° communiquer suivant les procédures appropriées et en utilisant les moyens adéquats (radio, téléphone, 

formulaires, informatique, etc.). 

2.9 Sous-chef de gare spécialité «voyageur » surveillance et desserte des quais et faisceaux de garage. 

a. Les connaissances particulières requises en matière de sécurité sont : 

appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel. 

b. Responsabilité du service des manœuvres : 

1° parfaite connaissance des installations locales desservies; 

2° connaissance théorique et pratique (savoir faire) des opérations à réaliser (manœuvres en rame poussée, en rame 

tirée, etc.) 

3° connaissance des règlements généraux et locaux y relatifs; 

4° capacité àorganiser les tâches à réaliser; 

5° coordonner l’activité du personnel de l’UI (conducteur, agent préposé àla manœuvre) dans sa zone d’action 

(aussi vis-à-vis du personnel du GI et du personnel d’autres éventuels UI); 

6° capacité àéchanger les informations prévues et nécessaires (avec le personnel du GI, avec le personnel de l’UI 

(conducteur), avec le personnel d’autres UI, etc..) en vue de garantir la sécurité des circulations, la régularité du trafic 

et l’exécution optimale des tâches; 

7° repérer et communiquer les caractéristiques des véhicules ferroviaires : 

a) distinguer le matériel autorisé dans les trains de type voyageurs (matériel remorqué, AM, autorails, rames TGV); 

b) interpréter les signes conventionnels et les inscriptions portés par les véhicules; 

c) si le système de gestion de la sécurité le prévoit, effectuer certaines tâches de visite technique limitée du matériel 

afin de repérer les avaries et irrégularités faciles à découvrir, telles que spécifiées dans les règles internes de l’UI 

concerné. 

d) pouvoir lire et savoir comprendre la signification des étiquettes de danger; 

e) déterminer et communiquer le niveau de protection à attribuer aux véhicules, agir en conséquence; 

f) repérer le matériel dont le bandage des roues est rouillé, communiquer l’information; 

8° constater la présence de marchandises dangereuses; le cas échéant, appliquer les recommandations de la carte 

de danger; 

9° assurer sa propre protection, et celle d’autres personnes lors de sa présence sur l’infrastructure ferroviaire; 

10° connaître et appliquer les vérifications essentielles et les procédures à opérer avant de commander une 

manœuvre; 

11° appliquer les règles relatives au freinage et à l’immobilisation des véhicules et convois (confirmer la réalisation 

au GI et au personnel de l’UI préposé aux manœuvres) : 

a) repérer et manipuler un robinet d’isolement, une valve de purge; 

b) comprendre la signification des indicateurs techniques (freins, charge, etc...) et savoir prendre les mesures 


c) repérer les différents alternateurs automatiques et manuels, adapter les alternateurs manuels « plaine/montagne », 

« voyageurs/marchandises », « vide/chargé »; 

d) déterminer le type d’essai des freins à effectuer selon les circonstances; 

e) effectuer les essais des freins (minimum : essais de continuité (type D) et complet (type E), de l’accouplement de 

freinage, de rame en manœuvre); 

f) classer les véhicules dans une rame; 

g) déterminer le régime et le pourcentage de freinage d’une rame et en déduire la vitesse autorisée; 

h) transmettre la composition d’un train au conducteur lorsque spécifié dans les règles internes de l’EF; 

i) repérer, contrôler et manœuvrer un frein à main;


83223 

j) distinguer, contrôler et utiliser les différents types et séries de blocs d’arrêt; 

k) effectuer les immobilisations provisoire et complémentaire des véhicules et des rames, déterminer le nombre de 


l) supprimer une immobilisation; 

m) réagir correctement en cas d’échappement de véhicules; 

n) connaître les règles de la signalisation de queue d’un convoi; 

12° composer et décomposer les convois ferroviaires : 

a) accoupler et désaccoupler les véhicules; 

b) respecter les règles d’incorporation et de classement des véhicules imposées par des impératifs d’ordre 



c) déterminer la longueur d’une rame; 

d) mettre en ordre la queue d’un train en ce qui concerne l’attelage, les conduites, les signaux; 

e) commander la préparation d’une rame en manœuvre; 

f) commander le déplacement et l’arrêt des véhicules et des rames : 

i. reconnaître les différents aspects d’un signal d’arrêt fixe; 

ii. reconnaître les différents panneaux de signalisation; 

iii. reconnaître les signaux mobiles optiques et acoustiques; 

g) transmettre des ordres au conducteur : verbalement, par signaux acoustiques, par gestes, par desserte de 

l’accouplement de freinage, par radio; 

h) assurer la desserte de dispositifs locaux ou application de procédures locales pour le franchissement de passages 

à niveau; 

i) respecter la marche à vue; 

j) placer un aiguillage manœuvré àpied d’œuvre dans la position désirée (uniquement dans les zones où la 

desserte des aiguillages par EF est autorisée); 

k) vérifier un itinéraire (aiguillages, croisements) uniquement dans les zones où la desserte des aiguillages par l’UI 

est autorisée); 

l) savoir réaliser l’accouplement/désaccouplement de matériel roulant (liaisons mécaniques, électriques, 

pneumatiques, passerelles, soufflets, etc..); 

m) vérifier qu’une manœuvre peut être entamée en ce qui concerne le matériel et la coordination entre les 

intervenants; 

n) accorder l’autorisation nécessaire pour l’exécution de certains mouvements (manœuvre en voie principale, 


o) assurer la sécurité des agents non concernés et du public; 

p) assurer la couverture d’un obstacle. 

c. surveillance générale des quais : 

1° manœuvre IOT aux trains avec allège non accouplée; 

2° manœuvre IOT au matériel où l’accompagnateur de trains de voyageurs ne peut quitter la rame; 

3° transmission des IOT aux Thalys, ICE et Eurostar; 

4° Intervention lors d’un départ irrégulier (dérangement matériel, départ différé); 

5° surveillance des manœuvres à quai (voir spécificités au point a ci-dessus); 

6° surveillance de la préparation des trains à quai (accouplements, désaccouplements à quai); 

7° surveillance générale de la sécurité des voyageurs et des personnes à mobilité réduite et des groupes en 

particulier; 

8° assistance aux victimes en cas d’accident. 

d. Incidents/accidents/détresse : 

1° coordination intervention secours; 

2° aide/assistance pour le placement de l’attelage de secours; 

3° exécution d’un essai de frein; 

4° immobilisation d’une rame; 

5° diffusion de l’information concernant l’immobilisation; 

6° protection de la rame en campagne; 

7° sécurité des voyageurs sur les lieux de l’accident, incident, détresse; 

8° transbordement de la clientèle sur un autre train ou vers bus et taxis; 

9° mise en place de moyens de remplacement pour le transport clientèle, sécurité; 

10° accompagnement en gare du conducteur (installations mal connues, brouillard, etc.). 

2.10 Agent préposé aux manœuvres spécialité «voyageur » 

Les connaissances particulières requises en matière de sécurité, dans le cadre d’exécution du service des 

manœuvres, desserte d’installations, formation de trains, sont : 

a. parfaite connaissance des installations locales desservies; 

b. connaissance théorique et pratique (savoir faire) des opérations à réaliser (manœuvres en rame poussée, en rame 

tirée, etc); 

c. connaissance des règlements généraux et locaux y relatifs; 

d. capacité àéchanger les informations prévues et nécessaires avec le personnel du GI, avec le personnel de l’UI 

(conducteur), avec le personnel d’autres UI, etc..; 

e. repérer et communiquer les caractéristiques des véhicules ferroviaires : 

1° distinguer le matériel autorisé dans les trains de type voyageurs (matériel remorqué, AM, autorails, rames TGV); 

2° interpréter les signes conventionnels et les inscriptions portés par les véhicules;



f. constater la présence de marchandises dangereuses; le cas échéant, appliquer les recommandations de la carte de 

danger; 

g. appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

h. connaître et appliquer les vérifications essentielles et les procédures à opérer avant de commander une 

manœuvre; 

i. connaître la procédure et les règles à respecter pour la desserte correcte de l’accouplement de freinage en cas de 

rame poussée; 

j. appliquer les règles relatives au freinage et à l’immobilisation des véhicules et convois (confirmer la réalisation 

au GI et au personnel de l’UI préposé aux manœuvres) : 

1° repérer et manipuler un robinet d’isolement et une valve de purge; 

2° comprendre la signification des indicateurs techniques (freins, charge, etc...) et savoir prendre les mesures 


3° repérer les différents alternateurs automatiques et manuels, adapter les alternateurs manuels « plaine/montagne », 

« voyageurs/marchandises », « vide/chargé »; 

4° connaître et appliquer le type d’essai des freins à effectuer selon les circonstances; 

5° effectuer les essais des freins (minimum : essais de continuité (type D) et complet (type E), de l’accouplement 

de freinage, de rame en manœuvre); 

6° classer les véhicules dans une rame; 



9° effectuer les immobilisations provisoire et complémentaire des véhicules et des rames, déterminer le nombre de 




12° connaître les règles de la signalisation de queue d’un convoi; 

k. composer et décomposer les convois ferroviaires : 


2° respecter les règles d’incorporation et de classement des véhicules imposées par des impératifs d’ordre 



3° déterminer la longueur d’une rame; 

4° mettre en ordre la queue d’un train en ce qui concerne l’attelage, les conduites et les signaux; 

5° effectuer la préparation d’une rame en manœuvre; 

6° commander le déplacement et l’arrêt des véhicules et des rames : 





l’accouplement de freinage, par radio; 

11° assurer la desserte de dispositifs locaux ou application de procédures locales pour le franchissement de 

passages à niveau; 


13° placer un aiguillage manœuvré àpied d’œuvre dans la position désirée (uniquement dans les zones où la 

desserte par l’UI des aiguillages est autorisée); 

14° vérifier un itinéraire (aiguillages, croisements, etc.) uniquement dans les zones où la desserte par l’UI des 

aiguillages est autorisée; 

15° savoir réaliser l’accouplement/désaccouplement de matériel roulant (liaisons mécaniques, électriques, 

pneumatiques, passerelles, soufflets, etc..); 


intervenants; 

17° requérir l’autorisation nécessaire pour l’exécution de certains mouvements (manœuvre en voie principale, 


18° assurer la sécurité des agents non concernés et du public; 

19° assurer la couverture d’un obstacle; 

l. contrôler la libération des croisements au niveau des traverses d’écartement. 

2.11 Agent chargé des opérations relatives à la desserte des raccordements privés 

Cette fonction ne peut s’exercer que dans les limites strictes définies dans le protocole local signé entre le GI et l’UI. 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «agent chargé des opérations relatives à la 

desserte des raccordements privés » sont principalement les suivantes : 

a. être à même de savoir appliquer les règles de l’art, notamment : 

1° repérer et communiquer les caractéristiques des véhicules ferroviaires et des chargements : 

a) interpréter les signes conventionnels et les inscriptions portés par les véhicules; 

b) interpréter les étiquettes d’avarie; 

c) interpréter les étiquettes de fragilité; 

d) pouvoir lire et savoir comprendre la signification des étiquettes de danger; 

2° constater la présence de marchandises dangereuses, le cas échéant, appliquer les recommandations de la carte 

de danger et utiliser le livre-code des marchandises dangereuses;


83225 

3° assurer sa propre protection et, s’il dirige une équipe, celle des agents sous sa responsabilité lors de sa présence 


4° connaître et appliquer les vérifications essentielles à opérer avant de commander une manœuvre; 

5° appliquer les règles relatives au freinage et à l’immobilisation des véhicules et convois : 

a) repérer et manipuler un robinet d’isolement et une valve de purge; 

b) comprendre la signification des indicateurs techniques (freins, charge, etc.) et savoir prendre les mesures 


c) effectuer les essais des freins sur une rame en manœuvre; 

d) classer les véhicules dans une rame; 

e) repérer, contrôler et manœuvrer un frein à main; 

f) distinguer, contrôler et utiliser les différents types et séries de blocs d’arrêt; 

g) effectuer les immobilisations provisoire et complémentaire des véhicules et des rames, déterminer le nombre de 


h) supprimer une immobilisation; 

i) réagir correctement en cas d’échappement de véhicules; 

6° (dé)composer les convois ferroviaires : 

a) accoupler et désaccoupler les véhicules; 

b) déterminer la longueur d’une rame; 

c) commander le déplacement et l’arrêt des véhicules et des rames; 

d) reconnaître les différents aspects d’un signal d’arrêt fixe; 

e) reconnaître les différents panneaux de signalisation; 

f) reconnaître les signaux mobiles optiques et acoustiques; 

g) transmettre des ordres au conducteur : verbalement, par signaux acoustiques, par gestes, par desserte de 


h) respecter la marche à vue; 

i) placer un aiguillage manœuvré àpied d’œuvre dans la position désirée; 

j) vérifier un itinéraire (aiguillage, croisements, etc.); 

k) s’avoir réaliser l’accouplement/désaccouplement de matériel roulant (liaisons mécaniques, électriques, 


l) vérifier qu’une manœuvre peut être entamée en ce qui concerne le matériel et la coordination entre les 

intervenants; 

m) connaître les installations à desservir et les opérations à réaliser; 

n) pouvoir établir les itinéraires en toute sécurité et les vérifier; 

o) connaître la desserte et savoir appliquer les procédures locales relatives aux appareils de voie et de signalisation 


locaux; 

b. être à même d’assurer la desserte de matériel roulant hors sillons autorisé à circuler sur l’infrastructure 

ferroviaire belge conformément à l’arrêté royal du 2013 portant adoption des exigences applicables au matériel roulant 

n’utilisant pas de sillons, notamment : 

1° être capable de conduire seul en toute sécurité en respectant la signalisation et la réglementation qui lui a été 

communiquée; 

2° s’assurer, en effectuant les vérifications et tests prévus, que l’engin est en état d’assurer son service; 

3° effectuer la visite extérieure de l’engin; 

4° vérifier le fonctionnement du freinage de l’engin moteur avant toute mise en mouvement; 

5° identifier les indicateurs de non conformité, les différencier et réagir selon leur importance respective, en 


6° assurer les liaisons nécessaires avec d’autres personnes pour signaler les anomalies et demander éventuellement 


7° assurer l’immobilisation du train et le garer en toute sécurité; 

8° se conformer aux procédures de communication éventuellement en vigueur. 

Le titulaire de cette fonction ne peut pas assurer la desserte d’un engin moteur autorisé àcirculer sur le réseau 

ferroviaire belge conformément aux dispositions de l’arrêté ministériel du 30 juillet 2010 portant adoption des exigences 

applicables au matériel roulant pour l’utilisation des sillons. 

2.12 Agent chargé de la desserte d’une installation (atelier, poste d’entretien, etc.) 

Cette fonction ne peut s’exercer que dans les limites strictes définies dans le protocole local signé entre le GI et l’UI. 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «agent chargé de la desserte d’une 

installation » sont principalement les suivantes : 

a. être à même de savoir appliquer les règles de l’art, notamment : 

1° assurer sa propre protection et, s’il dirige une équipe, celle des agents sous sa responsabilité lors de sa présence 


2° connaître et appliquer les vérifications essentielles à opérer avant de commander une manœuvre; 



5° effectuer les immobilisations provisoire et complémentaire des véhicules, déterminer le nombre de freins à main 

et/ou de blocs d’arrêt nécessaires; 




9° commander le déplacement et l’arrêt des véhicules;








15° placer un aiguillage manœuvré àpied d’œuvre dans la position désirée; 

16° vérifier un itinéraire (aiguillage, croisements, etc.); 

17° s’avoir réaliser l’accouplement/désaccouplement de matériel roulant (liaisons mécaniques, électriques, 



intervenants; 





locaux; 

b. être à même d’assurer la desserte d’un engin moteur, dans le cadre de mouvement de manœuvre, notamment : 

1° être capable de conduire seul en toute sécurité en respectant la signalisation et la réglementation qui lui a été 

communiquée; 

2° s’assurer, en effectuant les vérifications et tests prévus, que l’engin est en état d’assurer son service; 

3° effectuer la visite extérieure de l’engin; 

4° vérifier le fonctionnement du freinage de l’engin moteur avant toute mise en mouvement; 

5° identifier les indicateurs de non conformité, les différencier et réagir selon leur importance respective, en 


6° assurer les liaisons nécessaires avec d’autres personnes pour signaler les anomalies et demander éventuellement 


7° assurer l’immobilisation du train et le garer en toute sécurité; 

8° se conformer aux procédures de communication éventuellement en vigueur. 

2.13 La fonction de sécurité «agent responsable de l’exécution des travaux » 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «agent responsable de l’exécution des 

travaux » sont principalement les suivantes : 

a. prendre les mesures prescrites pour sécuriser le chantier et assurer la sécurité du trafic ferroviaire et du 

personnel; 

b. diriger et organiser le travail de la brigade; 

c. surveiller l’exécution des travaux; 

d. pouvoir utiliser le carnet de sécurité pour travaux ; 

e. autoriser l’introduction des trains de travaux sur la voie mise hors service; 

f. prendre les mesures nécessaires pour sécuriser la circulation des trains de travaux sur la voie mise hors service; 

g. prendre les mesures nécessaires pour faire franchir les passages à niveau en toute sécurité lorsque des trains de 

travaux circulent sur la voie mise hors service; 

h. s’assurer du bon état de l’installation avant la remise en service de la voie; 

i. autoriser ou interdire l’empiétement dans le gabarit d’une voie en service après avoir appliqué les mesures de 

sécurité prévues; 

j. autoriser, après avoir pris les mesures de sécurité nécessaires, d’autres services à effectuer des travaux sur la voie 

déjà mise hors service; 

k. remettre la voie en service après que tous les services auxquels il a donné l’autorisation de travailler sur la voie 

mise hors service, lui aient communiqué la fin des travaux et le bon état des installations; 

l. pouvoir utiliser le carnet de sécurité pour un parcours; 

m. connaître la procédure téléphonique de mise hors service et de remise en service d’une voie; 

n. si les travaux font l’objet d’une Instruction Locale Temporaire, appliquer les mesures qu’elle mentionne; 

o. prendre les mesures nécessaires dans le cas de travaux, autres que ceux repris ci-dessus, modifiant les conditions 

de sécurité; 

p. appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

q. appliquer les mesures prévues en cas de travaux à un aiguillage en service; 

r. appliquer la procédure d’accès vers une voie hors service. 

Certaines de ces connaissances sont spécifiques à des catégories déterminées de personnel comme reprises dans le 

système de gestion de la sécurité du GI. 

2.14 La fonction de sécurité «répartiteur courant de traction » 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «répartiteur du courant de traction » sont 


a. assurer l’alimentation de la caténaire par une exploitation efficace des sous-stations, postes de sectionnement, 

postes d’alimentation et sectionneurs; 

b. posséder une connaissance approfondie : 

1° du fonctionnement des appareils et de leurs schémas des connexions; 

2° de la composition des caténaires et du schéma de la liaison électrique des caténaires; 

3° des différents règlements et des différentes instructions concernant l’exploitation des sous-stations, des postes 

de sectionnement, des postes d’alimentation et du réseau de caténaires; 

c. donner l’ordre de circuler avec les pantographes abaissés;


83227 

d. prendre les mesures prévues pour assurer la sécurité du personnel; 

e. être à même de comprendre immédiatement la signification de tout dérangement; 

f. gérer à distance les installations; 

g. couper le courant, mettre la caténaire hors et sous tension; 

h. assurer le suivi des déclenchements des protections et rechercher les causes; 

i. garantir la régularité du trafic ferroviaire en prenant les mesures nécessaires en cas de dérangements; 

j. coordonner la collaboration avec le Traffic Control et les postes de signalisation; 

k. appeler du personnel en cas d’avaries; 

l. appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

m. en cas de constatation ou d’annonce d’un accident, d’un obstacle, d’une électrocution ou d’un risque de 

collision : 

1° couper la tension et/ou mettre la caténaire de la zone concernée hors tension; 

2° appliquer les procédures prévues pour informer les postes de signalisation, les autres répartiteurs, les 

régulateurs de lignes et le personnel technique sur la ligne. 

2.15 La fonction de sécurité «agent d’escorte des trains de travaux » 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité«agent d’escorte des trains de travaux » sont 


a. connaître et pouvoir appliquer les dispositions générales du livret de sécurité; 

b. effectuer les opérations relatives à la formation des trains : 

1° assurer la desserte d’aiguillages manœuvrés à pied d’œuvre; 

2° manœuvre des taquets d’arrêt ou des aiguilles de déraillement; 

3° exécuter des manœuvres ordinaires, commandées par signaux optiques ou par radio; 

4° effectuer la visite technique limitée des véhicules et détecter les anomalies « facilement décelables »; 

5° rédiger, apposer et transmettre une étiquette d’avarie; 

6° accoupler l’engin moteur; 

7° enlever les dispositifs d’immobilisation d’une rame; 

8° exécuter les essais de freins prévus; 

9° mettre en ordre la partie arrière d’un train; 

10° positionner les alternateurs « vide-chargé», « marchandises-voyageurs »; 

11° placer, faire l’essai et utiliser le dispositif de freinage d’urgence; 

12° vérifier les conditions de freinage, composition, vitesse, charge du train, etc.; 

13° rédiger et remettre au conducteur les documents nécessaires conformément à la réglementation en vigueur; 

c. connaître la procédure et les règles à respecter pour la desserte correcte de l’accouplement de freinage en cas de 

rame poussée; 

d. pouvoir lire et savoir comprendre la signification des étiquettes de danger; 

e. faire franchir un passage à niveau en toute sécurité; 

f. escorter un train vers, sur et d’une voie hors service : 

1° repérer les limites d’une voie hors service (identification des signaux) et retenir les particularités du tronçon 

(zones de circulation à vitesse réduite, régime des passages à niveau, etc.); 

2° reconnaître les signaux mobiles d’arrêt, signaux de vitesse et signaux s’adressant à la traction électrique; 

3° faire avancer et arrêter la marche à vue, faire respecter les signaux et la vitesse lors des mouvements en rame 

poussée, par signaux visuels et par radio; 

4° réaliser l’immobilisation provisoire et définitive d’une rame; 

5° utiliser l’appareillage d’annulation des zones d’annonce des passages à niveau; 

6° franchir un passage à niveau avec un train de travaux; 

7° désaccoupler un engin moteur; 

g. effectuer les contrôles et actions adaptés lors de situations anormales, d’incidents ou d’accidents : 

1° provoquer l’arrêt du train si la sécurité est compromise; 

2° appliquer les mesures lors de la survenance d’un fait motivant une restriction de vitesse; 

3° couvrir un obstacle (couverture à distance et couverture rapprochée); 

4° vérifier le caractère complet d’un train qui ne présente pas le signal de queue réglementaire; 

5° transmettre une « déclaration de détresse » rédigée par un conducteur; 

6° trouver et utiliser les moyens de communications disponibles; 

7° pouvoir constater le franchissement irrégulier d’un signal et réagir en conséquence; 

8° constater la présence de matières dangereuses et appliquer les recommandations de la carte de danger; 

h. réaliser, le cas échéant, des opérations normalement dévolues au chef de travail : 

1° vérifier un train de travaux au point de vue de la composition; 

2° faire adapter les alternateurs « vide-chargé» et corriger le bulletin de freinage du conducteur en cas de 

modification des conditions de freinage ou de charge d’un wagon; 

i. pouvoir assurer l’échange des communications imposées par le GI pour entrer dans une zone d’infrastructure en 

respectant l’exécution et l’accomplissement de toutes les mesures prévues par les protocoles locaux; 

j. avoir les connaissances théorique et pratique ainsi que la capacité d’appliquer des consignes et protocoles locaux 

d’utilisation de l’infrastructure ferroviaire; 

k. appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

l. effectuer les opérations administratives relatives à la formation et l’expédition des trains. 

2.16 La fonction de sécurité «garde barrière »


Les connaissances suivantes sont nécessaires à l’exercice de la fonction de sécurité «garde barrière » : 

a. être apte à préparer les documents, l’outillage et le matériel nécessaires au gardiennage; 

b. pouvoir compléter correctement les carnets du garde barrière; 

c. appliquer les procédures de communication concernant les passages à niveau; 

d. connaître les échanges d’annonces requises; 

e. être capable de transmettre toutes les annonces reçues via la ligne « passage à niveau » ; 

f. connaître la procédure « organiser le gardiennage »; 

g. connaître la procédure «fin gardiennage »; 

h. être à même d’interdire la circulation routière au niveau du passage à niveau dans les situations dégradées 

(dérangement à la fermeture des barrières, feux éteints, etc.); 

i. pouvoir inscrire les constatations éventuelles dans le registre des constatations, instructions et ordres; 

j. savoir répondre immédiatement et impeccablement à tout appel téléphonique; 

k. connaître la procédure « travaux »; 

l. appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

m. être capable, en cas de constatation ou à l’annonce d’un accident, d’un obstacle ou d’un risque de collision, de : 

1° transmettre oralement l’alerte aux postes de signalisation ainsi qu’aux autres passages à niveau gardés; 

2° placer sur chaque voie un signal mobile d’arrêt appuyé d’un pétard; 

3° interdire la circulation routière. 

2.17 La fonction de sécurité «factionnaire » 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «factionnaire » sont principalement les 

suivantes : 

a. avoir une connaissance suffisante des lieux de travail (plans des voies, pistes de circulation, sens des circulations, 

vitesse de référence au lieu de chantier, distance de visibilité, etc.); 

b. connaître l’ensemble des tâches dévolues à la fonction : 

1° surveiller l’approche des circulations; 

2° détecter l’arrivée des parcours et leur sens de circulation; 

3° connaître et utiliser en temps utile les dispositifs d’alerte; 

4° s’assurer à tout moment que la distance de visibilité nécessaire est préservée et qu’ainsi, le délai d’annonce peut 

être respecté; 

5° détecter les situations critiques et pouvoir prendre les mesures d’urgence adaptées; 

c. connaître les prescriptions à appliquer en cas de situation perturbée ou en cas d’accident; 

d. appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

e. connaître les prescriptions à appliquer en cas de mauvaises conditions atmosphériques (brouillard, tempête de 

neige, visibilité insuffisante, etc.). 

2.18 La fonction de sécurité «agent du mouvement Infrabel » 

a. Agent du mouvement affecté àun poste de signalisation 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «agent du mouvement affecté àun poste 

de signalisation » sont principalement les suivantes : 

1° connaître les mesures prescrites pour se déplacer en toute sécurité sur l’infrastructure ferroviaire; 

2° concernant les véhicules ferroviaires : 

a) repérer les véhicules ferroviaires et connaître les inscriptions et signes qu’ils portent; 

b) connaître la signification des étiquettes de danger; 

c) connaître la signification des étiquettes d’avarie; 

3° pouvoir lire et comprendre un plan schématique de signalisation; 

4° connaître l’organisation du service des trains; 

5° appliquer les procédures en matière de communication de sécurité; 

6° manœuvrer correctement les appareils de voie sur le terrain; 

7° posséder une connaissance approfondie des signaux fixes et mobiles; 

8° assurer la sécurité et le suivi du trafic en respectant les sillons et l’ordre de priorité; 

9° connaître les conditions de départ d’un train; 

10° connaître les signaux portés par un train et les conditions auxquelles la queue d’un train doit répondre; 

11° connaître les conditions spécifiques de suppression ou de détournement d’un train; 

12° repérer un transport exceptionnel et pouvoir appliquer les mesures de sécurité prescrites; 

13° prendre les mesures prescrites pour assurer la sécurité du personnel occupé dans les dépendances du chemin 

de fer ou dans ses environs; 

14° comprendre et pouvoir appliquer les mesures prescrites dans l’instruction locale, l’instruction professionnelle, 

le tableau des positions d’aiguillages, le tableau des itinéraires et/ou la fiche d’itinéraires ainsi que dans les instructions 

locales temporaires; 

15° savoir utiliser le registre des constatations et instructions; 

16° savoir utiliser les documents de sécurité; 

17° posséder une connaissance approfondie de la technologie, des équipements et de la configuration des voies du 

poste de signalisation; 

18° connaissance des lignes desservies et des block-systems applicables au poste de signalisation; 

19° utilisation et application des procédures opérationnelles de secours; 

20° connaître et pouvoir appliquer les consignes de sécurité concernant : 

a) la circulation d’un véhicule léger; 

b) la circulation d’un tracteur lourd remorquant au moins un véhicule léger;


83229 

c) la circulation d’un véhicule avec bandages rouillés; 

d) la circulation d’un convoi remorquant au moins un véhicule avec un écartement entre essieux supérieur à 26,5m; 

e) les rails rouillés; 

21° assurer la sécurité en cas de service à voie unique et de circulation à contre-voie; 

22° appliquer les mesures de sécurité prescrites au poste de signalisation en cas de dérangement d’un aiguillage; 

23° disposer des connaissances nécessaires pour mettre une voie, un tronçon de voie ou une ligne hors service 

conformément à la procédure prescrite; 

24° appliquer les mesures de sécurité pour la mise hors service d’une voie; 

25° savoir utiliser un carnet de sécurité pour travaux; 

26° appliquer les mesures de sécurité prescrites pour autoriser un train de travaux sur une voie mise hors service 

et permettre à un train de travaux de quitter une voie mise hors service; 

27° remettre les voies en service et reprendre la desserte normale; 

28° prendre les mesures prévues en cas d’empiétement sporadique dans le gabarit; 

29° prendre les mesures nécessaires pour provoquer l’arrêt d’urgence d’un train; 

30° appliquer les mesures de sécurité prescrites en cas d’incidents, de détresse, d’accidents et de situations 

anormales; 

31° connaître les principes de la caténaire; 

32° actionner des interrupteurs T et TS à la demande du répartiteur courant de traction; 

33° prendre les mesures de sécurité prévues en cas d’avarie ou de travaux à la caténaire; 

34° maîtriser la réglementation en matière de raccordements travaux; 

35° intervenir sur place en cas de dérangement des appareils de voies (dérangements aiguillage, actionner 

interrupteurs sur demande répartiteur courant de traction, etc.); 

36° posséder une connaissance approfondie des consignes et protocoles locaux; 

37° être à même de prendre les mesures adéquates en cas de dérangements, d’inversion du sens de la circulation 

et de transports exceptionnels; 

38° sécuriser le lieu d’un train en détresse ou d’un accident à distance ou sur place et autoriser la reprise de la 

marche après l’état d’alerte ou l’accident; 

39° prendre toutes les mesures nécessaires en cas de dépassement illicite d’un signal; 

40° prendre les mesures de sécurité spécifiques en cas d’interruption des communications de block; 

41° prendre les mesures spécifiques en cas d’accident impliquant des marchandises dangereuses; 

42° appliquer les mesures de sécurité prescrites lorsque le signal de queue fait défaut ou est éteint; 

43° prendre les mesures nécessaires en cas d’échappement de véhicules; 

44° prendre les mesures de sécurité adéquates en cas de détection d’une boîte chaude; 

45° disposer des connaissances nécessaires pour modifier un itinéraire en toute sécurité; 

46° appeler les services techniques pour remédier à des dérangements; 

47° posséder une connaissance approfondie du fonctionnement des passages à niveau automatiques et gardés ainsi 

que des mesures à prendre en cas de dérangements; 


49° en cas de constatation ou à l’annonce d’un accident, d’un obstacle ou d’un risque de collision : 

a) interdire l’accès à la voie, au tronçon de voie, à la section de ligne ou de voie; 

b) si possible lancer l’alerte; 

c) informer le Traffic Control, les répartiteurs courant de traction concernés, les autres postes de signalisation 

concernés et le personnel sur la ligne (gardes-barrières, etc.). 

b. Agent du mouvement affecté au Traffic Control 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «agent du mouvement affecté au Traffic 

Control » sont principalement les suivantes : 

1° contrôler la régularité du trafic ferroviaire; 

2° respecter l’ordre de priorité des trains, en fonction des besoins; 


4° gérer l’ordre des mouvements en cas de circulation à voie unique; 

5° connaître et pouvoir appliquer les principes des temps d’attente; 

6° décider, en fonction des desiderata des EF, du maintien ou de la suppression de correspondances; 

7° appliquer les procédures prévues en cas de dérangements; 

8° en cas de dérangements ou de situations anormales sur la ligne, avertir le conducteur de train via la liaison 

sol-train ou le GSM-R; 

9° appeler les services techniques pour remédier à des dérangements; 

10° échanger des ordres de blocage avec les blocks en cas de service à voie unique et de circulation à contre-voie 

pour décharger la section de voie; 


12° pouvoir appliquer et annuler correctement un cas caténaire; 

13° pouvoir provoquer l’arrêt d’urgence d’un train; 

14° appliquer les procédures de sécurité; 

15° prendre les mesures prévues pour garantir la sécurité des services de secours et/ou des personnes à proximité 

des voies; 

16° veiller à l’échange des informations correctes entre les postes de signalisation, les conducteurs de train et le 

personnel d’accompagnement en cas de situation gravement perturbée; 

17° en cas de constatation ou à l’annonce d’un accident, d’un obstacle ou d’un risque de collision : 

a) lancer l’alerte;


b) informer les postes de signalisation, les répartiteurs courant de traction et autres régulateurs de lignes concernés; 

c) si nécessaire, expédier des trains techniques de secours; 

18° appliquer les mesures de sécurité prescrites en cas d’incidents, de détresse, d’accidents et de situations 

anormales; 


20° connaître les conditions spécifiques de suppression ou de détournement d’un train; 

21° posséder une connaissance approfondie des consignes et protocoles; 


23° prendre les mesures spécifiques en cas d’accident impliquant des marchandises dangereuses. 

2.19 Les fonctions de sécurité «signaleur » et « opérateur » 

a. Un signaleur est affecté àun : 

1° poste de signalisation entièrement mécanique : toutes les commandes (aiguillages + signaux) sont mécaniques; 

2° poste de signalisation électromécanique : les commandes sont partiellement électriques et partiellement 

mécaniques; 

3° poste de signalisation électrique : toutes les commandes sont électriques; 

4° poste de signalisation tout relais : des boutons-poussoirs actionnent des relais qui commandent la manœuvre. 

b. Un opérateur est affecté àun Poste de Commande Électronique (PCE) : 

1° PCE/RZ : les relais sont commandés par ordinateur; 

2° PCE/PLP : commande des aiguillages et signaux par ordinateur (plus besoin de salle de relais). 

c. Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité «signaleur » et « opérateur » sont 


1° connaître les mesures prescrites pour se déplacer en toute sécurité dans les dépendances du chemin de fer; 


3° repérer les véhicules ferroviaires et connaître les inscriptions et signes qu’ils portent; 

4° posséder une connaissance approfondie des signaux fixes et mobiles; 

5° assurer la sécurité et le suivi du trafic en respectant les sillons et l’ordre de priorité; 

6° connaître les conditions de départ d’un train; 

7° connaître les signaux portés par un train et les conditions auxquelles la queue d’un train doit répondre; 

8° repérer un transport exceptionnel; 

9° prendre les mesures prescrites pour assurer la sécurité du personnel occupé dans les dépendances du chemin 

de fer ou dans ses environs; 

10° comprendre et pouvoir appliquer les mesures prescrites dans l’instruction locale, l’instruction professionnelle, 

le tableau des positions d’aiguillages, le tableau des itinéraires et/ou la fiche d’itinéraire ainsi que dans les instructions 

locales temporaires; 

11° pouvoir utiliser le registre des constatations, instructions et ordres; 

12° posséder une connaissance approfondie de la technologie, de l’équipement et de la configuration des voies du 

poste de signalisation; 

13° connaissance des lignes desservies et des block-systems applicables au poste de signalisation; 

14° connaître et pouvoir appliquer les consignes de sécurité concernant : 

a) la circulation d’un véhicule léger; 

b) la circulation d’un tracteur lourd remorquant au moins un véhicule léger; 

c) la circulation d’un véhicule avec bandages rouillés; 

d) la circulation d’un convoi remorquant au moins un véhicule avec un écartement entre essieux supérieur à 26,5m; 

e) les rails rouillés; 

15° connaître les principes concernant le fonctionnement des passages à niveau automatiques et gardés et de leur 

franchissement en toute sécurité; 

16° bloquer le trafic en cas de service à voie unique et de circulation à contre-voie; 

17° connaître les mesures de sécurité prescrites pour autoriser un train de travaux sur une voie hors service et 

permettre à un train de travaux de quitter la voie mise hors service; 

18° appliquer les mesures prévues en cas d’empiétement sporadique dans le gabarit; 

19° connaître les mesures nécessaires pour provoquer l’arrêt d’urgence d’un train; 

20° connaître les mesures de sécurité prescrites en cas d’incidents, de détresse, d’accidents et de situations 

anormales; 

21° connaître les restrictions en cas d’avarie ou de travaux à une caténaire; 

22° posséder une connaissance approfondie des consignes et protocoles locaux; 

23° connaître les mesures adéquates en cas de dérangements, d’inversion du sens de la circulation et de transports 

exceptionnels; 

24° connaître les mesures de sécurité spécifiques en cas d’interruption des communications de block; 

25° connaître les mesures de sécurité prescrites si un signal de queue fait défaut ou est éteint; 

26° connaître les mesures nécessaires en cas d’échappement de véhicules; 

27° prendre les mesures spécifiques en cas d’accident impliquant des marchandises dangereuses; 




31° appliquer les procédures en matière de communication de sécurité. 

2.20 La fonction de sécurité «signaleur mobile »


83231 

Les signaleurs mobiles sont uniquement prévus dans le district Nord-est de la zone portuaire d’Anvers. Ils exercent 

les activités de signaleur, d’agent de manœuvre et de chargeur. 

Les connaissances particulières à l’exécution de la fonction de sécurité«signaleur mobile » sont principalement les 

suivantes : 

a. connaître et pouvoir appliquer la réglementation générale, les consignes, les protocoles locaux ainsi que les 

instructions locales temporaires; 

b. connaître les installations à desservir, les divers itinéraires pouvant être parcourus, les particularités de 

l’installation; 

c. connaître les différentes opérations à réaliser ou pouvant être réalisées, les appareils à desservir (aiguillages, 

aiguilles de déraillement, taquets, passages à niveau, slots, postes d’aiguilleur, etc.); 

d. connaître les diverses procédures à appliquer (échange d’annonces, échange de communications formalisées, 

mesures spécifiques à prendre en situation normale et anormale, etc.); 

e. être à même d’exécuter le mouvement prévu et les dessertes; 

f. coordonner les mouvements dans son secteur d’intervention (manœuvres, départs, réceptions, etc.); 

g. connaître les mesures prescrites pour se déplacer en toute sécurité dans les dépendances du chemin de fer; 

h. véhicules ferroviaires : 

1° repérer les véhicules ferroviaires et connaître les inscriptions et signes qu’ils portent; 

2° connaître la signification des étiquettes de danger; 

3° connaître la signification des étiquettes d’avarie; 

i. prendre les mesures prescrites pour assurer la sécurité du personnel occupé dans les dépendances du chemin de 

fer ou dans ses environs; 

j. assurer le suivi des mouvements, pouvoir en rendre compte; 

k. en cas de constatation ou à l’annonce d’un accident, d’un obstacle ou d’un risque de collision, informer les postes 

de signalisation, les répartiteurs courant de traction et autres régulateurs de lignes concernés; 

l. appliquer les mesures de sécurité prescrites en cas d’incidents, de détresse, d’accidents et de situations 

anormales; 

m. connaître les principes concernant le fonctionnement des passages à niveau et de leur franchissement en toute 

sécurité; 

n. connaître l’organisation du service des trains; 

o. connaître les block-systems qui sont d’application; 

p. connaître les mesures à prendre lors de l’exécution des manœuvres; 

q. prendre les mesures spécifiques en cas d’accident impliquant des marchandises dangereuses; 

r. connaître les principes de la caténaire; 

s. appliquer les règles relatives à la sécurité du personnel; 

t. exécuter les manœuvres conformément à la réglementation prescrite. 


ALBERT 

Par le Roi : 




M. WATHELET 

Notes 

(1) Dans le cadre du présent point, les fonctions de sécurité en relation avec la formation des trains ou dont la tâche 

est d’autoriser le mouvement des trains, sont : 

• responsable du service des manœuvres; 

• agent d’escorte des trains de marchandises; 

• agent chargé de la manœuvre; 

• agent chargé de la formation et l’expédition des trains; 

• agent chargé de la desserte des appareils de voie et des installations de signalisation (dans la limite des accords 

passés entre les EF et le GI); 

• agent chargé de la visite technique complète du matériel roulant , spécialité «marchandise »; 

• agent chargé de la visite du matériel roulant, spécialité «voyageur »; 

• sous-chef de gare spécialité «voyageur » - surveillance et desserte des quais et faisceaux de garage; 

• agent préposé aux manœuvres spécialité «voyageur »; 

• agent chargé des opérations relatives à la desserte des raccordements privés; 

• agent chargé de la desserte d’une installation (atelier, poste d’entretien, etc.); 

• agent responsable de l’exécution des travaux; 

• répartiteur courant de traction; 

• agent d’escorte des trains de travaux; 

• garde barrière; 

• factionnaire; 

• agent du mouvement; 

• opérateur et signaleur; 

• signaleur mobile.


(2 ) Dans le cadre du présent point, la fonction de sécurité qui n’est pas en relation avec la formation des trains ou 

dont la tâche n’est pas d’autoriser le mouvement des trains, est : 

• agent chargé de la gestion des opérations administratives relatives à la manœuvre, la desserte d’installations, la 

formation et l’expédition des trains. 

Annexe 4 à l’arrêté royal du 9 juillet 2013 déterminant les exigences applicables au personnel de sécurité 

Annexe 4 : suspension préventive


83233 


ALBERT 

Par le Roi : 




M. WATHELET 

Bijlage 1 bij het koninklijk besluit van 9 juli 2013 

tot vaststelling van de vereisten van toepassing op het veiligheidspersoneel 

BIJLAGE 1 : BESTUURDER 

INHOUDSTAFEL 

1. MEDISCHE EN PSYCHOLOGISCHE CRITERIA 

2. TE VERWERVEN BEKWAAMHEDEN 

3. VERGUNNING VAN BESTUURDER 

4. ATTEST VAN LIJNKENNIS 

5. ATTEST VAN MATERIEELKENNIS 


1.1 Vóór de aanstelling 

a. Minimuminhoud van het medisch onderzoek 

1° een algemeen medisch onderzoek; 

2° een onderzoek van de zintuiglijke functies : zicht, gehoor, kleurwaarneming; 

3° een urine- of bloedonderzoek ter opsporing van suikerziekte en andere aandoeningen als geïndiceerd door 

klinisch onderzoek; 

4° de opsporing van drugsgebruik; 

5° het medisch onderzoek vóór de aanstelling moet een elektrocardiogram in rust omvatten.


b. Algemene criteria 

Het personeel mag geen veiligheidstaken uitvoeren indien de waakzaamheid is aangetast door alcohol, drugs of 

psychotrope geneesmiddelen. 

Het personeel mag niet lijden aan medische aandoeningen of medische behandelingen ondergaan die de volgende 

incidenten kunnen veroorzaken : 

1° een plotseling bewustzijnsverlies; 

2° een waakzaamheids- of concentratiestoornis; 

3° een plotselinge ongeschiktheid; 

4° een evenwichts- of coördinatiestoornis; 

5° een aanzienlijke mobiliteitsbeperking. 

c. Gezichtscriteria 

1° gezichtsscherpte op verre afstand, met of zonder hulpmiddelen : 1,0 (binoculair); minstens 0,5 voor het zwakste 

oog; als men een bril nodig heeft, is men verplicht die te dragen; 

2° maximale correctie : verziendheid +5D/bijziendheid -8D. De erkende arbeidsgeneesheer kan in uitzonderlijke 

gevallen en na raadpleging van een oogarts waarden buiten dit bereik accepteren; 

3° zicht op gemiddelde afstand en nabij : voldoende, met of zonder hulpmiddelen; 

4° contactlenzen zijn toegestaan; 

5° UV-filterlenzen zijn toegestaan; 

6° gekleurde contactlenzen en fotochromatische lenzen zijn niet toegestaan; 

7° volledig normale kleurwaarneming : gebruik van een erkende test, zoals de Ishihara-test; 

8° normaal gezichtsveld (geen afwijkingen die de te verrichten taak nadelig beïnvloeden); 

9° zicht voor beide ogen (binoculair) : aanwezig; 

10° fusie : aanwezig; 

11° contrastgevoeligheid : goed; 

12° geen progrediënte oogziekten; 

13° oogimplantaten, keratotomieën en keratectomieën zijn toegestaan op voorwaarde dat een jaarlijkse of een door 

de arbeidsgeneesheer voorgeschreven periodieke controle wordt uitgevoerd; 

14° dwingend voorschrift voor bril- en lensdragers : steeds een reservebril ter beschikking hebben. 

d. Gehoorcriteria 

Een voldoende gehoor, aangetoond met een toonaudiogram : 

1° voldoende goed gehoor om een telefoongesprek te voeren en waarschuwingstonen en radioberichten te horen; 

2° de volgende waarden dienen tot richtsnoer te worden genomen die alleen worden gegeven ter info : 

a) het gehoorverlies mag niet groter zijn dan 40 dB bij 500 en 1000 Hz; 

b) het gehoorverlies aan het oor met de slechtste geluidsvoortplanting mag niet groter zijn dan 45 dB bij 2000 Hz; 

3° geen anomalieën van het vestibulair systeem; 

4° geen chronische spraakgebreken (berichten moeten luid en duidelijk kunnen worden uitgewisseld); 

5° aan de gehooreisen moet zonder hoorapparaat worden voldaan. In bepaalde gevallen kan het gebruik van 

hoorapparatuur op medisch advies worden toegestaan. 

e. Antropometrie 

De lichaamsmaten van het personeel moeten zodanig zijn dat rollend materieel veilig kan worden gebruikt. De 

bestuurders mogen niet worden verplicht of toegestaan bijzondere typen van rollend materieel te besturen indien hun 

lengte, gewicht of andere lichaamseigenschappen een risico opleveren. 

f. Zwangerschap 

Bij een lage tolerantie of een pathologische aandoening moet zwangerschap worden beschouwd als een tijdelijke 

grond voor uitsluiting. 

De werkgever moet zich ervan vergewissen dat de wettelijke voorschriften ter bescherming van zwangere 

werkneemsters worden nageleefd. 

g. Psychologische beoordelingen 

Het doel van de psychologische beoordeling is de spoorwegonderneming inzicht te verschaffen in de mate waarin 

het personeel uit cognitief, psychomotorisch, gedragsmatig en persoonlijkheidsoogpunt in staat is zijn taak veilig te 

vervullen. 

Bij het vaststellen van de inhoud van de psychologische beoordeling moet de psycholoog minstens rekening 

houden met de volgende criteria die relevant zijn voor elke veiligheidsfunctie : 

1° Cognitieve criteria : 

a) aandacht en concentratie, 

b) geheugen, 

c) waarnemingsvermogen, 

d) redeneringvermogen, 

e) communicatie. 

2° Psychomotorische criteria : 

a) reactiesnelheid, 

b) bewegingscoördinatie. 

3° Gedrags- en persoonlijkheidscriteria : 

a) zelfbeheersing, 

b) handelingsbetrouwbaarheid, 

c) zelfstandigheid, 

d) waakzaamheid. 

Als de psycholoog één van de bovenstaande criteria weglaat, moet hij zijn beslissing verantwoorden en staven.


83235 

1.2 Periodiek onderzoek 

a. Frequentie van het periodiek onderzoek 

1° om de 3 jaar voor personeel tot 60 jaar; 

2° jaarlijks voor personeel vanaf 60 jaar. 

De arbeidsgeneesheer moet de periodiciteit van de onderzoeken verhogen als hij dat gezien de gezondheidstoestand 

van het betrokken personeelslid nodig acht. 

b. Minimuminhoud van het periodiek onderzoek 

De periodieke gespecialiseerde onderzoeken moeten minimaal de volgende elementen omvatten : 


2° onderzoeken van de zintuiglijke functies (zicht, gehoor, kleurwaarneming); 

3° een urine- of bloedonderzoek in verband met suikerziekte en andere aandoeningen als geïndiceerd door klinisch 

onderzoek; 

4° de opsporing van drugsgebruik, indien daarvoor een klinische reden bestaat; 

5° elk periodiek medisch onderzoek van personeel van 40 jaar en ouder moet een ECG in rust omvatten. 

1.3 

Aanvullende medische onderzoeken en/of psychologische beoordelingen 

a. Naast de periodieke medische onderzoeken moet een aanvullend specifiek medisch onderzoek en/of een 

aanvullende psychologische beoordeling worden uitgevoerd wanneer er aannemelijke redenen zijn om aan de 

medische of psychologische geschiktheid van een personeelslid te twijfelen of wanneer er redelijke vermoedens van 

drugsgebruik of alcoholmisbruik bestaan. Dat kan in het bijzonder nodig zijn na een incident of ongeval dat aan 

menselijk falen te wijten is. 

b. De werkgever moet een medisch onderzoek aanvragen na ziekteverlof van langer dan 30 dagen. Waar de 

beschikbare medische gegevens erop wijzen dat de werknemer zijn taak normaal kan vervullen, volstaat een 

beoordeling door de arbeidsgeneesheer op basis van beschikbare medische informatie. 

1.4 Psychologische bijstand 

De werkgever moet passende zorg verstrekken aan het personeelslid dat getraumatiseerd wordt tijdens de 

uitvoering van zijn functie. 


2.1 Lijnkennis, kennis van krachtvoertuigen en van het rollend materieel 

De bestuurder moet : 

a. in staat zijn om alleen en in alle veiligheid, op een gekend traject, de trein waarvoor hij bevoegd is verklaard te 

besturen met inachtneming van : 

1° de seininrichting en de reglementering, met inbegrip van de tijdelijke elementen en de bijzondere situaties 

(Bericht van Tijdelijke Snelheidsbeperking, versperring, hinder op de sporen, ...); 

2° de dienstregeling in normale verkeersomstandigheden; 

b. in staat zijn om de trein volgens de regels van de kunst te besturen; 

c. over voldoende kennis van de onderdelen van het rollend materieel (draagstel, rollagers, reminrichting, ...) 

beschikken; 

d. in staat zijn om beschadigingen aan het krachtvoertuig of aan het rollend materieel vast te stellen en de 

herstellingen uit te voeren waarvoor hij bekwaam is geacht; 

e. kunnen beslissen over de voorwaarden waaronder een konvooi kan voortrijden in geval van beschadiging of 

incident; 

f. de betekenis van de gevaarsetiketten en de merktekens op het materieel te lezen en te begrijpen. 

2.2 Geschiktheid voor bepaalde taken 

Door zijn technische kennis, gebaseerd op de algemene onderrichtingen en rekening houdend met de voor de 

infrastructuur geldende voorschriften, moet de bestuurder in staat zijn om hoofdzakelijk de volgende taken uit te 

voeren : 

a. vóór het vertrek de voorgeschreven controles uitvoeren, meer bepaald met betrekking tot het tractievermogen 

van de voertuigen; 

b. zich klaarmaken voor zijn opdracht : 

1° door vooraf en tijdig de uit te voeren dienst en de bijhorende documenten te raadplegen (dienstregelingen, 

wijzigingen aan de reisweg of aan seininrichting, tijdelijke snelheidsbeperkingen, enz.); 

2° door zich de belangrijkste punten voor de geest te halen op basis van de gegevens in verband met de uit te 

voeren dienst; 

3° door afhankelijk van de uit te voeren dienst, de juiste uitrusting te kiezen (kleding, documenten en 

basisuitrusting); 

4° door zich voor te bereiden om zijn voertuig onder gunstige omstandigheden te besturen door een gepaste 

levenswijze aan te nemen die strookt met de wettelijke vereisten; 

5° door de geschiktheid van het krachtvoertuig na te gaan : 

a) door na te gaan of het krachtvoertuig beantwoordt aan de bijzonderheden van de uit te voeren opdracht; 

b) door de aanduidingen op de boorddocumenten van het krachtvoertuig te controleren; 

c. de voorgeschreven controles en proeven uitvoeren om zich ervan te vergewissen dat het voertuig in staat is om 

de sleping te waarborgen, op het punt van : 

1° trekkracht; 

2° veiligheidsinrichtingen, zoals, in voorkomend geval : automatische waakinrichting, seinherhaling, snelheidscontrole, 

stuurpostsignalisatie, toestel voor registratie van de ritgegevens, seingevings- en veiligheidstoebehoren, enz.; 

3° de eventueel voorgeschreven gewone preventieve onderhoudsverrichtingen uitvoeren (spuien, controle van de 

niveaus, afwezigheid van lekken, enz.); 

d. de uitwendige schouwing van het krachtvoertuig uitvoeren (remblokken, koppelingen, verbindingsslangen, 

lichten, enz.);


e. helpen bij de controle van de werking van de reminrichtingen : 

1° de werking van de remmen van het krachtvoertuig controleren vóór het in beweging brengen; 

2° rekening houden met de aard van de op de trein uit te voeren remproef; 

3° helpen bij de controle van de werking van de remmen van de trein vóór het vertrek; 

4° tijdens de rit de werking van de remmen controleren; 

f. de krachtvoertuigen op bekwame en veilige wijze besturen met inachtneming van de seinen alsook de toegelaten 

snelheden, en rekening houdend met de voorgeschreven dienstregelingen : 

1° vóór het vertrek van de trein : 

a) uitvoeren van de bewegingen van de krachtvoertuigen, rangeringen, (ont)koppelingen van voertuigen volgens 

de ontvangen bevelen en de seinen, in alle veiligheid voor het personeel en de voertuigen; 

b) eventueel inschakelen van de inrichtingen voor verlichting, klimaatregeling enz. vanuit het krachtvoertuig; 

2° bij het vertrek van de trein : 

a) indien nodig de voorschriften van het vertrekstation raadplegen; 

b) de trein pas in beweging zetten als alle reglementaire voorwaarden zijn vervuld (dienstregeling, vertrekbevel of 

-sein, enz.); 

c) bij het starten van de trein alle verplichtingen op het vlak van veiligheid, adhesie en vermogen in acht nemen; 

3° tijdens de rit : 

a) op elk ogenblik zijn positie op de lijn kennen, alsook de stations, sporen, vertakkingen, hellingen en 

maximumsnelheden van het bereden traject (zie punt 1 hiervoor - lijnkennis); 

b) op elk ogenblik de aard van de rit bepalen, alsook de door de reglementering opgelegde maximumsnelheid en 

de lijngegevens; 

c) op een actieve manier de seinen in acht nemen (laterale of stuurpostsignalisatie), ze zonder aarzeling of 

vergissing herkennen en de voorgeschreven handelingen uitvoeren; 

d) gebruik maken van de remmen om in alle veiligheid te vertragen en te stoppen, hierbij zorg dragend voor het 

rollend materieel en het comfort van de reizigers of de vervoerde vracht; 

e) de rit van het konvooi zo regelen dat het beantwoordt aan de dienstregeling en de eventuele energiebesparende 

richtlijnen, rekening houdend met de kenmerken van het krachtvoertuig, de trein, de lijn en het milieu; 

f) de in de dienstregeling voorgeschreven of opgelegde haltes naleven en eventueel tijdens die stilstanden de 

verrichtingen op het vlak van de reizigersdienst uitvoeren (bijvoorbeeld het openen en sluiten van de deuren); 

g) in alle veiligheid rijden wanneer een bijzondere wijze van exploitatie wordt voorgeschreven : bijzonder verkeer 

op bevel, tijdelijke snelheidsbeperkingen, rit op tegenspoor, overschrijdingsbevel gesloten sein, enz.; 

h) de automatische waakinrichting en de rijcontroller bedienen en controleren, de boordinstrumenten in het oog 

houden en bedienen : 

i de werkruimte in de stuurpost op een rationele manier inrichten; 

ii het geheel van de automatische waakinrichting, stuur- en controle-inrichtingen waarover hij beschikt zonder 

aarzeling of vergissing gebruiken volgens de geldende voorschriften; 

iii in de voorziene gevallen de claxon gebruiken om de veiligheid van de reizigers of het wegverkeer te 

waarborgen; 

iv op elk ogenblik de belangrijkste parameters van de werking van de trein kennen en een juist beeld hebben van 

de gevolgen van de verschillende besturingshandelingen op die werking, in het bijzonder op de veiligheidsautomatismen; 

i) zo spoedig mogelijk de technische storingen en exploitatiestoringen alsook de ongewone gebeurtenissen op het 

traject opmerken en lokaliseren en, in voorkomend geval, de wagons en/of de voertuigen onderzoeken om de 

beschadigingen en gebreken op te sporen, de veiligheid van de trein of een hindernis te waarborgen en een beroep te 

doen op hulp van buitenaf of alarm te slaan : 

i de storingen opsporen : 

- voortdurend waakzaam blijven; 

- in de mate waarin dat tijdens de besturing van de trein mogelijk is, letten op ongewone voorvallen op het vlak 

van infrastructuur en omgeving : seinen, sporen, energievoorziening, overwegen, omgeving van het spoor, ander 

verkeer, aanwezigheid van personen of dieren, enz.; 

- letten op ongewone voorvallen in verband met het bestuurde krachtvoertuig; 

- aanwijzingen van niet-conformiteit identificeren, ze onderscheiden en erop reageren volgens hun respectief 

belang, waarbij in alle gevallen voorrang wordt gegeven aan de veiligheid van het spoorverkeer, van personen en 

goederen; 

ii bij storingen de nodige maatregelen treffen : 

- bij elke afwijking de reglementaire procedures toepassen en meer bepaald maatregelen nemen om, telkens 

wanneer dat nodig is, de veiligheid van het verkeer en van personen te waarborgen, of de maatregelen nu dringend 

of met uitstel worden genomen; 

- in voorkomend geval de voertuigen, het spoor of de energievoorzieningsinstallaties onderzoeken om 

onregelmatigheden op te sporen en er de gevolgen van te beoordelen. Bij de uitvoering van deze controle de 

veiligheidsvoorschriften naleven; 

- de nodige contacten opnemen met andere personen om de onregelmatigheden te melden en eventueel de nodige 

hulp te vragen, met gebruik van de verschillende beschikbare communicatiemiddelen; 

- kleinere storingen verhelpen en maatregelen nemen om complexere storingen aan de voertuigen op te lossen : 

* de diagnose stellen van de aard en de gevolgen van de vastgestelde onregelmatigheden, eventueel met 

toepassing van de vooraf opgemaakte technische documenten en met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften; 

* indien nodig, kleinere interventies uitvoeren om incidenten met de krachtvoertuigen en het getrokken materieel 

te verhelpen; 

* de omstandigheden beoordelen waarin de trein na een incident alleen kan verder rijden of getrokken kan worden 

(meer bepaald zijn maximumsnelheid); 

* indien nodig, hulp vragen met toepassing van de door de IB voorgeschreven procedures;


83237 

* hulp bieden aan een andere door een incident getroffen trein; 

- de trein in alle veiligheid immobiliseren en op een zijspoor plaatsen : 

* bij een stilstand, maatregelen nemen om te waarborgen dat de trein zich niet ontijdig in beweging zet, zelfs in 

de meest ongunstige omstandigheden; 

* de bij aankomst van de trein voorgeschreven verrichtingen en controles uitvoeren; 

- mondeling en/of schriftelijk verslag uitbrengen over de uitvoering van zijn opdracht, in het bijzonder bij 

ongewone voorvallen, door middel van nauwkeurige verslagen : 

* de IB op elk ogenblik nauwkeurig kunnen inlichten over de belangrijkste voorvallen tijdens de rit van zijn trein 

en over de vastgestelde onregelmatigheden, waarbij hij de voor zijn gesprekspartner nuttige gegevens vermeldt; 

* de voorgeschreven communicatiemiddelen gebruiken : telefoon, radio, formulieren, enz., waarbij hij zich ervan 

vergewist dat zijn gesprekspartner hem goed heeft begrepen; 

* de van kracht zijnde communicatieprocedures naleven; 

* de vaststellingen van onregelmatigheden vermelden op de eventueel bij het krachtvoertuig horende technische 

documenten; 

* bij aankomst in de uitwijkplaats van het voertuig of op het einde van de dienst, schriftelijk en/of mondeling de 

nodige inlichtingen verstrekken over de uitvoering van zijn opdracht en de ongewone voorvallen nauwkeurig 

beschrijven. 

3. VERGUNNING VAN BESTUURDER


4. ATTEST VAN LIJNKENNIS 

(1) Bij de invulling van de vakjes van het attest van lijnkennis mogen enkel de nummers van de lijnen en/of 

lijngedeeltes gebruikt worden zoals ze opgenomen zijn in de gegevens gepubliceerd door de infrastructuurbeheerder 

overeenkomstig de artikelen 21 tot 23 van de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de 

spoorweginfrastructuur . 

De aanduiding van een lijnnummer betekent dat de bestuurder ook de vereiste kennis heeft van de 

afwijkingsreisweg(en). De voorziene afwijkingsreiswegen zijn opgenomen in de gegevens gepubliceerd door de 

infrastructuurbeheerder overeenkomstig de artikelen 21 tot 23 van de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik 

van de spoorweginfrastructuur. Ongebruikte vakjes worden doorgehaald. 

(2) Bij de invulling van deze vakjes mogen enkel de omschrijvingen van de lijngedeeltes en benamingen van de 

stations voorkomen zoals ze opgenomen zijn in de gegevens gepubliceerd door de infrastructuurbeheerder 

overeenkomstig de artikelen 21 tot 23 van de wet van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de 

spoorweginfrastructuur.


83239 

5. ATTEST VAN MATERIEELKENNIS 

(1) Bij de invulling van deze vakjes mogen enkel de gegevens voorkomen zoals ze opgenomen zijn in de gegevens 

gepubliceerd door de infrastructuurbeheerder overeenkomstig de artikelen 21 tot 23 van de wet van 4 december 2006 

betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur .Ongebruikte vakjes worden vóór de aflevering van het attest 

doorgehaald. 

(2) Enkel in te vullen voor de werktuigen die geen eigendom zijn van de infrastructuurbeheerder. 

Gezien om te worden gevoegd bij ons besluit van 9 juli 2013 tot bepaling van de vereisten van toepassing op het 

veiligheidspersoneel. 

ALBERT 


De Minister van Binnenlandse Zaken, 


De Staatssecretaris voor Mobiliteit, 

M. WATHELET




BIJLAGE 2 : BEGELEIDER VAN REIZIGERSTREINEN 

INHOUDSTAFEL 



3. ATTEST VAN BEGELEIDER VAN REIZIGERSTREINEN 

4. ATTEST VAN BEROEPSKENNIS 








4° de opsporing van drugsgebruik. 




Het personeel mag niet lijden aan medische aandoeningen of medische behandelingen ondergaan die kunnen 

leiden tot : 









2° maximale correctie : verziendheid +5D/bijziendheid -8D. De erkende arbeidsgeneesheer kan in uitzonderlijke 





6° gekleurde contactlenzen en fotochromatische lenzen zijn niet toegestaan; 

7° normale kleurwaarneming (maximaal 4 fouten) bij gebruik van een erkende test, zoals de Ishihara-test, en zo 

nodig aangevuld met een andere erkende test (Fansworth); 




11° contrastgevoeligheid : goed; 




14° dwingend voorschrift voor bril- en lensdragers : steeds een reservebril ter beschikking hebben. 



2° een voldoende gehoor, aangetoond met een toonaudiogram : 

a) voldoende goed gehoor om een telefoongesprek te voeren en waarschuwingstonen en radioberichten te horen; 

b) de volgende waarden dienen tot richtsnoer te worden genomen en alleen ter info worden gegeven : 

i. het gehoorverlies mag niet groter zijn dan 40 dB bij 500 en 1000 Hz; 

ii. het gehoorverlies aan het oor met de slechtste geluidsvoortplanting mag niet groter zijn dan 45 dB bij 2000 Hz. 

e. Zwangerschap 


grond voor uitsluiting. De werkgever moet zich ervan vergewissen dat de wettelijke voorschriften ter bescherming van 

zwangere werkneemsters worden nageleefd. 

f. Antropometrie 

De lichaamsmaten van het personeel moeten zodanig zijn dat het rollend materieel veilig kan worden gebruikt. 

Begeleiders van reizigerstreinen mogen niet verplicht worden of geen toelating krijgen om bepaalde uitrusting van 

rollend materieel te bedienen wanneer hun lichaamslengte, gewicht of andere lichaamseigenschappen dit onveilig zou 

maken. 

g. Psychologische beoordelingen 

Het doel van de psychologische beoordeling is de SO inzicht te verschaffen in de mate waarin het personeel uit 

cognitief, psychomotorisch, gedragsmatig en persoonlijkheidsoogpunt in staat is zijn taak veilig te vervullen. 

Bij het vaststellen van de inhoud van de psychologische beoordeling moet de psycholoog minstens rekening 

houden met de volgende criteria die relevant zijn voor elke veiligheidsfunctie : 

a) Cognitieve criteria : 

i. aandacht en concentratie,


83241 

ii. geheugen, 

iii. waarnemingsvermogen, 

iv. redeneervermogen, 

v. communicatie. 

b) Psychomotorische criteria : 

i. reactiesnelheid, 

ii. bewegingscoördinatie. 

c) Gedrags- en persoonlijkheidscriteria : 

i. zelfbeheersing, 

ii. handelingsbetrouwbaarheid, 

iii. zelfstandigheid, 

iv. waakzaamheid. 

Als de psycholoog één van de bovenstaande criteria weglaat, moet hij zijn beslissing verantwoorden en staven. 



1° om de 3 jaar voor personeel tot 62 jaar; 

2° jaarlijks voor personeel vanaf 62 jaar. 

De arbeidsgeneesheer moet de periodiciteit van de onderzoeken verhogen als hij dat gezien de gezondheidstoestand 

van het betrokken personeelslid nodig acht. 







4° de opsporing van drugsgebruik, indien daarvoor een klinische reden bestaat. 

1.3 Aanvullende medische onderzoeken en/of psychologische beoordelingen 

a. Naast het periodiek medisch onderzoek moet een aanvullend specifiek medisch onderzoek en/of een 




menselijk falen van het betrokken personeelslid te wijten is. 





De werkgever moet passende zorg verstrekken aan het personeelslid dat getraumatiseerd wordt tijdens de 



De bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « begeleider van reizigerstreinen » zijn 

voornamelijk de volgende : 

2.1 de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen; 

2.2 uitvoeren van de verrichtingen met betrekking tot het rollend materieel : 

a. de voorziene remproeven uitvoeren bij de treinen die zijn samengesteld uit gesleept materieel en motorstellen; 

b. de continuïteit van de luchtdrukleidingen controleren; 

c. de op de rijtuigen vermelde aanduidingen aflezen (tarra, lading, rem), de toegestane maximumsnelheid van een 

rijtuig of een motorstel herkennen; 

d. de voertuigen opsporen waarvan de pneumatische ophanging niet werkt en er de bestuurder over inlichten; 

e. de correcte toestand van de koppelingen, vouwbalgen en diverse verbindingen nagaan (verlichting, 

verwarming, enz.); 

f. helpen bij het aansteken en doven van de eindseinen bij het eerste vertrek en bij een defect aan die uitrustingen; 

g. de tijdelijke immobilisatie realiseren van een treinstel met oponthoud; 

h. opmerken wanneer er een beschadigingsetiket is aangebracht dat elke verplaatsing van het voertuig verbiedt; 

i. de gevaarsetiketten kunnen lezen en de betekenis ervan begrijpen; 

j. de vastgestelde gebreken melden; 

k. indien nodig een deur vergrendelen (kopdeur van de trein, deur van niet-bediende stuurpost, enz.); 

l. maatregelen nemen als een deur niet is vergrendeld; 

m. de goede werking van een deur controleren bij het openen en sluiten; 

n. de nodige maatregelen nemen bij beschadiging aan het systeem voor het openen en sluiten van de deuren; 

o. de verrichtingen voor het openen en het sluiten van de deuren uitvoeren; 

p. een deur openen met de noodinrichting; 

2.3 bijdragen tot de veiligheid van de reizigers : 

a. de dagelijkse richtlijnen in verband met de bijzonderheden van het verkeer toepassen; 

b. toezicht houden op het in- en uitstappen, alleen of samen met andere bedienden; 

c. meewerken aan de koppelingsbewerkingen van treinen samengesteld uit motorstellen; 

d. maatregelen nemen voor de reizigers wanneer een gedeelte van de trein niet aan het perron komt; 

e. zorgen voor het kanaliseren van de reizigers in een onbewaakte stopplaats bij verkeer op tegenspoor;


f. gevaarlijk gedrag herkennen en er op passende wijze op reageren; 

2.4 de verschillende communicatiemiddelen kunnen gebruiken (interfoon, gsm, radio, enz.); 

2.5 zorgen voor de communicatie met de bestuurder : 

a. aan de bestuurder de gegevens meedelen in verband met de samenstelling en de remming van de trein; 

b. de mededeling « Verrichtingen Gedaan » aan de bestuurder overgeven, door middel van de daartoe bestemde 

inrichting op het materieel en de vaste inrichting (Aanwijstoestel « verrichtingen gedaan »); 

c. maatregelen nemen als wordt vastgesteld dat de toestellen « Verrichtingen gedaan » gestoord zijn; 

2.6 de passende controles en verrichtingen uitvoeren bij abnormale situaties, incidenten of ongevallen : 

a. nagaan of een reizigerstrein volledig is als hij niet is uitgerust met de reglementaire eindseinen; 

b. reageren op de door de bestuurder gegeven akoestische signalen; 

c. contact opnemen met de bestuurder via de omroepinstallatie; 

d. een door een bestuurder opgesteld noodbericht doorsturen; 

e. een hindernis afdekken (op afstand of ter plaatse afdekken); 

f. een onregelmatige seinoverschrijding vaststellen en er op passende wijze op reageren; 

g. een beschadiging aan de bovenleiding lokaliseren en alarm slaan; 

h. een onderbreking van de bovenleidingsspanning aanvragen; 

i. de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen vaststellen en de aanbevelingen van de gevarenkaart toepassen; 

j. maatregelen nemen bij een ongeval of in geval van brand aan boord; 

k. beschadigingen die de veiligheid in het gedrang brengen aan het bevoegde personeel melden; 

l. weten waar en hoe gebruik kan worden gemaakt van de beschikbare communicatiemiddelen; 

m. een dringend radiobericht versturen via de grond-treinverbinding; 

n. de passagiers van een trein in volle baan evacueren; 

o. passende maatregelen treffen als er alarm geslagen wordt. 

3. ATTEST VAN BEGELEIDER VAN REIZIGERSTREINEN


83243 

4. ATTEST VAN BEROEPSKENNIS 

(1) De kennis of vaardigheid van de houder van het attest wordt bevestigd door middel van een kruisje in de eerste 

kolom. 

(2) In de gegevens gepubliceerd door de infrastructuurbeheerder overeenkomstig de artikelen 21 tot 23 van de wet 

van 4 december 2006 betreffende het gebruik van de spoorweginfrastructuur opgenomen benamingen. 



ALBERT 




De Staatssecretaris van Mobiliteit, 

M. WATHELET




BIJLAGE 3 ANDERE VEILIGHEIDSFUNCTIES 

INHOUDSTAFEL 


2. TE VERWERVEN KENNIS 

2.1 VERANTWOORDELIJKE VAN DE RANGEERDIENST 

2.2 BEGELEIDENDE AGENT GOEDERENTREINEN 

2.3 BEDIENDE BELAST MET HET RANGEREN 

2.4 BEDIENDE BELAST MET HET SAMENSTELLEN EN VERZENDEN VAN TREINEN 

2.5 BEDIENDE BELAST MET HET BEHEER VAN DE ADMINISTRATIEVE TAKEN MET BETREKKING TOT HET 

RANGEREN, BEDIENEN VAN INSTALLATIES, SAMENSTELLEN EN VERZENDEN VAN TREINEN 

2.6 BEDIENDE BELAST MET DE BEDIENING VAN SPOORTOESTELLEN EN SEINPOSTEN 

2.7 BEDIENDE BELAST MET DE VOLLEDIGE TECHNISCHE SCHOUWING VAN HET ROLLEND MATERIEEL, 

SPECIALITEIT « GOEDEREN » 

2.8 BEDIENDE BELAST MET DE SCHOUWING VAN HET ROLLEND MATERIEEL, SPECIALITEIT « REIZI- 

GER » 

2.9 ONDERSTATIONCHEF SPECIALITEIT « REIZIGER » - TOEZICHT EN BEDIENING VAN DE PERRONS EN 

UITWIJKBUNDELS. 

2.10 BEDIENDE BELAST MET DE RANGERINGEN SPECIALITEIT « REIZIGER » 

2.11 BEDIENDE BELAST MET VERRICHTINGEN TOT BEDIENING VAN DE PRIVATE SPOORAANSLUITIN- 

GEN 

2.12 BEDIENDE BELAST MET DE BEDIENING VAN INSTALLATIES (WERKPLAATS, ONDERHOUDSPOST, 

ENZ.) 

2.13 DE VEILIGHEIDSFUNCTIE « VERANTWOORDELIJKE BEDIENDE VOOR DE UITVOERING VAN DE 

WERKEN » 

2.14 DE VEILIGHEIDSFUNCTIE « VERDELER TRACTIESTROOM » 

2.15 DE VEILIGHEIDSFUNCTIE « BEGELEIDENDE AGENT VAN WERKTREINEN » 

2.16 DE VEILIGHEIDSFUNCTIE « OVERWEGWACHTER » : 

2.17 DE VEILIGHEIDSFUNCTIE « SCHILDWACHT » 

2.18 DE VEILIGHEIDSFUNCTIE « BEDIENDE BEWEGING INFRABEL » 

2.19 DE VEILIGHEIDSFUNCTIES « SEINGEVER » EN « OPERATOR » 

2.20 DE VEILIGHEIDSFUNCTIE « MOBIELE SEINGEVER » 


1.1 Voorafgaande opmerking 

Bij de toepassing van de medische criteria opgenomen in de hierna vermelde punten 1.2 en 1.3 moet er een 

onderscheid worden gemaakt tussen twee personeelscategorieën: 

a. het personeel dat ofwel een veiligheidsfunctie uitoefent in verband met de samenstelling van treinen of die de 

taak heeft om de bewegingen van treinen toe te staan, en voor wie de medische criteria strikt van toepassing zijn 1; 

b. het personeel dat niet onder de voorgaande paragraaf valt. Voor deze personeelscategorie beslist de 

arbeidsgeneesheer welke de relevante medische criteria zijn en in welke mate deze van toepassing zijn, rekening 

houdend met de betrokken werkplaats(en). Hierbij gaat hij vooral uit van de risicoanalyse die de werkgever heeft 

uitgevoerd en van zijn eigen kennis van deze werkplaatsen2. 







4° de opsporing van drugsgebruik. 




Het personeel mag niet lijden aan medische aandoeningen of medische behandelingen ondergaan die kunnen 

leiden tot : 









2° maximale correctie : verziendheid +5D / bijziendheid -8D. De erkende arbeidsgeneesheer kan in uitzonderlijke 





6° gekleurde contactlenzen en fotochromatische lenzen zijn niet toegestaan;


83245 

7° normale kleurwaarneming bij gebruik van een erkende test, zoals de Ishihara-test, en zo nodig aangevuld met 

een andere erkende test (Fansworth); 




11° goede contrastgevoeligheid; 




14° voor bril- en lensdragers : indien de drager zich in een situatie bevindt waarin hij in de onmogelijkheid verkeert 

om zijn bril of lenzen te gebruiken (breuk, verlies, enz.), moet de uitoefening van de veiligheidsfunctie onmiddellijk 

worden stopgezet. 



2° een voldoende gehoor, aangetoond met een toonaudiogram : 

a) voldoende goed gehoor om een telefoongesprek te voeren en waarschuwingstonen en radioberichten te horen; 

b) de volgende waarden dienen tot richtsnoer te worden genomen en alleen ter info worden gegeven : 

i. het gehoorverlies mag niet groter zijn dan 40 dB bij 500 en 1000 Hz; 

ii. het gehoorverlies aan het oor met de slechtste geluidsvoortplanting mag niet groter zijn dan 45 dB bij 2000 Hz. 

e. Zwangerschap 


grond voor uitsluiting. De werkgever moet zich ervan vergewissen dat de wettelijke voorschriften ter bescherming van 

zwangere werkneemsters worden nageleefd. 



De SO of de IB bepalen in het kader van hun veiligheidsbeheersysteem de regelmaat van de periodieke 

onderzoeken van hun personeel. 







4° de opsporing van drugsgebruik, indien daarvoor een klinische reden bestaat. 

1.4 Aanvullende medische onderzoeken en/of psychologische beoordelingen 

a. Naast het periodiek medisch onderzoek moet een aanvullend specifiek medisch onderzoek en/of een 




menselijk falen van het betrokken personeelslid te wijten is. 





De werkgever moet passende zorg verstrekken aan het personeelslid dat getraumatiseerd wordt gedurende de 


2. TE VERWERVEN KENNIS 

2.1 Verantwoordelijke van de rangeerdienst 

De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « verantwoordelijke van de 

rangeerdienst » zijn voornamelijk de volgende : 

a. kennis hebben van de installaties en het verkeer; 

b. theoretische en praktische kennis bezitten van de uit te voeren verrichtingen (rangeren, vorming, bediening, 

werking van de zone, enz.); 

c. de betrokken algemene en plaatselijke reglementering kennen; 

d. in staat zijn de uit te voeren taken te organiseren; 

e. in staat zijn de verkeersproblemen, de gevolgen van belangrijke vertragingen of van incidenten, enz. te 

analyseren en anticiperend op te treden en ze zoveel mogelijk te beperken; 

f. de activiteiten van het personeel van de IG in zijn actiezone coördineren (ook tegenover het personeel van de IB 

of van andere mogelijke IG’s); 

g. kennis hebben van en naleven van de regels betreffende bijzonder vervoer (gevaarlijk of uitzonderlijk vervoer, 

enz.) en de te nemen maatregelen om deze te rangeren; 

h. in staat zijn de voorziene en nodige inlichtingen uit te wisselen (met het personeel van de IB, met het personeel 

van de IG, met het personeel van andere IG’s, met klanten, enz.) voor het waarborgen van de veiligheid van de 

bewegingen, de regelmaat van het treinverkeer en de optimale uitvoering van de taken; 

i. in staat zijn de nodige maatregelen te nemen in geval van incident(en), ongeval(len), verstoring of abnormale 

samenstelling van de trein, enz.; 

j. de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen;


k. indien het veiligheidsbeheersysteem dit voorziet : 

1° bepaalde taken met betrekking tot de keuring van het materieel uitvoeren, teneinde de gemakkelijk te 

ontdekken beschadigingen en onregelmatigheden zoals nader omschreven in de interne regelgeving van de betrokken 

IG, op te sporen; 

2° samen met de bestuurder een remtest uitvoeren. 

2.2 Begeleidende agent goederentreinen 

De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « begeleidende agent goederentreinen » 

zijn voornamelijk de volgende : 

a. de verrichtingen uitvoeren met betrekking tot het samenstellen van de treinen; 

b. instaan voor de ter plaatse te bedienen wissels; 

c. openen en sluiten van stuitklampen of ontspoortongen; 

d. gewone, door optische seinen of per radio bevolen rangeringen uitvoeren; 

e. de beperkte technische schouwing van de voertuigen uitvoeren en de « gemakkelijk te ontdekken » 

onregelmatigheden opsporen. Een beschadigingsetiket opmaken, aanbrengen en opsturen; 

f. het krachtvoertuig aankoppelen; 

g. de inrichtingen voor immobilisatie van een treinstel uitschakelen; 

h. de voorziene remproeven uitvoeren; 

i. het treineinde in orde brengen; 

j. de alternatoren « ledig-beladen » en « reizigers-goederen » in de juiste stand plaatsen; 

k. de noodreminrichting plaatsen, testen en gebruiken; 

l. de voorwaarden controleren met betrekking tot remming, samenstelling, snelheid, last van de trein, enz.; 

m. de procedure en de regels voor het correct gebruik van de remkoppeling eerbiedigen bij het opdrukken van een 

stel; 

n. gevaarsetiketten kunnen lezen en de betekenis ervan begrijpen; 

o. een overweg in alle veiligheid overschrijden; 

p. de passende controles en verrichtingen uitvoeren bij abnormale situaties, incidenten of ongevallen : 

1° de trein tot stilstand brengen, indien de veiligheid in het gedrang komt; 

2° de vereiste maatregelen nemen, als om een bepaalde reden een snelheidsbeperking nodig is; 

3° een hindernis afdekken (op afstand en ter plaatse afdekken); 

4° nagaan of een trein volledig is, indien het reglementair eindsein ontbreekt; 

5° een door een bestuurder opgesteld noodbericht doorsturen; 

6° weten waar en hoe gebruik kan worden gemaakt van de alarmtelefoon, de telefoon in een overwegkeet of een 

andere telefoon op de lijn; 

7° een onregelmatige seinoverschrijding vaststellen en er op passende wijze op reageren; 

8° de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen vaststellen en de aanbevelingen van de gevarenkaart toepassen; 

q. de vereiste mededelingen die door de IB worden opgelegd, kunnen uitwisselen om : 

1° bij het binnenrijden van een infrastructuurzone de toepassing en uitvoering van alle voorziene maatregelen van 

de plaatselijke protocollen voor het gebruik van de infrastructuur te eerbiedigen; 

2° bij het verlaten van een infrastructuurzone de uitvoering en de toepassing van de voorziene maatregelen van 

de plaatselijke protocollen voor het gebruik van de infrastructuur te eerbiedigen; 

r. de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen; 

s. beschikken over een theoretische en praktische kennis van de plaatselijke consignes en plaatselijke protocollen 

voor het gebruik van de infrastructuur en bekwaam zijn deze toe te passen. 

2.3 Bediende belast met het rangeren 

De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « bediende belast met het rangeren » 


In staat zijn de regels van de kunst toe te passen, met name : 

a. de kenmerken van de spoorvoertuigen en hun lading herkennen en meedelen : 

1° het in reizigers- en goederentreinen toegestane materieel onderscheiden; 

2° de conventionele tekens en opschriften op de voertuigen interpreteren; 

3° de beschadigingsetiketten interpreteren; 

4° de etiketten inzake breekbare goederen interpreteren; 

5° gevaarsetiketten kunnen lezen en de betekenis ervan begrijpen; 

b. de aanwezigheid van gevaarlijke goederen vaststellen, in voorkomend geval, de aanbevelingen van de 

gevarenkaart toepassen en het codeboek van de gevaarlijke goederen gebruiken; 

c. tijdens zijn aanwezigheid op de spoorweginfrastructuur in de eigen veiligheid, en indien men een ploeg leidt, 

in de veiligheid van het personeel onder zijn bevoegdheid voorzien; 

d. kennen en toepassen van de noodzakelijke controles alvorens het bevel tot rangering te geven; 

e. de regels inzake het remmen en het immobiliseren van voertuigen en konvooien toepassen : 

1° een afzonderingskraan en een spuiklep herkennen en bedienen; 

2° de betekenis van de technische merktekens (rem, lading, enz.) begrijpen en de maatregelen nemen die erop van 

toepassing zijn; 

3° de remproeven uitvoeren op een stel in rangering; 

4° de voertuigen in een stel rangschikken; 

5° een handrem lokaliseren, controleren en bedienen; 

6° de verschillende types en reeksen van stopblokken onderscheiden, controleren en gebruiken; 

7° tijdelijke en aanvullende immobilisaties van voertuigen en stellen uitvoeren, het vereiste aantal handremmen 

en/of stopblokken bepalen;


83247 

8° een immobilisatie ongedaan maken; 

9° correct reageren bij ontsnapping van voertuigen; 

f. samenstellen en ontbinden van spoorkonvooien : 

1° de voertuigen koppelen en ontkoppelen; 

2° de lengte van een stel bepalen; 

3° bevelen van het verplaatsen en het stoppen van de voertuigen en de stellen; 

4° herkennen van de verschillende beelden van een vast stopsein; 

5° herkennen van verschillende seinborden; 

6° herkennen van optische en akoestische handseinen; 

7° bevelen aan de bestuurder doorgeven : mondeling, met akoestische seinen, met gebaren, door het bedienen van 

de remkoppeling; 

8° het rijden op zicht naleven; 

9° een ter plaatse te bedienen wissel in de gewenste stand plaatsen; 

10° een reisweg controleren (wissels, kruisingen, enz.); 

11° rollend materieel kunnen koppelen en ontkoppelen (mechanische, elektrische en pneumatische koppelingen); 

12° nagaan of de rangeerbeweging rekening houdend met het materieel en de coördinatie tussen de deelnemers, 

kan worden aangevat; 

13° de voor de uitvoering van bepaalde bewegingen vereiste toestemming vragen (rangering op hoofdspoor, 

verplaatsing van een beschadigd voertuig); 

14° verzamelen en doorgeven van de wagon- en/of treingegevens met het oog op hun exploitatie; 

15° de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen; 

16° de te bedienen installaties en de uit te voeren handelingen kennen; 

17° de te berijden reiswegen in alle veiligheid kunnen aanleggen en deze reiswegen controleren; 

18° de bediening kennen en de plaatselijke procedures met betrekking tot de spoortoestellen en de seinposten 

waarvan de bediening door de IG gebeurt of aan laatstgenoemde is toevertrouwd, conform de bepalingen vermeld in 

de plaatselijke protocollen, kunnen toepassen; 

19° indien het veiligheidsbeheersysteem hierin voorziet, de hierna volgende taken zoals deze in het intern 

reglement van de betreffende IG zijn gespecificeerd, uitvoeren : 

a) de voorbereiding uitvoeren van een te rangeren stel (« losdraaien »); 

b) de stopblokken kunnen gebruiken alsook de andere specifieke toestellen voor de rangeerdienst; 

c) het samenstellen van de sneden voor het rangeren van een stel door afstoten of door heuvelen; 

d) het hergroeperen van de gerangeerde wagons die zich op één spoor bevinden (« samenduwen »). 

2.4 Bediende belast met het samenstellen en verzenden van treinen 

De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « bediende belast met het samenstellen 

en verzenden van treinen » zijn voornamelijk de volgende : 

In staat zijn de regels van de kunst toe te passen, met name : 

a. de kenmerken van de spoorvoertuigen en hun lading herkennen en meedelen : 

1° de nodige handelingen uitvoeren om een buitengewoon vervoer te lokaliseren; 

2° de aan de voertuigen toe te kennen beschermingsgraad bepalen, meedelen en dienovereenkomstig handelen; 

3° materieel met beroeste wielbanden opsporen en die informatie doorgeven; 

b. indien het veiligheidsbeheersysteem hierin voorziet, bepaalde beperkte taken van technische schouwing en 

onderhoud van het materieel uitvoeren om de in het oog springende beschadigingen en onregelmatigheden, zoals 

gespecificeerd in het intern reglement van de betreffende IG, op te sporen (met inbegrip van het opstellen, aanbrengen 

en doorgeven van beschadigingsetiketten en etiketten voor breekbare goederen). 

c. de regels toepassen voor het remmen en het immobiliseren van voertuigen en konvooien : 

1° de verschillende automatische en handbediende alternatoren herkennen, de alternatoren, « reizigers/ 

goederen » en « ledig/ beladen » in de juiste stand plaatsen; 

2° het volgens de omstandigheden uit te voeren type van remproef bepalen; 

3° de remproeven uitvoeren (minimum : continuïteitsproef, verbindingsproef, remkoppelingsproef, werkingsproef 

op een stel in rangering), ook in de bijzondere gevallen zoals vervoer van springstoffen en beschadigde voertuigen, 

alsook de continuïteitsproef van de voedingsleiding; 

4° optekenen en doorgeven van een remmingsbulletin aan de bestuurder alsook een samenstellingsborderel; 

5° de « sneden » samenstellen voor het rangeren van een stel door afstoten of door heuvelen; 

d. de signalisatieregels voor het einde van een spoorkonvooi kennen; 

e. de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen; 

f. samenstellen en ontbinden van spoorkonvooien : 

1° de regels naleven met betrekking tot het invoegen en rangschikken van voertuigen, opgelegd door bijzondere 

technische voorschriften en veiligheidsvoorschriften (maximumsnelheid afhankelijk van het materieel en/of de lading, 

gevaarlijke goederen, uitzonderlijk vervoer, beschadigingen, enz); 

2° het treineinde wat betreft de koppeling, de leidingen en de seinen, in orde brengen; 

3° de voorbereiding uitvoeren van een te rangeren stel (« losdraaien ») 

4° een overweg in alle veiligheid laten overschrijden; 

5° stopblokken en andere bijzondere toestellen, nodig bij het rangeren, kunnen gebruiken; 

6° de op eenzelfde spoor staande wagons groeperen (« samenduwen »); 

7° de veiligheid van de niet-betrokken bedienden en van het publiek waarborgen; 

8° een hindernis afdekken; 

9° reageren bij het vaststellen van een onregelmatige seinoverschrijding; 

10° de te bedienen installaties en de uit te voeren handelingen kennen;


11° de te berijden reiswegen in alle veiligheid kunnen aanleggen en deze reiswegen controleren; 



de plaatselijke protocollen, kunnen toepassen. 

2.5 Bediende belast met het beheer van de administratieve taken met betrekking tot het rangeren, bedienen van 

installaties, samenstellen en verzenden van treinen 

De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « bediende belast met het beheer van 

de administratieve taken met betrekking tot het rangeren, bedienen van installaties, samenstellen en verzenden van 

treinen » zijn voornamelijk de volgende : 

a. het in de verschillende types van bewegingen en op goedgekeurde reiswegen toegelaten materieel 

onderscheiden; 

b. de aanduidingen op de voertuigen, op de lading en op de vervoersdocumenten (met inbegrip van de 

elektronische) kunnen begrijpen; 

c. de regels voor het samenstellen van een konvooi kunnen toepassen; 

d. de aanduidingen op de gevaarsetiketten, op de beschadigingsetiketten en op de etiketten « BREEKBAAR » 

kunnen lezen, opstellen en op de betrokken lading plaatsen; 

e. het remmingsbulletin kunnen opstellen en doorgeven; 

f. het trieerbulletin kunnen opstellen en doorgeven; 

g. het samenstellingsbulletin kunnen opstellen en doorgeven; 

h. al de nodige informatie kunnen doorspelen aan de voorziene bestemmelingen en dit door gebruik te maken van 

de verschillende voorziene middelen (papier, telex, fax, magnetische banden, elektronische briefwisseling, enz.); 

i. de geschriften aangaande de verzendingen kunnen bijhouden en de traceerbaarheid ervan kunnen waarborgen; 

j. instaan voor de opvolging van de verzendingsadministratie en de traceerbaarheid ervan kunnen waarborgen; 

k. versturen van de aankondiging van de samenstelling; 

l. instaan voor het aannemen van transporten, met name de zendingen met gevaarlijke goederen; 

m. de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen; 

n. het bepalen van het remregime en het rempercentage van een trein en op basis hiervan de toegestane snelheid 

bepalen. 

2.6 Bediende belast met de bediening van spoortoestellen en seinposten 

De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « bediende belast met de bediening van 

spoortoestellen en seinposten » zijn voornamelijk de volgende : 

a. de algemene reglementering, de consignes, de plaatselijke protocollen en de tijdelijke plaatselijke onderrichtingen 

enz. kennen en kunnen toepassen; 

b. de te bedienen installaties, de verschillende mogelijke te berijden reiswegen, de bijzonderheden van sommige 

installaties kennen; 

c. de verschillende uit te voeren handelingen of mogelijk uit te voeren handelingen en de te bedienen toestellen 

kennen (wissels, ontspoortongen, stuitklampen, overwegen, sloten, wisselwachtersposten, enz.); 

d. volgens de omstandigheden en de werkvoorwaarden de verschillende te verwezenlijken procedures kunnen 

toepassen (het uitwisselen van aankondigingen, van geformaliseerde aankondigingen, het nemen van bijzondere 

maatregelen in normale en abnormale omstandigheden, enz.); 

e. in staat zijn de voorziene beweging van de treinen, stellen en bedieningen in acht te nemen; 

f. in staat zijn de verschillende dienstbestemmingen van de sporen na te leven; 

g. in alle veiligheid reiswegen aanleggen of laten aanleggen, voldoende tijdig om vertragingen, belemmeringen, 

onnodige stilstanden of elke andere verstoring, te vermijden, met inbegrip van deze die gevolgen hebben in de 

operationele zones van de IB of van een andere IG; 

h. de bewegingen in zijn actiezone (rangeringen, vertrekken, ontvangsten, enz.) coördineren; 

i. jegens personen, materieel en vervoer treffende beschermingsmaatregelen kennen en kunnen toepassen; 

j. waken over het verloop van de bewegingen, hun samenstelling en hun gelijkvormigheid (o.a. de aanwezigheid 

van een eindsein, de toestand van de ladingen, enz.); 

k. instaan voor de bediening van plaatselijke toestellen of de toepassing van plaatselijke procedures voor het 

overschrijden van overwegen; 

l. de bepalingen die in de bedieningsprotocollen of in de technische documenten zijn opgenomen, kunnen 

interpreteren en toepassen; 

m. de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen; 

n. in geval van verstoring : 

1° de betrokken diensten op de hoogte brengen (IB, IG of IG’s indien er meerdere tegelijk betrokken zijn, de 

hulpdiensten, enz.); 

2° alle maatregelen kunnen nemen om de storing te verhinderen, de gevolgen ervan te verminderen en / of de 

normale toestand zo spoedig mogelijk te herstellen; 

3° in staat zijn de voorziene procedures in geval van storing(en) op de verschillende inzetbare systemen toe te 

passen. 

2.7 Bediende belast met de volledige technische schouwing van het rollend materieel, specialiteit « goederen » 

De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « bediende belast met de volledige 

technische schouwing van het rollend materieel, specialiteit « goederen »»zijn voornamelijk de volgende : 

a. opsporen en lokaliseren van de eventuele beschadigingen en gebreken aan de voertuigen die de veiligheid en 

de betrouwbaarheid van het vervoer in het gedrang kunnen brengen en maatregelen nemen om deze te verhelpen; 

b. de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen; 

c. de conformiteit van de ladingen controleren; 

d. de doeltreffendheid van de remmen controleren; 

e. zorgen voor de naspeurbaarheid van zijn werkzaamheden;


83249 

f. tijdens zijn aanwezigheid op de spoorweginfrastructuur in zijn eigen veiligheid voorzien; 

g. merken, opschriften en afkeuringsmiddelen : 

1° nagaan of de voertuigen beantwoorden aan de kenmerken van het vervoer waarvoor ze worden ingezet; 

2° de data van de periodieke verrichtingen nagaan; 

3° het belang van de gemelde onregelmatigheden beoordelen (eerder aangebracht afkeuringsetiket, logboek, enz.) 

en er het gepaste gevolg aan geven; 

4° de afkeuringsmiddelen gebruiken (etiketten, logboek, enz. ); 

5° gevaarsetiketten kunnen lezen en de betekenis ervan begrijpen; 

h. uitrusting van het voertuig : 

1° de staat nagaan van : 

a) het onderstel van de voertuigen en de draaistellen; 

b) de ophanging; 

c) het loopwerk; 

d) de koppelingen; 

e) het stootwerk; 

door het opsporen van de uitwendige tekenen die wijzen op een minder goede staat van de verborgen onderdelen; 

2° nagaan of de koppelingen juist zijn uitgevoerd (mechanische, pneumatische, elektrische verbindingen, enz.). 

i. remmechanisme : 

1° controleren of het remhangwerk en de onderdelen van de rem in goede staat zijn; 

2° de stand van de bedieningsinrichting nagaan van : 

a) de afzonderingskranen van de remmen; 

b) de eindkranen; 

c) de inrichtingen « ledig-beladen » en « reizigers-goederen »; 

3° het lossen van de handrem(men) controleren (behalve bij andersluidende onderrichtingen). 

j. bovenbouw : 

1° controleren of de buitenkant van de kast en de onderdelen ervan in goede staat zijn en indien nodig of ze juist 

geplaatst zijn; 

2° controleren of de binnenkant van de kast en de inrichting ervan in goede staat zijn; 

3° controleren of de mobiele delen zich in de juiste stand bevinden en of hun geleiding en vastzetwerk goed werkt 

en ingeschakeld is; 

k. ladingen : 

1° zich vergewissen van de stabiliteit, de juiste verdeling en vastzetten van de gewone en uitzonderlijke ladingen; 

2° nagaan of er geen verlies van goederen is; 

3° nagaan of de middelen om producten te bewaren (benodigdheden, enz.) goed zijn gebruikt. 

l. remproeven : 

1° een remproef rijden met de sleeplocomotief; 

2° een remproef uitvoeren d.m.v. vaste installaties; 

3° een remproef verrichten in bijzondere omstandigheden zoals bij vervoer van explosieven, beschadigde 

voertuigen, beproeven van de continuïteit van de algemene voedingsleiding. 

m. kleine werken en tussenkomsten aan het materieel : 

bepaalde eenvoudige werken uitvoeren om het materieel rijklaar te maken (vervanging van remblokken, 

pneumatische slang, schroefkoppelingen, enz.). 

n. een verslag opstellen : 

1° nauwkeurig verslag uitbrengen van de beschadigingen, gebreken en andere onregelmatigheden aan de 

bevoegde diensten; 

2° communiceren volgens de gepaste procedures en met de geschikte middelen (radio, telefoon, formulieren, 

informatica, enz.). 

2.8 Bediende belast met de schouwing van het rollend materieel, specialiteit « reiziger » 

De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « bediende belast met de schouwing 

van het rollend materieel, specialiteit « reiziger »»zijn voornamelijk de volgende : 

a. opsporen en lokaliseren van de eventuele beschadigingen en gebreken aan de voertuigen die de veiligheid en 

de betrouwbaarheid van het vervoer in het gedrang kunnen brengen en maatregelen nemen om deze te verhelpen; 

b. de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen; 

c. de doeltreffendheid van de remmen controleren; 

d. zorgen voor de naspeurbaarheid van zijn werkzaamheden; 

e. tijdens zijn aanwezigheid op de spoorweginfrastructuur in zijn eigen veiligheid voorzien; 

f. merken, opschriften en afkeuringsmiddelen : 

1° nagaan of de voertuigen beantwoorden aan de kenmerken van het vervoer waarvoor ze worden ingezet; 

2° de data van de periodieke verrichtingen nagaan; 

3° het belang van de gemelde onregelmatigheden beoordelen (eerder aangebracht afkeuringsetiket, logboek, enz.) 

en er het gepaste gevolg aan geven; 

4° de afkeuringsmiddelen gebruiken (etiketten, logboek, enz. ); 

g. uitrusting van het voertuig : 

1° de staat nagaan van : 

a) het onderstel van de voertuigen en de draaistellen; 

b) de ophanging; 

c) het loopwerk;


d) de koppelingen; 

e) het stootwerk; 

door het opsporen van de uitwendige tekenen die wijzen op een minder goede staat van de verborgen onderdelen; 

2° nagaan of de koppelingen juist zijn uitgevoerd (mechanische, pneumatische, elektrische verbindingen, enz.). 

h. remmechanisme : 

1° controleren of het remhangwerk en de onderdelen van de rem in goede staat zijn; 

2° de stand van de bedieningsinrichting nagaan van : 

a) de afzonderingskranen van de remmen; 

b) de eindkranen; 

c) de inrichtingen « ledig-beladen » en « reizigers-goederen »; 

3° het lossen van de handrem(men) controleren (behalve bij andersluidende onderrichtingen); 

i. koppelingen : 

1° koppeling en ontkoppeling van een trein aan een vaste installatie voor energievoorziening 3kV voor rijtuigen 

en vaste stekkers 400V; 

2° kennis van alle koppelingssystemen tussen rijtuigen en in staat zijn om een koppeling of ontkoppeling tussen 

rijtuigen correct te verwezenlijken; 

j. bovenbouw : 

1° de goede werking van de deuren controleren, in staat zijn een defecte deur af te scheiden; 

2° de voeding en energie van het rollend materieel kennen; 

3° de installaties van de WC van het rollend materieel kennen, een defecte WC kunnen afscheiden. 

k. remproeven uitvoeren : 

1° met de sleeplocomotief; 

2° d.m.v. vaste installaties; 

3° in bijzondere omstandigheden zoals bij vervoer van explosieven, beschadigde voertuigen, beproeven van de 

continuïteit van de algemene voedingsleiding. 

l. kleine werken en tussenkomsten aan het materieel : 

bepaalde eenvoudige werken uitvoeren om het materieel rijklaar te maken (vervanging van remblokken, 

pneumatische slang, schroefkoppelingen, enz.). 

m. een verslag opstellen : 

1° nauwkeurig verslag uitbrengen van de beschadigingen, gebreken en andere onregelmatigheden aan de 

bevoegde diensten; 

2° communiceren volgens de gepaste procedures en met de geschikte middelen (radio, telefoon, formulieren, 

informatica, enz.). 

2.9 Onderstationschef specialiteit « reiziger » - toezicht en bediening van de perrons en uitwijkbundels 

a. De bijzondere vereiste bekwaamheden op het gebied van veiligheid zijn : 

1° de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen. 

b. Verantwoordelijkheid van de rangeerdienst : 

1° volmaakte kennis van de bediende plaatselijke installaties; 

2° theoretische en praktische kennis (kennis van zaken) van de uit te voeren verrichtingen (geduwde rangering, 

getrokken rangering, enz.); 

3° kennis van de betrokken algemene en plaatselijke reglementering; 

4° in staat zijn de uit te voeren taken te organiseren; 

5° de activiteiten van het personeel van de IG (bestuurder, bediende belast met de rangering) in zijn actiezone 

coördineren (alsook tegenover het personeel van de IB en het personeel van mogelijke andere IG’s); 

6° in staat zijn de voorziene en noodzakelijke mededelingen te wisselen (met het personeel van de IB, met het 

personeel van de IG (bestuurder), met het personeel van andere IG’s, enz..) om de veiligheid van de bewegingen, de 

regelmaat van het treinverkeer en de optimale uitvoering van de taken te garanderen; 

7° de kenmerken van de spoorvoertuigen herkennen en meedelen : 

a) het in reizigerstreinen toegelaten materieel onderscheiden (gesleept materieel, MS, motorwagons, HST-stellen); 

b) de op de voertuigen voorkomende conventionele tekens en opschriften interpreteren; 

c) indien het veiligheidsbeheersysteem hierin voorziet, bepaalde taken van beperkte schouwing van het materieel 

uitvoeren om de in het oog springende beschadigingen en onregelmatigheden, zoals deze in het intern reglement van 

de betreffende IG zijn gespecificeerd, op te sporen; 

d) de gevaarsetiketten kunnen lezen en de betekenis ervan begrijpen; 

e) de aan de voertuigen toe te kennen beschermingsgraad bepalen en meedelen en dienovereenkomstig handelen; 

f) materieel met beroeste wielbanden opsporen en die informatie doorgeven; 

8° de aanwezigheid van gevaarlijke goederen vaststellen; in voorkomend geval de aanbevelingen van de 

gevarenkaart toepassen; 

9° tijdens zijn aanwezigheid op de spoorweginfrastructuur instaan voor zijn eigen veiligheid en voor die van 

overige aanwezigen; 

10° de noodzakelijke controles en uit te voeren procedures kennen en toepassen, alvorens een rangering te bevelen; 

11° de regels toepassen betreffende het remmen en het immobiliseren van voertuigen en konvooien (de uitvoering 

bevestigen aan de IB en aan het personeel van de IG dat met de rangeringen is belast) : 

a) een afzonderingskraan en een spuiklep herkennen en bedienen; 

b) de betekenis van de technische merktekens (rem, lading, enz.) kennen en ze in de praktijk kunnen brengen; 

c) de verschillende automatische en handbediende alternatoren herkennen, de handbediende alternatoren 

« vlakte/bergen », « reizigers/goederen », « ledig/beladen » in de juiste stand plaatsen; 

d) het volgens de omstandigheden uit te voeren type van remproef bepalen;


83251 

e) de remproeven uitvoeren (minimum : continuïteitsproef (type D) en volledige proef (type E), remkoppelingsproef, 

werkingsproef op een rangerend stel); 

f) de voertuigen in een stel rangschikken; 

g) het remregime en rempercentage van een stel bepalen en er de toegestane snelheid uit afleiden; 

h) de samenstelling van een trein doorgeven aan de bestuurder indien dit gespecificeerd werd in de interne 

regelgeving van de SO; 

i) een handrem lokaliseren, controleren en bedienen; 

j) de verschillende types en reeksen van stopblokken onderscheiden, controleren en gebruiken; 

k) tijdelijke en aanvullende immobilisatie van voertuigen en stellen uitvoeren, het vereiste aantal handremmen en/ 

of stopblokken bepalen; 

l) een immobilisatie ongedaan maken; 

m) correct reageren bij ontsnapping van voertuigen; 

n) de signalisatievoorwaarden waaraan het einde van het spoorkonvooi moet voldoen, kennen. 

12° samenstellen en ontbinden van spoorkonvooien : 

a) de voertuigen koppelen en ontkoppelen; 

b) de regels naleven met betrekking tot het invoegen en rangschikken van voertuigen, zoals deze zijn opgelegd 

door bijzondere technische voorschriften en veiligheidsvoorschriften (maximumsnelheid afhankelijk van het materieel 

en/ of de lading, gevaarlijke goederen, buitengewoon vervoer, beschadigingen, enz.); 

c) de lengte van een stel bepalen; 

d) het treineinde wat betreft de koppeling, de leidingen en de seinen, in orde brengen; 

e) het bevel geven om een treinstel klaar te maken voor het rangeren; 

f) bevel geven voor het verplaatsen en tot stilstand brengen van voertuigen en stellen : 

i. de verschillende beelden van een vast stopsein herkennen; 

ii. de verschillende seinborden herkennen; 

iii. de optische en akoestische handseinen herkennen. 

g) bevelen aan de bestuurder doorgeven : mondeling, met akoestische signalen, met gebaren, door het bedienen 

van de remkoppeling, per radio; 

h) instaan voor de bediening van plaatselijke toestellen of toepassing van plaatselijke procedures voor het 


i) het rijden op zicht naleven; 

j) een ter plaatse te bedienen wissel in de gewenste stand plaatsen (enkel in de zones waar de bediening van de 

wissels door de SO toegelaten is); 

k) een reisweg controleren (wissels, kruisingen, enz.) enkel in de zones waar de bediening van de wissels door IG 

toegestaan is; 

l) rollend materieel kunnen koppelen en ontkoppelen (mechanische, elektrische, pneumatische leidingen, 

overgangsbruggen en vouwbalgen); 

m) nagaan of een rangeerbeweging kan worden uitgevoerd rekening houdend met het materieel en op de 

coördinatie tussen de deelnemers; 

n) de voor de uitvoering van bepaalde bewegingen vereiste toestemming geven (rangering op hoofdspoor, 


o) de veiligheid van de niet-betrokken bedienden en van het publiek waarborgen; 

p) een hindernis afdekken. 

c. Algemeen toezicht op de perrons : 

1° bewerking AVG aan treinen met niet-gekoppelde opdruklocomotief; 

2° bewerking AVG aan materieel waar de begeleider van reizigerstreinen het stel niet kan verlaten; 

3° doorgeven van de mededeling AVG aan de Thalys-, ICE- en Eurostar treinen; 

4° tussenkomst bij een onregelmatig vertrek (storing materieel, uitgesteld vertrek); 

5° toezicht op de rangeringen aan het perron (zie specificaties in punt a hierboven); 

6° toezicht op de voorbereiding van de treinen aan het perron (koppeling, ontkoppeling aan het perron); 

7° algemeen toezicht op de veiligheid van de reizigers en van de personen met beperkte mobiliteit en van de 

groepen in het bijzonder; 

8° bijstand aan de slachtoffers bij een ongeval. 

d. Incidenten/ongevallen/nood : 

1° coördinatie hulpdiensten; 

2° hulp bij plaatsing van een noodkoppeling; 

3° uitvoering van een remproef; 

4° immobilisatie van een treinstel; 

5° verspreiding van de informatie betreffende de immobilisatie; 

6° bescherming te velde van het treinstel; 

7° veiligheid van de reizigers op de plaats van het ongeval, het incident, de noodsituatie; 

8° overstap van de klanten op een andere trein of naar bussen en taxi’s; 

9° instellen van vervangingsmiddelen voor het vervoer van de klanten, veiligheid; 

10° begeleiding van de bestuurder naar het station (slecht vertrouwd met de installaties, mist, enz.). 

2.10 Bediende belast met de rangeringen specialiteit « reiziger » 

De bijzondere kennis die vereist is met betrekking tot de veiligheid in het raam van de uitvoering van de 

rangeerdienst, het bedienen van de installaties, het samenstellen van treinen, is de volgende : 

a. volmaakte kennis van de bediende plaatselijke installaties;


b. theoretische en praktische kennis (kennis van zaken) van de uit te voeren verrichtingen (rangering met 

opgeduwd stel, rangering met getrokken stel, enz.); 

c. kennis van de betrokken algemene en plaatselijke reglementering; 

d. in staat zijn de voorziene en noodzakelijke mededelingen te wisselen met het personeel van de IB, met het 

personeel van de IG (bestuurder), met het personeel van andere IG’s, enz..); 

e. de kenmerken van de spoorvoertuigen herkennen en meedelen : 

1° het in reizigerstreinen toegestane materieel onderscheiden (gesleept materieel, MS, motorwagons, HST-stellen); 

2° de op de voertuigen voorkomende conventionele tekens en opschriften interpreteren; 

3° de gevaarsetiketten kunnen lezen en de betekenis ervan begrijpen; 

f. de aanwezigheid van gevaarlijke goederen vaststellen; in voorkomend geval, de aanbevelingen van de 

gevarenkaart toepassen; 

g. de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen; 

h. de noodzakelijke controles en verplichte procedures alvorens een rangering te bevelen, kennen en toepassen; 

i. de procedure en de regels voor het correct gebruik van de remkoppeling kennen en eerbiedigen bij het 

opdrukken van een stel; 

j. de regels inzake het remmen en het immobiliseren van voertuigen en konvooien toepassen (de uitvoering 

bevestigen aan de IB en aan het personeel van de IG belast met de rangeringen) : 

1° een afzonderingskraan en een spuiklep herkennen en bedienen; 

2° de betekenis kennen van de technische merktekens (rem, lading, enz.) en de maatregelen die van toepassing zijn 

in de praktijk, kunnen brengen; 

3° de verschillende automatische en handbediende alternatoren herkennen, de handbediende alternatoren 

« vlakte/bergen », « reizigers/ goederen », « ledig/beladen » in de juiste stand plaatsen; 

4° het volgens de omstandigheden uit te voeren type van remproef bepalen en kunnen uitvoeren; 

5° de remproeven uitvoeren (minimum : continuïteitsproef (type D) en volledige proef (type E), remkoppelingsproef, 

werkingsproef op een rangerend stel); 

6° de voertuigen in een stel rangschikken; 



9° tijdelijke en aanvullende immobilisatie van voertuigen en stellen uitvoeren, het vereiste aantal handremmen 

en/of stopblokken bepalen; 


11° correct reageren wanneer voertuigen ontsnappen; 

12° de voorwaarden inzake signalisatie waaraan het einde van het spoorkonvooi moet voldoen kennen. 

k. samenstellen en ontbinden van spoorkonvooien : 


2° de regels naleven met betrekking tot het invoegen en rangschikken van voertuigen, opgelegd door bijzondere 

technische voorschriften en veiligheidsvoorschriften (maximumsnelheid afhankelijk van het materieel en/of de lading, 

gevaarlijke goederen, buitengewoon vervoer, beschadigingen, enz.); 

3° de lengte van een stel bepalen; 

4° het treineinde wat betreft de koppeling, de leidingen en de seinen, in orde brengen; 

5° het bevel geven om een treinstel klaar te maken voor het rangeren; 

6° het bevel geven voor het verplaatsen en tot stilstand brengen van voertuigen en stellen : 

7° de verschillende beelden van een vast stopsein herkennen; 

8° de verschillende seinborden herkennen; 

9° de optische en akoestische handseinen herkennen; 

10° bevelen aan de bestuurder doorgeven : mondeling, met akoestische signalen, met gebaren, door het bedienen 

van de remkoppeling, via radioverbinding; 

11° instaan voor de bediening van plaatselijke toestellen of toepassing van plaatselijke procedures voor het 



13° een ter plaatse te bedienen wissel in de gewenste stand plaatsen (enkel in de zones waar de bediening van de 

wissels door IG toegestaan is); 

14° een reisweg controleren (wissels, kruisingen, enz.) enkel in de zones waar de bediening van de wissels door 

IG toegestaan is; 

15° rollend materieel kunnen koppelen en ontkoppelen (mechanische, elektrische, en pneumatische leidingen, 

overgangsbruggen en vouwbalgen, enz.); 

16° nagaan of een rangeerbeweging kan worden uitgevoerd met het oog op het materieel en op de coördinatie 

tussen de deelnemers; 

17° de voor de uitvoering van bepaalde bewegingen vereiste toelating vragen (rangering op hoofdspoor, 


18° de veiligheid van de niet-betrokken bedienden en van het publiek verzekeren; 

19° een hindernis afdekken; 

l. de vrijmaking van de kruisingen nakijken ter hoogte van de vrijeruimtebalken. 

2.11 Bediende belast met verrichtingen tot bediening van de private spooraansluitingen 

Deze functie kan alleen worden uitgeoefend binnen de strikte grenzen die in het plaatselijk protocol opgenomen 

werden, ondertekend door de IB en de IG.


83253 

De bijzondere kennis voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie van « bediende belast met verrichtingen tot 

bediening van de private spooraansluitingen », zijn voornamelijk de volgende : 

a. in staat zijn de regels van de kunst toe te passen, met name : 

1° de kenmerken van de spoorvoertuigen en hun lading herkennen en meedelen : 

a) de conventionele tekens en opschriften op de voertuigen interpreteren; 

b) de beschadigingsetiketten interpreteren; 

c) de etiketten inzake breekbare goederen interpreteren; 

d) gevaarsetiketten kunnen lezen en de betekenis ervan begrijpen; 

2° de aanwezigheid van gevaarlijke goederen vaststellen, in voorkomend geval, de aanbevelingen van de 

gevarenkaart toepassen en het codeboek van de gevaarlijke goederen gebruiken; 

3° tijdens de aanwezigheid op de spoorweginfrastructuur in de eigen veiligheid, en indien men een ploeg leidt, in 

de veiligheid van het personeel onder zijn bevoegdheid voorzien; 

4° kennen en toepassen van de noodzakelijke controles alvorens het bevel tot rangering te geven; 

5° de regels inzake het remmen en het immobiliseren van voertuigen en konvooien toepassen : 

a) een afzonderingskraan en een spuiklep herkennen en bedienen; 

b) de betekenis van de technische merktekens (rem, lading, enz.) begrijpen en de maatregelen nemen die erop van 

toepassing zijn; 

c) de remproeven uitvoeren op een stel in rangering; 

d) de voertuigen in een stel rangschikken; 

e) een handrem lokaliseren, controleren en bedienen; 

f) de verschillende types en reeksen van stopblokken onderscheiden, controleren en gebruiken; 

g) tijdelijke en aanvullende immobilisaties van voertuigen en stellen uitvoeren, het vereiste aantal handremmen 


h) een immobilisatie ongedaan maken; 

i) correct reageren bij ontsnapping van voertuigen; 

6° samenstellen en ontbinden van spoorkonvooien : 

a) de voertuigen koppelen en ontkoppelen; 

b) de lengte van een stel bepalen; 

c) bevelen van het verplaatsen en het stoppen van de voertuigen en de stellen; 

d) herkennen van de verschillende beelden van een vast stopsein; 

e) herkennen van verschillende seinborden; 

f) herkennen van optische en akoestische handseinen 

g) bevelen aan de bestuurder doorgeven : mondeling, met akoestische seinen, met gebaren, door het bedienen van 

de remkoppeling; 

h) het rijden op zicht naleven; 

i) een ter plaatse te bedienen wissel in de gewenste stand plaatsen; 

j) een reisweg controleren (wissels, kruisingen, enz.); 

k) rollend materieel kunnen koppelen en ontkoppelen (mechanische, elektrische en pneumatische koppelingen); 

l) nagaan of de rangeerbeweging rekening houdend met het materieel en de coördinatie tussen de deelnemers, kan 

worden aangevat; 

m) de te bedienen installaties en de uit te voeren handelingen kennen; 

n) de te berijden reiswegen in alle veiligheid kunnen aanleggen en deze reiswegen controleren; 

o) de bediening kennen en de plaatselijke procedures met betrekking tot de spoortoestellen en de seinposten 



b. in staat zijn de bediening van het rollend materieel op sporen buiten toegelaten rijpad te verzekeren, dat op de 

Belgische spoorweginfrastructuur rijdt overeenkomstig het koninklijk besluit van .................................... 

2013 tot aanneming van de van toepassing zijnde vereisten op 

het rollend materieel zonder het gebruik van rijpaden, namelijk : 

1° in staat zijn om alleen en in alle veiligheid de trein te besturen met inachtneming van de seininrichting en de 

reglementering die hem werd meegedeeld ; 

2° de voorgeschreven controles en proeven uitvoeren om zich ervan te vergewissen dat het voertuig in staat is om 

zijn dienst te waarborgen; 

3° de uitwendige schouwing van het krachtvoertuig uitvoeren; 

4° de werking van de remmen van het krachtvoertuig controleren vóór het in beweging brengen van de trein; 

5° aanwijzingen van niet-conformiteit identificeren, ze onderscheiden en erop reageren volgens hun respectief 


goederen; 

6° de nodige contacten opnemen met andere personen om de onregelmatigheden te melden en eventueel de nodige 


7° de trein in alle veiligheid immobiliseren en op een zijspoor plaatsen; 

8° de van kracht zijnde communicatieprocedures naleven. 

De titularis van deze functie mag de bediening van een tractiemotor toegelaten om op de Belgische 

spoorweginfrastructuur te rijden overeenkomstig de beschikkingen van het ministerieel besluit van 30 juli 2010 tot 

aanneming van de van toepassing zijnde vereisten op het rollend materieel voor gebruik van de rijpaden, niet 

verzekeren. 

2.12 Bediende belast met de bediening van installaties (werkplaats, onderhoudspost, enz.) 

Deze functie kan alleen worden uitgeoefend binnen de strikte grenzen die in het plaatselijk protocol opgenomen 

werden, ondertekend door de IB en de IG.


De bijzondere kennis voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie van « bediende belast met de bediening van 

installaties », zijn voornamelijk de volgende : 

a. in staat zijn de regels van de kunst toe te passen, met name : 

1° tijdens de aanwezigheid op de spoorweginfrastructuur in de eigen veiligheid, en indien men een ploeg leidt, in 

de veiligheid van het personeel onder zijn bevoegdheid voorzien; 

2° kennen en toepassen van de noodzakelijke controles alvorens het bevel tot rangering te geven; 



5° tijdelijke en aanvullende immobilisaties van voertuigen en stellen uitvoeren, het vereiste aantal handremmen 



7° correct reageren bij ontsnapping van voertuigen; 


9° bevelen van het verplaatsen en het stoppen van de voertuigen; 

10° herkennen van de verschillende beelden van een vast stopsein; 

11° herkennen van verschillende seinborden; 

12° herkennen van optische en akoestische handseinen; 

13° bevelen aan de treinbestuurder doorgeven : mondeling, met akoestische seinen, met gebaren, door het 

bedienen van de remkoppeling; 


15° een ter plaatse te bedienen wissel in de gewenste stand plaatsen; 

16° een reisweg controleren (wissels, kruisingen, enz.); 

17° rollend materieel kunnen koppelen en ontkoppelen (mechanische, elektrische en pneumatische koppelingen); 

18° nagaan of de rangeerbeweging rekening houdend met het materieel en de coördinatie tussen de deelnemers, 

kan worden aangevat; 

19° de te bedienen installaties en de uit te voeren handelingen kennen; 

20° de te berijden reiswegen in alle veiligheid kunnen opstellen en deze reiswegen controleren; 




b. in staat zijn om de bediening van een tractiemotor te verzekeren, in het kader van rangeerbewegingen, namelijk : 

1° in staat zijn om alleen en in alle veiligheid de trein te besturen met inachtneming van de seininrichting en de 

reglementering die hem werd meegedeeld ; 

2° de voorgeschreven controles en proeven uitvoeren om zich ervan te vergewissen dat het voertuig in staat is om 

zijn dienst te waarborgen; 

3° de uitwendige schouwing van het krachtvoertuig uitvoeren; 

4° de werking van de remmen van het krachtvoertuig controleren vóór het in beweging brengen; 

5° aanwijzingen van niet-conformiteit identificeren, ze onderscheiden en erop reageren volgens hun respectief 


goederen; 

6° de nodige contacten opnemen met andere personen om de onregelmatigheden te melden en eventueel de nodige 


7° de trein in alle veiligheid immobiliseren en op een zijspoor plaatsen; 

8° de eventuele van kracht zijnde communicatieprocedures naleven. 

2.13 De veiligheidsfunctie « verantwoordelijke bediende voor de uitvoering van de werken » 

De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « verantwoordelijke bediende voor de 

uitvoering van de werken » zijn voornamelijk de volgende : 

a. de voorgeschreven maatregelen nemen om de werf te beveiligen en de veiligheid te verzekeren van het 

treinverkeer en het personeel; 

b. leiden en organiseren van het werk van de brigade; 

c. toezicht houden op de uitvoering van de werken; 

d. gebruik van het veiligheidsboekje voor werken kennen; 

e. de voorziene procedure toepassen om werktreinen op het buiten dienst gestelde spoor toe te laten; 

f. de nodige maatregelen nemen om het verkeer van werktreinen op het buitendienstgestelde spoor veilig te laten 

verlopen; 

g. de nodige maatregelen nemen om bij verkeer van werktreinen op het buitendienstgestelde spoor de overwegen 

veilig te overschrijden; 

h. zich vergewissen van de goede staat van de installatie vooraleer het spoor terug in dienst te geven; 

i. toestaan of verbieden om in te dringen in het vrijeruimteprofiel van een in dienst zijnd spoor na toepassing van 

de voorziene veiligheidsmaatregelen; 

j. verlenen van toelating aan andere diensten om werken uit te voeren op het al buitendienstgestelde spoor, na het 

nemen van de nodige veiligheidsmaatregelen; 

k. terug in dienst stellen van het spoor nadat alle diensten die hij toelating gegeven heeft om te werken op het 

buitendienstgestelde spoor, de beëindiging van de werken en de goede staat van de installaties hebben gemeld; 

l. gebruik van het veiligheidsboekje voor een rit kennen; 

m. de procedure om telefonisch een spoor buiten dienst en terug in dienst te stellen kennen; 

n. indien er een Tijdelijke Plaatselijke Onderrichting opgemaakt werd voor de werken, de maatregelen die erin 

vermeld zijn toepassen;


83255 

o. de nodige maatregelen nemen bij de uitvoering van andere werken dan welke hierboven zijn vermeld, door de 

veiligheidsvoorwaarden aan te passen; 

p. de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen; 

q. toepassen van de voorziene maatregelen bij werken aan een wissel in dienst; 

r. toepassen van de toegangsprocedure tot een spoor buiten dienst. 

Sommige van deze bekwaamheden, die in het veiligheidsbeheersysteem van de IB zijn opgenomen, zijn specifiek 

voor welbepaalde personeelscategorieën. 

2.14 De veiligheidsfunctie « verdeler tractiestroom » 

De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « verdeler tractiestroom » zijn 


a. verzekeren van de voeding van de bovenleiding door een doelmatige uitbating van de onderstations, 

sectioneerposten, voedingsposten en bovenleidingschakelaars; 

b. een grondige kennis bezitten van : 

1° de werking van de toestellen en hun schakelschema’s; 

2° de samenstelling van de bovenleidingen en het schema van de elektrische verdeling van de bovenleidingen; 

3° de verschillende reglementen en onderrichtingen betreffende de exploitatie van de onderstations, sectioneerposten, 

voedingsposten en van het bovenleidingsnet; 

c. bevelen tot rijden met neergelaten stroomafnemers; 

d. de voorziene maatregelen nemen om de veiligheid van het personeel te verzekeren; 

e. in staat zijn om onmiddellijk de betekenis van elke storing te begrijpen; 

f. van op afstand de installaties beheren; 

g. stroom verbreken, buiten spanning stellen en onder spanning stellen van de bovenleiding; 

h. opvolgen van het uitschakelen van beveiligingen en het opzoeken van de oorzaken; 

i. de regelmaat van het treinverkeer vrijwaren door de nodige maatregelen te nemen bij storingen; 

j. coördineren van de samenwerking met Traffic Control en seinposten; 

k. oproepen van personeel in geval van beschadigingen; 

l. de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen; 

m. bij vaststellen of melding van een ongeval, hinder, elektrocutie of gevaar voor aanrijding : 

1° de spanning verbreken en/of buiten spanning stellen van de bovenleiding voor de betrokken zone; 

2° de voorziene procedures toepassen om de seinposten, andere verdelers, de lijnregelaars en het technisch 

personeel op de lijn in te lichten. 

2.15 De veiligheidsfunctie « begeleidende agent van werktreinen » 

De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « begeleidende agent van werktreinen » 


a. de algemene beschikkingen van het veiligheidsboekje kennen en kunnen toepassen; 

b. de verrichtingen uitvoeren met betrekking tot het samenstellen van de treinen; 

1° handbediende wissels bedienen; 

2° stuitklampen en ontspoortongen bedienen; 

3° gewone, door optische seinen of per radio bevolen rangeringen uitvoeren; 

4° de beperkte technische schouwing van de voertuigen uitvoeren en de « gemakkelijk te ontdekken » 

onregelmatigheden opsporen; 

5° een beschadigingsetiket opmaken, aanbrengen en opsturen; 

6° het krachtvoertuig aankoppelen; 

7° de inrichting voor immobilisatie van het treinstel uitschakelen; 

8° de voorziene remproeven uitvoeren; 

9° het treineinde in orde brengen; 

10° de alternatoren « ledig-beladen » en « goederen-reizigers » in de juiste stand plaatsen; 

11° de koppeling voor noodremming van wagons plaatsen, testen en gebruiken; 

12° de voorwaarden controleren met betrekking tot remming, samenstelling, snelheid, last van de trein, enz.; 

13° de overeenkomstig de van kracht zijnde reglementering vereiste documenten opmaken en aan de bestuurder 

bezorgen; 

c. de procedure en de regels voor het correct gebruik van de remkoppeling eerbiedigen bij het opdrukken van een 

stel; 

d. gevaarsetiketten kunnen lezen en de betekenis ervan begrijpen; 

e. een overweg in alle veiligheid laten overschrijden; 

f. een trein vergezellen naar, op en van een spoor buiten dienst : 

1° de grenzen van een spoor buiten dienst kennen (identificatie van de seinen) en de bijzonderheden van het 

spoorvak onthouden (zones met snelheidsbeperking, overwegstelsel, enz.); 

2° de handstopseinen, snelheidsseinen en seinen voor elektrische tractie herkennen; 

3° de rit op zicht uitvoeren en beëindigen, ervoor zorgen dat de seinen en de snelheid tijdens het opdrukken van 

het stel door middel van visuele seinen en radio in acht worden genomen; 

4° een treinstel voorlopig en definitief immobiliseren; 

5° gebruik maken van de apparatuur voor de uitschakeling van de aankondigingzones van de overwegen; 

6° een overweg overschrijden met een werktrein; 

7° een krachtvoertuig ontkoppelen; 

g. de passende controles en verrichtingen uitvoeren bij abnormale situaties, incidenten of ongevallen : 

1° de trein tot stilstand brengen indien de veiligheid in het gedrang komt;


2° de vereiste maatregelen treffen indien een feit dat een snelheidsbeperking vereist, zich voordoet; 

3° een hinder afdekken (op afstand en ter plaatse); 

4° nagaan of een trein volledig is als hij niet is uitgerust met het reglementaire eindsein; 

5° een bericht van « in nood-verklaring » opgesteld door een bestuurder doorsturen; 

6° weten waar en hoe gebruik kan worden gemaakt van de beschikbare communicatiemiddelen; 

7° een onregelmatige seinoverschrijding kunnen vaststellen en er op passende wijze op reageren; 

8° de aanwezigheid van gevaarlijke stoffen vaststellen en de aanbevelingen van de gevarenkaart toepassen; 

h. in voorkomend geval verrichtingen uitvoeren die normaal aan de werkleider zijn toegewezen : 

1° de samenstelling van een werktrein controleren; 

2° de alternatoren « ledig-beladen » doen aanpassen en het remmingsbulletin van de bestuurder aanpassen als de 

rem- of ladingsvoorwaarden van een wagon zijn veranderd. 

i. de vereiste mededelingen opgelegd door de IB kunnen wisselen om bij het binnenrijden van een 

infrastructuurzone de uitvoering en de toepassing van de voorziene beschikkingen van de plaatselijke protocollen te 

eerbiedigen; 

j. beschikken over de theoretische en praktische kennis van de plaatselijke consignes en plaatselijke protocollen 

voor het gebruik van de infrastructuur en bekwaam zijn deze toe te passen; 

k. de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen; 

l. de administratieve handelingen in verband met het samenstellen en verzenden van treinen uitvoeren. 

2.16 De veiligheidsfunctie « overwegwachter » 

Volgende bekwaamheden zijn vereist voor het uitoefenen van de veiligheidsfunctie « overwegwachter » : 

a. bekwaam zijn om de nodige documenten, gereedschap en materiaal klaar te maken voor de bewaking; 

b. de boekjes voor de wegwachter correct kunnen aanvullen; 

c. toepassen van de communicatieprocedures betreffende overwegen; 

d. kennis van de vereiste uit te wisselen aankondigingen; 

e. bekwaam zijn om alle ontvangen aankondigingen door te geven langs de overweglijn; 

f. de procedure « instellen van de bewaking » kennen; 

g. de procedure « einde bewaking » kennen; 

h. bekwaam zijn om het wegverkeer te verbieden op een overweg in beschadigde toestand (verstoring door 

sluiting van slagbomenbarelen/spoorbomen ; gedoofde lichten, enz.); 

i. de eventueel gedane vaststellingen kunnen inschrijven in het register der vaststellingen en onderrichtingen; 

j. onmiddellijk en op een onberispelijke manier kunnen antwoorden op elke telefonische oproep; 

k. de procedure « werken » kennen; 

l. de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen; 

m. bekwaam zijn om bij het vaststellen of ingelicht worden van een ongeval, hinder of gevaar voor aanrijding : 

1° het alarm mondeling door te geven aan de seinposten en aan de andere overwegen in bewaking; 

2° in elk spoor een mobiel stopsein te plaatsen bevestigd door een klapper 

3° het wegverkeer te verbieden. 

2.17 De veiligheidsfunctie « schildwacht » 

De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « schildwacht » zijn voornamelijk de 

volgende : 

a. een voldoende kennis bezitten van de plaats van de werkzaamheden (sporenplan, reiswegen, ritzin, 

refertesnelheid van de werf, zichtbaarheidsafstand, verwittigingsafstand, enz.); 

b. het geheel van de aan de functie toegekende taken : 

1° bewaken van aankomende bewegingen; 

2° waarnemen van de ritzin van de aankomende bewegingen; 

3° de waarschuwingsmiddelen kennen en ze tijdig kunnen gebruiken; 

4° er zich steeds van vergewissen dat de nodige zichbaarheidsafstand wordt gevrijwaard zodat de aankondigingstijden 

kunnen geëerbiedigd worden; 

5° gevaarlijke situaties ontdekken en dringend aangepaste maatregelen kunnen treffen; 

c. de toe te passen voorschriften met betrekking tot storingen en ongevallen kennen; 

d. de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen; 

e. de toe te passen voorschriften met betrekking tot slechte weersomstandigheden kennen (mist, sneeuwstorm, 

onvoldoende zichtbaarheid, enz.). 

2.18 De veiligheidsfunctie « bediende beweging Infrabel » 

a. Bediende beweging werkzaam op een seinhuis 

De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « bediende beweging werkzaam op een 

seinhuis » zijn voornamelijk de volgende : 

1° de voorgeschreven maatregelen kennen om zich veilig te verplaatsen op de spoorweginfrastructuur; 

2° betreffende spoorvoertuigen : 

a) de spoorvoertuigen herkennen en de opschriften en tekens die erop voorkomen kennen; 

b) de betekenis van de gevaarsetiketten kennen; 

c) de betekenis van beschadigingsetiketten kennen; 

3° een schematisch seininrichtingsplan kunnen lezen en begrijpen; 

4° de organisatie van de treindienst kennen; 

5° de procedures in verband met veiligheidscommunicatie toepassen; 

6° spoortoestellen te velde correct bedienen; 

7° een grondige kennis bezitten over de vaste en mobiele seinen;


83257 

8° de veiligheid en opvolging van het verkeer verzekeren, met respect voor de treinpaden en de voorrangsvolgorde; 

9° de voorwaarden voor het vertrek van een trein kennen; 

10° de door een trein gedragen seinen en de voorwaarden waaraan een treineinde moet voldoen kennen; 

11° de bijzondere voorwaarden kennen voor het afschaffen of omleiden van een trein; 

12° een buitengewoon vervoer herkennen en de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen kunnen toepassen; 

13° de voorgeschreven maatregelen nemen om de veiligheid te verzekeren van het personeel dat tewerkgesteld is 

op spoorwegterrein of in de omgeving ervan; 

14° de in de plaatselijke onderrichting, beroepsonderrichting, de tabel der wisselstraten en/of wisselstandbladen 

en de in de tijdelijke plaatselijke onderrichtingen voorgeschreven maatregelen begrijpen en kunnen toepassen; 

15° het gebruik kennen van het register der vaststellingen en onderrichtingen; 

16° het gebruik kennen van de veiligheidsdocumenten; 

17° een grondige kennis bezitten van de technologie, de uitrusting en het sporencomplex van de seinpost; 

18° kennis hebben van de bediende lijnen en de blokstelsels die van toepassing zijn op de seinpost; 

19° gebruik en toepassing van de operationele hulpprocedures kennen; 

20° de veiligheidsvoorschriften kennen en kunnen toepassen voor 

a) het verkeer van een licht voertuig; 

b) het verkeer van een zwaar krachtvoertuig dat minstens een licht voertuig sleept; 

c) het verkeer van een voertuig met beroeste wielbanden; 

d) het verkeer van minstens één voertuig met een radafstand groter dan 26,5m; 

e) beroeste spoorstaven; 

21° de veiligheid verzekeren bij dienst op enkelspoor en verkeer op tegenspoor; 

22° de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen toepassen op de seinpost bij storingen aan een wissel; 

23° over de nodige kennis beschikken om een spoor, spoorgedeelte of een lijn buiten dienst te stellen volgens de 

voorgeschreven procedure; 

24° de veiligheidsmaatregelen toepassen voor het buiten dienst stellen van een spoor; 

25° het gebruik van het veiligheidsboekje voor werken kennen; 

26° de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen toepassen om een werktrein toe te laten op een spoor buiten dienst 

en om een werktrein het buitendienstgestelde spoor te laten verlaten; 

27° de sporen opnieuw in dienst stellen en de normale bediening hervatten; 

28° de voorziene maatregelen nemen bij sporadische indringing in het vrijeruimteprofiel; 

29° de nodige maatregelen nemen om een trein dringend te laten stoppen; 

30° de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen toepassen bij incidenten, in nood verkeren, ongevallen en 

abnormale toestanden; 

31° de principes van de bovenleiding kennen; 

32° T- en TS-schakelaars bedienen op vraag van de verdeler tractiestroom; 

33° de voorziene veiligheidsmaatregelen nemen bij beschadiging of werken aan bovenleiding; 

34° de reglementering in verband met werkaansluitingen beheersen; 

35° tussenbeide komen te velde in geval van storingen aan spoortoestellen (storingen wissel, bedienen schakelaars 

op vraag verdeler tractiestroom, enz.); 

36° een grondige kennis bezitten over de plaatselijke consignes en protocollen; 

37° de passende maatregelen kunnen nemen bij storingen, keren van de rijrichting en bijzondere vervoeren; 

38° de plaats van een trein in nood of een ongeval van op afstand en te velde beveiligen en toelating geven om de 

rit te hervatten na noodtoestand of ongeval; 

39° alle noodzakelijke maatregelen nemen in geval van ongeoorloofde seinvoorbijrijding; 

40° de bijzondere veiligheidsmaatregelen nemen in geval van onderbreking van de blokverbindingen; 

41° de bijzondere maatregelen treffen bij een ongeval met gevaarlijke goederen; 

42° de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen toepassen bij ontbreken of gedoofd eindsein; 

43° de nodige maatregelen nemen bij het ontsnappen van voertuigen; 

44° de passende veiligheidsmaatregelen nemen bij detectie van een warme asbus; 

45° over de nodige kennis beschikken om een aangelegde wisselstraat op een veilige manier te wijzigen; 

46° technische diensten oproepen om storingen te verhelpen; 

47° een grondige kennis bezitten over de werking van de automatische en bewaakte overwegen alsook de te nemen 

maatregelen bij storingen; 


49° bij vaststellen of ingelicht worden van een ongeval, hinder of gevaar voor aanrijding : 

a) toegang tot het betrokken spoor, spoorgedeelte, lijn- of spoorvak verbieden; 

b) indien mogelijk alarm versturen; 

c) Traffic Control, betrokken verdelers tractiestroom, andere betrokken seinposten en personeel op de lijn 

(overwegwachters, enz.) inlichten. 

b. Bediende beweging werkzaam op Traffic Control 

De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « bediende beweging werkzaam op 

Traffic Control » zijn voornamelijk de volgende : 

1° toezicht houden op de regelmaat van het treinverkeer; 

2° de voorrangsvolgorde van de treinen respecteren, aangepast volgens de behoeften; 


4° de volgorde van de bewegingen beheren in geval van verkeer op enkelspoor;


5° principes van de wachttijden kennen en kunnen toepassen; 

6° op basis van de wensen van de SO beslissen of aansluitingen behouden blijven of afgeschaft worden; 

7° de voorziene procedures toepassen in geval van storingen; 

8° in geval van storingen of abnormale toestanden op de lijn, de treinbestuurder waarschuwen via de 

grond-treinverbinding of GSM-R; 

9° technische diensten oproepen om storingen te verhelpen; 

10° sperbevelen wisselen met de blokposten in geval van dienst op enkelspoor en verkeer op tegenspoor om het 

spoorvak te ontlasten; 


12° een geval van de bovenleiding correct kunnen laten toepassen en opheffen; 

13° een trein dringend kunnen laten stoppen; 

14° de veiligheidsprocedures toepassen; 

15° de voorziene maatregelen nemen om de veiligheid van de hulpdiensten te garanderen en/of van personen in 

de nabijheid van sporen; 

16° erover waken dat de correcte informatie gewisseld wordt tussen de seinposten, de treinbestuurders en het 

begeleidingspersoneel in geval van een ernstig verstoorde situatie; 

17° bij vaststellen of ingelicht worden van een ongeval, hinder of gevaar voor aanrijding : 

a) alarm versturen; 

b) betrokken seinposten, betrokken verdelers tractiestroom en andere betrokken lijnregelaars inlichten; 

c) indien nodig technische hulptreinen verzenden; 

18° de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen toepassen bij incidenten, in nood verkeren, ongevallen en 

abnormale toestanden; 


20° de bijzondere voorwaarden kennen voor het afschaffen of omleiden van een trein; 

21° een grondige kennis bezitten over de consignes en protocollen; 


23° de bijzondere maatregelen treffen bij een ongeval met gevaarlijke goederen. 

2.19 De veiligheidsfuncties « seingever » en « operator » 

a. Een seingever wordt tewerkgesteld op : 

1° zuiver mechanische seinpost : alle bedieningen (wissels + seinen) gebeuren mechanisch; 

2° elektromechanische seinpost : bedieningen gebeuren deels elektrisch, deels mechanisch; 

3° elektrische seinpost : alle bedieningen gebeuren elektrisch; 

4° al relais seinpost : drukknoppen bedienen relais die de bediening sturen. 

b. Een operator wordt tewerkgesteld op een Elektronisch Bediende Seinpost (EBP) : 

1° EBP/RZ : de relais worden bediend door een computer; 

2° EBP/PLP : sturing van de wissels en seinen d.m.v. computer (geen relaiszaal meer nodig). 

c. De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « seingever » en « operator » zijn 


1° kennen van de voorgeschreven maatregelen om zich veilig te verplaatsen op spoorwegterrein; 


3° de spoorvoertuigen herkennen en de opschriften en tekens die erop voorkomen kennen; 

4° een grondige kennis bezitten over de vaste en mobiele seinen; 

5° verzekeren van de veiligheid en opvolging van het verkeer, met respect voor de treinpaden en de 

voorrangsvolgorde; 

6° kennen van de voorwaarden voor het vertrek van een trein; 

7° kennen van de door een trein gedragen seinen en de voorwaarden waaraan een treineinde moet voldoen; 

8° een buitengewoon vervoer herkennen; 

9° de voorgeschreven maatregelen nemen om de veiligheid te verzekeren van het personeel dat tewerkgesteld is 

op spoorwegterrein of in de omgeving ervan; 

10° de in de plaatselijke onderrichting, beroepsonderrichting, de tabel der wisselstraten en/of wisselstandbladen 

en de in de tijdelijke plaatselijke onderrichtingen voorgeschreven maatregelen begrijpen en kunnen toepassen; 

11° het gebruik kennen van het register der vaststellingen en onderrichtingen; 

12° een grondige kennis bezitten over de technologie, de uitrusting en het sporencomplex van de seinpost; 

13° kennis van de bediende lijnen en de blokstelsels die van toepassing zijn op de seinpost; 

14° de veiligheidsvoorschriften kennen en kunnen toepassen voor : 

a) het verkeer van een licht voertuig; 

b) het verkeer van een zwaar krachtvoertuig dat minstens een licht voertuig sleept; 

c) het verkeer van een voertuig met beroeste wielbanden; 

d) het verkeer van minstens één voertuig met een radafstand groter dan 26,5m; 

e) beroeste spoorstaven; 

15° de principes in verband met de werking van de automatische en bewaakte overwegen alsook de veilige 

overschrijding ervan kennen; 

16° sperren van het verkeer bij dienst op enkelspoor en verkeer op tegenspoor; 

17° de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen kennen om een werktrein toe te laten op een spoor buiten dienst en 

om een werktrein het buitendienstgestelde spoor te laten verlaten; 

18° de voorziene maatregelen toepassen bij sporadische indringing in het vrijeruimteprofiel; 

19° de nodige maatregelen kennen om een trein dringend te laten stoppen;


83259 

20° de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen kennen bij incidenten, in nood verkeren, ongevallen en abnormale 

toestanden; 

21° de beperkingen kennen bij beschadiging of werken aan bovenleiding; 

22° een grondige kennis bezitten van de plaatselijke consignes en protocollen; 

23° de passende maatregelen kennen bij storingen, keren van de rijrichting en buitengewone vervoeren; 

24° de bijzondere veiligheidsmaatregelen kennen in geval van onderbreking van de blokverbindingen; 

25° kennen van de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen bij ontbrekend of gedoofd eindsein; 

26° de nodige maatregelen kennen bij het ontsnappen van voertuigen; 

27° de bijzondere maatregelen treffen bij een ongeval met gevaarlijke goederen; 




31° de procedures in verband met veiligheidscommunicatie toepassen. 

2.20 De veiligheidsfunctie « mobiele seingever » 

Mobiele seingevers zijn enkel voorzien in het district Noordoost – Havengebied van Antwerpen. Zij worden belast 

met de werkzaamheden van seingever, rangeerder en lader. 

De specifieke bekwaamheden voor het uitvoeren van de veiligheidsfunctie « mobiele seingever » zijn voornamelijk 

de volgende : 

a. de algemene reglementering, de consignes, de plaatselijke protocollen en de tijdelijke plaatselijke onderrichtingen 

kennen en kunnen toepassen; 

b. de te bedienen installaties, de verschillende mogelijke te berijden reiswegen, de bijzonderheden van de installatie 

kennen; 

c. de verschillende uit te voeren handelingen of mogelijk uit te voeren handelingen en de te bedienen toestellen 

kennen (wissels, ontspoortongen, stuitklampen, overwegen, sloten, wisselwachtersposten, enz.); 

d. de verschillende te verwezenlijken procedures kunnen toepassen (wisselen van aankondigingen / geformaliseerde 

aankondigingen, nemen van bijzondere maatregelen in normale en abnormale omstandigheden, enz.); 

e. in staat zijn de voorziene beweging en bedieningen uit te voeren; 

f. coördineren van de bewegingen in zijn actiezone (rangeringen, vertrekken, ontvangsten, enz.); 

g. kennen van de voorgeschreven maatregelen om zich veilig te verplaatsen op spoorwegterrein; 

h. spoorvoertuigen : 

1° de spoorvoertuigen herkennen en de opschriften en tekens die erop voorkomen kennen; 

2° de betekenis van de gevaarsetiketten kennen; 

3° de betekenis van de beschadigingsetiketten kennen; 

i. de voorgeschreven maatregelen nemen om de veiligheid te verzekeren van het personeel dat tewerkgesteld is op 

spoorwegterrein of in de omgeving ervan; 

j. de bewegingen opvolgen, er rekenschap over kunnen afleggen; 

k. bij vaststellen of ingelicht worden van een ongeval, hinder of gevaar voor aanrijding, de betrokken seinposten, 

de betrokken verdelers tractiestroom en betrokken lijnregelaars inlichten; 

l. de voorgeschreven veiligheidsmaatregelen toepassen bij incidenten, in nood verkeren, ongevallen en abnormale 

toestanden; 

m. de principes in verband met de werking van de overwegen en de veilige overschrijding ervan kennen; 

n. de organisatie van de treindienst kennen; 

o. de blokstelsels die van toepassing zijn kennen; 

p. de te treffen maatregelen kennen bij uitvoering van rangeringen; 

q. de bijzondere maatregelen treffen bij een ongeval met gevaarlijke goederen; 

r. de principes van de bovenleiding kennen; 

s. de regels met betrekking tot de veiligheid van het personeel toepassen; 

t. het uitvoeren van rangeringen volgens de voorgeschreven reglementering. 



ALBERT 





M. WATHELET 

Nota’s 

(1) In het raam van dit punt zijn de veiligheidsfuncties die verband houden met de samenstelling van treinen of 

waarvan het takenpakket bestaat uit het toestaan van de bewegingen van treinen, de volgende : 

• verantwoordelijke voor de rangeerdienst; 

• begeleidende agent van goederentreinen; 

• bediende belast met het rangeren; 

• bediende belast met het samenstellen en verzenden van treinen; 

• bediende belast met de bediening van spoortoestellen en seinposten (binnen de perken van de overeenkomsten 

tussen de SO en de IB);


• bediende belast met de volledige technische schouwing van het rollend materieel, specialiteit « goederen »; 

• bediende belast met de schouwing van het rollend materieel, specialiteit « reizigers »; 

• onderchef specialiteit « reiziger » - toezicht en bediening van de perrons en uitwijkbundels; 

• bediende belast met de rangeringen specialiteit « reiziger »; 

• bediende belast met verrichtingen tot bediening van de private spooraansluitingen; 

• bediende belast met de bediening van installaties (werkplaats, onderhoudspost, enz.); 

• verantwoordelijke bediende voor de uitvoering van de werken; 

• verdeler tractiestroom; 

• begeleidende agent van werktreinen; 

• overwegwachter; 

• schildwacht; 

• bediende beweging; 

• seingever en operator; 

• mobiele seingever; 

(2) In het raam van dit punt is de veiligheidsfunctie die geen verband houdt met de samenstelling van treinen of 

waarvan het takenpakket niet bestaat uit het toestaan van de bewegingen van treinen, de volgende : 

• bediende belast met het beheer van de administratieve taken met betrekking tot het rangeren, het bedienen van 

installaties, het samenstellen en verzenden van treinen. 



Bijlage 4 : preventieve schorsing


83261 



ALBERT 





M. WATHELET


SERVICE PUBLIC FEDERAL EMPLOI, 

TRAVAIL ET CONCERTATION SOCIALE 

[2013/205079] 

18 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal relatif à la durée du travail de 

certains ouvriers ressortissant à la Commission paritaire du 

commerce alimentaire (CP 119) (1) 



Vu la loi du 16 mars 1971 sur le travail, l’article 19, alinéa 3, 2 o , et 

l’article 24, § 1 er , 2 o , modifié par l’arrêté royal n o 225 du 

7décembre 1983 et par la loi du 22 janvier 1985; 

Vu la demande de la Commission paritaire du commerce alimentaire 

du 5 juin 2013; 

Vu la demande d’avis dans un délai de trente jours adressée le 

7 août 2013 au Conseil d’Etat en application de l’article 84, § 1 er , 

alinéa 1 er ,1 o , des lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 

1973; 

Considérant l’absence de communication de l’avis dans ce délai; 

Vu l’article 84, § 4, alinéa 2, des lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées 

le 12 janvier 1973; 

Sur la proposition de la Ministre de l’Emploi, 


Article 1 er . § 1 er . Le présent arrêté s’applique aux employeurs et aux 

ouvriers occupés à des travaux de transport, chargement et déchargement, 

qui ressortissent à la compétence de la Commission paritaire du 

commerce alimentaire, à l’exclusion des boucheries, charcuteries et 

triperies. 

§ 2. Pour l’application de cet arrêté, on entend par ouvriers : les 

ouvriers masculins et féminins. 

Art. 2. Pour la détermination de la durée du travail ne sont pas 

considérés comme temps pendant lequel l’ouvrier est à la disposition 

de l’employeur, les repos pris par les ouvriers occupés à des travaux de 

transport, en vue notamment de la sécurité routière. 

Toutefois, ces repos, qui ne sont pas considérés comme temps 

pendant lequel l’ouvrier est à la disposition de l’employeur, ne peuvent 

en aucun cas excéder 15 % du temps de présence. 

Art. 3. Les limites de la durée du travail fixées par les articles 19 

et 20 de la loi du 16 mars 1971 sur le travail ou par la convention 

collective de travail peuvent être dépassées, à condition que la durée 

hebdomadaire de travail, calculée sur une période d’un trimestre au 

maximum, ne dépasse pas en moyenne la durée de travail fixée par la 

convention collective de travail. 

Art. 4. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication 

au Moniteur belge et cessera d’être en vigueur le 31 octobre 2013. 

Art. 5. Le ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé de 

l’exécution du présent arrêté. 


PHILIPPE 

Par le Roi : 

La Ministre de l’Emploi, 

Mme M. DE CONINCK 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WERKGELEGENHEID, 

ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 

[2013/205079] 

18 OKTOBER 2013. — Koninklijk besluit betreffende de arbeidsduur 

van sommige werklieden die onder het Paritair Comité voor de 

handel in voedingswaren ressorteren (PC 119) (1) 



Gelet op de arbeidswet van 16 maart 1971, artikel 19, derde lid, 2 o , en 

artikel 24, § 1, 2 o , gewijzigd bij het koninklijk besluit nr. 225 van 

7 december 1983 en bij de wet van 22 januari 1985; 

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de handel in 

voedingswaren van 5 juni 2013; 

Gelet op de adviesaanvraag binnen dertig dagen, die op 7 augustus 

2013 bij de Raad van State is ingediend, met toepassing van 

artikel 84, § 1, eerste lid, 1 o , van de wetten op de Raad van State, 

gecoördineerd op 12 januari 1973; 

Overwegende dat het advies niet is meegedeeld binnen die termijn; 

Gelet op artikel 84, § 4, tweede lid, van de wetten op de Raad van 

State, gecoördineerd op 12 januari 1973; 

Op de voordracht van de Minister van Werk, 


Artikel 1. § 1. Dit besluit is van toepassing op de werkgevers en de 

werklieden tewerkgesteld aan werken van vervoer, laden en lossen, die 

onder het Paritair Comité voor de handel in voedingswaren ressorteren, 

met uitsluiting van de slagerijen, spekslagerijen en penserijen. 

§ 2. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder 

werklieden : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. 

Art. 2. Worden voor de vaststelling van de arbeidsduur niet als tijd 

beschouwd gedurende welke de werkman ter beschikking is van de 

werkgever, de rusttijden, die door de werklieden, tewerkgesteld aan 

werken van vervoer, genomen worden, inzonderheid met het oog op de 

verkeersveiligheid. 

Deze rusttijden, die niet beschouwd worden als tijd gedurende welke 

de werkman ter beschikking is van de werkgever, mogen evenwel in 

geen geval 15 % van de aanwezigheidstijd overschrijden. 

Art. 3. De grenzen van de arbeidsduur vastgesteld bij de artikelen 

19 en 20 van de arbeidswet van 16 maart 1971 of bij collectieve 

arbeidsovereenkomst, kunnen overschreden worden op voorwaarde 

dat de wekelijkse arbeidsduur berekend over een periode van maximum 

een trimester, gemiddeld de arbeidsduur zoals vastgesteld bij de 

collectieve arbeidsovereenkomst niet overschrijdt. 

Art. 4. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het 

Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt en treedt buiten werking op 


Art. 5. De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering 

van dit besluit. 


FILIP 


De Minister van Werk, 

Mevr. M. DE CONINCK 

Note 


Loi du 3 juillet 1978, Moniteur belge du 22 août 1978. 

Loi du 22 janvier 1985, Moniteur belge du 24 janvier 1985. 

Arrêté royal n o 225 du 7 décembre 1983, Moniteur belge du 15 décembre 

1983. 

Nota 


Wet van 3 juli 1978, Belgisch Staatsblad van 22 augustus 1978. 

Wet van 22 januari 1985, Belgisch Staatsblad van 24 januari 1985. 

Koninklijk besluit nr. 225 van 7 december 1983, Belgisch Staatsblad van 

15 december 1983.


83263 



[2013/205516] 


6 novembre 1969 déterminant les modalités générales de fonctionnement 

des commissions et des sous-commissions paritaires (1) 



Vu la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions collectives de travail 

et les commissions paritaires, l’article 49; 

Vu l’arrêté royal du 6 novembre 1969 déterminant les modalités 

générales de fonctionnement des commissions et des sous-commissions 

paritaires; 

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 7 mars 2013; 

Vu l’accord du Ministre du Budget, donné le 4 septembre 2013; 

Vu l’avis 53.295/1 du Conseil d’Etat, donné le 27 mai 2013, en 

application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er , des lois sur le Conseil d’Etat, 

coordonnées le 12 janvier 1973; 



Article 1 er . Article 1 er , 2 o , de l’arrêté royal du 6 novembre 1969 

déterminant les modalités générales de fonctionnement des commissions 

et des sous-commissions paritaires est remplacé par ce qui suit : 

« le service : la Direction générale des relations collectives de travail du 

Service Public Fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale. » 

Art. 2. L’article 4, premier alinéa, du même arrêté est remplacé par 

ce qui suit : « Les membres sont convoqués par voie électronique à 

l’intervention du président ou à défaut par le directeur général du 

service ou par le fonctionnaire que ce dernier désigne. » 

Art. 3. Dans le texte français de l’article 6 du même arrêté, les mots 

« et décider » sont insérés après le mot « délibérer ». 

Art. 4. Dans l’article 7 du même arrêté, les mots « ou en cas 

d’empêchement le vice-président, » sont insérés entre les mots « président 

» et « représente ». 

Art. 5. L’article 8 du même arrêté est remplacé par ce qui suit : 

« Le président ou en cas d’empêchement le vice-président signe la 

correspondance de la commission. 

Sauf dispositions réglementaires contraires, cette compétence ne peut 

pas être déléguée aux secrétaires. » 

Art. 6. Dans l’article 11 du même arrêté, les modifications suivantes 

sont apportées : 

1 o à l’alinéa 2, les mots « le nom des membres suppléants représentant 

les membres effectifs empêchés » sont supprimés; 

2 o à l’alinéa 2, dans le texte français du dernier tiret, les mots « et 

décider » sont ajoutés après le mot « délibérer »; 

3 o à l’alinéa 3, les mots « le compte rendu fidèle et détaillé» sont 

remplacés par les mots « une reproduction fidèle ». 



1 o à l’alinéa 1 er , le mot « trois » est remplacé par le mot « quatorze »; 

2 o à l’alinéa 2, les mots « qu’il transmet dans le délai de trois jours au 

Ministre » sont remplacés par les mots « et le dépose au service dans le 

délai de quatorze jours ». 



1 o à l’alinéa 1 er , les mots « Le procès-verbal est adressé aux membres 

effectifs et suppléants dans les quatorze jours qui suivent la réunion » 

sont remplacés par les mots « Le procès-verbal est adressé aux membres 

effectifs et suppléants par voie électronique au terme des deux délais 

mentionné àl’article 12 »; 

2 o au dernier alinéa du texte français les mots « plus prochaine » sont 

supprimés et les mots « la plus proche » sont ajoutés après le mot 

« paritaire ». 



[2013/205516] 


koninklijk besluit van 6 november 1969 tot vaststelling van de 

algemene regels voor de werking van de paritaire comités en 

paritaire subcomités (1) 



Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve 

arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, artikel 49; 

Gelet op het koninklijk besluit van 6 november 1969 tot vaststelling 

van de algemene regels voor de werking van de paritaire comités en 

paritaire subcomités; 

Gelet op het advies van de inspecteur van Financiën, gegeven op 

7 maart 2013; 

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 

4 september 2013; 

Gelet op advies 53.295/1 van de Raad van State, gegeven op 

27 mei 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1 o , van de 

wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; 



Artikel 1. Artikel 1, 2 o , van het koninklijk besluit van 6 november 

1969 tot vaststelling van de algemene regels voor de werking van de 

paritaire comités en de paritaire subcomités wordt vervangen als volgt : 

ʺ″de dienst : de Algemene Directie collectieve arbeidsbetrekkingen bij de 

Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg.ʺ″ 

Art. 2. Artikel 4, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen 

als volgt : « De leden worden elektronisch opgeroepen door toedoen 

van de voorzitter of bij ontstentenis door de directeur-generaal van de 

dienst of de door deze laatste persoon aangewezen ambtenaar. » 

Art. 3. In de Franse tekst van artikel 6 van hetzelfde besluit, worden 

de woorden ʺ″et déciderʺ″ ingevoegd na het woord ʺ″délibérerʺ″. 

Art. 4. In artikel 7 van hetzelfde besluit, worden de woorden ʺ″of bij 

verhindering de ondervoorzitter,ʺ″ ingevoegd tussen de woorden 

ʺ″voorzitterʺ″ en ʺ″vertegenwoordigtʺ″. 

Art. 5. Artikel 8 van hetzelfde besluit wordt vervangen als volgt : 

ʺ″De voorzitter of bij verhindering de ondervoorzitter ondertekent de 

correspondentie van het comité. 

Behoudens andersluidende reglementaire bepalingen, kan deze 

bevoegdheid niet aan de secretarissen overgedragen worden.ʺ″ 

Art. 6. In artikel 11 van hetzelfde besluit, worden de volgende 

wijzigingen aangebracht : 

1 o in het tweede lid worden de woorden ʺ″de naam van de 

plaatsvervangende leden die de verhinderde effectieve leden vervangenʺ″ 

opgeheven; 

2 o in het tweede lid worden in de Franse tekst van het laatste streepje 

na het woord ʺ″délibérerʺ″ de woorden ʺ″et déciderʺ″ toegevoegd; 

3 o in het derde lid worden de woorden ʺ″een getrouw en gedetailleerd 

verslagʺ″ vervangen door de woorden ʺ″een getrouwe weergaveʺ″. 



1 o in het eerste lid wordt het woord ʺ″drieʺ″ vervangen door het woord 

ʺ″veertienʺ″; 

2 o in het tweede lid, worden de woorden ʺ″die hij binnen de drie 

dagen aan de Minister voorlegtʺ″ vervangen door de woorden ʺ″en legt 

ze binnen de veertien dagen neer bij de dienstʺ″. 



1 o in het eerste lid, worden de woorden ʺ″De notulen worden gericht 

aan de effectieve en plaatsvervangende leden binnen de veertien dagen 

na de vergaderingʺ″ vervangen door de woorden ʺ″De notulen worden 

elektronisch verzonden aan de effectieve en plaatsvervangende leden 

na afloop van de beide termijnen vermeld in artikel 12ʺ″; 

2 o in het laatste lid worden in de Franse tekst de woorden ʺ″plus 

prochaineʺ″ geschrapt en de woorden ʺ″la plus procheʺ″ toegevoegd 

achter het woord ʺ″paritaireʺ″.




1 o à l’alinéa 1 er les mots « Le règlement d’ordre intérieur établi par 

la commission est déposé au service » sont remplacés par les mots « Le 

règlement d’ordre intérieur qui est rédigé par la commission, conformément 

à l’article 50 de la loi du 5 décembre 1968 sur les conventions 

collectives de travail et les commissions paritaires, est déposé auprès du 

service ». 

2 o Un dernier alinéa est ajouté qui est rédigé comme suit : « L’objet, 

la composition et les règles de fonctionnement de ces groupes de travail 

doivent être inscrites dans le procès-verbal de la réunion au sein de 

laquelle elles ont été instaurées ou dans une convention collective de 

travail. » 

Art. 10. L’article 17 est abrogé. 

Art. 11. L’article 20, premier alinéa, est complété comme suit : « et à 

défaut de cela, dans une convention collective de travail. » 

Art. 12. Dans l’article 22, alinéa 2, du même arrêté, les mots ʺ″ou dans 

une convention collective de travailʺ″ sont ajoutés entre les mots 

« intérieur » et « le président ». 

Art. 13. L’article 24 est remplacé par ce qui suit : « La commission 

pourra demander d’être informée au moins une fois par an, de l’activité 

et des résultats de l’action du bureau de conciliation. » 

Art. 14. Le ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé 



PHILIPPE 

Par le Roi : 



Art. 9. Artikel 15 van hetzelfde besluit, worden de volgende wijzigingen 

aangebracht : 

1 o in het eerste lid van artikel 15 worden de woorden ʺ″Het 

huishoudelijk reglement dat door het comité is opgesteld, wordt bij de 

dienst neergelegdʺ″ vervangen door de woorden ʺ″Het huishoudelijk 

reglement dat overeenkomstig artikel 50 van de wet van 5 december 

1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de 

paritaire comités door het comité is opgesteld, wordt bij de dienst 

neergelegdʺ″. 

2 o Een laatste lid wordt toegevoegd dat luidt als volgt : ʺ″Het doel, de 

samenstelling en de werkingsregels van deze werkgroepen dienen 

vastgelegd te worden in de notulen van de vergaderingen waarin zij 

werden opgericht of in een collectieve arbeidsovereenkomst.ʺ″ 

Art. 10. Artikel 17 wordt opgeheven. 

Art. 11. Artikel 20, eerste lid, wordt aangevuld als volgt : ʺ″en bij 

ontstentenis hiervan in een collectieve arbeidsovereenkomst.ʺ″ 

Art. 12. In artikel 22, tweede lid, van hetzelfde besluit, worden de 

woorden ʺ″of in een collectieve arbeidsovereenkomstʺ″ toegevoegd 

tussen de woorden ʺ″reglementʺ″ en ʺ″moetʺ″. 

Art. 13. Artikel 24 wordt vervangen als volgt : ʺ″Het comité kan 

vragen om minstens eenmaal per jaar op de hoogte gesteld te worden 

van de activiteit van het verzoeningsbureau en van de resultaten die 

zijn bereikt.ʺ″ 




FILIP 




Note 

(1) Référence au Moniteur belge : 

Loi du 5 décembre 1968, Moniteur belge du 15 janvier 1969. 

Arrêté royal du 6 novembre 1969, Moniteur belge du 18 novembre 

1969. 

Nota 

(1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : 

Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. 

Koninklijk besluit van 6 november 1969, Belgisch Staatsblad van 

18 november 1969. 

* 



[2013/205803] 

24 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal 

modifiant l’article 46 de l’arrêté royal 

du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage 



Vu l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des 

travailleurs, l’article 7, § 1 er , alinéa 3, i), remplacé par la loi du 

14 février 1961; 

Vu l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du 

chômage; 

Vu l’avis du Comité de gestion de l’Office national pour l’Emploi, 

donné le 18 juillet 2013; 



Vu l’examen préalable selon la loi du 5 mai 1997 relative à la 

coordination de la politique fédérale de développement durable, 

l’article 19/1, § 1 er ; 



[2013/205803] 

24 OKTOBER 2013. — Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 46 

van het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de 

werkloosheidsreglementering 



Gelet op de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de 

maatschappelijke zekerheid der arbeiders, artikel 7, § 1, derde lid, i), 

vervangen bij de wet van 14 februari 1961; 

Gelet op het koninklijk besluit van 25 november 1991 houdende de 

werkloosheidsreglementering; 

Gelet op het advies van het beheerscomité van de Rijksdienst voor 

Arbeidsvoorziening, gegeven op 18 juli 2013; 



Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting 

gegeven op 4 september 2013; 

Gelet op het voorgaand onderzoek volgens de wet van 5 mei 1997 

betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame 

ontwikkeling, artikel 19/1, § 1;


83265 

Vu l’avis 54.116/1 du Conseil d’Etat, donné le 3 octobre 2013 en 

application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1 o , des lois sur le Conseil 




Article 1 er . Al’article 46 de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 

portant réglementation du chômage, remplacé par l’arrêté royal 

du 28 juillet 2006 et modifié par l’arrêté royal du 21 mai 2013, 

sont apportées les modifications suivantes : 

1 o ) le § 1 er , alinéa 1 er , est complété par un 7 o ,rédigé comme suit : 

« 7 o l’indemnité visée à l’article 19, § 1 er , alinéa 5, de l’arrêté royal du 

28 novembre 1969 pris en exécution de la loi du 27 juin 1969 révisant 

l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 concernant la sécurité sociale des 

travailleurs. »; 

2 o ) le § 1 er est complété par un alinéa, rédigé comme suit : 

« Pour l’application de l’alinéa 1 er ,5 o , et par dérogation aux alinéas 3 

et 4, ces indemnités sont toujours considérées comme une rémunération, 

dans le cas où elles sont une rémunération au sens de l’article 14 

de la loi du 27 juin 1969 révisant l’arrêté-loi du 28 décembre 1944 

concernant la sécurité sociale des travailleurs. »; 

3 o ) au § 4, alinéa 2, les mots ʺ″Le montant dû par l’employeurʺ″ sont 

remplacé par les mots ʺ″Les montants dus par l’employeur, additionnés 

le cas échéantʺ″; 

4 o il est complété par un § 5, rédigé comme suit : 

«§5. Les dispositions du § 4 sont applicables à l’indemnité visée au 

§ 1 er , alinéa 1 er ,7 o . » 

Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er novembre 2013. 




PHILIPPE 


3 oktober 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1 o , van de 




Artikel 1. In artikel 46 van het koninklijk besluit van 25 november 

1991 houdende de werkloosheidsreglementering, vervangen bij het 

koninklijk besluit van 28 juli 2006 en gewijzigd bij het koninklijk besluit 

van 21 mei 2013, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 

1 o ) paragraaf 1, eerste lid, wordt aangevuld met een 7 o , luidende : 

« 7 o de vergoeding bedoeld in artikel 19, § 1, vijfde lid, van het 

koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 

27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 

betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders. »; 

2 o ) paragraaf 1 wordt aangevuld met een lid, luidende : 

« Voor de toepassing van het eerste lid, 5 o , en in afwijking van het 

derde en vierde lid, worden die vergoedingen steeds als loon beschouwd 

indien ze loon zijn in de zin van artikel 14 van de wet van 27 juni 1969 

tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de 

maatschappelijke zekerheid der arbeiders. »; 

3 o ) in paragraaf 4, tweede lid worden de woorden ʺ″Het door de 

werkgever verschuldigde bedragʺ″ vervangen door de woorden ʺ″De door 

de werkgever verschuldigde bedragen, in voorkomend geval samengeteldʺ″; 

4 o het wordt aangevuld met een paragraaf 5, luidende : 

«§5. De bepalingen van § 4 zijn van toepassing op de vergoeding 

bedoeld in § 1, eerste lid, 7 o . » 

Art. 2. Dit besluit treedt in werking op 1 november 2013. 




FILIP 

Par le Roi : 



* 






[2013/205804] 


modifiant l’article 66bis de l’arrêté royal 

du 25 novembre 1991 portant réglementation du chômage 




travailleurs, notamment l’article 7, § 1 er , alinéa 3, i, remplacé par la loi 

du 14 février 1961; 

Vu l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant réglementation du 

chômage; 

Vu l’avis du comité de gestion de l’Office national de l’Emploi, donné 

le 20 juin 2013; 

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 1 er juillet 2013; 

Vu l’accord du Ministre au Budget, donné le 4 septembre 2013; 

Vu l’examen préalable de la nécessité de réaliser une évaluation 

d’incidence concernant le développement durable, concluant qu’une 

évaluation d’incidence n’est pas requise; 

Vu l’avis 54.117/1 du Conseil d’Etat, donné le 3 octobre 2013, en 





[2013/205804] 

24 OKTOBER 2013. — Koninklijk besluit tot wijziging van artikel 

66bis van het koninklijk besluit van 25 november 1991 

houdende de werkloosheidsreglementering 




maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, 

§ 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961; 



Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor 

Arbeidsvoorziening, gegeven op 20 juni 2013; 


1 juli 2013; 

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, 


Gelet op het voorafgaand onderzoek met betrekking tot de noodzaak 

om een effectbeoordeling inzake duurzame ontwikkeling uit te voeren, 

waarbij besloten is dat een effectbeoordeling niet vereist is; 

Gelet op het advies 54.117/1 van de Raad van State, gegeven op 


wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;




Article 1 er . Al’article 66bis de l’arrêté royal du 25 novembre 1991 

portant réglementation du chômage, inséré par l’arrêté royal du 

5 mars 2006, le mot ʺ″quatorzièmeʺ″ est à chaque fois remplacé par le mot 

ʺ″septièmeʺ″. 

Art. 2. Le présent arrêté entre en vigueur le premier jour du 

deuxième mois qui suit celui de sa publication au Moniteur belge. 




PHILIPPE 



Artikel 1. In artikel 66bis van het koninklijk besluit van 25 november 

1991 houdende de werkloosheidsreglementering, ingevoegd bij het 

koninklijk besluit van 5 maart 2006, wordt het woord ʺ″veertiendeʺ″ 

telkens vervangen door het woord ʺ″zevendeʺ″. 

Art. 2. Dit besluit treedt in werking de eerste dag van de 

tweede maand na die waarin het is bekendgemaakt in het Belgisch 

Staatsblad. 




FILIP 

Par le Roi : 



* 






[2013/205805] 

24 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal modifiant les articles 59quater/1, 

59quater/2, 59quinquies/1 et 70 de l’arrêté royal du 25 novembre 

1991 portant réglementation du chômage 




travailleurs, notamment l’article 7, § 1 er , alinéa 3, i, remplacé par la loi 

du 14 février 1961; 

Vu l’arrêté royal du 25 novembre 1991 portant la réglementation du 

chômage; 

Vu l’avis du comité de gestion de l’Office national de l’Emploi, donné 

le 18 juillet 2013; 


Vu l’accord du Ministre au Budget, donné le 4 septembre 2013; 


d’incidence concernant le développement durable, concluant qu’une 

évaluation d’incidence n’est pas requise; 

Vu l’avis 54.118/1 du Conseil d’Etat, donné le 3 octobre 2013, 

en application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1 o , des lois sur le Conseil 




Article 1 er . Al’article 59quater/1 de l’arrêté royal du 25 novembre 

1991 portant réglementation du chômage, inséré par l’arrêté royal 

du 20 juillet 2012, sont apportées les modifications suivantes : 

1 o ) au § 1 er , il est inséré un alinéa entre le 2 e et le 3 e alinéa, rédigé 

comme suit : 

« Si le jeune travailleur ne donne pas suite à la demande d’informations 

dans le délai d’un mois prévu à l’alinéa 2, un rappel lui est envoyé 

par lettre recommandée à la poste. »; 

2 o ) le § 1 er , alinéa 3, est remplacé par ce qui suit : 

« Le jeune travailleur qui ne donne pas suite au rappel par lettre 

recommandée visé àl’alinéa 3, dans un délai de cinq jours ouvrables 

prenant cours le lendemain de la réception de la lettre précitée, est exclu 

du bénéfice des allocations conformément aux dispositions de l’article 

70. »; 


« La demande d’informations visée à l’alinéa 1 er et la lettre recommandée 

à la poste visée à l’alinéa 3 sont censées être reçues le 3 e jour 

ouvrable qui suit la remise du pli à la poste. »; 



[2013/205805] 

24 OKTOBER 2013. — Koninklijk besluit tot wijziging van de 

artikelen 59quater/1, 59quater/2, 59quinquies/1 en 70 van het koninklijk 

besluit van 25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering 




maatschappelijke zekerheid der arbeiders, inzonderheid op artikel 7, 

§ 1, derde lid, i, vervangen bij de wet van 14 februari 1961; 



Gelet op het advies van het Beheerscomité van de Rijksdienst voor 

Arbeidsvoorziening, gegeven op 18 juli 2013; 



Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, 



om een effectbeoordeling inzake duurzame ontwikkeling uit te voeren, 

waarbij besloten is dat een effectbeoordeling niet vereist is; 

Gelet op het advies 54.118/1 van de Raad van State, gegeven op 





Artikel 1. In artikel 59quater/1 van het koninklijk besluit van 

25 november 1991 houdende de werkloosheidsreglementering, ingevoegd 

bij het koninklijk besluit van 20 juli 2012, worden de volgende 


1 o ) in § 1 wordt tussen het tweede en het derde lid een lid ingevoegd, 

luidende : 

« Indien de jonge werknemer geen gevolg geeft aan de vraag naar 

informatie binnen de termijn van één maand bedoeld in het tweede lid, 

wordt hem een herinnering bij aangetekende brief toegestuurd. »; 

2 o ) § 1, derde lid, wordt vervangen als volgt : 

« De jonge werknemer die geen gevolg geeft aan de aangetekende 

brief bedoeld in het derde lid, binnen een termijn van vijf dagen die 

aanvangt op de dag volgend op de dag van de ontvangst van de 

voormelde brief, wordt uitgesloten van het recht op uitkeringen, 

overeenkomstig de bepalingen van artikel 70. »; 

3 o ) § 1, vierde lid, wordt vervangen als volgt : 

« De vraag naar informatie bedoeld in het eerste lid en de aangetekende 

brief, bedoeld in het derde lid, worden geacht ontvangen te zijn 

op de derde werkdag die volgt op de afgifte van de brief aan de post. »;


83267 

4 o ) au § 2, il est inséré trois alinéas entre le 2 e et le 3 e alinéa, rédigés 

comme suit : 


dans le délai d’un mois prévu à l’alinéa 1 er , un rappel lui est 

envoyé par lettre recommandée à la poste. 

Le jeune travailleur qui ne donne pas suite au rappel par lettre 

recommandée visé àl’alinéa 2 dans un délai de cinq jours ouvrables 



70. 

La lettre recommandée à la poste visée à l’alinéa 2 est censée être 

reçue le 3 e jour ouvrable qui suit la remise du pli à la poste. ». 

Art. 2. Al’article 59quater/2, du même arrêté, inséré par l’arrêté 

royal du 20 juillet 2012, sont apportées les modifications suivantes : 


comme suit : 









70. »; 



à la poste visée à l’alinéa 3 sont censées être reçues le 3 e jour 



comme suit : 








70. 



Art. 3. Al’article 59quinquies/1 du même arrêté, inséré par l’arrêté 

royal du 20 juillet 2012, sont apportées les modifications suivantes : 


comme suit : 









70. »; 



à la poste visée à l’alinéa 3 sont censées être reçues le 3 eme jour 



comme suit : 








70. 

4 o ) in § 2 worden tussen het eerste en het tweede lid drie leden 

ingevoegd, luidende : 


informatie binnen de termijn van één maand bedoeld in het eerste lid, 

wordt hem een herinnering bij aangetekende brief toegestuurd. 

De jonge werknemer die geen gevolg geeft aan de aangetekende brief 

bedoeld in het tweede lid, binnen een termijn van vijf dagen die 



overeenkomstig de bepalingen van artikel 70. 

De aangetekende brief, bedoeld in het tweede lid, worden geacht 

ontvangen te zijn op de derde werkdag die volgt op de afgifte van de 

brief aan de post. ». 

Art. 2. In artikel 59quater/2 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het 

koninklijk besluit van 20 juli 201, worden de volgende wijzigingen 

aangebracht : 


luidende : 













op de derde werkdag die volgt op de afgifte van de brief aan de post. »; 










overeenkomstig de bepalingen van artikel 70. 




Art. 3. In artikel 59quinquies/1 van hetzelfde besluit, ingevoegd bij 

het koninklijk besluit van 20 juli 2012, worden de volgende wijzigingen 

aangebracht : 


luidende : 













op de derde werkdag die volgt op de afgifte van de brief aan de post. » 










overeenkomstig de bepalingen van artikel 70.




Art. 4. Al’article 70 du même arrêté, modifié en dernier lieu par 

l’arrêté royal du 22 janvier 2013, sont apportées les modifications 

suivantes : 

1 o ) le § 2 est remplacé par les dispositions suivantes : 

«§2. Le jeune travailleur visé àl’article 36 qui n’a pas donné suite à 

la lettre recommandée visée aux articles 59quater/1, § 1 er , alinéa 3 ou 

§ 2, alinéa 2, 59quater/2, § 1 er , alinéa 3 ou § 2, alinéa 2 ou 59quinquies/1, 

§ 1 er , alinéa 3 ou § 2, alinéa 2, est exclu du bénéfice des allocations. 

La décision prise en application de l’alinéa 1 er produit ses effets à 

partir du lendemain de l’expiration du délai de cinq jours ouvrables 

prévu respectivement aux articles 59quater/1, § 1 er , alinéa 4 ou § 2, 

alinéa 3, 59quater/2, § 1 er , alinéa 4 ou § 2, alinéa 3 ou 59quinquies/1, 

§ 1 er , alinéa 4 ou § 2, alinéa 3. »; 

2 o ) le § 3, 1 o , est remplacé par les dispositions suivantes : 

« 1 o soit le formulaire complété et les preuves écrites éventuelles ou 

la demande écrite d’entretien visés respectivement aux articles 

59quater/1, § 1 er , alinéa 2 ou § 2, alinéa1 er , 59quater/2, § 1 er , alinéa2 

ou § 2, alinéa 1 er , ou 59quinquies/1, § 1 er , alinéa 2 ou § 2, alinéa 1 er , 

parviennent au bureau du chômage; ». 

Art. 5. Le présent arrêté entre en vigueur le 1 er novembre 2013. 




PHILIPPE 




Art. 4. In artikel 70 van hetzelfde besluit, laatst gewijzigd bij het 

koninklijk besluit van 22 januari 2013, worden de volgende wijzigingen 

aangebracht : 

1 o ) § 2 wordt vervangen door de volgende bepalingen : 

«§ 2. De in artikel 36 bedoelde jonge werknemer die geen gevolg 

heeft gegeven aan de aangetekende brief bedoeld in de artikelen 

59quater/1, § 1, derde lid, of § 2, tweede lid, 59quater/2, § 1, 

derde lid of § 2, tweede lid of 59quinquies/1, § 1, derde lid, of § 2, 

tweede lid, wordt uitgesloten van het recht op uitkeringen. 

De beslissing genomen in toepassing van het eerste lid heeft 

uitwerking vanaf de dag van het verstrijken van de termijn van 

vijf werkdagen, respectievelijk bedoeld in de artikelen 59quater/1, § 1, 

vierde lid of § 2, derde lid, 59quater/2, § 1, vierde lid of § 2, derde lid 

of 59quinquies/1, § 1, vierde lid of § 2, derde lid. »; 

2 o ) § 3, 1 o , wordt vervangen door de volgende bepalingen : 

« 1 o hetzij het ingevulde formulier en de eventuele schriftelijke 

bewijzen of de schriftelijke vraag om een geprek respectievelijk bedoeld 

in de artikelen 59quater/1, § 1, tweede lid, of § 2, eerste lid, 59quater/2, 

§ 1, tweede lid of § 2, eerste lid, of 59quinquies/1, § 1, tweede lid, of § 2, 

eerste lid, op het werkloosheidsbureau aankomen; ». 

Art. 5. Dit besluit treedt in werking op 1 november 2013. 




FILIP 

Par le Roi : 



* 






[2013/205893] 

29 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal fixant la date de dépôt telle que 

visée à l’article 190, § 2, alinéa 2, de la loi du 27 décembre 2006 

portant des dispositions diverses (I), de la convention collective de 

travail visée à l’article 190, § 1 er , de la loi précitée, pour l’année 2013 



Vu la loi du 27 décembre 2006 portant des dispositions diverses (I), 

article 190 § 2 alinéa 2; 

Vu l’article 2, 9 o , de l’arrêté royal du 20 septembre 2012 portant 

exécution de l’article 19/1, § 1 er , deuxième alinéa, du chapitre V/1 de 

la loi du 5 mai 1997 relative à la coordination de la politique fédérale de 

développement durable en vertu duquel sont dispensés de l’examen 

préalable les projets d’arrêté royal qui ne doivent pas faire l’objet d’une 

délibération en Conseil des Ministres; 


Vu l’avis du Conseil National du Travail, donné le 24 septembre 2013; 

Vu l’urgence motivée par le fait que les négociations sectorielles ont 

pris du retard suite à un contexte social et politique particulier visant à 

réformer et fixer des nouvelles règles en matière de compétitivité et du 

rapprochement des statuts employés et ouvriers; 

Vu que les conventions collectives de travail relatives aux groupes à 

risque doivent être déposées pour le 1 er octobre de l’année à laquelle 

elles se rapportent; 

Vu que les négociations sectorielles viennent seulement de commencer; 



[2013/205893] 


datum van neerlegging zoals bedoeld in artikel 190, § 2, tweede lid, 

van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I), 

van de collectieve arbeidsovereenkomst bedoeld in artikel 190, § 1, 

van de voornoemde wet voor het jaar 2013 



Gelet op de wet van 27 december 2006 houdende diverse 

bepalingen (I), artikel 190 § 2, tweede lid; 

Gelet op artikel 2, 9 o , van het koninklijk besluit van 20 september 

2012 houdende uitvoering van artikel 19/1, § 1, tweede lid van 

hoofdstuk V/1 van de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie 

van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling op grond 

waarvan ontwerpen van koninklijk besluit die niet het voorwerp 

moeten uitmaken van overleg in de Ministerraad vrijgesteld zijn van 

een voorafgaand onderzoek; 

Gelet op het advies van de Inspecteur van Financien, gegeven op 


Gelet op het advies van de Nationale Arbeidsraad, gegeven op 


Gelet op de spoedeisendheid gemotiveerd door het feit dat de 

sectorale onderhandelingen vertraging hebben opgelopen tengevolge 

van een bijzondere sociale en politieke context die tot doel had te 

hervormen en nieuwe regels vast te stellen inzake competitiviteit en de 

toenadering van de statuten van arbeidsers en bedienden; 

Gelet op het feit dat de collectieve arbeidsovereenkomsten met 

betrekking tot de risicogroepen neergelmegd moeten worden vóór 

1 oktober van het jaar waarop zij betrekking hebben; 

Gelet op het feit dat de sectorale onderhandelingen pas gestart zijn;


83269 

Qu’il est urgent de publier l’arrêté royal modifiant la date de dépôt 

desdites conventions dans les meilleurs délais, et dans tous les cas 

avant l’expiration du mois d’octobre 2013, afin de lever toute incertitude 

quant au prolongement de la date de dépôt et de permettre ainsi 

aux partenaires sociaux de négocier en toute sérénité; 

Vu l’avis 54285/1 du Conseil d’Etat, donné le 15 octobre 2013, en 





Article 1 er . En dérogation à l’article 190, § 2, alinéa 2, de la loi du 27 

décembre 2006 portant des dispositions diverses (I) la date ultime de 

dépôt de la convention collective de travail visée à l’article 190, § 2, 

alinéa 1 er , au Greffe de la Direction générale Relations collectives de 

travail du Service public fédéral Emploi, Travail et Concertation sociale, 

est fixée pour l’année 2013, au 1 er novembre de l’année à laquelle se 

rapporte la convention collective de travail précitée. 

Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 1 er octobre 2013. 

Art. 3. - Le ministre qui a l’Emploi dans ses attributions est chargé 


Donné àCiergnon, le 29 octobre 2013. 

PHILIPPE 

Dat het dringend is om het koninklijk besluit tot wijziging van de 

datum van neerlegging van voormelde overeenkomsten zo spoedig 

mogelijk te publiceren, en in ieder geval vóór het verstrijken van de 

maand oktober 2013, teneinde elke onzekerheid met betrekking tot de 

verlenging van de datum van neerlegging weg te nemen en zodoende 

de sociale partners toe te laten in alle sereniteit te onderhandelen; 

Gelet op advies 54285/1 van de Raad van State, gegeven op 



Op de voordracht van het Minister van Werk, 


Artikel 1. In afwijking van artikel 190, § 2, tweede lid, van de wet 

van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen (I) wordt de 

uiterste datum van neerlegging van de collectieve arbeidsovereenkomst 

zoals bedoeld in artikel 190, § 2, eerste lid, op de griffie van de 

Algemene Directie Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale 

Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg, voor het 

jaar 2013 bepaald op 1 november van het jaar waarop de voornoemde 

collectieve arbeidsovereenkomst betrekking heeft. 

Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2013. 



Gegeven te Ciergnon, 29 oktober 2013. 

FILIP 

Par le Roi : 




Loi du 27 décembre 2006, Moniteur belge du 28 décembre 2006 

* 





Wet van 27 december 2006, Belgisch Staatsblad van 28 december. 



[C − 2012/12016] 

29 MAI 2013. — Arrêté ministériel relatif au Règlement d’Ordre 

intérieur du Conseil supérieur pour la Prévention et la Protection 

au travail 


Vu la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors de 

l’exécution de leur travail, les articles 44 et 47; 

Vu l’arrêté royal du 27 octobre 2006 relatif au Conseil supérieur pour 

la Prévention et la Protection au travail, l’article 16; 

Considérant que le Conseil supérieur pour la Prévention et la 

Protection au travail a élaboré son règlement d’ordre intérieur le 

16 décembre 2011, 

Arrête : 

Article unique. Le règlement d’ordre intérieur du Conseil supérieur 

pour la Prévention et la Protection au travail, repris à l’annexe au 

présent arrêté, est approuvé. 

Bruxelles, le 29 mai 2013. 




[C − 2012/12016] 

29 MEI 2013. — Ministerieel besluit betreffende het Huishoudelijk 

Reglement van de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op 

het werk 


Gelet op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de 

werknemers bij de uitvoering van hun werk, de artikelen 44 en 47; 

Gelet op het koninklijk besluit van 27 oktober 2006 betreffende de 

Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk, artikel 16; 

Overwegende dat de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op 

het werk zijn huishoudelijk reglement heeft opgesteld op 16 december 

2011, 

Besluit : 

Enig artikel. Het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad voor 

Preventie en Bescherming op het werk, gevoegd in bijlage bij dit 

besluit, wordt goedgekeurd. 

Brussel, 29 mei 2013. 


Annexe de l’arrête ministériel du 29 mai 2013 relatif au Règlement 

d’Ordre intérieur du Conseil supérieur pour la Prévention et la 

Protection au travail 

Règlement d’Ordre Intérieur (Conseil supérieur PPT et organes 

à l’exception de la Commission permanente opérationnelle) 

Règlement d’Ordre Intérieur 

pour le Conseil supérieur PPT et ses organes 

Préliminaire. — Définitions 

Pour l’application des dispositions du règlement d’ordre intérieur, on 

entend par : 

1. la loi : la loi du 4 août 1996 relative au bien-être des travailleurs lors 

de l’exécution de leur travail; 

Bijlage bij het Ministerieel besluit van 29 mei 2013 betreffende het 

Huishoudelijk Reglement van de Hoge Raad voor Preventie en 

Bescherming op het werk 

Huishoudelijk Reglement (Hoge Raad PBW en organen 

met uitzondering van de Vaste Operationele Commissie) 

Huishoudelijk Reglement 

voor de Hoge Raad PBW en zijn organen 

Vooraf. — Definities 

Voor de toepassing van de bepalingen van het huishoudelijke 

reglement wordt verstaan onder : 

1. de wet : de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de 

werknemers bij de uitvoering van hun werk;


2. l’arrêté royal : l’arrêté royal du 27 octobre 2006 relatif au Conseil 

supérieur pour la Prévention et la Protection au travail; 

3. le Conseil supérieur : le Conseil supérieur pour la Prévention et la 

Protection au travail; 

4. le secrétariat : le Secrétariat du Conseil; 

5. la direction générale : Direction générale Humanisation du Travail. 

Champ d’application 

Le présent texte comprend le règlement d’ordre intérieur du Conseil 

supérieur PPT et de ses organes, sauf celui de la Commission 

Opérationnelle Permanente qui, en vertu de l’article 35 de l’arrêté royal, 

dispose de son propre règlement d’ordre intérieur. 

Ce règlement d’ordre intérieur comprend cependant des dispositions 

sur la façon de composer une liste de suppléants pour la Commission 

Opérationnelle Permanente. 

CHAPITRE 1 er 

Quand le Conseil supérieur et ses organes se réunissent-ils ? 

Le Bureau exécutif fait un calendrier reprenant les dates des réunions 

de la Séance plénière du Conseil supérieur et du Bureau exécutif pour 

l’année de travail suivante. 

Le Président peut, après avoir informé les membres du Bureau 

exécutif, décider d’annuler une réunion qui avait été planifiée par 

manque de points à l’ordre du jour ou insérer des réunions supplémentaires 

si cela est nécessaire. 

Le Conseil supérieur et ses organes ne peuvent délibérer valablement, 

à moins qu’autre chose soit explicitement stipulé dans un arrêté 

royal, que si au moins la moitié des représentants des travailleurs et au 

moins la moitié des représentants des employeurs sont présents ou sont 

représentés par un membre suppléant. 

CHAPITRE 2. — Rédaction et envoi des invitations et autres documents 

Les invitations et les documents annexes sont envoyés au moins 

10 jours calendriers avant la date de la réunion ou mis à disposition sur 

le réseau internet de l’organe du Conseil supérieur concerné. 

Lorsque la date d’une réunion est déterminée, les personnes 

concernées en sont informées immédiatement. 

Il peut être dérogé àce principe après l’accord du Bureau exécutif. 

Un rapport des réunions de la Séance Plénière du Conseil supérieur 

est établi dans lequel sont indiqués clairement quels sont les avis 

unanimes éventuels ainsi que les avis partagés des représentants des 

travailleurs et des représentants des employeurs. 

Ce rapport reprend aussi les remarques des membres extraordinaires 

et des experts permanents. 

Le Secrétariat s’occupe des documents et rapports nécessaires pour 

soutenir le fonctionnement du Bureau exécutif. 

CHAPITRE 3. — La procédure à suivre 

pour la réalisation d’un avis du Conseil supérieur 

La réalisation d’un avis 

Un avis à la demande du (des) Ministre(s) parcourt le trajet suivant 

avant d’être soumis au Ministre : 

- Le Conseil supérieur reçoit une demande d’avis; 

- le délai endéans lequel un avis doit être donné commence à courir 

le jour où le Bureau exécutif en prend connaissance en réunion; 

- le Bureau exécutif décide si une commission ad hoc ou un groupe 

de travail va préparer l’avis s’il l’estime nécessaire; 

- les activités de cette commission ad hoc ou de ce groupe de travail 

aboutissent à un avant-projet d’avis qui exprime les remarques des 

partenaires sociaux; 

- les remarques des experts sont reprises dans le rapport de la 

commission ad hoc ou du groupe de travail s’il celui-ci est établi; 

- le Bureau exécutif discute de l’avant-projet d’avis et y apporte si 

nécessaire des modifications; 

- le texte du projet d’avis au sujet duquel le Bureau exécutif est 

d’accord est alors envoyé au Conseil supérieur; 

- un avis peut toujours être soumis à l’approbation du Conseil 

supérieur par voie électronique; 

- le Conseil supérieur discute du projet d’avis et émet un avis; 

2. het koninklijk besluit : het koninklijk besluit van 27 oktober 2006 

betreffende de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op het werk; 

3. de Hoge Raad : de Hoge Raad voor Preventie en Bescherming op 

het werk; 

4. het Secretariaat : het Secretariaat van de Raad; 

5. de algemene directie : Algemene Directie Humanisering van de 

Arbeid. 

Toepassingsgebied 

Deze tekst omvat het huishoudelijk reglement van de Hoge Raad 

PBW en zijn organen behalve dat van de Vaste Operationele Commissie 

die krachtens artikel 35 van het koninklijk besluit een eigen huishoudelijk 

reglement heeft. 

Dit huishoudelijk reglement bevat echter beschikkingen over de 

wijze van het samenstellen van een lijst van plaatsvervangers voor de 

Vaste Operationele Commissie. 

HOOFDSTUK 1 

Wanneer vergaderen de Hoge Raad en zijn organen ? 

Het Uitvoerend Bureau maakt een kalender van de data van de 

vergaderingen van de bijeenkomsten van de Plenaire Vergadering van 

de Hoge Raad en van het Uitvoerend Bureau voor het volgende 

werkjaar. 

De Voorzitter kan na informatie aan de leden van het Uitvoerend 

Bureau beslissen een geplande vergadering af te gelasten omdat er geen 

agendapunten zijn of bijkomende vergaderingen inlassen wanneer dit 

nodig is. 

De Hoge Raad en zijn organen kunnen niet geldig beraadslagen, 

tenzij uitdrukkelijk anders bepaald in een koninklijk besluit, indien niet 

minstens de helft van de werknemersvertegenwoordigers en niet 

minstens de helft van de werkgeversvertegenwoordigers aanwezig zijn 

of vertegenwoordigd worden door een plaatsvervangend lid. 

HOOFDSTUK 2. — Redactie en verzending 

van uitnodigingen en andere documenten 

Uitnodigingen en bijhorende documenten worden minstens 10 kalenderdagen 

vóór de vergaderdatum verzonden of beschikbaar gesteld op 

de internetgemeenschap van het betrokken orgaan van de Hoge Raad. 

Wanneer de datum van een vergadering vastgelegd wordt, worden 

de betrokkenen daarvan onverwijld ingelicht. 

Van dit principe kan afgeweken worden na akkoord van het 

Uitvoerend Bureau. 

Er wordt een verslag gemaakt van de bijeenkomsten van de Plenaire 

Vergadering van de Hoge Raad waarin duidelijk aangegeven wordt 

wat eventueel gemeenschappelijke standpunten zijn en waarin de 

verdeelde standpunten van werknemers- en werkgeversvertegenwoordigers 

aangegeven worden. 

In dit verslag worden ook de opmerkingen van de buitengewone 

leden en van de permanente deskundigen opgenomen. 

Het Secretariaat zorgt voor de nodige documenten en verslagen om 

de werking van het Uitvoerend Bureau te ondersteunen. 

HOOFDSTUK 3. — Procedure voor de totstandkoming 

van een advies van de Hoge Raad 

Totstandkoming advies 

Een advies op vraag van de Minister(s) doorloopt het volgende 

traject voor het wordt uitgebracht aan de Minister : 

- De Hoge Raad ontvangt een adviesaanvraag; 

- de termijn waarbinnen het advies moet worden gegeven, begint te 

lopen de dag dat het Uitvoerend Bureau in vergadering er kennis van 

neemt; 

- het Uitvoerend Bureau beslist of een commissie ad hoc of 

werkgroep het advies gaat voorbereiden indien het dat nodig acht; 

- de werkzaamheden van deze commissie ad hoc of werkgroep leiden 

tot een voorontwerp van advies dat de opmerkingen van de sociale 

partners weergeeft; 

- de opmerkingen van de deskundigen worden opgenomen in het 

verslag van deze commissie ad hoc of werkgroep indien dat gemaakt 

wordt; 

- het Uitvoerend Bureau bespreekt het voorontwerp van advies en 

brengt zo nodig wijzigingen aan; 

- de tekst van het ontwerp van advies waarover het Uitvoerend 

Bureau het eens is, wordt dan naar de Hoge Raad gestuurd; 

- een advies kan steeds op elektronische wijze aan de goedkeuring 

van de Hoge Raad voorgelegd worden; 

- de Hoge Raad bespreekt het ontwerp van advies en brengt advies 

uit;


83271 

- quand l’avis a été donné verbalement, il sera confirmé par écrit au 

cours de la prochaine réunion du Conseil supérieur; 

-l’avis est envoyé au Ministre; 

-l’avis est placé sur le website du SPF ETCS. 

En cas d’un avis d’initiative propre, le même procédé est suivi. 

CHAPITRE 4. — Le Président et les Vice-présidents 

1. Pour réaliser le bon déroulement, le Président peut demander aux 

membres ordinaires et extraordinaires de transmettre leurs points de 

vue par écrit ou électroniquement au Secrétariat du Conseil. 

2. Lorsque le Président est absent, la présidence des réunions est 

assurée par le Vice-président avec la plus grande ancienneté en grade. 

CHAPITRE 5. — Les experts temporaires 

Les experts temporaires peuvent être invités et peuvent participer 

aux réunions du Bureau exécutif, de la Séance Plénière du Conseil 

supérieur, aux réunions thématiques du Bureau exécutif et aux 

réunions des Commissions ad hoc moyennant l’accord des membres du 

Bureau exécutif. 

Le Conseil supérieur peut, en vertu de l’article 11 de l’arrêté royal, 

faire appel à des personnes qui sont spécialisées ou particulièrement 

compétentes pour le sujet étudié, et qui appartiennent ou non à la 

commission permanente des experts visée à l’article 19 de l’arrêté royal. 

§ 1 er . Fonctionnement 

CHAPITRE 6. — Le Conseil supérieur 

1. Les membres extraordinaires qui sont empêchés d’assister à une 

réunion, ne peuvent désigner un remplaçant. 

Ils peuvent cependant communiquer par écrit au Président leurs 

remarques et propositions concernant les points à l’ordre du jour du 

Conseil supérieur; 

2. Le Président invite aux séances du Conseil les experts temporaires, 

désignés par le Conseil ou par le Bureau exécutif, ou les invite à bien 

vouloir lui remettre leur avis par écrit; 

3. Le Président représente le Conseil auprès des autorités et des 

organisations privées, accompagné d’une délégation du Conseil supérieur, 

désignée soit par celui-ci, soit par le Bureau exécutif; 

4. Sans préjudice des dispositions concernant la forme des avis et des 

rapports des réunions du Conseil supérieur fixée à l’article 42 de 

l’arrêté royal, les rapports mentionnent les points de vue des fonctionnaires 

et des experts. 

Les avis reflètent clairement les points de vue communs des 

partenaires sociaux et mentionnent le contenu des points de vue 

divisés; 

5. Si aucune remarque écrite ne parvient endéans les 20 jours 

ouvrables aprèsl’envoi, les mois de juillet et d’août exceptés, le rapport 

concernant les réunions de la Séance Plénière est considéré comme 

étant approuvé. 

Fonctionnement. 

CHAPITRE 7. — Le Bureau exécutif 

et ses relations avec les commissions 

Le Bureau exécutif vise le consensus; si c’est impossible, la décision 

est prise par la majorité ordinaire des membres présents après le 

rétablissement de la parité entre les représentations des travailleurs et 

des employeurs. 

Le Ministre fixe le nombre de mandats d’une commission permanente, 

détermine sur proposition du Bureau exécutif la liste des 

associations et des instances qui sont invités à déléguer quelqu’un et en 

nomme les membres sur proposition du Bureau exécutif. 

Le Bureau exécutif peut, par demande motivée, fixer pour certains 

mandats confiés à une commission permanente, une fréquence de 

réunion supérieure à la fréquence déterminée par le Ministre lors de la 

constitution d’une commission permanente. 

Le Bureau exécutif institue une commission ad hoc lorsque au moins 

la moitié des membres représentant les employeurs et au moins la 

moitié des membres représentant les travailleurs, le demandent. 

- wanneer het advies mondeling werd gegeven, zal het in schriftelijke 

vorm bevestigd worden tijdens de eerstvolgende vergadering van de 

Hoge Raad; 

- het advies wordt naar de Minister gestuurd; 

- het advies wordt op de website van de FOD WASO geplaatst. 

In geval van een advies op eigen initiatief wordt hetzelfde procedé 

gevolgd. 

HOOFDSTUK 4. — De Voorzitter en de Ondervoorzitters 

1. Om het goed verloop te bewerkstelligen kan de Voorzitter de 

gewone en buitengewone leden verzoeken om hun standpunt schriftelijk 

of elektronisch over te maken aan het Secretariaat van de Raad. 

2. Wanneer de Voorzitter afwezig is, worden de vergaderingen 

voorgezeten door de Ondervoorzitter met de hoogste graadanciënniteit. 

HOOFDSTUK 5. — De tijdelijke deskundigen 

Tijdelijke deskundigen kunnen uitgenodigd worden en mits akkoord 

van de leden van het Uitvoerend Bureau deelnemen aan de bijeenkomsten 

van het Uitvoerend Bureau, de Plenaire Vergadering van de Hoge 

Raad, thematische bijeenkomsten van het Uitvoerend Bureau en 

bijeenkomsten van de Commissies ad hoc. 

De Hoge Raad kan krachtens artikel 11 van het koninklijk besluit een 

beroep doen op personen die gespecialiseerd zijn in of bijzonder 

bevoegd zijn voor het bestudeerde onderwerp, en die al dan niet 

behoren tot de vaste commissie van deskundigen bedoeld in artikel 19 

van het koninklijk besluit. 

§ 1. Werkingsregels 

HOOFDSTUK 6. — De Hoge Raad 

1. Buitengewone leden die verhinderd zijn een vergadering bij te 

wonen, kunnen geen vervanger aanduiden. 

Zij kunnen evenwel hun bemerkingen en voorstellen in verband met 

punten op de dagorde van de Hoge Raad vooraf aan de Voorzitter 

schriftelijk mededelen; 

2. De Voorzitter nodigt de door de Hoge Raad of het Uitvoerend 

Bureau aangewezen tijdelijke deskundigen op de vergaderingen van de 

Raad uit, of nodigt hen uit om hem schriftelijk hun advies te willen 

verstrekken; 

3. De Voorzitter vertegenwoordigt de Hoge Raad bij de overheden en 

de private organisaties, vergezeld van een afvaardiging van de Raad, 

hetzij door deze aangeduid, hetzij door het Uitvoerend Bureau; 

4. Onverminderd de bepalingen betreffende de vorm van de 

adviezen en de verslagen van de vergaderingen van de Hoge Raad 

vastgesteld in artikel 42 van het koninklijk besluit, vermelden de 

verslagen de standpunten van de ambtenaren en de deskundigen. 

Adviezen geven duidelijk de gemeenschappelijke standpunten van 

de sociale partners weer en vermelden de inhoud van de verdeelde 

standpunten; 

5. Indien geen geschreven opmerkingen binnen de 20 werkdagen, 

uitgezonderd in de maanden juli en augustus, na de verzending 

toekomen, wordt het verslag betreffende de bijeenkomsten van de 

Plenaire Vergadering als goedgekeurd beschouwd. 

Werkingsregels. 

HOOFDSTUK 7. — Het Uitvoerend Bureau 

en zijn relaties tot de commissies 

Het Uitvoerend Bureau streeft naar consensus; indien dit onmogelijk 

is, wordt de beslissing genomen bij gewone meerderheid van de 

aanwezige leden na herstel van de pariteit tussen werknemers- en 

werkgeversvertegenwoordiging. 

De Minister stelt het aantal mandaten van een vaste commissie vast, 

bepaalt op voorstel van het Uitvoerend Bureau de lijst van de 

verenigingen en instanties die uitgenodigd worden iemand af te 

vaardigen en benoemt de leden ervan op voorstel van het Uitvoerend 

Bureau. 

Het Uitvoerend Bureau kan voor bepaalde aan een vaste commissie 

toevertrouwde mandaten, een vergaderritme vragen dat hoger is dan 

het ritme bepaald door de Minister bij de oprichting van een vaste 

commissie mits daartoe de redenen op te geven. 

Het Uitvoerend Bureau richt een commissie ad hoc op wanneer ten 

minste de helft van de leden die de werkgevers vertegenwoordigen en 

ten minste de helft van de leden die de werknemers vertegenwoordigen, 

hierom verzoeken.


A cette occasion, le Bureau exécutif détermine le mandat de la 

commission ad hoc, sa composition conformément aux dispositions de 

l’article 38 de l’arrêté royal, la date da sa première réunion, ainsi que la 

date à laquelle la commission doit terminer les travaux liés à son 

mandat, peu importe le résultat. 

Lorsqu’une commission ad hoc ne termine pas ses travaux avant la 

date précitée, elle communique un rapport sur l’état de la situation au 

Bureau exécutif. 

CHAPITRE 8. — Règles pour la rédaction par le Bureau exécutif d’une liste 

de remplaçants des membres du Bureau exécutif pour la Commission 

permanente opérationnelle et pour la Commission permanente de Sensibilisation 

et de Communication 

Les membres du Bureau exécutif communiquent par écrit les noms 

des personnes qui peuvent les remplacer en cas d’empêchement aux 

réunions de la Commission opérationnelle permanente et de la 

Commission permanente de Sensibilisation et de Communication 

Ces personnes sont 

- Soit des membres ordinaires ou suppléants du Conseil supérieur 

qui représentent leur organisation 

- Soit des membres de leur organisation spécialement compétents 

pour la matière pour laquelle ces Commissions Permanentes sont 

compétentes. 

Le Secrétariat du Conseil supérieur rédige les listes des personnes qui 

ne sont pas membres du Conseil supérieur et les soumet pour 

approbation au Bureau exécutif. Cette liste est communiquée au 

Ministre et publiée au Moniteur belge. 

En cas d’empêchement pour participer aux réunions de la Commission 

Permanente, les membres du Bureau exécutif avertiront ces 

personnes, leur procureront les documents concernant ces réunions et 

avertiront le Secrétariat du remplacement. 

CHAPITRE 9. — La Commission Permanente des Experts 

Le Bureau exécutif décide sous quelles conditions et selon quelles 

règles précises une recherche, un rapport ou des propositions sont 

demandées à la Commission Permanente des Experts. 

Les demandes de la Ministre à ces Experts de la CP sont transmises 

au Secrétariat du CSPPT. 

Le Secrétariat transmet ces demandes à la Commission Permanente 

des Experts après les avoir communiquées au Bureau exécutif. 

Les recherches, les rapports et les propositions sont transmis par la 

CPE au Secrétariat qui les communique au Bureau exécutif et au 

Ministre. 

CHAPITRE 10. — Les réunions 

de la Commission Permanente Sensibilisation et Communication. 

Le Commission permanente Sensibilisation et Communication se 

réunit sur convocation de son Président. 

La convocation comporte les points de l’ordre du jour. Elle est 

envoyée aux membres 15 jours au moins avant la date de la réunion. Ce 

délai peut être réduit en cas d’urgence. 

Un procès-verbal sera établi par le Secrétariat pour chaque séance. Ce 

procès-verbal sera envoyé aux membres de la Commission permanente. 

Les comptes rendus mentionnent les avis et les propositions, leur 

motivation et les déclarations dont l’insertion est demandée. 

A défaut de remarque écrite dans les 20 jours ouvrables de 

l’expédition, sauf pour les mois de juillet et d’août, le procès-verbal se 

rapportant aux réunions, en application de l’article 26, 1° et 2° de 

l’arrêté royal sera considéré comme approuvé. 

CHAPITRE 11. — Les autres commissions permanentes 

(visées à l’article 36 de l’arrêté CSPPT) 

Les règlements d’ordre intérieur des autres commissions permanentes 

sectorielles sont repris en annexe de ce règlement d’ordre intérieur. 

CHAPITRE 12. — Les commissions ad hoc 

1. Fréquence des réunions 

Les commissions ad hoc fixent elles-mêmes la fréquence de leurs 

réunions, compte tenu du délai fixé par le Bureau exécutif pour 

terminer leurs travaux. 

2. Fonctionnement 

Il n’y a pas de vote dans les commissions ad hoc. 

Bij deze gelegenheid bepaalt het Uitvoerend Bureau het mandaat van 

de commissie ad hoc, haar samenstelling overeenkomstig artikel 38 van 

het koninklijk besluit, de datum van haar eerste vergadering, alsook de 

datum waarop de commissie de werkzaamheden verbonden aan haar 

mandaat moet beëindigen, ongeacht het resultaat. 

Indien een commissie ad hoc haar werkzaamheden niet vóór de 

voormelde datum beëindigt, deelt zij een verslag betreffende de stand 

van zaken aan het Uitvoerend Bureau mee. 

HOOFDSTUK 8. — Regels voor het opmaken door het Uitvoerend Bureau 

van de lijst van plaatsvervangers van de leden van het Uitvoerend Bureau 

voor de Vaste Operationele Commissie en voor de Vaste Commissie 

Sensibilisatie en Communicatie 

De leden van het Uitvoerend Bureau delen schriftelijk de namen mee 

van de personen die hen ingeval van verhindering kunnen vervangen 

tijdens de bijeenkomsten van de Vaste Operationele Commissie en van 

de Vaste Commissie sensibilisatie en communicatie. 

Deze personen zijn 

- Ofwel gewone of plaatsvervangende leden van de Hoge Raad die 

hun organisatie vertegenwoordigen 

- Ofwel leden van hun organisatie bijzonder bevoegd voor de materie 

waarvoor deze Vaste Commissies bevoegd zijn. 

Het Secretariaat van de Hoge Raad stelt de lijsten samen van 

personen die geen lid zijn van de Hoge Raad en legt die ter 

bekrachtiging voor aan het Uitvoerend Bureau. Deze lijst wordt 

meegedeeld aan de Minister en gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. 

In geval van verhindering voor het bijwonen van de bijeenkomsten 

van de Vaste Commissie verwittigen de leden van het Uitvoerend 

Bureau deze personen, bezorgen hen de documenten betreffende deze 

bijeenkomsten en brengen het Secretariaat in kennis van de vervanging. 

HOOFDSTUK 9. — De Vaste Commissie van Deskundigen 

Het Uitvoerend Bureau beslist onder welke voorwaarden en volgens 

welke nadere regels aan de Vaste Commissie van Deskundigen een 

onderzoek, een verslag of voorstellen worden gevraagd. 

De verzoeken van de Minister aan deze VC Deskundigen worden 

overgemaakt aan het Secretariaat van de HRPBW. 

Het Secretariaat maakt deze verzoeken na mededeling aan het 

Uitvoerend Bureau over aan de Vaste Commissie van Deskundigen. 

De onderzoeken, voorstellen en verslagen worden door de VCD 

overgemaakt aan het Secretariaat die deze mededeelt aan het Uitvoerend 

Bureau en aan de Minister. 

HOOFDSTUK 10. — De bijeenkomsten 

van de Vaste Commissie Sensibilisatie en Communicatie. 

De Vaste Commissie Sensibilisatie en Communicatie vergadert op 

uitnodiging van zijn Voorzitter. 

De uitnodiging vermeldt de punten van de agenda. Zij wordt 

tenminste 15 dagen vóór de datum van de vergadering aan de leden 

toegezonden. Deze termijn kan in dringende gevallen verkort worden. 

Van elke zitting wordt door het Secretariaat een verslag opgemaakt 

en aan de leden van de Vaste Commissie toegezonden. 

De notulen vermelden de adviezen en de voorstellen, hun motivering 

en de verklaringen, waarvan de opneming wordt gevraagd. 

Indien geen geschreven opmerkingen binnen de 20 werkdagen, 

uitgezonderd de maanden juli en augustus, na de verzending toekomen, 

wordt het verslag betreffende de bijeenkomsten met toepassing 

van artikel 26, 1° en 2° van het koninklijk besluit als goedgekeurd 

beschouwd. 

HOOFDSTUK 11. — De andere vaste commissies 

(bedoeld in artikel 36 van het besluit HRPBW) 

De huishoudelijke reglementen van de andere sectorale vaste 

commissies worden opgenomen in bijlage van dit huishoudelijk 

reglement. 

1. Vergaderritme 

HOOFDSTUK 12. — De commissies ad hoc 

De commissies ad hoc bepalen zelf hun vergaderritme, rekening 

houdend met de termijn gesteld door het Uitvoerend Bureau om hun 

werkzaamheden te beëindigen. 

2. Werkingsregels 

In commissies ad hoc wordt niet gestemd.


83273 

Les membres d’une commission ad hoc, invités pour une commission 

ad hoc peuvent, s’ils le veulent, soit communiquer par écrit au 

Président leurs éventuelles remarques sur les projets de textes réglementaires 

reçus, soit participer aux travaux des commissions ad hoc 

concernées. 

S’ils veulent participer aux activités de ladite commission ou s’ils 

souhaitent désigner un suppléant, ils en informent préalablement le 

secrétariat. 

Lorsqu’un membre est empêché d’assister à une réunion d’une 

commission ad hoc, il prévoit un remplaçant, lui fournit les informations 

et les documents nécessaires, et en informe le secrétariat. 

Al’issue des activités d’une commission ad hoc, la commission ad 

hoc fait un rapport au Bureau exécutif en vue de la rédaction d’un avant 

projet d’avis. 

CHAPITRE 13. — Le Secrétariat du Conseil supérieur PPT 

Le secrétariat est chargé : 

- de procurer aux membres du Conseil supérieur et à ses organes, de 

sa propre initiative ou sur demande, les informations et les pièces se 

rapportant aux propositions prises en considération qui sont nécessaires 

à l’examen des problèmes soumis; 

- de rédiger les avis, les propositions et les rapports dans la forme 

adéquate; 

-d’assurer la conservation des archives. 

En application du principe de la publicité de l’administration, le 

secrétariat communique une copie des avis du Conseil à toute personne 

qui le sollicite et réfère, le cas échéant, au site web. 

Vu pour être annexé àl’arrête ministériel du 29 mai 2013 relatif au 

Règlement d’ordre intérieur du Conseil supérieur pour la Prévention et 

la Protection au travail. 

Bruxelles, le 29 mai 2013. 


* 

De leden van de commissie ad hoc die worden uitgenodigd voor een 

commissie ad hoc kunnen, zo zij dit wensen, hun eventuele bemerkingen 

in verband met de ontvangen ontwerpen van reglementaire teksten 

schriftelijk aan de voorzitter van de commissie ad hoc meedelen. 

Indien zij aan de werkzaamheden van de desbetreffende commissie 

willen deelnemen of een plaatsvervanger wensen aan te duiden, 

brengen zij het secretariaat hiervan voorafgaandelijk op de hoogte. 

Indien een lid verhinderd is deel te nemen aan een vergadering van 

een commissie ad hoc, voorziet het in een plaatsvervanger, verstrekt 

hem of haar de nodige informatie en documenten, en brengt er het 

secretariaat van op de hoogte. 

Na afloop van de werkzaamheden van een commissie ad hoc 

rapporteert de commissie ad hoc aan het Uitvoerend Bureau met het 

oog op de opstelling van een voorontwerp van advies. 

HOOFDSTUK 13. — Het Secretariaat van de Hoge Raad PBW 

Het secretariaat is ermede belast : 

- aan de leden van de Hoge Raad en zijn organen, op eigen initiatief 

of op aanvraag, de inlichtingen en de stukken betreffende in overweging 

genomen voorstellen te verschaffen die nodig zijn voor het 

onderzoek van de voorgelegde problemen; 

- de adviezen, voorstellen en verslagen in de gepaste vorm op te 

stellen; 

- de archieven te bewaren. 

In toepassing van het principe van de openbaarheid van bestuur, 

deelt het secretariaat een kopie van de adviezen van de Raad mee aan 

eenieder die hierom verzoekt en verwijst, desgevallend, naar de 

website. 

Gezien om gevoegd te worden bij het ministerieel besluit van 

29 mei 2013 betreffende het Huishoudelijk Reglement van de Hoge 

Raad voor Preventie en Bescherming op het werk. 

Brussel, 29 mei 2013. 


SERVICE PUBLIC FEDERAL 

SECURITE SOCIALE 

[C − 2013/22551] 

21 OCTOBRE 2013. — Règlement modifiant le règlement du 

28 juillet 2003 portant exécution de l’article 22, 11°, de la loi relative 

à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée 

le 14 juillet 1994 

Le Comité de l’assurance soins de santé de l’Institut national 

d’assurance maladie-invalidité, 

Vu la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et 

indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, notamment l’article 22, 11°; 

Vu le Règlement du 28 juillet 2003 portant exécution de l’article 22, 

11°, de la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et 

indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994; 

Vu l’avis de la Commission de convention bandagistes-orthopédistesorganismes 

assureurs du 1 er octobre 2013; 

Après en avoir délibéré au cours de sa réunion du 21 octobre 2013; 

Arrête : 

Article 1 er . L’annexe 13 du Règlement du 28 juillet 2003 portant 

exécution de l’article 22, 11°, de la loi relative à l’assurance obligatoire 

soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994 est remplacée 

par l’annexe 13, jointe en annexe du présent règlement. 

Toutefois, l’annexe 13, dans sa rédaction au jour précédant l’entrée en 

vigueur du présent règlement, peut être utilisée jusqu’au 31 mars 2014 

inclus (date de signature faisant foi). 

Art. 2. Le présent règlement entre en vigueur le 1 er décembre 2013. 


Le Fonctionnaire Dirigeant, 

Le Président, 

H. DE RIDDER G. PERL 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST 

SOCIALE ZEKERHEID 

[C − 2013/22551] 

21 OKTOBER 2013. — Verordening tot wijziging van de verordening 

van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet 

betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging 

en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994 

Het Verzekeringscomité voor geneeskundige verzorging van het 

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, 

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige 

verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, 

inzonderheid op artikel 22, 11°; 

Gelet op de Verordening van 28 juli 2003 tot uitvoering van artikel 22, 

11°, van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige 

verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994; 

Gelet op het advies van de Overeenkomstencommissie bandagistenorthopedisten-verzekeringsinstellingen 

van 1 oktober 2013; 

Na daarover te hebben beraadslaagd in zijn vergadering van 

21 oktober 2013; 

Besluit : 

Artikel 1. De bijlage 13 van de Verordening van 28 juli 2003 tot 

uitvoering van artikel 22, 11°, van de wet betreffende de verplichte 

verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd 

op 14 juli 1994, wordt vervangen door de bijlage 13, die als bijlage 

bij deze verordening gaat. 

Evenwel kan bijlage 13 zoals ze is opgesteld de dag voorgaand aan de 

inwerkingtreding van deze verordening gebruikt worden tot en met 

31 maart 2014 (de datum van handtekening geldt als bewijs). 

Art. 2. Deze verordening treedt in werking op 1 december 2013. 


De Leidend Ambtenaar, 

De Voorzitter, 

H. DE RIDDER G. PERL

83274 MONITEUR BELGE — 31.10.2013 — BELGISCH STAATSBLAD


83275


SERVICE PUBLIC FEDERAL SANTE PUBLIQUE, 

SECURITE DE LA CHAINE ALIMENTAIRE 

ET ENVIRONNEMENT 

[C − 2013/24376] 

15 OCTOBRE 2013. — Arrêté ministériel modifiant l’arrêté ministériel 

du 30 juin 2004 fixant la composition du Collège de médecins 

pour le diagnostic par imagerie médicale et médecine nucléaire 

La Ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, 

Vu la loi coordonnée sur les hôpitaux et autres établissements de 

soins, l’article 20, § 2; 

Vu l’arrêté royal du 15 février 1999 relatif à l’évaluation qualitative 

de l’activité médicale dans les hôpitaux, l’article 6, § 1 er et § 7, inséré 

par l’arrêté royal du 21 octobre 2003; 

Vu l’arrêté ministériel du 30 juin 2004 fixant la composition du 

Collège de médecins pour le diagnostic par imagerie médicale et 

médecine nucléaire; 


d’incidence des décisions sur le développement durable, dont il ressort 

qu’une évaluation d’incidence n’est pas nécessaire; 

Vu l’avis de l’Inspecteur des Finances, donné le 13 novembre 2012; 


Vu l’avis 53.587/2 du Conseil d’Etat, donné le 3 juillet 2013, en 


d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973, 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, 

VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN 

EN LEEFMILIEU 

[C − 2013/24376] 

15 OKTOBER 2013. — Ministerieel besluit tot wijziging van het 

ministerieel besluit van 30 juni 2004 tot vaststelling van de 

samenstelling van het College van geneesheren voor diagnostiek 

met medische beeldvorming en nucleaire geneeskunde 

De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, 

Gelet op de gecoördineerde wet op de ziekenhuizen en andere 

verzorgingsinrichtingen, artikel 20, § 2; 

Gelet op het koninklijk besluit van 15 februari 1999 betreffende de 

kwalitatieve toetsing van de medische activiteit in de ziekenhuizen, 

artikel 6, § 1 en § 7, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 21 oktober 

2003; 

Gelet op het ministerieel besluit van 30 juni 2004 tot vaststelling van 

de samenstelling van het College van geneesheren voor diagnostiek 

met medische beeldvorming en nucleaire geneeskunde; 


om een duurzame ontwikkelingseffectbeoordeling uit te voeren, waarin 

besloten wordt dat een effectbeoordeling niet vereist is; 


13 november 2012; 

Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, d.d. 



3 juli 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de 

wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, 

Arrête : 

Article unique. Al’article 1 er de l’arrêté ministériel du 30 juin 2004 

fixant la composition du Collège de médecins pour le diagnostic 

par imagerie médicale et médecine nucléaire, modifié par l’arrêté 

ministériel du 9 janvier 2012, les modifications suivantes sont apportées 

: 

1° àl’alinéa 1 er , la mention ’14’ est remplacée par la mention ’22’; 

2° àl’alinéa 2, la mention ’8’ est remplacée par la mention ’16’. 


Mme L. ONKELINX 

Besluit : 

* 

Enig artikel. In artikel 1 van het ministerieel besluit van 30 juni 2004 

tot vaststelling van de samenstelling van het College van geneesheren 

voor diagnostiek met medische beeldvorming en nucleaire geneeskunde, 

gewijzigd door het ministerieel besluit van 9 januari 2012 

worden de volgende wijzigingen aangebracht : 

1° in het eerste lid wordt de vermelding ’14’ vervangen door de 

vermelding ’22’; 

2° in het tweede lid wordt de vermelding ’8’ vervangen door de 

vermelding ’16’. 


Mevr. L. ONKELINX 

MINISTERE DE LA DEFENSE 

[C − 2013/07229] 

MINISTERIE VAN LANDSVERDEDIGING 

[C − 2013/07229] 


relatif à la mobilité externe des militaires 

14 OKTOBER 2013. — Koninklijk besluit 

betreffende de externe mobiliteit van de militairen 



Vu la loi du 28 février 2007 fixant le statut des militaires et candidats 

militaires du cadre actif des forces armées, l’article 146, remplacé par la 

loi du 31 juillet 2013, l’article 152, alinéa 1 er ,4°, remplacé par la loi du 

31 juillet 2013, l’article 156/15, alinéa 1 er , 5°, inséré par la loi du 

31 juillet 2013, l’article 158, alinéa 1 er , 6°, remplacé par la loi du 

31 juillet 2013, l’article 163/1, alinéa 1 er , 6°, inséré par la loi du 

31 juillet 2013, l’article 166, alinéa 3, inséré par la loi du 31 juillet 2013, 

l’article 167, § 4, alinéa 1 er , remplacé par la loi du 31 juillet 2013, 

l’article 170, alinéa 3, remplacé par la loi du 31 juillet 2013, l’article 229, 

2°, et l’article 272, modifié par la loi du 20 juin 2012; 

Vu l’arrêté royal du 1 er avril 2006 relatif à la démission volontaire 

accompagnée d’un programme personnalisé de reconversion professionnelle 

au bénéfice de certains militaires; 

Vu l’arrêté royal du 4 octobre 2006 relatif au transfert de certains 

militaires vers un employeur public; 

Vu l’arrêté royal du 4 octobre 2006 relatif à la réorientation 

professionnelle des militaires; 

Vu l’arrêté royal du 12 mai 2011 portant exécution de la loi du 

20 mai 1994 relative à l’utilisation de militaires en dehors des forces 

armées; 

Vu le protocole de négociation N-338 du Comité de négociation du 

personnel militaire, conclu le 5 juin 2013; 



Gelet op de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het statuut 

van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader van de 

krijgsmacht, artikel 146, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, 

artikel 152, eerste lid, 4°, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, 

artikel 156/15, eerste lid, 5°, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2013, 

artikel 158, eerste lid, 6°, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, artikel 

163/1, eerste lid, 6°, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2013, artikel 166, 

derde lid, ingevoegd bij de wet van 31 juli 2013, artikel 167, § 4, eerste 

lid, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, artikel 170, derde lid, 

vervangen bij de wet van 31 juli 2013, artikel 229, 2°, en artikel 272, 

gewijzigd bij de wet van 20 juni 2012; 

Gelet op het koninklijk besluit van 1 april 2006 betreffende het 

vrijwillig ontslag vergezeld van een geïndividualiseerd beroepsomschakelingsprogramma 

ten behoeve van bepaalde militairen; 


overplaatsing van sommige militairen naar een openbare werkgever; 


professionele heroriëntering van de militairen; 

Gelet op het koninklijk besluit van 12 mei 2011 tot uitvoering van de 

wet van 20 mei 1994 betreffende de beziging van militairen buiten de 

krijgsmacht; 

Gelet op het protocol van onderhandelingen N-338 van het Onderhandelingscomité 

van het militair personeel, gesloten op 5 juni 2013;


83277 

Vu l’avis 53.961/2/V du Conseil d’Etat, donné le 9 septembre 2012, 

en application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1°, des lois sur le Conseil 


Sur la proposition du Ministre de la Défense, 


CHAPITRE 1 er . — Dispositions communes à l’utilisation, au transfert 

et à la reconversion professionnelle 

Article 1 er . Pour l’application du présent arrêté, il faut entendre par 

ʺ″la loiʺ″ : la loi du 28 février 2007 fixant le statut des militaires et 

candidats militaires du cadre actif des forces armées. 

Art. 2. La candidature pour une utilisation, un transfert et une 

reconversion professionnelle doit être introduite par formulaire ʺ″modèle 

Bʺ″ auprès du directeur général human resources ou de l’autorité qu’il 

désigne, avant la date que cette autorité fixe. La date d’introduction de 

ce formulaire fait foi. 

Art. 3. Le directeur général human resources ou l’autorité qu’il 

désigne : 

1° accepte ou refuse les candidatures visées aux articles 152, 

alinéa 1 er ,1°, 158, alinéa 1 er ,1°, et 163/1, alinéa 1 er ,1°, de la loi; 

2° détermine le modèle du formulaire visé àl’article 2. 

Art. 4. Le nombre d’années d’ancienneté de service minimal qu’un 

militaire doit compter pour pouvoir bénéficier d’une utilisation, d’un 

transfert et d’une reconversion professionnelle, est de 15 ans. 

CHAPITRE 2. — De l’utilisation 

Art. 5. Les allocations visées à l’article 156/15, alinéa1 er ,5°, de la loi, 

sont, le cas échéant : 

1° l’allocation de sélectionné visée à l’article 30 de l’arrêté royal du 

18 mars 2003 relatif au statut pécuniaire des militaires de tous rangs et 

au régime des prestations de service des militaires du cadre actif 

au-dessous du rang d’officier; 

2° l’allocation de fonction d’état-major visée à l’article 31, § 2, du 

même arrêté; 

3° l’allocation de commandement visée à l’article 31, § 3, du même 

arrêté; 

4° l’allocation de formation visée à l’article 32 du même arrêté; 

5° l’allocation de maîtrise visée à l’article 34 du même arrêté. 

CHAPITRE 3. — De la reconversion professionnelle 

Art. 6. La durée de la phase d’orientation est fixée à un mois. 

La durée maximale de la phase de reclassement est fixée à onze mois. 

Art. 7. Les allocations ayant le caractère d’un accessoire du traitement, 

visé àl’article 170, alinéa 3, de la loi sont : 

1° l’allocation de foyer ou de résidence visée à l’arrêté royal du 

26 novembre 1997 remplaçant, pour le personnel de certains services 

publics, l’arrêté royal du 30 janvier 1967 attribuant une allocation de 

foyer ou une allocation de résidence au personnel des ministères; 

2° l’allocation de sélectionné visée à l’article 30 de l’arrêté royal du 

18 mars 2003 relatif au statut pécuniaire des militaires de tous rangs et 

au régime des prestations de service des militaires du cadre actif 

au-dessous du rang d’officier; 

3° l’allocation de formation visée à l’article 32 du même arrêté; 

4° l’allocation de maîtrise visée à l’article 34 du même arrêté. 

CHAPITRE 4. — Dispositions abrogatoires et finales 

Art. 8. Sont abrogés: 

1° l’arrêté royal du 1 er avril 2006 relatif à la démission volontaire 

accompagnée d’un programme personnalisé de reconversion professionnelle 

au bénéfice de certains militaires, modifié par les arrêtés 

royaux des 27 avril 2007 et 25 septembre 2007; 

2° l’arrêté royal du 4 octobre 2006 relatif au transfert de certains 

militaires vers un employeur public, modifié par l’arrêté royal du 

14 février 2011; 


9 september 2013, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van 

de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; 

Op de voordracht van de Minister van Landsverdediging, 


HOOFDSTUK 1. — Gemeenschappelijke bepalingen aan de beziging, 

de overplaatsing en de beroepsomschakeling 

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit moet onder ʺ″de wetʺ″ 

verstaan worden : de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het 

statuut van de militairen en kandidaat-militairen van het actief kader 

van de krijgsmacht. 

Art. 2. De kandidatuur voor een beziging, een overplaatsing en een 

beroepsomschakeling moet met een formulier ʺ″model Bʺ″ ingediend 

worden bij de directeur-generaal human resources of de overheid die 

hij aanwijst, vóór de datum die deze overheid bepaalt. De datum van 

indiening van dit formulier geldt als bewijs. 

Art. 3. De directeur-generaal human resources of de overheid die hij 

aanwijst : 

1° aanvaardt of weigert de kandidaturen bedoeld in de artikelen 152, 

eerste lid, 1°, 158, eerste lid, 1°, en 163/1, eerste lid, 1°, van de wet; 

2° bepaalt het model van het in artikel 2 bedoelde formulier. 

Art. 4. Het minimum aantal jaren dienstanciënniteit dat een militair 

moet tellen om in aanmerking te komen voor een beziging, een 

overplaatsing en een beroepsomschakeling, bedraagt 15 jaar. 

HOOFDSTUK 2. — De beziging 

Art. 5. De toelagen bedoeld in artikel 156/15, eerste lid, 5°, van de 

wet zijn, in voorkomend geval : 

1° de toelage voor geselecteerde bedoeld in artikel 30 van het 

koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling 

van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de 

dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang 

van officier; 

2° de staffunctietoelage bedoeld in artikel 31, § 2, van hetzelfde 

besluit; 

3° de commandotoelage bedoeld in artikel 31, § 3, van hetzelfde 

besluit; 

4° de vormingstoelage bedoeld in artikel 32 van hetzelfde besluit; 

5° de meesterschapstoelage bedoeld in artikel 34 van hetzelfde 

besluit. 

HOOFDSTUK 3. — De beroepsomschakeling 

Art. 6. De duur van de oriëntatiefase wordt vastgesteld op 

één maand. 

De maximale duur van de reclasseringsfase wordt vastgesteld op 

elf maanden. 

Art. 7. De toelagen die het karakter van een toebehoren van de 

wedde hebben, zoals bedoeld in artikel 170, derde lid, van de wet zijn : 

1° de haard- of standplaatstoelage bedoeld in het koninklijk besluit 

van 26 november 1997 tot vervanging, voor het personeel van sommige 

overheidsdiensten, van het koninklijk besluit van 30 januari 1967 

houdende toekenning van een haardtoelage of een standplaatstoelage 

aan het personeel der ministeries; 

2° de toelage voor geselecteerde, bedoeld in artikel 30 van het 

koninklijk besluit van 18 maart 2003 houdende bezoldigingsregeling 

van de militairen van alle rangen en betreffende het stelsel van de 

dienstprestaties van de militairen van het actief kader beneden de rang 

van officier; 

3° de vormingstoelage bedoeld in artikel 32 van hetzelfde besluit; 

4° de meesterschapstoelage bedoeld in artikel 34 van hetzelfde 

besluit. 

HOOFDSTUK 4. — Opheffings- en slotbepalingen 

Art. 8. Opgeheven worden : 

1° het koninklijk besluit van 1 april 2006 betreffende het vrijwillig 

ontslag vergezeld van een geïndividualiseerd beroepsomschakelingsprogramma 

ten behoeve van bepaalde militairen, gewijzigd bij de 

koninklijke besluiten van 27 april 2007 en 25 september 2007; 

2° het koninklijk besluit van 4 oktober 2006 betreffende de overplaatsing 

van sommige militairen naar een openbare werkgever, gewijzigd 

bij het koninklijk besluit van 14 februari 2011;


3° l’arrêté royal du 4 octobre 2006 relatif à la réorientation professionnelle 

des militaires; 

4° l’arrêté royal du 12 mai 2011 portant exécution de la loi du 

20 mai 1994 relative à l’utilisation de militaires en dehors des forces 

armées. 

Art. 9. Entrent en vigueur le 31 décembre 2013 : 

1° les articles 144 à 170/3, 216/1, 237/6 à 238/1, 241, 241/1 et 271/1 

de la loi, tels que modifiés par la loi du 31 juillet 2013; 

2° le présent arrêté. 

Art. 10. Le ministre qui a la Défense dans ses attributions est chargé 



PHILIPPE 

3° het koninklijk besluit van 4 oktober 2006 betreffende de professionele 

heroriëntering van de militairen; 

4° het koninklijk besluit van 12 mei 2011 tot uitvoering van de wet 

van 20 mei 1994 betreffende de beziging van militairen buiten de 

krijgsmacht. 

Art. 9. Op 31 december 2013 treden in werking : 

1° de artikelen 144 tot 170/3, 216/1, 237/6 tot 238/1, 241, 241/1 en 

271/1 van de wet, zoals gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013; 

2° dit besluit. 

Art. 10. De minister bevoegd voor Landsverdediging is belast met 

de uitvoering van dit besluit. 


FILIP 

Par le Roi : 

Le Ministre de la Défense, 

P. DE CREM 

* 


De Minister van Landsverdediging, 

P. DE CREM 


[C − 2013/07230] 

14 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal fixant la composition 

et le fonctionnement de l’instance d’appel au sein de la Défense 




militaires du cadre actif des forces armées, l’article 178/2, alinéa 5, 

inséré par la loi du 31 juillet 2013; 

Vu l’arrêté royal du 21 novembre 2007 fixant la composition et le 

fonctionnement de l’instance d’appel chargée de traiter de l’appel 

introduit contre une appréciation de poste avec mention « insuffisant » 

qui a pour conséquence la perte de la qualité de militaire; 



Vu l’avis 53/959/2/V du Conseil d’Etat, donné le 9 septembre 2013, 





Article 1 er . Pour l’application du présent arrêté, il faut entendre 

par : 

1° «la loi » : la loi du 28 février 2007 fixant le statut des militaires et 

candidats militaires du cadre actif des forces armées; 

2° «le ministre » : le ministre de la Défense; 

3° «le DGHR » : le directeur général human resources; 

4° «l’instance d’appel » :l’instance d’appel visée à l’article 178/2 de 

la loi; 

5° « le comparant » : la personne qui doit comparaître devant 

l’instance d’appel. 

Art. 2. § 1 er . Sans préjudice des dispositions des paragraphes 2 et 3, 

l’instance d’appel se compose, conformément à l’article 178/2, alinéa 5, 

de la loi, de trois membres effectifs, qui répondent aux conditions 

suivantes : 

1° un président, officier supérieur ou général, revêtu d’un grade 

supérieur à celui du président de l’instance ou de l’autorité qui a pris la 

décision contre laquelle est introduit le recours, ou au moins plus 

ancien dans le même grade de la même catégorie de personnel; 

2° deux membres revêtus d’un grade supérieur à celui du comparant, 

ou au moins plus anciens dans le même grade de la même catégorie de 

personnel. 


[C − 2013/07230] 


samenstelling en de werking van de beroepsinstantie binnen 

Defensie 





krijgsmacht, artikel 178/2, vijfde lid, ingevoegd bij de wet van 

31 juli 2013; 

Gelet op het koninklijk besluit van 21 november 2007 tot vaststelling 

van de samenstelling en de werking van de beroepsinstantie die belast 

is met de behandeling van het beroep ingediend tegen een postbeoordeling 

met vermelding « onvoldoende » die het verlies van de hoedanigheid 

van militair tot gevolg heeft; 


van het militair personeel, gesloten op 5 juni 2013; 

Gelet op het advies 53/959/2/V van de Raad van State, gegeven op 





Artikel 1. Voor de toepassing van deze wet wordt verstaan onder : 

1° «de wet » : de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het 


van de krijgsmacht; 

2° «de minister » : de minister van Landsverdediging; 

3° «de DGHR » : de directeur-generaal human resources; 

4° « de beroepsinstantie » : de beroepsinstantie bedoeld in artikel 

178/2 van de wet; 

5° «de comparant » : de persoon die voor de beroepsinstantie moet 

verschijnen. 

Art. 2. § 1. Onverminderd de bepalingen van de paragrafen 2 en 3, 

bestaat de beroepsinstantie, overeenkomstig artikel 178/2, vijfde lid, 

van de wet, uit drie effectieve leden die beantwoorden aan de volgende 

voorwaarden : 

1° een voorzitter, hoofd- of opperofficier, bekleed met een hogere 

graad dan de autoriteit die de beslissing heeft genomen waartegen het 

beroep wordt ingediend, of minstens met meer anciënniteit in dezelfde 

graad van dezelfde personeelscategorie; 

2° twee leden bekleed met een hogere graad dan deze van de 

comparant of minstens met meer anciënniteit in dezelfde graad van 

dezelfde personeelscategorie.


83279 

§ 2. L’instance d’appel compétente dans les cas visés à l’article 178/2, 

alinéa 1 er ,4° et 5°, de la loi se compose : 

1° d’un président, revêtu au moins d’un grade d’officier supérieur de 

la direction générale de la formation; 

2° d’un militaire de la direction générale de la formation ou du 

département d’état-major opérations et entraînement, appartenant au 

moins à la même catégorie de personnel que le comparant et revêtu au 

moins d’un grade de sous-officier supérieur; 

3° d’un militaire de la direction générale human resources, appartenant 

au moins à la même catégorie de personnel que le comparant et 

revêtu au moins d’un grade de sous-officier supérieur. 

§ 3. L’instance d’appel compétente dans le cas visé àl’article 178/2, 

alinéa 6, de la loi, se compose : 

1° d’un membre par syndicat représentatif du personnel militaire; 

2° d’un nombre de militaires, égal au nombre visé au 1°, dont le 

président et dont au moins un membre appartient à la même catégorie 

de personnel que celle du comparant. 

Art. 3. Les membres de l’instance d’appel ne peuvent avoir été 

impliqués dans la procédure ayant donné lieu à la décision contestée. 

Art. 4. Un ou plusieurs membres suppléants sont désignés pour 

chaque membre effectif de l’instance d’appel. Les membres suppléants 

doivent répondre aux mêmes conditions de désignation que celles des 

membres effectifs. 

Art. 5. § 1 er . Sans préjudice des dispositions des paragraphes 2 à 4, 

le DGHR désigne les militaires chargés de remplir pendant un an les 

fonctions de membres effectifs et de membres suppléants : 

1° appartenant à la direction générale human resources; 

2° sur la proposition du directeur général ou du sous-chef d’étatmajor 

compétent, pour les militaires appartenant à une autre direction 

générale ou à un département d’état-major. 

§ 2. Dans les cas visés à l’article 178/2, alinéa1 er ,4° et 5°, de la loi, les 

militaires chargés de remplir pendant un an les fonctions de membres 

effectifs et de membres suppléants de l’instance d’appel sont désignés 

par le directeur général de la formation : 

1° d’office pour les militaires appartenant à la direction générale de la 

formation; 

2° sur la proposition du : 

a) DGHR, pour les militaires appartenant à la direction générale 

human resources; 

b) sous-chef d’état-major opérations et entraînement, pour les 

militaires appartenant au département d’état-major opérations et 

entraînement. 

§ 3. Dans le cas visé à l’article 178/2, alinéa 6, de la loi, les 

représentants des syndicats représentatifs du personnel militaire sont 

désignés en leur sein. 

§ 4. Lorsqu’en application de la loi ou du présent arrêté, le président 

est le DGHR, le directeur général de la formation, le chef de la défense 

ou le ministre, aucune désignation préalable n’est requise. 

Art. 6. L’instance d’appel est assistée par un secrétaire désigné par le 

président. 

Toutefois, le DGHR ou l’autorité qu’il désigne peut constituer un ou 

plusieurs secrétariats permanents pour une ou plusieurs des décisions 

visées à l’article 178/2 de la loi. 

Art. 7. Outre les décisions que l’instance d’appel peut prendre en 

application des articles 71 à 72/2 et 101/1, alinéa 2, de la loi, l’instance 

d’appel peut prendre une ou plusieurs des décisions suivantes : 

1° confirmer la décision contre laquelle le recours est introduit; 

2° prendre une des autres décisions que pouvait prendre l’autorité 

qui a pris la décision contestée; 

3° annuler partiellement ou totalement la décision. 

Art. 8. L’arrêté royal du 21 novembre 2007 fixant la composition et le 

fonctionnement de l’instance d’appel chargée de traiter de l’appel 

introduit contre une appréciation de poste avec mention « insuffisant » 

qui a pour conséquence la perte de la qualité de militaire, est abrogé. 

§ 2. De beroepsinstantie die bevoegd is voor de gevallen bedoeld in 

artikel 178/2, eerste lid, 4° en 5°, van de wet bestaat uit : 

1° een voorzitter, minstens bekleed met een graad van hoofdofficier 

van de algemene directie vorming; 

2° een militair van de algemene directie vorming of van het 

stafdepartement operaties en training, minstens behorend tot dezelfde 

personeelscategorie als de comparant en minstens bekleed met een 

graad van hoofdonderofficier; 

3° een militair van de algemene directie human resources, minstens 

behorend tot dezelfde personeelscategorie als de comparant en minstens 

bekleed met een graad van hoofdonderofficier. 

§ 3. De beroepsinstantie die bevoegd is voor de gevallen bedoeld in 

artikel 178/2, zesde lid, van de wet bestaat uit : 

1° één lid per representatieve vakorganisatie van het militair 

personeel; 

2° een aantal militairen, gelijk aan het aantal leden bedoeld in 1°, 

waarvan de voorzitter en waarvan ten minste één lid behorend tot 

dezelfde personeelscategorie als de comparant; 

Art. 3. De leden van de beroepsinstantie mogen niet betrokken 

geweest zijn in de procedure die heeft geleid tot de betwiste beslissing. 

Art. 4. Een of meerdere plaatsvervangende leden worden aangewezen 

voor elk effectief lid van de beroepsinstantie. De plaatsvervangende 

leden moeten aan dezelfde aanwijzingsvoorwaarden voldoen als deze 

van de effectieve leden. 

Art. 5. § 1. Onverminderd de bepalingen van de paragrafen 2 tot 4 

wijst de DGHR de militairen aan, belast met het uitoefenen van de 

functies van effectieve leden en plaatsvervangende leden gedurende 

één jaar : 

1° behorend tot de algemene directie human resources; 

2° op voorstel van de bevoegde directeur-generaal of de onderstafchef, 

voor de militairen behorend tot een andere algemene directie of 

tot een stafdepartement. 

§ 2. In de gevallen bedoeld in artikel 178/2, eerste lid, 4° en 5°, van 

de wet, worden de militairen belast met het uitoefenen van de functies 

van effectieve leden en plaatsvervangende leden gedurende één jaar 

aangewezen door de directeur-generaal vorming : 

1° van ambtswege voor de militairen behorend tot de algemene 

directie vorming; 

2° op voorstel van : 

a) de DGHR, voor de militairen behorend tot de algemene directie 

human resources; 

b) de onderstafchef operaties en training, voor de militairen behorend 

tot het stafdepartement operaties en training. 

§ 3. In de gevallen bedoeld in artikel 178/2, zesde lid, van de wet, 

worden de vertegenwoordigers van de representatieve vakorganisaties 

van het militair personeel in hun midden aangewezen. 

§ 4. Wanneer in toepassing van de wet of van dit besluit, de voorzitter 

de DGHR, de directeur-generaal vorming, de chef defensie of de 

minister is, is geen enkele voorafgaande aanwijzing vereist. 

Art. 6. De beroepsinstantie wordt bijgestaan door een secretaris 

aangewezen door de voorzitter. 

De DGHR of de autoriteit die hij aanwijst kan één of meerdere 

permanente secretariaten oprichten voor één of meerdere van de 

beslissingen bedoeld in artikel 178/2 van de wet. 

Art. 7. Naast de beslissingen die de beroepsinstantie kan nemen in 

toepassing van de artikelen 71 tot 72/2 en 101/1, tweede lid, van de 

wet, kan de beroepsinstantie één of meerdere van de volgende 

beslissingen nemen : 

1° het bevestigen van de beslissing waartegen het beroep wordt 

ingediend; 

2° het nemen van één van de andere beslissingen die de autoriteit, die 

de betwiste beslissing heeft genomen, kon nemen; 

3° het geheel of gedeeltelijk tenietdoen van de beslissing. 

Art. 8. Het koninklijk besluit van 21 november 2007 tot vaststelling 

van de samenstelling en de werking van de beroepsinstantie die belast 

is met de behandeling van het beroep ingediend tegen een postbeoordeling 

met vermelding « onvoldoende » die het verlies van de hoedanigheid 

van militair tot gevolg heeft, wordt opgeheven.


Art. 9. Par mesure transitoire, toute procédure relative à un recours 

introduit contre une des décisions visées à l’article 178/2 de la loi, 

entamée avant l’entrée en vigueur du présent arrêté, est soumise aux 

dispositions législatives et réglementaires qui étaient d’application à la 

veille de la date d’entrée en vigueur du présent arrêté. 

Art. 10. Le présent arrêté entre en vigueur le 31 décembre 2013. 




PHILIPPE 

Art. 9. Bij wijze van overgangsmaatregel wordt elke procedure 

betreffende een beroep ingediend tegen één van de beslissingen 

bedoeld in artikel 178/2 van de wet, begonnen vóór de inwerkingtreding 

van dit besluit, onderworpen aan de wettelijke en reglementaire 

bepalingen die van toepassing waren de dag vóór de datum van de 

inwerkingtreding van dit besluit. 

Art. 10. Dit besluit treedt in werking op 31 december 2013. 

Art. 11. De minister bevoegd voor Landsverdediging is belast met 



FILIP 

Par le Roi : 


P. DE CREM 

* 



P. DE CREM 


[C − 2013/07232] 

14 OCTOBRE 2013. — Arrêté royal relatif au transfert interne de 

certains militaires déclarés définitivement inaptes sur le plan 

médical comme agent de l’Etat vers le Ministère de la Défense 




militaires du cadre actif des forces armées, les articles 143, remplacé par 

la loi du 31 juillet 2013, et 272, modifié par la loi du 20 juin 2012; 



Vu l’avis 53.962/2/V du Conseil d’Etat, donné le 9 septembre 2013, 





Article 1 er . La demande de transfert interne visée à l’article 142 de la 

loi du 28 février 2007 fixant le statut des militaires et candidats 

militaires du cadre actif des forces armées, doit être introduite par envoi 

recommandé auprès du directeur général human resources ou de 

l’autorité qu’il désigne. La date de l’envoi recommandé fait foi. 

Art. 2. Le militaire concerné peut bénéficier d’un transfert interne 

pour autant : 

1° que sa demande soit introduite dans le délai visé àl’article 142, de 

la loi du 28 février 2007 précitée; 

2° qu’une ou plusieurs fonctions compatibles avec son état de santé 

et son profil de compétence lui soient proposées par le chef de la 

division gestion de la direction générale human resources, selon les 

modalités fixées dans un règlement arrêté par le ministre de la Défense; 

3° qu’il accepte d’exercer une des fonctions proposées par l’autorité 

compétente. 

La fonction est identifiée comme appartenant à un grade ou à une 

classe de métiers existant au sein du ministère de la Défense. 

Art. 3. Lorsque le militaire n’accepte aucune de ces fonctions, il est 

pensionné pour inaptitude physique le premier jour du deuxième mois 

qui suit la décision visée à l’article 141 de la loi du 28 février 2007 

précitée. 

Art. 4. Si aucune fonction ne peut être trouvée pour laquelle le 

militaire est professionnellement compétent ou si l’autorité compétente 

est d’avis que l’intéressé n’est pas médicalement apte à exercer la 

fonction pour laquelle il est professionnellement compétent, le cas 

échéant en adaptant raisonnablement le poste de travail, le militaire est 

pensionné pour inaptitude physique le premier jour du deuxième mois 

qui suit la décision définitive visée à l’article 141 de la loi du 

28 février 2007 précitée. 


[C − 2013/07232] 

14 OKTOBER 2013. — Koninklijk besluit betreffende de interne 

overplaatsing van sommige op medisch vlak definitief ongeschikt 

verklaarde militairen als rijksambtenaar bij het Ministerie van 

Landsverdediging 





krijgsmacht, de artikelen 143, vervangen bij de wet van 31 juli 2013, 

en 272, gewijzigd bij de wet van 20 juni 2012; 


van het militair personeel, gesloten op 5 juni 2013; 






Artikel 1. Het verzoek om een interne overplaatsing bedoeld in 

artikel 142 van de wet van 28 februari 2007 tot vaststelling van het 


van de krijgsmacht, moet ingediend worden bij de directeur-generaal 

human resources of de overheid die hij aanwijst, met een aangetekende 

zending. De datum van de aangetekende zending geldt als bewijs. 

Art. 2. De betrokken militair kan van een interne overplaatsing 

genieten, voor zover : 

1° zijn verzoek binnen de termijn bedoeld in artikel 142, van de 

voornoemde wet van 28 februari 2007, ingediend wordt; 

2° hem één of meerdere ambten, verenigbaar met zijn gezondheidstoestand 

en zijn competentieprofiel, worden voorgesteld door de chef 

van de divisie beheer van de algemene directie human resources, 

volgens de nadere regels bepaald in een reglement uitgevaardigd door 

de minister van Landsverdediging; 

3° hij één van de door de bevoegde overheid voorgestelde ambten 

aanvaardt uit te oefenen. 

Het ambt wordt geïdentificeerd als behorend tot een graad of 

vakklasse bestaand binnen het ministerie van Landsverdediging. 

Art. 3. Indien de militair geen enkele van deze ambten aanvaardt, 

wordt hij op de eerste dag van de tweede maand volgend op de 

beslissing bedoeld in het artikel 141 van de voornoemde wet van 

28 februari 2007, op pensioen gesteld wegens lichamelijke ongeschiktheid. 

Art. 4. Indien geen enkel ambt kan gevonden worden waarvoor de 

militair beroepsgeschikt is of indien de bevoegde overheid van oordeel 

is dat betrokkene niet medisch geschikt is om het ambt uit te oefenen 

waarvoor hij beroepsgeschikt is, desgevallend mits redelijke aanpassingen 

aan de arbeidspost, dan wordt de militair op pensioen gesteld 

wegens lichamelijke ongeschiktheid op de eerste dag van de 

tweede maand die volgt op de definitieve beslissing bedoeld in het 

artikel 141 van de voornoemde wet van 28 februari 2007.


83281 

Art. 5. Le jour du transfert interne : 

1° le militaire perd la qualité de militaire du cadre actif; 

2° le cas échéant, il est mis fin à tout régime de travail à temps partiel; 

3° le militaire acquiert la qualité d’agent de l’Etat au sein de la 

Défense. 

Art. 6. Entrent en vigueur le 31 décembre 2013 : 

1° les articles 141 à 143 de la loi du 28 février 2007 précitée, tels que 

modifiés par la loi du 31 juillet 2013; 

2° le présent arrêté. 




PHILIPPE 

Par le Roi : 


P. DE CREM 

Art. 5. Op de dag van de interne overplaatsing : 

1° verliest de militair de hoedanigheid van militair van het actief 

kader; 

2° in voorkomend geval, wordt een einde gesteld aan elke deeltijdse 

arbeidsregeling; 

3° verwerft de militair de hoedanigheid van Rijksambtenaar binnen 

Defensie. 

Art. 6. Op 31 december 2013 treden in werking : 

1° de artikelen 141 tot 143 van de voornoemde wet van 28 februari 2007, 

zoals gewijzigd bij de wet van 31 juli 2013; 

2° dit besluit. 

Art. 7. De minister bevoegd voor Landsverdediging is belast met de 

uitvoering van dit besluit. 


FILIP 



P. DE CREM 

GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION 

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN 

GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN 

VLAAMSE GEMEENSCHAP — COMMUNAUTE FLAMANDE 

VLAAMSE OVERHEID 

13 SEPTEMBER 2013. — Besluit van de Vlaamse Regering 

tot erkenning van de beroepskwalificatie interieurbouwer 

[C − 2013/36017] 

De Vlaamse Regering, 

Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, artikel 12, vervangen bij het decreet van 

1 juli 2011; 

Gelet op het erkenningsadvies van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming, gegeven op 

15 juli 2013; 

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 september 2013; 

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel en de Vlaamse minister van 

Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport; 

Na beraadslaging, 

Besluit : 

Artikel 1. De beroepskwalificatie van interieurbouwer, ingeschaald op niveau 3 van de Vlaamse kwalificatiestructuur, 

wordt erkend. De beschrijving, opgenomen in bijlage, die bij dit besluit is gevoegd, omvat de definitie en de 

bijbehorende competenties. 

Art. 2. De Vlaamse minister, bevoeg voor het onderwijs, en de Vlaamse minister bevoegd voor het tewerkstellingsbeleid 

zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. 

Brussel, 13 september 2013. 

De minister-president van de Vlaamse Regering, 

K. PEETERS 

De Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel, 

P. SMET 

De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport, 

Ph. MUYTERS 

Bijlage. Beschrijving van de beroepskwalificatie van interieurbouwer (m/v) (BK0041) als vermeld in artikel 1. 

1. GLOBAAL 

a. Titel 

Interieurbouwer (m/v)


b. Definitie 

Het voorbereiden van de eigen werkzaamheden en grondstoffen; het instellen, omstellen, bewerken, vergaren en 

afmonteren (monteren van het beslag ) van onderdelen voor interieurelementen; het bevestigen en aansluiten van 

interieurelementen aan elkaar of aan de ruwbouw; het integreren van sanitaire en elektrische toestellen en afwerken 

van interieuronderdelen teneinde interieur- of projectmeubilair voor keukens, badkamers, winkels, horecazaken, 

kantoorruimten,... aan de hand van een werkopdracht te vervaardigen en te plaatsen. 

c. Niveau 

3 

d. Jaartal 

2013 

2. COMPETENTIES 

2.1 Opsomming competenties 

BASISACTIVITEITEN 

c Werkt in teamverband (co 00252) 

- Communiceert effectief en efficiënt 

- Wisselt informatie uit met collega’s en verantwoordelijken 

- Rapporteert aan leidinggevenden 

- Werkt efficiënt samen met collega’s 

- Volgt aanwijzingen van verantwoordelijken op 

- Past zich flexibel aan (verandering van collega’s, ...) 

c Werkt met oog voor veiligheid, milieu, kwaliteit en welzijn (co 00253) 

- Maakt onderscheid tussen gevaarlijke en niet-gevaarlijke producten en afvalstoffen 

- Vraagt om informatie in geval van twijfel over afvalstoffen 

- Sorteert afval volgens de richtlijnen 

- Respecteert bij het plaatsen de regels rond energieprestaties van gebouwen (EPB: de regelgeving omtrent het 

realiseren van energiezuinige, comfortabele gebouwen) 

- Herkent asbesthoudende producten en reageert passend 

- Houdt zich aan de regels voor traceerbaarheid van producten 

- Werkt ergonomisch 

- Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s (persoonlijke beschermingsmiddelen) en 

CBM’s (collectieve beschermingsmiddelen)) 

- Ziet erop toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd 

- Meldt problemen aan de verantwoordelijke 

c Organiseert zijn werkplek veilig en ordelijk (co 00254) 

- Organiseert zijn werkplaats rekening houdend met een logische werkvolgorde 

- Richt de werkplaats (ergonomisch) in 

- Beperkt stofemissie 

- Sorteert afval volgens de richtlijnen 

- Houdt de werkplek schoon 

- Bergt de eigen gereedschappen en hulpmiddelen op 

- Ziet erop toe dat veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd 

- Gebruikt (stof)afzuigapparatuur/installaties 

- Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) 

c Werkt op hoogte (co 00255) 

- Bouwt steigers op en af volgens de veiligheidsregels 

- Gebruikt ladders volgens de veiligheidsregels 

- Bouwt goederenliften op en zekert die, bedient de goederenlift 

- Installeert een geschikte randbeveiliging 

- Gebruikt persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen (PBM’s en CBM’s) 

- Gebruikt hefplatformen volgens voorschriften 

c Gebruikt stromen duurzaam en beperkt geluidshinder (co 00256) 

- Gebruikt water voor taken & schoonmaak efficiënt 

- Gebruikt machines en gereedschappen efficiënt 

- Beperkt het lawaai: gebruikt persoonlijke beschermingsmiddelen, implementeert preventiemaatregelen voor 

omgeving 

c Plant en bereidt de eigen werkzaamheden voor de productie voor (co 00257) 

- Neemt kennis van de eigen werkopdracht 

- Leest en begrijpt (werk)tekeningen en plannen 

- Controleert de aangeleverde (productie)gegevens (aantal, compleetheid, juistheid, ...) 

- Neemt de planning door 

- Meet op (hoogte, breedte, diepte, ...) 

- Stelt correct en overzichtelijk een hout-, meet-, en materiaalstaat op 

- Stelt een zaagplan op 

- Gebruikt meet- en controlegereedschap 

- Bepaalt de uit te voeren bewerkingen 

- Bepaalt een optimale werkvolgorde 

- Meldt problemen aan de leidinggevende/verantwoordelijke


83283 

- Beheert de administratie: houdt planning en eventuele documenten die de ploegbaas overgemaakt heeft bij 

c Controleert (de voorraad) grondstoffen en materialen (beschikbaarheid, tekorten, hoeveelheid, kwaliteitsafwijkingen, 

... ) (co 00258) 

- Houdt de voorraad op peil 

- Controleert de te verwerken grondstoffen en materialen en onderneemt actie bij afwijkingen (gebreken, 

vochtigheid, ...) 

- Stemt de hoeveelheid af op de opdracht 

- Gebruikt controle-instrumenten en interpreteert de controlegegevens 

- Houdt rekening met de interne codering 

- Neemt leveringen in ontvangst en controleert de leveringen 

- Selecteert, controleert en hanteert materialen/gereedschappen 

c Bereidt de grondstoffen voor op de werkopdracht (uitsmetten, opdelen, aftekenen, paren, ...) (co 00259) 


- Kant recht en/of kort ruw hout af 

- Bepaalt visueel hoe houtelementen optimaal uit bool of gevierschaald hout gehaald kunnen worden (zaagwijze, 

vezelrichting, tekening, gebreken van het hout, ...) 

- Deelt plaatmateriaal optimaal in (richting, beschadiging, ...) 

- Tekent uit te zagen onderdelen uit op hout of plaatmateriaal 

- Zaagt de onderdelen op de juiste afmeting uit volgens borderel of zaagplan 

- Gebruikt zaagmachines 

- Stapelt zorgvuldig volgens een logische verwerkingsvolgorde 

- Brengt merktekens aan op de werkstukken (paringstekens, ...) 

- Schrijft onderdelen volgens een eenvormige afschrijvingsmethode en maataanduiding af 

- Gebruikt aftekengereedschap 

c Selecteert, controleert, monteert en vervangt (snij)gereedschappen op de (houtbewerkings) machines (co 00260) 

- Raadpleegt technische bronnen (werkstuktekeningen, instelgegevens, omrekeningstabellen, ...) 

- Houdt zich aan procedures en voorschriften 

- Selecteert (snij)gereedschappen in functie van de uit te voeren bewerking 

- Stelt verspaningssets samen 

- Controleert (snij)gereedschappen (standtijd, mec/man, ...) 

- Verzamelt materiaal en gereedschap en beoordeelt de conformiteit ervan 

- (De)monteert (snij)gereedschappen in/op de machine of installatie en stelt ze af 

- Bergt (snij)gereedschappen veilig op 

- Vervangt en onderhoudt (snij)gereedschappen 

- Onderneemt actie bij onvoorziene omstandigheden of problemen 

c Stelt (houtbewerkings)machines in en om (co 00261) 

- Raadpleegt (technische) voorschriften en productfiches 

- Stelt de juiste aanvoersnelheid en toerental in 

- Stelt de parameters en coördinaten manueel of (semi)computergestuurd in 

- Roept een CNC-programma op 

- Voert eenvoudige aanpassingen uit in een CNC-programma 

- (De)monteert en stelt hulpstukken en beveiligingen in 

- Maakt een proefstuk 


c Controleert de veiligheidsvoorzieningen van de (houtbewerkings)machines (co 00262) 

- Raadpleegt veiligheidsvoorschriften en leeft ze na 

- Volgt informatie op, zowel ter plaatse als via beeldschermen 

- Doet veiligheidscontroles aan de (houtbewerkings)machines 

- Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud van de (houtbewerkings)machine op 

- Evalueert veiligheidsrisico’s en neemt gepaste maatregelen 

- Meldt problemen aan de verantwoordelijke 

- Legt de werkzaamheden stil indien nodig 

c Bewerkt onderdelen met (houtbewerkings)machines (co 00263) 

- Houdt zich aan (technische) voorschriften en productiefiches 

- Bepaalt de te gebruiken machines 

- Controleert de beveiliging voor het opstarten 

- Start, stopt en bedient de machines om hout te bewerken 

- Schaaft tot ontruwde vlakken 

- Brengt merktekens aan op de werkstukken (paringstekens, ...) 

- Brengt (gebogen) profileringen aan 

- Maakt verbindingen 

- Schuurt werkstukken tot de gewenste afwerkingsgraad op 

- Maakt, indien nodig, gebruik van mallen 


- Gebruikt (NC) (houtbewerkings)machines 

- Gebruikt (C)NC bewerkingscentra


- Controleert kwaliteit en maatvoering 



c Vergaart onderdelen (verlijmen, samenvoegen, opspannen, nagelen, nieten, schroeven, demontabel assembleren, 

...) (co 00264) 

- Leest (werk)tekeningen en plannen en leidt af welke onderdelen (demontabel) vergaard kunnen worden 

- Bepaalt of bepaalde oppervlaktebehandelingen voor de vergaring moet komen 

- Verlijmt verbindingsgedeelten 

- Voegt de onderdelen volgens een logische werkvolgorde samen 

- Past manuele en machinale opspantechnieken toe 

- Gebruikt persmachines 

- Past mechanische verbindingstechnieken toe (nagelen, nieten, schroeven, ...) 

- Verwijdert lijmresten 

- Controleert de kwaliteit, haaksheid en maatvoering 

- Stapelt en merkt voor de volgende productiefase 

- Gebruikt elektrisch en pneumatisch handgereedschap 


- Gebruikt opspangereedschap 

c Voert preventief basisonderhoud uit van de (houtbewerkings)machines (co 00265) 

- Merkt noodzaak aan technisch onderhoud op 

- Plaatst de (houtbewerkings)machines in veiligheidsmodus voor het uitvoeren van onderhoud 

- Houdt zich aan het onderhoudsplan en -richtlijnen 

- Voert eenvoudige onderhoudswerkzaamheden uit 

- Rapporteert problemen aan de technicus of de verantwoordelijke 

- Registreert basisonderhoud 

c Transporteert grondstoffen, constructieonderdelen en materialen (intern, op de werf, ...) (co 00266) 

- Houdt zich aan procedures en voorschriften 

- Verplaatst veilig en op ergonomisch verantwoorde wijze 


- Verpakt en beschermt voor transport (vochtigheid, temperatuur, lichtinval, ...) 

- Laadt, lost (interne)transportmiddelen conform de richtlijnen (maximaal gewicht, aantal,...) 

- Bevestigt en beveiligt tegen vervoersrisico’s (het zekeren van ladingen, ...) 

- Transporteert op de werf of plaats van bestemming 

- Gebruikt (interne)transportmiddelen, waarvoor hij bevoegd is 

- Past hef- en tiltechnieken toe 

- Organiseert tussentijdse opslag op de werf, rekening houdend met de werfomstandigheden 


SPECIFIEKE ACTIVITEITEN 

c Brengt bekleding/kanten aan op plaatmateriaal (fineer, hpl, melamine, ...) (co 00267) 


- Controleert de kwaliteit van bekledingsmateriaal 

- Verlijmt bekleding op plaatmateriaal 

- Brengt kantafwerking aan op plaatmateriaal 

- Controleert kwaliteit en maatvoering 

- Gebruikt kantenlijmmachines 

- Gebruikt (HF)persen 

c Behandelt oppervlakken van interieurelementen (schuren, beschermen, afwerken, ...) (co 00268) 


- Bereidt beschermings- en/of afwerkingsproducten voor 

- Bereidt diverse ondergronden voor (schuren, ontvetten, ...) 

- Brengt manueel en/of machinaal grond-, tussen- en afwerklagen aan 

- Controleert visueel de kwaliteit van de behandelde oppervlakken 

- Voert kleine herstellingen en retouches uit 

- Brengt interne codering aan (etiketten, labels, ...) 

- Beschermt afgewerkte werkstukken en slaat ze op 

- Gebruikt schuur-/borstelmachines 

- Gebruikt afwerkingsgereedschappen en apparatuur 

c Monteert en regelt beslag aan interieurelementen af (scharnieren, lades, ...) (co 00269) 



- Voorziet uitsparingen voor beslag, sluiten schuifmechanismen 

- Stelt beslag, sluiten schuifmechanismen samen 

- Bevestigt beslag, sluiten schuifmechanismen 

- Regelt beslag, sluiten schuifmechanismen af 

- Gebruikt elektrische en pneumatisch handgereedschap


83285 

c Stelt de situatie op de werf afhankelijk van de eigen werkzaamheden vast en bereidt de plaatsing voor (co 00270) 

- Neemt kennis van de eigen werkopdracht 


- Controleert de levering (aantal, compleetheid, juistheid, ...) in functie van de eigen werkzaamheden 

- Neemt de planning door 

- Beoordeelt de werf/ruwbouw, controleert de vloeren, muren,... in functie van de eigen werkzaamheden 

- Verzekert zich van de fysische en hygrothermische omgevingscondities en de geschiktheid van het gebouw 

voor het plaatsen van de onderdelen 

- Traceert en controleert de nutsvoorzieningen 


- Signaleert grote aanpassingen aan nutsvoorzieningen en/of de omgeving aan de 

leidinggevende/verantwoordelijke 

- Bepaalt een optimale werkvolgorde 

- Verwijdert losse en vaste elementen 

- Brengt signalisatie aan 

c Plaatst interieurelementen (co 00271) 


- Voert kleine aanpassingen uit aan de omgeving (nutsvoorzieningen, openingen, dampafvoer, ...) 

- Bevestigt interieurelementen aan de ruwbouw en aan elkaar 

- Maakt sluitstukken tussen interieurelementen en de ruwbouw 

- Voorziet uitsparingen voor te integreren onderdelen (gootsteen, stopcontact, verluchtingsrooster, spots, ... ) 

- Voorkomt koudebruggen en lekken in het lucht- en dampscherm 

- Controleert de kwaliteit en maatvoering 

- Gebruikt elektrisch en pneumatisch handgereedschap 

- Gebruikt controle- en meetgereedschap 

- Meldt problemen aan de leidinggevende/verantwoordelijke 

- Gebruikt hijstoestellen 

c Werkt interieurinrichingen af (co 00272) 

- Integreert andere materialen aan het interieur (glas, elektrische toestellen, sanitair, ...) 

- Regelt beslag, sluiten schuifmechanismen 

- Kit, indien nodig, af 

- Controleert de kwaliteit van het uitgevoerde werk 

- Meldt problemen/afwijkingen aan leidinggevende/verantwoordelijke 

2.2 Beschrijving van de competenties/activiteiten aan de hand van de descriptorelementen 

2.2.1 Kennis 

- Basiskennis van sanitair 

- Basiskennis van residentiële elektriciteitswerken (gereedschappen, materialen, meettoestellen, risico’s, veiligheidsvoorzieningen) 

- Basiskennis van algemene principes EPB (de regelgeving omtrent het realiseren van energiezuinige, 

comfortabele gebouwen ) 

- Basiskennis van mechanica (in functie van beslag) 

- Basiskennis van opslag- en stapeltechnieken 

- Basiskennis van beschermings-, onderhouds- en afwerkingsproducten voor interieurelementen 

- Basiskennis van milieuzorgsystemen en -voorschriften in functie van de eigen werkzaamheden 

- Basiskennis van CNC (computerised numeric control )-sturing 

- Kennis van voorschriften rond afval en gevaarlijke producten 

- Kennis van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften 

- Kennis van het productieproces van interieurelementen 

- Kennis van informatiebronnen 

- Kennis van vakterminologie 

- Kennis van werkdocumenten, tekeningen en plannen 

- Kennis van hout en plaatmaterialen 

- Kennis van materialen en gereedschappen 

- Kennis van beslag, sluiten schuifmechanismen voor interieurelementen 

- Kennis van het 32 mm systeem (een algemene standaard binnen de meubelen interieurbouw ) 

- Kennis van elektrisch en pneumatisch handgereedschap 

- Kennis van technische voorschriften en aanbevelingen in functie van de eigen werkzaamheden 

- Kennis van randapparatuur 

- Kennis van afschrijfmethodes 

- Kennis van snijgereedschappen 

- Kennis van (CNC: computerised numeric control) (houtbewerkings)machines 

- Kennis van verspaningstechnologie en -technieken 

- Kennis van bewerkingsmethodes 

- Kennis van constructie- en verbindingstechnieken voor interieurelementen 

- Kennis van opspansystemen 

- Kennis van de lijmsoorten


- Kennis van montagetechnieken 

- Kennis van afwerkingstechnieken voor interieurelementen 

- Kennis van (interne) transportmiddelen 

- Kennis van verpakkingstechnieken 

- Kennis van laad- en zekeringstechnieken 

- Kennis van bevestigingsmiddelen voor interieurelementen 

- Kennis van plaatsingmethodes voor interieurelementen 

- Kennis van controle- en meetmethoden en -middelen 

- Kennis van elementaire wiskunde 

- Kennis van kwaliteitsnormen, waarden en toleranties 

- Kennis van persoonlijke en collectieve beschermingsmiddelen 

- Kennis van (veiligheids)pictogrammen 

- Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken 

- Kennis van etikettering en productidentificatie 

2.2.2 Vaardigheden 

Cognitieve vaardigheden 

- Het kunnen lezen en interpreteren van werkdocumenten, tekeningen en plannen en die gegevens vertalen naar 

de eigen werkzaamheden 

- Het mondeling en/of schriftelijk kunnen rapporteren aan de leidinggevende en efficiënt communiceren met 

collega’s en derden 

- Het kunnen identificeren van verschillende houtsoorten en plaatmaterialen 

- Het kunnen controleren en uitvoeren van de werkopdracht volgens de planning, werktekeningen en plannen, 

de voorschriften en productfiches 

- Het kunnen raadplegen van technische bronnen en het afleiden van (productie)gegevens uit onder andere 

werktekeningen en plannen 

- Het kunnen berekenen van toerentallen 

- Het kunnen berekenen van afmetingen voor het bewerken van hout en plaatmateriaal 

- Het (visueel) kunnen identificeren van afwijkingen en gebreken aan de grondstoffen en eindproducten 

- Het kunnen bijhouden van gegevens over het verbruik van materiaal en het productieverloop 

- Het manueel of computergestuurd kunnen instellen van (houtbewerkings-)machines 

- Het kunnen starten, bedienen en stoppen van de (houtbewerkings-)machines om een zo efficiënt mogelijke 

productie te realiseren 

- Het kunnen uitvoeren van veiligheidscontroles 

- Het kunnen naleven van veiligheids-, gezondheids-, hygiëne- en welzijnsvoorschriften 

- Het kunnen uitvoeren van preventief basisonderhoud 

- Het kunnen controleren van de situatie op de werf in functie van de eigen werkzaamheden 

- Het kunnen uitvoeren van kleine aanpassingen aan de omgeving (nutsvoorzieningen, openingen, ...) 

- Het kunnen toepassen van kwaliteitscontroles met de geschikte instrumenten 

Probleemoplossende vaardigheden 

- Het gepast kunnen reageren op vastgestelde problemen met betrekking tot kwaliteit, veiligheid, milieu, proces 

en techniek, rekening houdend met de voorschriften/procedures 

- Het kunnen bijsturen van de werkopdracht bij onvoorziene omstandigheden 

- Het kunnen oplossen van eenvoudige problemen aan de omgeving of het product bij de plaatsing 

- Het kunnen bijstellen van de (houtbewerkings)machines bij afwijkingen aan de bewerkte werkstukken 

- Het kunnen aanpassen van de eigen planning aan wijzigende omstandigheden 

- Het kunnen bijsturen van de eigen werkzaamheden om koudebruggen en lekken in het lucht- en dampscherm 

te vermijden 

- Het proactief kunnen nemen van gepaste maatregelen bij veiligheidsrisico’s rekening houdend met de 

voorschriften/procedures 

Motorische vaardigheden 

- Het op hoogte kunnen werken 

- Het kunnen bedienen van elektrisch en pneumatisch handgereedschap 

- Het kunnen hanteren van handgereedschap 

- Het kunnen in- en omstellen van (houtbewerkings-)machines 

- Het kunnen bedienen van de (houtbewerkings-)machines 

- Het kunnen aanbrengen van lijmen, beslag, ... volgens voorschriften van de fabrikant 

- Het kunnen gebruiken van toestellen voor goederentransport 

- Het kunnen gebruiken van meet- en controletoestellen 

- Het kunnen toepassen van de juiste ergonomische hef- en tiltechnieken 

- Het kunnen plaatsen en afwerken van interieurelementen volgens de werkopdracht 

2.2.3 Context 

Omgevingscontext 

- Dit beroep wordt uitgeoefend in de werkplaats en op bouwplaatsen (nieuwbouw), in bewoonde gebouwen of 

in gebruik zijnde gebouwen (renovatie) binnen ondernemingen en vergt de nodige mobiliteit en contactvaardigheid. 

- Dit beroep wordt meestal in teamverband uitgeoefend, meestal in een onderneming waar de nodige flexibiliteit 

belangrijk is om zich aan te passen aan wijzigingen van planning, omgeving, grondstoffen en machines.


83287 

- De werkopdrachten worden vaak strikt afgebakend in de tijd en er heersen in veel gevallen strikte deadlines, 

wat resultaatgerichtheid, stressbestendigheid en doorzettingsvermogen vraagt. 

- De hout- en bouwsector kennen veel reglementeringen, normen, aanbevelingen en technische voorlichtingsfiches 

inzake kwaliteit, veiligheid, gezondheid, hygiëne, welzijn, milieu en duurzaam bouwen. 

Verspilling en de rijzende afvalberg dwingen tot een economische en ecologische omgang met en hergebruik van 

grondstoffen en materialen. 

- Binnen dit beroep maakt men gebruik van elektrisch en pneumatisch gereedschap. Dit kan gevaar inhouden 

voor het oplopen van snijwonden, het klem raken van de machine, de terugslag van het werkstuk en/of van de 

machine, het stoten tegen voorwerpen, gevaar voor elektrocutie,... . 

- Bij het werken met machines kan er lawaaihinder en (hout)stof voorkomen. 

- De situatie op de werkplek kan het dragen van lasten en werken in moeilijke houdingen en omstandigheden 

impliceren. 

- Het bijblijven met de (technologische) ontwikkelingen binnen de sector vergt leergierigheid en het volgen van 

(verplichte) opleidingen. 

Handelingscontext 

- Oog hebben voor kwaliteit en de tevredenheid van de klant door met zorg, toewijding en zin voor esthetiek te 

werken 

- Op constructieve en gebruiksvriendelijke wijze uitwisselen van informatie met klanten, collega’s en derden 

- Aandacht hebben voor gevaarlijke situaties, veiligheidssignalisatie op de werkplek/werf respecteren en PBM’s 

en CBM’s met zorg gebruiken en onderhouden 

- Omzichtig omgaan met grondstoffen en producten, rekening houdend met veiligheidsvoorschriften 

- Zorgvuldig en nauwkeurig omgaan met (houtbewerkings-)machines, gereedschappen en materialen 

2.2.4 Autonomie 

- Is zelfstandig in : 

- het uitvoeren van de plannen en voorbereiden van de eigen werkzaamheden 

- het opmeten, een hout-, meet- en materiaalstaat opstellen, een zaagplan opmaken en het bepalen van de 

werkvolgorde 

- het uitvoeren van de werkzaamheden, voorbereiden, bewerken, vergaren, (af)monteren, afwerken, plaatsen 

en controleren 

- datgene wat binnen de opdracht en competentie ligt te veranderen en aan te passen indien nodig 

- Is gebonden aan: 

- een ontvangen werkopdracht en tijdsplanning 

- veiligheids- en milieuvoorschriften, technische voorschriften, productfiches, werktekeningen en plannen 

- Doet een beroep op : 

- de leidinggevende voor de werkopdracht, de (productie)gegevens, de planning, het melden van 

problemen/storingen en bijkomende instructies 

- de (onderhouds)technieker en/of derden bij storingen, technische interventies en/of onderhoud aan het 

machinepark 

2.2.5 Verantwoordelijkheid 

- Het efficiënt functioneren in een onderneming 

- Het milieubewust, kwalitatief en veilig uitvoeren van de werken 

- Het veilig en ordelijk organiseren van de werkplek 

- Het veilig uitvoeren van werken op hoogte 

- Het voorbereiden en plannen van de eigen werkzaamheden voor de productie 

- Het controleren van de voorraad grondstoffen en materialen in functie van de werkopdracht 

- Het voorbereiden van de grondstoffen op de werkopdracht 

- Het selecteren, controleren (snij)gereedschappen en monteren op de (houtbewerkings-) machines 

- Het om- en instellen van de (houtbewerkings-)machines 

- Het controleren van de veiligheidsvoorzieningen van de (houtbewerkings-) machines 

- Het bewerken van onderdelen met (houtbewerkings-)machines 

- Het vergaren van onderdelen 

- Het uitvoeren van preventief basisonderhoud van de (houtbewerkings-) machines 

- Het transporteren van grondstoffen, constructieonderdelen en materialen 

- Het aanbrengen van bekleding/kanten op plaatmateriaal 

- Het behandelen van oppervlakken van interieurelementen 

- Het monteren en afregelen van beslag aan interieurelementen 

- Het vaststellen van de situatie op de werf in functie van de eigen werkzaamheden en de plaatsing voorbereiden 

- Het plaatsen van de interieurelementen 

- Het afwerken van interieurinrichtingen


2.3 Vereiste attesten 

Er zijn geen verplichte attesten, maar voor het uitoefenen van bepaalde werkzaamheden en/of risicovolle taken 

zijn bepaalde attesten en/of certificaten vereist, zoals VCA, attest veilig werken op hoogte,... 

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013 tot erkenning van 

de beroepskwalificatie interieurbouwer. 



K. PEETERS 


P. SMET 

De Vlaamse minister van Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport 

Ph. MUYTERS 

TRADUCTION 

AUTORITE FLAMANDE 

[C − 2013/36017] 

13 SEPTEMBRE 2013. — Arrêté du Gouvernement flamand portant reconnaissance 

de la qualification professionnelle de « interieurbouwer » (constructeur d’intérieurs) 

Le Gouvernement flamand, 

Vu le décret du 30 avril 2009 relatif à la structure des certifications, notamment l’article 12, remplacé par le décret 

du 1 er juillet 2011; 

Vu l’avis de reconnaissance de l’« Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming » (Agence pour la 

Gestion de la Qualité dans l’Enseignement et la Formation), rendu le 15 juillet 2013; 

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 2 septembre 2013; 

Sur la proposition du Ministre flamand de l’Enseignement, de la Jeunesse, de l’Egalité des Chances et de Bruxelles 

et du Ministre flamand des Finances, du Budget, de l’Emploi, de l’Aménagement du Territoire et des Sports; 

Après délibération, 

Arrête : 

Article 1 er . La qualification professionnelle de « interieurbouwer » (constructeur d’intérieurs), insérée au niveau 3 

de la structure flamande des certifications, est agréée. La description, reprise dans l’annexe jointe au présent arrêté, 

comprend la définition et les compétences y afférentes. 

Art. 2. Le Ministre flamand qui a l’enseignement dans ses attributions et le Ministre flamand qui a la politique de 

l’emploi dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution du présent arrêté. 

Bruxelles, le 13 septembre 2013. 

Le Ministre-Président du Gouvernement flamand, 

K. PEETERS 

Le Ministre flamand de l’Enseignement, de la Jeunesse, de l’Egalité des Chances et des Affaires bruxelloises, 

P. SMET 

Le Ministre flamand des Finances, du Budget, de l’Emploi, de l’Aménagement du Territoire et des Sports, 

Ph. MUYTERS 

Annexe. Description de la qualification professionnelle de « interieurbouwer » 

(constructeur d’intérieurs) (m/f) (BK0051) telle que visée à l’article 1er. 

1. AU NIVEAU GLOBAL 

a. Titre 

Constructeur d’intérieurs (m/f) 

b. Définition 

La préparation des propres travaux et matériaux ; réglage et modification des dimensions des parties des éléments 

d’agencement, leur traitement, assemblage et finition (montage des chants ); la fixation et la jointure d’éléments 

d’agencement à d’autres éléments ou au gros oeuvre ; l’intégration d’appareils sanitaires et électriques et la finition des 

parties de l’intérieur dans le but de fabriquer et de poser du mobilier d’intérieur ou de projet pour cuisines, salles de 

bain, magasins, établissements Horeca, espaces de bureau au moyen d’un schéma. 

c. Niveau 

3 

d. Année 

2013 

2. COMPETENCES 

2.1 Enumération des compétences 

ACTIVITES DE BASE 

c Travaille en équipe (co 00252) 

- Communique de manière effective et efficace 

- Echange des informations avec des collègues et des responsables 

- Fait rapport à des supérieurs


83289 

- Collabore de manière efficace avec des collègues 

- Suit les indications de responsables 

-S’adapte de manière flexible (changement de collègues, ...) 

c Travaille en tenant compte de la sécurité, de l’environnement, de la qualité et du bien-être (co 00253) 

- Fait la distinction entre des produits et déchets dangereux et non dangereux 

- Demande des informations en cas de doute quant aux déchets 

- Trie des déchets selon les directives 

- Respecte, lors de l’installation, les règles relatives à la performance énergétique de bâtiments (PEB : la 

réglementation concernant la réalisation de bâtiments peu énergivores, confortables) 

- Reconnaît des produits contenant de l’amiante et réagit de manière appropriée 

- Respecte les règles en matière de traçabilité de produits 

- Travaille de manière ergonomique 

- Utilise des équipements de protection individuelle et collective (EPI (équipements de protection individuelle) 

et EPC (équipements de protection collective)) 

- Veille à ce que les consignes en matière de sécurité et d’environnement soient respectées 

- Signale des problèmes au responsable 

c Organise son poste de travail de manière sûre et ordonnée (co 00254) 

- Organise son lieu de travail compte tenu d’un ordre logique 

-Aménage le lieu de travail (de manière ergonomique) 

- Limite l’émission de poussières 

- Trie des déchets selon les directives 

- Maintient son poste de travail propre 

- Range les propres outils et accessoires 

- Veille à ce que les consignes en matière de sécurité et d’environnement soient respectées 

- Utilise des appareils/installations d’aspiration (des poussières) 

- Utilise des équipements de protection individuelle et collective (EPI et EPC) 

c Effectue des travaux en hauteur (co 00255) 

- Monte et démonte des échafaudages conformément aux règles de sécurité 

- Utilise des échelles conformément aux règles de sécurité 

- Construit des monte-charges, les sécurise et les commande 

- Installe un garde-corps approprié 

- Utilise des équipements de protection individuelle et collective (EPI et EPC) 

- Utilise des plateformes élévatrices selon les consignes 

c Utilise les flux d’énergie de manière durable et limite les nuisances sonores (co 00256) 

- Utilise l’eau pour des tâches et le nettoyage de manière efficace 

- Utilise des machines et des outils de manière efficace 

- Limite le bruit : utilise des équipements de protection individuelle, met en œuvre des mesures de prévention 

pour l’environnement 

c Planifie et prépare les propres travaux pour la production (co 00257) 

- Prend connaissance du propre ordre de travail 

- Lit et comprend des croquis (de travail) et des plans 

- Contrôle les données (de production) fournies (nombre, complétude, exactitude, ...) 

-Récapitule le planning 

- Mesure (hauteur, largeur, profondeur, ...) 

- Établit de manière correcte et claire un état du bois, un métré et un état du matériel 

- Établit un plan de scie 

- Utilise des outils de mesure et de contrôle 

-Détermine les opérations à effectuer 

-Détermine un ordre de travail optimal 

- Signale des problèmes au supérieur/responsable 

-Gère l’administration : tient le planning et les documents éventuels que le chef d’équipe a transmis 

c Contrôle (le stock) de matières premières et de matériaux (disponibilité, manques, quantité, divergences de 

qualité, ... ) (co 00258) 

- Conserve un stock à niveau 

- Contrôle les matières premières et les matériaux à transformer et prend des mesures en cas de divergences 

(défauts, humidité, ...) 

-Détermine la quantité en fonction de l’ordre 

- Utilise des instruments de contrôle et interprète les données de contrôle 

- Tient compte du codage interne 

-Réceptionne des livraisons et contrôle les livraisons 

-Sélectionne, contrôle et utilise des matériaux/outils 

c Prépare les matières premières pour l’ordre de travail (découper, subdiviser, dessiner, accoupler, ...) (co 00259) 


- Équarrit et/ou raccourcit le bois brut 

-Détermine visuellement comment des éléments de bois peuvent être retirés de plots ou de bois avivé de manière 

optimale (manière de scier, direction des fibres, dessin, défauts du bois, ...)


- Divise les panneaux à base de bois de manière optimale (direction, dégâts, ...) 

- Dessine les parties à découper sur le bois ou les panneaux à base de bois 

-Découpe les parties suivant les bonnes dimensions selon le bordereau ou plan de scie 

- Utilise des scieuses 

- Empile avec soin selon un ordre de traitement logique 

- Applique des marques sur les pièces de travail (marques d’assemblage, ...) 

- Amortit des parties selon une méthode d’amortissement et indication de mesure uniformes 

- Utilise des outils de traçage 

c Sélectionne, contrôle, monte et remplace des outils (tranchants) des machines (de travail du bois) (co 00260) 

- Consulte des sources techniques (croquis de pièces à usiner, données de réglage, tables de conversion, ...) 

- Respecte les procédures et consignes 

-Sélectionne des outils (de découpe) en fonction du travail à effectuer 

- Compose des ensembles d’enlèvement des copeaux 

- Contrôle des outils (de découpe) (durée de vie, méc/man, ...) 

- Rassemble du matériel et des outils et en évalue la conformité 

- (Dé)monte des outils (de découpe) dans/sur la machine ou installation et les ajuste 

- Range des outils (de découpe) de manière sûre 

- Remplace et entretient des outils (de découpe) 

- Entreprend de l’action en cas de circonstances imprévues ou de problèmes 

c Règle et modifie des machines (de travail du bois) (co 00261) 

- Consulte des consignes (techniques) et des fiches de produit 

-Règle la vitesse d’alimentation correcte et le régime 

-Règle les paramètres et coordonnées de manière manuelle ou (semi-)gérée par ordinateur 

- Appelle un programme CNC 

- Effectue des ajustements simples dans un programme CNC 

- (Dé)monte et règle des accessoires et des dispositifs de sécurité 

-Réalise une pièce d’essai 


c Contrôle les dispositifs de sécurité des machines (de travail du bois) (co 00262) 

- Consulte les consignes de sécurité et les respecte 

- Suit les informations, tant sur place que via des écrans 

- Procède à des contrôles de sécurité des machines (de travail du bois) 

- Remarque des divergences, des dérèglements ou la nécessité d’un entretien préventif de la machine (de travail 

du bois) 

- Évalue les risques de sécurité et prend des mesures appropriées 

- Signale des problèmes au responsable 

- Arrête les activités si nécessaire 

c Travaille des parties avec des machines (de travail du bois) (co 00263) 

- Respecte les consignes (techniques) et les fiches de production 

-Détermine les machines à utiliser 

- Contrôle la sécurité avant le démarrage 

-Démarre, arrête et manie les machines pour travailler du bois 

- Rabote jusqu’à obtenir des surfaces lisses 

- Applique des marques sur les pièces de travail (marques d’assemblage, ...) 

- Apporte les profilages (courbés) 

-Réalise des raccordements 

- Ponce des pièces de travail jusqu’au degré de finition souhaité 

- Utilise, le cas échéant, des moules 


- Utilise des machines (de travail du bois) (NC) 

- Utilise des centres (C)NC de transformation 

- Contrôle la qualité et le mesurage 



c Assemble des parties (coller, joindre, tendre, clouer, river, visser, assembler de manière démontable, ...) (co 00264) 

- Lit et comprend des croquis (de travail) et des plans et déduit quelles parties (démontables) peuvent être 

assemblées 

-Détermine si certains traitements de la surface doivent précéder l’assemblage 

- Colle des parties de raccordement 

- Joint les parties selon un ordre de travail logique 

- Applique des techniques de tension manuelles et mécaniques 

- Utilise des sertisseuses 

- Applique des techniques de raccordement mécaniques (clouer, river, visser, ...) 

- Enlève des restes de colle 

- Contrôle la qualité, la perpendicularité et le mesurage 

- Empile et marque pour la prochaine phase de production


83291 

- Utilise des outils à main électriques et pneumatiques 


- Utilise des outils de tension 

c Effectue un entretien préventif de base des machines (de travail du bois) (co 00265) 

- Remarque la nécessité d’un entretien technique 

- Place les machines (de travail du bois) en mode sécurité pour l’exécution de l’entretien 

- Respecte le plan et les consignes d’entretien 

- Exécute des travaux d’entretien simples 

- Fait rapport de problèmes au technicien ou au responsable 

- Enregistre l’entretien de base 

c Transporte des matières premières, des parties de construction et des matériaux (interne, sur le chantier, ...) 

(co 00266) 

- Respecte les procédures et consignes 

-Déplace de manière sûre et ergonomiquement justifiée 


- Emballe et protège pour le transport (humidité, température, lumière, ...) 

- Charge, décharge des moyens de transport (internes) conformément aux consignes (poids maximal, nombre, ...) 

- Fixe et protège contre des risques du transport (l’arrimage de charges, ...) 

- Transporte sur le chantier ou sur le lieu de destination 

- Utilise les moyens de transport (internes) pour lesquels il est certifié 

- Applique des techniques de levage et de soulèvement 

- Organise le stockage intérimaire sur le chantier, compte tenu des circonstances sur le chantier 


ACTIVITES SPECIFIQUES 

c Appose un recouvrement/des chants sur les panneaux (placage, hpl, mélamine, ...) (co 00267) 


- Contrôle la qualité du matériel de recouvrement 

- Colle le revêtement sur les panneaux 

- Appose des bandes de chant sur les panneaux 


- Utilise des encolleuses de chants 

- Utilise des presses haute fréquence 

c Traite les surfaces d’éléments d’intérieur (poncer, protéger, finir, ...) (co 00268) 


- Prépare les produits de protection et/ou de finition 

- Prépare les fonds divers (poncer, dégraisser, ...) 

- Applique des couches de fond, couches intermédiaires et couches de finition manuellement et/ou 

machinalement 

- Contrôle visuellement la qualité des surfaces traitées 

- Effectue de petites réparations et retouches 

- Appose du codage interne (étiquettes, labels, ...) 

- Protège les pièces de travail finies et les stocke 

- Utilise des ponceuses vibrantes/machines de brossage 

- Utilise des outils et des appareils de finition 

c Fait le montage et met au point les chants des éléments d’intérieur (ferrures, tiroirs, ...) (co 00269) 



- Prévoit des entailles pour chants, mécanismes de verrouillage et coulissants 

- Fait l’assemblage des chants, mécanismes de verrouillage et coulissants 

- Fixe les chants, mécanismes de verrouillage et coulissants 

- Met au point les chants, mécanismes de verrouillage et coulissants 


c Constate la situation sur le chantier en fonction des propres travaux et prépare l’installation (co 00270) 

- Prend connaissance du propre ordre de travail 


- Contrôle la livraison (nombre, complétude, exactitude, ...) en fonction des propres travaux 

-Récapitule le planning 

- Évalue le chantier/gros œuvre, contrôle les sols, murs, ... en fonction des propres travaux 

-S’assure des conditions d’environnement physiques et hygrothermiques et de l’aptitude du bâtiment pour 

placer des parties 

- Trace et contrôle les équipements d’utilité publique, ... 


- Signale de grandes adaptations des équipements d’utilité publique et/ou de l’environnement au 

supérieur/responsable 

-Détermine un ordre de travail optimal 

- Enlève des éléments détachés et fixés


- Apporte de la signalisation 

c Pose des éléments d’intérieur (co 00271) 


- Exécute de petits ajustements à l’environnement (équipements d’utilité publique, ouvertures, évacuation de 

vapeur, ...) 

- Joint des élements d’intérieur au gros oeuvre et à d’autres éléments d’intérieur 

- Confectionne des pièces obturatrices entre les éléments d’intérieur et le gros oeuvre 

- Prévoit des entailles pour les parties à intégrer (évier, prises de courant, grilles d’aération, luminaires, ...) 

- Prévient des ponts thermiques et des fuites dans l’écran d’étanchéité àl’air et le pare-vapeur 



- Utilise des outils de contrôle et de mesure 

- Signale des problèmes au supérieur/responsable 

- Utilise des appareils de levage 

c Fait la finition des agencements d’intérieur (co 00272) 

- Intègre d’autres matériaux dans l’intérieur (verre, appareils électriques, sanitaires, ...) 

- Fixe les chants, mécanismes de verrouillage et coulissants 

- Mastique, le cas échéant 

- Contrôle la qualité du travail exécuté 

- Signale des problèmes/divergences au supérieur/responsable 

2.2 Description des compétences/activités à l’aide des éléments de descripteur 

2.2.1 Connaissance 

- Connaissance de base de sanitaire 

- Connaissance de base de travaux d’électricité résidentiels (outils, matériaux, outils de mesurage, risques, 

mesures de sécurité) 

- Connaissance de base des principes PEB généraux (la réglementation concernant la réalisation de bâtiments peu 

énergivores et confortables ) 

- Connaissance de base en mécanique ( en fonction du type des chants) 

- Connaissance de base de techniques de stockage et d’empilage 

- Connaissance de base de produits de protection, d’entretien et de finition pour éléments d’intérieur 

- Connaissance de base de systèmes et de consignes de respect de l’environnement en fonction des propres 

travaux 

- Connaissance de base de commande CNC (computerised numeric control ) 

- Connaissance de prescriptions relatives aux déchets et produits dangereux 

- Connaissance de consignes de sécurité, de santé, d’hygiène et de bien-être 

- Connaissance du processus de production de la construction d’éléments d’intérieur 

- Connaissance de sources d’information 

- Connaissance de la terminologie professionnelle 

- Connaissance de documents de travail, de croquis et de plans 

- Connaissance de bois et de panneaux 

- Connaissance de matériaux et d’outils 

- Connaissance de chants, de mécanismes de verrouillage et coulissants pour éléments d’intérieur 

- Connaissance du système 32 mm (standard général au sein de la construction de meubles et d’intérieur ) 

- Connaissance d’outils à main électriques et pneumatiques 

- Connaissance de consignes techniques et de recommandations en fonction des propres travaux 

- Connaissance d’équipements périphériques 

- Connaissance de méthodes d’amortissement 

- Connaissance d’outils tranchants 

- Connaissance de machines (de travail du bois) (CNC : computerised numeric control) 

- Connaissance de technologie et de techniques d’usinage 

- Connaissance de techniques de traitement 

- Connaissance de techniques de construction et de raccordement pour la construction d’éléments d’intérieur 

- Connaissance de systèmes de tension 

- Connaissance des types de colle 

- Connaissance de techniques de montage 

- Connaissance de techniques de finition pour éléments d’intérieur 

- Connaissance de moyens de transport (internes) 

- Connaissance de techniques d’emballage 

- Connaissance de techniques de chargement et d’arrimage 

- Connaissance de moyens de fixation pour éléments d’intérieur 

- Connaissance de méthodes de pose pour éléments d’intérieur 

- Connaissance des méthodes et moyens de contrôle et de mesure 

- Connaissance de la mathématique élémentaire 

- Connaissance de normes de qualité, de valeurs et de tolérances 

- Connaissance d’équipements de protection individuelle et collective 

- Connaissance de pictogrammes (de sécurité)


83293 

- Connaissance de techniques ergonomiques de levage et de soulèvement 

- Connaissance d’étiquetage et d’identification de produits 

2.2.2 Aptitudes 

Aptitudes cognitives 

- Pouvoir lire et interpréter des documents de travail, des croquis et des plans et traduire ces données en fonction 

des propres travaux 

- Pouvoir faire rapport oralement et/ou par écrit au supérieur et communiquer efficacement avec des collègues 

et des tiers 

- Pouvoir identifier différents types de bois et de panneaux 

- Pouvoir contrôler et exécuter l’ordre de travail selon le planning, les épures et plans, les consignes et les fiches 

de produit 

- Pouvoir consulter des sources techniques et pouvoir déduire des données (de production) entre autres d’épures 

et de plans 

- Pouvoir calculer les régimes 

- Pouvoir calculer des dimensions pour le traitement de bois et de panneaux 

- Pouvoir identifier (visuellement) des divergences et des défauts aux matières premières et aux produits finaux 

- Pouvoir tenir des données sur la consommation de matériaux et le déroulement de la production 

- Pouvoir régler des machines (de travail du bois) de manière manuelle ou par ordinateur 

- Pouvoir démarrer, manier et arrêter les machines (de travail du bois) afin de réaliser une production aussi 

efficace que possible 

- Pouvoir exécuter des contrôles de sécurité 

- Pouvoir respecter des consignes de sécurité, de santé, d’hygiène et de bien-être 

- Pouvoir exécuter un entretien préventif de base 

- Pouvoir contrôler la situation sur le chantier en fonction des propres travaux 

- Pouvoir exécuter de petits ajustements à l’environnement (équipements d’utilité publique, ouvertures, ...) 

- Pouvoir appliquer des contrôles de qualité au moyen des instruments appropriés 

Aptitudes à la résolution de problèmes 

- Pouvoir réagir de manière appropriée aux problèmes constatés en ce qui concerne la qualité, la sécurité, 

l’environnement, le processus et la technique, en tenant compte des prescriptions/procédures 

- Pouvoir ajuster l’ordre de travail en cas de circonstances imprévues 

- Pouvoir résoudre des problèmes simples au niveau de l’environnement ou du produit lors de la pose 

- Pouvoir ajuster des machines (de travail du bois) en cas de divergences aux pièces de travail traitées 

- Pouvoir adapter le propre planning à des circonstances changeantes 

- Pouvoir ajuster ses propres travaux afin d’éviter des ponts thermiques et des fuites dans l’écran d’étanchéité à 

l’air et pare-vapeur 

- Pouvoir prendre des mesures appropriées de manière proactive en cas de risques de sécurité, compte tenu des 

consignes/procédures 

Aptitudes motrices 

- Pouvoir travailler sur des hauteurs 

- Pouvoir manier des outils à main électriques et pneumatiques 

- Pouvoir manier des outils à main 

- Pouvoir régler et modifier des machines (de travail du bois) 

- Pouvoir manier les machines (de travail du bois) 

- Pouvoir apporter des colles, chants selon les consignes du fabricant 

- Pouvoir utiliser des appareils pour le transport de marchandises 

- Pouvoir utiliser des appareils de mesure et de contrôle 

- Pouvoir appliquer les techniques ergonomiques appropriées de levage et de soulèvement 

- Pouvoir placer et finir des éléments d’intérieur selon l’ordre de travail 

2.2.3 Contexte 

Contexte d’environnement 

- Cette profession est exercée dans l’atelier et/ou sur des chantiers (construction neuve), dans des bâtiments 

habités ou utilisés (rénovation) dans des entreprises et requiert la mobilité et sens des contacts nécessaires. 

- Cette profession s’exerce généralement au sein d’une équipe, le plus souvent dans une entreprise où la flexibilité 

nécessaire est importante pour s’adapter aux modifications du planning, à l’environnement, aux matières 

premières et aux machines. 

- Les ordres de travail sont souvent strictement délimités dans le temps et requièrent dans de nombreux cas des 

délais impératifs, ce qui nécessite une orientation sur le résultat, une résistance au stress et de la persévérance. 

- Le secteur du bois et de la construction connaît de nombreuses réglementations, normes, recommandations et 

fiches d’information techniques en matière de qualité, de sécurité, de santé, d’hygiène, de bien-être, 

d’environnement et de construction durable. 

Le gaspillage et le volume croissant des déchets obligent à une utilisation économique et écologique et à la 

réutilisation de matières premières et de matériaux. 

- Dans le cadre de cette profession, des outils électriques et pneumatiques sont utilisés. Cela peut impliquer des 

risques de coupures, de blocage de la machine, de recul de la pièce de travail et/ou de la machine, de se heurter 

à des objets, de danger d’électrocution, ... 

- Des nuisances sonores et de la poussière (de bois) peuvent apparaître lors de l’utilisation des machines 

- La situation sur le lieu de travail peut impliquer le port de charges et des travaux dans des positions et 

conditions difficiles.


- Suivre les développements (technologiques) dans le secteur nécessite une soif d’apprendre et la participation à 

des formations (obligatoires). 

Contexte d’opération 

- Se soucier de la qualité et de la satisfaction du client en travaillant avec soin, dévouement et un sens de 

l’esthétique 

- Échanger des informations de manière constructive et conviviale avec des clients, des collègues et des tiers 

- Gérer attentivement des situations dangereuses, respecter la signalisation de sécurité sur le lieu de 

travail/chantier et utiliser et entretenir des EPI et EPC avec soin. 

-Gérer avec prudence des matières premières et des produits, compte tenu des consignes de sécurité 

- Utiliser des machines (de travail du bois), des outils et des matériels avec soin et précision. 


- Est indépendant(e) en ce qui concerne : 

-l’exécution des plans et la préparation des propres travaux 

- la mesure, l’établissement d’un état du bois, d’un métré et d’un état du matériel, l’établissement d’un plan 

de scie et la détermination de l’ordre de travail 

-réaliser des travaux, préparer, traiter, assembler, monter, finir, poser et contrôler 

- le changement et, le cas échéant, l’adaptation de ce qui relève de l’ordre et de la compétence 

- Est lié(e) par : 

- un ordre de travail et un planning qui lui ont été communiqués 

- des consignes de sécurité et d’environnement, des consignes techniques, des fiches de produit, des épures et 

des plans 

- Fait appel : 

- au supérieur pour l’ordre de travail, les données (de production), le planning, la notification de 

problèmes/dérèglements et des instructions complémentaires 

- au technicien (d’entretien) et/ou à des tiers en cas de dérèglements, d’interventions techniques et/ou 

d’entretien du parc de machines 

2.2.5 Responsabilité 

- Fonctionner efficacement au sein d’une entreprise 

- Exécuter les travaux dans le souci de l’environnement, de manière qualitative et sûre 

- Organiser le lieu de travail de manière sûre et ordonnée 

- Exécuter des travaux en hauteur de manière sûre 

- Préparer et planifier les propres travaux pour la production 

- Contrôler le stock de matières premières et de matériaux en fonction de l’ordre de travail 

- Préparer les matières premières pour l’ordre de travail 

-Sélectionner et contrôler des outils (tranchants) et les monter sur les machines (de travail du bois) 

- Modifier et régler les machines (de travail du bois) 

- Contrôler les dispositifs de sécurité des machines (de travail du bois) 

- Travailler des parties avec des machines (de travail du bois) 

- Assembler des parties 

- Exécuter un entretien préventif de base des machines (de travail du bois) 

- Transporter des matières premières, des parties de construction et des matériaux 

- Appliquer du revêtement/ des chants sur les panneaux 

- Traiter des surfaces d’éléments d’intérieur 

- Monter et régler les chants d’éléments d’intérieur 

- Constater la situation sur le chantier en fonction des propres travaux et préparer la pose 

- Poser les éléments d’intérieur 

- Finir les aménagements d’intérieur 

2.3 Certificats requis 

Aucune attestation obligatoire, mais pour l’exécution de certains travaux et/ou certaines tâches à risques, certaines 

attestations et/ou certificats sont requis, comme le certificat VCA, l’attestation pour des travaux sûrs en hauteur, ... 

Vu pour être annexé àl’arrêté du Gouvernement flamand du 13 septembre 2013 portant reconnaisance de la 

qualification professionnelle de « interieurbouwer » (constructeur d’intérieur). 



K. PEETERS 


P. SMET 


Ph. MUYTERS


83295 


13 SEPTEMBER 2013. — Besluit van de Vlaamse Regering 

tot erkenning van de beroepskwalificatie teler van tafeldruiven - serrist 

[C − 2013/36000] 

De Vlaamse Regering, 

Gelet op het decreet van 30 april 2009 betreffende de kwalificatiestructuur, artikel 12, vervangen bij het decreet van 

1 juli 2011; 

Gelet op het erkenningsadvies van het Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming, gegeven op 

15 juli 2013; 

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 2 september 2013; 

Op voorstel van de Vlaamse minister van Onderwijs, Jeugd, Gelijke Kansen en Brussel en de Vlaamse minister van 

Financiën, Begroting, Werk, Ruimtelijke Ordening en Sport; 


Besluit : 

Artikel 1. De beroepskwalificatie van Teler van tafeldruiven - serrist, ingeschaald op niveau 5 van de Vlaamse 

kwalificatiestructuur, wordt erkend. De beschrijving, opgenomen in bijlage, die bij dit besluit is gevoegd, omvat de 

definitie en de bijbehorende competenties. 

Art. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor het onderwijs, en de Vlaamse minister bevoegd voor het 

tewerkstellingsbeleid zijn, ieder wat hem of haar betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. 



K. PEETERS 


P. SMET 


Ph. MUYTERS 

Bijlage. Beschrijving van de beroepskwalificatie van teler van tafeldruiven-serrist (m/v) (BK0050) 

als vermeld in artikel 1. 

1. GLOBAAL 

a. Titel 

Teler van tafeldruiven-serrist (m/v) 

b. Definitie 

Het telen van tafeldruiven volgens de geldende regels van voedselveiligheid en hygiëne, teneinde mooie 

kwaliteitsvolle druiventrossen aan de eindgebruiker te kunnen aanbieden en commercialiseren. 

c. Niveau 

5 

d. Jaartal 

2013 

2. COMPETENTIES 

2.1 Opsomming competenties 

BASISACTIVITEITEN 

Á Bereidt het materiaal voor (Id 12496) 

- Controleert en past het materiaal aan voor gebruik 

- Houdt zich aan de planning 

- Houdt zich aan de gezondheids- en veiligheidsvoorschriften 

Á Bepaalt de plaats voor de opbouw van de serre(s) (Toevoeging door arbeidsmarktactoren) (co 00357) 

- Controleert de planning 

- Bepaalt de oriëntatie en de ligging van de serre(s) (inval zonlicht,...) 


Á Stelt de opdracht en de plaats van de aanplant vast op basis van de planning (Id 12496) 

- Controleert de planning 

- Voorziet (gecertificeerd) plantmateriaal 

- Voorziet materieel voor de uitvoering van de opdracht 

- Bepaalt de plaats van de aanplant van de druivelaars 


- Volgt de conditie van de bodem op (visueel, staalname,...) 

Á Plant de druivelaars (rooien, enten, opbinden,...) na voorbereiding van de gronden (Id 7548) 

- Gebruikt landbouwmachines 

- Volgt de conditie van de bodem op (visueel, staalname,...) 

- Houdt zich aan de voorschriften voor het planten van de gewassen (positie, diepte, tijdstip, weersomstandigheden,...) 

- Voorziet gecertificeerd plantmateriaal in geval van beschermde oorsprongsbenaming (BOB) 

- Selecteert en installeert steunmateriaal 

- Bevestigt struiken aan steunmateriaal 

- Leidt de ranken van de druivelaar op als een kandelaar met twee of drie gesteltakken


Á Plaatst serremateriaal en de irrigatie-uitrustingen (Id 14471) 

- Voorziet de grondstoffen en materiaal voor de uitvoering van de opdracht (leidingen,...) 

- Controleer en past het materieel aan voor het gebruik 

- Spant steundraden voor bevestiging van de jonge scheuten 

Á Onderhoudt en verzorgt de vruchten op de druivelaar door te snoeien en overtollige ranken en bladeren weg te 

snijden (Id 7706/26171) 

- Gebruikt snoeigereedschappen (snoeischaar, kettingzaag) 

- Snoeit de takken op 2 ogen 

- Pluist of knipt de concurrerende ranken weg 

- Ontdubbelt de nieuwe scheuten 

- Verwijdert de slaapogen 

Á Ontdubbelt de nieuwe scheuten (Toevoeging door arbeidsmarktactoren) (co 00358) 

- Laat één scheut staan per spoor 

- Kiest hiervoor de best geplaatste scheut met het mooiste fruit uit 

- Leidt de tak verder 

Á Bindt de nieuwe scheuten aan (Toevoeging door arbeidsmarktactoren) (co 00359) 

- Controleert en past het materiaal aan voor gebruik 

- Bindt de scheuten van 60 à 80 cm lengte aan op steunmateriaal 

- Haalt alle okselscheuten weg om mooi fruit te bekomen 

- Haalt de top van de scheut weg 

Á Verwarmt de serres (Toevoeging door arbeidsmarktactor) (co 00360) 

- Verwarmt de serres afzonderlijk om de oogst te spreiden 

- Maakt een planning op voor de volgorde van verwarming van de serres 


- Bewaakt de temperatuur van minimum 18 °C 

- Stelt de temperatuur bij waar nodig 

Á Korrelt de trossen uit (Toevoeging door arbeidsmarktactoren) (co 00361) 

- Verwijdert de overtollige, kleine en middelmatige blijvende druiven 

- Verwijdert de verdroogde bloemetjes met perslucht 

- Gebruikt aangepaste scharen 

- Controleert en past het materieel aan voor gebruik 

- Brengt zo weinig mogelijk schade toe aan de tros 

- Laat de druiventrossen dikken 

Á Houdt toezicht op de ontwikkeling van de vruchten, dient voedingsstoffen aan de druivelaars toe en gebruikt 

fytosanitaire producten preventief (voornamelijk spuitzwavel) en in geval van afwijkingen (Id 17718) 

- Gebruikt gewasbeschermingsmiddelen volgens de voorschriften 

- Past biologische gewasbeschermingstechnieken toe (vangplaten, feromoonvallen, natuurlijke vijanden,...) 

- Beschermt gewassen tegen het klimaat (folie aanbrengen, serre inwitten,...) 

- Stelt de aanwezigheid van ziektes en plagen vast 

- Herkent schimmels 

Á Stelt de aanwezigheid van schadelijke diersoorten vast (Id 14268) 

- Herkent ongedierte of sporen van ongedierte 

Á Stelt de aard en de omvang van beschadigingen vast (Id 14268) 

- Houdt een register bij volgens de richtlijnen 

- Reageert gepast 

Á Voert zintuigelijke controletests uit van de rijpheid van de vruchten (Id 20324) 

- Volgt het kleuringsproces op 

Herkent het moment waarop druiven voldoende geblankt zijn 

Á Weet wanneer vruchten geoogst kunnen worden (Id 17137) 

- Gebruikt een refractometer 

- Interpreteert metingen 

Á Oogst vruchten (Id 17137) 

- Gebruikt landbouwgereedschap 

- Stemt de oogstmethode en het materieel af op de druivenpluk 

- Herkent rijpe druiven 

- Brengt zo weinig mogelijk schade toe aan de oogst zelf 

Á Voert preventief of correctief basisonderhoud en ijking van machines of uitrustingen uit (Id 18027) 

- Controleert de werking van de machines of uitrustingen (irrigatiesysteem,...) 

- Merkt afwijkingen, storingen of de nood aan preventief onderhoud op 

- Houdt zich aan het onderhoudsplan en -richtlijnen 

- Stemt de techniek en het materieel af op de opdracht (reinigen, smeren, onderdelen vervangen,...) 

- Meldt problemen aan de technicus of verantwoordelijke 

Á Verpakt de druiven (Id 21215) 

- Maakt de producten visueel aantrekkelijk (bladeren verwijderen, kapotte vruchten verwijderen,...) 

- Sorteert de producten volgens de vraag van de klant en/of de afzetmarkt (kwaliteit, grootte, dikte, kleur,...) 

- Pakt de producten manueel in 

- Weegt de producten 

- Maakt de producten verkoopsklaar 

- Werkt voedselveilig en hygiënisch 

Á Bereidt bestellingen voor (Id 18787) 

- Maakt de producten klaar voor transport


83297 

- Voorziet de pakketten van een label 

- Past ergonomische hef- en tiltechnieken toe 

Á Commercialiseert de tafeldruiven (Id 18596/19964) 

- Gebruikt kantoorsoftware 

- Past commerciële technieken toe 

- Gaat de behoefte aan producten na volgens de afzet 

- Stelt producten volgens bepaalde thema’s en verkoopsdoelstellingen ten toon 

- Verkoopt de tafeldruiven 

- Benadrukt de kwaliteit van het eigen aanbod 

- Stelt vragen over de wens van de klant 

- Geeft informatie over het keuzeaanbod en de kenmerken van de producten 

- Informeert de klant over prijzen en verkrijgbaarheid van de producten 

- Neemt deel aan evenementen 

- Voert acties, reclamecampagnes,... 

- Maakt een selectie van klanten uit het klantenbestand, via internet, kranten,... 

- Contacteert mogelijke klanten rechtstreeks of via mailing 

- Volgt bestaande klanten op (klantentevredenheid, behoefte aan bijkomende dienstverlening,...) 

Á Coördineert de activiteiten van een team (Id 18000) 

- Verleent hulp en advies bij problemen 

- Stemt de planning af op de vaardigheden van de medewerkers 

- Stemt de planning af op de duur en volgorde van de opdrachten 

- Organiseert teamvergaderingen 

- Ziet toe op de uitvoering van de opdrachten 

- Ziet erop toe dat de veiligheids- en milieuvoorschriften worden gerespecteerd 

- Bespreekt de uitvoering van de opdrachten met de medewerkers 

- Luistert naar vragen, voorstellen of problemen van medewerkers 

- Grijpt in bij verkeerd werk of gedrag van de medewerkers 

2.2 Beschrijving van de competenties/activiteiten aan de hand van de descriptorelementen 

2.2.1 Kennis 

- Basiskennis van agronomie (landbouwkunde of agronomie is een breed multidisciplinair gebied dat 

natuurlijke, economische en sociale wetenschappen omvat die in de landbouw worden gebruikt) 

- Basiskennis van algemene mechanica 

- Basiskennis van marketing 

- Basiskennis van boekhoudkundig en administratief beheer 

- Basiskennis van de betrokken landbouwwetgeving 

- Kennis van hygiëne- en veiligheidsvoorschriften voor voedingsmiddelen – Hazard Analysis Critical Control 

Point (HACCP) 

- Kennis van cultiveringstechnieken 

- Kennis van druivenranken 

- Kennis van snoeitechnieken van druivenranken 

- Kennis van fytosanitaire producten (Planten, bloemen, groenten en fruit ) : hun werking op de plant en de 

neveneffecten op de natuur 

- Kennis van technieken voor het gebruik van fytosanitaire producten 

- Kennis van specifieke kenmerken van dieren plantparasieten 

- Kennis van kwaliteitsnormen 

- Kennis van druivenvariëteiten 

- Kennis van voorschriften van het BOB (Beschermde Oorsprongsbenaming) 

- Kennis van commerciële distributiecircuits 

- Kennis van technieken voor het leiden van een team 

- Kennis van ergonomische hef- en tiltechnieken 

2.2.2 Vaardigheden 

Cognitieve vaardigheden 

- Het kunnen bepalen van de plaats, de oriëntatie en de opbouw van de serre(s) 

- Het kunnen selecteren van serremateriaal 

- Het kunnen gebruiken van gewasbeschermingsmiddelen 

- Het kunnen opmaken en controleren van de planning 

- Het kunnen opvolgen van de planning 

- Het kunnen opmaken en opvolgen van een planning voor de verwarming van de serres en de spreiding van 

de oogst 

- Het kunnen bewaken van de temperatuur in de serres 

- Het kunnen toepassen van gezondheids- en veiligheids- en hygiënerichtlijnen 

- Het kunnen voorzien in geschikt materieel en plantmaterieel voor de uitvoering van de opdracht 

- Het kunnen voorzien van gecertificeerd plantmateriaal in geval van Beschermde Oorsprongsbenaming 

- Het kunnen opvolgen van de conditie van de bodem visueel en via staalnames 

- Het kunnen toepassen van de voorschriften voor het planten van de gewassen 

- Het kunnen gebruiken van bodemherbiciden volgens de voorschriften 

- Het kunnen opmerken van afwijkingen, storingen of nood aan preventief onderhoud bij machines en 

uitrustingen 

- Het kunnen afstemmen van techniek en materieel op de opdracht 

- Het kunnen kiezen van de druivensoorten (Leopold III, Canon Hall, Baidor,...)


- Het kunnen uitvoeren en interpreteren van metingen met de refractometer (toestel waarmee men het 

suikergehalte (percentage) kan bepalen. 

- Het kunnen promoten van producten 

- Het kunnen contacteren en informeren van klanten (prijs, druivensoort,...) 

- Het kunnen gebruiken van software 

- Het kunnen contacteren van (potentiële) klanten 

- Het kunnen plannen van de werkzaamheden van het team 

- Het kunnen ingrijpen bij verkeerde handelingen of gedrag van medewerkers 

- Het kunnen voedselveilig- en hygiënisch werken 

Probleemoplossende vaardigheden 

- Het kunnen bepalen van het geschikte druivenras 

- Het kunnen bepalen van de planning voor verwarming, in functie van de oogst 

- Het kunnen ingrijpen bij wisselende weersomstandigheden 

- Het kunnen vaststellen wanneer er moet bemest worden 

- Het kunnen vaststellen wanneer er moet gesproeid worden tegen schadelijke insecten 

- Het kunnen bepalen van de weg te snoeien delen van de druivenrank 

- Het kunnen bepalen van het geschikte oogstmoment 

Motorische vaardigheden 

- Het kunnen bouwen van serres 

- Het kunnen gebruiken van landbouwmachines 

- Het kunnen afstemmen van techniek en materieel op de opdracht (nivelleren, ploegen, bemesten, snoeien,...) 

- Het kunnen verwarmen van de serres 

- Het kunnen installeren van steunmateriaal voor de druivenranken 

- Het kunnen planten, rooien en opbinden van druivelaars 

- Het kunnen weghalen van de toppen van de scheuten 

- Het kunnen weghalen van de okselscheuten 

- Het kunnen opleiden van de ranken in de vorm van een kandelaar 

- Het kunnen ontdubbelen van de nieuwe scheuten 

- Het kunnen verwijderen van slaapogen 

- Het kunnen uitkorrelen van de trossen 

- Het kunnen verwijderen van de verdroogde bloemetjes met perslucht 

- Het kunnen gebruiken van snoeigereedschappen 

- Het kunnen snoeien op 2 ogen van takken en knippen van concurrerende takken 

- Het kunnen beschermen van de gewassen tegen het klimaat (folie aanbrengen, serre inwitten,...) 

- Het kunnen hanteren van een refractometer 

- Het kunnen oogsten van de druiven 

- Het kunnen controleren van de werking van de machines en uitrustingen (irrigatiesystemen,....) 

- Het kunnen toepassen van hef- en tiltechnieken 

2.2.3 Context 

Omgevingscontext 

- Het beroep wordt uitgeoefend in bedrijven die tafeldruiven telen 

- Het beroep wordt uitgeoefend in serres: het werk vindt plaats in vochtige warme omstandigheden, afgewisseld 

met zeer koude temperaturen in de winter (bij niet verwarmde serres) 

- De beroepsbeoefenaar is afhankelijk van klimatologische factoren: zij oefenen hun invloed uit op het welslagen 

van de oogst en de kwaliteit van het eindproduct (zon, warmte, vorst,...). De teler van tafeldruiven-serrist moet 

hierop flexibel kunnen inspelen. 

- De activiteit varieert naar gelang de grootte van het bedrijf. 

- Tijdens bepaalde periodes op het jaar wordt er gewerkt onder een zekere tijdsdruk , bijvoorbeeld het binnen 

halen van de oogst. De teler van tafeldruiven-serrist zal dan in die bepaalde perioden ook tijdens de weekends 

en op zon- en feestdagen moeten werken. Het beroep kent seizoenpieken. 

- Het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen (bv. sproeimasker) is aangewezen in deze omgeving 

- De teler van tafeldruiven-serrist moet omgaan met een verscheidenheid aan machines en gereedschap 

- Het op de markt brengen van het product kan verplaatsingen met zich mee brengen (markten, winkels,...). Het 

op de markt brengen van de druiven is echter wel seizoensgebonden. 

- Het werk kan het hanteren van lasten en langdurig rechtstaan met zich meebrengen. 

Handelingscontext 

- Het beroep kan uitgeoefend worden in teamverband 

- De beroepsuitoefening gebeurt in zeer hoge mate manueel 

- De teler van tafeldruiven-serrist moet permanent aandacht hebben voor het naleven van een waaier aan 

reglementeringen inzake kwaliteit, veiligheid, milieu, welzijn, gewasbeschermingsmiddelen, meststoffen en 

BOB indien van toepassing 

- De teler van tafeldruiven-serrist heeft aandacht voor het correct hanteren van gewasbeschermingsmiddelen en 

meststoffen 

- Het permanent naleven van voedsel- en hygiëne voorschriften is cruciaal 

- De teler van tafeldruiven-serrist is afhankelijk van de kwaliteit en de hoeveelheid van de oogst. Deze bepalen 

een flexibele markt. De beroepsbeoefenaar moet hier kunnen op inspelen 

- Hij moet ook aandacht hebben voor het opvolgen van de concurrentie 

- De teler van tafeldruiven-serrist moet zijn verkoopaanbod afstellen op de wensen van de klant en moet 

contactvaardig zijn 

- De teler van tafeldruiven-serrist komt in contact met klanten en leveranciers 

- De opvolging van de groei en ontwikkeling van de tafeldruiven vereist bijzondere aandacht en concentratie in 

het belang van de kwaliteit van het eindproduct 

- Voorzichtige omgang met de tafeldruiven is noodzakelijk


83299 

- Het vraagt een permanente opvolging van alle gegevens met betrekking tot het product 

- Het vraagt permanente opvolging van het register met betrekking tot de gewasbeschermingsmiddelen 

- De beroepsbeoefenaar moet efficiënt kunnen handelen in kritische situaties en bij productafwijkingen 

- De teler van de tafeldruiven-serrist is zich bewust van de impact van zijn handelingen op de kwaliteit van het 

eindproduct 

- Hij moet in alle omstandigheden kwaliteitsvol en klantgericht handelen 

- De teler van tafeldruiven-serrist werkt in een omgeving waar meerdere zaken moeten opgevolgd en op elkaar 

afgestemd worden: verwarmen, bemesten, snoeien, oogsten, verpakken, marketing en opvolgen van 

personeel,.... 


- De teler van de tafeldruiven-serrist is zelfstandig in het managen van serres met betrekking tot opbouw en 

verwarming, het opvolgen van het groeiproces van de druiven, het op de markt brengen van het product en 

het plannen van de activiteiten van het team 

- De teler van de tafeldruiven-serrist is gebonden aan regelgeving in verband met gewasbeschermingsmiddelen, 

meststoffen, sproeistoffen, gecertificeerd plantmaterieel voor BOB, HACCP-normen, economische zaken (o.m. 

oorsprongsbenaming), ruimtelijke ordening, milieu 

- De teler van de tafeldruiven-serrist doet beroep op seizoenarbeiders voor het uitkorrelen van de druiven 

2.2.5 Verantwoordelijkheid 

- Een uitgewerkte planning voor de werkzaamheden 

- Een uitgewerkte planning voor de verwarming van de serres en de fases van de oogst 

- Opbouw en oriëntatie van de serres 

- Aangebracht serremateriaal en irrigatie-uitrustingen 

- Optimale conditie van de gronden 

- Staalnames van de conditie van de bodem 

- Gecertificeerd plantmateriaal in geval van BOB 

- Vereiste omgevingstemperatuur in de serres 

- Correcte aanplanting en snoeien van druivenranken 

- Opgeleide scheuten 

- Ontdubbelde nieuwe scheuten 

- Verwijderde slaapogen 

- Uitgekorrelde druiventrossen 

- Gedikte druiventrossen 

- Opgevolgd kleuringsproces 

- Opgevolgde ontwikkeling van druiven en oogst 

- Tijdig toegevoegde voedingsstoffen 

- Vernietiging van schadelijke diersoorten 

- Gepaste reacties bij vaststelling van ziektes en schimmels 

- Correct gebruik van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen 

- Opgevolgde kwaliteit van druiven 

- Gecontroleerde en eventueel bijgestuurde omgevingstemperatuur 

- Onderhouden machines en uitrustingen 

- Toegepaste gezondheids- en veiligheidsrichtlijnen 

- Hygiënisch gereinigd materieel en ruimtes 

- Promotie van producten 

- Goed geïnformeerde klanten 

- Opgevolgde en verrekende bestellingen 

2.3 Vereiste attesten 

- Een medisch attest om te mogen werken in de voedingssector indien de teler van tafeldruiven-serrist verkoopt 

op markten 

- Een FYTO-licentie (Type 2): systeem van certificaten voor het professioneel gebruiken, distribueren en het 

geven van voorlichting met betrekking tot gewasbeschermingsmiddelen volgens de EU-richtlijn. In het totaal 

zullen er 5 verschillende types van FYTO-licenties bestaan. Ze zullen vanaf 31 augustus 2015 verplicht zijn. 

- Indien uitbating: Alle wettelijk bepaalde vergunningen met betrekking tot de uitbating van een tuinbouwbedrijf 

Gezien om gevoegd te worden bij het besluit van de Vlaamse Regering van 13 september 2013 tot erkenning van 

de beroepskwalificatie teler van tafeldruiven-serrist. 



K. PEETERS 


P. SMET 


Ph. MUYTERS


TRADUCTION 


[C − 2013/36000] 

13 SEPTEMBRE 2013. — Arrêté du Gouvernement flamand 

portant agrément de la qualification professionnelle de cultivateur de raisins de table-serriste 

Le Gouvernement flamand, 

Vu le décret du 30 avril 2009 relatif à la structure des certifications, notamment l’article 12, remplacé par le décret 

du 1 er juillet 2011; 

Vu l’avis de reconnaissance de l’« Agentschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming » (Agence pour la 

Gestion de la Qualité dans l’Enseignement et la Formation), rendu le 15 juillet 2013; 

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, rendu le 2 septembre 2013; 

Sur la proposition du Ministre flamand de l’Enseignement, de la Jeunesse, de l’Egalité des Chances et des Affaires 

bruxelloises et du Ministre flamand des Finances, du Budget, de l’Emploi, de l’Aménagement du Territoire et des 

Sports; 


Arrête : 

Article 1 er . La qualification professionnelle de cultivateur de raisins de table-serriste, insérée au niveau 5 de la 

structure flamande des certifications, est agréée. La description jointe en annexe au présent arrêté comprend la 

définition et les compétences y afférentes. 

Art. 2. Le Ministre flamand ayant l’enseignement dans ses attributions et le Ministre flamand ayant la politique 

de l’emploi dans ses attributions sont chargés, chacun en ce qui le concerne, de l’exécution du présent arrêté. 



K. PEETERS 


P. SMET 


Ph. MUYTERS 

Annexe. Description de la qualification professionnelle de cultivateur de raisins de table-serriste (m/f) (BK0050) 

telle que visée à l’article 1 er . 

1. GLOBALEMENT 

a. Titre 

Cultivateur de raisins de table-serriste (m/f) 

b. Définition 

La culture de raisins de table conformément aux règles de sécurité alimentaire et d’hygiène en vue d’offrir à 

l’utilisateur final de belles grappes de raisin de qualité et de les commercialiser. 

c. Niveau 

5 

d. Année 

2013 

2. COMPETENCES 

2.1 Enumération des compétences 

ACTIVITES DE BASE 

Á Prépare le matériel (Id 12496) 

- Contrôle et adapte le matériel avant de l’utiliser 

- Respecte le planning 

- Respecte les prescriptions en matière de santé et de sécurité 

Á Détermine l’endroit pour la construction de la ou des serres (Addition par des acteurs du marché du travail) (co 

00357) 

- Contrôle le planning 

-Détermine l’orientation et la localisation de la ou des serres (par rapport au rayonnement solaire,... ) 


Á Détermine l’ordre et l’endroit de la plantation sur la base du planning (Id 12496) 

- Contrôle le planning 

- Prévoit des matériels de plantes (certifiés) 

- Pourvoit du matériel pour l’exécution de l’ordre 

-Détermine l’endroit de la plantation des vignes 


- Contrôle la condition du sol (visuellement, échantillonnage,... ) 

Á Plante les vignes (arracher, greffer, attacher,...) après avoir préparé les terrains (Id 7548) 

- Utilise des machines agricoles 

- Contrôle la condition du sol (visuellement, échantillonnage,... ) 

- Respecte les prescriptions en matière de plantation des cultures (position, profondeur, timing, conditions 

météorologiques,...) 

- Pourvoit du matériel de plantes certifié en cas d’appellation d’origine protégée (AOP) 

-Sélectionne et installe du matériel de soutien


83301 

- Attache les vignes au matériel de soutien 

- Conduit les vignes en forme de chandelier à deux ou trois branches maîtresses 

Á Place l’équipement de serre et d’irrigation (Id 14471) 

- Pourvoit les matières premières et le matériel pour l’exécution de la tâche (conduites,...) 


- Installe des fils d’appui pour attacher les jeunes pousses 

Á Maintient et soigne les fruits de la vigne en taillant et en coupant les sarments et feuilles excédentaires 

(Id 7706/26171) 

- Utilise des matériels de taille (sécateur, scie à chaîne) 

- Taille les branches à 2 yeux 

- Ebourgeonne ou coupe les sarments concurrents 

-Déduplique les nouvelles pousses 

- Enlève les yeux dormants 

Á Déduplique les nouvelles pousses (Addition par des acteurs du marché du travail) (co 00358) 

- Laisse une pousse par éperon 

- Choisit à cet effet la pousse la mieux positionnée avec les plus beaux fruits 

- Dirige la branche 

Á Attache les nouvelles pousses (Addition par des acteurs du marché du travail) (co 00359) 


- Attache les pousses d’une longueur de 60 à 80 cm au matériel de soutien 

- Enlève tous les bourgeons axillaires afin d’obtenir de beaux fruits 

- Enlève la pointe de la pousse 

Á Réchauffe les serres (Addition par des acteurs du marché du travail) (co 00360) 

-Réchauffe les serres séparément afin d’étaler la vendange dans le temps 

- Etablit un planning pour l’ordre de l’échauffement des serres 


- Maintient une température minimale de 18°C 

-Règle au besoin la température 

Á Eclaircit les grappes (Addition par des acteurs du marché du travail) (co 00361) 

- Enlève les raisins excédentaires, petits et ceux restant médiocres 

- Enlève les fleurs séchées à l’aide d’air comprimé 

- Utilise des ciseaux adaptés 


-S’efforce de ne pas abîmer les grappes 

- Laisse les grappes s’épaissir 

Á Veille au développement des fruits, administre des substances nutritives aux vignes et utilise préventivement des 

produits phytosanitaires (principalement du soufre mouillable) et en cas de malformations (Id 17718) 

- Utilise des produits phytopharmaceutiques conformément aux prescriptions 

- Applique des techniques phytopharmaceutiques biologiques (panneaux englués, pièges à phéromones, 

ennemis naturels,...) 

- Protège les cultures contre le climat (appliquer du feuil, blanchir la serre,...) 

- Observe la présence de maladies et d’épidémies 

- Identifie des moisissures 

Á Observe la présence d’espèces animales nuisibles (Id 14268) 

- Identifie des animaux nuisibles ou des traces de vermine 

Á Détermine la nature et l’ampleur des dommages (Id 14268) 

- Tient un registre conformément aux directives 

-Réagit de manière appropriée 

Á Effectue des tests de contrôle sensoriel sur la maturité des fruits (Id 20324) 

- Observe le processus de coloration 

Reconnaît le moment où les raisins sont suffisamment blanchis 

Á Sait quand les fruits peuvent être récoltés (Id 17137) 

- Utilise un réfractomètre 

- Interprète des mesurages 

Á Récolte des fruits (Id 17137) 

- Utilise du matériel agricole 

- Adapte la méthode de récolte et le matériel à la vendange 

- Reconnaît des raisins mûrs 

-S’efforce de ne pas abîmer la vendange 

Á Effectue de manière préventive ou corrective l’entretien de base ou l’étalonnage de machines ou d’équipements 

(Id 18027) 

- Contrôle le fonctionnement des machines ou des équipements (système d’irrigation,...) 

- Remarque des déviations, des défaillances ou la nécessité d’un entretien préventif 

- Respecte le plan et les consignes d’entretien 

- Adapte la technique et le matériel à la mission (nettoyer, huiler, remplacer des pièces détachées,...) 

- Signale les problèmes au technicien ou au responsable 

Á Emballe les raisins (Id 21215) 

- Veille à ce que les produits soient visuellement attractifs (enlever les feuilles, les fruits abimés,...) 

- Trie les produits en fonction de la demande du client et/ou des débouchés (qualité, grosseur, largeur, 

couleur,...) 

- Emballe manuellement les produits


-Pèse les produits 

- Conditionne les produits pour la vente 

- Travaille dans le respect des prescriptions en matière de sécurité alimentaire et d’hygiène 

Á Prépare les commandes (Id 18787) 

- Prépare les produits pour le transport 

- Munit les paquets d’une étiquette 

- Applique des techniques ergonomiques de levage et de hissage. 

Á Commercialise les raisins de table (Id 18569/19964) 

- Utilise des logiciels bureautiques 

- Applique des techniques commerciales 

-Vérifie la demande de produits en fonction de la vente 

- Expose des produits selon certains thèmes et objectifs de vente 

- Vend les raisins de table 

- Met en valeur la qualité de la propre offre 

- Interroge le client quant à ces souhaits 

- Donne des informations sur l’offre et les caractéristiques des produits 

- Informe le client sur les prix et la disponibilité des produits 

- Participe à des événements 

-Mène des actions, des campagnes publicitaires,... 

- Procède à une sélection de clients dans la base de données des clients, par internet, journaux,... 

- Se met directement en contact avec des clients potentiels ou par e-mail 

- Suit les clients existants (satisfaction du client, besoin de services supplémentaires,...) 

Á Coordonne les activités d’une équipe (Id 18000) 

- Fournit de l’aide et des avis en cas de problèmes 

- Adapte le planning aux aptitudes des collaborateurs 

- Adapte le planning à la durée et l’ordre des commandes 

- Organise des réunions d’équipe 

- Veille sur l’exécution des commandes 

- Veille à ce que les consignes de sécurité et d’environnement soient respectées 

- Discute l’exécution des commandes avec les collaborateurs 

- Ecoute les questions, les propositions ou les problèmes des collaborateurs 

- Intervient en cas de travail ou comportement inadéquats des collaborateurs 

2.2 Description des compétences/activités à l’aide des éléments de descripteur 

2.2.1 Connaissances 

- Connaissances de base de l’agronomie (l’agronomie est un large domaine multidisciplinaire comprenant des 

sciences naturelles, économiques et sociales utilisées au sein de l’agriculture) 

- Connaissances de base de la mécanique générale 

- Connaissances de base du marketing 

- Connaissances de base de la gestion comptable et administrative 

- Connaissances de base de la législation agricole pertinente 

- Connaissances des prescriptions en matière d’hygiène et de sécurité des denrées alimentaires - Hazard 

Analysis Critical Control Point (HACCP) 

- Connaissances de techniques de culture 

- Connaissances des sarments 

- Connaissances de techniques de taille des sarments 

- Connaissances de produits phytosanitaires (Plantes, fleurs, légumes et fruits ) : leurs effets sur la plante et les 

effets secondaires sur la nature 

- Connaissances de techniques pour l’utilisation de produits phytosanitaires 

- Connaissances de caractéristiques spécifiques de parasites d’animaux et de plantes 

- Connaissances de normes de qualité 

- Connaissances de variétés de raisins 

- Connaissances de prescriptions d’appelation d’origine protégée (AOP) 

- Connaissances de circuits de distribution commerciaux 

- Connaissances de techniques pour la direction d’une équipe 

- Connaissances de techniques ergonomiques de levage et de hissage 

2.2.2 Aptitudes 

Aptitudes cognitives 

- Pouvoir déterminer l’endroit, l’orientation et la construction de la ou des serres 

- Pouvoir sélectionner l’équipement de serre 

- Pouvoir utiliser des produits phytopharmaceutiques 

- Pouvoir établir et contrôler le planning 

- Pouvoir suivre le planning 

- Pouvoir établir et suivre un planning pour l’échauffement des serres et l’étalement dans le temps de la récolte 

- Pouvoir surveiller la température dans les serres 

- Pouvoir appliquer des directives en matière de santé, de sécurité et d’hygiène 

- Etre capable de pourvoir à des matériels adéquats et à des matériels de plantation pour l’exécution de la 

commande 

- Etre capable de pourvoir à des matériels de plantation certifiés en cas d’appelation d’origine protégée 

- Pouvoir suivre la condition du sol visuellement et par le biais d’échantillonnages 

- Pouvoir appliquer les prescriptions de plantation des cultures 

- Pouvoir utiliser des herbicides pour le sol conformément aux prescriptions


83303 

- Pouvoir remarquer des déviations, des défaillances ou des besoins d’entretien préventif des machines et des 

équipements 

- Pouvoir choisir les techniques et les matériels en fonction de la commande 

- Pouvoir choisir les variétés de vigne (Léopold III, Canon Hall, Baidor,...) 

- Pouvoir effectuer et interpréter des mesurages à l’aide d’un réfractomètre (un appareil pour déterminer la 

teneur en sucre (pourcentage)) 

- Pouvoir promouvoir les produits 

- Pouvoir contacter et informer les clients (prix, variété de vigne,...) 

- Pouvoir utiliser des logiciels 

- Pouvoir contacter des clients (potentiels) 

- Pouvoir planifier les activités de l’équipe 

- Pouvoir intervenir en cas de manipulations ou de comportement inadéquats des collaborateurs 

- Pouvoir travailler dans le respect des prescriptions de sécurité alimentaire et d’hygiène 

Aptitudes à résoudre des problèmes 

- Pouvoir déterminer la variété de vigne adéquate 

- Pouvoir établir le planning d’échauffement en fonction de la récolte 

- Pouvoir intervenir en fonction des conditions météorologiques 

- Pouvoir déterminer le moment de la fertilisation 

- Pouvoir déterminer le moment de la pulvérisation contre les insectes nuisibles 

- Pouvoir déterminer les parties du sarment à tailler 

- Pouvoir déterminer le moment adéquat de la récolte 

Aptitudes motrices 

- Pouvoir construire des serres 

- Pouvoir utiliser des machines agricoles 

- Pouvoir choisir les techniques et les matériels en fonction de la commande (niveler, labourer, fertiliser, tailler,...) 

- Pouvoir réchauffer les serres 

- Pouvoir installer du matériel de soutien pour les sarments 

- Pouvoir planter, déraciner et attacher des vignes 

- Pouvoir enlever les pointes des pousses 

- Pouvoir enlever les bourgeons axillaires 

- Pouvoir conduire les sarments en forme de chandelier 

- Pouvoir dédupliquer les nouvelles pousses 

- Pouvoir enlever les yeux dormants 

- Pouvoir éclaircir les grappes 

- Pouvoir enlever les fleurs séchées à l’aide d’air comprimé 

- Pouvoir utiliser des matériels de taille 

- Pouvoir tailler les branches à deux yeux et couper les branches concurrentes 

- Pouvoir protéger les cultures contre le climat (appliquer une feuille adhésive, blanchir la serre,...) 

- Pouvoir utiliser un réfractomètre 

- Pouvoir récolter les raisins 

- Pouvoir contrôler le fonctionnement des machines et des équipements (systèmes d’irrigation,...) 

- Pouvoir appliquer des techniques de levage et de hissage 

2.2.3 Contexte 

Contexte d’environnement 

- La profession est exercée dans des entreprises cultivant les raisins de table 

- La profession est exercée dans des serres : le travail a lieu dans des circonstances humides et chaudes, alternant 

avec des températures très froides en hiver (en cas de serres non chauffées) 

- Le professionnel dépend de facteurs climatologiques : ceux-ci ont une influence sur la réussite de la récolte et 

la qualité du produit final (soleil, chaleur, gelée,...). Le cultivateur de raisins de table-serriste doit pouvoir 

anticiper ces facteurs de manière flexible. 

-L’activité varie en fonction de la taille de l’entreprise. 

- Durant certaines périodes de l’année, le travail doit être effectué dans des délais serrés, par exemple lorsque 

la vendange est rentrée. Durant ces périodes, le cultivateur de raisins de table-serriste devra également 

travailler les dimanches et jours fériés. La profession connaît des pics saisonniers. 

- Il est indiqué de porter dans cet environnement des équipements de protection personnelle (p.ex. un masque 

de pulvérisation) 

- Le cultivateur de raisins de table-serriste doit travailler avec une diversité de machines et d’outils 

- La vente du produit est saisonnière et peut nécessiter des déplacements (marchés, magasins,...). 

- Manipuler des charges et rester debout pendant de longues périodes font partie du travail. 

Contexte d’action 

- La profession peut être exercée en équipe 

-L’exercice de la profession consiste principalement en un travail manuel 

- Le cultivateur de raisins de table-serriste doit accorder une attention permanente au respect d’un éventail de 

réglementations en matière de qualité, de sécurité, d’environnement, de bien-être, de produits phytopharmaceutiques, 

d’engrais et, le cas échéant, d’Appelation d’origine protégée 

- Le cultivateur de raisins de table-serriste prête attention à l’utilisation correcte des produits phytopharmaceutiques 

et des engrais 

- Le respect permanent des prescriptions de sécurité alimentaire et d’hygiène est d’une importance cruciale. 

- Le cultivateur de raisins de table-serriste dépend de la qualité et de la quantité de la récolte. Celles-ci sont 

déterminantes pour un marché flexible. Le professionnel doit pouvoir y réagir 

- Il doit également être attentif à la concurrence 

- Le cultivateur de raisins de table-serriste doit adapter son offre en vente aux souhaits du client et il doit avoir 

le sens du contact


- Le cultivateur de raisins de table-serriste entre en contact avec des clients et des fournisseurs 

- Le suivi de la croissance et du développement des raisins de table nécessite une attention et une concentration 

particulières dans l’intérêt de la qualité du produit final 

- Les raisins de table doivent être manipulées avec prudence 

-L’activité requiert un suivi permanent de toutes les données relatives au produit 

-L’activité requiert un suivi permanent du registre des produits phytopharmaceutiques 

- Le professionnel doit pouvoir réagir efficacement dans des situations critiques et en cas de déviations du 

produit 

- Le cultivateur de raisins de table-serriste est conscient de l’effet de ses actions sur la qualité du produit final 

- Il doit agir en toutes circonstances dans le respect de la qualité et du client 

- Le cultivateur de raisins de table-serriste travaille dans un environnement où plusieurs aspects doivent être 

suivis et alignés les uns sur les autres : réchauffer, fumer, tailler, récolter, emballer, marketing et suivi du 

personnel,... 


- Le cultivateur de raisins de table-serriste fait preuve d’autonomie pour la gestion de serres, notamment en ce 

qui concerne la construction et l’échauffement, le suivi du processus de croissance des raisins, la 

commercialisation du produit et l’organisation des activités de l’équipe 

- Le cultivateur de raisins de table-serriste est tenu de respecter la réglementation relative aux produits 

phytopharmaceutiques, aux engrais, aux bouillies de pulvérisation, aux matériels de plantation certifiés pour 

l’Appélation d’origine protégée, aux normes HACCP, aux affaires économiques (e.a. appellation d’origine), à 

l’aménagement du territoire, au milieu 

- Le cultivateur de raisins de table-serriste fait appel à des travailleurs saisonniers pour éclaircir les raisins 

2.2.5 Responsabilité 

- Un planning détaillé des travaux 

- Un planning détaillé de l’échauffement des serres et des phases de la récolte 

- Construction et orientation des serres 

- Equipements de serre déployés et installations d’irrigation 

- Condition optimale des terrains 

- Echantillonage de la condition du sol 

- Matériels de plantation certifiés en cas d’Appelation d’origine protégée 

-Température ambiante requise dans les serres 

- Plantation et taille correctes des sarments 

- Pousses conduites 

- Nouvelles pousses dédupliquées 

- Yeux dormants enlevés 

- Grappes de raisins éclaircies 

- Grappes de raisins épaissies 

- Processus de coloration suivi 

-Développement suivi des raisins et de la récolte 

- Substances alimentaires ajoutées à temps 

- Destruction d’espèces animales nuisibles 

- Intervention adéquate en cas de maladies et de moisissures 

- Utilisation correcte des produits phytopharmaceutiques et des engrais 

- Qualité suivie des raisins 

-Température ambiante contrôlée et éventuellement ajustée 

- Machines et équipements entretenus 

- Directives en matière de santé et de sécurité appliquées 

- Matériels et espaces hygiéniquement nettoyés 

- Promotion des produits 

- Clients bien informés 

- Commandes suivies et réglées 

2.3 Attestations requises 

- Une attestation médicale pour le travail dans le secteur alimentaire si le cultivateur de raisins de table-serriste 

vend les produits sur des marchés 

- Une phytolicence (Type 2) : un système de certificats pour pouvoir distribuer des produits phytopharmaceutiques, 

en faire un usage professionnel ou fournir des conseils en la matière conformément à la directive UE. 

Au total, 5 types de phytolicences seront mis en place. Elles seront obligatoires à partir du 31 août 2015. 

- En cas d’exploitation : Toutes les autorisations légalement définies relatives à l’exploitation d’une entreprise 

horticole 

Vu pour être annexé àl’arrêté du Gouvernement flamand du 13 septembre 2013 portant reconnaissance de la 

qualification de cultivateur de raisins de table-serriste. 



K. PEETERS 


P. SMET 

Le Ministre flamand des Finances, du Budget, de l’Emploi, de l’Aménagement du Territoire et des Sports 

Ph. MUYTERS


83305 



[C − 2013/35864] 

25 SEPTEMBER 2013. — Ministerieel besluit houdende vastlegging van de bandingfactoren 

van groenestroomcertificaten voor groenestroomprojecten die gebruik maken van zonne-energie 

met een startdatum vanaf 2014 

De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, 

Gelet op het Energiedecreet van 8 mei 2009, de artikelen 7.1.1 en 7.1.2, vervangen bij decreet van 13 juli 2012 en 

gewijzigd bij decreet van 28 juni 2013, artikel 7.1.3, artikel 7.1.4/1, ingevoegd bij decreet van 13 juli 2012 en gewijzigd 

bij decreet van 28 juni 2013 en artikel 7.1.5, gewijzigd bij decreet van 13 juli 2012; 

Gelet op het Energiebesluit van 19 november 2010, artikel 6.2/1.1, ingevoegd bij besluit van 21 december 2012 en 

artikel 6.2/1.6, ingevoegd bij besluit van 21 december 2012; 

Gelet op het rapport van het Vlaams Energieagentschap van 28 juni 2013, 

Besluit : 

Artikel 1. Voor groenestroomprojecten die gebruik maken van zonne-energie wordt de bandingfactor per 

categorie, door het Vlaams Energieagentschap in haar rapport van 28 juni 2013 voorgesteld ter uitvoering van het 

bepaalde in artikel 6.2/1.5, §2, derde lid van het Energiebesluit, vastgesteld als volgt : 

1° zonne-energie : 

a) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) tot en met 10 kW en met een 

startdatum vanaf twee maanden na publicatie van dit besluit: de bandingfactor bedraagt 0,268; 

b) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 10 kW tot en met 250 kW 

en met een startdatum vanaf twee maanden na publicatie van dit besluit: de bandingfactor bedraagt 0,522; 

c) nieuwe installaties met een maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) groter dan 250 kW tot en met 750 kW 

en met een startdatum vanaf twee maanden na publicatie van dit besluit: de bandingfactor bedraagt 0,437; 


De Vlaamse minister van Energie, Wonen, Steden en Sociale Economie, 

F. VAN DEN BOSSCHE 

TRADUCTION 


Environnement, Nature et Energie 

[C − 2013/35864] 

25 SEPTEMBRE 2013. — Arrêté ministériel fixant les facteurs de banding 

pour les certificats d’électricité écologique pour les projets d’électricité écologique 

utilisant l’énergie solaire ayant une date de début à partir de 2014 

La ministre flamande de l’Energie, du Logement, des Villes et de l’Economie sociale, 

Vu le décret sur l’Energie du 8 mai 2009, notamment les articles 7.1.1 et 7.1.2, remplacés par le décret du 13 juillet 2012 

et modifiés par le décret du 28 juin 2013, l’article 7.1.3, l’article 7.1.4/1, inséré par le décret du 13 juillet 2012 et modifié 

par le décret du 28 juin 2013 et l’article 7.1.5, modifié par le décret du 13 juillet 2012; 

Vu l’arrêté relatif à l’Energie du 19 novembre 2010, notamment l’article 6.2/1.1, inséré par l’arrêté du 

21 décembre 2012, et l’article 6.2/1.6, inséré par l’arrêté du 21 décembre 2012; 

Vu le rapport de la « Vlaams Energieagentschap » (Agence flamande de l’Energie) du 28 juin 2013, 

Arrête : 

Article 1 er . Pour les projets d’énergie écologique utilisant l’énergie solaire, le facteur de banding est présenté 

comme suit par catégorie, par la « Vlaams Energieagentschap » dans son rapport du 28 juin 2013, en exécution de ce 

qui est stipulé àl’article 6.2/1.5, § 2, alinéa trois : 

1° énergie solaire : 

a) les nouvelles installations ayant une puissance maximale AC du/des transformateur(s) jusqu’à 10 kW et ayant 

une date de début de deux mois après publication du présent arrêté : le facteur de banding s’élève à 0,268; 

b) les nouvelles installations ayant une puissance maximale AC du/des transformateur(s) supérieur à 10 kW 

jusqu’à 250 kW inclus et ayant une date de début de deux mois après publication du présent arrêté : le facteur de 

banding s’élève à 0,522; 

c) les nouvelles installations ayant une puissance maximale AC du/des transformateur(s) supérieur à 250 kW 

jusqu’à 750 kW inclus et ayant une date de début de deux mois après publication du présent arrêté : le facteur de 

banding s’élève à 0,437. 


La Ministre flamande de l’Energie, du Logement, des Villes et de l’Economie sociale, 

F. VAN DEN BOSSCHE


REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST 

SERVICE PUBLIC DE WALLONIE 

[2013/205938] 

10 OCTOBRE 2013. — Arrêté du Gouvernement wallon portant règlement de l’examen d’aptitude à l’encadrement 

visé àl’article 53 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 18 décembre 2003 portant le Code de la Fonction 

publique wallonne 

Le Gouvernement wallon, 

Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, l’article 87, § 3, remplacé par la loi spéciale du 

8 août 1988; 

Vu l’accord du Ministre de la Fonction publique, donné le 13 décembre 2012; 

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 17 décembre 2012; 

Vu l’accord du Ministre du Budget, donné le 16 mai 2013; 

Vu le protocole de négociation n o 608 du Comité de secteur n o XVI, conclu le 12 juillet 2013; 

Vu l’avis du Conseil d’Etat, donné le 11 septembre 2013, en application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1 o , des lois 

coordonnées sur le Conseil d’Etat; 

Considérant l’arrêté du Gouvernement wallon du 18 décembre 2003 portant le Code de la Fonction publique 

wallonne, l’article 53; 

Sur la proposition du Ministre de la Fonction publique; 


Arrête : 

CHAPITRE I er — Inscriptions et convocations 

Article 1 er . Pour l’application du présent arrêté, il y a lieu d’entendre par : 

1 o « secrétaire général » : le secrétaire général du Service public de Wallonie; 

2 o « Département de la Gestion des Ressources humaines » : le Département de la Gestion des Ressources 

humaines du Secrétariat général du Service public de Wallonie; 

3 o « Direction de la Sélection » : la Direction de la Sélection du Département de la Gestion des Ressources 

humaines; 

4 o « examen d’aptitude à l’encadrement » : un examen d’aptitude à l’encadrement visé àl’article 53 de l’arrêté du 

Gouvernement wallon du 18 décembre 2003 portant le Code de la Fonction publique wallonne; 

5 o « organisme » : un organisme d’intérêt public visé àl’article 2 du décret du 22 janvier 1998 relatif au statut du 

personnel de certains organismes d’intérêt public relevant de la Région wallonne; 

6 o « service du personnel » : la Direction de l’Administration du Personnel du Département des Affaires générales du 

Secrétariat général du Service public de Wallonie et le service chargé de la gestion du personnel au sein de chaque organisme. 

Art. 2. Le service du personnel annonce, par courrier postal et courrier électronique, aux agents qui remplissent 

les conditions de participation, l’organisation d’un examen d’aptitude à l’encadrement. Il leur communique la 

description de fonction, le programme de l’examen, ainsi qu’un formulaire d’inscription. 

Art. 3. La demande de participation à l’examen d’aptitude à l’encadrement est adressée au service du personnel 

selon les modalités fixées dans le programme de l’examen. Le service du personnel dresse la liste des candidats et la 

transmet à la Direction de la Sélection. 

Art. 4. Le candidat qui souhaite que les conditions de déroulement de l’examen d’aptitude à l’encadrement soient 

adaptées aux contraintes liées à son handicap en fait la demande dans le formulaire d’inscription, en précisant les 

adaptations souhaitées. 

Art. 5. Les candidats sont convoqués au moins quinze jours avant la date de chaque épreuve. 

Les épreuves ne sont pas organisées durant les périodes de vacances scolaires. 

Les candidats absents peuvent prétendre à l’organisation d’une seule nouvelle épreuve, ou partie d’épreuve. 

La convocation indique la manière dont le présent arrêté peut être consulté ou obtenu sur simple demande. 

CHAPITRE II. — Composition et fonctionnement du jury 

Art. 6. Pour chaque épreuve, le jury est composé d’un président et de deux membres au minimum à cinq membres 

au maximum, possédant des connaissances particulières ou une expérience large de haut niveau dans le domaine du 

management ou dans le domaine des ressources humaines. 

Le secrétaire général désigne le président du jury et son suppléant, choisis parmi les agents du Département de la 

Gestion des Ressources humaines. 

Sur avis du président du jury, le secrétaire général désigne les autres membres du jury et leurs suppléants, dont 

un membre au moins, ainsi que son suppléant, est issu du Service public de Wallonie ou d’un organisme. 

Art. 7. Le président du jury est d’un rang supérieur à celui des emplois à pourvoir. 

Les membres du jury qui font partie du personnel des services du Gouvernement wallon ou d’un organisme sont 

d’un rang au moins égal à celui des emplois à pourvoir. 

Art. 8. Nul ne peut prendre part, en qualité de membre d’un jury, à l’épreuve à laquelle participe un parent ou 

allié jusqu’au quatrième degré inclus. 

Art. 9. Le jury siège uniquement si trois membres au moins, effectifs ou suppléants, sont présents, et délibère à 

huis clos. 

Les décisions sont prises à la majorité des voix. En cas de partage des voix, la voix du président est prépondérante. 

Art. 10. Chaque jury peut être assisté par un secrétaire désigné par le secrétaire général parmi les agents de la 

Direction de la Sélection. 

Le secrétaire assiste aux délibérations mais n’y participe pas.


83307 

CHAPITRE III. — Organisation des épreuves 

Art. 11. L’examen d’aptitude à l’encadrement évalue l’adéquation entre la description de fonction mentionnée à 

l’article 2, d’une part, et, d’autre part, les compétences des candidats dans le domaine de l’aptitude à l’encadrement. 

Une première épreuve éliminatoire facultative est organisée par niveau, si le nombre de candidats à l’examen 

d’aptitude à l’encadrement est dix fois supérieur au nombre de postes déclarés vacants par niveau. Cette première 

épreuve éliminatoire facultative est annoncée dans l’appel aux candidats. 

L’examen d’aptitude à l’encadrement comporte trois parties d’épreuves : 

1 o un exercice de groupe opérationnel décontextualisé, qui évalue le comportement des candidats dans le travail 

avec autrui. Cet exercice n’est pas éliminatoire et s’organise en préalable à l’entretien; 

2 o un questionnaire d’attitude professionnelle qui évalue le comportement des candidats typique dans le travail. 

Ce questionnaire n’est pas éliminatoire et s’organise en préalable à l’entretien; 

3 o un entretien d’évaluation des compétences des candidats dans le domaine de l’aptitude à l’encadrement, qui est 

éliminatoire et clôture l’examen. 

Art. 12. La Direction de la Sélection arrête les questions ou les consignes relatives aux questions lorsqu’il s’agit 

d’épreuves ou parties d’épreuve orales. A cet effet, la Direction de la Sélection demande les avis des membres du jury. 

Les membres du jury sont tenus au secret concernant le contenu des épreuves. 

Art. 13. A son arrivée à l’épreuve, chaque candidat présente sa convocation ainsi que son passeport, sa carte 

d’identité ou son permis de conduire afin d’attester valablement son identité. 

Adéfaut de convocation, la présence du candidat dans la liste des inscrits est vérifiée. Au besoin, un duplicata de 

la convocation est établi. 

Adéfaut de document d’identité, le candidat présente l’épreuve sous condition. L’épreuve sera considérée comme 

nulle et non avenue pour le candidat qui ne présente pas, en personne, une des pièces d’identité requises, dans les 

15 jours, auprès de la Direction de la Sélection. 

Art. 14. Un candidat ne peut pas quitter les lieux de l’épreuve sans avoir remis ses feuilles de réponses et ses 

brouillons éventuels ainsi que tous les documents mis à sa disposition. 

Art. 15. Les épreuves sont soumises à surveillance par le personnel désigné par le secrétaire général. 

Les surveillants assurent le maintien de l’ordre sous l’autorité du président. Ils ne peuvent pas fournir 

d’explication aux candidats. Si des renseignements leur sont demandés, ils en avertissent le président ou le secrétaire. 

Art. 16. Le candidat qui trouble l’ordre, qui fraude ou tente de frauder est exclu par le président. 

Les candidats ne peuvent pas, sous peine d’exclusion immédiate, communiquer entre eux, ni consulter des notes 

ou des livres, à l’exception de la documentation éventuellement autorisée, ni utiliser un ordinateur portable, un 

téléphone, un baladeur ou tout moyen multimédia similaire. 

Ils peuvent uniquement faire usage des feuilles de réponses et de brouillon ainsi que de l’ordinateur 

éventuellement mis à leur disposition. 

Art. 17. Aucun candidat n’est admis à l’épreuve au-delà de son ouverture, sauf accord du président qui peut 

autoriser l’entrée jusqu’à 15 minutes après l’ouverture de l’épreuve. 

Les candidats quittent seulement les lieux de l’épreuve aprèsl’expiration du temps mentionné dans la convocation, 

sauf accord du président. 

CHAPITRE IV. — Résultats 

Art. 18. Les résultats ne tiennent pas compte des réponses qui n’ont pas été données conformément aux 

instructions. 

Art. 19. Hormis dans le cas d’une épreuve ou partie d’épreuve informatisée, les membres du jury attribuent les 

cotes au moyen d’une grille d’évaluation. La grille d’évaluation est établie préalablement par la Direction de la Sélection 

qui demande les avis des membres du jury. 

La réussite à la première épreuve éliminatoire facultative est fixée à 50 points sur 100. 

La réussite à l’entretien d’évaluation des compétences est fixée à 60 points sur 100. 

Art. 20. Après délibération du jury, un procès-verbal est établi par la Direction de la Sélection. 

Art. 21. Chaque candidat est informé, par courrier postal et courrier électronique, de ses résultats à la première 

épreuve éliminatoire facultative, lorsque celle-ci est organisée, et à l’examen d’aptitude à l’encadrement. 

La liste des lauréats est communiquée au service du personnel dont ils dépendent. 

CHAPITRE V. — Délégations 

Art. 22. Les délégations dont le secrétaire général est investi en vertu du présent arrêté sont accordées, pendant 

la durée de son absence ou de son empêchement, à l’inspecteur général du Département de la Gestion des Ressources 

humaines ou, en cas d’absence ou d’empêchement de ce dernier, au directeur de la Direction de la Sélection. 

CHAPITRE VI. — Dispositions transitoires et finales 

Art. 23. Le présent arrêté ne s’applique pas aux examens d’aptitude à l’encadrement annoncés par la Direction de 

la Sélection aux services du personnel avant son entrée en vigueur. 

Art. 24. Le Ministre de la Fonction publique est chargé de l’exécution du présent arrêté. 

Namur, le 10 octobre 2013. 

Le Ministre-Président, 

R. DEMOTTE 

Le Ministre du Développement durable et de la Fonction publique, 

J.-M. NOLLET


ÜBERSETZUNG 

ÖFFENTLICHER DIENST DER WALLONIE 

[2013/205938] 

10. OKTOBER 2013 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Regelung der in Artikel 53 des Erlasses der 

Wallonischen Regierung vom 18. Dezember 2003 zur Festlegung des Kodex des wallonischen öffentlichen 

Dienstes angeführten Eignungsprüfung für eine Führungstätigkeit 

Die Wallonische Regierung, 

Aufgrund des Sondergesetzes vom 8. August 1980 über institutionelle Reformen, Artikel 87, § 3, ersetzt durch das 

Sondergesetz vom 8. August 1988; 

Aufgrund des am 13. Dezember 2012 gegebenen Einverständnisses des Ministers für den öffentlichen Dienst; 

Aufgrund des am 17. Dezember 2012 abgegebenen Gutachtens der Finanzinspektion; 

Aufgrund des am 16. Mai 2013 gegebenen Einverständnisses des Ministers für Haushalt; 

Aufgrund des am 12. Juli 2013 abgeschlossenen Protokolls Nr. 608 des Sektorenausschusses Nr. XVI; 

Aufgrund des am 11. September 2013 in Anwendung des Artikels 84, § 1, Absatz 1, 1 o der koordinierten Gesetze 

über den Staatsrat abgegebenen Gutachtens des Staatsrats; 

In Erwägung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 18. Dezember 2003 zur Festlegung des Kodex des 

wallonischen öffentlichen Dienstes, Artikel 53; 

Auf Vorschlag des Ministers für den öffentlichen Dienst; 

Nach Beratung, 

Beschließt: 

KAPITEL I — Einschreibungen und Vorladungen 

Artikel 1 - Für die Anwendung des vorliegenden Erlasses gelten folgende Definitionen: 

1 o ʺ″Generalsekretärʺ″: der Generalsekretär des Öffentlichen Dienstes der Wallonie; 

2 o ʺ″Abteilung Humanressourcenʺ″: die Abteilung Humanressourcen des Generalsekretariats des Öffentlichen 

Dienstes der Wallonie; 

3 oʺ″ Direktion Personalauswahlʺ″: die Direktion Personalauswahl der Abteilung Humanressourcen; 

4 o ʺ″Eignungsprüfung für eine Führungstätigkeitʺ″: die in Artikel 53 des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 

18. Dezember 2003 zur Festlegung des Kodex des wallonischen öffentlichen Dienstes angeführte Eignungsprüfung für 

eine Führungstätigkeit; 

5 o ʺ″Einrichtungʺ″: eine in Artikel 2 des Dekrets vom 22. Januar 1998 über das Statut des Personals bestimmter 

Einrichtungen öffentlichen Interesses, die der Wallonischen Region unterstehen, angeführte Einrichtung öffentlichen 

Interesses; 

6 o ʺ″Personaldienstʺ″: die Direktion der Humanressourcen der Abteilung Allgemeine Angelegenheiten des 

Generalsekretariats des Öffentlichen Dienstes der Wallonie und der Dienst, der innerhalb jeder Einrichtung mit der 

Personalverwaltung beauftragt ist. 

Art. 2 - Der Personaldienst gibt den Bediensteten, die die Teilnahmebedingungen erfüllen, per Post und 

elektronische Post die Organisation einer Eignungsprüfung für eine Führungstätigkeit bekannt. Er teilt ihnen die 

Funktionsbeschreibung und das Prüfungsprogramm mit und übermittelt ihnen ein Anmeldeformular. 

Art. 3 - Der Antrag auf Teilnahme an der Eignungsprüfung für eine Führungstätigkeit ist dem Personaldienst 

nach den im Prüfungsprogramm festgelegten Modalitäten zu übermitteln. Der Personaldienst erstellt die Liste der 

Prüfungsteilnehmer und übermittelt sie der Direktion Personalauswahl. 

Art. 4 - Der Prüfungsteilnehmer, der möchte, dass die Bedingungen für den Ablauf der Eignungsprüfung für eine 

Führungstätigkeit den mit seiner Behinderung verbundenen Einschränkungen angepasst werden, beantragt dies im 

Anmeldeformular unter Angabe der gewünschten Anpassungen. 

Art. 5 - Die Prüfungsteilnehmer werden mindestens fünfzehn Tage vor dem Datum jeder Prüfung vorgeladen. 

Die Prüfungen werden nicht während der Schulferien organisiert. 

Die abwesenden Prüfungsteilnehmer haben einmal Anspruch auf die Organisation einer neuen Prüfung oder eines 

neuen Prüfungsteils. 

In der Vorladung wird angegeben, wie der vorliegende Erlass eingesehen oder auf einfache Anfrage erhalten 

werden kann. 

KAPITEL II — Zusammensetzung und Arbeitsweise des Prüfungsausschusses 

Art. 6 - Für jede Prüfung setzt sich der Prüfungsausschuss aus einem Vorsitzenden und aus mindestens zwei 

Mitgliedern und höchstens fünf Mitgliedern zusammen, die besondere Kenntnisse oder eine ausgedehnte Erfahrung 

auf hohem Niveau im Bereich des Managements oder im Bereich der Humanressourcen besitzen. 

Der Generalsekretär bezeichnet den Vorsitzenden des Prüfungsausschusses und dessen Stellvertreter, die unter 

den Bediensteten der Abteilung Humanressourcen auserwählt werden. 

Auf Gutachten des Vorsitzenden des Prüfungsausschusses bezeichnet der Generalsekretär die weiteren Mitglieder 

des Prüfungsausschusses und deren Stellvertreter, von denen mindestens ein Mitglied sowie sein Stellvertreter dem 

Öffentlichen Dienst der Wallonie oder einer Einrichtung angehören. 

Art. 7 - Der Vorsitzende des Prüfungsausschusses besitzt einen Dienstrang, der über dem Dienstrang der zu 

besetzenden Stellen steht. 

Die Mitglieder des Prüfungsausschusses, die dem Personal der Dienststellen der Wallonischen Regierung oder 

einer Einrichtung angehören, besitzen einen Dienstrang, der mindestens dem Dienstrang der zu besetzenden Stellen 

entspricht. 

Art. 8 - Es ist untersagt, als Mitglied eines Prüfungsausschusses an einem Prüfungsteil teilzunehmen, an dem 

eine bis zum vierten Grad einschließlich verwandte oder verschwägerte Person teilnimmt.


83309 

Art. 9 - Der Prüfungsausschuss tagt nur, wenn wenigstens drei effektive bzw. stellvertretende Mitglieder 

anwesend sind. Er beschließt unter Ausschluss der Öffentlichkeit. 

Die Beschlüsse werden mit der Mehrheit der Stimmen gefasst. Bei Stimmengleichheit ist die Stimme des 

Vorsitzenden ausschlaggebend. 

Art. 10 - Jedem Prüfungsausschuss kann ein Sekretär zugeteilt werden, der durch den Generalsekretär unter den 

Bediensteten der Direktion Personalauswahl bezeichnet wird. 

Der Sekretär wohnt den Beratungen bei aber er nimmt nicht daran teil. 

KAPITEL III — Organisation der Prüfungen 

Art. 11 - Durch die Eignungsprüfung für die Führungstätigkeit wird die Übereinstimmung der in Artikel 2 

erwähnten Funktionsbeschreibung einerseits mit den Fähigkeiten der Prüfungsteilnehmer im Bereich der Eignung für 

die Führungstätigkeit andererseits beurteilt. Für jede Stufe wird eine erste fakultative Vorauswahlprüfung organisiert, 

wenn die Anzahl von Teilnehmer an der Eignungsprüfung für eine Führungsfähigkeit zehnmal höher liegt als die 

Anzahl der pro Stufe für frei erklärten Stellen. Diese erste Vorauswahlprüfung wird im Aufruf an die Prüfungsteilnehmer 

angekündigt. 

Die Eignungsprüfung für eine Führungstätigkeit besteht aus drei Prüfungsteilen: 

1 o eine kontextfreie operative Gruppenübung, die das Verhalten der Prüfungsteilnehmer bei der Arbeit mit Dritten 

bewertet. Diese Übung führt nicht zum Ausschluss und sie findet vor dem Gespräch statt; 

2 o ein Fragebogen über das berufliche Verhalten, durch den das typische Verhalten der Prüfungsteilnehmer bei der 

Arbeitstätigkeit bewertet wird. Dieser Fragebogen führt nicht zum Ausschluss und er findet vor dem Gespräch statt; 

3 o ein Gespräch zur Bewertung der Fähigkeiten der Prüfungsteilnehmer im Bereich der Führungstätigkeit, das 

zum Ausschluss führen kann und die Prüfung abschließt. 

Art. 12 - Die Direktion Personalauswahl bestimmt die Fragen oder die Anweisungen für die Fragen, wenn es sich 

um mündliche Prüfungen oder Prüfungsteile handelt. Zu diesem Zweck fordert die Direktion Personalauswahl die 

Stellungsnahmen der Mitglieder des Prüfungsausschusses an. 

Die Mitglieder des Prüfungsausschusses sind zur Geheimhaltung des Inhalts der Prüfungen verpflichtet. 

Art. 13 - Bei seiner Ankunft legt der Prüfungsteilnehmer seine Vorladung sowie seinen Reisepass, seinen 

Personalausweis oder seinen Führerschein vor, um seine Identität ordnungsgemäß zu belegen. 

Falls ein Prüfungsteilnehmer seine Vorladung vergessen hat, wird geprüft, ob er in der Liste der eingetragenen 

Teilnehmer angeführt wird. Falls notwendig wird ein Duplikat der Vorladung ausgestellt. 

Verfügt er nicht über Dokument, durch das er sich ausweisen kann, legt der Prüfungsteilnehmer die Prüfung unter 

Vorbehalt ab. Die Prüfung des Bewerbers, der eines der erforderlichen Identitätsdokumente innerhalb von 15 Tagen bei 

der Direktion Personalauswahl nicht persönlich vorlegt, wird als nichtig betrachtet. 

Art. 14 - Ein Prüfungsteilnehmer darf den Prüfungsraum nicht verlassen, ohne vorher seine Antwortblätter und 

seine Kladde sowie alle sonstigen Dokumente, die ihm zur Verfügung gestellt worden sind, abgegeben zu haben. 

Art. 15 - Die Prüfungen werden von dem durch den Generalsekretär bezeichneten Personal überwacht. 

Diese Aufseher sorgen unter der Aufsicht des Vorsitzenden für Ruhe und Ordnung. Sie sind nicht berechtigt, den 

Prüfungsteilnehmer Erklärungen zu den Fragen zu geben. Falls ihnen Fragen gestellt werden, teilen sie dies dem 

Vorsitzenden oder dem Sekretär des Prüfungsausschusses mit. 

Art. 16 - Der Bewerber, der die Ruhe stört, der betrügt oder zu betrügen versucht, wird vom Vorsitzenden sofort 

ausgeschlossen. 

Unter Androhung eines sofortigen Ausschlusses ist es den Prüfungsteilnehmern untersagt, miteinander zu 

kommunizieren, Einsicht in Notizen oder Bücher zu nehmen (mit Ausnahme der ggf. erlaubten Dokumentation) oder 

einen tragbaren Computer, ein Telefon, einen Walkman oder ähnliche Multimediageräte zu verwenden. 

Sie dürfen nur die Antwortblätter und die Kladde sowie den ihnen ggf. zur Verfügung gestellten Computer 

benutzen. 

Art. 17 - Kein Prüfungsteilnehmer wird zur Prüfung zugelassen, nachdem diese bereits begonnen hat, es sei 

denn, der Vorsitzende, der die Teilnahme bis zu 15 Minuten nach Beginn der Prüfung erlauben kann, gibt sein 

Einverständnis. 

Die Prüfungsteilnehmer verlassen den Prüfungsraum erst nach dem Ablauf der Zeit, die in der Vorladung 

angegeben ist, es sei denn, der Vorsitzende erlaubt ihnen, den Prüfungsraum vorzeitig zu verlassen. 

KAPITEL IV — Ergebnisse 

Art. 18 - Bei den Ergebnissen werden jene Antworten, die nicht gemäß den Anweisungen gegeben worden sind, 

nicht berücksichtigt. 

Art. 19 - Außer im Falle einer EDV-gestützten Prüfung oder eines EDV-gestützten Prüfungsteils vergeben die 

Mitglieder des Prüfungsausschusses die Punkte mit Hilfe eines Bewertungsrasters. Das Bewertungsraster wird vorher 

durch die Direktion Personalauswahl unter Beantragung der Stellungsnahmen der Mitglieder des Prüfungsausschusses 

festgelegt. 

Um die erste fakultative Vorauswahlprüfung erfolgreich abzulegen, sind 50 von 100 möglichen Punkten zu 

erzielen. 

Um das Gespräch zur Bewertung der Fähigkeiten erfolgreich abzulegen, sind 60 von 100 möglichen Punkten zu 

erzielen. 

Art. 20 - Nach Beratung des Prüfungsausschusses erstellt die Direktion Personalauswahl ein Protokoll. 

Art. 21 - Jeder Prüfungsteilnehmer wird per Post und elektronische Post über seine Ergebnisse bei der ersten 

fakultativen Vorauswahlprüfung - insofern diese organisiert wird - und bei der Eignungsprüfung für eine 

Führungsfähigkeit benachrichtigt. 

Die Liste der erfolgreichen Prüfungsteilnehmer wird dem Personaldienst, der für sie zuständig ist, übermittelt.


KAPITEL V — Vollmachten 

Art. 22 - Die Vollmachten, die dem Generaldirektor auf der Grundlage des vorliegenden Erlasses übertragen 

werden, werden während der Dauer seiner Abwesenheit oder Verhinderung auf den Generalinspektor der Abteilung 

Allgemeine Angelegenheiten oder bei dessen Abwesenheit oder Verhinderung auf den Direktor der Direktion 

Personalauswahl übertragen. 

KAPITEL VI — Übergangs- und Schlussbestimmungen 

Art. 23 - Der vorliegende Erlass ist nicht anwendbar auf die Eignungsprüfungen für eine Führungstätigkeit, die 

den Personaldiensten durch die Direktion Personalauswahl vor seinem dem Inkrafttreten angekündigt worden sind. 

Art. 24 - Der Minister für den öffentlichen Dienst wird mit der Durchführung des vorliegenden Erlasses 

beauftragt. 

Namur, den 10. Oktober 2013 

Der Minister-Präsident 

R. DEMOTTE 

Der Minister für nachhaltige Entwicklung und den öffentlichen Dienst 

J.-M. NOLLET 

VERTALING 

WAALSE OVERHEIDSDIENST 

[2013/205938] 

10 OKTOBER 2013. — Besluit van de Waalse Regering houdende regeling van het geschiktheidsexamen voor 

staffuncties bedoeld in artikel 53 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de 

Waalse Ambtenarencode 

De Waalse Regering, 

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, artikel 87, § 3, vervangen bij de 

bijzondere wet van 8 augustus 1988; 

Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 13 december 2012; 

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 17 december 2012; 

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 16 mei 2013; 

Gelet op het onderhandelingsprotocol nr. 608 van Sectorcomité nr. XVI, gesloten op 12 juli 2013; 

Gelet op het advies van de Raad van State, gegeven op 11 september 2013, overeenkomstig artikel 84, § 1, eerste 

lid, 1 o , van de gecoördineerde wetten op de Raad van State; 

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode, 

inzonderheid op artikel 53; 

Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken; 


Besluit : 

HOOFDSTUK I. — Inschrijvingen en oproepingen 

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit dient te worden verstaan onder : 

1 o ʺ″secretaris-generaalʺ″ : de secretaris-generaal van de Waalse overheidsdienst; 

2 o ʺ″Departement Beheer Human Resourcesʺ″ : het Departement Beheer Human Resources van het Secretariaatgeneraal 

van de Waalse overheidsdienst; 

3 o ʺ″Directie Selectieʺ″ : de Directie Selectie van het Departement Beheer Human resources; 

4 o ʺ″geschiktheidsexamen voor staffunctiesʺ″ : het geschiktheidsexamen voor staffuncties bedoeld in artikel 53 van 

het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse Ambtenarencode; 

5 o ʺ″instellingʺ″ : een instelling van openbaar nut, zoals bedoeld in artikel 2 van het decreet van 22 januari 1998 

betreffende het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut die onder het Waalse Gewest 

ressorteren; 

6 o ʺ″personeelsdienstʺ″ : de Directie Beheer van het personeel van het Departement Algemene Zaken van het 

Secretariaat-generaal van de Waalse overheidsdienst en de dienst belast met het beheer van het personeel binnen elke instelling. 

Art. 2. De personeelsdienst kondigt, per post of per e-mail, de organisatie van een geschiktheidsexamen voor 

staffuncties af aan de ambtenaren die aan de deelnemingsvoorwaarden voldoen. Hij geeft hen kennis van de 

omschrijving van de functie, van het examenprogramma, alsook een inschrijvingsformulier. 

Art. 3. De aanvraag tot deelname aan het geschiktheidsexamen voor staffuncties wordt gericht aan de 

personeelsdienst volgens de modaliteiten bepaald in het examenprogramma. De personeelsdienst maakt een lijst van 

de kandidaten op en maakt het over aan de Directie Selectie. 

Art. 4. De kandidaat die wenst dat de voorwaarden voor het verloop van het geschiktheidsexamen voor 

staffuncties worden aangepast aan de dwingende omstandigheden die verbonden zijn aan zijn handicap, verzoekt 

daarom in het inschrijvingsformulier, en vermeldt de gewenste aanpassingen. 

Art. 5. De kandidaten worden opgeroepen minstens vijftien dagen vóór de datum van elke proef. 

De proeven worden niet georganiseerd tijdens de schoolvakantieperiodes. 

De kandidaten die afwezig zijn kunnen aanspraak maken op de organisatie van een enkele proef, of gedeelte van 

proef. 

De oproeping vermeldt hoe dit besluit kan worden geraadpleegd of verkregen op gewoon verzoek.


83311 

HOOFDSTUK II. — Samenstelling en werking van de jury 

Art. 6. Voor elke proef, is de jury samengesteld uit een voorzitter en minstens twee leden tot hoogstens vijf leden, 

die over bijzondere kennis of een ruime hoogwaardige expertise op het gebied van management of op het gebied van 

human resources beschikken. 

De secretaris-generaal wijst de voorzitter van de jury en zijn plaatsvervanger aan, gekozen onder de 

personeelsleden van het Departement Beheer Human Resources. 

Na advies van de voorzitter van de jury, wijst de secretaris-generaal de andere leden van de jury en hun 

plaatsvervangers aan, waaronder minstens een lid, en zijn plaatsvervanger, afkomstig is uit de Waalse Overheidsdienst 

of een instelling. 

Art. 7. De voorzitter van de jury heeft een graad van een hogere rang dan die van de in te vullen betrekkingen. 

De leden van de jury die deel uitmaken van het personeel van de diensten van de Waalse Regering of van een 

instelling hebben een graad van een tenminste gelijke rang dan die van de te in te vullen betrekkingen. 

Art. 8. Niemand mag, als lid van een jury, deelnemen aan de proef waaraan een bloed- of aanverwant tot de 

vierde graad inbegrepen, deelneemt. 

Art. 9. De jury zetelt enkel als minstens drie gewone of plaatsvervangende leden aanwezig zijn, en beraadslaagt 

achter gesloten deuren. 

De beslissingen worden bij meerderheid van de stemmen genomen. Bij staking van stemmen, is de stem van de 

voorzitter doorslaggevend. 

Art. 10. Elke jury kan worden bijgestaan door een secretaris aangewezen door de secretaris-generaal onder de 

personeelsleden van de Directie Selectie. 

De secretaris woont de beraadslagingen bij maar neemt hieraan niet deel. 

HOOFDSTUK III. — Organisatie van de proeven 

Art. 11. Het geschiktheidsexamen voor staffuncties beoordeelt enerzijds de overeenstemming tussen de beschrijving 

van de functie bedoeld in artikel 2 en, anderzijds, de bevoegdheden van de kandidaten op het gebied van de 

geschiktheid voor staffuncties. Een eerste facultatieve uitschakelende proef wordt georganiseerd per niveau, als het 

aantal kandidaten voor het geschiktheidsexamen voor staffuncties tien maal groter is dan het aantal vacant verklaarde 

betrekkingen per niveau. Deze eerste facultatieve uitschakelende proef wordt aangekondigd in de oproep tot 

kandidaten. 

Het geschiktheidsexamen voor staffuncties bestaat uit drie proefgedeelten : 

1 o een operationele groepsoefening zonder context, waarbij het gedrag van de kandidaten op het werk met de 

anderen wordt beoordeeld. Deze oefening is geen uitsluitingsproef en wordt georganiseerd vóór het onderhoud; 

2 o een lijst vragen met betrekking tot de professionele houding, waarbij het typische gedrag van de kandidaten op 

het werk wordt beoordeeld. Deze lijst vragen is geen uitsluitingsproef en wordt georganiseerd vóórr het gesprek; 

3 o een evaluatiegesprek van de bevoegdheden van de kandidaten op het gebied van de geschiktheid voor 

staffuncties, dat uitsluitend is en dat het examen beëindigt. 

Art. 12. De Directie Selectie stelt de vragen of aanwijzingen met betrekking tot de vragen vast, als het gaat om 

mondelinge proeven of gedeelten van proeven. Daartoe wint de Directie Selectie het advies in van de leden van de jury. 

De leden van de jury zijn verplicht tot geheimhouding van de inhoud van de proeven. 

Art. 13. Bij zijn aankomst op de proef, vertoont elk lid zijn oproepingsbrief en zijn paspoort, zijn identiteitskaart 

of zijn rijbewijs om zijn identiteit geldig te bewijzen. 

Bij gebrek aan oproepingsbrief, wordt de inschrijving van de kandidaat op de inschrijvingslijst gecontroleerd. 

Indien nodig, wordt een duplicaat van de oproepingsbrief opgesteld. 

Bij gebrek aan identiteitsdocument, neemt het kandidaat deel aan de proef onder voorwaarden. De proef zal 

worden beschouwd als nietig en onbestaande voor de kandidaat die binnen 15 dagen een van de vereiste 

identiteitsbewijzen niet persoonlijk vertoont bij de Directie Selectie. 

Art. 14. Een kandidaat mag de plaats van de proef slechts verlaten na overhandiging van zijn antwoordbladen en 

eventueel, zijn kladschriften en alle documenten die hem ter beschikking worden gesteld. 

Art. 15. De door de secretaris-generaal aangewezen personeelsleden worden belast met het toezicht van de proef. 

De toezichthouders staan in voor de orde onder het gezag van de voorzitter. Zij mogen geen uitleg aan de 

kandidaten geven. Als daarom wordt gevraagd, waarschuwen zij de voorzitter of de secretaris. 

Art. 16. De kandidaat die de orde verstoort, of die bedrog pleegt of poogt te plegen, wordt door de voorzitter 

uitgesloten. 

De kandidaten mogen, op straffe van onmiddellijke uitsluiting, noch met elkaar communiceren, noch notities of 

boeken raadplegen buiten de eventueel toegestane documentatie, noch gebruik maken van een draagbare computer, 

een telefoon, een mp3-speler of elk gelijkaardig multimediamiddel. 

Ze mogen enkel gebruik maken van de antwoordbladen, kladschriften en de computer die hen eventueel ter 

beschikking worden gesteld. 

Art. 17. Geen enkele kandidaat mag nog tot de proef worden toegelaten na het begin ervan, behalve met de 

instemming van de voorzitter, hoogstens 15 minuten na het begin van de proef. 

De kandidaten mogen de plaats van de proef pas verlaten na het in de oproepingsbrief vermelde tijdstip, behalve 

met de instemming van de voorzitter.


HOOFDSTUK IV. — Uitslagen 

Art. 18. De resultaten houden geen rekening met de antwoorden die niet overeenkomstig de instructies zijn 

gegeven. 

Art. 19. Behalve in geval van geïnformatiseerde proeven of gedeelten van proeven, geven de leden van de jury de 

punten door middel van een evaluatierooster. De evaluatierooster wordt vooraf vastgesteld door de Directie Selectie, 

rekening houdend met de adviezen van de leden van de jury. 

Het slagen voor de eerste facultatieve uitschakelende proef wordt vastgesteld op 50 punten op 100. 

Het slagen voor het evaluatiegesprek van de bevoegdheden wordt vastgesteld op 60 punten op 100. 

Art. 20. Na beraadslaging van de jury, wordt een proces-verbaal opgesteld door de Directie Selectie. 

Art. 21. Elke kandidaat wordt per post of per e-mail op de hoogte gebracht van zijn uitslagen op de eerste 

facultatieve uitschakelende proef, indien georganiseerd, en op het geschiktheidsexamen voor staffuncties. 

De lijst van de laureaten wordt overgemaakt aan de personeelsdienst waarvan ze afhangen. 

HOOFDSTUK V. — Delegaties 

Art. 22. De delegaties toegekend aan de secretaris-generaal krachtens dit besluit worden tijdens de duur van zijn 

afwezigheid of verhindering toegekend aan de inspecteur-generaal van het Departement Beheer Human Resources of, 

indien hij afwezig of verhinderd is, aan de directeur van de Directie Selectie. 

HOOFDSTUK VI. — Overgangs- en slotbepalingen 

Art. 23. Dit besluit is niet van toepassing op de geschiktheidsexamens voor staffuncties die door de Directie 

Selectie worden bekendgemaakt aan de personeelsdienst vóór de inwerkingtreding ervan. 

Art. 24. De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit. 

Namen, 10 oktober 2013. 

De Minister-President, 

R. DEMOTTE 

De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, 

J.-M. NOLLET 

* 


[2013/205858] 

17 OCTOBRE 2013. — Arrêté du Gouvernement wallon organisant un régime de subvention en faveur des éleveurs 

pour l’équipement des pâtures le long des cours d’eau 


Vu le décret du 27 juin 2013 prévoyant des dispositions diverses en matière d’agriculture, d’horticulture et 

d’aquaculture, publié le 30 juillet 2013, l’article 14, § 2; 

Vu le Règlement (CE) n o 1698/2005 du Conseil du 20 septembre 2005 concernant le soutien au développement 

rural par le Fonds européen agricole pour le développement rural (Feader) qui organise l’éligibilité des investissements 

non productifs liés à la réalisation des engagements pris au titre des paiements agroenvironnementaux ou d’autres 

objectifs agroenvironnementaux, l’article 41, a); 

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 4 octobre 2013; 

Vu l’accord du Ministre du Budget, donné le 28 juin 2012; 

Vu l’avis de la Commission consultative de l’Eau, donné le 11 septembre 2012; 

Vu l’avis du Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne, donné le 

13 septembre 2012; 

Vu l’avis 52.788/4 du Conseil d’Etat, donné le 20 février 2013, en application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1 o , des 

lois sur le Conseil d’Etat coordonnées le 12 janvier 1973; 

Considérant que la Directive 2000/60/CE du Parlement européen et du Conseil du 23 octobre 2000 établissant un 

cadre pour une politique communautaire dans le domaine de l’eau a pour but principal d’atteindre un « bon état » de 

toutes les eaux communautaires en décembre 2015; 

Considérant que ce bon état implique le respect de normes de qualité contraignantes tant pour l’état écologique 

que pour la composition chimique du milieu; 

Considérant qu’une demande de modification du programme wallon de développement rural proposant une 

mesure d’aide aux investissements non productifs en application de l’article 41 du Règlement (CE) n o 1698/2005 a été 

introduite auprès du comité de suivi du 22 décembre 2010 et approuvée par la Commission européenne en date du 

3 août 2011; 

Considérant la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d’eau non navigables, les articles 16bis, 17, alinéa 2, 3 o , 

et 23, § 3, insérés par les articles 12 à 14 du décret du 10 juillet 2013 instaurant un cadre pour parvenir à une utilisation 

des pesticides compatible avec le développement durable et modifiant le Livre I er du Code de l’Environnement, le 

Livre II du Code de l’Environnement, contenant le Code de l’Eau, la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d’eau 

non navigables et le décret du 12 juillet 2001 relatif à la formation professionnelle en agriculture;


83313 

Considérant l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 octobre 2013 organisant l’obligation de clôturer les terres 

pâturées situées en bordure des cours d’eau; 

Sur la proposition du Ministre de l’Agriculture et du Ministre de l’Environnement; 


Arrête : 

CHAPITRE I er . — Définitions 

Article 1 er . Pour l’application du présent arrêté, on entend par : 

1 o abreuvoir : tout dispositif placé de manière permanente dans une prairie bordée d’un cours d’eau et permettant 

l’abreuvement du bétail sans contact direct de celui-ci avec le cours d’eau; 

2 o bétail : les animaux concourant à la production agricole, à l’exception de la volaille; 

3 o clôture : tout dispositif placé de manière permanente dans le but d’empêcher l’accès du bétail au cours d’eau; 

4 o éleveur : au sens du présent arrêté, toute personne physique ou morale qui répond aux conditions cumulatives 

suivantes : 

- exerce une activité d’élevage du bétail sur le territoire de la Région wallonne; 

- dispose d’un siège social sur le territoire de la Région wallonne; 

- dispose d’un numéro de producteur. 

CHAPITRE II. — Régime de subvention 

Art. 2. Pour bénéficier de la subvention, l’éleveur introduit : 

1 o une déclaration de superficie pour l’année en cours; 

2 o une demande d’aide de modèle CB recevable, via le site internet de l’Administration; 

3 o une déclaration d’investissement avec les pièces jointes pour le 30 juin 2015 au plus tard. 

Art. 3. § 1 er . Dans la limite des crédits budgétaires disponibles, les éleveurs bénéficient d’une subvention afin de 

couvrir les frais liés à l’installation d’abreuvoirs et de clôtures destinées à empêcher l’accès du bétail aux cours d’eau 

s’ils respectent les dispositions du présent arrêté. 

§ 2. Ces investissements sont réalisés au plus tard : 

1 o le 31 mars 2014 dans les zones visées à l’article 4 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 octobre 2013 

organisant l’obligation de clôturer les terres pâturées au bord des cours d’eau; 

2 o le 31 décembre 2014 dans le reste du territoire. 

Art. 4. Seules les prairies pâturées situées le long de la berge d’un cours d’eau sont prises en compte pour le calcul 

de la subvention en faveur de la pose de clôtures et de l’installation d’abreuvoirs. 

Pour bénéficier de cette subvention, les clôtures sont placées à une distance comprise entre un et quinze mètres de 

la crête de berge. Lorsque deux clôtures sont présentes sur cette distance, seule la clôture la moins longue fait l’objet 

d’une subvention. 

Art. 5. § 1 er . Le nombre maximum d’abreuvoirs pouvant donner lieu à l’octroi d’une subvention est fixé comme 

suit : 

1 o un abreuvoir de type ʺ″pompe à museauʺ″ par tranche d’un hectare de prairie; 

2 o un abreuvoir de type ʺ″bacʺ″ par tranche de trois hectares de prairie. 

§ 2. Un abreuvoir de type « bac » n’est pris en compte pour le calcul de la subvention que s’il a une capacité 

minimale d’un mètre cube. 

§ 3. Toute tranche entamée est admissible au régime de subvention. 

Art. 6. Pour être admis au régime de subvention, les travaux remplissent les conditions suivantes : 

1 o débuter au plus tôt le lendemain de la date d’introduction de la demande d’aide complète et recevable à 

l’Administration; 

2 o être facturés au plus tard le 31 mars 2014 pour les zones prioritaires; 

3 o être facturés au plus tard le 31 décembre 2014 pour le reste du territoire. 

Art. 7. § 1 er .L’aide consiste en une subvention en capital correspondant à un maximum de 75 % du montant des 

travaux admissibles. 

La subvention est payable en une seule tranche après admission de la demande par l’Administration. 

§ 2. Lorsqu’un éleveur exploite des pâtures l’objet des 2 cas de figure visés au de l’article 3, § 2, le dossier de 

demande d’aide fait l’objet d’une seule demande. 

§ 3. Le montant minimum de l’investissement admissible est fixé à500,00 euros hors taxe sur la valeur ajoutée. 

Les montants maxima hors taxe sur la valeur ajoutée pris en considération pour la détermination du montant 

admissible de l’investissement sont fixés comme suit : 

1 o clôture 1,65 EUR/mètre courant 

2 o abreuvoir type « pompe à museau », alimentation en 

eau comprise 

350,00 EUR/pièce 

3 o abreuvoir type « bac », alimentation en eau comprise 700,00 EUR/pièce


§ 4. Lorsque la facture jointe à la déclaration d’investissement comprend l’achat du matériel, ainsi que les travaux 

de pose des clôtures, le montant global de la facture est pris en considération pour établir le montant de l’investissement 

admissible. 

Lorsque la facture jointe à la déclaration d’investissement comprend uniquement l’achat de matériel, le montant 

de la facture est majoré d’un montant de 1,15 euro par mètre courant, sans préjudice des montants visés au § 3. 

Art. 8. L’Administration procède à la vérification des travaux réalisés et établit un rapport d’acceptation du 

dossier sur base de la conformité des investissements et de leur correspondance par rapport aux factures fournies. 

La décision d’admission ou de non-admission de la demande est envoyée à l’éleveur après la rédaction du rapport 

d’acceptation. 

CHAPITRE III. — Dispositions finales 

Art. 9. Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge. 

Art. 10. Le Ministre de l’Agriculture et le Ministre de l’Environnement sont chargés de l’exécution du présent 

arrêté. 



R. DEMOTTE 

Le Ministre de l’Environnement, de l’Aménagement du Territoire et de la Mobilité, 

Ph. HENRY 

Le Ministre des Travaux publics, de l’Agriculture, de la Ruralité, de la Nature, de la Forêt et du Patrimoine, 

C. DI ANTONIO 

ÜBERSETZUNG 


[2013/205858] 

17. OKTOBER 2013 — Erlass der Wallonischen Regierung über die Einführung 

einer Subventionsregelung zugunsten der Züchter für die Ausrüstung der Weiden entlang der Wasserläufe 


Aufgrund des am 30. Juli 2013 veröffentlichten Dekrets vom 27. Juni 2013 zur Einführung verschiedener 

Bestimmungen in den Bereichen Landwirtschaft, Gartenbau und Aquakultur, Artikel 14, § 2; 

Aufgrund der Verordnung (EG) Nr. 1698/2005 des Rates vom 20. September 2005 über die Förderung der 

Entwicklung des ländlichen Raums durch den Europäischen Ausrichtungs- und Garantiefonds für die Landwirtschaft 

(EAGFL), die die Beihilfefähigkeit nicht produktiver Investitionen im Zusammenhang mit der Durchführung von im 

Rahmen der Zahlungen für Agrarumweltmaßnahmen oder anderer Agrarumweltziele eingegangener Verpflichtungen 

regelt, Artikel 41, a); 

Aufgrund des am 4. Oktober 2013 abgegebenen Gutachtens der Finanzinspektion; 

Aufgrund des am 28. Juni 2012 abgegebenen Gutachtens des Ministers des Haushalts; 

Aufgrund des am 11. September 2012 abgegebenen Gutachtens des Beratungsausschusses für Wasser; 

Aufgrund des am 13. September 2012 abgegebenen Gutachtens des ʺ″Conseil supérieur des Villes, Communes et 

Provinces de la Région wallonneʺ″ (Hoher Rat der Städte, Gemeinden und Provinzen der Wallonischen Region); 

Aufgrund des am 20. Februar 2013 in Anwendung des Artikels 84, § 1, Absatz 1, 1 o der am 12. Januar 1973 

koordinierten Gesetze über den Staatsrat abgegebenen Gutachtens des Staatsrats 52.788/4; 

In der Erwägung, dass die Richtlinie 2000/60/EG des Europäischen Parlaments und des Rates vom 23. Oktober 

2000 zur Schaffung eines Ordnungsrahmens für Maßnahmen der Gemeinschaft im Bereich der Wasserpolitik 

vorrangig darauf abzielt, bis im Dezember 2015 einen ʺ″guten Zustandʺ″ aller Gewässer in der Gemeinschaft zu 

erreichen; 

In der Erwägung, dass dieser gute Zustand die Beachtung von verbindlichen Qualitätsstandards voraussetzt, 

sowohl was den ökologischen Zustand als auch die chemische Zusammensetzung des Milieus betrifft; 

In der Erwägung, dass ein Antrag zur Abänderung des wallonischen Programms für ländliche Entwicklung zur 

Einführung einer Beihilfemaßnahme für nicht produktive Investitionen in Anwendung von Artikel 41 der Verordnung 

(EG) Nr. 1698/2005 im Rahmen der Sitzung des Begleitausschusses am 22. Dezember 2010 eingereicht worden ist und 

dieser am 3. August 2011 von der Europäischen Kommission gebilligt worden ist; 

In Erwägung des Gesetzes vom 28. Dezember 1967 über die nichtschiffbaren Wasserläufe, Artikel 16bis, 17, 

Absatz 2, 3 o , und 23, § 3, eingefügt durch die Artikel 12 bis 14 des Dekrets vom 10. Juli 2013 über einen Rahmen für 

die nachhaltige Verwendung von Pestiziden und zur Abänderung des Buches I des Umweltgesetzbuches, des Buches 

II des Umweltgesetzbuches, welches das Wassergesetzbuch bildet, des Gesetzes vom 28. Dezember 1967 über die 

nichtschiffbaren Wasserläufe und des Dekrets vom 12. Juli 2001 über die berufliche Ausbildung in der Landwirtschaft; 

In Erwägung des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 10. Oktober 2013 zur Regelung der Verpflichtung, die 

beweideten Ländereien, die sich entlang der Wasserläufe befinden, einzufrieden; 

Auf Vorschlag des Ministers für Landwirtschaft und des Ministers für Umwelt; 


Beschließt: 

KAPITEL I — Begriffsbestimmungen 

Artikel 1 - Für die Anwendung des vorliegenden Erlasses gelten folgende Begriffsbestimmungen: 

1 o Tränke: jede auf einer Weide, an die ein Wasserlauf grenzt, permanent angebrachte Vorrichtung, die das Tränken 

des Viehs ermöglicht, ohne dass dieses dabei direkten Kontakt zu dem Wasserlauf hat; 

2 o Vieh: die Tiere, die zur landwirtschaftlichen Erzeugung beitragen, mit Ausnahme des Geflügels;


83315 

3 o Einfriedung: jede permanent angebrachte Vorrichtung, die den Zugang des Viehs zu dem Wasserlauf 

verhindern soll; 

4 o Züchter: im Sinne des vorliegenden Erlasses jede natürliche oder juristische Person, die folgende kumulative 

Bedingungen erfüllt: 

- eine Tätigkeit im Bereich der Viehzucht auf dem Gebiet der wallonischen Region ausüben; 

- einen Gesellschaftssitz auf dem Gebiet der wallonischen Region besitzen; 

- eine Erzeugernummer besitzen. 

KAPITEL II — Subventionsregelung 

Art. 2 - Um in den Genuss der Subvention zu gelangen, reicht der Züchter folgende Schriftstücke ein: 

1 o eine Flächenerklärung für das laufende Jahr; 

2 o einen über die Internetseiten der Verwaltung eingereichten zulässigen Beihilfeantrag nach dem Muster CB; 

3 o eine Erklärung über die Investition einschl. Anlagen spätestens am 30. Juni 2015. 

Art. 3 - § 1. Im Rahmen der verfügbaren Haushaltsmittel wird den Züchtern unter der Bedingung, dass sie die 

Auflagen des vorliegenden Erlasses erfüllen, eine Subvention gewährt zur Deckung der Kosten für das Anbringen von 

Tränken und Einfriedungen, um den Zugang des Viehs zu den Wasserläufen zu verhindern. 

§ 2. Diese Investitionen sind zu tätigen spätestens am: 

1 o 31. März 2014 in den Gebieten, die angeführt werden in Artikel 4 des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 

10. Oktober 2013 zur Regelung der Verpflichtung, die beweideten Ländereien, die sich entlang der Wasserläufe 

befinden, einzufrieden; 

2 o 31. Dezember 2014 in allen anderen Gebieten. 

Art. 4 - Nur die beweideten Ländereien, die sich entlang der Uferböschung eines Wasserlaufs befinden, werden 

für die Berechnung der für das Anbringen von Einfriedungen und Tränken gewährten Subvention berücksichtigt. 

Um in den Genuss dieser Subvention zu gelangen, müssen die Einfriedungen in einem Abstand zwischen einem 

und fünfzehn Metern vom oberen Teil der Uferböschung angebracht werden. Befinden sich zwei Einfriedungen 

innerhalb dieser Entfernung, wird nur für die kürzere der beiden Einfriedungen eine Subvention gewährt. 

Art. 5 - § 1. Die Höchstanzahl der Tränken, für die eine Subvention gewährt werden kann, wird wie folgt 

festgelegt: 

1 o eine Tränke vom Typ ʺ″Selbsttränkeʺ″ pro Abschnitt von einem Hektar Weideland; 

2 o eine Tränke vom Typ ʺ″Weidetrogʺ″ pro Abschnitt von drei Hektar Weideland; 

§ 2. Eine Tränke vom Typ ʺ″Weidetrogʺ″ wird nur dann für die Berechnung der Subvention berücksichtigt, wenn er 

eine Kapazität von wenigstens einem Kubikmeter besitzt. 

§ 3. Jeder begonnene Abschnitt kann im Rahmen der Subventionsregelung berücksichtigt werden. 

Art. 6 - Um im Rahmen der Subventionsregelung berücksichtigt werden zu können, müssen die Arbeiten: 

1 o frühestens am Tag nach dem Datum des Einreichens des vollständigen und zulässigen Beihilfeantrags bei der 

Verwaltung beginnen; 

2 o spätestens am 31. März 2014 für die prioritären Gebiete in Rechnung gestellt werden; 

3 o spätestens am 31. Dezember 2014 für alle anderen Gebiete in Rechnung gestellt werden. 

Art. 7 - § 1. Bei der Beihilfe handelt es sich um eine Kapitelsubvention, die höchstens 75% des Betrags der 

beihilfefähigen Arbeiten entspricht. 

Nachdem der Antrag von der Verwaltung zugelassen wurde, ist die Subvention in einer einzigen Tranche zahlbar. 

§ 2. Falls ein Züchter Weiden bewirtschaftet, die den beiden in Artikel 3, § 2 angeführten Fällen entsprechen, so ist 

die Antragsakte Gegenstand eines einzigen Antrags. 

§ 3. Der Mindestbetrag der zulässigen Investition wird auf 500,00 Euro (ohne MwSt.) festgelegt. 

Die für die Bestimmung des zulässigen Betrags der Investition berücksichtigten Höchstbeträge (ohne MwSt.) 

werden wie folgt festgelegt: 

1 o Einfriedung 1,65 EUR/laufender Meter 

2 o Tränke von Typ ʺ″Selbsttränkeʺ″, einschließlich Wasserversorgung 

3 o Tränke von Typ ʺ″Weidetrogʺ″, einschließlich Wasserversorgung 

350,00 EUR/Stück 

700,00 EUR/Stück 

§ 4. Falls die der Erklärung über die Investition beigefügte Rechnung den Ankauf von Material betrifft, sowie die 

Arbeiten für das Errichten der Einfriedungen, so wird der Gesamtbetrag der Rechnung berücksichtigt, um den 

zulässigen Betrag der Investition zu bestimmen. 

Falls die der Erklärung über die Investition beigefügte Rechnung ausschließlich den Ankauf von Material betrifft, 

so wird der Betrag der Rechnung unbeschadet der in § 3 angeführten Beträge um einen Betrag von 1,15 Euro pro 

laufenden Meter erhöht. 

Art. 8 - Die Verwaltung überprüft die realisierten Arbeiten und fasst einen Bericht zur Genehmigung der Akte ab 

auf der Grundlage der Feststellung, dass die Investitionen ordnungsgemäß sind und sie den übermittelten Rechnungen 

entsprechen. 

Die Entscheidung, den Antrag zu genehmigen oder ihn abzulehnen, wird dem Züchter im Anschluss an die 

Abfassung des Genehmigungsberichts übermittelt.


KAPITEL III — Abschließende Bestimmungen 

Art. 9 - Der vorliegende Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgischen Staatsblatt in Kraft. 

Art. 10 - Der Minister für Landwirtschaft und der Minister der Umwelt werden mit der Durchführung des 

vorliegenden Erlasses beauftragt. 



R. DEMOTTE 

Der Minister für Umwelt, Raumordnung und Mobilität 

Ph. HENRY 

Der Minister für öffentliche Arbeiten, Landwirtschaft, ländliche Angelegenheiten, Natur, Forstwesen und Erbe 

C. DI ANTONIO 

VERTALING 


[2013/205858] 

17 OKTOBER 2013. — Besluit van de Waalse Regering ter invoering van een subsidieregeling 

ten gunste van veehouders voor het uitrusten van weiden gelegen langs waterlopen 


Gelet op het decreet van 27 juni 2013 houdende verschillende bepalingen inzake landbouw, tuinbouw en 

aquacultuur, bekendgemaakt op 30 juli 2013, artikel 14, § 2; 

Gelet op Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling 

uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling, die ervoor zorgt dat niet-productieve 

investeringen die verband houden met het naleven van verbintenissen genomen als landbouw/milieubetalingen of 

andere landbouw/milieudoelstellingen, artikel 41, a) in aanmerking worden genomen; 

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 4 maart 2013; 

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 28 juni 2012; 

Gelet op het advies van de ʺ″Commission consultative de l’Eauʺ″ (Adviescommissie Waterbeleid), gegeven op 


Gelet op het advies van de ʺ″Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de Wallonieʺ″ (Hoge Raad van 

de Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 13 september 2012; 

Gelet op advies 52.788/4 van de Raad van State, gegeven op 20 februari 2013, overeenkomstig artikel 84, § 1, 

eerste lid, 1 o , van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973; 

Overwegende dat Richtlijn 2006/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot 

vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid er hoofdzakelijk toe strekt een 

goede waterkwaliteit te bereiken voor alle communautaire wateren tegen december 2015; 

Overwegende dat er voor het bereiken van een goede waterkwaliteit dwingende kwaliteitsnormen nageleefd 

dienen te worden, zowel voor de ecologische toestand als voor de chemische samenstelling van het milieu; 

Overwegende dat een aanvraag tot wijziging van het Waalse programma voor plattelandsontwikkeling met een 

tegemoetingsmaatregel voor niet-productieve investeringen overeenkomstig artikel 41 van verordening (EG) 

nr. 1698/2005 bij het opvolgingscomité werd ingediend op 22 december 2010, goedgekeurd door de Europese 

commissie op 3 augustus 2011; 

Gelet op de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen, op de artikelen 16bis, 17, lid 2, 3 o , 

en 23, § 3, ingevoegd bij de artikelen 12 tot 14 van het decreet van 10 juli 2013 tot vaststelling van een kader ter 

verwezenlijking van een duurzaam gebruik van pesticiden en tot wijziging van Boek I van het Milieuwetboek, Boek II 

van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, de wet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare 

waterlopen en het decreet van 12 juli 2001 betreffende de beroepsopleiding in de landbouw; 

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 10 oktober 2013 houdende de verplichting om weidegrond 

gelegen langs waterlopen te omheinen; 

Op de voordracht van de Minister van Landbouw en de Minister van Leefmilieu; 


Besluit : 

HOOFDSTUK I. — Begripsomschrijvingen 

Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder : 

1 o drinkbak : elke uitrusting die permanent in een weide langs een waterloop staat en het laten drinken van vee 

mogelijk maakt zonder rechtstreeks contact van het vee met de waterloop; 

2 o vee : dieren voor landbouwproductie, pluimvee uitgezonderd; 

3 o omheining : elke uitrusting die permanent opgesteld blijft om te verhinderen dat vee toegang krijgt tot een 

waterloop; 

4 o veehouder : in de zin van dit besluit, elke natuurlijke of rechtspersoon die aan alle volgende voorwaarden 

voldoet : 

- een activiteit als veefokker uitoefenen op het grondgebied van het Waalse Gewest; 

- over een maatschappelijke zetel beschikken op het grondgebied van het Waalse Gewest; 

- over een producentennummer beschikken.


83317 

HOOFDSTUK II. — Subsidieregeling 

Art. 2. Om voor de subsidie in aanmerking te komen, worden door de veehouder ingediend : 

1 o een oppervlakte-aangifte voor het lopende jaar; 

2 o een ontvankelijke tegemoetkomingsaanvraag CB-model via de website van de administratie; 

3 o een investeringsaangifte met bijlagen, tegen uiterlijk 30 juni 2015. 

Art. 3. § 1. Binnen de perken van de beschikbare begrotingskredieten krijgen de veehouders een subsidie om de 

kosten te dekken voor de installatie van drinkbakken en het omheinen van de weidegronden om te verhinderen dat vee 

de waterlopen kan bereiken, als ze de bepalingen van dit besluit naleven. 

§ 2. Die investeringen komen uiterlijk tot stand : 

1 o op 31 maart 2014 in de gebieden bedoeld in artikel 4 van het besluit van de Waalse Regering van 10 oktober 2013 

houdende de verplichting om weidegrond gelegen langs waterlopen te omheinen; 

2 o op 31 december 2014, voor het overige deel van het grondgebied. 

Art. 4. Enkel de begraasde weidelanden gelegen langs oevers van waterlopen worden betrokken bij de 

berekening van de subsidie voor het plaatsen van omheiningen en drinkbakken. 

Om die subsidie te krijgen, worden de omheiningen op een afstand geplaatst gaande van één tot vijftien meter ten 

opzichte van de top van de oever. Wanneer twee omheiningen op die afstand aanwezig zijn, wordt enkel de minst lange 

omheining gesubsidieerd. 

Art. 5. § 1. Het maximumaantal drinkbakken waarvoor een subsidie bekomen kan worden, wordt berekend als 

volgt : 

1 o een drinkbak met weidepomp per fractie van één hectare weide; 

2 o een drinkbak met waterschaal per fractie van drie hectare weide. 

§ 2. Een drinkbak met waterschaal wordt enkel in overweging genomen voor de berekening van de subsidie als 

hij een minimuminhoud van één kubieke meter heeft. 

§ 3. Ook onvolledige fracties komen voor subsidie in aanmerking. 

Art. 6. Om voor de subsidieregeling in aanmerking te komen, voldoen de werken aan volgende voorwaarden : 

1 o starten ten vroegste daags na de datum van indiening van de volledige en ontvankelijke tegemoetkomingsaanvraag 

bij het bestuur; 

2 o gefactureerd worden tegen uiterlijk 31 maart 2014 voor de prioritaire gebieden; 

3 o gefactureerd worden tegen uiterlijk 31 december 2014 voor het overige deel van het grondgebied. 

Art. 7. § 1. De tegemoetkoming is een kapitaalsubsidie die overeenstemt met maximum 75 % van het bedrag van 

de in aanmerking komende werken. 

De subsidie wordt in één enkele keer uitbetaald na aanvaarding van de aanvraag door het bestuur. 

§ 2. Wanneer een veehouder weidegronden in bedrijf heeft waarvan sprake in artikel 3, § 2, wordt voor het 

tegemoetkomingsaanvraagdossier slechts één aanvraag ingediend. 

§ 3. Het minimumbedrag van de in aanmerking komende investering wordt vastgesteld op 500,00 euro, btw niet 

meegerekend. 

De maximumbedragen, btw niet meegerekend, die bij de berekening van het toelaatbare bedrag van de investering 

betrokken zijn, worden vastgesteld als volgt : 

1 o omheining 1,65 EUR/lopende meter 

2 o drinkbak type weidepomp, waterbevoorrading inbegrepen 

3 o drinkbak type waterschaal, waterbevoorrading inbegrepen 

350,00 EUR/stuk 

700,00 EUR/stuk 

§ 4. Wanneer de bij de investeringsaangifte gevoegde factuur de aankoop van materieel bevat, evenals werken voor 

het plaatsen van de omheiningen, wordt het globale bedrag van de factuur in overweging genomen om het bedrag van 

de toelaatbare investering vast te leggen. 

Wanneer de bij de investeringsaangifte gevoegde factuur enkel de aankoop van materieel bevat, wordt het bedrag 

van de factuur verhoogd met 1,15 euro per lopende meter, onverminderd de bedragen bedoeld in § 3. 

Art. 8. De administratie gaat na of de werken zijn uitgevoerd en stelt een verslag voor de aanvaarding van het 

dossier op, op grond van de conformiteit van de investeringen en hun overeenstemming met de geleverde facturen. 

De beslissing of de aanvraag al dan niet toegelaten wordt, wordt de veehouder toegezonden na opstelling van het 

aanvaardingsverslag. 

HOOFDSTUK III. — Slotbepalingen 

Art. 9. Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt wordt. 

Art. 10. De Minister van Landbouw en de Minister van Leefmilieu zijn belast met de uitvoering van dit besluit. 



R. DEMOTTE 

De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, 

Ph. HENRY 

De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, 

C. DI ANTONIO



[2013/205859] 

17 OCTOBRE 2013. — Arrêté du Gouvernement wallon organisant l’obligation de clôturer les terres pâturées 

situées en bordure des cours d’eau et modifiant diverses dispositions 


Vu la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d’eau non navigables, notamment les articles 16bis, 17, 21 et 23; 

Vu la partie décrétale du Livre II du Code de l’Environnement, contenant le Code de l’Eau, notamment les 

articles D.6-1, D.42-1, D.52-1, D.156 et D.157; 

Vu l’arrêté royal du 5 août 1970 portant règlement général de police des cours d’eau non navigables; 

Vu la partie réglementaire du Livre II du Code de l’Environnement, contenant le Code de l’Eau; 

Vu l’avis de la Commission consultative de l’Eau, donné le 11 septembre 2012; 

Vu l’avis du Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonne, donné le 

13 septembre 2012; 

Vu l’avis 52.781/4 du Conseil d’Etat, donné le 18 février 2013, en application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1 o , des 

lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; 

Considérant que la directive 2000/60/CE du Parlement européen et du Conseil du 23 octobre 2000 établissant un 

cadre pour une politique communautaire dans le domaine de l’eau prévoit que les Etats membres protègent, améliorent 

et restaurent toutes les masses d’eau de surface afin de parvenir à un bon état des eaux de surface au plus tard le 

22 décembre 2015; que le bon état d’une eau de surface est atteint lorsque son état chimique et son état écologique sont 

au moins « bons »; 

Considérant que la Directive 91/676/CEE du Conseil du 12 décembre 1991 concernant la protection des eaux 

contre la pollution par les nitrates à partir de sources agricoles impose aux Etats membres de prendre des mesures en 

vue de réduire et de prévenir la pollution des eaux par les nitrates; 

Considérant qu’il convient de modifier la réglementation applicable en Région wallonne en vue de préserver l’état 

des masses d’eau de surface et d’atteindre le bon état des eaux de surface; 

Considérant que la Directive 76/160/CEE du Conseil du 8 décembre 1975 concernant la qualité des eaux de 

baignade prévoit que les Etats membres prennent les dispositions nécessaires pour réduire la pollution des eaux de 

baignade et la protection de celles-ci à l’égard d’une dégradation ultérieure; 

Sur la proposition du Ministre de l’Environnement, de l’Aménagement du Territoire et de la Mobilité et du 

Ministre des Travaux publics, de l’Agriculture, de la Ruralité, de la Nature, de la Forêt et du Patrimoine; 


Arrête : 

Article 1 er . L’article 8 de l’arrêté royal du 5 août 1970 portant règlement général de police des cours d’eau non 

navigables est remplacé par ce qui suit : 

« Art. 8. La Direction territorialement compétente du Département de la Nature et des Forêts peut accorder aux 

personnes soumises à l’obligation prévue à l’article 16bis, alinéa 1 er , de la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours 

d’eau non navigables une dérogation à celle-ci pour les terres faisant l’objet d’un pâturage très extensif favorable à la 

biodiversité. » 

Art. 2. L’article 12, alinéa 2, 3 o , du même arrêté est abrogé. 

Art. 3. Dans le Livre II du Code de l’Environnement, contenant le Code de l’Eau, partie II, titre VII, chapitre II, il 

est inséré une section 4, comportant les articles R.142bis à R.142quater, rédigée comme suit : 

« Section 4. — Protection des eaux de surface contre les atteintes liées à l’accès du bétail 

Art. R. 142bis. Les zones à enjeux spécifiques désignées en vertu de l’article 16bis de la loi du 28 décembre 1967 

relative aux cours d’eau non navigables en raison du risque d’eutrophisation des eaux de surface sont reprises à 

l’annexe XIXbis du présent Code. 

Art. R.142ter. Le Ministre de l’Environnement peut interdire l’accès du bétail aux cours d’eau dans des zones 

spécifiques lorsque celui-ci compromet l’atteinte des objectifs définis à l’article D.22, § 1 er ,1 o . 

Art. R.142quater. Les zones visées à l’article 23 de la loi du 28 décembre 1967 relative aux cours d’eau non 

navigables et à l’article D.52-1 du Livre II du Code de l’Environnement, contenant le Code de l’Eau sont les zones de 

baignade et d’amont telles que visées à l’annexe IX. » 

Art. 4. Dans l’article R.114 du même Code, les mots « marqués d’une astérisque » sont remplacés par le mot 

« visées ». 

Art. 5. Al’annexe IX de la partie réglementaire du même Code, les modifications suivantes sont apportées : 

1 o les astérisques sont chaque fois abrogés; 

2 o les mots « (*) voir article R 114. » sont abrogés. 

Art. 6. Dans le même Code, il est inséré une annexe XIXbis rédigée comme suit : 

Code de la masse d’eau 

DG07R 

HN15R 

LE23R 

LE24R 

LE27R 

LE28R 

« Annexe XIXbis 

Zones à enjeux spécifiques 

Nom 

Grande Gette I 

Grande Honnelle 

Hilan I 

Hilan II 

Ruisseau de Mahoux 

Ruisseau des Forges


83319 

Code de la masse d’eau 

MM08R 

MM17R 

MM22R 

MM25R 

MM26R 

MM28R 

MM29R 

MM30R 

MM31R 

MM37R 

MV02R 

MV07R 

MV08R 

MV16R 

MV17R 

MV25R 

MV26R 

MV27R 

OU22R 

OU23R 

OU33R 

SA02R 

SA03R 

SA04R 

SA11R 

SA15R 

SA17R 

SA26R 

VE05R 

VE08R 

Nom 

Ruisseau du Fagnolle 

Ruisseau de la Jonquière 

Ruisseau de Feron 

Ruisseau des Fonds de Leffe 

Molignée I 

Bocq I 

Ruisseau de Crupet 

Bocq II 

Burnot 

Ruisseau de Massembre 

Ruisseau de Solières 

Hoyoux I 

Ruisseau du Triffoy 

Berwinne I 

Berwinne II 

Gueule I 

Gueule II 

Iterbach 

Ourthe II 

Eau de Somme 

Marchette II 

Thure 

Hantes 

Biesmes l’Eau 

Eau d’Heure III 

Ruisseau d’Hanzinne I 

Biesme I 

Ruisseau d’Hanzinne II 

Bach 

Ruisseau de Bilstain 

Art. 7. Le Ministre de l’Environnement et le Ministre de l’Agriculture, de la Nature et de la Forêt sont chargés de 




R. DEMOTTE 

Le Ministre de l’Environnement, de l’Aménagement du Territoire et de la Mobilité, 

Ph. HENRY 

Le Ministre des Travaux publics, de l’Agriculture, de la Ruralité, de la Nature, de la Forêt et du Patrimoine, 

C. DI ANTONIO 

». 

ÜBERSETZUNG 


[2013/205859] 

17. OKTOBER 2013 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Regelung der Verpflichtung, die beweideten 

Ländereien, die sich entlang der Wasserläufe befinden, einzufrieden, und zur Änderung verschiedener 

Bestimmungen 


Aufgrund des Gesetzes vom 28. Dezember 1967 über die nichtschiffbaren Wasserläufe, insbesondere der 

Artikel 16bis, 17, 21 und 23; 

Aufgrund des dekretalen Teils des Buches II des Umweltgesetzbuches, welches das Wassergesetzbuch bildet, 

insbesondere der Artikel D.6-1, D.42-1, D.52-1, D.156 und D.157;


Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 5. August 1970 zur allgemeinen Polizeiverordnung für nicht schiffbare 

Wasserläufe; 

Aufgrund des verordnungsrechtlichen Teils des Buches II des Umweltgesetzbuches, welches das Wassergesetzbuch 

bildet; 

Aufgrund des am 11. September 2012 abgegebenen Gutachtens des Beratungsausschusses für Wasser; 

Aufgrund des am 13. September 2012 abgegebenen Gutachtens des ʺ″Conseil supérieur des Villes, Communes et 

Provinces de la Région wallonneʺ″ (Hoher Rat der Städte, Gemeinden und Provinzen der wallonischen Region); 

Aufgrund des am 18. Februar 2013 in Anwendung des Artikels 84, § 1, Absatz 1, 1 o der am 12. Januar 1973 

koordinierten Gesetze über den Staatsrat abgegebenen Gutachtens des Staatsrats Nr. 52.781/4; 

In der Erwägung, dass die Mitgliedstaaten nach den Bestimmungen der Richtlinie 2000/60/EG des europäischen 

Parlaments und des Rates vom 23. Oktober 2000 zur Schaffung eines Ordnungsrahmens für Maßnahmen der 

Gemeinschaft im Bereich der Wasserpolitik verpflichtet sind, alle Oberflächenwasserkörper zu schützen, zu verbessern 

und zu sanieren, mit dem Ziel, spätestens am 22. Dezember 2015 einen guten Oberflächenwasserzustand zu erreichen; 

dass ein guter Oberflächenwasserzustand erreicht wird, wenn sein chemischer und sein ökologischer Zustand 

wenigstens als ʺ″gutʺ″ bewertet werden kann; 

In der Erwägung, dass im Rahmen der Europäischen Richtlinie 91/676/EWG des Rates vom 12. Dezember 1991 

zum Schutz der Gewässer vor Verunreinigung durch Nitrat aus landwirtschaftlichen Quellen von den Mitgliedstaaten 

verlangt wird, Maßnahmen zu treffen, um die Verunreinigung der Gewässer durch Nitrat zu vermeiden und zu 

verringern; 

In der Erwägung, dass die in der Wallonischen Region anwendbare Regelung zu ändern ist, um den Zustand der 

Oberflächenwasserkörper zu erhalten und einen guten Oberflächenwasserzustand zu erreichen; 

In der Erwägung, dass im Rahmen der Richtlinie 76/160/EWG des Rates vom 8. Dezember 1975 über die Qualität 

der Badegewässer von den Mitgliedstaaten verlangt wird, Maßnahmen zu treffen, um die Verunreinigung der 

Gewässer zu verringern und sie vor einer weiteren Verschlechterung zu schützen; 

Auf Vorschlag des Ministers für Umwelt, Raumordnung und Mobilität und des Ministers und des Ministers für 

öffentliche Arbeiten, Landwirtschaft, ländliche Angelegenheiten, Natur, Forstwesen und Erbe; 


Beschließt: 

Artikel 1 - Artikel 8 des Königlichen Erlasses vom 5. August 1970 zur allgemeinen Polizeiverordnung für nicht 

schiffbare Wasserläufe wird durch das Folgende ersetzt: 

ʺ″Art. 8 - Die örtlich zuständige Direktion der Abteilung Natur und Forstwesen ist befugt, den Personen, die der 

in Artikel 16bis, Absatz 1 des Gesetzes vom 28. Dezember 1967 über die nichtschiffbaren Wasserläufe angeführten 

Verpflichtung unterliegen, zu erlauben, von dieser Verpflichtung abzuweichen, falls es sich um Ländereien handelt, die 

Gegenstand einer sehr extensiven für die biologische Vielfalt vorteilhaften Beweidung sind.ʺ″. 

Art. 2 - Artikel 12, Absatz 2, 3 o desselben Erlasses wird außer Kraft gesetzt. 

Art. 3 - In Teil II, Titel VII, Kapitel II des Buches II des Umweltgesetzbuches, welches das Wassergesetzbuch 

bildet, wird ein die Artikel R.142bis bis R.142quater umfassender Abschnitt 4 mit folgendem Wortlaut eingefügt: 

ʺ″Abschnitt 4. — Schutz des Oberflächenwassers gegen die Schäden in Zusammenhang mit dem Zugang des Viehs 

Art. R. 142bis - Die gemäß Artikel 16bis des Gesetzes vom 28. Dezember 1967 über die nichtschiffbaren Wasserläufe 

aufgrund der Gefahr einer Eutrophierung des Oberflächenwassers bezeichneten Gebiete mit spezifischen Herausforderungen 

werden in der Anlage XIXbis des Gesetzbuches angeführt. 

Art. R.142ter - Der Minister für Umwelt ist befugt, in spezifischen Gebieten den Zugang des Viehs zu den 

Wasserläufen zu untersagen, falls durch diesen Zugang die in Artikel D.22, § 1, 1 o festgelegten Ziele gefährdet werden. 

Art. R.142quater - Bei den in Artikel 23 des Gesetzes vom 28. Dezember 1967 über die nichtschiffbaren Wasserläufe 

und in Artikel D.52-1 des Buches II des Umweltgesetzbuches, welches das Wassergesetzbuch bildet, angeführten 

Gebieten handelt es sich um die in der Anlage IX angeführten Badegebiete und stromaufwärts gelegenen Gebiete.ʺ″. 

Art. 4 - In Art. R.114 desselben Gesetzbuches wird der Wortlaut ʺ″mit einem Sternchen markiertʺ″ durch den 

Wortlaut ʺ″angeführtʺ″ ersetzt. 

Art. 5 - In der Anlage IX des verordnungsrechtlichen Teils desselben Gesetzbuches werden die folgenden 

Abänderungen vorgenommen: 

1 o die Sternchen werden jeweils gestrichen; 

2 o der Wortlaut ʺ″(*) S. Artikel R 114ʺ″.ʺ″ wird gestrichen.


83321 

Art. 6 - In dasselbe Gesetzbuch wird eine Anlage XIXbis mit folgendem Wortlaut eingefügt: 

ʺ″Anlage XIXbis 

Gebiete mit spezifischen Herausforderungen 

Nummer des Wasserkörpers 

DG07R 

HN15R 

LE23R 

LE24R 

LE27R 

LE28R 

MM08R 

MM17R 

MM22R 

MM25R 

MM26R 

MM28R 

MM29R 

MM30R 

MM31R 

MM37R 

MV02R 

MV07R 

MV08R 

MV16R 

MV17R 

MV25R 

MV26R 

MV27R 

OU22R 

OU23R 

OU33R 

SA02R 

SA03R 

SA04R 

SA11R 

SA15R 

SA17R 

SA26R 

VE05R 

VE08R 

Bezeichnung 

Grande Gette I 

Grande Honnelle 

Hilan I 

Hilan II 

Ruisseau de Mahoux 

Ruisseau des Forges 

Ruisseau du Fagnolle 

Ruisseau de la Jonquière 

Ruisseau de Feron 

Ruisseau des Fonds de Leffe 

Molignée I 

Bocq I 

Ruisseau de Crupet 

Bocq II 

Burnot 

Ruisseau de Massembre 

Ruisseau de Solières 

Hoyoux I 

Ruisseau du Triffoy 

Berwinne I 

Berwinne II 

Göhl I 

Göhl II 

Iterbach 

Ourthe II 

Eau de Somme 

Marchette II 

Thure 

Hantes 

Biesmes l’Eau 


Ruisseau d’Hanzinne I 

Biesme I 

Ruisseau d’Hanzinne II 

Bach 

Ruisseau de Bilstain 

ʺ″. 

Art. 7 - Der Minister für Umwelt und der Minister für Landwirtschaft, Natur und Forstwesen werden mit der 

Durchführung des vorliegenden Erlasses beauftragt. 



R. DEMOTTE 

Der Minister für Umwelt, Raumordnung und Mobilität 

Ph. HENRY 

Der Minister für öffentliche Arbeiten, Landwirtschaft, ländliche Angelegenheiten, Natur, Forstwesen und Erbe 

C. DI ANTONIO


VERTALING 


[2013/205859] 

17 OKTOBER 2013. — Besluit van de Waalse Regering houdende verplichting om de weidegronden 

gelegen langs de waterlopen te omheinen en houdende wijziging van verscheidene bepalingen 


Gelet op de wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen, inzonderheid op de artikelen 16bis, 17, 21 

en 23; 

Gelet op het decreetgevend deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, inzonderheid 

op de artikelen D.6-1, D.42-1, D.52-1, D.156 en D.157; 

Gelet op het koninklijk besluit van 5 augustus 1970 houdende algemeen reglement op de onbevaarbare 

waterlopen; 

Gelet op het reglementair deel van Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt; 

Gelet op het advies van de ʺ″Commission consultative de l’Eauʺ″ (Wateradviescommissie), gegeven op 


Gelet op het advies van de ʺ″Conseil supérieur des Villes, Communes et Provinces de la Région wallonneʺ″ (Hoge 

Raad van Steden, Gemeenten en Provincies van het Waalse Gewest), gegeven op 13 september 2012; 

Gelet op advies van de Raad van State nr. 52.781/4, gegeven op 18 februari 2013, overeenkomstig artikel 84, § 1, 


Overwegende dat Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot 

vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid bepaalt dat de lidstaten alle 

oppervlaktewateren beschermen, verbeteren en herstellen om tegen uiterlijk 22 december 2015 naar een goede 

watertoestand te streven; dat de goede toestand van een oppervlaktewater bereikt is wanneer zijn chemische en 

ecologische toestand minstens ʺ″goedʺ″ zijn; 

Overwegende dat Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van 12 december 1991 inzake de bescherming van water 

tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen de lidstaten ertoe verplicht maatregelen te treffen met het 

oog op de vermindering en de voorkoming van verontreiniging van water door nitraten; 

Overwegende dat de in het Waalse Gewest van toepassing zijnde regelgeving gewijzigd dient te worden om de 

toestand van de oppervlaktewaterlichamen te behouden en naar de goede toestand van de oppervlaktewateren te 

streven; 

Overwegende dat Richtlijn 91/160/EEG van de Raad van 8 december 1975 betreffende de kwaliteit van het 

zwemwater de lidstaten ertoe verplicht maatregelen te treffen met het oog op de vermindering verontreiniging van het 

zwemwater en de bescherming ervan tegen latere verslechteringen; 

Op de voordracht van de Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit en van de Minister van 

Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed; 


Besluit : 

Artikel 1. Artikel 8 van het koninklijk besluit van 5 augustus 1970 houdende algemeen reglement op de 

onbevaarbare waterlopen wordt vervangen door hetgeen volgt : 

ʺ″Art. 8. De territoriaal bevoegde Directie van het Departement Natuur en Bossen kan de personen onderworpen 

aan de verplichting waarvan sprake in artikel 16bis, eerste lid, van de wet van 28 december 1967 betreffende de 

onbevaarbare waterlopen een afwijking ervan toestaan voor de gronden die als biodiversiteitsvriendelijk zeer extensief 

weideland gebruikt worden.ʺ″. 

Art. 2. Artikel 12, tweede lid, 3 o , van hetzelfde besluit wordt opgeheven. 

Art. 3. In Boek II van het Milieuwetboek, dat het Waterwetboek inhoudt, deel II, titel VII, hoofdstuk II, wordt een 

afdeling 4 ingevoegd, houdende de artikelen R.142bis tot en met R.142quater, luidend als volgt : 

« Afdeling 4. — Bescherming van de oppervlaktewateren tegen schade door de toegang van vee tot waterlopen 

Art. R. 142bis. De specifieke blootgestelde gebieden aangewezen krachtens artikel 16bis van de wet van 

28 december 1967 op de onbevaarbare waterlopen wegens het eutrofiëringsrisico van de oppervlakterwateren staan 

vermeld in bijlage XIXbis van dit Wetboek. 

Art. R.142ter. De Minister van Leefmilieu kan de toegang van vee tot de waterlopen in de specifieke gebieden 

verbieden wanneer dit het nastreven van de doelen bedoeld in artikel D.22, § 1, 1 o , bemoeilijkt. 

Art. R.142quater. De gebieden bedoeld in artikel 23 van de wet van 28 december 1967 op de onbevaarbare 

waterlopen en in artikel D.52-1 van Boek II van het Leefmilieuwetboek dat het Waterwetboek inhoudt, zijn de 

zwemzones en bovenstroomse gebieden zoals bedoeld in bijlage IX.ʺ″. 

Art. 4. In artikel R.114 van hetzelfde Wetboek, worden de woorden ʺ″voorzien van een asteriskʺ″ vervangen door 

het woord ʺ″bedoeldʺ″. 

Art. 5. In bijlage IX van het regelgevend deel van hetzelfde Wetboek, worden de volgende wijzigingen 

aangebracht : 

1 o de asterisken worden telkens opgeheven; 

2 o de woorden « (*) zie artikel R114. » worden opgeheven.


83323 

Art. 6. In hetzelfde Wetboek wordt een bijlage XIXbis ingevoegd, luidend als volgt : 

Nummer Waterlichaam 

DG07R 

HN15R 

LE23R 

LE24R 

LE27R 

LE28R 

MM08R 

MM17R 

MM22R 

MM25R 

MM26R 

MM28R 

MM29R 

MM30R 

MM31R 

MM37R 

MV02R 

MV07R 

MV08R 

MV16R 

MV17R 

MV25R 

MV26R 

MV27R 

OU22R 

OU23R 

OU33R 

SA02R 

SA03R 

SA04R 

SA11R 

SA15R 

SA17R 

SA26R 

VE05R 

VE08R 

« Bijlage XIXbis 

Specifieke blootgestelde gebieden 

Naam 

ʺ″Grande Gette Iʺ″ 

ʺ″Grande Honnelleʺ″ 

Hilan I 

ʺ″Hilan IIʺ″ 

Beek van Mahoux 

Beek Forges 

Beek Fagnolle 

Beek ʺ″la Jonquièreʺ″ 

Beek Feron 

Beek ʺ″Fonds de Leffeʺ″ 

Molignée I 

Bocq I 

Beek van Crupet 

Bocq II 

Burnot 

Beek van Massembre 

Beek van Solières 

Hoyoux I 

Beek van Triffoy 

Berwinne I 

Berwinne II 

Gueule I 

Gueule II 

Iterbach 

Ourthe II 

ʺ″Eau de Sommeʺ″ 

Marchette II 

Thure 

Hantes 

ʺ″Biesmes l’Eauʺ″ 


Beek van Hanzinne I 

Biesme I 

Beek van Hanzinne II 

Bach 

Beek van Bilstain 

». 

Art. 7. De Minister van Leefmilieu en de Minister van Landbouw, Natuur en Bossen zijn belast met de uitvoering 

van dit decreet. 



R. DEMOTTE 

De Minister van Leefmilieu, Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit, 

Ph. HENRY 

De Minister van Openbare Werken, Landbouw, Landelijke Aangelegenheden, Natuur, Bossen en Erfgoed, 

C. DI ANTONIO



24 OCTOBRE 2013. — Arrêté du Gouvernement wallon modifiant les articles 103 et 104 

du Code de la Fonction publique wallonne 

[2013/205937] 


Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles, notamment l’article 87, § 3, remplacée par la loi 

spéciale du 8 août 1988; 

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 18 décembre 2003 portant le Code de la Fonction publique wallonne; 

Vu l’accord du Ministre de la Fonction publique, donné le 22 mars 2013; 

Vu l’avis de l’Inspection des Finances, donné le 22 mars 2013; 

Vu l’accord du Ministre du Budget, donné le 28 mars 2013; 

Vu le protocole de négociation n o 604 du Comité de secteur n o XVI, conclu le 28 juin 2013; 

Vu l’avis 54.121/2 du Conseil d’Etat, donné le 7 octobre 2013, en application de l’article 84, § 1 er , alinéa 1 er ,1 o , des 

lois sur le Conseil d’Etat, coordonnées le 12 janvier 1973; 

Sur la proposition du Ministre de la Fonction publique; 


Arrête : 

Article 1 er . L’article 103 de l’arrêté du Gouvernement wallon du 18 décembre 2003 portant le Code de la Fonction 

publique wallonne, remplacé par l’arrêté du Gouvernement wallon du 15 février 2007, est complété par un alinéarédigé 

comme suit : 

« Le nombre d’heures visé aux alinéas 2 et 3 est porté àcent quatre-vingt quand l’agent suit des formations 

universitaires ou de niveau universitaire. ». 

Art. 2. Dans l’article 104 du même arrêté, modifié par l’arrêté du Gouvernement wallon du 15 février 2007, les 

mots « des 120 heures par année » sont remplacés par les mots « du nombre d’heures par année visé àl’article 103 ». 

Art. 3. Le Ministre de la Fonction publique est chargé de l’exécution du présent arrêté. 


Le Ministre Président, 

R. DEMOTTE 

Le Ministre du Développement durable et de la Fonction publique, 

J.-M. NOLLET 

ÜBERSETZUNG 


24. OKTOBER 2013 — Erlass der Wallonischen Regierung zur Abänderung der Artikel 103 und 104 

des Kodex des Wallonischen öffentlichen Dienstes 

[2013/205937] 


Aufgrund des Sondergesetzes vom 8. August 1980 über institutionelle Reformen, insbesondere des durch das 

Sondergesetz vom 8. August 1988 ersetzten Artikels 87, § 3; 

Aufgrund des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 18. Dezember 2003 zur Festlegung des Kodex des 

wallonischen öffentlichen Dienstes; 

Aufgrund des am 22. März 2013 gegebenen Einverständnisses des Ministers für den öffentlichen Dienst; 

Aufgrund des am 22. März 2013 abgegebenen Gutachtens der Finanzinspektion; 

Aufgrund des am 28. März 2013 gegebenen Einverständnisses des Ministers für Haushalt; 

Aufgrund des am 28. Juni 2013 abgeschlossenen Protokolls Nr. 604 des Sektorenausschusses Nr. XVI; 

Aufgrund des am 7. Oktober 2013 in Anwendung des Artikels 84, § 1, Absatz 1, 1 o der am 12. Januar 1973 

koordinierten Gesetze über den Staatsrat abgegebenen Gutachtens 54.121/2 des Staatsrats; 

Auf Vorschlag des Ministers für den öffentlichen Dienst; 


Beschließt: 

Artikel 1 - Artikel 103 des Erlasses der Wallonischen Regierung vom 18. Dezember 2003 zur Festlegung des 

Kodex des Wallonischen öffentlichen Dienstes, ersetzt durch den Erlass der Wallonischen Regierung vom 15. Februar 

2007, wird durch einen Absatz mit folgendem Wortlaut ergänzt: 

ʺ″Die in den Absätzen 2 und 3 angeführte Anzahl Stunden wird auf hundertachtzig erhöht, falls der Bedienstete 

Ausbildungen an einer Universität oder an einer gleichwertigen Hochschule ablegt.ʺ″.


83325 

Art. 2 - In Artikel 104 desselben Erlasses, abgeändert durch den Erlass der Wallonischen Regierung vom 

15. Februar 2007, wird der Wortlaut ʺ″der 120 Stunden pro Jahrʺ″ durch den Wortlaut ʺ″der in Artikel 103 angeführten 

Anzahl Stunden pro Jahrʺ″ ersetzt. 

Art. 3 - Der Minister für den öffentlichen Dienst wird mit der Durchführung des vorliegenden Erlasses 

beauftragt. 



R. DEMOTTE 

Der Minister für nachhaltige Entwicklung und den öffentlichen Dienst 

J.-M. NOLLET 

VERTALING 


[2013/205937] 

24 OKTOBER 2013. — Besluit van de Waalse Regering tot wijziging van de artikelen 103 en 104 

van de Waalse Ambtenarencode 


Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, inzonderheid op artikel 87, § 3, 

vervangen bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988; 

Gelet op het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de Waalse ambtenarencode; 

Gelet op de instemming van de Minister van Ambtenarenzaken, gegeven op 22 maart 2013; 

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 22 maart 2013; 

Gelet op de instemming van de Minister van Begroting, gegeven op 28 maart 2013; 

Gelet op het onderhandelingsprotocol nr. 604 van Sectorcomité nr. XVI, opgesteld op 28 juni 2013; 

Gelet op het advies 54.121/2 van de Raad van State, gegeven op 7 oktober 2013, overeenkomstig artikel 84, § 1, 


Op de voordracht van de Minister van Ambtenarenzaken; 


Besluit : 

Artikel 1. Artikel 103 van het besluit van de Waalse Regering van 18 december 2003 houdende de 

Waalse ambtenarencode, vervangen door het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, wordt aangevuld 

met volgend lid : 

ʺ″ Het aantal uren bedoeld in lid 2 en 3 wordt op honderd tachtig gebracht wanneer de ambtenaar universitaire 

opleidingen of opleidingen van universitair niveau volgt. ʺ″. 

Art. 2. In artikel 104 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het besluit van de Waalse Regering van 15 februari 2007, 

worden de woorden ʺ″van de 120 uur per jaarʺ″ vervangen door de woorden ʺ″van het aantal uren per jaar bedoeld in 

artikel 103ʺ″. 

Art. 3. De Minister van Ambtenarenzaken is belast met de uitvoering van dit besluit. 



R. DEMOTTE 

De Minister van Duurzame Ontwikkeling en Ambtenarenzaken, 

J.-M. NOLLET 

REGION DE BRUXELLES-CAPITALE — BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST 

COMMISSION COMMUNAUTAIRE COMMUNE 

DE BRUXELLES-CAPITALE 

[C − 2013/31846] 

10 OCTOBRE 2013. — Arrêté du Collège réuni de la Commission 

communautaire commune déterminant les règles relatives à l’intervention 

financière de la Commission communautaire commune 

dans la construction, l’extension, la transformation, l’équipement 

et l’appareillage d’hôpitaux et de maisons de soins psychiatriques. 

— Avis rectificatif 

Au Moniteur belge n° 313 du 23 octobre 2013, page 75.501, il y a lieu 

d’apporter la modification suivante dans l’article 1 er , 12° : 

Remplacer le mot « subventionnée » par les mots « non subventionnée 

». 

GEMEENSCHAPPELIJKE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE 

VAN BRUSSEL-HOOFDSTAD 

[C − 2013/31846] 

10 OKTOBER 2013. — Besluit van het Verenigd College van de 

Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot bepaling van 

de regels betreffende de financiële tegemoetkoming van de Gemeenschappelijke 

Gemeenschapscommissie in de bouw, de uitbreiding, 

de verbouwing, de uitrusting en de apparatuur van ziekenhuizen 

en psychiatrische verzorgingstehuizen. — Rechtzetting 

In het Belgisch Staatsblad nr. 313 van 23 oktober 2013, bladzijde 75.501, 

moet de volgende correctie worden aangebracht in artikel 1, 12° : 

Het woord « gesubsidieerde » vervangen door de woorden « niet 

gesubsidieerde ».


AUTRES ARRETES — ANDERE BESLUITEN 


PERSONNEL ET ORGANISATION 

Personnel. — Promotion 

[C − 2013/02057] 

Par arrêté royal du 14 octobre 2013, M. HABOUN, Samir, est promu 

par avancement à la classe supérieure dans la classe A2 au Service 

public fédéral Personnel et Organisation dans un emploi du cadre 

linguistique français, à partir du 1 er septembre 2013. 

Conformément aux lois coordonnées sur le Conseil d’Etat, un recours 

peut être introduit endéans les soixante jours après cette publication. La 

requête doit être envoyée sous pli recommandé àla poste, au Conseil 

d’Etat, rue de la Science 33, à 1040 BRUXELLES. 

* 


PERSONEEL EN ORGANISATIE 

Personeel. — Bevordering 

[C − 2013/02057] 

Bij koninklijk besluit van 14 oktober 2013 wordt de heer HABOUN, 

Samir, bevorderd door verhoging naar de hogere klasse in de klasse A2 

bij de Federale Overheidsdienst Personeel en Organisatie in een 

betrekking van het Frans taalkader, met ingang van 1 september 2013. 

Overeenkomstig de gecoördineerde wetten op de Raad van State kan 

beroep worden ingediend binnen de zestig dagen na deze bekendmaking. 

Het verzoekschrift hiertoe dient bij ter post aangetekende brief 

aan de Raad van State, Wetenschapsstraat 33, te 1040 BRUSSEL, te 

worden toegezonden. 


[C − 2013/03361] 

21 OCTOBRE 2013. — Arrêté ministériel portant nomination des 

membres du comité de gestion de l’entreprise d’Etat ʺ″Monnaie 

royale de Belgiqueʺ″ 

Le Ministre des Finances 

Vu l’arrêté royal du 5 août 1992 portant règlement organique de la 

Monnaie Royale de Belgique, notamment l’article 1 er quater, inséré par 

l’arrêté royal du 13 avril 1997; 

Sur proposition du Président du comité de gestion de l’entreprise 

d’Etat ʺ″Monnaie Royale de Belgiqueʺ″, 


[C − 2013/03361] 

21 OKTOBER 2013. — Ministerieel besluit houdende de aanduiding 

van de leden van het beheerscomité van het Staatsbedrijf ʺ″Koninklijke 

Munt van Belgiëʺ″ 

De Minister van Financiën 

Gelet op het Koninklijk besluit van 5 augustus 1992 houdende het 

organiek reglement van de Koninklijke Munt van België, inzonderheid 

op artikel 1 quater, ingevoegd bij koninklijk besluit van 13 april 1997; 

Op voorstel van de Voorzitter van het beheerscomité van het 

Staatsbedrijf ʺ″Koninklijke Munt van Belgiëʺ″, 

Arrête : 

Article 1 er . A partir du 1 er novembre 2013 : 

- Démission honorable est accordée à madame Viviane Buydens, 

conseiller général, de sa fonction de membre du comité de gestion de 

l’entreprise d’Etat «Monnaie Royale de Belgique »; 

- Monsieur Victor De Robiano, conseiller, est nommé comme membre 

du comité de gestion, en remplacement de madame Viviane Buydens, 

dont il achèvera le mandat; 

- Madame Nadine Genard, expert financier et administratif, est 

nommée comme membre suppléant du comité de gestion, en remplacement 

de monsieur Victor De Robiano, dont elle achèvera le mandat. 


K. GEENS 

Besluit : 

Artikel 1. Met ingang van 1 november 2013 : 

- Aan mevrouw Viviane Buydens, adviseur-generaal, wordt eervol 

ontslag verleend uit haar mandaat van lid van het beheerscomité van 

het Staatsbedrijf ʺ″Koninklijke Munt van Belgiëʺ″; 

- De heer Victor De Robiano , adviseur, wordt benoemd tot lid van 

het beheerscomité ter vervanging van mevrouw Viviane Buydens 

wiens mandaat hij zal voleindigen; 

- Mevrouw Nadine Genard, financieel en administratief deskundige, 

wordt benoemd tot plaatsvervangend lid van het beheerscomité ter 

vervanging van de heer Victor De Robiano wiens mandaat ze zal 

voleindigen. 


* 

K. GEENS 



[C − 2013/22554] 

Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Comité de l’assurance 

soins de santé. — Démission et nomination d’un membre 

Par arrêté royal du 18 octobre 2013, qui entre en vigueur le jour de la 

présente publication, démission honorable de ses fonctions de membre 

effectif du Comité de l’assurance soins de santé de l’Institut national 

d’assurance maladie-invalidité, est accordée à M. NEELS Leo. 



[C − 2013/22554] 

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Comité van 

de verzekering voor geneeskundige verzorging. — Ontslag en 

benoeming van een lid 

Bij koninklijk besluit van 18 oktober 2013, dat in werking treedt de 

dag van deze bekendmaking, wordt eervol ontslag uit zijn functies van 

werkend lid van het Comité van de verzekering voor geneeskundige 

verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, 

verleend aan de heer NEELS Leo. 

Par le même arrêté, Mme RUTTEN Catherine, est nommée en qualité 

de membre effectif audit Comité, au titre de représentante d’une 

organisation représentative de l’ensemble des employeurs, en remplacement 

de M. NEELS Leo, pour un terme expirant le 29 septembre 2018. 

Bij hetzelfde besluit, wordt mevrouw RUTTEN Catherine, benoemd 

in de hoedanigheid van werkend lid bij genoemd comité, als vertegenwoordigster 

van een representatieve werkgeversorganisatie, ter vervanging 

van de heer NEELS Leo, voor een termijn verstrijkend op 

29 september 2018.


83327 



[C − 2013/22559] 

Institut national d’assurance maladie-invalidité. — Conseil technique 

des moyens diagnostiques et de matériel de soins, institué 

auprès du Service des soins de santé. — Démission et nomination 

d’un membre 

Par arrêté royal du 18 octobre 2013, démission honorable de ses 

fonctions de membre du Conseil technique des moyens diagnostiques 

et de matériel de soins, institué auprès du Service des soins de santé 

de l’Institut national d’assurance maladie-invalidité, est accordée à 

M. KELCHTERMANS, Henri, membre effectif. 

Par le même arrêté, Mme PROFILI, Francine, est nommée audit 

Conseil, au titre de représentante d’un organisme assureur, en qualité 

de membre effectif, en remplacement de M. KELCHTERMANS, Henri, 

dont elle achèvera le mandat. 



[C − 2013/22559] 

Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering. — Technische 

Raad voor diagnostische middelen en verzorgingsmiddelen, ingesteld 

bij de Dienst voor geneeskundige verzorging. — Ontslag en 

benoeming van een lid 

Bij koninklijk besluit van 18 oktober 2013, wordt eervol ontslag uit 

zijn functies van lid van de Technische raad voor diagnostische 

middelen en verzorgingsmiddelen, ingesteld bij de Dienst voor geneeskundige 

verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering, 

verleend aan de heer KELCHTERMANS, Henri, werkend 

lid. 

Bij hetzelfde besluit, wordt Mevr. PROFILI, Francine, benoemd bij 

genoemde Raad, als vertegenwoordigster van een verzekeringsinstelling, 

in de hoedanigheid van werkend lid, ter vervanging van de heer 

KELCHTERMANS, Henri, wiens mandaat zij zal voleindigen. 

* 


[C − 2013/07233] 

Forces armées. — Fonction spéciale. — Commission 

Par arrêté royal n° 9563 du 17 juin 2013, le colonel breveté 

d’état-major Devos, J. est commissionné le 17 juin 2013, pour la durée 

de la mission, au grade de général de brigade pour exercer la fonction 

de Deputy Chief of Staff Training & Resources auprès de l’EURO- 

CORPS. 


[C − 2013/07233] 

Krijgsmacht. — Speciale functie. — Aanstelling 

Bij koninklijk besluit nr. 9563 van 17 juni 2013, wordt kolonel 

stafbrevethouder J. Devos op 17 juni 2013, voor de duur van de 

opdracht, aangesteld in de graad van brigadegeneraal om de functie uit 

te oefenen van Deputy Chief of Staff Training & Resources bij het 

EUROCORPS. 

* 


[C − 2013/07234] 

Forces armées. — Mise à la pension 

Par arrêté royal n° 9564 du 19 juin 2013, le lieutenant-colonel 

administrateur militaire Bauwens, E., est mis à la pension le 1 er avril 2014. 


Krijgsmacht. — Pensionering 

[C − 2013/07234] 

Bij koninklijk besluit nr. 9564 van 19 juni 2013, wordt luitenantkolonel 

militair administrateur E. Bauwens, op pensioen gesteld op 

1 april 2014. 

* 


DE PROGRAMMATION POLITIQUE SCIENTIFIQUE 

[C − 2013/21118] 


21 mai 2013 fixant la composition du Conseil scientifique des 

Musées royaux d’Art et d’Histoire 

PROGRAMMATORISCHE 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST WETENSCHAPSBELEID 

[C − 2013/21118] 


koninklijk besluit van 21 mei 2013 houdende samenstelling van de 

Wetenschappelijke Raad van de Koninklijke Musea voor Kunst en 

Geschiedenis 



Vu les articles 37 et 107, alinéa 2 de la Constitution; 

Vu l’arrêté royal du 20 avril 1965 fixant le statut organique des 

établissements scientifiques fédéraux, l’article 7, remplacé par l’arrêté 

royal du 25 février 2008; 

Vu l’arrêté royal du 21 mai 2013 fixant la composition du Conseil 

scientifique des Musées royaux d’Art et d’Histoire; 



Gelet op artikelen 37 en 107, tweede lid van de Grondwet; 

Gelet op het koninklijk besluit van 20 april 1965 tot vaststelling van 

het organiek statuut van de federale wetenschappelijke instellingen, op 

artikel 7, vervangen bij het koninklijk besluit van 25 februari 2008; 

Gelet op het koninklijk besluit van 21 mei 2013 houdende samenstelling 

van de Wetenschappelijke Raad bij de Koninklijke Musea voor 

Kunst en Geschiedenis;


Vu les propositions formulées par le Directeur général a.i. des Musées 

royaux d’Art et d’Histoire dans ses lettres des 11 juin 2013 et 

12 août 2013; 

Sur la proposition de Notre Secrétaire d’Etat à la Politique scientifique, 

Gelet op de voorstellen geformuleerd door de Algemeen Directeur 

a.i. van de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in zijn 

brieven van 11 juni 2013 en 12 augustus 2013; 

Op de voordracht van Onze Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, 


Article 1 er . Dans l’article 1 er de l’arrêté royal du 21 mai 2013 fixant 

la composition du Conseil scientifique des Musées royaux d’Art et 

d’Histoire, sont apportées les modifications suivantes : 

1° le point b) est modifié comme suit : 

les mots « Mme M. Lambrecht, Chef de section a.i. » sont remplacés 

par les mots « Mme A. De Poorter, chef de section a.i. ». 

2° le point b) est complété comme suit : 

« - Mme S. Willaert, Chef de section a.i. ». 

3° le point c) est complété comme suit : 

« - M. L. Verslyphe, professeur à l’Université catholique de Louvain 

». 

Art. 2. Le présent arrêté produit ses effets le 1 er juin 2013. 

Art. 3. Notre Secrétaire d’Etat à la Politique scientifique est chargé 



PHILIPPE 

Par le Roi : 

Le Secrétaire d’Etat à la Politique scientifique, 

Ph. COURARD 


Artikel 1. In artikel 1 van het koninklijk besluit van 21 mei 2013 

houdende samenstelling van de Wetenschappelijke Raad van de 

Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, worden de volgende 


1° punt b) wordt gewijzigd als volgt : 

de woorden « Mevr. M. Lambrecht, Afdelingshoofd a.i. » worden 

vervangen door de woorden « Mevr. A. De Poorter, Afdelingshoofd 

a.i. ». 

2° punt b) wordt aangevuld als volgt : 

« - Mevr. S. Willaert, Afdelingshoofd a.i. ». 

3° punt c) wordt aangevuld als volgt : 

« - de heer L. Verslyphe, professor aan de « Université catholique de 

Louvain ». ». 

Art. 2. Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 2013. 

Art. 3. Onze Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid is belast met 



FILIP 


De Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, 

Ph. COURARD 







18 OKTOBER 2013. — Toekenning van een andere dienstaanwijzing 

door herplaatsing aan mevrouw Annita Stevens 

[2013/205935] 

Bij besluit van de Vlaamse Regering van 18 oktober 2013 wordt het volgende bepaald : 

Artikel 1. Mevrouw Annita Stevens, adjunct-directeur-generaal, personeelsnummer : 208369, wordt met ingang 

van 1 november 2013 herplaatst naar het extern verzelfstandigd agentschap de Vlaamse Landmaatschappij. 

Art. 2. De Vlaamse minister, bevoegd voor de landinrichting en het natuurbehoud, is belast met de uitvoering van 

het besluit. 

* 


Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed 

Provincie Oost-Vlaanderen. — Ruimtelijke Ordening 

[C − 2013/36023] 

NINOVE. — Bij besluit van 26 september 2013 heeft de Deputatie van de provincie Oost-Vlaanderen het 

Gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan ʺ″Schoolomgeving Appelterreʺ″ van de stad Ninove goedgekeurd.


83329 

REGION WALLONNE — WALLONISCHE REGION — WAALS GEWEST 


Pouvoirs locaux 

[C − 2013/27218] 

MALMEDY. — Un arrêté ministériel du 27 août 2013 réforme les modifications budgétaires n° 1 pour 

l’exercice 2013 de la ville de Malmedy votées en séance du conseil communal en date du 20 juin 2013 :



83331 

ÜBERSETZUNG 


Lokale Behörden 

[C − 2013/27218] 

MALMEDY — Durch Ministerialerlass vom 27. August 2013 werden die Haushaltsplanabänderungen Nr. 1 für das 

Haushaltsjahr 2013 der Stadt Malmedy, über die in der Sitzung des Gemeinderats vom 20. Juni 2013 abgestimmt wurde, 

reformiert:



83333 


[2013/205866] 

Direction générale opérationnelle Agriculture, Ressources naturelles et Environnement. — Office wallon des 

déchets. — Acte modifiant l’acte du 27 février 2013 procédant à l’enregistrement de la SPRL LMC TEX, en 

qualité de collecteur et de transporteur de déchets autres que dangereux 

L’Inspecteur général, 

Vu le décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, tel que modifié; 

Vu le décret fiscal du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des déchets en Région wallonne et 

portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement et au contentieux en matière 

de taxes régionales directes; 

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 10 juillet 1997 établissant un catalogue des déchets, modifié par l’arrêté 

du Gouvernement wallon du 24 janvier 2002, partiellement annulé par l’arrêt n o 94.211 du Conseil d’Etat du 

22 mars 2001; 

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 relatif à l’enregistrement des collecteurs et 

transporteurs de déchets autres que dangereux; 

Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets; 

Vu l’acte du 27 février 2013 procédant à l’enregistrement de la SPRL LMC TEX, en qualité de collecteur et de 

transporteur de déchets autres que dangereux; 

Vu le courrier de la SPRL LMC TEX, du 16 septembre 2013; 

Considérant que la requérante a fourni toutes les indications requises par l’article 4, § 2, de l’arrêté du 

Gouvernement wallon du 13 novembre 2003 susvisé, 

Acte : 

Article 1 er . Les paragraphes 2 et 3 de l’article 1 er de l’acte 2013-02-27-05 procédant à l’enregistrement de la 

SPRL LMC TEX, sise rue du Tournai 172, à 7972 Quevauchamps, en qualité de collecteur et de transporteur de déchets 

autres que dangereux sont modifiés comme suit : 

«§2. Le présent enregistrement porte sur la collecte et le transport des déchets suivants : 

-déchets inertes; 

-déchets ménagers et assimilés; 

-déchets industriels ou agricoles non dangereux. 

§ 3. Le présent enregistrement exclut la collecte et le transport des déchets suivants : 

-déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1; 

-déchets dangereux; 

- huiles usagées; 

- PCB/PCT; 

-déchets animaux; 

-déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B2. ». 

Namur, le 19 septembre 2013. 

A. HOUTAIN 

* 


[2013/205860] 


déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL Ducarmois, en qualité de transporteur de déchets 

autres que dangereux 








22 mars 2001; 




Vu la demande introduite par la SPRL Ducarmois, le 28 août 2013; 



Acte : 

Article 1 er . § 1 er . La SPRL Ducarmois, sise rue d’Houtaing 109, à 7812 Houtaing (numéro Banque-Carrefour des 

Entreprises ou de T.V.A. : BE0844945521), est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres que dangereux. 

L’enregistrement est identifié par le numéro 2013-09-16-21. 

§ 2. Le présent enregistrement porte sur le transport des déchets suivants : 


-déchets industriels ou agricoles non dangereux.


§ 3. Le présent enregistrement exclut le transport des déchets suivants : 



- PCB/PCT; 




-déchets ménagers et assimilés. 

Art. 2. Le transport des déchets repris à l’article 1 er , § 2, est autorisé sur l’ensemble du territoire de la Région 

wallonne. 

Le transport n’est autorisé que lorsque celui-ci est effectué sur ordre d’un producteur de déchets ou sur ordre d’un 

collecteur enregistré de déchets. 

Art. 3. Le transport de déchets est interdit entre 23 heures et 5 heures. 

Art. 4. Les dispositions du présent enregistrement ne dispensent pas l’impétrante du respect des prescriptions 

requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables. 

Art. 5. § 1 er . Le présent enregistrement ne préjudicie en rien au respect de la réglementation relative au transport 

de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer. 

§ 2. Une lettre de voiture entièrement complétée et signée, ou une note d’envoi, doit accompagner le transport des 

déchets. Ces documents doivent au moins mentionner les données suivantes : 

a) la description du déchet; 

b) la quantité exprimée en kilogrammes ou en litres; 

c) la date du transport; 

d) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui a remis des 

déchets; 

e) la destination des déchets; 

f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du collecteur; 

g) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur. 

§ 3. La procédure visée au § 2 reste d’application jusqu’à l’entrée en vigueur du bordereau de suivi des déchets visé 

à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets. 

Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport. 

Art. 7. § 1 er .L’impétrante remet à la personne dont elle a reçu des déchets une attestation mentionnant : 

a) son nom ou dénomination, adresse ou siège social; 

b) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social de la personne physique ou morale qui lui a remis des 

déchets; 

c) la date et le lieu de la remise; 

d) la quantité de déchets remis; 

e) la nature et le code des déchets remis; 

f) le nom ou la dénomination, l’adresse ou le siège social du transporteur des déchets. 

§ 2. Un double de l’attestation prévue au § 1 er est tenu par l’impétrante pendant cinq ans à disposition de 

l’administration. 

Art. 8. § 1 er .L’impétrante transmet annuellement à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des 

déchets, une déclaration de transport de déchets. 

La déclaration est transmise au plus tard le soixantième jour suivant l’expiration de l’année de référence. La 

déclaration est établie selon les formats définis par l’Office wallon des déchets. 

§ 2. L’impétrante conserve une copie de la déclaration annuelle pendant une durée minimale de cinq ans. 

Art. 9. Afin de garantir et de contrôler la bonne fin des opérations de transport, l’impétrante transmet à l’Office 

wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, en même temps que sa déclaration annuelle les informations 

suivantes : 

1 o les numéros d’immatriculation des véhicules détenus en propre ou en exécution de contrats passés avec des tiers 

et affectés au transport des déchets; 

2 o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport. 

Art. 10. En exécution de l’article 18, § 1 er , du décret du 22 mars 2007 favorisant la prévention et la valorisation des 

déchets en Région wallonne et portant modification du décret du 6 mai 1999 relatif à l’établissement, au recouvrement 

et au contentieux en matière de taxes régionales directes, l’impétrante transmet trimestriellement à l’Office wallon des 

déchets, Direction des Instruments économiques, une déclaration fiscale sur base des modèles communiqués par 

l’Office wallon des déchets. 

Art. 11. Si l’impétrante souhaite renoncer, en tout ou en partie, au transport des déchets désignés dans le présent 

enregistrement, elle en opère notification à l’Office wallon des déchets, Direction de la Politique des déchets, qui en 

prend acte.


83335 

Art. 12. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au Règlement 1013/2006/CE concernant les 

transferts de déchets, au décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets, à leurs arrêtés d’exécution, l’enregistrement peut, 

aux termes d’une décision motivée, être radié, après qu’ait été donnée à l’impétrante la possibilité de faire valoir ses 

moyens de défense et de régulariser la situation dans un délai déterminé. 

En cas d’urgence spécialement motivée et pour autant que l’audition de l’impétrante soit de nature à causer un 

retard préjudiciable à la sécurité publique, l’enregistrement peut être radié sans délai et sans que l’impétrante n’ait été 

entendue. 

Art. 13. § 1 er .L’enregistrement vaut pour une période de cinq ans. 

§ 2. La demande de renouvellement dudit enregistrement est introduite dans un délai précédant d’un mois la limite 

de validité susvisée. 


Ir A. HOUTAIN 

* 


[2013/205861] 


déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la « SP Zoo Global Trans », en qualité de transporteur de 

déchets autres que dangereux 








22 mars 2001; 




Vu la demande introduite par la « SP Zoo Global Trans », le 6 août 2013; 



Acte : 

Article 1 er . § 1 er . La « SP Zoo Global Trans », sise Konstytucji 3 Maja 18, à PL-72 100 Goleniow (numéro 

Banque-Carrefour des Entreprises ou de T.V.A. : PL8561766979), est enregistrée en qualité de transporteur de déchets 

autres que dangereux. 








- PCB/PCT; 






wallonne. 







de marchandises par route, par voie d’eau ou par chemin de fer.








déchets; 










déchets; 














suivantes : 











prend acte. 







entendue. 





Ir A. HOUTAIN


83337 


[2013/205862] 


déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SARL Europe Navigation, en qualité de transporteur de 

déchets autres que dangereux 








22 mars 2001; 




Vu la demande introduite par la SARL Europe Navigation, le 27 août 2013; 



Acte : 

Article 1 er . § 1 er . La SARL Europe Navigation, sise route de Chéroy 6, à F-77940 Blennes (numéro Banque- 

Carrefour des Entreprises ou de T.V.A. : FR27488306929), est enregistrée en qualité de transporteur de déchets autres 

que dangereux. 








- PCB/PCT; 






wallonne. 














déchets; 





à l’article 9 du décret du 27 juin 1996 relatif aux déchets.






déchets; 














suivantes : 











prend acte. 







entendue. 





Ir A. HOUTAIN 

* 


[2013/205863] 


déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de l’ASBL Le Renouveau, en qualité de transporteur de déchets 

autres que dangereux 








22 mars 2001; 



Vu l’arrêté du Gouvernement wallon du 19 juillet 2007 concernant les transferts de déchets;


83339 

Vu la demande introduite par l’ASBL Le Renouveau, le 9 septembre 2013; 



Acte : 

Article 1 er . § 1 er .L’ASBL Le Renouveau, sise rue des Juifs 47, à 7950 Grosage (numéro Banque-Carrefour des 









- PCB/PCT; 






wallonne. 














déchets; 










déchets; 














suivantes : 



2 o la liste des chauffeurs affectés aux activités de transport.









prend acte. 







entendue. 





Ir A. HOUTAIN 

* 


[2013/205864] 


déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la SPRL T.C.L.P., en qualité de transporteur de déchets autres 

que dangereux 








22 mars 2001; 




Vu la demande introduite par la SPRL T.C.L.P., le 3 septembre 2013; 



Acte : 

Article 1 er . § 1 er . La SPRL T.C.L.P., sise rue de Romerée 28, à 5680 Doische (numéro Banque-Carrefour des 









- PCB/PCT; 






wallonne. 





requises ou imposées par d’autres textes législatifs applicables.


83341 









déchets; 










déchets; 














suivantes : 











prend acte. 







entendue. 





Ir A. HOUTAIN



[2013/205865] 


déchets. — Acte procédant à l’enregistrement de la « KFT Vandor Intertrans Nemzetkozi Fuvarozo », en qualité 

de transporteur de déchets autres que dangereux 








22 mars 2001; 




Vu la demande introduite par la « KFT Vandor Intertrans Nemzetkozi Fuvarozo », le 2 septembre 2013; 



Acte : 

Article 1 er . § 1 er . La « KFT Vandor Intertrans Nemzetkozi Fuvarozo », sise hrsz 035/2, à HU-8912 Nagypali 

(numéro Banque-Carrefour des Entreprises ou de T.V.A. : HU23466391), est enregistrée en qualité de transporteur de 

déchets autres que dangereux. 




-déchets ménagers et assimilés; 





- PCB/PCT; 



-déchets d’activités hospitalières et de soins de santé de classe B1. 


wallonne. 














déchets; 






Art. 6. Une copie du présent enregistrement doit accompagner chaque transport.


83343 




déchets; 














suivantes : 











prend acte. 

Art. 12. Sur base d’un procès-verbal constatant une infraction au règlement 1013/2006/CE concernant les 






entendue. 





Ir A. HOUTAIN 

AVIS OFFICIELS — OFFICIELE BERICHTEN 

SELOR 

BUREAU DE SELECTION DE L’ADMINISTRATION FEDERALE 

[2013/205998] 

Sélection comparative de conseillers audit interne - coordinateurs 

(m/f) (niveau A3), francophones, pour le SPF Justice (AFG13170) 

Une liste de 10 lauréats maximum, valable un an, sera établie après 

la sélection. 

Outre cette liste des lauréats, une liste spécifique des lauréats (qui 

reste valable quatre ans) présentant un handicap est établie. 

Conditions d’admissibilité : 

1. Diplômes requis à la date limite d’inscription : 

• diplôme de licencié/master, docteur, pharmacien, agrégé, ingénieur, 

ingénieur industriel, architecte, maître (diplôme de base du 

2 e cycle) reconnus et délivrés par les universités belges et les 

établissements d’enseignement supérieur de type long, après au moins 

quatre ans d’études ou par un jury de l’Etat ou l’une des Communautés; 

SELOR 

SELECTIEBUREAU VAN DE FEDERALE OVERHEID 

[2013/205998] 

Vergelijkende selectie van Nederlandstalige adviseurs interne audit 

- coördinators (m/v) (niveau A3) voor de FOD Justitie (ANG13167) 

Na de selectie wordt een lijst met maximum 10 geslaagden aangelegd, 

die één jaar geldig blijft. 

Naast deze lijst van geslaagden wordt een bijzondere lijst opgesteld 

(die vier jaar geldig blijft) van de personen met een handicap die 

geslaagd zijn. 

Toelaatbaarheidsvereisten : 

1. Vereiste diploma’s op de uiterste inschrijvingsdatum : 

• diploma van licentiaat/master, arts, doctor, apotheker, geaggregeerde 

van het onderwijs, ingenieur, industrieel ingenieur, architect, 

meester (basisopleiding van 2 cycli), erkend en uitgereikt door de 

Belgische universiteiten en de instellingen voor hoger onderwijs van 

het lange type, voor zover de studies ten minste vier jaar hebben omvat, 

of door een door de Staat of een van de Gemeenschappen ingestelde 

examencommissies;


• certificats délivrés aux lauréats de l’Ecole royale militaire qui 

peuvent porter le titre d’ingénieur civil ou de licencié/master. 

2. Expérience requise à la date limite d’inscription : minimum six ans 

d’expérience professionnelle pertinente dans le domaine du soutien au 

management (conseiller sur le contenu de dossiers), dont au moins 

minimum deux années d’expérience dans le domaine de la gestion 

organisationnelle (contrôle interne) dans au moins deux des tâches 

suivantes : 

analyse et gestion des risques; 

définition d’objectifs de contrôle; 

donner des recommandations; 

3. Cette fonction est également accessible par promotion ou par 

mobilité aux fonctionnaires fédéraux remplissant les conditions suivantes 

: 

• promotion : 

° soit minimum quatre ans d’ancienneté dans la classe A2; 

° soit une ancienneté de six ans dans les classes A1 et A2 et être 

nommé àla date du 1 er décembre 2004; 

• mobilité : 

° soit être nommé en classe A3; 

° soit minimum quatre ans d’ancienneté dans la classe A2; 

° soit une ancienneté de six ans dans la classe A1 et A2 et être 

nommé àla date du 1 er décembre 2004. 

Les fonctionnaires fédéraux de niveau A3 qui travaille pour l’organisme 

recruteur, ne peuvent pas participer à cette sélection. 

Si vous êtes déjà fonctionnaire fédéral et vous ne travaillez pas pour 

l’organisme qui recrute, téléchargez une preuve de nomination de 

niveau A1, A2 ou A3 (arrêté de nomination, extrait du Moniteur belge, 

preuve de votre employeur, prestation de serment ou arrêté d’accession) 

avant la date limite d’inscription et mentionnez l’historique 

complet de votre expérience professionnelle, emploi actuel inclus. Si 

vous avez déjà téléchargé votre preuve de nomination dans votre CV en 

ligne, inutile de répéter à nouveau cette opération. Si vous ne parvenez 

pas à télécharger votre preuve de nomination, vous pouvez contacter la 

personne de contact mentionnée sous « Données de contact SELOR ». 

• getuigschrift uitgereikt aan de laureaten van de Koninklijke 

Militaire School en die gerechtigd zijn tot het voeren van de titel van 

burgerlijk ingenieur of van licentiaat/master. 

2. Vereiste ervaring op de uiterste inschrijvingsdatum : een relevante 

professionele ervaring van minstens zes jaar in het domein van 

managementondersteuning (geven van inhoudelijke adviezen over 

dossiers) waarvan minimum twee jaar binnen het domein van organisatiebeheersing 

(interne controle) binnen minstens twee van volgende 

taken : 

risicoanalyse en risicobeheersing; 

definiëren van controledoelstellingen; 

aanbevelingen geven. 

3. Deze functie is ook toegankelijk via promotie of mobiliteit voor 

federale ambtenaren die aan volgende voorwaarden voldoet : 

• via promotie : 

o hetzij minstens vier jaar anciënniteit in de klasse A2; 

o hetzij met een anciënniteit van zes jaar in klasses A1 en A2 en 

benoemd geweest zijn op datum van 1 december 2004; 

• via mobiliteit : 

o hetzij benoemd zijn in klasse A3; 

o hetzij minstens vier jaar anciënniteit in de klasse A2; 

o hetzij minstens een anciënniteit van zes jaar in klasses A1 en A2 

en benoemd geweest zijn op datum van 1 december 2004. 

Federale ambtenaren van niveau A3 die werken voor de rekruterende 

instelling, kunnen niet deelnemen aan de selectie. 

Als je al federaal ambtenaar bent en nog niet werkt voor de 

rekruterende instelling, laad je je bewijs van benoeming op niveau A1, 

A2 of A3 (benoemingsbesluit, uittreksel uit het Belgisch Staatsblad, 

bewijs van je werkgever, bevorderingsbesluit of bewijs van eedaflegging) 

op vóór de uiterste inschrijvingsdatum en vul je volledige 

professionele ervaring in, inclusief je huidige job. Als dit bewijs van 

benoeming al werd opgeladen in je online-CV, moet je dit niet opnieuw 

doen. Als je twijfelt, kan je contact opnemen met de contactpersoon van 

SELOR die vermeld wordt bij ’Contactgegevens SELOR’. 

Les fonctionnaires fédéraux qui s’inscrivent via la mobilité interne ou 

la promotion ne doivent pas remplir les conditions liées au diplôme. 

Vous pouvez poser votre candidature jusqu’au 18 novembre 2013 via 

www.selor.be 

La description de fonction (reprenant le contenu de la fonction, la 

procédure de sélection,...) est disponible auprès du SELOR (ligne 

info 0800-505 55) ou via www.selor.be 

* 

Federale ambtenaren die zich kandidaat stellen via mobiliteit dienen 

de diplomavoorwaarden niet in te vullen. 

Solliciteren kan tot 18 november 2013 via www.selor.be 

De gedetailleerde functiebeschrijving (jobinhoud, selectieprocedure,...) 

kan u verkrijgen bij SELOR (via de infolijn 0800-505 54) of op 

www.selor.be 


Administration du cadastre, de l’enregistrement et des domaines 

Publications prescrites par l’article 770 

du Code civil 

Succession en déshérence de Stoquart, Guy 

[2013/55199] 


Administratie van het kadaster, registratie en domeinen 

Bekendmakingen voorgeschreven bij artikel 770 

van het Burgerlijk Wetboek 

Erfloze nalatenschap van Stoquart, Guy 

[2013/55199] 

Guy Stoquart, né à Saint-Ghislain le 1 er août 1937, domicilié à 

Colfontaine (Pâturages), rue Louis Pépin 124, Mons (Jemappes), rue 

Rabelais 14, est décédé àColfontaine le 11 mars 2013, sans laisser de 

successeur connu. 

De heer Guy Stoquart, geboren te Saint-Ghislain op 1 augustus 1937, 

wonende te Colfontaine (Pâturages), rue Louis Pépin 124, is overleden 

te Colfontaine op 11 maart 2013, zonder gekende erfopvolger na te 

laten. 

Avant de statuer sur la demande de l’Administration de la T.V.A., de 

l’enregistrement et des domaines tendant à obtenir, au nom de l’Etat, 

l’envoi en possession de la succession, le tribunal de première instance 

de Mons, a, par jugement du 24 juin 2012, prescrit les publications et les 

affiches prévues par l’article 770 du Code civil. 

Alvorens te beslissen over de vraag van de Administratie van de btw, 

registratie en domeinen, namens de Staat, tot inbezitstelling van de 

nalatenschap, heeft de rechtbank van eerste aanleg van Bergen, bij 

beschikking van 24 juni 2013, de bekendmakingen en aanplakkingen 

voorzien bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek bevolen. 

Mons, le 22 juillet 2013. 

Le directeur a.i., 

Ch. Honorez. 

Bergen, 22 juli 2013. 

De directeur a.i., 

Ch. Honorez.


83345 

Succession en déshérence de Hunebelle, Geneviève 

Marie Thérèse Henriette 

(55200) 

Erfloze nalatenschap van Hunebellle, Geneviève 

Marie Thérèse Henriette 

(55200) 

Mme Hunebelle, Geneviève Marie Thérèse Henriette, née à Jemeppesur-Meuse 

le 21 juillet 1931, célibataire, domiciliée à Awans, rue Rond 

du Roi Albert 16, est décédée à Awans le 30 janvier 2012, sans laisser de 

successeur connu. 

Avant de statuer sur la demande de l’Administration du Cadastre, de 

l’enregistrement et des domaines tendant à obtenir, au nom de l’Etat, 

l’envoi en possession de la succession, le tribunal de première instance 

de Liège, a, par ordonnance du 4 juillet 2013, prescrit les publications et 

affiches prévues par l’article 770 du Code civil. 

Liège, le 22 juillet 2013. 

Le directeur régional de l’enregistrement et des domaines ad interim, 

M. Ninane. 

(55200) 

* 

Mevr. Hunebelle, Geneviève Marie Thérèse Henriette, geboren te 

Jemeppe-sur-Meuse op 21 juillet 1931, ongehuwd, wonende te Awans, 

rue Rond du Roi Albert 16, is overleden te Awans op 30 januari 2012, 

zonder gekende erfopvolger na te laten. 

Alvorens te beslissen over de vraag van de Administratie van het 

kadaster, registratie en domeinen, namens de Staat, tot inbezitstelling 

van de nalatenschap, heeft de rechtbank van eerste aanleg van Luik, bij 

beschikking van 4 juli 2013, de bekendmakingen en aanplakkingen 

voorzien bij artikel 770 van het Burgerlijk Wetboek bevolen. 

Luik, 22 juli 2013. 

De gewestelijke directeur a.i. der registratie en domeinen, 

M. Ninane. 

(55200) 



[C − 2013/22567] 

Office de contrôle des mutualités et des unions nationales 

de mutualités. — Emploi vacant d’administrateur général 

(classe A4). — Appel aux candidats 

Le Conseil a, en sa séance du 24 octobre 2013, déclaré vacant l’emploi 

d’administrateur général de l’Office de contrôle des mutualités et des 

unions nationales de mutualités. 

CONTENU DE LA FONCTION 

Raison d’être de la fonction 

L’administrateur général assure la gestion journalière de l’Office de 

contrôle et développe l’action de l’Office de contrôle en respectant 

l’orientation des activités définie par le Conseil afin de garantir le bon 

fonctionnement de l’organisme et de parvenir : 

- à des décisions uniformes et objectives en ce qui concerne, d’une 

part, l’application de la loi du 6 août 1990 relative aux mutualités et aux 

unions nationales de mutualités, de ses arrêtés d’exécution et des 

circulaires prises en leur exécution et d’autre part, le contrôle du respect 

des dispositions comptables et financières de la loi relative à l’assurance 

obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, 

ainsi que des arrêtés pris en application de celle-ci; 

- à des décisions proportionnelles et objectives en ce qui concerne 

l’application de la législation et de la réglementation en matière 

d’assurances aux sociétés mutualistes qui peuvent offrir des assurances. 

Finalités 

c Vous assurez la gestion journalière de l’organisme afin d’accomplir 

tous les actes dispositifs et administratifs nécessaires pour garantir le 

bon fonctionnement de l’organisme. 

c Vous organisez les différents services afin de réaliser les objectifs de 

l’Office de contrôle. 

c Vous élaborez de nouvelles initiatives dans tous les domaines qui se 

rapportent aux missions de l’organisme et développez l’action de 

l’Office de contrôle, soit d’initiative, soit à la demande du Conseil afin 

notamment de parvenir à des décisions uniformes en ce qui concerne 

l’application de la loi du 6 août 1990 relative aux mutualités et aux 

unions nationales de mutualités, de ses arrêtés d’exécution et des 

circulaires prises en application de celle-ci, l’application de la législation 

et de la réglementation en matière d’assurances aux sociétés 

mutualistes qui peuvent offrir des assurances et le contrôle du respect 

des dispositions comptables et financières de la loi relative à l’assurance 

obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994, 

ainsi que des arrêtés pris en application de celle-ci. 

c Vous entretenez des relations avec des tiers et représentez le service 

en justice afin d’exprimer la vision et la position du service. 

c Vous suivez les évolutions importantes au niveau belge et européen 

susceptibles d’avoir des répercussions sur le fonctionnement du secteur 

mutualiste. 



[C − 2013/22567] 

Controledienst voor de ziekenfondsen en de landsbonden van 

ziekenfondsen. — Vacante betrekking van administrateur-generaal 

(klasse A4). — Oproep tot kandidaten 

De Raad heeft, in zijn zitting van 24 oktober 2013, de betrekking van 

administrateur-generaal van de Controledienst voor de ziekenfondsen 

en de landsbonden van ziekenfondsen vacant verklaard. 

JOBINHOUD 

Doel van de functie 

De administrateur-generaal neemt het dagelijks beheer van de 

Controledienst waar en werkt, met inachtneming van de door de Raad 

bepaalde oriëntatie van de activiteiten, het beleid van de Controledienst 

uit, teneinde de goede werking van de instelling te waarborgen en te 

komen : 

- tot uniforme en objectieve beslissingen inzake enerzijds de toepassing 

van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en 

de landsbonden van ziekenfondsen, van haar uitvoeringsbesluiten en 

van de in uitvoering ervan genomen omzendbrieven en anderzijds de 

controle op de naleving van de boekhoudkundige en financiële 

bepalingen van de wet betreffende de verplichte verzekering voor 

geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, 

alsook van de besluiten uitgevaardigd in uitvoering ervan; 

- tot proportionele en objectieve beslissingen wat betreft de toepassing 

van de wetgeving en van de reglementering inzake verzekeringen 

op de maatschappijen van onderlinge bijstand die verzekeringen 

mogen aanbieden. 

Resultaatgebieden 

c U neemt het dagelijks beheer van de instelling waar teneinde alle 

beschikkende en administratieve handelingen te verrichten die nodig 

zijn om de goede werking van de instelling te waarborgen. 

c U organiseert de verschillende diensten teneinde de doelstellingen 

van de Controledienst te realiseren. 

c U werkt nieuwe initiatieven uit in alle domeinen die verband 

houden met de opdrachten van de instelling en ontwikkelt het beleid 

van de Controledienst, hetzij op eigen initiatief, hetzij op vraag van de 

Raad teneinde onder meer te komen tot uniforme beslissingen inzake 

de toepassing van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de 

ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen, van haar 

uitvoeringsbesluiten en van de in uitvoering ervan genomen omzendbrieven, 

de toepassing van de wetgeving en de reglementering inzake 

verzekeringen op de maatschappijen van onderlinge bijstand die 

verzekeringen mogen aanbieden, en de controle op de naleving van de 

boekhoudkundige en financiële bepalingen van de wet betreffende de 

verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, 

gecoördineerd op 14 juli 1994, alsook van de besluiten uitgevaardigd in 

uitvoering ervan. 

c U onderhoudt relaties met derden en vertegenwoordigt de dienst in 

rechte teneinde de visie en het standpunt van de dienst te vertolken. 

c U volgt de belangrijke evoluties op Belgisch en Europees vlak die 

een weerslag kunnen hebben op de werking van de mutualistische 

sector.


EMPLOYEUR 

L’Office de contrôle des mutualités est un organisme d’intérêt public 

placé sous la tutelle du Ministre des Affaires sociales et qui exerce un 

contrôle financier, comptable et juridique sur les activités des mutualités, 

des unions nationales de mutualités et des sociétés mutualistes. 

Les missions de l’Office de contrôle sont les suivantes : 

c veiller à ce que les services et activités instaurés par les mutualités, 

les unions nationales et les sociétés mutualistes qui n’offrent pas 

d’assurances soient conformes aux dispositions de la loi du 6 août 1990 

relative aux mutualités et aux unions nationales de mutualités; 

c contrôler le respect, par les mutualités, les unions nationales et les 

sociétés mutualistes qui n’offrent pas d’assurances, des règles administratives, 

comptables et financières de la loi précitée du 6 août 1990, ainsi 

que pour ce qui est des deux premiers types d’entités citées ci-dessus 

des règles comptables et financières de la loi relative à l’assurance 

obligatoire soins de santé et indemnités, coordonnée le 14 juillet 1994; 

c agréer les sociétés mutualistes qui offrent des assurances et veiller à 

ce qu’elles agissent conformément aux dispositions des lois du 

9juillet1975relativeaucontrôle des entreprises d’assurances, 25 juin 1992 

sur le contrat d’assurance terrestre et 27 mars 1995 relative à 

l’intermédiation en assurances et en réassurances et à la distribution 

d’assurances qui leur sont applicables et à leurs mesures d’exécution, 

ainsi qu’aux dispositions de la loi précitée du 6 août 1990 et à celles 

prises en exécution de celle-ci qui leur sont applicables; 

c inscrire les intermédiaires des sociétés mutualistes qui offrent des 

assurances dans un registre spécifique, de veiller à ce qu’ils agissent 

conformément aux dispositions de la loi du 27 mars 1995 relative à 

l’intermédiation en assurances et en réassurances et à la distribution 

d’assurances qui leur sont applicables et à leurs mesures d’exécution; 

c examiner et donner la suite adéquate à toute plainte en rapport avec 

l’exécution de la loi précitée du 6 août 1990 et de ses arrêtésd’exécution; 

c responsabiliser les organismes assureurs par : 

° l’attribution d’une partie des frais d’administration aux organismes 

assureurs en fonction de la manière dont ceux-ci exécutent leurs 

missions légales en assurance obligatoire; 

° la mise en œuvre d’un système de responsabilisation financière 

visant àfixer les modalités de répartition des ressources de l’assurance 

obligatoire entre les organismes assureurs. 

OFFRE 

Conditions de travail 

Rémunération 

Traitement de départ minimum : 63.644,39 EUR (salaire annuel brut, 

déjà adapté àl’index actuel, allocations réglementaires non comprises). 

Conditions d’affectation 

Vous devez remplir les conditions suivantes à la date d’affectation : 

c être belge ou ressortissant d’un autre Etat faisant partie de l’Espace 

Economique Européen ou de la Suisse; 

c jouir des droits civils et politiques; 

c avoir une conduite répondant aux exigences de la fonction visée. 

PROFIL 

Compétences 

Compétences comportementales 

c Vous disposez d’un grand sens des responsabilités et êtes capable de 

prendre des décisions importantes. 

c Vous faites preuve d’objectivité et d’impartialité compte tenu de la 

diversité du paysage mutualiste lequel traduit fidèlement les diverses 

tendances et convictions sociales (une union nationale chrétienne, 

socialiste, libérale, libre et neutre auprès de laquelle sont affiliées des 

mutualités de la même tendance). 

c Vous êtes capable de résoudre des problèmes. 

c Vous êtes capable de gérer un volume de travail considérable et des 

tâches diverses et très variées et de déterminer les priorités et 

d’effectuer les tâches rapidement et efficacement et si nécessaire les 

déléguer. 

c Vous êtes capable d’introduire de nouvelles procédures de travail 

ainsi que des processus de changement en vue d’une administration 

moderne, performante et de qualité. 

c Vous êtes capable de coacher, motiver et épanouir les collaborateurs. 

WERKGEVER 

De Controledienst voor de ziekenfondsen is een instelling van 

openbaar nut geplaatst onder de voogdij van de Minister van Sociale 

Zaken die zorgt voor een financiële, boekhoudkundige en juridische 

controle van de activiteiten van de ziekenfondsen, de landsbonden van 

ziekenfondsen en de maatschappijen van onderlinge bijstand. 

De opdrachten van de Controledienst zijn : 

c er op toezien dat de door de ziekenfondsen, de landsbonden en de 

maatschappijen van onderlinge bijstand die geen verzekeringen aanbieden 

ingestelde diensten en activiteiten in overeenstemming zijn met 

de bepalingen van de wet van 6 augustus 1990 betreffende de 

ziekenfondsen en de landsbonden van ziekenfondsen; 

c toezicht houden op de naleving door de ziekenfondsen, de 

landsbonden en de maatschappijen van onderlinge bijstand die geen 

verzekeringen aanbieden van de administratieve, boekhoudkundige en 

financiële bepalingen van de voornoemde wet van 6 augustus 1990, en 

wat betreft de twee eerstgenoemde entiteiten van de boekhoudkundige 

en financiële bepalingen van de wet betreffende de verplichte verzekering 

voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd 

op14 juli 1994; 

c de toelating verlenen aan de maatschappijen van onderlinge 

bijstand die verzekeringen aanbieden en er op toezien dat zij handelen 

volgens de bepalingen van de wetten van 9 juli 1975 betreffende de 

controle der verzekeringsondernemingen, 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst 

en 27 maart 1995 betreffende de verzekeringsen 

herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen die 

op hen van toepassing zijn, de uitvoeringsmaatregelen ervan, evenals 

de bepalingen van voornoemde wet van 6 augustus 1990 en de 

bepalingen ter uitvoering ervan die op hen van toepassing zijn; 

c de tussenpersonen van maatschappijen van onderlinge bijstand die 

verzekeringen aanbieden inschrijven in een specifiek register en er op 

toezien dat zij handelen volgens de bepalingen van de wet van 

27 maart 1995 betreffende de verzekeringsen herverzekeringsbemiddeling 

en de distributie van verzekeringen die op hen van toepassing 

zijn alsook de uitvoeringsmaatregelen ervan; 

c iedere klacht in verband met de uitvoering van voornoemde wet 

van 6 augustus 1990 en haar uitvoeringsbesluiten onderzoeken en er 

het passende gevolg aan geven; 

c de verzekeringinstellingen responsabiliseren via : 

° de toekenning van een deel van de administratiekosten aan de 

verzekeringsinstellingen in functie van de wijze waarop zij hun 

wettelijke opdrachten in het kader van de verplichte verzekering 

uitvoeren; 

° de instelling van een stelsel van financiële verantwoordelijkheid ten 

einde de modaliteiten vast te leggen van de verdeling van de inkomsten 

van de verplichte verzekering onder de verzekeringsinstellingen. 

AANBOD 

Arbeidsvoorwaarden 

Loon 

Minimum aanvangswedde : 63.644,39 EUR (bruto jaarsalaris, 

reeds aangepast aan de huidige index, reglementaire toelagen niet 

inbegrepen). 

Aanstellingsvoorwaarden 

U moet op de aanstellingsdatum : 

c Belg zijn of burger van een ander land behorende tot de Europese 

Economische Ruimte of Zwitserland; 

c de burgerlijke en politieke rechten genieten; 

c een gedrag hebben dat in overeenstemming is met de eisen van de 

beoogde betrekking. 

PROFIEL 

Competenties 

Gedragsgerichte competenties 

c U beschikt over een grote verantwoordelijkheidszin en bent in staat 

belangrijke beslissingen te treffen. 

c U geeft blijk van objectiviteit en onpartijdigheid gelet op de 

verscheidenheid van het mutualistische landschap dat een weerspiegeling 

is van de diverse maatschappelijke strekkingen en geledingen (een 

christelijke, socialistische, liberale, onafhankelijke en neutrale landsbond 

met bij elk gelijkgezinde aangesloten ziekenfondsen). 

c U beschikt over een probleemoplossend vermogen. 

c U bent in staat om een zeer omvangrijk werkvolume met diverse en 

steeds wisselende taken te verwerken, de prioriteiten ervan vast te 

leggen en de taken snel en accuraat uit te voeren en indien nodig te 

delegeren. 

c U voert nieuwe werkprocedures door evenals veranderingsprocessen 

met het oog op een moderne, performante en kwaliteitsvolle 

administratie. 

c U kunt de medewerkers coachen, motiveren en ontwikkelen.


83347 

Compétences techniques 

c Vous disposez d’une très bonne connaissance du droit administratif 

et du droit social. 

c Vous disposez d’une très bonne connaissance du secteur mutualiste 

belge et en particulier de la législation applicable aux entités contrôlées 

par l’Office à savoir, entre autres : 

- la loi du 6 août 1990 relative aux mutualités et aux unions nationales 

de mutualités, des arrêtés d’exécution de cette loi et des circulaires 

arrêtées par l’Office de contrôle; 

- la loi du 26 avril 2010 portant des dispositions diverses en matière 

de l’organisation de l’assurance complémentaire (I); 

- la loi relative à l’assurance obligatoire soins de santé et indemnités, 

coordonnée le 14 juillet 1994; 

- la législation en matière d’assurances, à savoir, entre autres, la loi du 

9 juillet 1975 relative au contrôle des entreprises d’assurances, la loi du 

25 juin 1992 sur le contrat d’assurance terrestre et la loi du 27 mars 1995 

relative à l’intermédiation en assurances et en réassurances, ainsi que 

les circulaires de la FSMA et BNB qui ont trait aux lois précitées, 

ainsi que des tâches, des compétences et du fonctionnement de 

l’Office de contrôle des mutualités. 

c Vous disposez d’une bonne connaissance de matières budgétaires. 

c Vous disposez d’une bonne aptitude à la communication, vous 

savez présider des réunions et prendre la parole en public et vous 

disposez des aptitudes nécessaires en matière de relations publiques. 

Atout 

Compte tenu de la teneur de la fonction, la connaissance du 

néerlandais est un réel atout. 

Conditions de participation 

A la date limite d’inscription, vous devez : 

c être porteur 

- d’un diplôme de licencié/master, docteur, pharmacien, agrégé, 

ingénieur, ingénieur industriel, architecte, maître (diplôme de base de 

2e cycle) reconnus et délivrés par les universités belges et les 

établissements d’enseignement supérieur de type long, après au moins 

quatre ans d’études ou par un jury de l’Etat ou l’une des communautés; 

- ou d’un certificat délivré aux lauréats de l’Ecole royale militaire qui 

peuvent porter le titre d’ingénieur civil ou de licencié/master. 

c ET disposer de 9 années d’expérience utile comportant : 

- une expérience professionnelle pertinente de minimum 6 années en 

management. Par expérience en management, il y a lieu d’entendre une 

expérience en gestion au sein d’un service public ou d’une organisation 

du secteur privé; 

- une expérience professionnelle pertinente de minimum 3 années 

dans le domaine de la sécurité sociale et/ou de la santé et/ou de 

l’emploi et/ou dans le domaine de la concertation sociale et/ou dans la 

gestion des ressources humaines. 

Toutefois, cette fonction est également accessible via mobilité ou 

promotion pour les fonctionnaires fédéraux qui rentrent dans les 

conditions suivantes : 

- via promotion : être nommé dans la classe A3; 

- via mobilité : être nommé dans la classe A3 ou A4. 

Les fonctionnaires fédéraux qui s’inscrivent via la mobilité interne ou 

la promotion ne doivent pas remplir les conditions liées au diplôme ni 

à l’expérience requise. 

Equivalence et langue du diplôme 

c Vous pouvez également participer lorsque votre diplôme a été 

délivré anciennement mais correspond à l’un des diplômes précités. 

c Si vous avez obtenu votre diplôme dans un pays autre que la 

Belgique, vous devez avoir obtenu l’équivalence de celui-ci à la date 

limite d’inscription. Vous devez envoyer ladite équivalence à l’Office de 

contrôle en même temps qu’une copie de votre diplôme. 

c Si vous avez obtenu votre diplôme dans une langue autre que le 

français, vous devez, à la date limite d’inscription, pouvoir attester de 

la réussite d’un examen linguistique chez SELOR attestant de votre 

connaissance de la langue française. 

PROCEDURE 

Dans le mois qui suit l’expiration du délai pour l’introduction des 

candidatures, le Conseil de l’Office de contrôle donne au Ministre des 

Affaires sociales son avis sur les candidats en se basant sur une 

comparaison des titres et mérites des différents candidats. 

Technische competenties 

c U beschikt over een zeer goede kennis van het administratief en 

sociaal recht. 

c U beschikt over een zeer goede kennis van de Belgische mutualistische 

sector en inzonderheid van de wetgeving die van toepassing is 

op de door de Controledienst gecontroleerde entiteiten, met name 

onder andere : 

- de wet van 6 augustus 1990 betreffende de ziekenfondsen en de 

landsbonden van ziekenfondsen, de uitvoeringsbesluiten van deze wet 

en de omzendbrieven uitgevaardigd door de Controledienst; 

- de wet van 26 april 2010 houdende diverse bepalingen inzake de 

organisatie van de aanvullende ziekteverzekering (I); 

- de gecoördineerde wet van 14 juli 1994 betreffende de verplichte 

verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen; 

- de wetgeving inzake verzekeringen met name, onder andere, de 

wet van 9 juli 1975 betreffende de controle der verzekeringsondernemingen, 

de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst 

en de wet van 27 maart 1995 betreffende de verzekeringsen 

herverzekeringsbemiddeling en de distributie van verzekeringen, alsook 

de omzendbrieven van de FSMA en de NBB die betrekking hebben 

op voornoemde wetten, 

evenals van de taken, bevoegdheden en werking van de Controledienst 

voor de ziekenfondsen. 

c U beschikt over een goede kennis van begrotingsmateries. 

c U beschikt over goede communicatievaardigheden, U kunt vergaderingen 

leiden en het woord voeren voor een publiek en U beschikt 

over de nodige vaardigheden inzake public relations. 

Pluspunt 

Gezien de inhoud van de functie, is de kennis van het Frans een reëel 

pluspunt. 

Deelnemingsvoorwaarden 

Op de uiterste inschrijvingsdatum, moet U : 

c houder zijn 

- van een diploma van licentiaat/master, arts, apotheker, geaggregeerde 

van het onderwijs, ingenieur, industrieel ingenieur, architect, 

meester (basisopleiding van 2 cycli) erkend en uitgereikt door de 

Belgische universiteiten en de instellingen voor hoger onderwijs van 

het lange type, voor zover de studies ten minste vier jaar hebben omvat, 

of door een door de Staat of een van de Gemeenschappen ingestelde 

examencommissies; 

- of van een getuigschrift uitgereikt aan de laureaten van de 

Koninklijke Militaire School en die gerechtigd zijn tot het voeren van de 

titel van burgerlijk ingenieur of van licentiaat/master. 

c EN beschikken over 9 jaar nuttige ervaring die omvat : 

- een relevante beroepservaring van minimum 6 jaar in management. 

Door ervaring in management wordt bedoeld een ervaring in het 

beheer bij een openbare dienst of een privé organisatie; 

- een relevante beroepservaring van minimum 3 jaar in het domein 

van de sociale zekerheid en/of van de gezondheid en/of van de 

tewerkstelling en/of in het domein van het sociaal overleg en/of in het 

beheer van human ressources. 

Deze functie is echter eveneens toegankelijk, via promotie of via 

mobiliteit, voor federale ambtenaren die aan volgende voorwaarden 

voldoen : 

- via bevordering : benoemd zijn in klasse A3; 

- via mobiliteit : benoemd zijn in klasse A3 of in klasse A4. 

Federale ambtenaren die zich kandidaat stellen via mobiliteit of via 

promotie dienen de diplomavoorwaarden en de voorwaarden qua 

vereiste ervaring niet te vervullen. 

Gelijkschakeling en taal van het diploma 

c U kunt ook deelnemen als U een vroeger behaald diploma hebt, dat 

gelijkgesteld wordt met één van de vermelde diploma’s. 

c Indien U uw diploma hebt behaald in een ander land dan België, 

dan moet U in het bezit zijn van een gelijkwaardigheidsattest ervan op 

de uiterste inschrijvingsdatum. Dit gelijkwaardigheidsattest dient aan 

de Controledienst samen met een kopie van uw diploma worden 

overgemaakt. 

c Indien U uw diploma hebt behaald in een andere taal dan het 

Nederlands dient U op de uiterste inschrijvingsdatum kunnen aantonen 

geslaagd te zijn voor een taalexamen bij SELOR dat getuigt van uw 

kennis van de Nederlandse taal. 

PROCEDURE 

Binnen de maand die volgt op het verstrijken van de termijn voor het 

indienen van de kandidaturen geeft de Raad van de Controledienst aan 

de Minister van Sociale Zaken zijn advies over de verschillende 

kandidaten op basis van een vergelijking van de titels en verdiensten 

van de verschillende kandidaten.


Afin d’établir cette comparaison, les candidats seront invités à se 

soumettre à un assessment auprès du Selor et, selon le cas, à une 

épreuve écrite ou à une audition par le Conseil de l’Office de contrôle. 

Admissibilité des candidatures 

L’Office de contrôle décide si les candidats satisfont aux conditions 

générales et particulières d’admissibilité exclusivement sur base des 

informations reprises dans le dossier de candidature. 

Tests informatisés : environ 3h (Selor) 

Cette épreuve consiste en des tests informatisés dont l’objet est de 

cerner les aptitudes de gestion et d’organisation des candidats, ainsi 

que leur personnalité. Les résultats obtenus aux tests sont communiqués 

aux assesseurs qui en apprécient et en évaluent seuls les résultats. 

Ces tests auront lieu les 3 et 4 décembre 2013. 

Entretien + temps de préparation : environ 3h (Selor) 

Cette épreuve a pour but, au départ d’un cas pratique ayant trait à la 

fonction à pourvoir, d’évaluer les compétences comportementales 

requises à l’exercice de la fonction. Vous disposerez d’un temps de 

préparation. Les entretiens auront lieu du 5 au 10 décembre 2013. 

Evaluation des compétences techniques et de la motivation des 

candidats (Office de contrôle) 

Les compétences techniques et la motivation des candidats seront 

évaluées par l’Office de contrôle. 

En fonction du nombre de candidats admissibles, l’évaluation sera 

soit une épreuve écrite (si le nombre de candidats admissibles est 

supérieur à 10), soit une audition (si le nombre de candidats admissibles 

est inférieur ou égal à 10). Dans l’hypothèse où il s’agit d’épreuves 

écrites celles-ci auront lieu du 11 au 13 décembre 2013. Dans l’hypothèse 

où il s’agit d’auditions, celles-ci auront lieu les 17 et 18 décembre 

2013. 

Convocations 

Les invitations aux épreuves se font exclusivement par courrier 

électronique. Merci d’indiquer votre adresse e-mail dans le CV 

standardisé lorsque vous vous inscrivez. 

La non participation à une des épreuves prévues rend la candidature 

caduque. 

INTRODUCTION DES CANDIDATURES 

Pour que la candidature soit prise en compte, celle-ci doit être 

adressée en un seul envoi par lettre recommandée à Madame B. 

LAMBRECHTS, Présidente du Conseil de l’Office de contrôle des 

mutualités, avenue de l’Astronomie, 1 à 1210 Bruxelles, dans un délai 

de vingt jours après la publication du présent avis au Moniteur belge (le 

cachet de la poste faisant foi) soit en l’occurrence pour le 20 novembre 

2013 au plus tard et remplir toutes les conditions suivantes : 

1. Mentionner tous les renseignements suivants : 

c nom; 

c prénom; 

c adresse complète; 

c date de naissance; 

c numéro de registre national; 

c la dénomination exacte du diplôme le plus élevé; 

2. Etre accompagnée du CV standardisé OCM13-001 pour la fonction 

à pourvoir dûment et sincèrement complété (aucune autre présentation 

ou adaptation du curriculum vitae ne sera acceptée). Il peut être obtenu : 

c en le téléchargeant au départ du site internet de l’Office de contrôle 

www.ocm-cdz.be; 

c par téléphone auprès de l’Office de contrôle au 02-209 19 02; 

c ou sur demande à l’adresse électronique info@ocm-cdz.be 

3. Etre accompagnée des documents suivants : 

a) Si vous êtes fonctionnaire fédéral et vous vous inscrivez via la 

mobilité interne ou la promotion et vous ne travaillez pas pour l’Office 

de contrôle, une preuve écrite de nomination dans la classe A3 ou A4 

(arrêté de nomination, extrait du Moniteur belge,preuvedel’employeur). 

b) Si vous vous trouvez dans une autre situation que celle décrite au 

littera a) ci-dessus, une copie d’un des diplômes suivants : 

- diplôme de licencié/master, docteur, pharmacien, agrégé, ingénieur, 

ingénieur industriel, architecte, maître (diplôme de base de 2e cycle) 

reconnus et délivrés par les universités belges et les établissements 

d’enseignement supérieur de type long, après au moins 4 ans d’études 

ou par un jury de l’Etat ou l’une des communautés; 

Met het oog op deze vergelijking zullen de kandidaten worden 

verzocht zich te onderwerpen aan een assessment bij Selor en, naargelang 

het geval, aan een schriftelijke proef of een interview door de 

Raad van de Controledienst. 

Toelaatbaarheid van de kandidaturen 

De Controledienst beslist of de kandidaten voldoen aan de algemene 

en bijzondere toelaatbaarheidsvereisten enkel op basis van de informatie 

opgenomen in het kandidatuurdossier. 

Geïnformatiseerde testen : ongeveer 3u (Selor) 

Deze proef bestaat uit geïnformatiseerde testen die uw managementen 

organisatorische vaardigheden en uw persoonlijkheid testen. De 

resultaten van deze testen worden meegedeeld aan de assessoren die 

als enige de resultaten ervan beoordelen en evalueren. Deze testen 

zullen op 3 en 4 december 2013 plaatsvinden. 

Interview + voorbereidingstijd : ongeveer 3u (Selor) 

Uitgaande van een praktijkgeval dat verband houdt met deze job, 

worden de gedragsgerichte competenties, vereist voor de uitoefening 

van de functie, geëvalueerd. U krijgt tijd om zich voor te bereiden. Deze 

interviews zullen van 5 tot en met 10 december 2013 plaatsvinden. 

Evaluatie van de technische competenties en van de motivatie van 

de kandidaten (Controledienst) 

De technische competenties en de motivatie van de kandidaten 

zullen door de Controledienst worden geëvalueerd. 

In functie van het aantal toelaatbare kandidaten zal de evaluatie 

bestaan ofwel uit een schriftelijke proef (indien het aantal toelaatbare 

kandidaten hoger is dan 10) ofwel uit een interview (indien het aantal 

toelaatbare kandidaten lager is dan of gelijk is aan 10). In geval van 

schriftelijke proeven zullen deze van 11 tot en met 13 december 2013 

plaatsvinden. In geval van interviews zullen deze op 17 en 18 december 

2013 plaatsvinden. 

Uitnodigingen 

De uitnodigingen voor de proeven krijgt U uitsluitend per e-mail. Vul 

dus zeker uw e-mailadres in het standaard CV in als U zich inschrijft. 

Door de niet deelname aan één van de voorziene proeven vervalt de 

kandidatuur. 

INDIENING VAN DE KANDIDATUREN 

Opdat de kandidatuur in aanmerking zou kunnen worden genomen 

moet deze in een enkele briefomslag bij een ter post aangetekende brief 

worden gericht aan mevrouw B. LAMBRECHTS, Voorzitter van de 

Raad van de Controledienst voor de ziekenfondsen, Sterrenkundelaan 

1, 1210 Brussel, binnen een termijn van twintig dagen na de 

bekendmaking van dit bericht in het Belgisch Staatsblad (de poststempel 

geldt als bewijs), namelijk in dit geval voor uiterlijk 20 november 2013 

en aan alle volgende voorwaarden voldoen : 

1. Alle volgende inlichtingen vermelden : 

c naam; 

c voornaam; 

c volledig adres; 

c geboortedatum; 

c Rijksregisternummer; 

c juiste benaming van het hoogste diploma; 

2. Vergezeld worden van het standaard CV CDZ13-001 voor de te 

begeven functie terdege en in ere ingevuld (een andere presentatie of 

een aanpassing van dat CV wordt niet aanvaard). Dit CV kan verkregen 

worden : 

c door het te downloaden van de website www.ocm-cdz.be van de 

Controledienst; 

c telefonisch bij de Controledienst op het nummer 02-209 19 02; 

c of op aanvraag op het elektronisch adres info@ocm-cdz.be 

3. Vergezeld worden van de volgende documenten : 

a) Indien U federale ambtenaar bent en U schrijft U in via interne 

mobiliteit of bevordering en U bent niet werkzaam bij de Controledienst, 

een schriftelijk bewijs van uw benoeming in de klasse A3 of A4 

(benoemingsbesluit, uittreksel uit het Belgisch Staatsblad, bewijs van de 

werkgever). 

b) Indien U zich in een andere toestand dan deze omschreven onder 

bovenvermeld littera a) bevindt, een kopie van een van de volgende 

diploma’s : 

- diploma van licentiaat/master, arts, apotheker, geaggregeerde van 

het onderwijs, ingenieur, industrieel ingenieur, architect, meester 

(basisopleiding van 2 cycli) erkend en uitgereikt door de Belgische 

universiteiten en de instellingen voor hoger onderwijs van het lange 

type, voor zover de studies ten minste vier jaar hebben omvat, of door 

een door de Staat of een van de Gemeenschappen ingestelde examencommissies;


83349 

- ou certificat délivré aux lauréats de l’Ecole royale militaire qui 

peuvent porter le titre d’ingénieur civil ou de licencié/master, 

ainsi qu’une copie : 

- de votre brevet linguistique portant sur la connaissance approfondie 

du français (Art 7 niv. A), si vous avez obtenu votre diplôme dans 

une autre langue que le français; 

- de la décision de la Communauté française de Belgique déclarant 

votre diplôme étranger équivalent à un diplôme délivré en Communauté 

française de Belgique, si vous avez obtenu votre diplôme à 

l’étranger. 

INFORMATIONS COMPLEMENTAIRE 

Si votre candidature répond aux conditions de participation vous 

serez convié(e) par mail au plus tard le 28/11/2013 à présenter les tests 

informatisés ainsi que l’assessment et, selon le cas, l’épreuve écrite ou 

l’audition. Merci d’indiquer votre adresse e-mail dans le CV standardisé 

lorsque vous vous inscrivez. 

Pour plus d’informations à propos de la présente vacance d’emploi, 

vous pouvez prendre contact avec Monsieur Yves Salmon, Conseiller à 

l’Office de contrôle, au numéro de téléphone 02-209 19 21. 

* 

- of van een getuigschrift uitgereikt aan de laureaten van de 

Koninklijke Militaire School en die gerechtigd zijn tot het voeren van de 

titel van burgerlijk ingenieur of van licentiaat/master. 

alsmede een kopie : 

- van uw taalbrevet inzake de grondige kennis van het Nederlands 

(Art 7 niv. A), indien U uw diploma behaalde in een andere taal dan het 

Nederlands; 

- van de beslissing van de Vlaamse Gemeenschap die uw buitenlands 

diploma gelijkstelt met een diploma afgeleverd in de Vlaamse gemeenschap, 

indien U uw diploma behaalde in het buitenland. 

BIJKOMENDE INFORMATIE 

Indien uw kandidatuur aan de deelnemingsvoorwaarden voldoet, 

zal U per mail worden uitgenodigd ten laatste op 28/11/2013 om de 

geïnformatiseerde testen, de assessment en, naargelang het geval, de 

schriftelijke proef of het interview af te leggen. Gelieve uw e-mailadres 

in het standaard CV bij de inschrijving te vermelden. 

Voor meer info met betrekking tot de huidige vacature kunt U contact 

opnemen met de heer Yves Salmon, Adviseur bij de Controledienst, op 

het telefoonnummer 02-209 19 21. 

SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE 

[C − 2013/09477] 

Loi du 15 mai 1987 

relative aux noms et prénoms. — Publications 

Par arrêté royal du 1 er octobre 2013, la nommée De Farias Guimarães, 

Caroline, née à Namur, le 27 novembre 2012, y demeurant, a été 

autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à 

substituer à son nom patronymique celui de « Ataides De Farias », 

après l’expiration du délai de 60 jours à compter de la présente 

insertion. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 

[C − 2013/09477] 

Wet van 15 mei 1987 

betreffende de namen en voornamen. — Bekendmakingen 

Bij koninklijk besluit van 1 oktober 2013 is machtiging verleend aan 

de genaamde De Farias Guimarães, Caroline, geboren te Namen op 

27 november 2012, er wonende, om, behoudens tijdig verzet waarover 

zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Ataides De Farias » 

te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking. 

Par arrêté royal du 1 er octobre 2013, la nommée San Roman, Chloe, 

née à New York (Etats-Unis d’Amérique) le 7 mars 2008, et la nommée 

San Roman, Luna, née à New York (Etats-Unis d’Amérique) le 

7 mars 2008, et la nommée San Roman y Sordo, Thaïs Colette, née à 

Ixelles, le 8 juin 2010, toutes trois demeurant à Kraainem, sont autorisés, 

sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à substituer à 

leur nom patronymique celui de « San Roman Martinot », après 

l’expiration du délai de 60 jours à compter de la présente insertion. 


de genaamde San Roman, Chloe, geboren te New York (Verenigde 

Staten of America) op 7 maart 2008; en de genaamde San Roman, Luna, 

geboren te New York (Verenigde Staten of America) op 7 maart 2008, en 

de genaamde San Roman y Sordo, Thaïs Colette, geboren te Elsene op 

8 juni 2010, alle drie wonende te Kraainem, om, behoudens tijdig verzet 

waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van « San 

Roman Martinot » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen 

van deze bekendmaking. 

Par arrêté royal du 1 er octobre 2013, Mme Elouartallani, Sarah 

Yasmine France Valentine Nora, née à Bruxelles, le 14 février 1995, 

résidant à Liège, est autorisée, sauf opposition en temps utile sur 

laquelle il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de 

« France », après l’expiration du délai de 60 jours à compter de la 

présente insertion. 


Mevr. Elouartallani, Sarah Yasmine France Valentine Nora, geboren te 

Brussel op 14 februari 1995, wonende te Luik, om, behoudens tijdig 

verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van 

« France » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze 

bekendmaking. 

Par arrêté royal du 1 er octobre 2013, la nommée Mpembe, Elisabeth 

Marie-Rita, née à Bruxelles le 14 juin 2004, et le nommé Vungbo Bongo 

Mpembe, David Henri Paul, né àBruxelles, le 23 juillet 2005, tous deux 

demeurant à Ninove, sont autorisés, sauf opposition en temps utile sur 

laquelle il sera statué, à substituer à leur nom patronymique celui de 

« Vungbo Bongo Yawilly », après l’expiration du délai de 60 jours à 

compter de la présente insertion. 


de genaamde Mpembe, Elisabeth Marie-Rita, geboren te Brussel op 

14 juni 2004, en de genaamde Vungbo Bongo Mpembe, David Henri 

Paul, geboren te Brussel op 23 juli 2005, beiden wonende te Ninove, om, 

behoudens tijdig verzet waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam 

in die van « Vungbo Bongo Yawilly » te veranderen, na afloop 

van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking. 

Par arrêté royal du 1 er octobre 2013, la nommée Cerqueira y Pilar, 

Elea, née à Uccle le 7 octobre 2010 et le nommé Cerqueira y Pilar, 

Adrien, né à Uccle, le 7 octobre 2010, tous deux demeurant à 

Anderlecht, sont autorisés, sauf opposition en temps utile sur laquelle 

il sera statué, à substituer à leur nom patronymique celui de « Cerqueira 

Davidt », après l’expiration du délai de 60 jours à compter de la 

présente insertion. 


de genaamde Cerqueira y Pilar, Elea, geboren te Ukkel op 7 oktober 

2010 en de genaamde Cerqueira y Pilar, Adrien, geboren te Ukkel 

op 7 oktober 2010, beiden wonende te Anderlecht, om, behoudens tijdig 

verzet waarover zal beslist worden, hun geslachtsnaam in die van 

« Cerqueira Davidt » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen 

van deze bekendmaking.


SERVICE PUBLIC FEDERAL JUSTICE 

[C − 2013/09478] 

Loi du 15 mai 1987 

relative aux noms et prénoms. — Publications 

Par arrêté royal du 1 er octobre 2013, le nommé Saint-Denis, Aurèle 

Hyacinthe Roger, néàUccle, le 31 juillet 2012, demeurant à Saint-Gilles, 

a été autorisé, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, 

à substituer à son nom patronymique celui de « Saint-Denis Lahaye », 


insertion. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST JUSTITIE 

[C − 2013/09478] 

Wet van 15 mei 1987 

betreffende de namen en voornamen. — Bekendmakingen 

Bij koninklijk besluit van 1 oktober 2013, is machtiging verleend aan 

de genaamde Saint-Denis, Aurèle Hyacinthe Roger, geboren te Ukkel 

op 31 juli 2012, wonende te Sint-Gillis, om, behoudens tijdig verzet 

waarover zal beslist worden, zijn geslachtsnaam in die van « Saint- 

Denis Lahaye » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van 

deze bekendmaking. 

Par arrêté royal du 1 er octobre 2013, Mlle Dehaen, Anaïs Joëlle 

Ghislaine, née à Ath, le 13 août 1998, demeurant à Enghien, a été 

autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, à 

substituer à son nom patronymique celui de « Ghyssens », après 



de Mej. Dehaen, Anaïs Joëlle Ghislaine, geboren te Aat op 13 augustus 

1998, wonende te Edingen, om, behoudens tijdig verzet waarover 

zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Ghyssens » te 

veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking. 

Par arrêté royal du 1 er octobre 2013, la nommée Tocino Diaz, Solena, 

née à Uccle, le 23 janvier 2012, demeurant à La Hulpe, a été autorisée, 


son nom patronymique celui de « Tocino Detemmerman », après 



de de genaamde Tocino Diaz, Solena, geboren te Ukkel op 23 januari 2012, 

wonende te Terhulpen, om, behoudens tijdig verzet waarover zal 

beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Tocino Detemmerman 

» te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze 

bekendmaking. 

Par arrêté royal du 1 er octobre 2013, la nommée Sieiro Pena, Manon 

Carmen Inès, née à Bruxelles, le 7 mars 2012, demeurant à Anderlecht, 

a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il sera statué, 

à substituer à son nom patronymique celui de « Sieiro Cintas », après 



de de genaamde Sieiro Pena, Manon Carmen Inès, geboren te Brussel 

op 7 maart 2012, wonende te Anderlecht, om, behoudens tijdig verzet 

waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Sieiro 

Cintas » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze 

bekendmaking. 

Par arrêté royal du 1 er octobre 2013, Mme François, Sandrine Joëlle 

Claudine, née à Liège le 13 décembre 1976, demeurant à Grâce- 

Hollogne, a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle il 

sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Remy », 


insertion. 


de Mevr. François, Sandrine Joëlle Claudine, geboren te Luik op 

13 december 1976, wonende te Grâce-Hollogne, om, behoudens tijdig 

verzet waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van 

« Remy » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze 

bekendmaking. 

Par arrêté royal du 1 er octobre 2013, la nommée Andaluz Loachamin, 

Alice Noémie, née à Ixelles, le 25 décembre 2012, demeurant à 

Auderghem, a été autorisée, sauf opposition en temps utile sur laquelle 

il sera statué, à substituer à son nom patronymique celui de « Andaluz 

Pillajo », aprèsl’expiration du délai de 60 jours à compter de la présente 

insertion. 


de genaamde Andaluz Loachamin, Alice Noémie, geboren te Elsene op 

25 december 2012, wonende te Oudergem, om, behoudens tijdig verzet 

waarover zal beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Andaluz 

Pillajo » te veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze 

bekendmaking. 

Par arrêté royal du 1 er octobre 2013, le nommé QuirózSánchez, Parsa, 

né àIxelles, le 17 mai 2012, demeurant à Ganshoren, a été autorisée, 


son nom patronymique celui de « Quiróz Kolivand », aprèsl’expiration 

du délai de 60 jours à compter de la présente insertion. 


de genaamde Quiróz Sánchez, Parsa, geboren te Elsene op 17 mei 2012, 

wonende te Ganshoren, om, behoudens tijdig verzet waarover zal 

beslist worden, haar geslachtsnaam in die van « Quiróz Kolivand » te 

veranderen, na afloop van 60 dagen te rekenen van deze bekendmaking. 

* 

SERVICE PUBLIC FEDERAL ECONOMIE, 

P.M.E., CLASSES MOYENNES ET ENERGIE 

[2013/40310] 

Indice des prix à la consommation du mois d’octobre 2013 

Le Service public fédéral Economie, P.M.E., Classes moyennes et 

Energie communique que l’indice des prix à la consommation s’établit 

à 122.56 points en octobre 2013, contre 122.65 points en septembre 2013, 

ce qui représente une baisse de 0.09 point ou 0.07 %. 

L’indice santé, tel que prévu dans l’arrêté royal du 24 décembre 1993 

(Moniteur belge du 31 décembre 1993), s’élève pour le mois 

d’octobre 2013 à 120.99 points. 

FEDERALE OVERHEIDSDIENST ECONOMIE, 

K.M.O., MIDDENSTAND EN ENERGIE 

[2013/40310] 

Indexcijfer van de consumptieprijzen van de maand oktober 2013 

De Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en 

Energie deelt mee dat het indexcijfer van de consumptieprijzen voor de 

maand oktober 2013, 122.56 punten bedraagt, tegenover 122.65 punten 

in september 2013, hetgeen een daling van 0.09 punt of 0.07 % betekent. 

Het gezondheidsindexcijfer, zoals bedoeld in het koninklijk besluit 

van 24 december 1993 (Belgisch Staatsblad van 31 december 1993), 

bedraagt 120.99 punten voor de maand oktober 2013.


83351 

La moyenne arithmétique des indices des quatre derniers mois, 

soit juillet, août, septembre et octobre 2013 s’élève à 120.94 points. 

Het rekenkundig gemiddelde van de indexcijfers van de laatste 

vier maanden, namelijk juli, augustus, september en oktober 2013, 

bedraagt 120.94 punten. 

Produit ou service 

Septembre 

− 

September 

Octobre 

− 

Oktober 

Product of dienst 

01. Produits alimentaires et boissons 128.10 128.08 01. Voedingsmiddelen en dranken 

01.1. Produits alimentaires 129.65 129.56 01.1 Voedingsmiddelen 

01.1.1. Pain et céréales 139.01 139.45 01.1.1. Brood en granen 

01.1.2. Viandes 124.33 125.05 01.1.2. Vlees 

01.1.3. Poissons 136.77 135.82 01.1.3. Vis 

01.1.4. Lait, fromage et œufs 127.50 128.54 01.1.4. Melk, kaas en eieren 

01.1.5. Huiles et graisses 141.83 141.32 01.1.5. Oliën en vetten 

01.1.6 Fruits 123.27 122.80 01.1.6. Fruit 

01.1.7. Légumes (y compris les pommes de terre) 121.58 116.97 01.1.7. Groenten (aardappelen inbegrepen) 

01.1.8. Sucreries et similaires 137.63 137.66 01.1.8. Suikerwaren en dergelijke 

01.1.9. Autres produits alimentaires 128.92 129.70 01.1.9. Andere voedingsmiddelen 

01.2. Boissons non alcoolisées 122.19 122.85 01.2. Alcoholvrije dranken 

01.2.1. Café, thé et cacao 137.39 138.22 01.2.1. Koffie, thee en cacao 

01.2.2. Eaux minérales, boissons rafraîchissantes 118.36 118.98 01.2.2. Mineraalwater, frisdrank en fruitsap 

et jus de fruits 

01.3. Boissons alcoolisées 120.48 120.42 01.3. Alcoholhoudende dranken 

01.3.1. Spiritueux 124.21 124.88 01.3.1. Gedistilleerde dranken 

01.3.2. Vins 117.06 117.08 01.3.2. Wijnen 

01.3.3. Bières 127.51 126.92 01.3.3. Bieren 

02. Tabac 144.81 145.41 02. Tabak 

03. Articles d’habillement et articles chaussants 

104.17 104.62 03. Kleding en schoeisel 

03.1. Articles d’habillement 102.80 103.18 03.1. Kleding 

03.2. Articles chaussants (y compris les réparations) 

110.05 110.77 03.2. Schoeisel (schoenreparaties inbegrepen) 

04. Logement, eau, électricité, gaz et autres 

combustibles 

137.73 137.91 04. Huisvesting, water, elektriciteit, gas, brandstoffen 

04.1. Loyers 117.58 117.75 04.1. Huur 

04.1.1.0.1. Loyers non-sociaux 115.64 115.83 04.1.1.0.1. Niet-sociale huur 

04.1.1.0.2. Loyers sociaux 139.59 139.44 04.1.1.0.2. Sociale huur 

04.3. Entretien et réparations courantes du logement 

130.03 130.40 04.3. Normaal onderhoud en reparaties van de 

woning 

04.4. Eau et autres services relatifs au logement 

137.45 137.57 04.4. Water en andere diensten in verband met 

de woning 

04.4.1. Consommation d’eau 154.16 154.34 04.4.1. Waterverbruik 

04.4.2. Collecte des déchets ménagers 107.67 107.67 04.4.2. Huisvuilophaling 

04.4.4. Autres services relatifs au logement 129.39 129.51 04.4.4. Andere diensten in verband met de woning 

04.5. Electricité, gaz et autres combustibles 163.06 163.18 04.5. Elektriciteit, gas en andere brandstoffen 

04.5.1. Electricité 139.12 139.90 04.5.1. Elektriciteit 

04.5.2. Gaz 164.78 165.30 04.5.2. Gas 

04.5.2.1. Gaz naturel 165.44 166.19 04.5.2.1. Aardgas 

04.5.2.2. Gaz de pétrole 150.66 146.15 04.5.2.2. Petroleumgas 

04.5.3. Combustibles liquides 231.05 228.49 04.5.3. Vloeibare brandstoffen 

04.5.4. Combustibles solides 130.57 130.83 04.5.4. Vaste brandstoffen 

05. Ameublement, appareils ménagers, entretien 

du logement 

05.1. Meubles, articles d’ameublement, revêtements 

de sol 

115.84 116.09 05. Stoffering, huishoudapparaten en onderhoud 

van woning 

116.57 116.73 05.1. Meubelen, stoffering, vloerbekleding 

05.2. Articles de ménage en textiles 121.68 121.75 05.2. Huishoudtextiel 

05.3. Appareils ménagers et réparations 103.88 103.85 05.3. Huishoudapparaten en reparaties 

05.4. Verrerie, vaisselle et ustensiles de 

ménage 

124.36 125.58 05.4. Vaat- en glaswerk en huishoudelijke artikelen 

05.5 Outillage pour la maison et le jardin 104.32 104.57 05.5 Gereedschap voor huis en tuin 

05.6. Biens et services pour l’entretien de 

l’habitation 

122.30 122.68 05.6 Goederen en diensten voor onderhoud 

van de woning 

06. Dépenses de santé 104.23 104.33 06. Gezondheidsuitgaven 

06.1. Médicaments et autres produits pharmaceutiques 

100.22 100.37 06.1. Geneesmiddelen en andere farmaceutische 

producten


Produit ou service 

Septembre 

− 

September 

Octobre 

− 

Oktober 

Product of dienst 

06.2. Services de médecins et autres praticiens 106.39 106.39 06.2. Diensten van medisch geschoolden 

06.3. Soins des hôpitaux & assimilés 113.66 113.73 06.3. Verpleging in ziekenhuis 

07. Transport 124.75 123.33 07. Vervoer 

07.1. Achats de véhicules 105.91 105.99 07.1. Aankoop van voertuigen 

07.2. Utilisation des véhicules personnels 143.22 140.21 07.2. Gebruik van privé-voertuigen 

07.3. Services de transport 119.28 119.33 07.3. Vervoersdiensten 

08. Communications 90.45 90.19 08. Communicatie 

08.1. Services postaux 134.90 134.90 08.1. Posterijen 

08.2. Equipements de téléphone et de télécopie 71.48 69.04 08.2. Telefoon- en faxtoestellen 

08.3. Services de téléphone et de télécopie 89.79 89.62 08.3. Telefoon- en faxdiensten 

09. Loisirs et culture 112.48 112.63 09. Recreatie en cultuur 

09.1. Appareils et accessoires, y compris les 

réparations 

09.2. Autres biens durables pour loisirs et culture 

09.3. Autres articles récréatifs, horticulture, animaux 

53.94 53.68 09.1. Apparaten en toebehoren, reparaties inbegrepen 

109.84 110.05 09.2. Andere duurzame goederen voor recreatie 

en cultuur 

114.50 115.05 09.3. Andere recreatieve artikelen, tuinbouw, 

huisdieren 

09.4. Services récréatifs et culturels 125.04 125.46 09.4. Diensten inzake recreatie & cultuur 

09.5. Presse, librairie et papeterie 130.12 130.45 09.5. Kranten, boeken en schrijfwaren 

09.6. Voyages touristiques, tout compris 131.08 130.69 09.6. Pakketreizen 

10. Enseignement 119.79 121.82 10. Onderwijs 

11. Hôtels, cafés et restaurants 129.61 130.02 11. Hotels, cafés en restaurants 

11.1. Restaurants et débits de boissons 131.04 131.50 11.1. Restaurants en drankgelegenheden 

11.2. Services d’hébergement 117.38 117.33 11.2. Accommodatie 

12. Autres biens et services 128.59 128.67 12. Diverse goederen en diensten 

12.1. Soins personnels 122.16 122.62 12.1. Lichaamsverzorging 

12.3. Effets personnels n.d.a. 164.55 162.62 12.3. Artikelen voor persoonlijk gebruik, n.e.g. 

12.4. Protection sociale 123.16 123.51 12.4. Sociale bescherming 

12.5. Assurances 129.09 129.09 12.5. Verzekeringen 

12.6. Services financiers n.d.a. 111.10 111.10 12.6. Financiële diensten, n.e.g. 

12.7. Autres services n.d.a. 131.10 131.42 12.7. Andere diensten, n.e.g. 

1. Produits alimentaires et boissons 128.10 128.08 1. Voedingsmiddelen en dranken 

2. Produits non-alimentaires 121.39 120.98 2. Niet-voedingsmiddelen 

3. Services 122.06 122.36 3. Diensten 

4. Loyers 117.58 117.75 4. Huur 

Indice 122.65 122.56 Index


83353 


[C − 2013/07216] 

Recrutement spécial. — Session de recrutement de candidats 

sous-officiers de carrière niveau B en 2014 

1. Une session de recrutement spécial de candidats sous-officiers de 

carrière, qui sont titulaires d’un diplôme de l’enseignement supérieur 

de type court (bachelor spécifique) de plein exercice ou d’un niveau au 

moins équivalent, est organisée pour les Forces terrestre et aérienne et 

le Service médical en 2014. 

2. Inscriptions 

a. L’inscription est possible à partir du 10 octobre 2013 et se fait de 

préférence le plus tôt possible. 

b. Les inscriptions sont clôturées le 25 juillet 2014. 

c. Les conditions de participation au concours, les conditions 

d’admission et les épreuves et examens du concours peuvent être 

obtenues auprès des Centres d’information, au Numéro 

Vert 0800/33348 ou via www.mil.be/jobsite 

3. Programme des épreuves et examens 

a. Les examens médicaux, l’épreuve commune de condition physique 

et les épreuves psychotechniques sont organisés à partir du 10 octobre 

2013. 

b. Une interview structurée devant une commission d’examen en vue 

d’apprécier l’aptitude du postulant à exercer les fonctions futures pour 

lesquelles il est recruté, est organisée du 1 au 19 septembre 2014 inclus. 

c. Les postulants qui ont réussi les examens et se sont classés en ordre 

utile seront admis le 6 octobre 2014. 

4. Postes vacants 

Sous réserve d’adaptation en fonction des moyens budgétaires du 

département de la Défense et/ou de modification des besoins organisationnels, 

le nombre de places est fixé comme suit : 


[C − 2013/07216] 

Bijzondere werving. — Wervingssessie 

van kandidaat-beroepsonderofficieren niveau B in 2014 

1. In 2014 wordt een wervingssessie georganiseerd voor de bijzondere 

werving van kandidaat-beroepsonderofficieren, die houder zijn 

van een diploma van het hogere onderwijs van het korte type 

(specifieke bachelor) met volledig leerplan of van een minstens 

gelijkwaardig diploma, voor de Landmacht, Luchtmacht en Medische 

Dienst. 

2. Inschrijvingen 

a. De inschrijving is mogelijk vanaf 10 oktober 2013 en gebeurt bij 

voorkeur zo vroeg mogelijk. 

b. De inschrijvingen worden afgesloten op 25 juli 2014. 

c. De voorwaarden tot deelname aan de wedstrijd, de toelatingsvoorwaarden 

en de proeven en examens van de wedstrijd kunnen worden 

bekomen bij de Informatiecentra, op het Groene Nummer 0800/33348 

of via www.mil.be/jobsite 

3. Programma van de proeven en examens 

a. De geneeskundige onderzoeken, de gemeenschappelijke proef 

inzake fysieke conditie en de psychotechnische proeven worden 

georganiseerd vanaf 10 oktober 2013. 

b. Een gestructureerd interview vóór een examencommissie met het 

oog op de beoordeling van de geschiktheid van de sollicitant voor het 

uitoefenen van de toekomstige functies waarvoor hij wordt aangeworven, 

wordt georganiseerd van 1 tot en met 19 september 2014. 

c. De geslaagde en batig gerangschikte sollicitanten zullen worden 

toegelaten op 6 oktober 2014. 

4. Vacatures 

Onder voorbehoud van aanpassing in functie van de budgettaire 

middelen van het departement Defensie en/of van veranderingen in de 

behoeften van de organisatie, is het aantal opengestelde plaatsen als 

volgt bepaald : 

Nombre de postes vacants / Aantal vacatures 

F N Total/Totaal 

18 20 38 

Abréviations utilisées : 

F = du régime linguistique français 

N = du régime linguistique néerlandais 

Le tableau ci-dessous reprend les postes vacants ouverts par force : 

Gebruikte afkortingen : 

F = van het Franstalige taalstelsel 

N = van het Nederlandstalige taalstelsel 

De onderstaande tabel herneemt de opengestelde vacatures per 

Krijgsmachtdeel : 

Force terrestre 

- Communication et information / Technicien ICT (1) 

- Technicien ElecMecSp Sys (2) 

- Technicien ElecMec Veh (2) 

- Technicien weaponsystems optronics / electronics (2) 

- Technicien armement & optique (2) 

Force aérienne 

- Technicien armement avion de combat (2) 

- Technicien avionics (2) 

- Communication et Information / Technicien ICT (1) 

- Technicien mechanics (2) 

- Technicien communication, navigation et systems d’observations 

(CNS) (2) 

- Technicien ElecMec Sp Sys (2) 

- Technicien ElecMec Veh (2) 

Service médical 

- Expert en imagerie médicale (N) (3) 

- Bachelor en soins infirmiers –infirmier hospitalier (N + F) (4) 

- Bachelor en soins infirmiers – infirmier hospitalier à bord d’un 

navire (N + F) (4) 

- Bachelor en agronomie et biotechnologie – soins animaliers (N + F) (5) 

- Bachelor en biologie médicale - Technologue de laboratoire médical (N + 

F) (6) 

- Electronicien pour matériel médical (N + F) (7) 

Landmacht 

- Communicatie en informatie / Steun Informatie- en communicatietechnologie 

(1) 

- Technicus ElecMec Sp Sys (2) 

- Technicus ElecMec Vtg(2) 

- Technicus wapensystemen optronica / elektronica (2) 

- Technicus wapensystemen bewapening & optiek (2) 

Luchtmacht 

- Technicus bewapening gevechtsvliegtuigen (2) 

- Technicus avionics (2) 

- Communicatie en informatie / Steun Informatie- en communicatietechnologie 

(1) 

- Technicus mechanics (2) 

- Technicus Communicatie-, Navigatie- en Observatiesystemen (CNS) (2) 

- Technicus ElecMec Sp Sys (2) 

- Technicus ElecMec Veh (2) 

Medische dienst 

- Expert in medische beeldvorming (N) (3) 

- Bachelor in de verpleegkunde - ziekenhuisverpleegkunde (N + F) (4) 

- Bachelor in de verpleegkunde - ziekenhuisverpleegkunde aan boord van 

een schip (N + F) (4) 

- Bachelor in Agro- en biotechnologie - dierenzorg (N +F) (5) 

- Bachelor in de medische biologie - Medische laboratoriumtechnoloog (N 

+ F) (6) 

- Elektronicus voor medisch materiaal (N + F) (7)


Diplôme exigé : 

(1) Etre en possession d’un Bachelor en electonique - ICT 

(2) Etre en possession d’un Bachelor en aérotechnique ou électromécanique 

(3) Etre en possession d’un Bachelor en imagerie médicale 

(4) Etre en possession d’un Bachelor en soins infirmiers - infirmier 

hospitalier 

(5) Etre en possession d’un Bachelor en agronomie et biotechnologie - 

soins animaliers 

(6) Etre en possession d’un Bachelor en biologie médicale - Technologue 

de laboratoire médical 

(7) Etre en possession d’un Bachelor en Electronique pour matériel 

médical 

Remarque : un diplôme équivalent (graduat) ou supérieur est 

également admis, mais pour déterminer les droits et obligations, il est 

tenu compte du diplôme exigé. 

5. Adaptations possibles des places non attribuées 

Le chef de la Section Recrutement et Sélection de la Direction 

Générale Human Resources adapte, si nécessaire, les postes vacants par 

fonction sur base des circonstances de recrutement et organise les 

transferts en fonction des besoins exprimés. 

* 

Vereist diploma : 

(1) In het bezit zijn van een bachelor in electronica - ICT 

(2) In het bezit zijn van een bachelor in de luchtvaarttechnologie of 

elektromechanica 

(3) In het bezit zijn van een bachelor in medische beeldvorming 

(4) In het bezit zijn van een bachelor in de verpleegkundeziekenhuisverpleegkunde 

(5) In het bezit zijn van een bachelor in agro- en biotechnologie – 

dierenzorg 

(6) In het bezit zijn van een bachelor in de medische biologie - 

Medische laboratoriumtechnoloog 

(7) In het bezit zijn van een bachelor in elektronica voor medisch 

materiaal 

Opmerking : Een gelijkwaardig diploma (graduaat) of een hoger 

diploma zijn eveneens toegelaten, maar om de rechten en de verplichtingen 

te bepalen wordt er met het vereiste diploma rekening 

gehouden. 

5. Mogelijke aanpassingen van de niet toegekende plaatsen 

De chef van de Sectie Rekrutering en Selectie van de Algemene 

Directie Human Resources past, indien nodig, de vacatures per functie 

aan op basis van de wervingsomstandigheden en organiseert de 

transfers in functie van de uitgedrukte behoeften. 


[C − 2013/07218] 

Recrutement normal 

Session de recrutement de candidats sous-officiers de carrière 

niveau C technique en 2014 

1. Une session de recrutement de candidats sous-officiers de carrière 

pour le cycle de formation Niveau C technique est organisée en 2014. 




b. Les inscriptions sont clôturées le 30 avril 2014. 


d’admission et les épreuve et examens du concours peuvent 

être obtenues auprès des Centres d’information, au Numéro 

Vert 0800/33348 ou via www.mil.be/jobsite 


a. Les examens médicaux, les épreuves de condition physique et les 

épreuves psychotechniques sont organisés à partir du 10 octobre 2013. 

b. Les épreuves de connaissance académique sont organisées le 

28 juin et le 1 er juillet 2014 à l’Ecole royale des Sous-officiers de 

Saffraanberg. 

Ces épreuves comportent les épreuves relatives aux matières spécifiques 

: 

(1) l’épreuve d’électricité : cette épreuve, sous la forme d’un test à 

choix multiples, a pour but de vérifier si le postulant possède la 

connaissance nécessaire en électricité et ses applications, afin que 

celui-ci puisse suivre la formation supplémentaire du niveau de 

l’enseignement secondaire. 

(2) l’épreuve de mécanique : cette épreuve, sous la forme d’un test à 

choix multiples, a pour but de vérifier si le postulant possède la 

connaissance nécessaire en mécanique et ses applications, afin que 

celui-ci puisse suivre la formation supplémentaire du niveau de 

l’enseignement secondaire. 

(3) L’épreuve de calcul : cette épreuve, sous la forme d’un test à choix 

multiples, a pour but de vérifier si le postulant est capable d’utiliser les 

calculs mathématiques dans des problèmes techniques. Elle comprend, 

avec ou sans support visuel, des problèmes techniques qui peuvent être 

résolus à l’aide de calculs mathématiques simples. 


utile seront admis le 18 août 2014 à l’Ecole royale des Sous-officiers de 

Saffraanberg. 


[C − 2013/07218] 

Normale werving 

Wervingssessie van kandidaat-beroepsonderofficieren 

niveau C technisch in 2014 

1. In 2014 wordt een wervingssessie van kandidaat-beroepsonderofficieren 

georganiseerd voor de vormingscyclus Niveau C technisch. 




b. De inschrijvingen worden afgesloten op 30 april 2014. 



bekomen bij de Informatiecentra, op het Groene Nummer 0800/33348 



a. De geneeskundige onderzoeken, de proeven inzake fysieke 

conditie en de psychotechnische proeven worden georganiseerd vanaf 


b. De proeven van schoolse kennis worden georganiseerd op 

28 juni en 1 juli 2014 in de Koninklijke School voor Onderofficieren van 

Saffraanberg. 

Deze proeven omvatten proeven specifieke vakgebieden : 

(1) Proef elektriciteit : deze proef, onder de vorm van een test met 

meervoudige keuze, heeft tot doel om te toetsen of de sollicitant de 

nodige kennis heeft over elektriciteit en haar toepassingen, zodat de 

sollicitant kan aansluiten aan de aanvullende vorming op niveau van 

secundair onderwijs. 

(2) Proef mechanica : deze proef onder de vorm van een test met 

meervoudige keuze, heeft tot doel om te toetsen of de sollicitant de 

nodige kennis heeft over mechanica en haar toepassingen, zodat de 

sollicitant kan aansluiten aan de aanvullende vorming op niveau van 

secundair onderwijs. 

(3) Proef rekentechnieken : deze proef, onder de vorm van een test 

met meervoudige keuze, heeft tot doel te toetsen of de sollicitant de 

wiskundige rekentechnieken kan gebruiken in technische probleemstellingen. 

Ze omvat, al dan niet visueel ondersteunde, technische 

probleemstellingen die via eenvoudige rekentechnieken kunnen opgelost 

worden. 


toegelaten op 18 augustus 2014 in de Koninklijke School voor 

Onderofficieren van Saffraanberg.


83355 





4. Vacatures 






F N Total / Totaal 

53 84 137 





Gebruikte afkortingen 






Landmacht 

- Sous-officier électromécanicien pour véhicules (N + F) - Onderofficier elektromecanicien voor voertuigen (N + F) 

- Sous-officier électromécanicien pour des systèmes d’appui (N + F) - Onderofficier elektromecanicien voor steunsystemen (N + F) 

- Sous-officier technicien en armement et optique (N + F) - Onderofficier technicus bewapening en optiek (N+F) 

- Sous-officier technicien en électronique-optronique (N + F) - Onderofficier technicus elektronica-optronica (N + F) 

- Sous-officier soudeur (N) - Onderofficier lasser (N) 


Luchtmacht 

- Technique avions / Sous-officier technicien en avionics - Techniek vliegtuigen / Onderofficier technicus avionics 

- Technique avions / Sous-officier technicien en mécanique aéronautique 

- Technique avions / Sous-officier technicien en armement sur avions 

de combat 

- Techniek vliegtuigen / Onderofficier technicus luchtvaartmechanica 

- Techniek vliegtuigen / Onderofficier technicus bewapening op 

gevechtsvliegtuigen 

- Sous-officier électromécanicien pour des systèmes d’appui - Onderofficier elektromecanicien voor voertuigen 

- Sous-officier électromécanicien pour véhicules - Onderofficier elektromecanicien voor steunsystemen 

Marine 

Marine 

- Sous-officier service technique d’armement - Onderofficier wapentechnische dienst 

- Sous-officier service technique - Onderofficier technische dienst 

5. Adaptations possibles des postes vacants non attribuées 





* 

5. Mogelijke aanpassingen van de niet toegekende vacatures 






[C − 2013/07217] 

Recrutement normal 

Session de recrutement de candidats sous-officiers 

de carrière niveau C non technique en 2014 

1. Une session de recrutement de candidats sous-officiers de carrière 

pour le cycle de formation Niveau C non technique est organisée 

en 2014. 




b. Les inscriptions sont clôturées le 30 avril 2014. 


d’admission et les épreuves et examens du concours peuvent être 

obtenues auprèsdesCentresd’information, au Numéro Vert 0800/333 48 

ou via www.mil.be/jobsite 


a. Les examens médicaux, les épreuves de condition physique et les 

épreuves psychotechniques sont organisés à partir du 10 octobre 2013. 


[C − 2013/07217] 

Normale werving 

Wervingssessie van kandidaat-beroepsonderofficieren 

niveau C niet-technisch in 2014 

1. In 2014 wordt een wervingssessie van kandidaat-beroepsonderofficieren 

georganiseerd voor de vormingscyclus Niveau C niettechnisch. 




b. De inschrijvingen worden afgesloten op 30 april 2014. 



bekomen bij de Informatiecentra, op het Groene Nummer 0800/333 48 



a. De geneeskundige onderzoeken, de proeven inzake fysieke 

conditie en de psychotechnische proeven worden georganiseerd vanaf 

10 oktober 2013.


b. Les épreuves de connaissance professionnelle (UNIQUEMENT 

pour le postulant candidat sous-officier contrôleur de combat aérien, 

observateur météo, appui aérien-renseignements, appui aérien-mission 

planning, appui aérien-opérations aériennes) sont organisées à partir 

du 10 octobre 2013 au Service d’Accueil et d’Orientation et consistent en 

une épreuve d’anglais sous la forme d’un test à choix multiples ayant 

pour but de vérifier si le postulant possède une connaissance élémentaire 

de cette langue. 


utile seront admis : 

(1) Le 18 août 2014 à l’Ecole royale des Sous-officiers de Saffraanberg 

pour les postulants dans les spécialités suivantes : contrôleur de combat 

aérien, observateur météo, appui aérien-renseignements, appui aérienmission 

planning, appui aérien-opérations aériennes. 

(2) Le 6 octobre 2014 à l’Ecole royale des Sous-officiers de Saffraanbergpour 

les autres postulants candidats sous-officiers pour des 

fonctions non techniques. 





b. De proeven beroepskennis (ENKEL voor de sollicitant kandidaatonderofficier 

luchtgevechtsleider, meteoroloog, luchtsteun-inlichtingen, 

luchtsteun-vliegoperaties, luchtsteun-mission planning) worden georganiseerd 

vanaf 10 oktober 2013 in de Dienst Onthaal en Oriëntatie en 

omvatten een proef Engels, onder de vorm van meerkeuzevragen, die 

tot doel heeft na te gaan of de sollicitant een elementaire kennis heeft 

van deze taal. 


toegelaten op : 

(1) 18 augustus 2014 in de Koninklijke School voor Onderofficieren 

van Saffraanberg voor de sollicitanten in de volgende specialiteiten : 

luchtgevechtsleider, meteoroloog, luchtsteuninlichtingen, luchtsteunmission 

planning en luchtsteun-vliegoperaties. 

(2) 6 oktober 2014 in de Koninklijke School voor Onderofficieren van 

Saffraanberg voor de andere sollicitanten kandidaat-onderofficieren in 

niet-technische disciplines. 

4. Vacatures 






F N Total / Totaal 

135 205 340 





Gebruikte afkortingen 






Landmacht 

- Sous-officier Combat Para Commando - Onderofficier Combat Para Commando 

- Sous-officier Combat Manœuvre - Onderofficier Combat Manoeuvre 

- Sous-officier Combat - Onderofficier Combat 

- Sous-officier Artillerie - Onderofficier Artillerie 

- Sous-officier Combat Service Support - Onderofficier Combat Service Support 

- Sous-officier Construction - Onderofficier Constructie 

- Sous-officier spécialiste en matière de décontamination chimique, 

biologique, nucléaire et radiologique (CBRN) 

- Sous-officier cuisinier - Onderofficier kok 


- Appui non technique/ Sous-officier d’administration financière et 

du personnel 

- Onderofficier specialist chemische, bacteriologische, radiologische 

en nucleaire ontsmetting (CBRN) 

Luchtmacht 

- Niet-technische steun / Onderofficier financiële en personeelsadministratie 

- Appui non technique/ Sous-officier cuisinier - Niet-technische steun / Onderofficier kok 

- Appui non technique/ Sous-officier supply chain & mobility - 

supply 

- Appui non technique/ Sous-officier supply chain & mobility – 

supply (UMO) 

- Opérations aériennes / Sous-officier aéronautical information 

service 

-Opérations aériennes /Sous-officier air traffic control 

-Opérations aériennes / Sous-officier d’appui aérien –fire rescue 

team 

- Opérations aériennes / Sous-officier d’appui aérien - mission 

support 

-Opérations aériennes /Sous-officier junior météorologue 

-Opérations aériennes / Sous-officier contrôleur de combat aérien 

-Opérations aériennes /Sous-officier spécialiste en matière de décontamination 

chimique, biologique, nucléaire et radiologique (CBRN) 

- Niet-technische steun / Onderofficier supply chain & mobility – 

supply 

- Niet-technische steun / Onderofficier supply chain & Mobility – 

supply (UMO) 

- Luchtoperaties / Onderofficier / aéronautical information service 

- Luchtoperaties / Onderofficier air traffic control 

- Luchtoperaties / Onderofficier luchtsteun –fire rescue team 

- Luchtoperaties / Onderofficier luchtsteun - mission support 

- Luchtoperaties / Onderofficier meteoroloog junior 

- Luchtoperaties / Onderofficier luchtgevechtleider 

- Luchtoperaties / Onderofficier specialist chemische, bacteriologische, 

radiologische en nucleaire ontsmetting bij de Luchtmacht 

(CBRN)


83357 

-Opérations au sol / Sous-officier de protection d’aérodrome 

- Grondoperaties / Onderofficier vliegveldverdediger 

- C3IS / Sous-officier Tech ICT - C3IS / Onderofficier Tech ICT 

Marine 

Marine 

- Sous-officier pont à bord d’un navire - Onderofficier dek aan boord van een schip 

- Sous-officier opérateur en détection sous-marine et de surface à bord 

d’un navire 

- Sous-officier liaison (communication) de la Marine à bord d’un 

navire 

- Sous-officier cuisinier de la Marine à bord d’un navire - Onderofficier scheepskok 

- Onderofficier operator in onderwater- en oppervlaktedetectie aan 

boord van een schip 

- Onderofficier Marine verbindingen aan boord van een schip 

- Sous-officier d’approvisionnement de la Marine à bord d’un navire - Onderofficier bevoorrader voor de Marine aan boord van een schip 

- Sous-officier d’administration financière et du personnel à bord d’un 

navire 

- Sous-officier plongeur - Onderofficier duiker 

Service médical 

- Sous-officier ambulancier - Onderofficier ambulancier 

- Onderofficier financiële en personeelsadministratie aan boord van 

een schip 

Medische dienst 

5. Adaptations possibles des postes vacants non attribuées 





* 

5. Mogelijke aanpassingen van de niet toegekende vacatures 





AGENCE FEDERALE DES MEDICAMENTS 

ET DES PRODUITS DE SANTE 

[C − 2013/18437] 

Liste des agréments d’établissements de matériel corporel humain 

octroyés entre le 1 er septembre 2013 et le 30 septembre 2013 en 

application de la loi du 19 décembre 2008 relative à l’obtention et à 

l’utilisation de matériel corporel humain destinéàdes applications 

médicales humaines ou à des fins de recherche scientifique 

FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR GENEESMIDDELEN 

EN GEZONDHEIDSPRODUCTEN 

[C − 2013/18437] 

Lijst van de erkenningen die tussen 1 september 2013 en 30 september 

2013 toegekend werden bij toepassing van de wet van 

19 december 2008 inzake het verkrijgen en het gebruik van 

menselijk lichaamsmateriaal met het oog op de geneeskundige 

toepassing op de mens of het wetenschappelijk onderzoek 

Etablissement Localité Type de matériel corporel 

humain ou d’opérations 

A. Banques de matériel corporel humain 

CHU de Charleroi Charleroi Matériel corporel humain de l’appareil reproducteur 

(limité aux activités autorisées à un 

programme de soins « médecine de la 

reproduction A ») 

CHU de Liège Liège Autre matériel corporel humain destiné à 

des thérapies cellulaires 

B. Structure intermédiaire 

Agrément 

provisoire 

Prolongé jusqu’à 

décision définitive 

Prolongé jusqu’à 


Labo Nuytinck Evergem Capacitation des gamètes masculins Prolongé jusqu’à 


Rode Kruis Vlaanderen Gent Traitement, conservation, stockage et distribution 

de cellules souches hématopoïétiques 

Agrément 

définitif 

- Agrément refusé 

- 

- 

- 

Instelling Plaats Type menselijk lichaamsmateriaal 

of handeling 

A. Bank voor menselijk lichaamsmateriaal 

CHU de Charleroi Charleroi Reproductief menselijk lichaamsmateriaal 

(beperkt tot de activiteiten van een zorgprogramma 

“reproductieve geneeskunde A”) 

CHU de Liège Luik Ander menselijk lichaamsmateriaal bestemd 

voor celtherapieën 

B. Intermediaire structuur 

Voorlopige 

erkenning 

Verlengd tot de definitieve 

beslissing 

Verlengd tot de definitieve 

beslissing 

Labo Nuytinck Evergem Capacitatie van mannelijke gameten Verlengd tot de definitieve 

beslissing 

Rode Kruis Vlaanderen Gent Bewerken, preserveren, bewaren en distribueren 

van hematopoiëtische stamcellen 

Definitieve 

erkenning 

- Erkenning geweigerd 

- 

- 

-






JOBPUNT VLAANDEREN 

Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een beleidsmedewerker non-discriminatie 

voor de stafdienst VR van het departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid 

[2013/205968] 

Het departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid (DAR) biedt strategische en operationele 

ondersteuning aan de minister-president en aan de Vlaamse Regering voor haar algemeen beleid en haar dagelijkse 

werking. Het departement richt zich op algemene beleidsthema’s, om in dialoog met de andere beleidsdomeinen, de 

andere bestuursniveau’s, het maatschappelijk middenveld en de burger, mee te werken aan een slagkrachtige en 

klantgeoriënteerde overheid. Hiermee bouwt het departement mee aan een duurzame en open samenleving in 

Vlaanderen en speelt daarbij in op bestaande en nieuwe maatschappelijke uitdagingen. 

Het departement DAR wil kansen bieden om met originele of nieuwe ideeën en oplossingen te komen die het 

overheidsbeleid efficiënter, doeltreffender, open en duurzamer maken. Het departement DAR is een professionele 

organisatie die aan haar medewerkers maximale ontwikkelingskansen biedt en die de werking van haar organisatie 

voortdurend verbetert. 

De afdeling Stafdienst van de Vlaamse Regering ondersteunt de Vlaamse Regering, in het bijzonder de 

minister-president, voor het algemeen regeringsbeleid. De afdeling is ook belast met de ondersteuning voor een aantal 

uiteenlopende transversale beleidsthema’s die aan het beleidsdomein Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid zijn 

toegewezen. 

Het Vlaams Gelijkekansenbeleid - Team Gelijke Kansen in Vlaanderen : 

Het Vlaamse Gelijkekansenbeleid vertrekt vanuit de vaststelling dat nog heel wat burgers dagelijks aankijken 

tegen drempels die hun volwaardig deelname aan het maatschappelijk leven in de weg staan. Die drempels willen we 

traceren en wegwerken en nieuwe obstakels voorkomen. Aldus streven we naar een tolerante en inclusieve 

samenleving waarin ieder gelijke kansen krijgt, geëmancipeerd en autonoom in het leven kan staan en het volledig 

genot van mensenrechten en fundamentele vrijheden kan genieten. We timmeren hiertoe niet alleen preventief aan 

meer gelijke kansen maar bouwen ook een reactief beleid uit dat er op gericht is feitelijke discriminaties te bestrijden. 

Dit beleid wordt voorbereid en uitgevoerd binnen het team Gelijke Kansen in Vlaanderen. Dat telt momenteel 

11 personeelsleden, waaronder een teamhoofd, 7 beleidsmedewerkers en 3 collega’s die zorgen voor de administratieve 

ondersteuning. 

De te werven persoon zal zich vooral toeleggen op de uitbouw van de non-discriminatiebeleid. Dit houdt 

ondermeer in dat hij/zij : 

een transversale beleidswerking in de steigers zet, die de verschillende Vlaamse beleidsdomeinen er toe aanzet 

hun beleid, wetgeving en instrumenten discriminatievrij te maken en waar nodig sectorgerichte preventieve acties te 

ontplooien; 

een beleid uitzet dat zich richt op de ondersteuning van slachtoffers van discriminatie. Dit via de coördinatie van 

een netwerk aan meldpunten dat bemiddelt in individuele klachten en in partnerschap met een onafhankelijk orgaan 

dat zich op Vlaams niveau toelegt op de (gerechtelijke) bestrijding van discriminaties. Hiertoe worden netwerken 

uitgebouwd en structurele samenwerkingsverbanden aangegaan, projecten en campagnes opgezet, onderzoeken 

uitbesteed, wetgeving geanalyseerd, beleidsadviezen geschreven, monitoringsinstrumenten ontwikkeld, enzovoort. 

Functie : 

Het Vlaams discriminatiebeleid vanuit theoretische en praktische deskundigheid uitbouwen en implementeren en 

teneinde toepassingen omtrent non-discriminatie te initiëren, te stimuleren en te bewaken en bij te dragen tot de 

beleidsvoering ter zake. 

De functie opereert op twee niveaus : 

Op niveau van het Vlaamse beleid : Uitbouw van een transversale beleidsas die tot doel heeft de Vlaamse 

beleidsdomeinen ertoe aan te zetten hun beleid, wetgeving en systemen discriminatievrij te maken en waar nodig 

preventieve acties te ontplooien. 

Op niveau van de burger : Ondersteuning van slachtoffers van discriminatie (In partnerschap met de meldpunten 

discriminatie, het onafhankelijk orgaan en een netwerk aan bevoegdheidsgerelateerde instanties) Uitgebreide 

informatie over de resultaatsgebieden van deze functie kan je vinden in het selectiereglement in bijlage op 

www.jobpunt.be 

Profiel : 

Formele deelnemingsvoorwaarden : 

Op 10 november 2013 voldoe je aan volgende twee voorwaarden : 

Diploma : je beschikt over een masterdiploma in de rechten. 

Werkervaring : je hebt drie jaar relevante ervaring in de (beleids)problematiek rond het discriminatie- en 

mensenrechtenthema. Daarnaast beschik je over professionele ervaring inzake het Vlaamse non-discriminatiebeleid.


83359 

Kandidaten die binnen de Vlaamse overheid werken en kunnen deelnemen via de interne mobiliteit, hoeven niet 

te voldoen aan de diplomavoorwaarde. 

Indien je in het bezit bent van een buitenlands diploma, dien je de erkenning van de gelijkwaardigheid ervan met 

master voor te kunnen leggen bij inschrijving. Je kunt dit aanvragen bij NARIC-Vlaanderen : 

http://www.ond.vlaanderen.be/naric 

Als je je diploma hebt behaald in een andere taal dan het Nederlands, moet je bij inschrijving aantonen geslaagd 

te zijn in een taalexamen bij SELOR. 

Vaktechnische competenties : 

Uitgebreide kennis van de discriminatie- en mensenrechtenwetgeving, het administratief- en strafrecht, 

staatsrecht,... 

Sterk affiniteit met en zeer grondige kennis van de discriminatie- en mensenrechtenproblematiek in de praktijk, het 

werkveld en het (inter)nationaal beleid ter zake. 

Affiniteit met en basiskennis van de andere thema’s van het Gelijkekansenbeleid. 

Kennis van de organisatie en de werking van de Vlaamse overheid, haar administratieve processen, ed. 

Vertrouwd met de gangbare informaticatoepassingen (Word, Excell, E-mail, internet,..) Gedragscompetenties : 

Voortdurend verbeteren III 

Klantgerichtheid II 

Samenwerken III 

Betrouwbaarheid II 

Probleemanalyse II 

Visie II 

Initiatief III 

Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid II 

Overtuigingskracht II 

Aanbod : 

Je komt terecht in een dynamische organisatie die oog heeft voor innovatie en die een permanente verbetering van 

de dienstverlening nastreeft. 

Je krijgt ruime mogelijkheden wat vorming, bijscholing en ondersteuning met moderne ICT-middelen betreft. 

Je werkdruk kan hoog zijn, maar er worden ernstige inspanningen geleverd om het werk zo optimaal mogelijk te 

combineren met de privé-situatie : zo bieden wij je 35 dagen vakantie per jaar en een systeem van glijdende werktijden. 

Alle personeelsleden ontvangen maaltijdcheques van 7 euro per gewerkte dag. 

Je woon-werkverkeer met het openbaar vervoer en je hospitalisatieverzekering zijn gratis. 

Je wordt aangeworven in de graad van adjunct van de directeur (rang A1) met de bijbehorende salarisschaal A111. 

Je aanvangssalaris bedraagt minimaal 3.314,64 euro (brutomaandsalaris bij drie jaar ervaring, aangepast aan de 

huidige index), reglementaire toelagen niet inbegrepen. Relevante beroepservaring in de private sector of als 

zelfstandige kan worden erkend door de lijnmanager op basis van de functievereisten en kan tot maximaal negen jaar 

verloond worden. 

Je eerste twaalf maanden (maximaal) vormen een proefperiode met een individueel vormingsprogramma. De 

proeftijd is niet van toepassing indien je reeds Vlaams ambtenaar bent in de graad van de vacature. 

De Vlaamse overheid wil de samenleving waarvoor ze zich inzet zo goed mogelijk weerspiegelen. Kandidaten 

worden dan ook geselecteerd op basis van hun kwaliteiten en vaardigheden, ongeacht geslacht, afkomst of handicap. 

Hoe solliciteren ? 

Indien je geïnteresseerd bent in deze vacature, solliciteer dan uiterlijk op 10 november 2013. 

Je stuurt een ingevuld standaard-CV via mail naar : sollicitatiesVO@jobpunt.be. 

Vermeld in het onderwerp van je mail het selectienummer 16.538. 

Je kandidatuur wordt enkel in aanmerking genomen als je het standaard-CV gebruikt en je je kandidatuur uiterlijk 

op 10 november 2013 naar ons stuurt (datum verzending mail geldt hiervoor als bewijs). 

Meer weten ? 

Meer informatie kan je terugvinden in het selectiereglement in bijlage op www.jobpunt.be 

Als je meer informatie wenst over de selectieprocedure kan je contact opnemen met Jolien Elegheer, 

accountmanager (jolien.elegheer@jobpunt.be).



[2013/205964] 

Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een administratief bediende afdeling Bovenschelde 

standplaats Merelbeke Waterwegen en Zeekanaal NV 

In het westen en het centrum van Vlaanderen beheert Waterwegen en Zeekanaal NV, kortweg W&Z, als organisatie 

binnen de Vlaamse overheid, de waterwegen en heel wat watergebonden gronden. Onze organisatie heeft als 

doelstelling de binnenvaart te stimuleren en te optimaliseren via goed onderhouden vaarwegen en geautomatiseerde 

bruggen en sluizen. De zorg voor milieu en veiligheid, evenals ’de mens’ in het algemeen, dragen wij hierbij hoog in 

het vaandel. Zo beschermen wij de bevolking tegen wateroverlast door de aanleg van dijken en gecontroleerde 

overstromingsgebieden en besteden wij aandacht aan ecologische oeverversterkingen in natuurgebieden. Ten slotte 

bouwen wij de recreatieve functies op en om onze waterwegen verder uit van voorzieningen voor wandelaars en 

fietsers tot faciliteiten voor de pleziervaart en allerlei watersporten. Verscheidenheid is troef bij W&Z en dat 

weerspiegelt zich ook in onze jobmogelijkheden. 

Om ons W&Z-team te versterken, zijn wij op zoek naar (m/v) : 

1 administratief bediende 

Jouw functie : 

Je wordt tewerkgesteld in onze cel Juridische en Administratieve Ondersteuning. In deze functie ben je 

verantwoordelijk voor het verlenen van administratief ondersteunende diensten aan het celhoofd Beheer, projectingenieurs 

en andere medewerkers binnen de cel Beheer. Je takenpakket is dan ook zeer uitgebreid en divers. Zo sta je in 

voor de opmaak van verslagen en opvolging van actiepunten van diverse vergaderingen. 

Verder maak je brieven, nota’s en actiepuntenlijsten op. Je verricht voorbereidend opzoekwerk in diverse 

(technische) dossiers. Tevens werk je mee aan de voorbereiding van de rapporteringen in kader van de 

Europese projecten binnen de cel Beheer. Eveneens geef je ondersteuning aan het celhoofd Beheer bij de opmaak van 

de jaarlijkse onderhoudsbegroting. 

Jouw profiel : 

Je hebt een bachelordiploma, aangevuld met twee jaar administratieve ervaring die je kan aantonen in je CV. 

Administratieve ervaring in een waterbouwkundige sector is een voordeel. Je kunt zelfstandig en proactief werken. 

Bovendien weet je van aanpakken en ben je een uitgesproken organisatietalent. Daarnaast zijn nauwkeurigheid en 

klantgerichtheid jouw troeven. Je bent in het bezit van een rijbewijs B. 

Ons aanbod : 

Een statutaire benoeming mits het voldoen binnen de proeftijd en een startsalaris van 2.372,39 euro bruto per 

maand (bij twee jaar ervaring). 

W&Z biedt daarnaast vooral een boeiende job vol afwisseling en de kans om mee te werken aan maatschappelijk 

zinvolle projecten. Vorming, opleiding en training zijn vanzelfsprekendheden bij W&Z, want we laten jou groeien, 

maar ook ons. Als overheidsorganisatie bieden wij naast werkzekerheid ook heel wat doorgroeimogelijkheden, 

35 verlofdagen, maaltijdcheques, een hospitalisatieverzekering en gratis openbaar vervoer van en naar het werk. 

Relevante privé-ervaring kan tot maximaal negen jaar gevaloriseerd worden. 


Je kan je kandidaat stellen via onze Jobsite : surf naar http://www.wenz.be en klik op ’Vacatures’. Hier kan je 

tevens een uitgebreide functieomschrijving vinden. We verwachten jouw kandidatuur uiterlijk op 17 november 2013. 

Meer weten ? 

Voor meer informatie over deze functies kan je terecht bij Veerle Goethals, HR Business Partner, op 

tel. nr. 09-292 12 26. Indien je problemen ondervindt bij het online solliciteren, kan je steeds terecht bij bovenstaande 

contactpersoon of een mail sturen naar jobsite@wenz.be 

* 


Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een dossierbeheerder grondverwervingen 

afdeling Bovenschelde standplaats Merelbeke Waterwegen en Zeekanaal NV 

[2013/205965] 












1 dossierbeheerder grondverwervingen 

In deze uitdagende functie word je tewerkgesteld in de cel Juridische en Administratieve Ondersteuning van onze 

afdeling Bovenschelde. Je bent verantwoordelijk voor het beheer en de administratieve afhandeling van de dossiers 

binnen het proces grondverwerving en grondbeheer, in het bijzonder met betrekking tot aankopen in der minne en 

onteigeningen. Je takenpakket is zeer uitgebreid en divers. Naast het opvragen en controleren van gegevens sta je in 

voor de eigenlijke samenstelling en opmaak van de grondverwervingsdossiers. Zo maak je brieven, besluiten, 

overzichten en rapporten op. Voor het technische luik dien je nauw samen te werken met onze projectingenieurs en 

voor de regelgeving met onze juristen. In deze functie dien je goede contacten te onderhouden met de betrokken 

instanties (bv. kadaster, aankoopcomité ...). Tevens verstrek je correcte informatie aan onze klanten (bv. particulieren, 

bedrijven ...) inzake de jou toevertrouwde dossiers.


83361 


Je hebt een bachelordiploma, aangevuld met één jaar aantoonbare administratieve ervaring op het vlak van 

verwervingen (onteigeningen, voorkooprecht ...) die je kan aantonen in je CV. Je kunt zelfstandig en proactief werken. 

Daarnaast zijn nauwkeurigheid en klantgerichtheid jouw troeven. Je bent in het bezit van een rijbewijs B. 

Ons aanbod : 

Een statutaire benoeming mits het voldoen binnen de proeftijd en een startsalaris van 2.304,03 euro bruto per 

maand (bij één jaar ervaring). 





Relevante privé-ervaring kan tot maximaal negen jaar gevaloriseerd worden. 




Meer weten ? 



contactpersoon of een mail sturen naar jobsite@wenz.be 

* 


[2013/205966] 

Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een projectingenieur afdeling Bovenschelde 

standplaats Merelbeke Waterwegen en Zeekanaal NV 












1 projectingenieur voor het Seine-Scheldeproject 

In deze boeiende functie ben je als projectingenieur verantwoordelijk voor uiteenlopende projecten in de 

waterbouw binnen het Vlaamse luik van het infrastructuurproject Seine-Schelde (http://www.seineschelde.be). Je 

begeleidt de projecten vanaf de ontwikkeling tot en met de realisatie van o.a. kaaimuren, sluizen, stuwen en bruggen. 

De voorbereidende studies zoals de technische ontwerpen, de milieueffectenrapportage, de ruimtelijke uitvoeringsplannen 

en de stabiliteitsstudies worden door jou uitgevoerd of gecoördineerd in het geval er beroep wordt gedaan op 

externe studiebureaus. Je maakt het aanbestedingsdossier op en zorgt voor de aanvraag van de stedenbouwkundige 

vergunning. Je leidt zowel technisch als administratief de uitvoering van de werken in nauwe samenwerking met de 

toezichters. Je bent het centraal aanspreekpunt voor alle betrokken partijen zoals aannemers, gemeentebesturen en 

belangenverenigingen. 


Je hebt een masterdiploma in de ingenieurswetenschappen met als optie bouwkunde. Je bent in het bezit van een 

rijbewijs B. Verder ben je klantgericht en communicatief met veel zin voor initiatief en resultaat. Je kan zelfstandig 

werken, maar bent ook in staat om samen met het projectteam tot resultaten te komen. 

Ons aanbod : 

De projectingenieur Seine-Scheldeproject krijgt een contract bepaalde duur tot en met 2020 aangeboden en een 

startsalaris van 3.522,40 euro bruto per maand (bij 0 jaar ervaring). Voor deze laatste functie wordt tevens een 

bedrijfswagen voorzien. 





Relevante privé-ervaring kan tot maximaal 15 jaar gevaloriseerd worden. 




Meer weten ? 



contactpersoon of een mail sturen naar jobsite@wenz.be



[2013/205969] 

Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een beleidsondersteuner GIS voor de stafdienst VR 

van het departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid 

Het departement Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid (DAR) biedt strategische en operationele 

ondersteuning aan de minister-president en aan de Vlaamse Regering voor haar algemeen beleid en haar dagelijkse 

werking. Het departement richt zich op algemene beleidsthema’s, om in dialoog met de andere beleidsdomeinen, de 

andere bestuursniveau’s, het maatschappelijk middenveld en de burger, mee te werken aan een slagkrachtige en 

klantgeoriënteerde overheid. Hiermee bouwt het departement mee aan een duurzame en open samenleving in 

Vlaanderen en speelt daarbij in op bestaande en nieuwe maatschappelijke uitdagingen. 

Het departement DAR wil kansen bieden om met originele of nieuwe ideeën en oplossingen te komen die het 

overheidsbeleid efficiënter, doeltreffender, open en duurzamer maken. Het departement DAR is een professionele 

organisatie die aan haar medewerkers maximale ontwikkelingskansen biedt en die de werking van haar organisatie 

voortdurend verbetert. 

De afdeling Stafdienst van de Vlaamse Regering ondersteunt de Vlaamse Regering, in het bijzonder de 

minister-president, voor het algemeen regeringsbeleid. De afdeling is ook belast met de ondersteuning voor een aantal 

uiteenlopende transversale beleidsthema’s die aan het beleidsdomein Diensten voor het Algemeen Regeringsbeleid zijn 

toegewezen. 

Het team Geografische Informatie ondersteunt het beleid en de beleidsafstemming op het vlak van geografische 

informatie. Werkt in dat verband regelgeving uit en vervult de secretariaatsfunctie van de adviesorganen van het 

samenwerkingsverband voor de Geografische Data-Infrastructuur Vlaanderen. Beheert de dotatie aan het Agentschap 

voor Geografische Informatie Vlaanderen (AGIV) en volgt de beheersovereenkomst met dat agentschap op. 

Functie : 

Doel van de functie : 

Goed onderbouwde en kwalitatieve beleidsvoorstellen doen teneinde de beleidsbepaler(s) zoals bv. de Vlaamse 

Regering, de functionele ministers in staat te stellen de juiste beleidsbeslissingen te nemen die ook politiek gedragen 

kunnen worden. 

Meer uitgebreide informatie over het takenpakket en de resultaatsgebieden kan je vinden in het selectiereglement 

in bijlage op www.jobpunt.be 

Profiel : 

Formele deelnemingsvoorwaarden : 

Op 17 november 2013 voldoe je aan volgende twee voorwaarden : 

Diploma : Je hebt een diploma of getuigschrift dat toegang geeft tot niveau A binnen de Vlaamse Overheid (zoals 

masterdiploma’s of diploma’s van licentiaat,...). 

Werkervaring : je beschikt over affiniteit (uit opleiding of werkervaring) met volgende domeinen : 

Geografische informatie. 

Geografische toepassingen. 

Statistische verwerking Kandidaten die binnen de Vlaamse overheid werken en kunnen deelnemen via de interne 

mobiliteit, hoeven niet te voldoen aan de diplomavoorwaarde. 

Indien je in het bezit bent van een buitenlands diploma, dien je de erkenning van de gelijkwaardigheid ervan met 

master voor te kunnen leggen bij inschrijving. Je kunt dit aanvragen bij NARIC-Vlaanderen : 

http://www.ond.vlaanderen.be/naric. 

Als je je diploma hebt behaald in een andere taal dan het Nederlands, moet je bij inschrijving aantonen geslaagd 

te zijn in een taalexamen bij SELOR. 

Vaktechnische competenties : 

Je hebt interesse voor geografische informatie of toepassingen rond geografische informatie. 

Kennis van de Vlaamse overheid is een pluspunt. 

Je hebt een vlotte pen Gedragscompetenties : 

Voortdurend verbeteren II 

Klantgerichtheid II 

Samenwerken II 

Betrouwbaarheid II 

360 o -inlevingsvermogen II 

Probleemanalyse II 

Oordeelsvorming II 

Schriftelijke uitdrukkingsvaardigheid II 

Aanbod : 

Je komt terecht in een dynamische organisatie die oog heeft voor innovatie en die een permanente verbetering van 

de dienstverlening nastreeft. 

Je krijgt ruime mogelijkheden wat vorming, bijscholing en ondersteuning met moderne ICT-middelen betreft. 

Je werkdruk kan hoog zijn, maar er worden ernstige inspanningen geleverd om het werk zo optimaal mogelijk te 

combineren met de privé-situatie : zo bieden wij je 35 dagen vakantie per jaar en een systeem van glijdende werktijden. 

Alle personeelsleden ontvangen maaltijdcheques van 7 euro per gewerkte dag. 

Je woon-werkverkeer met het openbaar vervoer en je hospitalisatieverzekering zijn gratis. 

Je wordt aangeworven in de graad van adjunct van de directeur (rang A1) met de bijbehorende salarisschaal A111. 

Je aanvangssalaris bedraagt minimaal 3.019,77 euro (brutomaandsalaris, aangepast aan de huidige index), reglementaire 

toelagen niet inbegrepen. Relevante beroepservaring in de private sector of als zelfstandige kan worden erkend 

door de lijnmanager op basis van de functievereisten en kan tot maximaal negen jaar verloond worden. 

Je eerste 12 maanden (maximaal) vormen een proefperiode met een individueel vormingsprogramma. De proeftijd 

is niet van toepassing indien je reeds Vlaams ambtenaar bent in de graad van de vacature. 

De Vlaamse overheid wil de samenleving waarvoor ze zich inzet zo goed mogelijk weerspiegelen. Kandidaten 

worden dan ook geselecteerd op basis van hun kwaliteiten en vaardigheden, ongeacht geslacht, afkomst of handicap. 


Indien je geïnteresseerd bent in deze vacature, solliciteer dan uiterlijk op 17 november 2013.


83363 

Je stuurt een ingevuld standaard-CV via mail naar : sollicitatiesVO@jobpunt.be 

Vermeld in het onderwerp van je mail het selectienummer 16.540. 

Je kandidatuur wordt enkel in aanmerking genomen als je het standaard-CV gebruikt en je je kandidatuur uiterlijk 

op 17 november 2013 naar ons stuurt (datum verzending mail geldt hiervoor als bewijs). 

Meer weten ? 

Meer informatie kan je terugvinden in het selectiereglement in bijlage op www.jobpunt.be. 

Als je meer informatie wenst over de selectieprocedure kan je contact opnemen met Jolien Elegheer, 

accountmanager (jolien.elegheer@jobpunt.be). 

* 


Jobpunt Vlaanderen coördineert de aanwerving van een ziekenhuisapotheker 

bij het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel 

[2013/205999] 

Het Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum is een openbaar psychiatrisch zorgen kenniscentrum met een 

tweedelijnsopdracht, dat voor mensen met een psychiatrische problematiek en hun directe omgeving, op respectvolle 

wijze professionele zorg organiseert om samen te werken aan herstel. Ruim 610 personeelsleden en 800 plaatsen en 

bedden verdeeld over drie divisies richten zich, elk met hun eigen aanpak en expertise naar de specifieke doelgroepen 

Volwassenen, Ouderen en Jongeren. 

Ter ondersteuning van onze apotheek, zijn wij op zoek naar een 

Ziekenhuisapotheker (m/v) 

U bent verantwoordelijk voor de organisatie en het toezicht op de algemene operationele taken van de 

ziekenhuisapotheek in samenwerking met de titularis, o.a. de controle en opvolging van de distributie van 

geneesmiddelen, magistrale bereidingen en steriel materiaal. U stuurt de medewerkers (apotheekassistenten, laborant 

en administratief medewerker) van de apotheek mee aan. 

Profiel 

U bent in het bezit van het diploma van ziekenhuisapotheker. U kunt zowel zelfstandig als in teamverband 

functioneren en beschikt over een flexibele professionele houding. Daarnaast bent u organisatievaardig en hebt u zin 

voor initiatief. U werkt nauwgezet en levert kwaliteitsvol werk. U communiceert vlot met zowel de apotheekassistenten, 

de administratieve medewerkers, de artsen, de verpleegkundigen en bent vertrouwd met het gebruik van 

diverse informaticatoepassingen. 

Wat bieden we je ? 

Een vaste benoeming (in salarisschaal A121) waarbij relevante ervaring wordt gehonoreerd, aantrekkelijke en 

gezinsvriendelijke arbeidsvoorwaarden, vormings- en opleidingskansen, een aantrekkelijke vakantieregeling (35 dagen 

vakantie per jaar), hospitalisatieverzekering, maaltijdcheques, ... 

Interesse ? 

Uw sollicitatie met cv en vermelding van de functie stuurt u vóór 24 november naar het OPZ Geel t.a.v Iris 

Croonenborghs, Dr. Sanodreef 4, 2440 Geel of via e-mail naar iris.croonenborghs@opzgeel.be (ook voor het opvragen 

van de functiebeschrijving en het examenreglement). 

Voor meer informatie over de functie kan u terecht bij Annemie Jansseune, ziekenhuisapotheker, op het 

nummer 014-57 90 87, bij Iris Van Regenmortel, ziekenhuisapotheker, op het nummer 014-57 90 87 of bij dr. Tom 

Geuens, hoofdgeneesheer, op het nummer 014-57 90 71. 

* 


Jobpunt Vlaanderen Selectie van schipper. — Uitslag 

[2013/206021] 

De selectie van schipper (niveau D), Beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken, Agentschap voor Maritieme 

Dienstverlening en Kust, DAB Vloot - (selectienummer 15946). 

Er zijn 3 geslaagden. 

* 


Internationaal Vlaanderen 

[C − 2013/36027] 

Oproep tot kandidaatstelling deskundigen voor de hernieuwing van het Adviescomité, Beroepscommissies, 

Technische Commissie Brandveiligheid van het Toeristische Logies en de Technische Commissie Brandveiligheid 

voor Toerisme voor Allen verblijven 

Het Departement internationaal Vlaanderen is op zoek naar kandidaten deskundigen voor de hernieuwing van het 

Adviescomité, Beroepscommissies en Technische Commissie Brandveiligheid van het Toeristische Logies en voor 

Toerisme voor Allen voor een mandaat van vier jaar (vanaf 1 januari 2014) als volgt : 

1. Effectieve leden deskundigen en plaatsvervangers voor het Adviescomité voor alle categorieën van het 

Toeristische Logies : 

c Drie effectieve leden deskundigen en plaatsvervangers voor de Categorie Hotel; 

c Drie effectieve leden deskundigen en plaatsvervangers voor de Categorie Openluchtrecreatief terrein; 

c Drie effectieve leden deskundigen en plaatsvervangers voor de Categorie Gastenkamer; 

c Drie effectieve leden deskundigen en plaatsvervangers voor de Categorie Vakantiewoning; 

c Drie effectieve leden deskundigen en plaatsvervangers voor de Categorie Vakantielogies.


2. Effectieve leden deskundigen voor de Beroepscommissie voor alle categorieën van het Toeristische Logies : 

c Een voorzitter; 

c Vijf effectieve leden deskundigen voor de Categorie Hotel; 

c Vijf effectieve leden deskundigen voor de Categorie Openluchtrecreatief terrein; 

c Vijf effectieve leden deskundigen voor de Categorie Gastenkamer; 

c Vijf effectieve leden deskundigen voor de Categorie Vakantiewoning; 

c Vijf effectieve leden deskundigen voor de Categorie Vakantielogies. 

De deskundiger voor het Adviescomité en de Beroepscommissie dienen te beschikken over minstens vijf jaar 

relevante ervaring in de betreffende Toeristische Logiessector die ze wensen te vertegenwoordigen. 

De zetelende leden van het Adviescomité en de Beroepscommissie voor het Toeristische Logies kunnen aanspraak 

maken op de volgende vergoedingen : 

c Een presentiegeld van 50 euro per bijgewoonde vergadering; 

c Een reisvergoeding voor de reiskosten die ze gemaakt hebben om een vergadering bij te wonen overeenkomstig 

de kilometervergoeding voor dienstreizen die toegekend wordt aan de personeelsleden van de diensten van de 

Vlaamse overheid. 

De vergoeding wordt berekend op basis van de afstand tussen de woonplaats en de plaats van de vergadering in 

Brussel. 

3. Effectieve leden deskundigen en plaatsvervangers van de Technische Commissie Brandveiligheid voor alle 

categorieën van het Toeristische Logies : 

c Een voorzitter, die een personeelslid is van een Vlaamse overheidsdienst en die geen effectief of 

plaatsvervangend lid van het Adviescomité van het Toeristische Logies; 

c Vier brandveiligheidsdeskundigen die actief deel uitmaken van een openbare brandweerdienst; 

c Twee effectieve leden deskundigen en plaatsvervangers voor de Categorie Hotel van wie één effectief lid 

deskundige is voor de categorie Hotel in het Adviescomité van het Toeristische Logies; 

c Twee effectieve leden deskundigen en plaatsvervangers voor de Categorie Openluchtrecreatief terrein van wie 

één effectief lid deskundige is voor de categorie Openluchtrecreatief terrein in het Adviescomité van het 

Toeristische Logies; 

c Twee effectieve leden deskundigen en plaatsvervangers voor de categorie Gastenkamer van wie één effectief lid 

deskundige is voor de categorie Gastenkamer in het Adviescomité van het Toeristische Logies; 

c Twee effectieve leden deskundigen en plaatsvervangers voor de Categorie Vakantiewoningen van wie één 

effectief lid deskundige is voor de categorie Vakantiewoning in het Adviescomité van het Toeristische Logies; 

c Twee effectieve leden deskundigen en plaatsvervangers voor de categorie Vakantielogies van wie één effectief 

lid deskundige is voor de categorie Vakantielogies in het Adviescomité van het Toeristische Logies. 

4. Effectieve leden deskundigen en plaatsvervangers van de Technische Commissie Brandveiligheid voor 

Toerisme voor Allen verblijven : 

c Een voorzitter, die een personeelslid is van een Vlaamse overheidsdienst; 

c Vier brandveiligheidsdeskundigen die actief deel uitmaken van een openbare brandweerdienst; 

c Twee effectieve leden deskundigen en plaatsvervangers voor de Jeugdverblijfsector; 

c Twee effectieve leden deskundigen en plaatsvervangers voor de Volwassenenverblijfsector. 

De zetelende leden van de Technische Commissie Brandveiligheid voor het Toeristische logies en voor Toerisme 

voor Allen verblijven kunnen aanspraak maken op de volgende vergoedingen : 

1. Een geïndexeerd presentiegeld van 50 euro per bijgewoonde vergadering; 

2. Een reisvergoeding voor de reiskosten die ze gemaakt hebben om een vergadering van de Technische Commissie 

Brandveiligheid bij te wonen overeenkomstig de kilometervergoeding voor dienstreizen die toegekend wordt aan 

de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid. De vergoeding wordt berekend op basis van de 

afstand tussen de woonplaats en de plaats van de vergadering in Brussel; 

3. Een reisvergoeding voor de reiskosten die ze gemaakt hebben om een plaatsbezoek uit te voeren met een ander 

vervoermiddel dan hun dienstwagen overeenkomstig de kilometervergoeding voor dienstreizen die toegekend 

wordt aan de personeelsleden van de diensten van de Vlaamse overheid; 

4. Een geïndexeerde vergoeding van 25 euro voor de plaatsbezoeken die ze uitgevoerd hebben per afwijkings- en 

beroepsdossier. 

De vier zetelende brandveiligheidsdeskundigen kunnen daarboven aanspraak maken op een geïndexeerde 

vergoeding van 100 euro voor de plaatsbezoeken die ze uitgevoerd hebben per afwijkings- en beroepsdossier. 

Kandidaat-leden worden verzocht hun kandidaturen uiterlijk 1 december 2013 elektronisch in te dienen bij het 

Departement internationaal Vlaanderen via toerisme@iv.vlaanderen.be 

Een curriculum Vitae waaruit blijkt dat de kandidaat over de nodige ervaring beschikt, moet bij de kandidatuur 

worden gevoegd. 

Het Departement internationaal Vlaanderen bezorgt de indicatieve lijst met kandidaten aan de Vlaamse minister, 

bevoegd voor het toerisme. De minister benoemt de weerhouden kandidaten. Voor elk effectief lid benoemt de minister 

een plaatsvervangend lid dat aan dezelfde voorwaarden voldoet. Effectieve leden en hun plaatsvervangers wonen de 

vergadering van de Beroepscommissie en Technische Commissie Brandveiligheid enkel bij wanneer het uit te brengen 

advies betrekking heeft op de categorie van het Toeristische Logies die ze vertegenwoordigen. 

Meer informatie over de taken van het Adviescomité, de Beroepscommissies en de Technische Commissie 

Brandveiligheid voor het Toeristische Logies en Toerisme voor Allen vindt u op http://www.vlaanderen.be/int/adviesen-beroepscommissies-toerisme


83365 

PUBLICATIONS LEGALES ET AVIS DIVERS 

WETTELIJKE BEKENDMAKINGEN EN VERSCHILLENDE BERICHTEN 

Ruimtelijke Ordening 

Gemeente Holsbeek 

Het college van burgemeester en schepenen maakt bekend dat het 

rooilijn- en onteigeningsplan Gebr. Van Tiltstraat (weg nr. 25) + een 

gedeelte van de Leuvensebaan, tussen het Langeveld (weg nr. 29) en 

de Gebr. Van Tiltstraat voorlopig werd goedgekeurd op de gemeenteraad 

van 15 oktober 2013 en onderworpen wordt aan een openbaar 

onderzoek. 

De bundel ligt ter inzage op de dienst Ruimtelijke Ordening en 

Leefmilieu van de gemeente Holsbeek, Dutselstraat 15 te 3220 Holsbeek 

vanaf 31 oktober 2013 t.e.m. 30 november 2013. 

Eventuele bezwaren en/of opmerkingen worden uiterlijk de laatste 

dag van het openbaar onderzoek naar de gemeente Holsbeek - Dutselstraat 

15 te 3220 Holsbeek - per aangetekende brief verstuurd of 

afgegeven tegen ontvangstbewijs op de dienst Ruimtelijke Ordening en 

Leefmilieu van de gemeente Holsbeek op hetzelfde adres. 

Het rooilijnplan heeft ook gevolgen voor werken en handelingen 

waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning vereist is, zie art. 16, 

vierde lid, van het rooilijnendecreet van 8 mei 2009. 

(37423) 

Assemblées générales 

Algemene vergaderingen 

2. Voorstel tot aanpassing van artikel 13 van de statuten aan het feit 

dat de raad van bestuur voortaan zal samengesteld zijn uit negen (9) 

leden, waarvan twee (2) leden onafhankelijk dienen te zijn. Vaststelling 

van de criteria waaraan deze onafhankelijke bestuurders dienen te 

voldoen. 

3. Voorstel tot inlassing in fine van artikel 14.1 van de statuten van 

de volgende tekst : 

“De legal counsel van de vennootschap woont alle vergaderingen 

van de raad van bestuur bij en maakt de notulen van de vergadering 

op”. 

4. Voorstel om in artikel 14.4 van de statuten de hierna vermelde 

wijzigingen door te voeren, namelijk : 

vervanging in de eerste alinea van de woorden “In afwijking van het 

vorige artikel en ...;” door de woorden “Binnen de gewone meerderheid 

van stemmen zoals bepaald in artikel 14.3 en ...;” 

vervanging van de tekst van punt h) in door de volgende tekst : 

“h) aanwerving, ontslag, vergoeding en bonussen van de CEO, CFO 

en Senior Managers (zoals gedefinieerd in artikel 1.1 van de Restated 

Shareholders Agreement overeengekomen tussen de aandeelhouders 

en de vennootschap op 28 oktober 2013) van de vennootschap indien 

zulks niet expliciet voorzien was in het jaarlijks budget;”. 

5. Voorstel om in artikel 15 van de statuten de inrichting te voorzien 

door de raad van bestuur van een auditcomité en een benoemings- en 

remuneratiecomité, alsmede vaststelling van de samenstelling en de 

bevoegdheden van deze comité’s. 

6. Voorstel tot inlassing in fine van artikel 27 van de statuten van een 

punt j) waarvan de tekst luidt als volgt : 

“j) benoeming en ontslag van de onafhankelijke bestuurders”. 

7. Machtiging voor het opstellen van een gecoördineerde tekst van 

de statuten. 

Voor de raad van bestuur. 

(37076) 

SARENS BESTUUR, naamloze vennootschap, 

Autoweg 10, 1861 Wolvertem 

Ondernemingsnummer : 0451.416.125 

Bijeenroeping buitengewone algemene vergadering 

van aandeelhouders 

De aandeelhouders en obligatiehouders van Sarens Bestuur NV 

worden uitgenodigd de buitengewone algemene vergadering bij te 

wonen die zal gehouden worden op 18 november 2013, om 17 uur, op 

het kantoor van Geassocieerde notarissen Deckers, De Graeve, 

Sledsens, Van den Bergh, Broederminstraat 9, 2018 Antwerpen met 

volgende agenda : 

1. Vaststelling dat ingevolge de overdracht van aandelen tussen de 

aandeelhouders het maatschappelijk kapitaal thans vertegenwoordigd 

wordt door tienduizend honderd en acht (10.108) aandelen van klasse 

A en tweeduizend honderd zesendertig (2.136) aandelen van klasse B, 

en derhalve voorstel tot aanpassing van de artikelen 5 en 9.2 van de 

statuten. 

PARKING ST. JACOB 

ST. JACOBSMARKT 81-83, 2000 ANTWERPEN 

Proces-verbaal van de algemene vergadering van de vereniging van mede-eigenaars 

van PARKING ST. JACOB, gehouden op dinsdag 1 oktober 2013, om 20 uur, in 

het THEATER HOTEL te 2000 Antwerpen. 

De vergadering wordt geopend om 20 u. 30 m. onder voorzitterschap 

van de heer J. Wets. 

Secretaris : de heer A. Van Ransbeeck. 

Stemopnemers : mevrouw Mertens en de heer Kindermans. 

Telling der aanwezigen bij het begin van de vergadering : 

Aantal aanwezige of vertegenwoordigde mede-eigenaars op een 

totaal van 47 eigenaars : 41 (87,23 %) (moet minstens 50 % +1 zijn) 

Zij vertegenwoordigen 86,57 % van de parkeerplaatsen. (moet 

minstens 50 % +1 zijn).


Aan beide voorwaarden werd voldaan zodat de vergadering rechtsgeldig 

kan beslissen over de punten van de agenda : 

1. opening van de vergadering door de voorzitter 

2. keuze van de exploitant voor het beheer van Parking St. Jacob 

vanaf 1/11/2013 

3. benoeming van de syndicus vanaf 1/11/2013 

4. goedkeuring van de begroting van de vereniging van medeeigenaars 

van Parking St. Jacob voor boekjaar 2013 

5. goedkeuring van de jaarrekening van de vereniging van medeeigenaars 

van Parking St. Jacob voor boekjaar 2012 

6. décharge aan syndicus, naamloze vennootschap, Beheercentrale 

7. décharge aan raad van mede-eigendom 

8. rondvraag en sluiting van de vergadering door de voorzitter 

Na bespreking neemt de vergadering volgende beslissingen : 

Eerste besluit : 

Opening van de algemene vergadering van de vereniging van medeeigenaars 

Parking St. Jacob door de voorzitter. 

Tweede besluit : 

Met 123 stemmen op 245 wordt BVBA Antwerpse Parkings gekozen 

als exploitant voor het beheer van Parking St. Jacob vanaf 01.11.2013. 

(Beheercentrale : 0 stemmen, BVBA Antwerpse Parkings : 

123 stemmen, Vinci : 122 stemmen, Q-Park : 0 stemmen). 

Derde besluit : 

Met 123 stemmen op 245 wordt BVBA Antwerpse Parkings benoemd 

als syndicus tot de volgende statutaire algemene vergadering der 

mede-eigenaars. 

(Beheercentrale : 0 stemmen, BVBA Antwerpse Parkings : 123 

stemmen, Vinci (in onderaanneming) : 122 stemmen, Q-Park : 

0 stemmen) 

Vierde besluit : 

De algemene vergadering keurt met 100 % der stemmen de begroting 

van de vereniging van mede-eigenaars voor het boekjaar 2013 goed. 

Neen : / 

Onthouding : Antwerpse Parkings, De Smet, Marques, Moeremans 

H. + K. + L. +C. + M., Rasschaert, Van Leeuwen 

Vijfde besluit : 

De algemene vergadering keurt met 100 % der stemmen de jaarrekening 

van de vereniging van mede-eigenaars voor het boekjaar 2012 

goed. 

Neen : / 

Onthouding : Antwerpse Parkings, De Smet, Marques, Moeremans 

H. + K. + L. +C. + M., Rasschaert 

Zesde besluit : 

Met 76,73 % der stemmen verleent de vergadering décharge aan, 

naamloze vennootschap, 

Beheercentrale als syndicus voor de uitoefening van zijn mandaat 

tijdens de afgelopen ambtstermijn. 

Neen : Antwerpse Parkings, Kindermans, Rens B. + C. + J., Rens- 

Vercammen, erven Schietekatte, Truyens C., Duerinck M., Gysels, 

Pycke, Van Ransbeeck 

Onthouding : / 

Zevende besluit : 

Met 46,94 % der stemmen wordt geen décharge verleend aan de heer 

J. Wets voor de uitoefening van zijn mandaat als lid van de raad van 

mede-eigendom tijdens de afgelopen ambtstermijn. 

Neen : Beheercentrale, Convents F. + M. + P. + R., De Bie, Dieltiëns, 

Iekeler C. + I, Interparking, Marques, Moeremans H. + K. + L. +C. + 

M., T.Z., Van Leeuwen, Wuyts 


Achtste besluit : 


A. Van Ransbeeck voor de uitoefening van zijn mandaat als lid van de 

raad van mede-eigendom tijdens de afgelopen ambtstermijn. 

Neen : Beheercentrale, Convents F. + M. + P. + R., Coucheir, De Bie, 

Dieltiëns, Iekeler C. + I, Interparking, Marques, Moeremans H. + K. + 

L. +C. + M., T.Z., Van Leeuwen, Wuyts 


Negende besluit : 

Met 42,86 % der stemmen wordt geen décharge verleend aan 

mevrouw M. Mertens voor de uitoefening van haar mandaat als lid van 

de raad van mede-eigendom tijdens de afgelopen ambtstermijn. 

Neen : Beheercentrale, Convents F. + M. + P. + R., Coucheir, De Bie, 

Dieltiëns, Iekeler C. + I, Interparking, Marques, Moeremans H. + K. + 

L. +C. + M., T.Z., Van Leeuwen, Wuyts 


Tiende besluit : 


A. Kindermans voor de uitoefening van zijn mandaat als lid van de 

raad van mede-eigendom tijdens de afgelopen ambtstermijn. 

Neen : Beheercentrale, Convents F. + M. + P. + R., De Bie, Dieltiëns, 

Iekeler C. + I, Interparking, Marques, Moeremans H. + K. + L. +C. + 

M., T.Z., Van Leeuwen, Wuyts 


Elfde besluit : 

Rondvraag en sluiting van de vergadering door de voorzitter om 

23 uur. 

(37077) 

PARKING ST. JACOB, naamloze vennootschap, 

Sint-Jacobsmarkt 81, 2000 ANTWERPEN 

Ondernemingsnummer : 0407.164.131 

Verslag van de algemene vergadering der aandeelhouders 

van de Naamloze Vennootschap PARKING SINT JACOB, 

gehouden te Antwerpen op dinsdag 1 oktober 2013 

De vergadering wordt geopend te 23 uur onder voorzitterschap van 

de Heer Jules Wets. 

De voorzitter stelt tot secretaris aan : de Heer Alphonsius Van 

Ransbeeck 

De vergadering stelt tot stemopnemers aan : 

de heer Antoine Kindermans 

de heer Luc Naets 

De voorzitter zet uiteen dat alle aandeelhouders tot deze vergadering 

werden uitgenodigd overeenkomstig de modaliteiten voorzien in 

art. 533 W.Venn., en dat de aanwezige aandeelhouders - vermeld op de 

aanwezigheidslijst - derhalve geldig kunnen beslissen over de punten 

van de dagorde : 

1. Opening van de vergadering door de voorzitter; 

2. Bespreking van de jaarrekening en de resultatenrekening per 

31.12.2012; 

3. Bestemming van het resultaat; 

4. Decharge aan de bestuurders en de commissaris-revisor; 

5. Benoeming tot bestuurder van de heer A. De Keersmaecker; 

6. Benoeming commissaris-revisor WF&Co; 

7. Sluiting van de vergadering door de voorzitter. 

Na bespreking neemt de vergadering volgende beslissingen : 

Eerste besluit 

Opening van de vergadering door de voorzitter;


83367 

Tweede besluit 

De Raad van Bestuur en de Commissaris doen voorlezing van hun 

verslag over het boekjaar 2012, waarna de Commissaris uitgebreid de 

balans en resultatenrekening toelicht. 

De balans per 31.12.2012 en de resultatenrekening over 2012, evenals 

de toelichtingen worden met 100 % van de stemmen goedgekeurd. 

Derde besluit 

De winst van het boekjaar of S 2.934,11 wordt toegewezen aan de 

beschikbare reserves, met 92,13 % van de stemmen. 

Vierde besluit 

Met 45 % van de stemmen wordt geen decharge gegeven aan de heer 

Alphonsius Van Ransbeeck voor de uitoefening van zijn mandaat als 

bestuurder over het boekjaar 2012. 

Met 49,50 % van de stemmen wordt geen decharge gegeven aan 

mevrouw Anna-Maria Wets voor de uitoefening van haar mandaat als 

bestuurder over het boekjaar 2012. 

Met 55,33 % van de stemmen wordt decharge gegeven aan de heer 

Ronny Lamoen voor de uitoefening van zijn mandaat als bestuurder 

over het boekjaar 2012. 

Met 45,69 % van de stemmen wordt geen decharge gegeven aan de 

heer Luc Naets voor de uitoefening van zijn mandaat als bestuurder 

over het boekjaar 2012. 

Met 100 % van de stemmen wordt decharge verleend aan de 

Commissaris voor de uitoefening van zijn mandaat over het boekjaar 

2012. 

Vijfde besluit 

De BVBA Interius, vertegenwoordigd door de heer Kristiaan Moeremans 

(NN 631201-27337), wordt met 100 % van de stemmen benoemd 

als bestuurder voor een periode van zes jaar. 

De heer Albert De Keersmaecker (NN 490313-28386) heeft zich 

kandidaat gesteld als bestuurder van de vennootschap, met 65 % van 

de stemmen wordt hij benoemd voor een periode van zes jaar, zodat de 

Raad van Bestuur derhalve als volgt samengesteld is : 

mevrouw Anna-Maria WETS, Drabstraat 15, te 2640 Mortsel - 

Bestuurder (2017); 

de heer Luc NAETS, Reynaertstraat 34, te 2547 Lint - Bestuurder 

(2017); 

de heer Ronny LAMOEN, Kuikenstraat 11, te 2860 St.Katelijne-Waver 

- Bestuurder (2017); 

de heer Alphonsius VAN RANSBEECK, Maalbeeklaan 12, te 

1780 Wemmel – Bestuurder (2018); 

de heer Albert De Keersmaecker, Ganzenbollaan 30, te 2550 Kontich 

– Bestuurder (2019); 

BVBA Interius, Irisstraat 9, te 2845 Niel – Bestuurder (2019). 

De vergadering bevestigt dat alle mandaten van bestuurder onbezoldigd 

zijn. 

De Heer Albert Huysmans mag de vergaderingen van de Raad van 

Bestuur bijwonen als waarnemer. 

Zesde besluit 

Het mandaat van commissaris wordt met 100 % van de stemmen 

over de boekjaren 2013, 2014 en 2015 toevertrouwd aan de Burgerlijke 

BVBA WF & Co, bedrijfsrevisoren, Kortrijksesteenweg, 1126, te 

9051Gent, vertegenwoordigd door de heer Stefaan Beirens, bedrijfsrevisor. 

De vergoeding voor de audit werd vastgesteld op S 3.100,00 per jaar 

(te indexeren). 

Zevende besluit 

Rondvraag en sluiting van de vergadering door de voorzitter. 

Na afhandeling van de agenda wordt de vergadering geheven te 

23 u. 30 m., na voorlezing van dit verslag en na ondertekening door de 

leden van het bureau en de aandeelhouders die wensen te tekenen. 

(37078) 

BBI, société anonyme, 

rue Zénobe Gramme 67, 6000 CHARLEROI 

Numéro d’entreprise 0449.491.862 

Assemblée ordinaire au siège social le 22/11/2013, à 18 heures. Ordre 

du jour : Rapport du C.A. Approbation comptes annuels. Affectation 

résultats. Décharge administrateurs. Nominations. Divers. 

(AOPC11300853/ 31.10) (37237) 

FERYN CONSTRUCTIE, naamloze vennootschap, 

Koning Leopoldlaan 11, 2870 PUURS 

Ondernemingsnummer 0890.232.544 

Algemene vergadering ter zetel op 22/11/2013 om 10 uur. Agenda : 

Jaarverslag. Goedkeuring jaarrekening. Bestemming resultaat. Kwijting 

bestuurders. (Her)Benoemingen. Divers. 

(AOPC-1-13-00146/ 31.10) (37238) 

IEPER GOLF, naamloze vennootschap, 

Industriellaan 24, 8900 IEPER 


De aandeelhouders en bestuurders worden verzocht de buitengewone 

algemene vergadering bij te wonen die plaatsvindt te Oostende, 

Vijverstraat 49, op 18 november 2013 om 14 uur, om over de volgende 

agenda te beraadslagen. 

Dagorde : 

1. Omzetting van aandelen aan toonder in aandelen op naam. 

2. Aanpassing van de statuten aan het nieuw Wetboek van vennootschappen, 

ingevoerd bij de wet van zeven mei negentienhonderd 

negenennegentig, zoals gewijzigd bij latere wetten. 

3. Vaststelling van de herwerkte statuten, met behoud van de 

kenmerken van de vennootschap, onder meer rekening houdend met 

de hiervoor te nemen besluiten en met het nieuw Wetboek van 

vennootschappen. 

4. (Her)benoeming bestuurders en gedelegeerd bestuurder. 

5. Bevoegdheden te verlenen aan de raad van bestuur met het oog 

op de uitvoering van de te nemen beslissingen. Volmacht wettelijke 

formaliteiten. 

Om geldig te kunnen deelnemen aan de vergadering dienen de 

aandeelhouders zich te schikken naar de voorschriften in het Wetboek 

van Vennootschappen en de statuten. 

(AXPC-1-13-00899/ 31.10) (37239) 

NOVOFERM BELGIUM, naamloze vennootschap, 

Mechelseweg 87, 1880 KAPELLE-OP-DEN-BOS 




bestuurders. (Her)Benoemingen. Divers. 

(AOPC-1-13-00147/ 31.10) (37240) 

Organica, société anonyme, 

Venelle de Saint-Job 3, 1180 BRUXELLES 


Assemblée ordinaire le 21/11/2013, à 15 heures, av. Château de 

Walzin 3/21, à 1180 Uccle (Lelièvre & ass.). Ordre du jour : Rapport du 

C.A., Approbation comptes annuels 2012. Affectation résultats. 

Décharge administrateurs. Renouvellement mandats administrateurs. 

(AOPC-1-13-00895/ 31.10) (37241)


SERMAN, naamloze vennootschap, 

Aststraat 23, 8940 WERVIK 




bestuurders. Divers. 

(AOPC-1-13-00386/ 31.10) (37242) 

UNION FINANCIERE BOEL, société anonyme, 

rue Ducale 21, 1000 BRUXELLES 


Assemblée générale spéciale au siège social le 18/11/2013, à 

16 heures. Ordre du jour : 1. Approbation des comptes sociaux arrêtés 

au 30 septembre 2013. 2. Rapport de gestion. 3. Rapport du commissaire. 

4. Décharge aux administrateurs. 5. Décharge au commissaire. 

Dépôt des titres ou attestations : rue Ducale 21, cinq jours avant 

l’assemblée (art. 28 des statuts). 

(AXPC-1-13-00896/ 31.10) (37243) 

VERIMTOP, naamloze vennootschap, 

Wegvoeringstraat 296, 9230 WETTEREN 




bestuurders. Divers. 

(AOPC-1-13-00797/ 31.10) (37244) 

PARKILIM, naamloze vennootschap, 

Torenplein 9, bus 24, 3500 HASSELT 


Jaarvergadering op 18.11.2013 om 20 uur in de Holiday Inn, Kattegatstraat 

1, 3500 Hasselt. Agenda : Goedkeuring jaarrekening en bestemming 

resultaat. Kwijting bestuurders. Eventueel ontslag en benoeming 

bestuurders. Varia. Zich richten naar de statuten. 

De raad van bestuur. 

(37245) 

Profiel van de kandidaat 

Houder zijn van een diploma van master in de Geomatica en 

Landmeetkunde of gelijkwaardig diploma; 

Beschikken over de nodige competenties om zelfstandig wetenschappelijk 

onderzoek uit te voeren; 

Belangstelling hebben voor Geomatica en Landmeetkundig onderzoek 

met een sterk interdisciplinair karakter; 

Beschikken over goede communicatieve en didactische vaardigheden 

voor het verstrekken van praktische oefeningen voornamelijk in de 

Bachelor opleiding. 

Inhoud van de functie 

Bijstand bij het onderwijs van de vakgroep; 

Wetenschappelijk onderzoek in de Geomatica en Landmeetkunde 

met een sterk interdisciplinair karakter ter voorbereiding van een 

doctoraat (minstens 50% van de tijd dient besteed te worden aan 

onderzoek in het kader van de voorbereiding van een doctoraat); 

Medewerking aan de dienstverlening van de vakgroep 

Indiensttreding : 1 januari 2014. 

Sollicitaties dienen uiterlijk op 11 november 2013 en enkel per e-mail 

verzonden te worden aan wervingaap@ugent.be met in bijlage (samengevoegd 

in één document) de sollicitatiebrief, een kopie van het 

vereiste diploma en voor assistenten een overzicht van de behaalde 

studieresultaten. Vermeld duidelijk het mandaat en de vakgroep waarvoor 

u solliciteert. U krijgt een bevestiging bij goede ontvangst van de 

sollicitatie. 

Kandidaten moeten voldoen aan de taalvereisten zoals opgenomen 

in artikel 91novies van het decreet van 4 april 2003 betreffende de 

herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen. De bestuursen 

onderwijstaal aan de Universiteit Gent is het Nederlands maar ook 

niet-Nederlandstaligen kunnen solliciteren. 

Conform het decreet moet de kandidaat, belast met een onderwijsopdracht, 

de onderwijstaal waarin hij een opleidingsonderdeel doceert 

op adequate wijze beheersen. Dit betekent dat de kandidaat die taal 

moet beheersen op ERK-niveau (Europees Referentiekader voor Talen) 

C1. Ook de kandidaat, belast met een onderwijsopdracht, die geen 

opleidingsonderdelen in het Nederlands doceert, moet de Nederlandse 

taal beheersen op ERK-niveau B2. 

Aan die voorwaarde moet voldaan zijn binnen de 3 jaar na de 

aanstelling of op het moment van de benoeming. 

(zie http ://www.ugent.be/nl/nieuwsagenda/vacatures/aap). 

(37079) 

Places vacantes 

Openstaande betrekkingen 

Universiteit Gent 

Vacatures 

Assisterend academisch personeel 

Bij de faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen is volgend mandaat te 

begeven : het betreft een tijdelijke aanstelling voor een termijn van één 

jaar die hernieuwbaar is 

Universiteit Gent 

Vacatures 

Assisterend academisch personeel 

Bij de faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen is volgend mandaat te 

begeven : het betreft een tijdelijke aanstelling voor een termijn van 

twee jaar die hernieuwbaar is 

WE12 

een betrekking van voltijds assistent bij de vakgroep Geografie 

(WE12) – salaris à 100 % : min. S 23.468,58 – max. S 39.716,10 (thans 

uitbetaald à 160,84 %) 

WE11 

een betrekking van deeltijds praktijkassistent (40 %) in bij de 

vakgroep Biologie (WE11) – salaris a 100 % : min. S 23.468,58 – 

max. S 39.716,10 (thans uitbetaald à 160,84 %) 

Profiel van de kandidaat 

Houder zijn van het diploma van licentiaat/master in de biologie of 

van een gelijkwaardige opleiding; 

Aantoonbare ervaring met onderwijs- en onderzoeksactiviteiten; 

Aantoonbare mycologische en botanische kennis; 

Goede didactische en communicatieve vaardigheden bezitten.


83369 

Inhoud van de functie 

Medewerking verlenen aan het biologie-onderwijs binnen de 

vakgroep Biologie; 

De hoofdopdracht bestaat uit de begeleiding en evaluatie van 

praktische oefeningen en excursies mycologie en plantkunde, en van 

de bachelor- en masterproeven; 

Daarnaast kan medewerking worden gevraagd bij de begeleiding 

van andere logistieke of organisatorische activiteiten ter ondersteuning 

van het biologie-onderwijs. 

Indiensttreding : 1 december 2013. 

Sollicitaties dienen uiterlijk op 11 november 2013 en enkel per e-mail 

verzonden te worden aan wervingaap@ugent.be met in bijlage (samengevoegd 

in één document) de sollicitatiebrief, een kopie van het 

vereiste diploma en voor assistenten een overzicht van de behaalde 

studieresultaten. Vermeld duidelijk het mandaat en de vakgroep waarvoor 

u solliciteert. U krijgt een bevestiging bij goede ontvangst van de 

sollicitatie. 

Kandidaten moeten voldoen aan de taalvereisten zoals opgenomen 

in artikel 91novies van het decreet van 4 april 2003 betreffende de 

herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen. De bestuursen 

onderwijstaal aan de Universiteit Gent is het Nederlands maar ook 

niet-Nederlandstaligen kunnen solliciteren. 

Conform het decreet moet de kandidaat, belast met een onderwijsopdracht, 

de onderwijstaal waarin hij een opleidingsonderdeel doceert 

op adequate wijze beheersen. Dit betekent dat de kandidaat die taal 

moet beheersen op ERK-niveau (Europees Referentiekader voor Talen) 

C1. Ook de kandidaat, belast met een onderwijsopdracht, die geen 

opleidingsonderdelen in het Nederlands doceert, moet de Nederlandse 

taal beheersen op ERK-niveau B2. 

Aan die voorwaarde moet voldaan zijn binnen de 3 jaar na de 

aanstelling of op het moment van de benoeming. 

(zie http ://www.ugent.be/nl/nieuwsagenda/vacatures/aap). 

(37080) 

Stad Aarschot 

Interesse ? Stuur jouw sollicitatiebrief samen met CV en een kopie 

van het vereiste diploma aangetekend naar de burgemeester van en te 

Aarschot, Ten Drossaarde 1, 3200 Aarschot, en dit uiterlijk op 

1 december 2013. 

Voor meer informatie of het volledige overzicht van de aanwervingsvoorwaarden 

staat de brandweerdienst (tel. 016-56 66 57) voor je klaar. 

Je kan het volledige overzicht van de aanwervingsvoorwaarden ook 

raadplegen op de website www.aarschot.be 

(37236) 

Administrateurs provisoire 

Code civil - article 488bis 

Voorlopig bewindvoerders 

Burgerlijk Wetboek - artikel 488bis 

Justice de paix du canton d’Andenne 

Par ordonnance de Monsieur le Juge de Paix du canton d’Andenne 

en date du 24 octobre 2013, la nommée Mme Georgette Fernande 

Victorine MATHIEU, née le 4 septembre 1932 à Couthuin, domiciliée 

rue François Bovesse 46, à 5020 NAMUR, résidant au Home « La 

Quiétude », rue de l’Hôpital 19, à 5300 ANDENNE, a été déclarée 

incapable de gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur 

provisoire en la personne de Maître Pierre GROSSI, avocat, dont les 

bureaux sont établis rue de Dave 45, à 5100 Jambes. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Grégoire, Martine. 

(75056) 

Werft aan (m/v) : 

1 beroepsonderluitenant brandweer 

1 onderluitenant-vrijwilliger brandweer 

Jouw functie : Als beroepsonderluitenant ondersteun en vervang je 

de officier-dienstchef voor operationele taken (brandbestrijding, bijzondere 

interventies en brandvoorkoming), de organisatie en de werkplanning 

* Als brandpreventionist draag je zorg voor controles ter 

plaatse, verslagen en adviezen in dit kader uitgebracht, in overeenstemming 

met de vigerende wetgeving * Zowel de beroepsofficier als de 

officier-vrijwilliger zullen buiten de normale werkuren wachtdiensten 

aan huis verrichten en de leiding nemen op interventies * Beheer van 

materieel * Coördineren van taken en houden van algemeen toezicht 

op de onderofficieren en het lager kader * Opleiding en vorming van 

het personeel * De onderluitenant-vrijwilliger wordt speciaal belast met 

de communicatie in het brandweerkorps. 

JOUW PROFIEL : Je bent in het bezit van een diploma of getuigschrift 

dat toegang verleent tot betrekkingen van niveau II bij de 

federale overheidsdiensten, vermeld in bijlage I bij het KB van 

2/10/1937 houdende het statuut van het rijkspersoneel (minimum 

secundair onderwijs of gelijkgesteld). 

Indien gewenst kan u voor beide vacatures solliciteren. U dient dit 

wel duidelijk te vermelden in uw sollicitatiebrief. De examens voor 

beide vacatures vinden op verschillende data plaats. Uiteraard kan u 

slechts voor 1 functie in aanmerking komen. 

AANWERVINGSVOORWAARDEN : Je dient te slagen voor het 

aanwervingsexamen (lichamelijke, schriftelijke en mondelinge proef) 

en medisch geschikt bevonden te worden. 

WIJ BIEDEN : Naast een veelzijdige, creatieve job in een aangename 

werkomgeving, een bezoldiging overeenkomstig de aanwervingsvoorwaarden. 

Justice de paix du canton d’Andenne 

Par ordonnance de Monsieur le Juge de Paix du canton d’Andenne 

en date du 24 octobre 2013, la nommée MmeJoséphine Charlotte Laure 

BOGAERTS, née le 17 novembre 1934 à Ixelles, domiciliée rue 

Ry-d’Août 59, à 5530 YVOIR, résidant au Home « La Roseraie », rue 

Haut-Bois 16, à 5340 GESVES, section de Haltinne, a été déclarée 


provisoire en la personne de Maître Anne-Joëlle ETIENNE, avocat, dont 

les bureaux sont établis chaussée de Dinant 18, à 5530 SPONTIN. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Grégoire, Martine. 

(75057) 

Justice de paix du troisième canton de Bruxelles 

Par ordonnance du Juge de Paix du troisième canton de Bruxelles, 

du 11 octobre 2013, Mme WIJNS, Victorina, née à Anderlecht le 

26 octobre 1926, domiciliée à 1070 Anderlecht, rue de la Vérité 42, 

résidant à 1000 Bruxelles, rue du Grand Hospice 7, a été déclarée 


provisoire en la personne de Maître DEBROUX, Annick, avocat à 

1000 Bruxelles, place du Petit Sablon 13. 


Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Jean-Louis Mottin. 

(75058)


Justice de paix du quatrième canton de Charleroi 

Justice de paix du canton de La Louvière 

Par ordonnance rendue le 18-10-2013 par M. Thierry KNOOPS, juge 

suppléant du quatrième canton de Charleroi, siègeant en chambre du 

conseil, Mme Marie Louise TAMINE, née le 28 avril 1923 à Montigniessur-Sambre, 

domicilée à la résidence « Jules Bosse », sise à 6040 Jumet, 

rue de Gosselies 56B, aété déclarée hors d’état de gérer ses biens et 

pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de 

Maître Frédéric MOHYMONT, avocat à 6000 CHARLEROI, boulevard 

de Fontaine 21/051. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) Milic, Véronique. 

(75059) 

Suite à la requête déposée le 20-09-2013, par ordonnance du Juge de 

Paix du canton de La Louvière, rendue le 08-10-2013, Madame BURY, 

Colette Ghislaine, née le 17-02-1943 à LA LOUVIERE, domiciliée à 

7110 STREPY-BRACQUEGNIES (LA LOUVIERE), « L’Espoir », rue des 

Canadiens 117, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été 


Maître LEEMAN, Nadine, avocate, domiciliée à 7110 HOUDENG- 

AIMERIES (LA LOUVIERE), rue Liébin 59. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef faisant fonction, (signé) 

Isabelle POLIART. 

(75063) 


Justice de paix du canton de Châtelet 

Suite à la requête déposée le 19 septembre 2013, par ordonnance du 

Juge de paix du canton de Châtelet rendue le 17 octobre 2013, 

Mme Maria VAN WAETERMEULEN, née à Montignies-sur-Sambre le 

6 juillet 1937, domiciliée à 6000 CHARLEROI, rue de la Cayauderie 7, 

résidant à 6200 CHATELET, Home Le Temps des Cerises, rue des 

Campagnes 78, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été 

pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de M. Jean- 

Louis PEETERS, rue du Marais 28, à 6200 BOUFFIOULX. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Alain Vanden 

Brande. 

(75060) 


Paix du canton de La Louvière, rendue le 08-10-2013, Monsieur GOED- 

STOUWERS, Pascal Jean-Louis, né le 20-07-1967 à BINCHE, domiciliéà 

7100 LA LOUVIERE, rue Mathy 10, a été déclaré incapable de gérer ses 

biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de 

Madame LELEUX, Nathalie, avocat, dont le cabinet est sis à 

6141 FORCHIES-LA-MARCHE (FONTAINE-L’EVEQUE), rue des 

Juifs 71. 



(75064) 


Justice de paix du canton de Huy II-Hannut, 

siège de Hannut 


Paix du canton Justice de Paix de Hannut, rendue le 24 octobre 2013, 

M. Ernest Jean Ghislain Joseph HAMENDE, né à Merdorp le 

17 juillet 1930, domicilié à1350 Orp-Jauche, place de I er Cuirassiers 

Francais 20, résidant actuellement au Home Saint-Joseph, rue de 

Landen 29, à 4287 Racour (Lincent), a été déclaré incapable de gérer ses 

biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de 

HAMENDE, Chantal, domiciliée rue du Brou 4, à 1350 Jandrain- 

Jandrenouille. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) p/o Rycken, Jeannine, 

Naôme, Ch. 

(75061) 

Justice de paix du canton de Jette 

Par ordonnance du Juge de Paix du Canton de Jette, en date du 

17 octobre 2013, suite à la requête déposée le 1 er octobre 2013, le nommé 

PENDEVILLE, Dimitri, né àAuvelais le 19 septembre 1973, domicilié à 

1083 GANSHOREN, avenue Charles Quint 84/bte 1, a été déclaré 

incapable de gérer ses biens et pourvu d’un administrateur provisoire, 

étant : ROSSEEL, Klaas, avocat à 1050 IXELLES, rue de Livourne 45. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Veronica 

HUBRICH. 

(75062) 


Paix du canton de La Louvière, rendue le 08-10-2013, Madame DELAU- 

NOIS, Carine Mireille, née le 17-03-1967 à BAUDOUR, domiciliée à 

7100 LA LOUVIERE, rue Mathy 10, a été déclarée incapable de gérer 

ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la 

personne de Madame LELEUX, Nathalie, avocat, dont le cabinet est sis 

à 6141 FORCHIES-LA-MARCHE (FONTAINE-L’EVEQUE), rue des 

Juifs 71. 



(75065) 

Justice de paix du canton de Liège IV 

Suite à la requête déposée le 30-09-2013, par décision du Juge de Paix 

du canton de LIEGE IV, rendue le 21 octobre 2013, Mlle PHAM DANG, 

Jessy Kim, née à LIEGE le 6 octobre 1982, domiciliée à 4051 Chaudfontaine, 

Au Gros Thier 36, résidant à 4030 LIEGE, rue Nicolas Spiroux 

154, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été pourvue 

d’un administrateur provisoire en la personne de Maître JAMMAER, 

Thierry, avocat, dont les bureaux sont sis à 4000 Liège, rue Courtois 16. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) BONTEMPS, 

Catherine. 

(75066) 

Justice de paix du premier canton de Mons 


Juge de Paix du premier canton de Mons, rendue le 11 octobre 2013, 

Monsieur Christian Rodolphe Edouard GUERIN, né à Mons le 

20 avril 1948, domiciliéà7000 Mons, digue des Peupliers 25/2, résidant 

au CHP « Le Chêne-aux-Haies », chemin du Chêne aux Haies 24, à


83371 

7000 Mons, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu 

d’un administrateur provisoire en la personne de Maître Luc 

VAN KERCKHOVEN, avocat, dont le cabinet est sis à 7000 Mons, rue 

des Marcottes 30. 


A.-F. Cordier. 

(75067) 

a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un 

administrateur provisoire en la personne de son fils GOSSET, Claude, 

retraité, domicilié à5590 LEIGNON (CINEY), rue Somlette 2. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Leruth, Corine. 

(75071) 

Justice de paix du second canton de Namur 

Justice de paix du second canton de Mons 


Juge de Paix du second canton de Mons, rendue en chambre du conseil, 

le 23 octobre 2013, Mme SOYEUR, Reina Marie, AP 72/13, née le 

18 mars 1928 à WASMES, domiciliée à 7390 QUAREGNON, rue de 

Maubeuge 110, résidant à 7012 MONS, Séniorie BELLE VUE, rue de 

Quaregnon 155, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été 


Me LESUISSE, Olivier, avocat, dont le cabinet est sis à 7000 MONS, 

Croix Place 7. 

Mons, le 25 octobre 2013. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Etienne Blairon. 

(75068) 

Par ordonnance du Juge de paix du second canton de Namur en date 

du 21 octobre 2013, la nommée LEFEVRE, Nathalie, avocat à 

5000 NAMUR, Résidence « La Paix », rue Grandgagnage 28, bte 12, a 

été désignée en qualité d’administrateur provisoire ad hoc des biens de 

Mme MOREAUX, Ghislaine, née à Jambes le 22 avril 1939, domiciliée à 

5100 JAMBES, rue de Maibelle 21, résidant à 5100 Jambes, rue de 

Dave 163, avec pour seule mission d’estimer la valeur locative de 

l’immeuble, de conclure une convention d’occupation ou de bail avec 

les actuels occupants selon les modalités estimées dans l’intérêt de la 

personne protégée, d’examiner la possibilité de scinder le logement. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Emmanuel Boquet. 

(75072) 

Justice de paix du canton de Seraing 

Justice de paix du second canton de Mons 


Juge de Paix du Second Canton de Mons, rendue en chambre du 

conseil, le 23 octobre 2013, M. CALLARI, Salvatore, AP 78/13, né le 

18 novembre 1927 à SAN CATALDO (ITALIE), domiciliéà7012 MONS, 

rue du Repos 31, résidant à 7012 MONS, quai des Otages 1, a été déclaré 

incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur 

provisoire en la personne de Me LESUISSE, Olivier, avocat, dont le 

cabinet est sis à 7000 MONS, Croix Place 7. 

Mons, le 25 octobre 2013. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Etienne Blairon. 

(75069) 

Justice de paix du canton de Marche-en-Famenne-Durbuy, 

siège de Durbuy 


Paix du canton de Marche-en-Famenne-Durbuy, siège de Durbuy, 

rendue le 22-10-2013, DURAND, Madeleine Marie Léonie Ghislaine, 

née à Forrières le 31 juillet 1923, domiciliée à 6953 FORRIERES 

(NASSOGNE), rue de Lesterny 16, résidant à 6921 CHANLY 

(WELLIN), rue des Chenays 121, a été déclarée incapable de gérer ses 

biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne 

de son fils GOSSET, Claude, retraité, domicilié à 5590 LEIGNON 

(CINEY), rue Somlette 2. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Leruth, Corine. 

Justice de paix du canton de Marche-en-Famenne-Durbuy, 

siège de Durbuy 

(75070) 


Paix du canton de Marche-en-Famenne-Durbuy, siège de Durbuy, 

rendue le 22-10-2013, GOSSET, Léon Joseph Ghislain, né à Bure le 

15 octobre 1921, domicilié à6953 FORRIERES (NASSOGNE), rue de 

Lesterny 16, résidant à 6921 CHANLY (WELLIN), rue des Chenays 121, 


Paix du canton de SERAING, rendue le 24 octobre 2013, M. DELCLEF, 

Jean Manuel, de nationalité belge, né àHuy le 5 avril 1954, ouvrier 

d’usine pré-pensionné, divorcé de PRESMAN, Aurélia, domicilié à 

4100 Seraing, rue de la Fontaine 215, a été déclaré incapable de gérer 

ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne 

de Maître CHAPELIER, Joël, avocat dont les bureaux sont établis à 

4000 LIEGE (Glain), rue Vandersnoeck 31, avec les pouvoirs prévus à 

l’article 488bis, c du Code civil. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Chantal Schaus. 

Justice de paix du canton de Seraing 

(75073) 


Paix du canton de SERAING, rendue le 24 octobre 2013, Mme TESSEN, 

Anne, née à Monz-lez-Liège le 19 mars 1926, veuve, domiciliée à 

4101 Jemeppe-sur-Meuse (Seraing), Voie du Promeneur 7/14, et en 

résidence à la Résidence « Lambert Wathieu », sise rue Renkin 

Sualem 19, à 4101 Jemeppe-sur-Meuse (Seraing), a été déclaré incapable 

de gérer ses biens et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la 

personne de Maître AGLIATA, Edoardo, avocat, dont les bureaux sont 

établis à 4101 Seraing (Jemeppe-sur-Meuse), rue de la Station 9, avec 

les pouvoirs prévus à l’article 488bis, c du Code civil. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Chantal Schaus. 

Justice de paix du canton de Soignies 

(75074) 

Par ordonnance du Juge de Paix du Canton de Soignies du 

22-10-2013, sur requête déposée le 15-10-2013, la nommée 

Madame Irène ROLAND, née à Braine-le-Comte le 21 janvier 1922, 

domiciliée à 7090 Braine-le-Comte, avenue du Marouset 82, résidant 

rue de la Bienfaisance 12a, à 7090 Braine-le-Comte, a été déclarée 


provisoire en la personne de Monsieur Christian LEGRAIN, employé 

de banque, domicilié à7090 Braine-le-Comte, chemin de Feluy 193. 

Soignies, le 25 octobre 2013. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) BODART, Catherine. 

(75075)


Justice de paix du canton de Sprimont 

Justice de paix du canton d’Uccle 

Par ordonnance du Juge de Paix du canton de Sprimont, en date du 

23 octobre 2013, BLOEM, Marguerite Marie Lambertine Joseph, veuve, 

née à Trembleur le 22 mai 1936, domiciliée « LES PRUNUS », rue de la 

Goffe 25, à 4130 Esneux, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a 

été pourvue d’un administrateur provisoire, à savoir : GILLET, Valérie, 

avocate, domiciliée hameau de Hotchamps 16, à 4141 Sprimont. 

Sprimont, le 25 octobre 2013. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) Frédérique SELECK. 

(75076) 

Par ordonnance du Juge de Paix du canton d’Uccle, en date du 

18-10-2013, en suite de la requête déposée le 7 octobre 2013, 

Mme Clementina Antoinette Maria HENDRIX, née à Anvers le 

1 er août 1930, domiciliée à la résidence Les Jardins de Longchamp, à 

1180 Uccle, avenue Winston Churchill 255, a été déclarée incapable de 

gérer ses biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire, étant 

Mme MAHIEU, Pascale, domiciliée à 1640 Rhode-Saint-Genèse, 

Amazonelaan 6. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Pascal Goies. 

(75081) 

Justice de paix du canton de Thuin 



Paix du canton de Thuin, rendue le 23 octobre 2013, Madame Brigitte 

MORAY, née à Thy-le-Baudouin le 10 décembre 1965, domiciliée à 

6250 Aiseau-Presles, rue Al’Croix 30/0001, résidant rue Miserque 14, à 

6120 Ham-sur-Heure-Nalinnes, a été déclarée incapable de gérer ses 

biens et a été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne 

de Maître Jean-François LIEGEOIS, avocat, dont le cabinet est sis à 

6530 Thuin, Grand-Rue 70. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Jean-François Mahieux. 

(75077) 


18-10-2013, en suite de la requête déposée le 1 er octobre 2013, 

Mme Liliane Jeanne Marie HANNOTTE, née à Etterbeek le 

16 décembre 1926, domiciliée au Home Brugmann, à 1180 Uccle, rue 

Egide Van Ophem 3, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été 

pourvue d’un administrateur provisoire, étant Maître DEBROUX, 

Annick, avocat, dont le cabinet est sis à 1000 Bruxelles, place du Petit 

Sablon 13. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Pascal Goies. 

(75082) 

Justice de paix du premier canton de Tournai 


Par ordonnance du Juge de Paix du premier canton de Tournai, 

rendue le 24 octobre 2013, VERDONCK, Odette, née à DOTTIGNIES le 

29 août 1928, domiciliée à 7500 Tournai, « Maison de Providence », 

chaussée de Renaix 24, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a 

été pourvue d’un administrateur provisoire en la personne de 

VERDONCK, Henri pensionné, domicilié à 7540 Kain (Tournai), 

avenue d’Audenarde 97. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Pauline Batteur. 

(75078) 

Par ordonnance du Juge de Paix de complément du canton d’Uccle, 

en date du 23 octobre 2013, concernant les biens de Mme ICKX, Julie 

Hélène Emmanuelle, née à Louvain le 23 mars 1977, domiciliée à 

1348 Ottignies-Louvain-la-Neuve, Cortil Gérardine 1/1, il a été mis fin 

au mandat d’administrateur provisoire de Maître GAILLARD, Martine, 

avocate, dont le cabinet est sis à 1050 Ixelles, avenue Louise 391/7. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Goies, Pascal. 

(75083) 


Justice de paix du second canton de Verviers 


17-10-2013, en suite de la requête déposée le 11 septembre 2013, 

Madame Monique Marie Marguerite Jeanne Berthe DELHAISE, née à 

Watermael-Boitsfort le 16 août 1924, domiciliée à la « Résidence Parc 

Palace », à 1180 Uccle, avenue du Lycée Français 2, a été déclarée 


provisoire, étant : Madame DE FAYS, Françoise, née le 16 avril 1953, 

domiciliée à 1180 Uccle, rue François Vervloet 184. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Pascal GOIES. 

(75079) 

Par décision de Monsieur le Juge de Paix du second canton de 

Verviers rendue en date du 23 octobre 2013, suite à la requête déposée 

le 19 septembre 2013, M. NOLS, Michel Pierre J., né à Verviers le 

7février 1964, domicilié à4800 VERVIERS, chaussée de Heusy 78, a été 

déclaré incapable de gérer ses biens et pourvu d’un administrateur 

provisoire en la personne de HALLEUX, Geneviève, avocat, dont les 

bureaux sont établis à 4800 VERVIERS, rue Laoureux 37. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Christine Hendrick. 

(75084) 


Justice de paix du canton de Vielsalm-La Roche-en-Ardenne- 

Houffalize, siège de La Roche-en-Ardenne 


18-10-2013, en suite de la requête déposée le 7 octobre 2013, 

Madame Mariette Anne Elisabeth DELCOUX, née à Rocourt le 

28 janvier 1960, domiciliée à 5030 Gembloux, allée des Marronniers 

2/33, hospitalisée à«LA RAMEE », à 1180 Uccle, avenue de 

Boetendael 34, a été déclarée incapable de gérer ses biens et a été 

pourvue d’un administrateur provisoire, étant : Madame FEYS, 

Dominique-Andrée, avocate, dont le cabinet est sis à 1050 Ixelles, rue 

Paul-Emile Janson 11. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Pascal GOIES. 

(75080) 

Suite à la requête déposée le 4 juin 2013, par jugement du Juge de 

Paix du canton de Vielsalm, La Roche-en-Ardenne et Houffalize, siège 

de La Roche-en-Ardenne, rendu le 10 septembre 2013, M. PEYFFERS, 

Tony Jean, né le 27 février 1957 à Bruxelles, registre national n° 57.02.27- 

129.78, domicilié et résidant au Home Jamotte, rue du Chalet 10, à 

6980 La Roche-en-Ardenne, a été déclaré incapable de gérer ses biens et 

a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de 

M. PEYFFERS, Olivier, domicilié à1080 Bruxelles, rue du Madrigale 51, 

bte 3. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Ninane, Frédérique. 

(75085)


83373 

Justice de paix du canton de Virton-Florenville-Etalle, 

siège de Florenville 

Justice de paix du canton de Jodoigne-Perwez, 

section de Jodoigne 

Remplacement d’administrateur provisoire 

Suite à la requête déposée le 30 septembre 2013 par ordonnance du 

Juge de Paix du canton de Virton-Etalle-Florenville, siège de Florenville, 

rendue le 22 octobre 2013, M. Sébastien BOUTTEVILLE, né à 

Messancy le 10 novembre 1976, domicilié à 6820 Florenville, rue 

Généraux-Cuvelier 32-0002, a été déclaré incapable de gérer ses biens 

et a été pourvu d’un administrateur provisoire en la personne de 

Maître Delphine BOREUX, avocate, dont le cabinet est sis à 

6792 Halanzy (Aubange), Aix-Sur-Cloie, rue de la Forge 6/A. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef f.f., (signé) Toussaint, 

Mireille. 

(75086) 

Justice de paix du canton de Virton-Florenville-Etalle, 

siège de Virton 

Suite à la lettre du 20 septembre 2013, par ordonnance du Juge de 

Paix du canton de Jodoigne-Perwez, section de Jodoigne, rendue le 

25 octobre 2013, iIl a été mis fin au mandat de Mme Danielle UREEL, 

domiciliée à 1325 DION-VALMONT, avenue des Moissonneurs 4, 

désignée par ordonnance du Juge de Paix du canton de Jodoigne le 

08/08/2013, en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de DE 

KETELAERE, Paul, néàGand, le 24 novembre 1925, domicilié au home 

Renard, à 1390 GREZ-DOICEAU, rue du Stampia 17, résidant à la 

même adresse. 

Un nouvel administrateur provisoire a été désigné àcette personne 

protégée, à savoir : Maître Anne DEFOUR, avocat à 1370 JODOIGNE, 

avenue F. Charlot 5A. 

Fait à Jodoigne, le 25 octobre 2013. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier, (signé) V. Vandenplas. 

(75090) 

Justice de paix du canton d’Ath-Lessines, 

siège de Lessines 

Suite à la requête déposée le 20 septembre 2013 par ordonnance du 

Juge de Paix du canton de Virton-Etalle-Florenville, siège de Virton, 

rendue le 3 octobre 2013, M. Claude ERRARD, né à Tintigny le 

16 janvier 1955, domicilié à 6700 Arlon, rue du Vivat 1, résidant 

Clinique Edmond Jacques, à 6762 Saint-Mard (Virton), rue d’Harnoncourt 

48, a été déclaré incapable de gérer ses biens et a été pourvu d’un 

administrateur provisoire en la personne de Maître Delphine BOREUX, 

dont le cabinet est sis à 6792 Halanzy (Aubange), Aix-Sur-Coie, rue de 

la Forge 6/A. 

Pour extrait conforme : 

Mainlevée d’administration provisoire 

Par ordonnance de Monsieur le Juge de Paix du canton d’Ath- 

Lessines, siège de Lessines, du 24 octobre 2013, il a été mis fin au 

mandat de Marcel LELUBRE, domicilié àEllezelles, rue Jean Vinois 26, 

en sa qualité d’administrateur provisoire des biens de Jeanne DELVIN, 

née à Overboelaere le 23 mars 1925, domiciliée à Lessines, rue des 

Quatre Fils Aymon 17, cette personne étant décédée le 8 avril 2013. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) B. Comian. 

(75091) 

le greffier délégué, (signé) Discret Maria. 

(75087) 

Justice de paix du canton de Boussu 


Justice de paix du premier canton de Wavre 

Suite à la requête déposée le 4 octobre 2013, par ordonnance du Juge 

de Paix du premier canton de Wavre, rendue le 16 octobre 2013, 

Mme Nathalie HUYBRECHT, née à Charleroi, le 3 mars 1970, domiciliée 

à 1300 Wavre, ASBL Au Logis, rue de Bruxelles 23, a été déclarée 


provisoire en la personne de Maître Virginie ROOS, avocat à 

1330 Rixensart, avenue des Combattants 227. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Leclef, Stéphane. 

(75088) 

Suite à la requête déposée le 04.07.2013, par ordonnance du Juge de 

Paix du canton de Boussu, rendue le 24.10.2013, Mme DENIS, Christine 

Yvonne Léonce, registre national 68.04.20-114.63, née à Boussu le 

20.04.1968, hôtelière, domiciliée à Boussu, quartier de la Haute 

Borne 22, a été déclarée de nouveau en état de gérer ses biens. 

Par conséquent, il a été mis fin à la mission de son administrateur 

provisoire, à savoir Mme HARMEGNIES, Marie-Claire, retraitée, domiciliée 

à 7300 Boussu, rue de Binche 495, ayant été désignée en cette 

qualité par ordonnance du Juge de Paix du Canton de Boussu le 

10.01.2013 (R.R. n° 12B696). 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Hélène Doyen. 

Justice de paix du canton de Jodoigne-Perwez, 

section de Jodoigne 

(75092) 

Justice de paix du canton de Jette 

Remplacement d’administrateur provisoire 

Suite la requête du 15 octobre 2013 inscrite le 23 octobre 2013, par 

jugement du Juge de Paix de Jette, rendu le 23 octobre 2013, il a été mis 

fin à la date du 23 octobre 2013 au mandat de VALVEKENS, Sandrine, 

avocat, à 1050 IXELLES, rue de Livourne 45, en sa qualité d’administrateur 

provisoire des biens de GRIMARD, Patrick, né le 27 mai 1948, 

domiciliéà1090 JETTE, rue Jules Lahaye 225, et a été désigné en qualité 

de nouvel administrateur provisoire BENOIT, Alexandra, avocat à 

1081 KOEKELBERG, avenue du Château 22. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, (signé) Veronica Hubrich. 

(75089) 


Par ordonnance du Juge de Paix du canton de Jodoigne-Perwez, 

section de Jodoigne, rendue le 25 janvier 2007, la nommée MARIQUE, 

Maria, née à Nodrenge, le 13 avril 1913, domiciliée de son vivant à 

1350 ORP-JAUCHE, ruelle du Cuvé 11, et résidant au home « Le 

Hesbin », à 4219 WASSEIGES, rue du Baron d’Obin 40, avait été 

déclarée incapable de gérer ses biens et avait été pourvue d’un 

administrateur provisoire en la personne de CASNOT, David, avocat à 

1370 JODOIGNE, avenue des Combattants 4. 

Cette mesure a été levée par ordonnance du 07 février 2013 suite au 

décès de Madame Maria MARIQUE le 2 février 2013. 

Fait à Jodoigne, le 24 octobre 2013. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Vanessa Vandenplas. 

(75093)


Justice de paix du troisième canton de Liège 


Par ordonnance du Juge de paix du troisième canton de Liège du 

24 octobre 2013. 

A ETE LEVEE la mesure d’administration provisoire prise par 

décision du 06/08/2008, et publiée au Moniteur belge du 18/08/2008, à 

l’égard de M. Kevin GERARD, né le 8 avril 1983, domiciliéà4000 Liège, 

rue Hullos 100, cette personne étant redevenue capable de gérer ses 

biens. 

A ETE MIS FIN, en conséquence, à la mission de son administrateur 

provisoire, Maître Olivier DEVENTER, avocat dont le cabinet est établi 

à 4000 Liège, rue Sainte-Walburge 462. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Hackin, Stéphane. 

(75094) 

Justice de paix du second canton de Wavre 


Par ordonnance du Juge de Paix du second canton de Wavre rendue 

le 24 octobre 2013, il a été constaté que la mesure d’administration 

provisoire prise par ordonnance du 29 août 2012 a pris fin suite au 

décès de M. MARTIN, Fernand, né le 6 juillet 1923 à NOISEUX, 

domicilié à1435 MONT-SAINT-GUIBERT, AU BON VIEUX TEMPS, 

rue de Corbais 14, et y est décédé le 14 octobre 2013. 

Par conséquent, après dépôt d’un rapport de gestion, il a été mis fin 

à la mission de son administrateur provisoire, Maître TOLLENAERE, 

Valérie, avocate à 1300 WAVRE, rue de Bruxelles 37. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Christine Hermant. 

(75098) 

Justice de paix du premier canton de Namur 


Par ordonnance du Juge de Paix du premier canton de Namur 

prononcée en date du 23 octobre 2013 (REP. N° 5653/2013), il a été mis 

fin à la mesure d’administration provisoire prononcée le 29/09/2010 

par la Justice de Paix du Premier canton de Namur à l’égard de 

Mlle GODDEVRIND, Allison, née à Etterbeek, le 19 octobre 1985, 

domiciliée à 5004 Bouge (Namur), rue Don Juan d’Autriche 11, et 

Maître Johanne MARTIN, avocat, dont le cabinet est établi à 

5000 Namur, rue du Lombard 85, a été déchargée de son mandat 

d’administrateur provisoire. 

Namur, le 23/10/2013. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Gouy, Nancy. 

Justice de paix du second canton de Tournai 

(75095) 

Justice de paix du canton de Waremme 



Paix du canton de Waremme, rendue le 24-10-2013, a été levée la 

mesure d’administration provisoire prise par ordonnance du 

8 avril 2008 et publié au Moniteur belge du 17 avril 2008, à l’égard de 

M. BOUCHE, Bastien, né àWaremme le 25 novembre 1987, domicilié 

en France à 44600 SAINT-NAZAIRE, rue du Grand Ormeau, Res 

l’Armateur Bat B 8, cette personne étant redevenue capable de gérer 

ses biens, il a été mis fin, en conséquence, à la mission de son 

administrateur provisoire, à savoir Maître LAMBERT, Catherine, avocat 

à 4300 WAREMME, rue du Fond d’Or 2/A02. 

Pour extrait certifié conforme : le greffier en chef, (signé) Delvaux, 

Stefan. 

(75099) 


Par ordonnance du Juge de Paix du second canton de Tournai, 

rendue le 24 octobre 2013, il a été constaté que la mesure d’administration 

provisoire prise par ordonnance du 4 octobre 2013, a pris fin 

suite au décès de LEGRAND, Roger, né àThieulain le 24 juillet 1932, 

domicilié de son vivant à 7901 Thieulain (Leuze-en-Hainaut), rue 

Warde 23, mais résidant au CHwapi, Site Dorcas, à 7500 TOURNAI, 

boulevard du Roi Albert 1, décédé àTournai, le 13 octobre 2013. 

Par conséquent, il a été mis fin à la mission de son administrateur 

provisoire, LEGRAND, Marie-Rose, domiciliée à 7750 Anserœul (Montde-l’Enclus), 

rue Vieille Cure 4. 

Pour extrait conforme : le greffier assumé, (signé) Jeanne Hélin. 

(75096) 

Vredegerecht van het kanton Aalst 

Bij vonnis van de vrederechter van het tweede kanton Aalst, verleend 

op 25.10.2013, werd DE KONINCK, Sandra, geboren te Aalst op 

26.07.1977, wonende te9300 Aalst, Tweehagenstraat 25/1, verblijvende, 

niet in staat verklaard haar/zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd 

als voorlopig bewindvoerder : CALLEBAUT, Joost, advocaat, 

wonende te 9300 Aalst, Binnenstraat 39. 

Voor eensluidend uittreksel : (get.) Myriam HAEGEMAN, hoofdgriffier 

van het vredegerecht van het tweede kanton Aalst. 

(75100) 

Justice de paix du second canton de Verviers 



Juge de Paix du second canton de Verviers rendue en date du 

24 octobre 2013, a été levée la mesure d’administration provisoire prise 

par ordonnance du 8 mars 2012 du Juge de Paix du deuxième canton 

de Liège, à l’égard de Mme STROOMEYTE, Vanessa, née le 15/03/1991 

à Lobbes, domiciliée rue de Heusy 13/2 ét., à 4800 VERVIERS, cette 

personne étant redevenue capable de gérer ses biens, il a été mis fin, en 

conséquence, à la mission de son administrateur provisoire, à savoir : 

Me GALAND, Pierre-Louis, avocat, dont les bureaux sont établis à 

4000 LIEGE, rue Bois l’Evêque 112. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Christine Hendrick. 

(75097) 

Vredegerecht van het tweede kanton Aalst 

Bij vonnis van de vrederechter van het tweede kanton Aalst, verleend 

op 25.10.2013, werd VERCRUYSSE, Conny, geboren te Waregem op 

13.09.1964, wonende te 9300 Aalst, Tweehagenstraat 25/1, verblijvende, 

niet in staat verklaard haar/zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd 

als voorlopig bewindvoerder : CALLEBAUT, Joost, advocaat, 

wonende te 9300 Aalst, Binnenstraat 39. 

Voor eensluidend uittreksel : (get.) Myriam HAEGEMAN, hoofdgriffier 

van het vredegerecht van het tweede kanton Aalst. 

(75101)


83375 

Vredegerecht van het kanton Arendonk 

Vredegerecht van het kanton Geraardsbergen-Brakel, 

zetel Geraardsbergen 

Bij vonnis van de Vrederechter van het kanton Arendonk, uitgesproken 

op 16 oktober 2013, werd SEGERS, Germaine Augusta José 

Philomena, geboren te Mol op 10 juli 1926, wonende te 2470 RETIE, 

Pijlstraat 16, verblijvende Rusthuis Kempenerf, te 2480 DESSEL, 

Kwademeer 10, niet in staat verklaard zelf haar goederen te beheren en 

kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : FEYEN, Eddy René 

Marie Louise Remi, ambtenaar, geboren te MOL op 19 februari 1956, 

wonende te 2370 ARENDONK, Akkerstraat 55. 

Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Geraardsbergen- 

Brakel, zetel Geraardsbergen, verleend op 22 oktober 2013, werd 

Etienne DE LEYE, geboren te Herne op 21 maart 1947, wonende te 

9500 Geraardsbergen, Akrenstraat 112, niet in staat verklaard zelf zijn 

goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder, 

Mr. Francis De Vleeschouwer, advocaat, kantoorhoudende te 

9620 Zottegem, Kleine Nieuwstraat 4. 

Arendonk, 24 oktober 2013. 

De hoofdgriffier, (get.) Hilde Heylen. 

(75102) 

Geraardsbergen, 25 oktober 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Jürgen Peirlinck. 

(75106) 

Vredegerecht van het kanton Beveren 

Vredegerecht van het kanton Genk 

Bij vonnis uitgesproken door de Vrederechter van het kanton 

Beveren, d.d. 24 oktober 2013, werd HEYVAERT, Kevin, geboren op 

9 oktober 1995 te Antwerpen (Borgerhout), wonende te 9120 Beveren, 

Pachthof 15, niet in staat verklaard zelf zijn goederen te beheren. 

Mr. AMELINCKX, Frédéric, advocaat met kantoor te 9140 Temse, Piet 

Nutenlaan 7A, werd toegevoegd als voorlopig bewindvoerder. 

Beveren, 25 oktober 2013. 

De griffier, (get.) VAN NIEUWENHOVE, Anke. 

Vredegerecht van het kanton Gent 4 

(75103) 

Vonnis, d.d. 22 oktober 2013. 

Verklaart IBOURKI, Fatiha, geboren te GENK op 6 augustus 1985, 

wonende te 3600 GENK, Wintergroenstraat 76, bus 3, niet in staat zelf 

haar goederen te beheren. 

Voegt toe als voorlopig bewindvoerder : VANDENHOUDT, David, 

advocaat, met burelen gevestigd te 3600 GENK, André Dumontlaan 

210. 

Genk, 25 oktober 2013. 

De hoofdgriffier : (get.) Marie-Louise Groffils. 

(75107) 

Bij vonnis van de vrederechter van het Vredegerecht Gent 4, verleend 

op 25 oktober 2013, werd beslist dat Francesco FLAMMIA, geboren op 

20 april 1957 te Genk, wonende te 9000 Gent, Onderbergen 86, 

verblijvende te 9000 Gent, Drietorekensstraat 1, met rijksregisternummer 

57.04.20 193-44, niet in staat is verklaard zijn goederen te 

beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. VAN 

CAENEGEM, Peter, advocaat, te Einde Were 270, 9000 Gent. 

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift neergelegd werd op 


Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd griffier, (get.) 

Angélique Vander Haegen. 

(75104) 

Vredegerecht van het kanton Haacht 

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Haacht verleend op 

24 oktober 2013, werd Maria Huberta VAN LEEMPUT, geboren te 

Werchter op 24 december 1927, wonende te 3150 Haacht, 

Standonkstraat 3A, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en 

kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Marc 

VANDENBEMPT, geboren te op, advocaat, kantoorhoudende te 

3001 Heverlee (Leuven), Van Arenbergplein 3. 



Vredegerecht van het kanton Gent 4 

HAACHT, 25 oktober 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : (get.) Discart, Mia, griffier. 

(75108) 

Bij beschikking van de vrederechter van het Vredegerecht Gent 4, 

verleend op 18 oktober 2013, werd beslist dat Rita Clara DE BEUL, 

geboren te Gent op 8 november 1949, wonende te 9000 GENT, 

Muinkkaai 106, verblijvende in het Provinciaal Zorgcentrum Lemberge 

APD, te 9820 MERELBEKE, Salisburylaan 100, niet in staat is verklaard 

haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder, 

Mr. Valérie TETAERT, advocaat te 9040 Sint-Amandsberg 

(Gent), Maalderijstraat 4, in vervanging van de heer Luc DE BEUL, 

wonende te 9050 Gentbrugge, Gentbruggekouter 42, aangesteld bij 

vonnis van deze zetel van 8 december 2009. 



Voor eensluidend uittreksel : de afgevaardigd griffier, (get.) Stefanie 

Temmerman. 

(75105) 

Vredegerecht van het kanton Haacht 

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Haacht, verleend op 

24 oktober 2013, werd Frans VERBEECK, geboren te Haacht op 

18 november 1929, wonende te 3150 Haacht, Rijmenamsesteenweg 71, 

niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd 

als voorlopig bewindvoerder : Tine DE HANTSETTERS, kantoorhoudende 

te 3150 Haacht, Werchtersesteenweg 146. Er werd vastgesteld 

dat het verzoekschrift neergelegd werd op 26 september 2013. 

HAACHT, 25 oktober 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : (get.) Discart, Mia, griffier. 

(75109)


Vredegerecht van het kanton Halle 

Vredegerecht van het kanton Heist-op-den-Berg 

Bij beschikking van de Vrederechter van het kanton Halle, verleend 

op 17 oktober 2013, werd NOTAERT, Pierre Stephane, geboren te 

HALLE op 16 augustus 1962, wonende te 1650 BEERSEL, Stoofstraat 10, 

verblijvende Regionaal Ziekenhuis Sint-Maria VZW, Ziekenhuislaan 

100, te 1500 HALLE, niet in staat verklaard zelf zijn goederen te 

beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : HOUT- 

HUYS, Jan, advocaat, met kantoor te 1500 HALLE, Suikerkaai 7. 



Halle, 25 oktober 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Verena De 

Ridder. 

(75110) 

Bij vonnis, verleend door de vrederechter van het kanton Heist-opden-Berg 

op 23 oktober 2013, werd VAN HERCK, Maria, geboren te 

Tremelo op 30 april 1930, wonende te 3150 Haacht, Spreeuwestraat 25, 

en verblijvende te 2580 Putte, Mechelbaan 53, niet in staat verklaard 

haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder 

: AELBRECHT, Maria, wonend Denneweg 21, te 3150 Haacht. 

Er werd vastgesteld dat het verzoekschrift werd neergelegd op 


Heist-op-den-Berg, 23 oktober 2013. 

Bij uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Wim Ooms. 

(75114) 

Vredegerecht van het kanton Houthalen-Helchteren 



op 23 oktober 2013, werd VAN DEN BOSSCHE, Andreas, 

geboren te Boom op 2 mei 1930, en wonende te 2580 Putte, Lierbaan 46, 

niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd 

als voorlopig bewindvoerder : VAN DEN BOSSCHE, Marianne, 

wonend Verbindingsstraat 5, te 2275 Lille. 





(75111) 

Bij vonnis van de Vrederechter van het kanton Houthalen- 

Helchteren, verleend op 21 oktober 2013, werd POELMANS, Henri 

Lambert, geboren te Helchteren op 14 juli 1957, wonende te 3530 Houthalen-Helchteren, 

Grote Baan 551, niet in staat verklaard zijn goederen 

te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : 

WOUTERS, Rolf, advocaat, met kantooradres te 3530 Houthalen- 

Helchteren, Hofstraat 16. 



Houthalen-Helchteren, 25 oktober 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Marleen Vrolix. 

(75115) 


Vredegerecht van het kanton Houthalen-Helchteren 


op 23 oktober 2013, werd MUES, Nancy, geboren te Leuven 

op 21 mei 1965, en wonende te 2220 Heist-op-den-Berg, Kerselaarlaan 

27/0010, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg 

toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : DUERINCK, Dominique, 

advocaat te 2220 Heist-op-den-Berg, Palmbosstraat 18A. 





(75112) 

Bij vonnis van de Vrederechter van het kanton Houthalen- 

Helchteren, verleend op 21 oktober 2013, werd AERTS, Kim Danny, 

geboren te Houthalen-Helchteren op 6 november 1986, wonende te 

3530 Houthalen-Helchteren, Bronweg 17, niet in staat verklaard zijn 

goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder 

: WOUTERS, Rolf, advocaat, met kantooradres te 3530 Houthalen- 

Helchteren, Hofstraat 16. 



Houthalen-Helchteren, 25 oktober 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Marleen Vrolix. 

(75116) 


Vredegerecht van het kanton Leuven-1 


op 23 oktober 2013, werd SCHROOS, Julia, geboren te Keerbergen 

op 22 september 1934, en wonende te 2220 Heist-op-den-Berg, 

Boonmarkt 27, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg 

toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : VAN DEN PUT, Walter, 

wonend Langstraat 31, te 2223 Heist-op-den-Berg. 





(75113) 

Bij vonnis van de Vrederechter van het kanton Leuven 1 d.d. 

25 oktober 2013 werd Josephine VAN BELLINGEN, geboren te Herent 

op 21 maart 1921, wonende te 3020 Herent, Broekveldstraat 7, niet in 

staat verklaard zelf de goederen te beheren. 

Voegen toe als voorlopig bewindvoerder : Anja Irma René CELIS, 

advocaat, geboren te LUBBEEK op 2 mei 1968, kantoorhoudend te 

3000 Leuven, Vital Decosterstraat 46/6. 

Leuven, 25 oktober 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Temperville, Karine. 

(75117)


83377 

Vredegerecht van het tweede kanton Leuven 

Vredegerecht van het kanton Sint-Niklaas-1 

Bij beschikking verleend door de Vrederechter van het tweede kanton 

Leuven d.d. 24 oktober 2013 werd DEMEULENAERE, Jean Marie, 

geboren te DAMPREMY op 30 december 1955, arbeider, gedomicilieerd 

en verblijvend U.P.C. Sint-Kamillus, Krijkelberg 1, 3360 BIERBEEK, niet 

in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg toegevoegd als 

voorlopige bewindvoerder : Nele SENTE, advocaat, kantoorhoudend 

Sint-Maartensstraat 8, 3000 LEUVEN. 

Leuven, 25 oktober 2013. 

De griffier, (get.) Veronique Verbist. 

(75118) 

Bij beschikking van de vrederechter van het Vredegerecht Sint- 

Niklaas-1, verleend op 24 oktober 2013, werd Sonja VAN ACKER, 

geboren te Beveren op 18 april 1959, wonende te 9120 Beveren, Zandstraat 

91, verblijvende p.a. A.P.Z. Sint-Lucia, Ankerstraat 91, 9100 Sint- 

Niklaas, niet in staat verklaard haar goederen te beheren en kreeg 

toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Sarah BERNAERS, 

advocaat, met kantoor te 9100 Sint-Niklaas, Vermorgenstraat 20. 

Sint-Niklaas, 24 oktober 2013 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Astrid Duquet. 

(75122) 


Vredegerecht van het kanton Ninove 

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Ninove, verleend op 

17 oktober 2013, werd OST, Edouard Joseph Marie, geboren te 

Amsterdam op 21 augustus 1920 wonende te 9400 Ninove (Denderwindeke), 

Peyenbeek 12, verblijvende in het rustoord W.Z.C. Wilgendries, 

Plekkerstraat 1, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg 

toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Meester S. Vissenaekens, 

advocaat te 9300 Aalst, Sint-Jobstraat 110. 

Afgeleverd te Ninove op 25 oktober 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) VOLCKAERT, Annick. 

(75119) 

Vredegerecht van het kanton Ronse 

De plaatsvervangend Vrederechter van het kanton Ronse verleent op 

16 oktober 2013 de volgende beschikking : 

Verklaart COLPAERT, Patricia, geboren te Tielt op 19 februari 1970, 

gedomcilieerd te 8700 Tielt, Kistestraat 40, doch verblijvende te 

9690 Kluisbergen, Stationsstraat 3 (home VZW De Bolster, vestiging 

Kluisbergen), niet in staat zelf haar goederen te beheren. 

Voegt toe als voorlopige bewindvoerder : Meester VANDEWALLE, 

Véronique, advocaat, met kantoor te 9690 Kluisbergen, Molenstraat 32. 

Ronse, 24 oktober 2013. 

De hoofdgriffier, (get.) Armand Coppens. 


(75120) 


Niklaas-1, verleend op 24 oktober 2013, werd Yvan SMEETS, geboren 

te Antwerpen op 20 december 1967, wonende te 9140 Temse, Piet 

Nutenlaan 7/F, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en kreeg 

toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Sarah BERNAERS, 

advocaat, met kantoor te 9100 Sint-Niklaas, Vermorgenstraat 20. 

Sint-Niklaas, 24 oktober 2013. 


(75123) 

Vredegerecht van het kanton Schilde 

Bij vonnis van de Vrederechter van het kanton Schilde, verleend op 

24 oktober 2013, werd mevrouw Margaretha COOLS, geboren te 

Antwerpen op 22 februari 1923, verblijvend in het W.Z.C. Wommelgheem, 

2160 Wommelgem, Selsaetenstraat 50, niet in staat verklaard 

haar goederen te beheren en kreeg toegevoegd als voorlopige bewindvoerder 

: Mr. Patricia VAN GELDER, advocaat, met kantoor te 

2600 Antwerpen, Grotesteenweg 638. 

Schilde, 25 oktober 2013. 

De griffier, (get.) Wenselaers, Ludgard. 

Vredegerecht van het kanton Zandhoven 

(75124) 

Bij vonnis van de vrederechter van het kanton Zandhoven, uitgesproken 

op 24 oktober 2013 ingevolge het verzoekschrift ter griffie 

neergelegd op 3 oktober 2013, werd aan VINCKEN, Paula Elisabeth 

Antonia, van Belgische nationaliteit, weduwe, geboren te Leut op 

1 november 1927, wonende te 2930 Brasschaat, Truyensstraat 34, thans 

verblijvende in Z.N.A. Joostens, te 2980 ZOERSEL, Kapellei 133, als 

voorlopige bewindvoerder toegevoegd : JORIS, Wilfried, advocaat aan 

de balie te Antwerpen, met kantoor te 2110 Wijnegem, Marktplein 22. 

Zandhoven, 25 oktober 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, (get.) Debby Haes. 

(75125) 


Niklaas-1, verleend op 24 oktober 2013, werd Bram BAERT, geboren te 

Lokeren op 26 oktober 1988, wonende te 9111 Sint-Niklaas, Belseledorp 

83/B4, verblijvende p.a. A.P.Z. Sint-Lucia, Ankerstraat 91, 

9100 Sint-Niklaas, niet in staat verklaard zijn goederen te beheren en 

kreeg toegevoegd als voorlopig bewindvoerder : Mr. Nancy BOSMAN, 

advocaat, met kantoor te 9100 Sint-Niklaas, Casinostraat 3b. 

Sint-Niklaas, 24 oktober 2013. 


(75121) 

Vredegerecht van het eerste kanton Brugge 

Vervanging voorlopig bewindvoerder 

Bij beschikking d.d. 16 oktober 2013 werd als volgt beslist : 

Verklaart DE GRANDE, Agnes Madeleine, geboren te Brugge op 

20 februari 1939, wonende te 8200 Brugge (Sint-Andries), Torhoutse 

Steenweg 116/0101, en RAES, Arnold Maurice, geboren te Oostende op 

13 september 1933, accountant, wonende te 8400 Oostende, Eigen- 

Haardstraat 38, aangewezen bij vonnis verleend door de Vrederechter


Vredegerecht Brugge-1 op 17 maart 2008 (rolnummer 08A197 - 

Rep.R. 669/2008, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 

4 april 2008), tot voorlopige bewindvoerder over WELVAERT, Filip, 

geboren te Brugge op 15 mei 1966, wonende en verblijvende in het 

Sint-Amandusinstituut, te 8730 Beernem, Reigerlostraat 10, met ingang 

van 16 oktober 2013 ontslagen van hun opdracht. 

Voegt toe als nieuwe voorlopige bewindvoerder aan de voornoemde 

beschermde persoon : Mr. ROTSAERT, Petra, advocaat, met kantoor te 

8310 Brugge (Assebroek), Kleine Kerkhofstraat 72. 

bus 13, verblijvende Woon- en Zorgcentrum Huize Uilenspiegel, te 

3600 GENK, Socialestraat 4 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 

28 maart 2011, blz. 20922 en onder nr. 63814), met ingang van 

08 oktober 2013 ontslagen van de opdracht gezien de beschermde 

persoon overleden is te Genk op 08 oktober 2013. 

Genk, 25 oktober 2013. 

De hoofdgriffier, (get.) Marie-Louise Groffils. 

(75129) 

Brugge, 25 oktober 2013. 

De griffier, (get.) Nancy Hosdey. 

(75126) 


Vredegerecht van het kanton Lennik 


Bij beschikking verleend door de Vrederechter van het kanton Lennik 

op 10 oktober 2013 werd BOSMANS, KELLY, advocaat, met kantoor te 

1730 Asse, Kerkplein 1, toegevoegd als nieuwe voorlopig bewindvoerder 

over de goederen van BROWN, Yvonne, geboren op 

13 oktober 1953, verblijvende in het home Zonnestraal, te 1750 Lennik, 

Kroonstraat 44, ter vervanging van : wijlen de heer VAN DER MIJNS- 

BRUGGE, Frans, overleden op 11 september 2013, aangesteld als 

voorlopige bewindvoerder bij beschikking verleend door de vrederechter 

van het kanton SintKwintens-Lennik op 11 december 2000 

(RV 00B157 - Rept.R. 2255/2000, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad 

van 21 december 2000). 

Voor eensluidend uittreksel : de waarnemend hoofdgriffier, (get.) 

E. De Gieter. 

(75127) 

Opheffing voorlopig bewind 

Bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Heistop-den-Berg 

op 25 oktober 2013, werd vastgesteld dat VERLINDEN, 

Josephus, geboren te Westerlo op 6 april 1934, en laatst wonende te 

2222 Heist-op-den-Berg, Advokatestraat 13, overleden is te Heist-opden-Berg 

op 13 oktober 2013, en er aan de aanstelling als voorlopig 

bewindvoerder van VERLINDEN, Wilfred, geboren te Herentals op 

8 januari 1962, wonende te 2222 Heist-op-den-Berg, Witte Gracht 28, 

hiertoe aangesteld bij beslissing van de vrederechter van deze rechtbank 

d.d. 8 oktober 2013 (rep.nr. 2984/2013), een einde is gekomen op 

de datum van het overlijden. 




(75130) 

Vredegerecht van het kanton Dendermonde-Hamme, zetel Hamme 


Bij beschikking van de vrederechter Dendermonde-Hamme, met 

zetel te Hamme, verleend op 24 oktober 2013, werd vastgesteld dat aan 

de opdracht van PEETERS, Marc, advocaat te 9200 DENDERMONDE, 

Kerkstraat 52, aangewezen als voorlopige bewindvoerder over MALF- 

LIET, Nele, geboren te Hamme op 17 mei 1966, wonende te 9250 

WAASMUNSTER, Oude Heerweg - Ruiter 158, een einde is gekomen 

met ingang op 24 oktober 2013, ingevolge volledig herstel van de 

beschermde persoon, zodat de beschikking verleend door de Vrederechter 

van het kanton Dendermonde-Hamme, met zetel te Hamme op 

22 mei 2013 (rolnummer 13B66 / rep. nr. 577/2013), en gepubliceerd in 

het Belgisch Staatsblad van 18.06.2013, ophoudt uitwerking te hebben. 


Bij beschikking verleend door de vrederechter van het kanton Heistop-den-Berg 

op 24 oktober 2013, werd vastgesteld dat SCHOEN- 

MAKERS, Maria, geboren te Lier op 4 april 1922, en laatst wonende te 

2220 Heist-op-den-Berg, Boonmarkt 29, overleden is te Heist-op-den- 

Berg op 12 oktober 2013, en er aan de aanstelling als voorlopig 

bewindvoerder van Mr. Nancy VANNUETEN, advocaat te 2580 Putte, 

Lierbaan 209, hiertoe aangesteld bij beslissing van de vrederechter van 

deze rechtbank d.d. 18 januari 2005 (rep.nr. 93/2005), een einde is 

gekomen op de datum van het overlijden. 



(75131) 

Hamme, 24 oktober 2013 

De griffier, (get.) Christophe Dewitte. 

(75128) 



Vredegerecht van het kanton Genk 


Beschikking d.d. 25 oktober 2013 : 

Verklaart KOLIOFOTIS, Aretoula, geboren te Genk op 3 april 1964, 

wonende te 3600 Genk, Lavendelstraat 41, aangewezen bij vonnis van 

de Vrederechter Vredegerecht Genk van 21 maart 2011 (rolnummer 

11A675 - Rep.R. 1192/2011), tot voorlopig bewindvoerder over 

KOLIOFOTIS, Konstantinos, geboren te TRIKASTRON (Griekenland) 

op 10 maart 1926, gedomicilieerd te 3600 GENK, Onderwijslaan 70, 

Bij beschikking, verleend door de vrederechter van het kanton Heistop-den-Berg 

op 22 oktober 2013, werd vastgesteld dat MESSELIER, 

Peter, geboren te Torhout op 13 juni 1975, en wonende te 2220 Heistop-den-Berg, 

Ter Hagen 35, opnieuw in staat verklaard werd zijn 

goederen te beheren en er aan de opdracht als voorlopig bewindvoerder 

van Mr. Nadine JANSSENS, advocaat te 2222 Heist-op-den- 

Berg, L. Van Bauwelstraat 27, hiertoe aangesteld bij beslissing van de 

vrederechter van deze rechtbank d.d. 20 november 2012 (rep.nr. 2336/ 

2012), een einde is gekomen op de datum van de beschikking. 



(75132)


83379 

Vredegerecht van het kanton Maasmechelen 


Bij beschikking van de vrederechter van het kanton Maasmechelen, 

verleend op 25 oktober 2013, werd vastgesteld dat de opdracht van 

COSEMANS, Josephine, geboren te Leuven op 23 maart 1947, wonende 

te 3630 MAASMECHELEN, Kwaadstraat 14, als voorlopig bewindvoerder 

over VAN HOYWEGHEN, Jacqueline, geboren te HEVERLEE 

op 20 juli 1928, in leven wonende te 3630 MAASMECHELEN, 

Rijksweg 106, hiertoe aangesteld bij vonnis van de vrederechter van 

het kanton Maasmechelen op 20 oktober 2006 (rolnummer 06A854 - 

Rep.R. 2827), van rechtswege beëindigd is op 14 oktober 2013, in 

gevolge het overlijden van de beschermde persoon. 

Maasmechelen, 25 oktober 2013. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Coun, Rita. 

Vredegerecht van het kanton Ninove 


(75133) 

Bij beschikking verleend door de Vrederechter van het kanton 

Ninove op 24 oktober 2013, werd Mr. Carla Souffriau, advocaat te 

9404 Aspelare, Geraardsbergsesteenweg 399, aangewezen bij beschikking 

verleend door de Vrederechter van Vredegerecht Ninove op 

26 oktober 2000 (rolnummer 00B117 - Rep.R.1735/2000), tot voorlopig 

bewindvoerder over Martha DE MEYER, geboren te HAALTERT op 

16 april 1933, in leven laatst wonende in home Masui, te 1210 Sint- 

Joost-ten-Node, Masuistraat 135 (gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad 

van 10 november 2000, blz. 37310 en onder nr. 67491), met ingang van 

heden ontslagen van de opdracht, gezien de beschermde persoon 

overleden is op 11 juli 2013. 

NINOVE, 24 oktober 2013 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Annick VOLCKAERT. 

(75134) 

Acceptation sous bénéfice d’inventaire 

Code civil - article 793 

Aanvaarding onder voorrecht van boedelbeschrijving 

Burgerlijk Wetboek - artikel 793 

Dont acte dressé sur réquisition expresse de la comparante, qu’après 

lecture faite, elle a signé avec nous, greffier délégué. 

Les créanciers et légataires éventuels dudit défunt sont invités à faire 

connaître leurs droits, par avis recommandé, dans un délai de 

trois mois à compter de la présente insertion. 

Cet avis doit être adressé àMaître MARCOTTY, Quentin, notaire, 

dont l’étude est située à 6700 Arlon, rue Léon Castilhon 47. 

Arlon, le 24 octobre 2013. 

Le greffier délégué, (signé) I. HUYBRECHTS. 

Tribunal de première instance de Bruxelles 

(37084) 

Suivant acte n° 13-2554 passé au greffe du Tribunal de Première 

Instance de Bruxelles le vingt-quatre octobre deux mille treize : 

Madame Monique Huguette C. VANDEN BOSSCHE, domiciliée à 

1620 Drogenbos, rue Longue 52, agissant en son nom personnel, 

a déclaré accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de 

Madame VANDEN BOSSCHE, Christiane Berthe Janine Gh. A., née à 

Bruxelles II le 23 mars 1928, de son vivant domiciliée à UCCLE, rue 

Henri Van Zuylen 80/40, et décédée le 3 août 2013 à Etterbeek. 

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis 

recommandé, leurs droits dans un délai de trois mois à compter de la 

présente insertion à Maître Jean-Pierre MARCHANT, notaire à 

1180 Bruxelles, avenue Brugmann 480. 

Le greffier délégué, (signé) Cindy DE PAEPE. 


(37085) 

Suivant acte dressé au greffe du Tribunal de Première Instance de 

Bruxelles, en date du 26 septembre 2013 : 

Monsieur LIETART, Thibaut Laurent, né à Etterbeek le 

30 octobre 1998, étudiant, Belge, demeurant et domicilié àEvere, rue 

Hugo Verriest 3, orphelin de père et de mère. 

Dûment représenté : 

a) par son tuteur à la personne, étant Monsieur LEROU, Guy Charles 

Michel, époux de Madame DE PAUW Nadine, domicilié àEvere, rue 

Hugo Verriest 3; 

b) par son tuteur aux biens, étant Monsieur FASTRE, Michel Philippe, 

époux de Madame DELIGNE Arlette, domicilié à78530 Buc (France), 

avenue Jean-Baptiste Lulli 39; 

Tribunal de première instance d’Arlon 

L’an deux mille treize, le vingt-quatre octobre, au greffe du tribunal 

de Première Instance d’Arlon, et par-devant nous, I. HUYBRECHTS, 

greffier délégué (A.M. 05/09/2013), A COMPARU : 

Madame WILTGEN, Patricia, née à Arlon le 26 avril 1971, agissant 

en sa qualité de mère de ses enfants mineurs : 

KOHL, Julien, fils du défunt, né àLuxembourg le 18 décembre 2000; 

KOHL, Matthieu, fils du défunt, né àLuxembourg le 18 janvier 2005; 

domiciliés ensemble à 6747 Saint-Léger (Châtillon), Grand-Rue 46. 

Laquelle comparante a, au nom de ses enfants mineurs, autorisée à 

ce faire en vertu d’une ordonnance rendue par le Juge de Paix de Virton, 

en date du 15 octobre 2013, déclaré accepter sous bénéfice d’inventaire 

la succession de Monsieur KOHL, Jérôme Marc Christian, né àArlon le 

5 septembre 1975, en son vivant domicilié à 6747 Saint-Léger 

(Châtillon), Grand-Rue 46, et décédé àArlon le 10 juin 2013. 

le tout ainsi qu’il résulte d’une ordonnance rendue par le Juge de 

Paix du Canton de Woluwe-Saint-Pierre le 1 er octobre 2012, qui a 

également appelé aux fonctions de subrogé-tuteur Madame DE PAUW, 

Nadine, épouse de Monsieur LEROU, Guy, domiciliée à Evere, rue 

Hugo Verriest 3. 

Etant fait observer que : 

- par ordonnance rendue par le Juge de Paix du canton de 

Woluwe-Saint-Pierre le 2 septembre 2013, Monsieur LEROU, Guy, et 

Monsieur FASTRE, Michel, ont été autorisés à accepter, pour compte 

du mineur d’âge, Monsieur LIETART, Thibaut, la succession de son 

grand-père, Monsieur LIETART, Maurice, sous bénéfice d’inventaire; 

- cette déclaration d’acceptation sous bénéfice d’inventaire a été faite 

au greffe du Tribunal de Première Instance de Bruxelles le 

26 septembre 2013, et qu’elle sera incessamment publiée au Moniteur 

belge . 

Adéclaré accepter, dûment représenté comme dit est, mais sous 

bénéfice d’inventaire seulement, la succession de son grand-père 

maternel, étant Monsieur LIETART, Maurice Joseph Florent Marie, né à


Ixelles, le vingt-trois juillet mil neuf cent vingt-quatre, en son vivant 

pensionné, veuf de Madame FASTRE, Yvonne, non remarié, demeurant 

et domicilié en dernier lieu à Auderghem, avenue Hermann- 

Debroux 50, et y décédé le 19 juillet 2013. 

Et ce, en représentation des droits de sa mère, seconde fille du défunt, 

prédécédée, étant : Madame LIETART, Françoise Véronique Marie 

Yvonne, née à Uccle le 15 janvier 1963, célibataire, domiciliée en dernier 

lieu à 1200 Woluwe-Saint-Lambert, avenue de la Charmille 6/36, 

décédée à Etterbeek le 29 juillet 2012. 

Les créanciers et les légataires sont invités à faire connaître leurs 

droits, par avis recommandé, dans un délai de trois mois à compter de 

la date de la présente insertion. 

Cet avis doit être adressé au notaire Valérie INDEKEU, de résidence 

à Saint-Gilles (1060 Bruxelles), chaussée de Charleroi 70, boîte 3. 

Saint-Gilles (Bruxelles), le 20 octobre 2013. 

(Signé) Valérie INDEKEU, notaire. 

(37086) 

La comparante, ès dites qualités, désignée à cette fonction par 

ordonnance de Monsieur le Juge de paix du canton de Boussu en date 

du 21 novembre 2002 et dûment habilitée aux fins des présentes par 

ordonnance de la même Justice de paix cantonale en date du 

14 octobre 2013 que Nous annexons ce jour, au présent acte, en copie 

conforme. 

La comparante agissant comme dit ci-dessus, Nous a déclaré 

ACCEPTER SOUS BENEFICE D’INVENTAIRE LA SUCCESSION DE 

BUFFART, Rémy, né àQuiévrain le 31 décembre 1932, en son vivant 

domicilié àQUIEVRAIN, Petite Place 1, et décédé le 30 mai 2013 à 

Quiévrain. 

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître leurs droits 

par avis recommandé dans un délai de trois mois à compter de la date 

de la présente insertion. 

Cet avis doit être adressé à Maître LEFEBVRE, Géry, notaire, de 

résidence à 7382 Audregnies, rue Achille Descamps 9-11. 

Le greffier, (signé) C. Degeneffe. 

(37088) 

Tribunal de première instance de Mons 

Tribunal de première instance de Namur 

Suivant acte dressé au greffe du Tribunal de ce siège le vingtdeux 

octobre deux mille treize, A COMPARU : 

Madame BOUGARD, Valérie, née à Charleroi le 14 septembre 1968, 

domiciliée à Rouveroy, rue Sainte-Barbe 13, porteur d’une procuration 

spéciale sous seing privé àlui donnée à Couvin le 10 septembre 2013, 

par : 

Maître DELVALLEE, Julien, avocat, dont le cabinet est sis à 

5660 Couvin, rue de la Marcelle 11, agissant en sa qualité d’administrateur 

provisoire des biens de : 

Madame FLAMENT, Fabienne Julia Andrée Ghislaine, née à Namur 

le 12 avril 1966, domiciliée à 5660 Couvin, rue de la Marcelle 133 

« Home Saint-Joseph ». 

Procuration dont la signature a été vue pour certification par 

Maître DELCROIX, Laurent, notaire à 7000 Mons, rue Neuve 18, et que 

nous annexons ce jour, au présent acte. 

Maître DELVALLEE, Julien, ès dites qualités, désigné àcette fonction 

par ordonnance de Monsieur le juge de paix du canton de Couvin- 

Philippeville, siège de Couvin, en date du 28 avril 2011, et dûment 

habilité aux fins des présentes par ordonnance de la même justice de 

paix cantonale, en date du 21 août 2013, que nous annexons ce jour, au 

présent acte, en copie conforme. 

La comparante agissant comme dit ci-dessus, nous a déclaré 


VREUX, Carmen Eugénie Marguerite, née à Jurbise le 2 décembre 1913, 

en son vivant domiciliée à JURBISE, rue des Anglais 23, et décédée le 

23 juin 2012 à Saint-Ghislain. 


par avis recommandé dans un délai de trois mois à compter de la date 

de la présente insertion. 

Cet avis doit être adressé àMaître DELCROIX, Laurent, notaire de 

résidence à 7000 Mons, rue Neuve 18. 

Le greffier délégué, (signé) C. SEBRET. 

(37087) 

L’an deux mil treize, le vingt-quatre octobre. 

Au Greffe du Tribunal de Première Instance de Namur, et par-devant 

Nous, Fabienne LISSOIR, greffier chef de service. 

A comparu : 

- Maître Pierre GROSSI, avocat à 5100 Jambes, rue de Dave 45, 

agissant en sa qualité d’administrateur provisoire des biens appartenant 

à : 

- Monsieur BONANNO, Lucio (fils du défunt), né àMottafollone 

(Italie) le 20 décembre 1950, domicilié rue Sur les Sarts 79 A 6, à 

5352 Perwez-Haillot, désigné àcette fonction en vertu d’une ordonnance 

rendue par Monsieur Jean-Pierre VAN LAETHEM, Juge de Paix 

du canton d’Andenne, en date du vingt-huit avril deux mil neuf, et 

dûment autorisé en vertu d’une ordonnance rendue par ledit Juge de 

Paix, en date du quinze octobre deux mil treize. 

Lequel comparant, a déclaré en langue française, agissant comme dit 

ci-dessus, accepter sous bénéfice d’inventaire la succession de Monsieur 

BONANNO, Lorenzo, né àMottafollone (Italie) le vingt-neuf mars mil 

neuf cent vingt-sept, domicilié en son vivant à 5300 Vezin, rue de 

Houssoi 292, et décédéàBouge en date du quatre juillet deux mil treize. 

Dont acte requis par le comparant, qui après lecture, signe avec Nous, 

Fabienne LISSOIR, greffier chef de service. 

Les créanciers et légataires sont invités à faire connaître, par avis 

recommandé, leurs droits, dans un délai de trois mois, à compter de la 

date de la présente insertion. 

Cet avis doit être adressé àMaître Michel d’HARVENG, notaire à 

5300 Thon-Samson, Grand-Route de Liège 5. 


Le greffier chef de service, (signé) Fabienne Lissoir. 

Tribunal de première instance de Tournai 

(37089) 


Suivant acte dressé au greffe du Tribunal de ce siège le vingttrois 

octobre deux mille treize, a comparu : 

Madame DEWAELE, Nicole Léa, née à Quiévrechain (France) le 

29 juin 1943, domiciliée à 7380 Quiévrain, rue de Dour 41, agissant en 

sa qualité d’administrateur provisoire de son fils, à savoir : 

Monsieur BUFFART, Pascal Rémy, né àQuiévrain le 18 octobre 1963, 

domicilié à7382 Audregnies, Petite Place 1. 

L’an deux mille treize, le vingt-quatre octobre. 

Par-devant Nous, Claudine Verschelden, greffier au Tribunal de 

Première Instance de TOURNAI, province de Hainaut. 

A comparu : 

Maître Nathalie JOLY, avocate à 7860 Lessines, Grand Rue 26, 

agissant en qualité d’administrateur provisoire de ROELANDS, 

MALVINA, née à Uccle le 1 er mars 1952, domiciliée à Flobecq, rue des 

Frères Gabreau 43, désignée à cette fonction par ordonnance du 

2 juin 2003 et autorisée par ordonnance du 9 octobre 2013 prononcées 

par Monsieur le Juge de Paix du canton d’Ath-Lessines, siège de


83381 

Lessines, laquelle comparante, agissant comme dit ci-dessus, a déclaré 


LIZON, Jean Jules, né àMeslin-l’Evêque le 28 juin 1928, en son vivant 

domicilié à FLOBECQ, rue des Frères Gabreau 43, et décédé le 

23 août 2013 à Renaix. 

Réorganisation judiciaire 

Gerechtelijke reorganisatie 

Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 du 

Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en l’étude 

de Me Serge CAMBIER, notaire, de résidence à 7880 Flobecq, rue de la 

Gare 2. 


par avis recommandé adressé au domicile élu dans un délai de trois 

mois à compter de la date de la présente insertion. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Claudine Verschelden. 

(37090) 

Tribunal de première instance de Tournai 

L’an deux mille treize, le vingt-quatre octobre. 

Par-devant Nous, Marina Beyens, greffier au tribunal de première 

instance de TOURNAI, province de Hainaut. 

A comparu : 

MAITRE WIBAUT, STEPHANIE, avocate, dont le cabinet est sis à 

7500 TOURNAI, rue de l’Athénée 54, agissant en qualité d’administrateur 

provisoire de BOUQUELLE, GHISLAIN, né à Tournai le 

1 er février 1950, domicilié à 7500 Tournai, boulevard Léopold 95, 

désignée à cette fonction par ordonnance rendue le 7 avril 2006 et 

autorisée par ordonnance rendue le 14 octobre 2013 par Monsieur le 

Juge de Paix du second canton de TOURNAI, laquelle comparante 

agissant comme dit ci-dessus a déclaré ACCEPTER SOUS BENEFICE 

D’INVENTAIRE LA SUCCESSION DE DERICK, Françoise Marie 

Ambroise Alfred Ghislaine, née à Tournai le 11 mai 1921, en son vivant 

domiciliée à TOURNAI, boulevard Léopold 95, et décédée le 

7 juillet 2013 à Tournai. 

Conformément aux prescriptions du dernier alinéa de l’article 793 

du Code civil, la comparante déclare faire élection de domicile en 

l’étude de Maître Stéphane BOUQUELLE, notaire, de résidence à 

7500 TOURNAI, rue du Château 9. 


par avis recommandé adressé au domicile élu dans un délai de trois 

mois à compter de la date de la présente insertion. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) Beyens, Marina. 

Rechtbank van eerste aanleg te Turnhout 

(37091) 

Ingevolge verklaring afgelegd ter griffie van de rechtbank van eerste 

aanleg te Turnhout op 18 oktober 2013, heeft mevrouw Versteynen, 

Nathalie, handelend in haar hoedanigheid van gevolmachtigde van 

mevrouw Lason, Rita Julia, geboren te Gent op 14 april 1953, wonende 

te 2470 Retie, Looiend 73, drager van het ouderlijk gezag over haar 

verlengd minderjarig verklaarde zoon : Otten, Peter, geboren te Turnhout 

op 6 juni 1978, wonende te 2470 Retie, Looiend 73, en krachtens 

een beschikking van de vrederechter van het kanton Arendonk de dato 

10 oktober 2013, verklaard de nalatenschap van wijlen mevrouw 

De Clerck, Joanna Alfonsina, geboren te Arendonk op 26 februari 1926, 

laatst wonende te Arendonk, Begijnhof 17, bus 2, en overleden te Arendonk 

op 26 juli 2013, te aanvaarden onder voorrecht van boedelbeschrijving 

in naam en voor rekening van de verlengd minderjarige. 

De schuldeisers en legatarissen worden verzocht binnen de drie 

maanden vanaf de datum van publicatie in het Belgisch Staatsblad hun 

rechten bij aangetekend schrijven te doen kennen op het kantoor van 

notaris Mia Willemsen, te 2470 Retie, Molsebaan 54. 

Mia Willemsen, notaris. 

(37092) 

Tribunal de commerce de Bruxelles 

Par jugement du 23 octobre 2013, le tribunal de commerce de 

Bruxelles n’a pas homologué le plan de redressement de la réorganisation 

judiciaire de la SPRL BOOST ANY, avec siège social à 

1070 ANDERLECHT, avenue Joseph Wybran 40. 

(B.C.E. : 0873.903.187) 

N° P.R.J. : 20130070. 

Pour extrait conforme : le greffier en chef, J.-M. Eylenbosch. 

(37093) 

Rechtbank van koophandel te Brussel 

Bij vonnis van 23 oktober 2013 van de Rechtbank van koophandel te 

Brussel werd het reorganisatieplan van de gerechtelijke reorganisatie 

uitgesproken van de BVBA BOOST ANY, met maatschappelijke zetel te 

1070 ANDERLECHT, Joseph Wybranlaan 40, niet gehomologeerd. 

(KBO : 0873.903.187.) 

Nr. P.R.J. : 20130070. 

Voor eensluidend uittreksel : de hoofdgriffier, J.-M. Eylenbosch. 

(37093) 


Par jugement du 23 octobre 2013,1e tribunal de commerce de 

Bruxelles n’a pas homologué le plan de redressement de la réorganisation 

judiciaire de la SPRL RMDS RESTAURANT, avec siège social à 

1050 Bruxelles, place du Châtelain 19. 

(B.C.E. : 0835.048.947) 

N° P.R.J. : 20130131. 


(37094) 


Bij vonnis van 23 oktober 2013 van de Rechtbank van koophandel te 

Brussel werd het reorganisatieplan van de gerechtelijke reorganisatie 

uitgesproken voor de BVBA RMDS RESTAURANT, met maatschappelijke 

zetel te 1050 Brussel, Kasteleinsplein 19, niet gehomologeerd. 

(KBO : 0835.048.947.) 

Nr. P.R.J. : 20130131. 


(37094)




Par jugement du 23 octobre 2013 le tribunal de commerce de 

Bruxelles a accordé la réorganisation judiciaire par accord collectif à la 

SPRL 20100, avec siège social à 1050 IXELLES, rue Saint-Boniface 35. 

Numéro d’entreprise : 0866.051.137. 

N° R.J. : 20130197. 

Activité : restaurant. 

Le tribunal a désigné Monsieur PHILIPPART de FOY, J.-L., boulevard 

de Waterloo 70, à 1000 Bruxelles, en qualité de juge délégué. 

Echéance du sursis le 23 avril 2014. 

Vote des créanciers : 16 avril 2014. 

Bij vonnis d.d. 23/10/2013 van de Rechtbank van koophandel te 

Brussel werd de gerechtelijke reorganisatie toegekend bij minnelijk 

akkoord aan de BVBA PHARMACIE BRABANÇONNE, met maatschappelijke 

zetel te 1030 BRUSSEL, Brabançonnelaan 139. 

Ond. Nr. : 0406.433.463. 

Volgnummer R.J. : 20130191. 

Handelsactiviteit : apotheek. 

De Rechtbank heeft de heer DE MOOR, Arnaud, Waterloolaan 70, te 

1000 Brussel, als gedelegeerd rechter benoemd. 

Vervaldatum van de opschorting : 22 januari 2014. 


(37096) 

Dépôt du plan : 19 mars 2014. 


(37095) 



Par jugement du 23/10/2013 le tribunal de commerce de Bruxelles a 

accordé la réorganisation judiciaire par accord amiable à la SPRL PERS- 

PEPHARMA, avec siège social à 1000 BRUXELLES, rue Haute 250. 


Bij vonnis d.d. 23 oktober 2013 van de Rechtbank van koophandel te 

Brussel werd de gerechtelijke reorganisatie toegekend bij collectief 

akkoord aan de BVBA 20100, met maatschappelijke zetel te 

1050 ELSENE, Sint-Bonifaasstraat 35. 

Ond. Nr. : 0866.051.137. 


Handelsactiviteit : restaurant. 

De Rechtbank heeft de heer PHILIPPART de FOY J.-L., Waterloolaan 

70, te 1000, Brussel als gedelegeerd rechter benoemd. 

Vervaldatum van de opschorting : 23 april 2014. 

Stemming op : 16 april 2014. 

Neerlegging plan : 19 maart 2014. 


(37095) 



accordé la réorganisation judiciaire par accord amiable à la 

SPRL PHARMACIE BRABANÇONNE, avec siège social à 

1030 BRUXELLES, avenue de la Brabançonne 139. 


N° R.J. : 20130191. 

Activité : pharmacie et parapharmacie. 

Le tribunal a désigné Monsieur DE MOOR, Arnaud, boulevard de 

Waterloo 70, à 1000 Bruxelles, en qualité de juge délégué. 

Echéance du sursis le 22 janvier 2014. 


(37096) 

N° R.J. : 2013189. 






(37097) 




akkoord aan de BVBA PERSPEPHARMA, met maatschappelijke zetel 

te 1000 BRUSSEL, Hoogstraat 250. 

Ond. Nr. : 0862.436.601. 







(37097) 



accordé la réorganisation judiciaire par accord amiable à la 

SPRL PHARMACIE GRAWCHEH, avec siège social à 

1000 BRUXELLES, rue Haute 250. 


N° R.J. : 20130190.


83383 






(37098) 

Fixe au jeudi 17 janvier 2014 à 8 h 30 m précises, à l’audience de la 

deuxième chambre du tribunal de commerce, le vote et les débats sur 

le plan de réorganisation, sous réserve de toute modification à intervenir 

dans l’entre-temps sur l’objectif de la procédure. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) M.-B. Painblanc. 

(37101) 


Tribunal de commerce de Charleroi 



akkoord aan de BVBA PHARMACIE GRAWCHEH, met maatschappelijke 

zetel te 1000 BRUSSEL, Hoogstraat 250. 

Ond. Nr. : 0875.105.591. 







(37098) 


Par jugement du 24 octobre 2013, la deuxième chambre du tribunal 

de commerce de Charleroi a prorogé le sursis de la SPRL CORNIL 

CONCEPT & CO, dont le siège social est sis à 6000 CHARLEROI, 

avenue Général Michel 1/E, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises 

sous le numéro 0898.732.219. 

Le sursis est prorogé jusqu’au 22 décembre 2013. 

Fixe au 19 décembre 2013 à 10 heures précises, à l’audience de la 

deuxième chambre du tribunal de commerce, le vote et les débats sur 

le plan de réorganisation, sous réserve de toute modification à intervenir 

dans l’entre-temps sur l’objectif de la procédure. 


(37099) 


de commerce de Charleroi a homologué le plan de réorganisation 

judiciaire déposé le 26 septembre 2013, conformément aux articles 47 et 

suivants de la loi du 31 janvier 2009, relative à la continuité des 

entreprises, par M. Joseph RICCA, né le 11.11.1952, domicilié à 

6183 TRAZEGNIES, rue de Gosselies 217, inscrit à la Banque-Carrefour 

des Entreprises sous le numéro 0663.507.318. 



(37102) 


de commerce de Charleroi a déclaré ouverte la procédure en réorganisation 

judiciaire conformément aux articles 16 et suivants de la loi du 

31 janvier 2009, relative à la continuité des entreprises par accord 

collectif et en a octroyé le bénéfice à la SPRL I.F.D. MANAGEMENT, 

dont le siège social est sis à 7181 ARQUENNES, chaussée de 

Nivelles 121/2, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0863.215.569. 

La SPRL IFD MANAGEMENT est active dans toute activité de 

conseil, management et gestion. 

La durée du sursis est de quatre mois prenant cours le 

24 octobre 2013 pour se terminer le 24 février 2014. 

Le tribunal a désigné Monsieur le juge consulaire Guy PIERSON, 

dont la résidence administrative est sise au Palais de Justice, boulevard 

P. JANSON 87, à 6000 CHARLEROI, en qualité de juge-délégué àcette 

procédure. 


(37103) 




de commerce de Charleroi a mis anticipativement à la procédure en 

réorganisation judiciare conformément à l’article 41 LCE, de la SPRL 

DIRVA, dont le siège social est sis à 6000 CHARLEROI, rue du Pont 

Neuf 11, inscrite à la B.C.E. sous le n° 0454.821.716. 



(37100) 


de commerce de Charleroi a prorogé le sursis, conformément à 

l’article 38, § 1 er de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des 

entreprises, octroyé par jugement du 30 juillet 2013 à la SA AUTECH, 

dont le siège social est sis à 6000 CHARLEROI, place de la Digue 28, 

inscrite à la B.C.E. sous le n° 0437.823.257. 

Le nouveau sursis prendra cours le 24 octobre 2013 pour se terminer 

le 24 janvier 2014. 


de commerce de Charleroi a déclaré ouverte la procédure en réorganisation 

judiciaire conformément aux articles 16 et suivants de la loi du 

31 janvier 2009, relative à la continuité des entreprises par accord 

collectif et en a octroyé le bénéfice à la SPRL BL SYSTEM, dont le siège 

social est sis à 6210 FRASNES-LEZ-GOSSELIES, chemin du Saucy 18, 

inscrite à la B.C.E. sous le n° 0886.554.858. 

La SPRL BL SYSTEM est active dans le domaine des procédés de mise 

en peinture industriels et professionnels. 

La durée du sursis est de quatre mois prenant cours le 

24 octobre 2013 pour se terminer le 24 février 2014. 

Le tribunal a désigné Madame le juge consulaire Caroline 

GAILLARD, dont la résidence administrative est sise au Palais de 

Justice, boulevard P. JANSON 87, à 6000 CHARLEROI, en qualité de 

juge-délégué àcette procédure. 


(37104)


Rechtbank van koophandel te Ieper 

Faillite 

Bij vonnis van de Rechtbank van Koophandel te Ieper, uitgesproken 

in datum van vijfentwintig oktober tweeduizend en dertien ingevolge 

artikel 55, alinea 1 van de Wet van 31 januari 2009 betreffende de 

continuïteit van de ondernemingen, wordt het reorganisatieplan, neergelegd 

ter griffie van de Rechtbank te Ieper in datum van 

dertig september tweeduizend en dertien door R.M.B. BVBA., met zetel 

te 8980 Zonnebeke, Molenstraat 15, hiertoe ingeschreven in de 

Kruispuntbank van Ondernemingen onder het nummer 0884.912.687 

voor de volgende activiteiten « Verhuur van fietsenKleinhandel in 

artikelen van hout, kurk of vlechtwerk - Operationele leasing van 

personenauto’s zonder chauffeur - Kleinhandel in vloeibare en gasvormige 

brandstoffen - Verhuur van personenauto’s met chauffeur Verhuizing 

van het meubilair van particulieren, kantoren, werkplaatsen of 

fabrieken - Detailhandel in vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen 

in gespecialiseerde winkels, m.u.v. motorbrandstoffen - Kleinhandel in 

nieuwe en gebruikte autobussen, touringcars, minibusjes, motorhomes, 

enz. Goederenvervoer over de weg, m.u.v. verhuisbedrijven - Handelsbemiddeling 

gespecialiseerd in andere goederen - Overige vrachtbehandeling, 

exclusief in zeehavens - Gespecialiseerde kleinhandel in 

geschenken m.b.t. de woninginrichting - Algemeen onderhoud en 

reparatie van auto’s en lichte bestelwagens (= 3,5 ton) - Handelsbemiddeling 

en groothandel in onderdelen en accessoires van motorvoertuigen 

- Verhuur en lease van personenauto’s en lichte bestelwagens 

( < 3,5 ton) - Meubelbewaarplaatsen - Verhuur en lease van 

schepen - Overige activiteiten i.v.m. de organisatie van het vrachtvervoer 

- Activiteiten van vervoercommissionairs die contracten voor het 

vervoer van goederen afsluiten in eigen naam maar het vervoer zelf 

door derden laten uitvoeren - Installatie van onderdelen en accessoires, 

inclusief de ombouw- en uitbouwwerkzaamheden - Laden, overladen 

en lossen van goederen en van bagage die vervoerd worden over de 

weg, per spoor, door de lucht of over binnenwateren - Kleinhandel in 

huishoudelijke artikelen, n.e.g. - Kleinhandel in vloerbekleding van 

kunststof, rubber, enz. - Levering van meubels en huishoudapparaten - 

Reparatie van fietsen - Kleinhandel in niet-elektrische huishoudapparaten, 

messenmakerswerk, vaatwerk, aardewerk, porselein en 

glaswerk - Overige vervoerondersteunende activiteiten - Activiteiten 

van vervoermakelaars - Kleinhandel in nieuwe en gebruikte auto’s voor 

personenvervoer, inclusief die voor bijzondere doeleinden (b.v. ambulances) 

- Detailhandel in andere huishoudelijke artikelen in gespecialiseerde 

winkels, n.e.g. - Verhuur op korte termijn van personenauto’s 

zonder chauffeur - Detailhandel in fietsen in gespecialiseerde winkels - 

Groothandel in ijzer- en staalschroot en in oude non-ferrometalen - 

Detailhandel in onderdelen en accessoires van motorvoertuigen - 

Verhuur en lease van vrachtwagens en overige motorvoertuigen 

( > 3,5 ton) - Goederenvervoer over de weg, m.u.v. verhuisbedrijven - 

Expeditiekantoor - Activiteiten van commissionair-expediteurs, enz. - 

Kleinhandel in verlichtingsartikelen - Kleinhandel in nieuwe en 

gebruikte vrachtwagens, trekkers, bestelwagens, terreinwagens (b.v. 

jeeps) enz. - Detailhandel in huismeubilair in gespecialiseerde winkels 

- Besteldiensten : het ophalen van vracht en het groeperen van individuele 

vracht voor de verzending, het distribueren en thuisbezorgen van 

vracht bij aankomst - Kleinhandel in onderdelen en accessoires van 

motorrijwielen - Reparatie van auto’s : reparatie van de mechanische 

onderdelen en van de elektrische installatie - Carrosserieherstelling - 

Kleinhandel in huishoudtextiel zoals lakens, dekens, tafelkleden, handdoeken, 

enz. - Detailhandel in en onderhoud en reparatie van motorfietsen 

en delen en toebehoren van motorfietsen - Overige posterijen en 

koeriers« en met als handelsbenaming : gehomologeerd en wordt de 

reorganisatieprocedure, toegekend bij vonnis van de Rechtbank te Ieper 

de dato 24 juli 2013, afgesloten. 

De griffier, (get.) Caroline Melsens. 

(37105) 

Faillissement 


Bij vonnis van 22/10/2013 gewezen door de rechtbank van Koophandel 

te Brussel, werd gesloten verklaard bij ontoereikend aktief het 

faillissement van MABA AND CO BVBA, BASILIEKSTRAAT 73, 

1500 HALLE. 

(O.N. : 0827.443.157) 

Faillissementsnummer : 20112315. 

Curator : Mr. VANDERLEENEN, ANNA-MARIA. 


(37107) 



te Brussel, werd gesloten verklaard bij vereffening het faillissement 

van STUDIO CAMPUS NV, VIJVERSLAAN 172, 

1780 WEMMEL. 

(O.N. : 449.022.601) 


Curator : Mr. DE MOT, LODEWIJK. 


(37108) 




van APOTUIN BVBA, BESSENVELDSTRAAT 25, 

1831 DIEGEM. 

(O.N. : 421.514.389) 


Curator : Mr. DE MOT, LODEWIJK. 


(37109) 




de commerce de Charleroi a révoqué le plan de réorganisation judiciaire, 

homologué par jugement du 29 mars 2013, de la SCS MELANIE 

BRESCICH, dont le siège social est établi à 6032 MONT-SUR- 

MARCHIENNE, avenue Paul Pastur 76, inscrite à la Banque-Carrefour 

des Entreprises sous le numéro 0869.917.873. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) PAINBLANC,M.-B. 

(37106) 



van THIELEMANS-TRAEN NV, VROONBAAN 74, 

1880 KAPELLE-OP-DEN-BOS. 

(O.N. : 0432.035.525) 


Curator : Mr. BUEKENS, MARK. 


(37110)


83385 





van WITTERS & STORME BVBA, GERSELARENDRIES 19, 

1850 GRIMBERGEN. 

(O.N. : 0894.609.818) 


Curator : Mr. VERRAES, MICHIEL. 


(37111) 


te Brussel, werd gesloten verklaard bij gebrek aan aktief het 

faillissement van EDELWEIS BVBA, SINGELWEG 7, 1980 ZEMST. 

(O.N. : 0417.305.084) 



Vereffenaar : Buelens, Lilane. 


(37115) 





faillissement van ISOFAR BVBA, MEUSEGEMSTRAAT 91, 

1861 WOLVERTEM. 

(O.N. : 0895.323.955) 


Curator : Mr. MOMBAERS, Jos. 

Vereffenaar : Vermeir, Eddy, Meusegemstraat 91, 1861 Wolvertem. 


(37112) 



faillissement van REGINALI BVBA, VILVOORDELAAN 39, 

1930 ZAVENTEM. 

(O.N. : 0474.943.672) 


Curator : Mr. DE CHAFFOY, J.M. 

Vereffenaar : Muktan, Milan, Leuvensesteenweg 119, te 1210 Brussel. 


(37116) 





faillissement van FINTEC GLOBAL CONSULTANTS BVBA, 

LAMBROEKSTRAAT 5A, 1831 DIEGEM. 

(O.N. : 0474.888.046) 


Curator : Mr. MOMBAERS, Jos. 

Vereffenaar : Krijger, Dirk, Britselei 35, te 2000 Antwerpen. 


(37113) 



van VANDENDYCK, MIKAEL (TWEE HUIZENSTRAAT 78/02 

TE 1140 EVERE), CHAZALLAAN 6, 1030 SCHAARBEEK. 

(O.N. : 0889.609.467) 



Vereffenaar : WERD NIET VERSCHOONBAAR VERKLAARD ! 


(37117) 





faillissement van BUZYMAIL GCV, KEIZER KARELLAAN 34, 

1982 ELEWIJT. 

(O.N. : 0893.705.540) 


Curator : Mr. BUEKENS, MARK. 

Par jugement du 22/10/2013 le tribunal de commerce de Bruxelles à 

déclaré close par liquidation la faillite de VANDENDYCK, MIKAEL 

(TWEE HUIZENSTRAAT 78/02, A 1140 EVERE), AVENUE CHAZAL 6, 

1030 SCHAARBEEK. 

(N.E. : 0889.609.467) 

Numéro de faillite : 20111023. 


Vereffenaar : Mariette, Geens, Keizer Karellaan 34, te 1982 Elewijt, 


(37114) 

Liquidateur : N’A PAS ETE DECLARE EXCUSABLE ! 


(37117)






van GALERIE ERNA HECEY BVBA, FABRIEKSSTRAAT 1C, 

1000 BRUSSEL-1. 

(O.N. : 0872.777.888) 


Curator : Mr. DUBAERE, JOAN. 


(37118) 



faillissement van COLORFUL ASIA BVBA, ATOMIUMSQUARE 1, 

1020 BRUSSEL-2. 

(O.N. : 0860.334.570) 



Vereffenaar : Koppes, Martijn, wonende in Nederland, Hugowaard, 

Zuidwijkring 143. 


(37120) 



Par jugement du 22/10/2013 le tribunal de commerce de Bruxelles à 

déclaré close par liquidation la faillite de GALERIE ERNA 

HECEY SPRL, rue de l’usine 1C, 1000 BRUXELLES-1. 

(N.E. : 0872.777.888) 


Curator : Mr. DUBAERE, JOAN. 



(37118) 


déclaré close par faute d’actif la faillite de COLORFUL ASIA SPRL, 

ATOMIUMSQUARE 1, 1020 BRUXELLES-2. 

(N.E. : 0860.334.570) 


Curateur : Me VANDERLEENEN, ANNA-MARIA. 

Liquidateur : Koppes, Martijn, domicilié àHugowaard (Nederland), 

Zuidwijkring 143. 


(37120) 



faillissement van CLIFFORD SIMMONDS TERDU BVBA, BISCHOFFS- 

HEIMLAAN 36, 1000 BRUSSEL-1. 

(O.N. : 0811.417.767) 



Vereffenaar : Terdu, Matheus, Oudestraat 83, 2630 Aartselaar. 


(37119) 




faillissement van GROUPE S&S BVBA, EUGENE CATTOIR- 

STRAAT 4/5, 1050 ELSENE. 

(O.N. : 0440.084.743) 


Curator : Mr. DE CHAFFOY, J.M. 

Vereffenaar : Suydulla Mohammed Selyathin. 


(37121) 




déclaré close par faute d’actif la faillite de CLIFFORD SIMMONDS 

TERDU SPRL, avenue BISCHOFFSHEIM 36, 1000 BRUXELLES-1. 

(N.E. : 0811.417.767) 


Curateur : Me VANDERLEENEN, ANNA-MARIA. 

Liquidateur : Terdu, Matheus, Oudestraat 83, 2630 Aartselaar. 


(37119) 


déclaré close par faute d’actif la faillite de GROUPE S&S SPRL, rue 

EUGENE CATTOIR 4/5, 1050 Ixelles. 

(N.E. : 0440.084.743) 


Curateur : Me DE CHAFFOY, J.M. 

Liquidateur : Suydulla Mohammed Selyathin. 


(37121)


83387 





faillissement van JPC CONSULTING VOF, SINT-ANNADREEF 68B, 

1020 LAKEN (BRUSSEL-STAD). 

(O.N. : 0882.090.284) 



Vereffenaar : Gheldof, Catherine, Gentstraat 2, bus 13, te 8500 Kortrijk. 


(37122) 



déclaré close par faute d’actif la faillite de JPC CONSULTING VOF, 

SINT-ANNADREEF 68B, 1020 LAKEN (BRUSSEL-STAD). 

(N.E. : 0882.090.284) 


Curateur : Me VERRAES, MICHIEL. 

Liquidateur : Gheldof, Catherine, Gentstraat 2, bte 13, à 8500 Kortrijk. 


(37122) 




faillissement van SPOTISING NV, SINT-DENIJSSTRAAT 164, 

1190 VORST. 

(O.N. : 0458.755.164) 



Vereffenaar : Peron, Philippe Louis, rue Jean-Baptiste Colyns 39, 

1050 Brussel. 


(37123) 


Par ordonnance du 10 octobre 2013, la neuvième chambre du tribunal 

de première instance de Bruxelles a prononcé la clôture de la liquidation 

de l’ASBL « MAMBO CLUB », dont le siège social est établi à 

1050 Bruxelles, chaussée de Wavre 70, B.C.E. n° 0452.562.408 et a 

déchargé Me Jean-Marie Verschueren, avocat au barreau de Bruxelles, 

dont le cabinet est sis à 1050 Bruxelles, avenue Louise 200, bte 116, de 

son mandat de liquidateur judiciaire. 

(Signé) Jean-Marie Verschueren, avocat associé. 

(37124) 

Tribunal de commerce de Liège 

Le 25 octobre 2013, le tribunal de commerce de Liège a déclaré la 

faillite de la SPRL C.A.I.-CONSULTANT, AMENAGEMENT ET IMMO- 

BILIER, dont le siège social est établi à 4100 Seraing, rue Lahaut 160, 

B.C.E. n° 0875.566.342, activité : construction générale de bâtiments. 

Curateurs : Maîtres Béatrice VERSIE, avocat à 4000 Liège, rue 

Lambert le Bègue 9 et Jean-Philippe DERROITTE, avocat à 4000 Liège, 

boulevard d’Avroy 280. 

Déclaration des créances au greffe endéans les trente jours du 

jugement déclaratif de faillite et dépôt du premier procès-verbal de 

vérification des créances le 5 décembre 2013. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) P. Driesen. 

(37125) 

Tribunal de commerce de Liège 

Par jugement du 16 octobre 2013, le Tribunal de commerce de Liège 

a prononcé le clôture de la liquidation de la SA VERSO, sise avenue de 

l’Expansion 9, à 4432 ALLEUR, B.C.E. n° 0873.860.726. 

Le même jugement a accordé décharge générale au liquidateur, au 

regard du mandat de justice lui confié, et a mis fin à celui-ci. 

(Signé) Andre Renette, liquidateur. 

(37126) 

Tribunal de commerce de Nivelles 

Par jugement du 21/10/2013 le Tribunal de Commerce de Nivelles a 

ordonné la clôture pour insuffisance d’actif de la faillite de AZUR 

BELGIUM SPRL, AVENUE DU ROI SOLEIL 48, 1410 WATERLOO, 

inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0479.782.190, 

déclarée ouverte par jugement du 17/10/2011, a constaté la dissolution 

de la société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en 

qualité de liquidateur : M. Samir BOUDJEMA, domicilié à 

1410 WATERLOO, avenue du Roi Soleil 48. 

Pour extrait conforme : la greffière déléguée, (signé) M. Keerstock. 

(37127) 

Par jugement du 22/10/20131e tribunal de commerce de Bruxelles a 

déclaré close par faute d’actif la faillite de SPOTISING SA, rue Saint- 

Denis 164, 1190 FOREST. 

(N.E. : 0458.755.164) 


Curateur : Me VERRAES, MICHIEL. 

Liquidateur : Peron, Philippe Louis, rue Jean-Baptiste Colyns 39, 

1050 Brussel 


(37123) 



ordonné la clôture pour insuffisance d’actif de la faillite de l’ENTRE- 

PRISE PAUL PEETROONS SPRL, RUE DE L’EGLISE SAINT- 

SULPICE 15, 1320 BEAUVECHAIN, inscrite à la Banque-Carrefour des 

Entreprises sous le n° 0479.052.217, déclarée ouverte par jugement du 

12/12/2011, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture 

immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : M. Paul 

PETROONS, domicilié à1300 WAVRE, chaussée des Atrebattes 2/12. 


(37128)





ordonné la clôture pour insuffisance d’actif de la faillite de LES 

JARDINS DE LISA SPRL, CHAUSSEE BARA 211, 1410 WATERLOO, 




qualité de liquidateur : M. CHERPION, Philippe, domicilié à 

1332 GENVAL, rue Joseph Desmet 23. 


(37129) 

Par jugement du 21/10/2013, le Tribunal de Commerce de Nivelles a 

ordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de 

BEAURIEUX-CORTES SPRL, FAUBOURG DE SOIGNIES 17, à 

1400 NIVELLES, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous 

le n° 0465.934.154, déclarée ouverte par jugement du 26/03/2012, a 

constaté la dissolution de la société faillie et la clôture immédiate de 

celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : Madame Malgorzata 

KROLAK, domiciliée à 1400 NIVELLES, faubourg de Soignies 29. 

Pour extrait conforme : la greffière déléguée, (signé) M. KEERSTOCK. 

(37133) 



Par jugement du 21/10/2013 1e Tribunal de Commerce de Nivelles a 

ordonné la clôture pour insuffisance d’actif de la faillite de STYLL SPRL, 

B.C.E. n° 0875.119.746, RUE DES COMBATTANTS 50, 1310 LA HULPE, 




qualité de liquidateur : M. SHETA YU, domicilié à 1332 GENVAL, 

avenue des Genêts 27. 


(37130) 



ordonné la clôture pour insuffisance d’actif de la faillite de LA BELLE 

RENAISSANCE SPRL, SQUARE D’HOUGOUMONT 4/2, 

1420 BRAINE-L’ALLEUD, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises 

sous le n° 0860.962.496, déclarée ouverte par jugement du 

14/03/2011, a constaté la dissolution de la société faillie et la clôture 

immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : M. Miah 

JAHANGIR, domicilié à1000 BRUXELLES, rue de la Bourse 38-40. 


(37131) 



ordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de BOS 

INTERNATIONAL SA, RUE EMILE FRANCQUI 3, à 1435 MONT- 

SAINT-GUIBERT, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous 



celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : Me DELCOURT, avocat à 

1380 LASNE, chaussée de Louvain 523. 


(37134) 



ordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de LANDS- 

CAPE & ENVIRONMENTAL MANAGEMENT SPRL, EN ABREGE : 

« L&EM », RUE DES MOULINS 4, à 1460 ITTRE, inscrite à la Banque- 

Carrefour des Entreprises sous le n° 0833.106.472, déclarée ouverte par 

jugement du 01/10/2012, a constaté la dissolution de la société faillie 

et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : 

Monsieur Sébastien LAURIERS, domicilié à 1460 ITTRE, rue du 

Sad 51/6. 


(37135) 



ordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de I.D.LOC. 

SPRL, RUE DE BRUXELLES 109/E, à 1480 TUBIZE, inscrite à la 

Banque-Carrefour des Entreprises sous le n° 0895.881.013, déclarée 

ouverte par jugement du 08/04/2013, a constaté la dissolution de la 

société faillie et la clôture immédiate de celle-ci, a indiqué en qualité de 

liquidateur : Monsieur MICHIELS, Jean-Marc, domicilié à1480 SAIN- 

TES, Try Haut 79. 


(37136) 


ordonné la clôture, pour insuffisance d’actif, de la faillite de 

REMM SPRL, AVENUE DES COMBATTANTS 102/1, 1340 OTTI- 

GNIES, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous 



celle-ci, a indiqué en qualité de liquidateur : Antonio ORTEGA 

JIMENEZ, domicilié à1080 MOLENBEEK-SAINT-JEAN, rue Vandenboogaerde 

22. 


(37132) 

Tribunal de commerce de Verviers 

Faillite sur aveu 

Par jugement du lundi 21 octobre 2013, le tribunal de commerce de 

Verviers a déclaré la faillite de la société privée à responsabilité limitée 

« TRANS-MISSION OFFICIEL », dont le siège social est établi à 

4890 Thimister-Clermont, chemin de Xhénorie 99A, inscrite à la 

Banque-Carrefour des Entreprises sous le numéro 0466.436.871, pour le 

transport de colis, de personnes et services aux ambassades.


83389 

Curateur : Maître Marc GILSON, avocat à 4800 VERVIERS, avenue 

de Spa 5. 

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe endéans les 

trente jours. 

Clôture du premier procès-verbal de vérification des créances : 

le 23 décembre 2013 à 9 h 30 m, au Palais de Justice de Verviers. 

Par jugement du 21 octobre 2013, le tribunal de commerce de Verviers 

a clôturé la procédure en réorganisation judiciaire de la SPRL « Trans- 

Mission Officiel ». 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Yves Joris. 

(37137) 

Datum der staking van betaling : 24/10/2013. 

Indienen der schuldvorderingen ter griffie vóór 22/11/2013. 

Neerlegging van het eerste proces-verbaal van nazicht der ingediende 

schuldvorderingen : 20/12/2013, ter griffie van de Rechtbank 

van Koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. 

De personen die zich persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde 

(onder meer de borgen van de gefailleerde), kunnen hiervan ter 

griffie een verklaring neerleggen (artikel 72bis en artikel 72ter Fail.W.). 

De griffier-hoofd van dienst, M. Caers. 

(Pro deo) (37140) 

Tribunal de commerce de Verviers 

Faillite sur aveu 

Par jugement du lundi 21 octobre 2013, le tribunal de commerce de 

Verviers a déclaré la faillite de la société privée à responsabilité limitée 

LEONARD, dont le siège social est établi rue du Tombeux 35/1 er ét., 

4801 Stembert, inscrite à la Banque-Carrefour des Entreprises sous le 

numéro 0442.915.856, pour la vente et réparation de matériels de 

jardinage. 

Curateur : Maître Pierre HENRY, avocat à 4800 VERVIERS, rue du 

Palais 64. 

Les créanciers doivent produire leurs créances au greffe endéans les 

trente jours. 

Clôture du premier procès-verbal de vérification des créances : 

le 23 décembre 2013, à 9 h 30 m, au Palais de Justice de Verviers. 

Pour extrait conforme : le greffier délégué, (signé) Yves Joris. 

(37138) 

Rechtbank van koophandel te Antwerpen 

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen d.d. 

24/10/2013 is MIXED DRINK BVBA, TWEEMONTSTRAAT 5, 

BUS GLV, 2100 DEURNE (ANTWERPEN), tussenpersoon in de handel, 

ondernemingsnummer 0844.821.597, BIJ DAGVAARDING failliet 

verklaard. 

Curator : Mr. VAN SANT, PAUL, JUSTITIESTRAAT 27, 

2018 ANTWERPEN-1. 










(Pro deo) (37141) 



24/10/2013 is de heer KASUMI SEAD, geboren te Krusevac (Joegoslavië) 

op 07.07.1986, wonende te 2020 Antwerpen, Zandvlietstraat 59, 

haarverzorging, ondernemingsnummer : 0833.733.410, BIJ DAGVAAR- 

DING failliet verklaard. 

Curator : Mr. VAN RAEMDONCK, MARC, MECHELSE- 

STEENWEG 166, 2018 ANTWERPEN-1. 




schuldvorderingen : 20/12/2013, ter griffie van de Rechtbank van 

Koophandel te Antwerpen, Bolivarplaats 20, 2000 Antwerpen. 





(Pro deo) (37139) 



24/10/2013 is IDL SERVICES BVBA, MARIA-THERESIASTRAAT 5, 

2018 ANTWERPEN-1, algemene reiniging van gebouwen, ondernemingsnummer 

0840.084.732, BIJ DAGVAARDING failliet verklaard. 

Curator : Mr. VAN SANT, PAUL, JUSTITIESTRAAT 27, 











(Pro deo) (37142) 




24/10/2013 is ’T ZOETE SNACKJE BVBA, VIADUCT-DAM 2, 

2060 ANTWERPEN-6, eetgelegenheden met beperkte bediening, 


verklaard. 

Curator : Mr. VAN RAEMDONCK, MARC, MECHELSE- 

STEENWEG 166, 2018 ANTWERPEN-1. 


24/10/2013is MATTENS BVBA, MARKT 27, 2940 STABROEK, elektronische 

installatiewerken aan gebouwen, ondernemingsnummer 


Curator : Mr. VAN INGELGHEM, DANIEL, AMERIKALEI 160, 



Indienen der schuldvorderingen ter griffie vóór 22/11/2013.









(Pro deo) (37143) 


Indienen der schuldvorderingen ter griffie voor 22/11/2013. 







De griffier-hoofd van Dienst, (get.) M. CAERS. 

(Pro deo) (37146) 


24/10/2013 is LADDERS SMITS VERHUUR BVBA, BELCROWN- 

LAAN 46, 2100 DEURNE (ANTWERPEN), groothandel in gereedschapswerktuigen, 

ondernemingsnummer 0450.116.127, BIJ DAG- 

VAARDING failliet verklaard. 

Curator : Mr. VAN INGELGHEM, DANIEL, AMERIKALEI 160, 











(Pro deo) (37144) 


Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Antwerpen, d.d. 

24/10/2013, is ANDIS BVBA, VESTINGSTRAAT 74, BUS 22, 

2018 ANTWERPEN 1, groothandel in dimant en andere edelstenen, 


verklaard. 

Curator : Mr. VAN IMPE, BRUNO, GENERAAL SLINGENEYER- 

LAAN 107, 2100 DEURNE (ANTWERPEN). 









De griffier-hoofd van dienst, (get.) M. CAERS. 

(Pro deo) (37145) 



24/10/2013, is : de heer BIRO ZOLTAN-MARIUS, geboren te Oradea 

(Roemenië) op 15.07.1977, wonende te 2110 Wijnegem, Turnhoutsebaan 

472; 

mevrouw BIRO MIHAELA-RAMONA, geboren te Oradea (Roemenië) 

op 03.09.1975, wonende te 2110 Wijnegem, Turnhoutsebaan 472, BIJ 

DAGVAARDING failliet verklaard. 

Curator : Mr. VAN IMPE, BRUNO, GENERAAL SLINGENEYER- 

LAAN 107, 2100 DEURNE (ANTWERPEN). 




24/10/2013, is HAKO NV, WIJNGAARDSTRAAT 9, 2910 ESSEN, 

tussenpersoon in de handel, ondernemingsnummer 0460.095.942, BIJ 

DAGVAARDING failliet verklaard. 

Curator : Mr. VAN GOETHEM, INGE, VERDUSSENSTRAAT 29, 

2018 ANTWERPEN 1. 










(Pro deo) (37147) 



24/10/2013, is 

VOF DB PROJECTS, met zetel te 2550 Kontich, Pronkenbergstraat 

29E, werkzaamheden in verband met de afwerking van 

gebouwen, ondernemingsnummer : 0828.730.287; 

DHR. LYUBENOV, LYUBOMIR, wonende te 2300 Pernik (Bulgarije), 

Lyulin 33; 

DHR. RUMEN FILIPOV, wonende te 1303 Sofia (Bulgarije), Vuzkresenie 

82; BIJ DAGVAARDING failliet verklaard. 

Curator : Mr. VAN GOETHEM, INGE, VERDUSSENSTRAAT 29, 











(Pro deo) (37148)


83391 



24/10/2013, is CCGC BVBA, IJZERLAAN 18-20, 2060 ANTWERPEN 6, 

detailhandel in chocolade en suikerwerk in gespecialiseerde winkels, 


verklaard. 

Curator : Mr. VAN GIJSEGHEM, GEERT, THONETLAAN 110, 











(Pro deo) (37149) 



24/10/2013, is : 

VOF MAGNIFIQUE, met zetel te 2660 Hoboken, Aartselaarstraat 1, 

ondernemingsnummer : 0829.143.924, cafés en bars; 

MEVR. TAGHZOUTI, JAMILA, geboren te Borgerhout op 12.08.1982, 

wonende te 2660 Hoboken, Sint Bernardsesteenweg 1122; 

DHR. AMAZIAN, HAKIM, geboren te Dr Mnoud (Marokko) op 

01.09.1975, wonende te 2660 Hoboken, Sint Bernardsesteenweg 1122, 

BIJ DAGVAARDING failliet verklaard. 

Curator : Mr. VAN GIJSEGHEM, GEERT, THONETLAAN 110, 











(Pro deo) (37150) 






(Pro deo) (37151) 



24/10/2013, is FINKA BVBA, LANGE LEEMSTRAAT 108, 

2018 ANTWERPEN 1, detailhandel in niet-gespecialiseerde winkels 

waarbij voedings- en genotmiddelen overheersen, ondernemingsnummer 


Curator : Mr. VAN DER SCHUEREN, CHRIS, LANGE NIEUW- 

STRAAT 47, 2000 ANTWERPEN 1. 










(Pro deo) (37152) 



24/10/2013, is 

GCV DICLE, met zetel te 2060 Antwerpen, Van Kerckhovenstraat 12, 

ondernemingsnummer : 0479.790.308; 

de heer MEHMET, HANIFI GUNDOGDU, geboren te Karakocan 

(Turkije) op 11.01.1965, wonende te 2060 Antwerpen, Korte Ypermanstraat 

3; BIJ DAGVAARDING failliet verklaard. 

Curator : Mr. HENDRICKX, JEAN, LANGE LOZANASTRAAT 24, 











(Pro deo) (37153) 


24/10/2013, is MARINA SMIR BVBA, ZEGEPRAALSTRAAT 1, 

2140 BORGERHOUT (ANTWERPEN), cafés en bars, ondernemingsnummer 


Curator : Mr. VAN DER SCHUEREN, CHRIS, LANGE NIEUW- 

STRAAT 47, 2000 ANTWERPEN 1. 








24/10/2013, is STESAB BVBA, BREDESTRAAT 2, 2620 HEMIKSEM, 

cafés en bars, ondernemingsnummer 0885.600.793, OP BEKENTENIS 

failliet verklaard. 

Curator : Mr. SCHOENAERTS, BRUNO, AMERIKALEI 31, 



Indienen der schuldvorderingen ter griffie voor 22/11/2013.









(Pro deo) (37154) 



24/10/2013, is VAN HUFFELEN, CHANTAL, geboren te Deurne op 

09.09.1969, wonende te 1970 Schilde, Den Hert 6, handeldrijvende 

onder de benaming « VAN HUFFELEN CHANTAL », markten straathandel 

in andere artikelen, ondernemingsnummer : 0646.431.952; OP 

BEKENTENIS failliet verklaard. 












(Pro deo) (37155) 



24/10/2013, is LEEMANS, ALFONS, geboren te Hoogstraten op 

26.11.1962, wonende te 2320 Hoogstraten, Vrijheid 36, handeldrijvende 

onder de benaming « DE ZOETE KIWI », detailhandel in 

niet-gespecialiseerde winkels waarbij voedings- en genotmiddelen 

overheersen (verkoopsoppervlakte < 100m 2 ), ondernemingsnummer 

: 0703.603.950, OP BEKENTENIS failliet verklaard. 












(Pro deo) (37156) 

Rechtbank van koophandel te Dendermonde 

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, van 

24/10/2013, werd FORTHEON BVBA, FINANCIELE DIENSTVERLE- 

NING, LOUIS CALLEBAUTSTRAAT 38, 9320 NIEUWERKERKEN 

(AALST), in staat van faillissement verklaard. 

Ondernemingsnummer : 0863.447.181. 

- Rechter-Commissaris : CHRISTOPHE MEERT. 

- Curator : Mr. ALBERT COPPENS, 9300 AALST, PARKLAAN 101. 

- Datum staking van betaling : 01/10/2013, onder voorbehoud van 

art. 12, lid 2 F.W. 

- Indienen van schuldvorderingen met bewijsstukken, uitsluitend op 

de griffie van de rechtbank van koophandel te Dendermonde, binnen 

de 30 dagen vanaf datum faillissementsvonnis. 

- Het eerste proces-verbaal van nazicht van de ingediende schuldvorderingen 

zal neergelegd worden op de griffie van de rechtbank op 

vrijdag 29/11/2013. 

- Elke schuldeiser die geniet van een persoonlijke zekerheidstelling 

vermeldt dit in zijn aangifte van schuldvordering of uiterlijk binnen 

zes maanden vanaf de datum van het vonnis van faillietverklaring. 

(art. 63 F.W.) 

- Om te kunnen genieten van de bevrijding, moeten de natuurlijke 

personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de 

gefailleerde op de griffie van de rechtbank van koophandel een 

verklaring neerleggen, waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet 

in verhouding met hun inkomsten en hun patrimonium is. 

(art. 72bis F.W. en art. 10 Wet 20.07.2005) 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) Kim Blanckaert. 

(37157) 

Rechtbank van koophandel te Hasselt 

De rechtbank van Koophandel te Hasselt, tweede kamer, heeft bij 

vonnis van 24/10/2013 de faillietverklaring op bekentenis 

uitgesproken van EMO NV, DEMERSTRAAT 15, te 3590 DIEPENBEEK, 

ondernemingsnummer 0426.938.471, handelswerkzaamheid : schrijnwerkerij, 

dossiernummer : 8278. 

Rechter commissaris : de Heer DE MEESTER, C. 

Curator : ENGELEN, VICTOR, HEREBAAN-OOST 3/1, 3530 HOUT- 

HALEN. 

Tijdstip ophouden van betaling : 24/10/2013. 

Indienen der schuldvorderingen : griffie van de rechtbank van Koophandel 

te Hasselt, Parklaan 25/6, vóór 24/11/2013. 

Datum waarop het eerste proces-verbaal van verificatie van de 

schuldvorderingen ter griffie wordt neergelegd, is bepaald op 

donderdag 05/12/2013, om 14.00 uur. 

De natuurlijke personen die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben 

gesteld voor de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van 

Koophandel een verklaring neer te leggen om te kunnen genieten van 

de bevrijding (overeenkomstig artikel 72bis en 72ter F.W.). 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) V. Bossens. 


(37158) 



uitgesproken van DAMOTEC NV, DEMERSTRAAT 13, te 

3590 DIEPENBEEK, ondernemingsnummer 0437.535.920, handelswerkzaamheid 

: schrijnwerkerij, dossiernummer : 8277. 

Rechter commissaris : de heer DE MEESTER, C. 


HALEN. 



te Hasselt, Parklaan 25/6, vóór 24/11/2013 



donderdag 05/12/2013, om 14.00 uur.


83393 







(37159) 


vonnis van 24/10/2013 de faillietverklaring op dagvaarding uitgesproken 

van GROVEN, BERTRAND PIERRE, HELSHOVENSTRAAT 2, 

te 3800 SINT-TRUIDEN, ondernemingsnummer 0641.150.994, dossiernummer 

: 8274. 


Curator : ENGELEN, VICTOR, 

HEREBAAN-OOST 3/1, 3530 HOUTHALEN. 













(37160) 



van EURO SOLAR BVBA, INDUSTRIEWEG 45-47, BUR. 45, te 

3980 TESSENDERLO, ondernemingsnummer 0835.285.806, dossiernummer 

: 8275. 



HALEN. 












(37161) 




van ALG DAK BVBA, POSTHOORNSTRAAT 64, te 

3582 KOERSEL, ondernemingsnummer 0840.441.553, dossiernummer 

: 8276. 



HALEN. 












(37162) 




van WEIRDO BVBA, LUIKERSTEENWEG 195, te 3800 SINT- 

TRUIDEN, ondernemingsnummer 0871.845.304, dossiernummer : 8279. 



HALEN. 








gesteld, vóór de gefailleerde dienen ter griffie van de rechtbank van 




(37163) 




van PARKHOTEL LUMMEN BVBA, RINGLAAN 1, te 

3560 LUMMEN, ondernemingsnummer 0465.194.974, dossiernummers 

8280. 



HALEN. 






donderdag 05/12/2013, om 14.00 uur.








(37164) 



van 2R2D BVBA, MINDERBROEDERSSTRAAT 12-14, te 

3500 HASSELT, ondernemingsnummer 0473.731.766, dossiernummer 

: 8281. 



HALEN. 



te Hasselt, Parklaan 25/6, vóór 24/11/2013 










(37165) 



uitgesproken van AX INTERIEUR NV, GROTE BAAN 25/3, te 

3511 HASSELT, ondernemingsnummer 0447.475.846, handelswerkzaamheid 

: interieurbureau, dossiernummer : 8283. 



HALEN. 












(37166) 




uitgesproken van PLOTERA GROEP NV, STADSBEEMD 1420A, te 

3545 HALEN, ondernemingsnummer 0464.412.739, handelswerkzaamheid 

: buitenschrijnwerk, rolluiken, dossiernummer : 8282. 



HALEN. 













(37167) 



uitgesproken van DE FACTORIJ BVBA, MAASTRICHTERSTRAAT 67, 

te 3500 HASSELT, ondernemingsnummer 0887.125.277, handelswerkzaamheid 

: goudsmid, dossiernummer : 8284. 



HALEN. 












Rechtbank van koophandel te Kortrijk 

(37168) 

Bij vonnis van de Rechtbank van Koophandel te Kortrijk, VIJFDE 

KAMER, d.d. 23/10/2013, werd het faillissement van DUPONT, 

ANTHONY, voorheen wonend te 8770 INGELMUNSTER, OOST- 

ROZEBEKESTRAAT 213A, thans wonend te 8755 RUISELEDE, 

WINGENESTEENWEG 12, geboren op 20/11/1989, niet persoonlijk 

ingeschreven in de Kruispuntbank van Ondernemingen, doch handel 

drijvend als vennoot van de VOF Frituur De Passage, AFGESLOTEN 

WEGENS ONTOEREIKEND AKTIVA. 

De gefailleerde werd hierbij verschoonbaar verklaard. 

De griffier, (get.) V. Soreyn. 

(37169)


83395 




KAMER, d.d. 23/10/2013, werd het faillissement van DESERRANO, 

NANCY, voorheen wonend te 8760 MEULEBEKE, KREKEL- 

STRAAT 132, thans wonend te 8800 ROESELARE, BEVERSE- 

STEENWEG 53/0009, geboren op 24/02/1969, ondernemingsnummer 

: 0855.509.316, AFGESLOTEN WEGENS ONTOEREIKEND 

AKTIVA. 



KAMER, d.d. 23/10/2013, werd het faillissement van DIET, STEFAAN 

ROLAND, voorheen wonend te 8800 ROESELARE, KATTEN- 

STRAAT 166, thans wonend te 8820 TORHOUT, BOEIAARD- 

STRAAT 42, geboren op 25/05/1974, ondernemingsnummer 

: 0781.189.005, DOOR VEREFFENING BEEINDIGD. 

De gefailleerde werd hierbij niet verschoonbaar verklaard. 


(37174) 


(37170) 




KAMER, d.d. 23/10/2013, werd het faillissement van HEYNINCK, 

ANNICK GERARDINE, voorheen wonend te 8670 KOKSIJDE, 

ALBERT I-LAAN 123/702, thans wonend te 8670 KOKSIJDE, 

NIEUWSTRAAT 4, geboren op 15/06/1963, handelsbenaming : 

PINTOHOF, ondernemingsnummer : 0862.025.340, DOOR VEREFFE- 

NING BEEINDIGD. 




(37171) 


KAMER, d.d. 23/10/2013, werd het faillissement van GROUP 

DEWAELE BVBA, WALLENSTRAAT 71, BUS 33, te 8800 ROESELARE, 

ondernemingsnummer : 0444.632.657, AFGESLOTEN WEGENS 

ONTOEREIKEND AKTIVA. 

Als vermoedelijke vereffenaar wordt beschouwd : Stéphane Dewaele, 

wonend te 8500 Kortrijk, Grote Markt 18/0051. 



(37172) 


KAMER, d.d. 23/10/2013, werd het faillissement van MAES- 

BRUGGEMAN BVBA, HEIRWEG ZUID 68A, te 8770 INGELMUN- 

STER, ondernemingsnummer : 0448.714.971, DOOR VEREFFENING 

BEEINDIGD. 

Als vermoedelijke vereffenaars worden beschouwd : Geert Maes en 

Mieke Bruggeman, beiden wonend te 8770 Ingelmunster, Heirweg 

Zuid 68/A. 


(37173) 


KAMER, d.d. 23/10/2013, werd het faillissement van DUYCK, GRETA 

NICOLE JEROOM, voorheen wonend te 8930 MENEN, PLAATS 14, 

thans wonend te 8501 HEULE, KORTRIJKSESTRAAT 3, geboren op 

05/08/1963, ondernemingsnummer : 0527.818.867, DOOR VEREFFE- 

NING BEEINDIGD. 




(37175) 

Bij vonnis van de Rechtbank van Koophandel te Kortrijk, BUITEN- 

GEWONE ZITTING VIJFDE KAMER, d.d. 24/10/2013, werd OP 

BEKENTENIS failliet verklaard : SERVICETEAM CVBA, STASEGEM- 

SESTEENWEG 110, te 8500 KORTRIJK. 

Ondernemingsnummer : 0880.531.356. 

Organisatie van congressen en beurzen - logistieke ondersteuning. 

Rechter-commissaris : SMAGGHE, GUIDO. 

Curator : Mr. VERSCHUERE, Arne, Koning Leopold I-straat 8/2, 

8500 KORTRIJK. 


Indienen der schuldvorderingen ter griffie vóór : 19/11/2013. 

Neerlegging eerste PV van verificatie der schuldvorderingen : 

11/12/2013, te 10.30 uur, in zaal A, rechtbank van Koophandel, 

gerechtsgebouw II, Beheerstraat 41, 8500 Kortrijk. 

Belangrijk bericht aan de belanghebbenden : om in voorkomend 

geval te kunnen genieten van de bevrijding waarvan sprake in art. 73 

of in art. 80 van de Faillissementswet, moeten de natuurlijke personen 

die zich kosteloos persoonlijk zeker hebben gesteld voor de gefailleerde, 

ter griffie van de rechtbank van koophandel een verklaring 

neerleggen die hun identiteit, hun beroep en hun woonplaats vermeldt 

en waarin zij bevestigen dat hun beroep en hun woonplaats vermeldt 

en waarin zij bevestigen dat hun verbintenis niet in verhouding met 

hun inkomsten en hun patrimonium is, en waarbij de stukken zijn 

gevoegd zoals bepaald is in art. 72ter van de Faillissementswet. 

De hoofdgriffier, (get.) Engels, Koen. 

(Pro deo) (37176) 

Rechtbank van koophandel te Leuven 

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven, d.d. 

24.10.2013, werd het faillissement BVBA CINEMATECHNICS - 

KINOTON, met zetel te 3220 Holsbeek, Sint-Catharinastraat 1, K.B.O. 

nr. 0460.956.173, gesloten verklaard. 

De gefailleerde werd NIET verschoonbaar verklaard.


Curator : Missoul, Viviane, advocaat te 3010 Leuven, Koning Albertlaan 

186. 

Wordt als vereffenaar beschouwd : GERARD, Jean-Louis, met laatst 

gekend adres te 3220 Holsbeek, Sint-Catharinastraat 1. 

De griffier, (get.) W. Coosemans. 

(37177) 

Wordt als vereffenaar beschouwd : Vanwinkel, Jan, wonende te 

3130 Begijnendijk, Kleinesteenweg 2A. 

Curator : J. Convents, advocaat te 3000 Leuven, Bondgenotenlaan 

161. 


(37181) 


Rechtbank van koophandel te Tongeren 

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Leuven d.d. 

24.10.2013, werd het faillissement de BVBA ZANZIBAR, met zetel te 

3020 Herent, Omleiding 9, K.B.O. nr. 0479.542.660, gesloten verklaard. 

De gefailleerde werd NIET verschoonbaar verklaard. 


186. 

Wordt als vereffenaar beschouwd : NIJS, Nicolas, wonende te 

3001 Heverlee, Naamsesteenwewg 268/2. 


(37178) 

Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 

24/10/2013 werd het faillissement, uitgesproken in datum van 

22/11/2010, op naam van VAN DER VENNE, BERNARDUS (geboortedatum 

: 06/04/1950), te DOMINICANENWAL 1, 6131 HD SITTARD 

(NEDERLAND), RPR/ondernemingsnummer : 0699.405.335, gesloten 

verklaard bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd VERSCHOON- 

BAAR verklaard. 

Dossiernr. : 5874. 

De griffier, (get.) J. Tits. 


(37182) 



24.10.2013, werd het faillissement van de BVBA E.V.L., met zetel te 

3272 Scherpenheuvel-Zichem, Rode 104/A, K.B.O. nr. 0465.518.044, 

gesloten verklaard. 



186. 

Wordt als vereffenaar beschouwd : Verbinnen, Kristof, wonende te 

2260 Westerlo, Bergveld 50C. 


(37179) 



03/06/2013, op naam van C EN BVBA, te KONINGINNE- 

LAAN 115/19, 3630 MAASMECHELEN, RPR/ondernemingsnummer 

: 0875.011.858, gesloten verklaard bij gebrek aan actief. De gefailleerde 

werd NIET verschoonbaar verklaard. 

De rechtbank heeft voor recht gezegd dat de vennootschap 

ontbonden is en vereffend wordt, dat de vereffening gesloten is en dat 

overeenkomstig art. 185 Venn. W. als vereffenaars worden beschouwd : 

Limpens, Jordi, te NL-6245 BW Eijsden, Spauwenstraat 7. 



(37183) 




24.10.2013, werd het faillissement BVBA HUBERIC, met zetel te 

3212 Pellenberg, Gellenberg 14, K.B.O. nr. 0477.135.158, gesloten 

verklaard. 


Curator : CELIS, Christophe, advocaat te 3290 Diest, F. Allenstraat 4. 

Wordt als vereffenaar beschouwd : HUYGHEBAERT, Bernadette, 

wonende te 3212 Lubbeek, Loostaat 8/0002. 


(37180) 



14/12/2009, op naam van PARADYS, NOEL (geboortedatum : 

20/12/1974), te WEG NAAR BREE 108, 3660 OPGLABBEEK, 

RPR/ondernemingsnummer : 0705.738.148, gesloten verklaard bij 

gebrek aan actief. De gefailleerde werd NIET verschoonbaar verklaard. 




(37184) 



24.10.2013 werd het faillissement van de BVBA SMULL 177, met 

zetel te 3390 Sint-Joris-Winge, Leuvensesteenweg 215, K.B.O. 

nr. 0884.516.868, gesloten verklaard. 

Gefailleerde werd NIET verschoonbaar verklaard. 



21/02/2011, op naam van SURINX, STIJN (geboortedatum : 

02/09/1986), te GENUTSTRAAT 35, 3740 BILZEN, thans zonder 

gekende woon- of verblijfplaats, RPR/ondernemingsnummer 

: 0813.229.489, gesloten verklaard bij gebrek aan actief. De gefailleerde 

werd VERSCHOONBAAR verklaard. 



(37185)


83397 





19/12/2011, op naam van VAN STEENIS, DENNIS (geboortedatum : 

07/10/1968), te LANGENAKKER 86, 3830 WELLEN, zonder gekende 

woon- of verblijfplaats, RPR/ondernemingsnummer : 0891.009.138, 

gesloten verklaard bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd NIET 

verschoonbaar verklaard. 




(37186) 


24/10/2013, werd het faillissement, uitgesproken in datum van 

23/07/2012 op naam van ART & ANTIQUES - LES DEUX CHENES 

BVBA, te TONGERSESTEENWEG 76, 3720 KORTESSEM; 


gebrek aan actief De gefailleerde werd NIET verschoonbaar verklaard. 




Visschers, Elisabet, te 3830 Wellen, Zonneveldweg 37. 


(Get.) J. Tits, griffier. 

(37190) 



19/11/2012, op naam van AYDOGAN SAMET (geboortedatum : 

10/05/1987), te VENNESTRAAT 11/2, 3600 GENK, RPR/ondernemingsnummer 

: 0823.111.316, gesloten verklaard bij gebrek aan 

actief. De gefailleerde werd NIET verschoonbaar verklaard. 




(37187) 



17/09/2012, op naam van TAVERNE IBERICA BVBA, te 

RIJKSWEG 189 (L), 3630 MAASMECHELEN, RPR/ondernemingsnummer 

: 0826.080.803, gesloten verklaard bij gebrek aan actief. 




overeenkomstig art. 185 Venn. W. als vereffenaar wordt beschouwd : 

Terzi Tetyana, te Susteren (Nederland), Stationsstraat 81. 




(37188) 



14/01/2013 op naam van ALISA BVBA, te HOEVENZAVELLAAN 41, 

3600 GENK; RPR/ondernemingsnummer : 0809.995.530, gesloten 

verklaard bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd NIET verschoonbaar 

verklaard. 




Hilali Larbi te 6042 Roermond, Ridder Van Asenrodeweg 30A. 


(Get.) J. Tits, griffier). 

(37189) 


« Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 


06/05/2013 op naam van ROLU GCW te SCHOORSTRAAT 136A, 

3631 BOORSEM; RPR/ondernemingsnummer : 0826.192.253, gesloten 

verklaard bij gebrek aan actief De gefailleerde werd NIET verschoonbaar 

verklaard. 




Janssen, Petrus, te Duitsland, 52538 Selfkant, Hofgensweg 7. 




(37191) 

« Bij vonnis van de rechtbank van koophandel te Tongeren van 


14/01/2013, op naam van NEVERLAND BVBA, te KANAALDIJK 20, 

3620 LANAKEN; RPR/ondernemingsnummer : 0835.085.371, gesloten 

verklaard bij gebrek aan actief De gefailleerde werd NIET verschoonbaar 

verklaard. 




Boetskens, Kevin, te 3620 Lanaken, Kanaaldijk 20. 




(37192) 



14/01/2013 op naam van HANS MAA TIENS PUBLISHING 

COMM.V., te ROOTENSTRAAT 9, bus 31, 3600 GENK; 


gebrek aan actief. De gefailleerde werd NIET verschoonbaar verklaard.





Maatjens, Johannes, p/a Procureur des Konings, te 3700 Tongeren, 

Piepelpoel 12. 




(37193) 



16/04/2012 op naam van RON-IMMO BVBA, te STEENWEG 183, 

3570 ALKEN; RPR/ondernemingsnummer : 0863.029.388, gesloten 

verklaard bij gebrek aan actief. De gefailleerde werd NIET verschoonbaar 

verklaard. 




Vanstraelen, Rohnny, te Spanje 29649 Mijas, Jardines El Aquilla 10. 



Rechtbank van koophandel te Veurne 

(37194) 


Bij vonnis van de Rechtbank van Koophandel te Veurne van 

23/10/2013, werden de verrichtingen van het faillissement van de 

NAAMLOZE VENNOOTSCHAP VLAEMINCK ALGEMENE BOUW- 

WERKEN, destijds met maatschappelijke zetel te 8647 Lo-Reninge, 

Zwartestraat 43, met ondernemingsnummer 0442.685.27; afgesloten 

door vereffening waardoor de voormelde vennootschap wordt 

ontbonden en haar vereffening onmiddellijk wordt gesloten. 

Wordt als vereffenaar beschouwd, overeenkomstig artikel 185 van het 

Wetboek van vennootschappen, de heer Lieven Vlaeminck, wonende 

te 8920 Langemark-Poelkapelle, Hanebeekstraat 21. 

Voor eensluidend uittreksel : de griffier, (get.) C. Giraldo. 


(37197) 


23/10/2013, werden de verrichtingen van het faillissement van 

BESLOTEN VENNOOTSCHAP MET BEPERKTE AANSPRAKELIJK- 

HEID IL GUSTO, destijds met maatschappelijke zetel te 8670 Koksijde, 

Zeedijk 278, met ondernemingsnummer 0827.010.617; afgesloten 

wegens ontoereikend actief waardoor de voormelde vennootschap 

wordt ontbonden en haar vereffening onmiddellijk wordt gesloten. 


Wetboek van vennootschappen, de heer Johnny Hennebert, wonende 

te 8430 Middelkerke, Gasstraat 22. 


(37198) 




HEID BERIVA, destijds met maatschappelijke zetel te 

8620 Nieuwpoort, Recollettenstraat 47, met ondernemingsnummer 

0894.200.339, afgesloten wegens ontoereikend actief waardoor de 

voormelde vennootschap wordt ontbonden en haar vereffening onmiddellijk 

wordt gesloten. 

Worden als vereffenaars beschouwd, overeenkomstig artikel 185 van 

het Wetboek van vennootschappen, de heer Gilbert de Roeck, wonende 

te 8670 Koksijde, Biedenkopflaan 3 GV02 en mevrouw Boisdanghien, 

Martine, wonende te 8670 Koksijde, Biedenkopflaan 3 GV02. 



(37195) 



23/10/2013, werden de verrichtingen van het faillissement van 

LUCIDARME, PATRICK, JOZEF, geboren te Veurne op 24 juli 1964, 

destijds wonende en handel drijvende te 8620 Nieuwpoort, Justus Van 

Clichthovenstraat 54, met ondernemingsnummer 0875.458.751, afgesloten 

wegens ontoereikend actief waarbij de gefailleerde verschoonbaar 

werd verklaard. 


Faillite rapportée 

Intrekking faillissement 

(37199) 




HEID ’T HOEKSKEN, destijds met maatschappelijke zetel te 8660 De 

Panne, Noordhoekstraat 7, met ondernemingsnummer 0474.824.205, 

afgesloten wegens ontoereikend actief waardoor de voormelde 

vennootschap wordt ontbonden en haar vereffening onmiddellijk 

wordt gesloten. 


Wetboek van vennootschappen, Anita Denolf, wonende te 8660 De 

Panne, Noordhoekstraat 7. 


(37196) 


Bij vonnis gewezen door de vijfde kamer van de rechtbank van 

koophandel te Brussel, in datum van 10/09/2013, werd overgegaan 

tot intrekking van het faillissement van de BVBA BS CAR, 

KBO 0866.955.316, met maatschappelijke zetel gevestigd te 1090 Jette, 

Maurice Van Rolleghemstraat 70. 

K. Nevens, afgevaardigd griffier. 

(37508)


83399 

Dissolution judiciaire 

Gerechtelijke ontbinding 

Aux termes d’un acte reçu par Maître Olivier MAHY, notaire à 

OREYE, le 4 octobre 2013, Monsieur KERSTEN, Charles Joseph Alberte 

Ghislain, né à Liège le 29 décembre 1966, et son épouse, Madame 

ONGENA, Véronique Cécile Marie Philippe, née à Rocourt le 

20 décembre 1966, domiciliés à CRISNEE, rue Louis Genot 2, ont 

modifié leur régime matrimonial. 

Le contrat modificatif comporte la conclusion d’un accord relatif aux 

droits qu’un époux peut exercer dans la succession de l’autre, conformément 

à l’article 1388, alinéa 2, du Code civil. 


Oreye, le 24 octobre 2013. 

Pour les requérants, (signé) Olivier Mahy, notaire. 

(37203) 

Par jugement du 2 octobre 2013, le tribunal de première instance de 

Mons a prononcé la dissolution judiciaire de l’association sans but 

lucratif « LES ECURIES DU VOLCAN », dont le siège social est établi à 

7332 Saint-Ghislain, rue des Bertrands 44/A, inscrite à la B.C.E. sous le 

n° 04829.379.296, et a prononcé la clôture immédiate de la liquidation. 

Pour extrait conforme : le greffier chef de service f.f., (signé) 

C. Degeneffe. 

(37200) 

Tribunal de commerce de Tournai 

Par jugement du 21 octobre 2013, le Tribunal de Commerce de 

Tournai a prononcé la dissolution et la clôture de la liquidation de la 

SPRL RV IMMO, dont le siège social est établi à 7700 Mouscron, rue du 

Docteur Roux 13, B.C.E. n° 0892.386.637, ayant pour objet social l’intermédiation 

en achat, vente et location de biens immobiliers pour compte 

de tiers. 

Décharge Maître Thierry OPSOMER de ses fonctions d’administrateur 

provisoire de la SPRL RV IMMO. 

Pour extrait conforme : le greffier, (signé) S. Gueret. 

Régime matrimonial 

Code civil - article 1396 

Huwelijksvermogensstelsel 

Burgerlijk Wetboek - artikel 1396 

(37201) 

D’un acte reçu par Maître Valérie Depouhon, de Trazegnies, le 

10 octobre 2013, enregistré à Fontaine-l’Evêque le 15 octobre 2013, 

volume 530, folio 54, case 1, 3 rôles, sans renvoi, reçu S 50, par le 

Receveur M. Stoquart. 

Il résulte que : 

1. Monsieur DRUGMAN, Alain André Claude, né àLa Hestre le 

30 août 1968, inscrit au registre national des personnes physiques sous 

le numéro 68.08.30-145.51, de nationalité belge et son épouse, 

2. Madame BOURGUIGNON, Geneviève Renée Georgette, née à 

Charleroi le 30 décembre 1974, inscrite au registre national des 

personnes physiques sous le numéro 74.12.30-268.82, de nationalité 

belge. 

Domiciliés ensemble à 6141 Fontaine-l’Evêque (Forchies-la-Marche), 

Cour Bury 7. 

Ont apporté une modification à leur régime matrimonial. 

Cette modification consiste en l’apport au patrimoine commun par 

Monsieur DRUGMAN Alain du bien suivant : 

VILLE de FONTAINE-L’EVEQUE - deuxième division - FORCHIES- 

LA-MARCHE 

Une maison d’habitation avec toutes dépendances, garage et jardin, 

l’ensemble sis Cour Bury, où l’immeuble porte le numéro 7, paraissant 

cadastré ou l’avoir été section A numéro 261/N/6 pour une contenance 

de deux ares dix-sept centiares selon matrice cadastrale délivrée le 

21 juin 2013. 

Trazegnies, le 25 octobre 2013. 

Pour extrait analytique conforme : (signé) Valérie Depouhon, notaire. 

(37204) 

D’un acte reçu par le notaire Jean-Philippe LAGAE, à Bruxelles, 

substituant son confrère, le notaire Corinne DUPONT, à Bruxelles, 

légalement empêchée, en date du quinze octobre deux mil treize, il 

résulte que Monsieur JACOBS, Patrice Louis Jacques Ghislain, né à 

Namur le vingt et un octobre mil neuf cent septante-cinq, et son épouse 

Madame AMATULLI, Dominique Louise Michèle Marie, née à Etterbeek 

le vingt et un septembre mil neuf cent septante-sept, domiciliés 

ensemble à Rhode-Saint-Genèse, rue du Village 17/101, ont modifié 

leur contrat de mariage reçu par le notaire Jean-Philippe LAGAE, à 

Bruxelles, substituant son confrère le notaire Corinne DUPONT, à 

Bruxelles, légalement empêchée, le quatorze septembre deux mil six, 

en constituant, accessoirement au régime de séparation des biens qui 

demeurera la base de leur union, une société de biens. 

Pour extrait conforme : (signé) Jean-Philippe Lagae, notaire. 

(37202) 

Aux termes d’un acte reçu par Maître Ilse BANMEYER, notaire 

associée à Gembloux, en date du 6 septembre 2013, enregistré à 

Gembloux, le 17 septembre 2013, volume 599, folio 62, case 16, 3 rôles, 

sans renvoi. 

Madame BEGUIN, Yvonne Hélène Christine Ghislaine, née à 

Purnode le 3 novembre 1957, et son époux Monsieur VANDER- 

SMISSEN, Michel Lucien Emile Ghislain, né à Bois-de-Villers le 

21 juin 1953, domiciliés ensemble à 5530 Yvoir-Purnode, rue de Chirmont 

1, ont modifié leur régime matrimonial par l’apport à ladite 

communauté d’une maison d’habitation avec jardin, l’ensemble sis rue 

de Chirmont 1, à Purnode, appartenant à Madame BEGUIN, Yvonne. 

Les époux BEGUIN-VANDERSMISSEN se sont mariés devant l’Officier 

de l’Etat civil de la Commune d’Yvoir le 23 juin 2012, sous le régime 

légal de la communauté àdéfaut d’avoir fait précéder leur union de 

conventions anténuptiales, non modifié depuis lors. 

Pour extrait conforme : pour les époux BEGUIN-VANDERSMISSEN, 

(signé) Ilse Banmeyer, notaire associé àGembloux. 

(37205)


Il résulte d’un acte dressé par Maître Philippe Dumon, notaire 

soussigné,résidant à Mouscron, en date du trente septembre deux mille 

treize, enregistré 3rôles, un renvoi, à Mouscron, deuxième bureau, le 

vingt-quatre septembre deux mille treize, volume 185, folio 10, case 6, 

par le Receveur, P.PARENT, que : 

Monsieur VANSTEENKISTE, Robert César, né à Mouscron le 

dix-sept janvier mil neuf cent trente trois, et son épouse 

Madame DURNEZ, Georgette Antoinette, née à Woumen le vingt et 

un juin mil neuf cent trente trois, domiciliés à Mouscron, rue 

Mattéotti 80, ont modifié leur régime matrimonial par acte dressé par 

le notaire Philippe DUMON, à Mouscron, en date du 

19 septembre 2012. 

Le contrat modificatif maintient le régime légal et contient l’apport 

d’un immeuble propre appartenant à Monsieur Vansteenkiste au 

patrimoine commun, immeuble sis à Mouscron, rue Mattéotti 80. 

(Signé) Philippe Dumon, notaire. 

(37206) 

Il résulte d’un acte reçu par le notaire Michèle Hebette à Houffalize 

le 22 octobre 2013, enregistré àVielsalm le 25 octobre 2013, volume 163, 

folio 05 case 06, que M. Bourcy, Frédéric Jean Louis, né àBastogne le 

21 septembre 1969, et son épouse Mme Philippus, Nadia Maria 

Johanna, née à Hal le 11 juin 1969, tous deux de nationalité belge, 

domiciliés à 6660 Houffalize, rue de Bastogne 25, époux mariés sans 

avoir fait précéder leur union d’un contrat de mariage devant l’Officier 

de l’Etat Civil de la Commune de Houffalize le 6 août 2005, ont modifié 

leur régime matrimonial par une modification de la composition du 

patrimoine commun existant entre eux, par ameublissement d’un 

immeuble propre appartenant à M. Bourcy, Frédéric au profit du 

patrimoine commun, à savoir : 

Commune de Houffalize, première division, Houffalize : 

« R de Bastogne 25 », section A, n° 729 L, maison d’un are trente-trois 

centiares; « Pachy », section A, n° 711 E, terre vaine d’un are quatrevingt-huit 

centiares. 

Pour extrait analytique conforme : (signé) Michèle Hebette, notaire à 

Houffalize. 

(37207) 

D’un acte reçu par Baudouin Cambier, notaire à Walcourt, en date 

du 8 octobre 2013, portant à la suite la mention « Enregistré deux rôles 

sans renvoi à Walcourt le 16 octobre 2013, volume 394, folio 91, case 17. 

Reçu cinquante euros (signé) le conseiller-inspecteur principal a.i. 

Ph. Dessomme », il résulte que M. Ventura, Benito-Erico, né àCourcelles 

le 18 mai 1964 (N.N. 64-05-18 037-26) et son épouse Mme Fléaux, 

Maithé, née à Charleroi le 2 décembre 1980 (NN 80-12-02 160-89), 

domiciliés ensemble à 5600 Philippeville, rue du Moulin 10, mariés à 

Philippeville, le 10 août 2013, sous le régime légal à défaut de contrat 

de mariage, ont, en application des articles 1394 et suivants du Code 

civil, apporté une modification conventionnelle à leur régime matrimonial. 

Le contrat modificatif comporte entre autres apport à la communauté 

d’un bien propre. 

Fait à Walcourt, le 25 octobre 2013. 

(Signé) Baudouin Cambier, notaire à Walcourt. 

(37208) 

D’un acte reçu par Me François Mathonet, notaire à Liège, le 

3 octobre 2013, enregistré àLiège VI, le 14 octobre 2013, volume 182, 

folio 68, case 5, il résulte que M. Van Eersel, Michel Joseph Lambert 

Marie Julien, né àLiège le 5 août 1953 (NN 53-08-05 039-10), et son 

épouse Mme Bodeux, Mireille, France, née à Seraing le 29 mars 1948 

(NN 48-03-29 214-42), domiciliés à Saint-Nicolas, rue Frédéric Braconier 

21, tous deux de nationalité belge, ont déclaré : 

1. qu’ils se sont mariés le dix-neuf décembre mil neuf cent quatrevingt-un 

devant l’Officier de l’Etat civil de la commune de Herstal, sous 

le régime de la séparation de biens aux termes de leur contrat de 

mariage reçu par Me Jean Wiser, alors notaire à Liège, le 

20 novembre 1981, non modifié; 

2. qu’ils sont de nationalité belge; 

3. qu’ils déclarent maintenir le régime de la séparation de biens avec 

les modifications ci-après. 

4. Monsieur Van Eersel, Michel et Mme Bodeux, Mireille ont déclaré 

vouloir constituer accessoirement à leur régime de séparation de biens, 

tel que maintenu, une société dans laquelle, M. Van Eersel, Michel a 

déclaré faire entrer uniquement un appartement, sis à Ans, rue de la 

Station 79, au cinquième étage, sous le n° 5 de type D dans le complexe 

immobilier « Résidence Foch » (A5/d/c5d/), sur un terrain, cadastré 

section B, n° 0027/W/23 lui appartenant en propre et dans laquelle 

Mme Bodeux a déclaré faire entrer uniquement un immeuble, sis à Ans, 

rue Frédéric Braconier 21, cadastré section B, n° 0103 M, pour une 

superficie de 296 m 2 et un jardin situé rue Frédéric Braconnier, cadastré 

section B, n° 0103 L, pour une superficie de 320 m 2 lui appartenant en 

propre. 

Pour extrait analytique conforme : (signé) F. Mathonet, notaire à 

Liège. 

(37210) 

Aux termes d’un acte de modification de régime matrimonial reçu 

par Me Gabriel Rasson, notaire à Liège-Sclessin, le 22 octobre 2013, 

M. Istace, Michel Jules Hubert, né àOugrée le 3 avril 1937, et son 

épouse Mme Solheid, Jacqueline Odette Marie Louise, née à Ougrée le 

4 août 1938, domiciliés à Liège, rue des Bruyères 39, époux mariés sous 

le régime de la séparation des biens, suivant contrat de mariage reçu 

par Me Marcel Berger, notaire à Liège, le 10 juin 1960, ont modifié leur 

régime matrimonial. 

Cette modification régime matrimonial comporte : 

1. la création d’une société d’acquêts, accessoirement au régime de 

la séparation des biens adopté par les époux Istace-Solheid et; 

2. l’apport à ladite société d’acquêt par l’époux, M. Istace, 

prénommé, du bien suivant : 

Ville de Liège, 27 e division M.C. 07376 : 

Un immeuble, sis rue Ernest Solvay 85, au coin de la rue de la 

Préfecture. 

Ce bien appartenait à M. Istace en propre. 

Le 23 octobre 2013. 

Pour extrait analytique conforme : (signé) Gabriel Rasson, notaire 

soussigné. 

(37211) 

Aux termes d’un acte reçu par Me Léopold Derbaix, notaire à Binche, 

en date du 23 octobre 2013, les époux Cassano, Vincenzo (NN 57-02- 

24 155-45), né à Péronnes-lez-Binche le 24 février 1957 et 

Mme Hamaide, Martine Jeannine Ghislaine (NN 61-04-30 026-92), née 

à Binche le 30 avril 1961, domiciliés ensemble à Binche, rue Zéphirin 

Fontaine 94, ont modifié leur régime matrimonial, cette modification 

n’entraînant pas de changement du régime matrimonial existant, mais 

changement dans la composition des patrimoines, à savoir l’apport 

d’un bien propre de l’époux à la communauté, étant une maison 

d’habitation, située rue Zéphirin Fontaine 94, sur et avec 1 are. 

Pour extrait conforme : (signé) Léopold Derbaix, notaire. 

(37209) 

Il résulte d’un acte reçu par le notaire Patrick Gustin, à Auderghem, 

le 27 septembre 2013, enregistré, que M. Impens, Yves Philippe Hughes, 

et son épouse Mme Lievens, Muriel, domiciliés ensemble à Auderghem, 

rue Antoine Vandergoten 30, ont procédé àla modification de leur 

régime matrimonial consistant au remplacement de l’article 3 paragraphe 

« Société limitée » : 1. par la clause, dont les parties en gras sont 

les parties modifiées; 2. par l’apport à ladite société limitée d’un 

immeuble à Koekelberg; 3. par l’ajout d’une clause d’attribution 

optionnelle. 

Pour extrait analytique conforme : (signé) Patrick Gustin, notaire à 

Auderghem. 

(37212)


83401 

Aux termes d’un acte reçu par le notaire Olivier VERSTRAETE, à 

Auderghem, le 5 septembre 2013, M. VANDERPAS, Jean-Baptiste 

Nicolas Joseph, né à Ixelles le 2 juillet 1953, et son épouse, 

Mme RIVERA ESCALONA, Maria Teresa de Fatima, née à Valledupar, 

Colombie, le 12 mai 1953, domiciliés à 7000 Mons, rue du Bois de 

Là-Haut 14, mariés sous le régime légal aux termes de leur contrat de 

mariage, reçu par le notaire Pierre Garde, ayant résidé àAuderghem, 

en date du 13 mai 1979, ont apporté la modification suivante à leurs 

conventions matrimoniales : suppression de l’article 3 du contrat de 

mariage initial et remplacement par une clause de partage alternatif de 

la communauté en cas de dissolution de ladite communauté par le 

décès de l’un des époux. 

Pour extrait analytique conforme : (signé) Olivier Verstraete, notaire. 

(37213) 

D’un acte du 25 octobre 2013, reçu par le notaire Louis-Marie 

PÖNSGEN, de résidence à Seraing (Ougrée), avenu entre : 

M. PAVONE, Antonio, né à Ougrée, le dix-huit juin mil neuf cent 

septante et un (Numéro national : 71.06.18-247.67), et son épouse, 

Mme BARDUCA, Mireille Giovanna Jacqueline Ghislaine, née à 

Hermalle-sous-Argenteau, le quinze juin mil neuf cent septante-deux 

(Numéro national : 72.06.15-180.51), domiciliés à 4102 Ougrée, rue de 

la Démocratie 66. 

Ils ont déclaré s’être mariés tous deux, M. PAVONE en troisièmes 

noces et Mme BARDUCA en deuxièmes noces, à Seraing, le 2 mars 2013 

sous le régime légal à défaut de contrat de mariage, régime qu’ils 

déclarent maintenir aux termes de l’acte reçu par Maître PÖNSGEN, 

Louis-Marie, notaire à Seraing, le 25 octobre 2013. Il résulte, toutefois, 

de cet acte que M. PAVONE, Antonio a apporté àla communauté 

l’immeuble dont il était propriétaire à titre personnel mais également 

les charges y relatives, savoir : 

DESIGNATION DU BIEN 

Ville de Seraing (62342) – dixième division – anciennement Ougrée 

deuxième division – article 11345 – Revenu Cadastral : 1065 euros. 

Une maison d’habitation sise rue de la Démocratie 66, cadastrée selon 

titre et matrice datant de moins d’un an, section B, numéro 591 B 17, 

pour une contenance de cent vingt-huit mètres carrés (128 m 2 ). 

(Signé) Louis-Marie PÖNSGEN, notaire. 

(37214) 

Die Eheleute, Herr KOHNENMERGEN, Patrick Mathieu, geboren in 

Sankt Vith am 29. November 1965, und Frau SCHULZEN, Marie Rita 

Ida, geboren in Lüttich am 4. März 1967, zusammen wohnhaft in Amel, 

Medell, Im Koelchen 14, haben vor dem Notar Huppertz Edgar in Sankt 

Vith am 26. Oktober 2013 eine Güterstandsabänderung unterzeichnet, 

beinhaltend die Beibehaltung des gesetzlichen Güterrechts und die 

Einbringung durch Herrn Kohnenmergen in das gesetzliche 

Gemeinschaftsgut von Grundbesitz in der Gemeinde Amel, Gemarkung 

Medell. 

Sankt Vith, den 27.10.2013 

(Gez.) Huppertz, Edgar, Notar. 

(37215) 

Bij akte verleden voor notaris Bernard Indekeu, te Zoutleeuw, op 

11 oktober 2013, werd het huwelijksvermogensstelsel tussen de heer 

SMETS, Karl Maria José Ghislenus, geboren te Sint-Truiden op 

28 augustus 1972, en zijn echtgenote mevrouw VANGOIDSENHOVEN, 

Pascale Marie Madeleine Sophie, geboren te Leuven op 17 mei 1976, 

samenwonende te 3404 Landen (Attenhoven), Zoutleeuwstraat 10, 

gewijzigd met behoud van het stelsel. De wijziging houdt in de 

toevoeging van een vennootschap van aanwinsten met inbreng van één 

onroerend goed in de vennootschap van aanwinsten. 

Zoutleeuw, 25 oktober 2013. 

Namens de verzoekers, (get.) Bernard Indekeu, notaris te Zoutleeuw. 

(37216) 

De heer SYMONS, Willy Jozef, geboren te Rillaar op 

29 december 1955, en zijn echtgenote mevrouw VAN DESSEL, Gerda 

Emma Francisca, geboren te Langdorp op 7 december 1956, samenwonende 

te 3202 Aarschot (Rillaar), Tieltseweg 259, hebben bij akte 

verleden voor Dirk Michiels, geassocieerde notaris te Aarschot op 

7 oktober 2013, een wijziging gedaan van hun huwelijksvermogensstelsel 

waarbij het wettelijk stelsel ingevolge hun huwelijkscontract 

verleden voor notaris Godfried Van Kerckhoven, voorheen te Aarschot 

op 4 juli 1975, behouden bleef, een inbreng gedaan van één onroerend 

goed en schuld door de heer SYMONS in het gemeenschappelijk 

vermogen onder bepaalde voorwaarden door het artikel twee van hun 

huwelijkscontract te schrappen en te vervangen door een keuzebeding 

inzake de toebedeling van de gemeenschap en voorzien in een schrapping 

van een gift tussen echtgenoten. 

Voor de echtgenoten, (get.) Dirk Michiels, geassocieerde notaris. 

(37217) 

Bij akte verleden voor notaris Thierry Devos, te Wervik, op 

2 oktober 2013, werd het huwelijksvermogensstelsel gewijzigd tussen 

de heer DERAM, Geert Guido, geboren te Menen op 5 oktober 1964, en 

mevrouw CLOET, Marianne Danielle, geboren te Tourcoing (Fr.) op 


De echtgenoten Geert DERAM-CLOET, Marianne, zijn gehuwd te 

Menen op 12 mei 2006 onder het stelsel van de wettelijke gemeenschap 

van goederen bij gebrek aan huwelijkscontract en hebben bij voormelde 

wijzigende akte dit huwelijksstelsel behouden. 

Krachtens voormelde wijzigende akte werd door de heer DERAM, 

Geert, een (eigen) onroerend goed in de gemeenschap ingebracht. 

Wervik, 25 oktober 2013. 

Voor gelijkluidend uittreksel : (get.) Thierry Devos, notaris te Wervik. 

(37218) 

Uit een akte verleden voor notaris Rina DIELTIENS, te Ravels, op 

23 oktober 2013, blijkt dat de heer SPOORMANS, Karel Jan Emilienne, 

geboren te Arendonk op 8 augustus 1952, en zijn echtgenote mevrouw 

BROECKX, Josephina Laurentia Maria, geboren te Turnhout op 

4 oktober 1955, samenwonende te 2370 Arendonk, Reenstraat 22, die 

gehuwd zijn te Arendonk op 18 januari 1974 onder het stelsel van 

scheiding van goederen, ingevolge huwelijkscontract verleden voor 

notaris Louis Van Gansewinkel, te Arendonk, op 11 januari 1974, hun 

huwelijksvermogensstelsel op minnelijke wijze hebben gewijzigd, 

conform artikel 1394 Burgerlijk Wetboek, door het wettelijk huwelijksstelsel 

aan te nemen. 

Ravels, 23 oktober 2013. 

Voor ontledend uittreksel : (get.) Rina Dieltiëns, notaris. 

(37219) 

Ingevolge akte verleden voor geassocieerd notaris Kristiaan TRIAU, 

te Rotselaar, op 17 september 2013 (geregistreerd twee bladen geen 

verzendingen te Haacht op 25 september 2013 boek 5/78 blad 74 

vak 17. Ontvangen : vijftig euro (S 50,00). De Ontvanger, (get.) Hubert 

Van Linter), hebben de heer SALU, Michaël Henricus, geboren te 

Veltem-Beisem op 24 september 1944, en zijn echtgenote mevrouw 

VANDENBERGH, Marie Louise, geboren te Wezemaal op 

13 februari 1943, samenwonende te Haacht, Sint-Annaveld 13, gehuwd 

onder het stelsel van de wettelijke gemeenschap van goederen ingevolge 

huwelijkscontract verleden voor notaris Godfried Van Kerckhoven, 

destijds te Aarschot op 25 juli 1969, dit contract gewijzigd met 

behoud van het stelsel. Partijen zijn overeengekomen dat er tussen hen 

een algehele gemeenschap van goederen zal zijn. 

Voor ontledend uittreksel : (get.) Kristiaan Triau, geassocieerd 

notaris. 

(37220)


Er blijkt uit een akte verleden voor notaris Hans De Decker, te Brasschaat, 

op 30 september 2013, geregistreerd drie bladen drie verzendingen 

te Brasschaat. Registratie II op 11 oktober 2013, boek 198, 

blad 31, vak 8, ontvangen vijftig euro (S 50,00), de eerstaanwezend 

Inspecteur (getekend) J. Rombouts, dat : 

de heer VERVOORT, Herman Joanna Cornelia [I.K. 591-3370562-11] 

[R.R. 48.01.10- 237.90], op rust, geboren te Brecht op 10 januari 1948, en 

echtgenote : mevrouw VERHEYEN, Ingrid Antoinette Laurette 

[I.K. 591-2259480-64] [R.R. 52.03.03-246.01], op rust, geboren te 

Antwerpen op 3 maart 1952, samenwonende te 2930 Brasschaat, 

Martouginlei 134, 

gehuwd, voor beiden in eerste en enige echt, te Brasschaat op 

16 juli 1971, onder het stelsel van algehele gemeenschap, blijkens 

huwelijkscontract verleden voor notaris Joseph Roevens, te Brasschaat, 

op 4 mei 1971, welk stelsel sindsdien conventioneel niet werd gewijzigd, 

hun bestaand huwelijksvermogenstelsel hebben behouden maar 

hieraan, bij wijze van huwelijksovereenkomst, de DEFINITIE EN 

SAMENSTELLING van deze vermogens hebben gewijzigd. 

En, bij wijze van huweliiksovereenkomst een KEUZEBEDING 

(desgevallend geheel of ten dele onder last) in voordeel van de 

langstlevende onder hen, hebben toegevoegd, welke clausule in de 

plaats komt van de actuele tekst van artikel 2 van hun bestaand 

huwelijkscontract, bevattende thans een beding van vooruitmaking, 

welk beding dus bij akte werd opgeheven. 

Voor ontledend uittreksel : de notaris, (get.) Hans De Decker. 

(37221) 

Er blijkt uit een akte verleden op 2 oktober 2013 voor Mr. LUC VAN 

EECKHOUDT, notaris met standplaats te Halle, dat de heer VAN 

BOSSUYT, Hedwig Philemon, nationaal nummer 53.07.13 457-24, 

geboren te Ninove op 13 juli 1953, en zijn echtgenote, mevrouw 

COPPENS, Gratienne Cyrilla, nationaal nummer 55.03.25 586-34, 

geboren te Ninove op 25 maart 1955, samenwonende te 1770 Liedekerke, 

Hortensialaan 24. 

Gehuwd te Borchtlombeek op 29 juli 1975, hun oorspronkelijk 

huwelijksvermogenstelsel hebben gewijzigd overeenkomstig 

artikel 1394 van het Burgerlijk Wetboek. 

Geregistreerd 3 bladen, geen renvooien, te Halle I, op 9 oktober 2013, 

boek 727 folio 11, vak 16, ontvangen, vijftig euro, De Ontvanger - 

Adviseur (get.) : C. DE VILLE. 

Voor eensluidend uittreksel : (get.) Luc Van Eeckhoudt, notaris te 

Halle. 

(37222) 

Bij akte verleden voor notaris Jan Denys, met standplaats te Werchter, 

op 9 oktober 2013, hebben de echtgenoten Janick Mario 

CLOOSTERMANS-GIELEN, Sarah Alfonsina Joanna, samenwonend te 

2800 Mechelen, Willem Herreynsstraat 9, gehuwd onder het beheer van 

het wettelijk stelsel verleden voor notaris Jan Denys, te Werchter, op 

15 juli 2006, wijzigingen aan hun huwelijksvermogensstelsel aangebracht, 

waarbij de samenstelling van de vermogens werd gewijzigd 

door inbreng van roerende goederen door beiden in de 

huwgemeenschap. 

Voor de verzoekers : de notaris, (get.) Jan Denys. 

(37223) 

Bij akte wijziging huwelijksstelsel opgemaakt voor Mr. Frank 

WILSENS, geassocieerd notaris te Wellen, vennoot van de burgerlijke 

vennootschap onder de vorm van een besloten vennootschap met 

beperkte aansprakelijkheid « WILSENS & CLEEREN », geassocieerde 

notarissen te Wellen, met zetel te 3830 Wellen, Volmolensteeg 1, in dato 

van 25 september 2013, hebben de heer JEURIS, Firmin Jozef, geboren 

te Alken op dertig oktober negentienhonderd veertig, nationaal 

nummer 40.10.30-119.85, en zijn echtgenote, mevrouw PALMERS, 

Paula Sophie, geboren te Alken op vier november negentienhonderd 

zesenveertig, nationaal nummer 46.11.04-160.84, wonende te 

3570 Alken, Laagdorp 11. 

Gehuwd te Alken op 22 april 1968 onder het wettelijk stelsel bij 

gebrek aan een huwelijkscontract. 

De echtgenoten Jeuris-Palmers hebben gevraagd hun stelsel te 

wijzigen. 

Echtgenoten Jeuris-Palmers, oorspronkelijk gehuwd onder het wettelijk 

stelsel bij gebrek aan een huwelijkscontract, wensen hun huwelijksstelsel 

aan te passen door inbreng van onroerend goed in de gemeenschap. 

Wellen, 23 oktober 2013. 

Namens de echtgenoten Jeuris-Palmers : 

Voor ontledend uittreksel : (get.) Frank Wilsens, geassocieerd notaris, 

te Wellen. 

(37224) 

Uit een akte wijziging huwelijkscontract opgemaakt door 

geassocieerd notaris Karlos Dewagtere, met standplaats te Jabbeke, lid 

van de maatschap « Van Hoestenberghe & Dewagtere », op 07.10.2013, 

(Geregistreerd te Brugge, tweede kantoor Bevoegd voor REGISTRATIE, 

drie bladen, drie verzendingen, op 21-10-2013, boek 278, blad 60, 

vak 13, ontvangen : vijftig eur (50 S) P. BAILLEUL bij delegatie e.a. 

verif. (getekend) B. BILLIAU), blijkt dat de heer MONTEYNE, Philip 

Carolus Marcel, geboren te Varsenare op 24 oktober 1963, en zijn 

echtgenote, mevrouw DE VLEESCHOUWER, Suzy Emma, wonende te 

8490 Jabbeke, Hagebos 1; 

gehuwd zijn voor de ambtenaar van de burgerlijke stand te Berlare 

op 12 september 1986, zonder voorafgaandelijk een huwelijkscontract 

te hebben laten opmaken; een wijziging hebben aangebracht aan hun 

huwelijksstelsel, waarin mevrouw Suzy De Vleesschouwer onroerende 

goederen heeft ingebracht in het gemeenschappelijk vermogen. 

Voor beredeneerd uittreksel : (get.) K. Dewagtere, geassocieerd 

notaris te jabbeke. 

(37225) 

Er blijkt uit een akte verleden voor Mr. Jan Bael, geassocieerd notaris 

met zetel van de burgerlijke vennootschap onder de vorm van een 

besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid « Notariskantoor 

Bael - De Brauwere », te Gent op twee oktober tweeduizend 

dertien, geregistreerd te GENT 2, de 07 OKT 2013, boek 248, blad 27, 

vak 09, vijf rollen, een verz. Ontvangen : VIJFTIG euro (S 50,00). De 

Eerstaanwezend Inspecteur, (get.) S. HAEGEMAN, dat de heer 

Speeckaert, Luc en mevrouw Mortier, Godelieve, samenwonende te 

9030 Gent (Mariakerke), Kollekasteelstraat 48, wijzigingen hebben 

aangebracht aan hun huwe-lijksvermogensstelsel. 

Voor gelijkvormig uittreksel : (get.) Ilse De Brauwere, geassocieerd 

notaris te Gent. 

(37226) 

Uit een akte verleden voor Luc MOORTGAT, notaris, met standplaats 

te Geel, op 24 oktober 2013, blijkt dat de heer VERMEERSCH, Martin 

Jules Jozef, geboren te Brugge op 23 september 1931, en zijn echtgenote, 

mevrouw VAN WINDEKENS, Theresia Aima Maria, geboren te Blankenberge 

op 3 november 1937, samenwonende te 2440 Geel, Gasthuisstraat 

531B000. Gehuwd onder het stelsel van gemeenschap van 

aanwinsten blijkens huwelijkscontract verleden voor notaris Gustaaf - 

Jozef NOTEBAERT, te Blankenberge, op 28 januari 1960. 

Gebruik hebben gemaakt van de mogelijkheid hen verschaft bij 

artikel 1394 van het Burgerlijk Wetboek, hun voormeld huwelijkscontract 

te wijzigen. 

Krachtens voormelde wijzigende akte werden de artikelen « 2, 4, 5 

en 6 » van hun oorspronkelijk huwelijkscontract geschrapt en 

vervangen door een keuzebeding. 

Voor beredeneerd uittreksel : (get.) Luc Moortgat, notaris. 

(37227)


83403 

Er blijkt uit een akte verleden voor notaris Wendy GEUSENS, te 

Hamont-Achel, op negen oktober tweeduizend dertien, geregistreerd 

te Neerpelt op éénentwintig oktober tweeduizend dertien, boek 549, 

blad 96, vak 9, dat de heer EMMERS, Dennis, geboren te Neerpelt op 

éénentwintig augustus negentienhonderd negenenzeventig, en echtgenote 

mevrouw KWANTEN, Mira, geboren te Neerpelt op 

elf december negentienhonderd negenenzeventig, wonende te 

B 3930 Hamont-Achel, Molenstraat 41/A000, hun huwelijksstelsel 

hebben gewijzigd. 

De wijziging heeft niet de vereffening van het vorige stelsel, maar 

wel een dadelijke verandering van de samenstelling van de vermogens 

tot gevolg. 

De echtgenoten waren gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke 

stand te Hamont-Achel op éénentwintig augustus tweeduizend en 

negen, onder het wettelijk stelsel, bij gebrek aan een huwelijkscontract. 

Voor ontledend uittreksel, opgemaakt op drieëntwintig 

oktober tweeduizend dertien, (get.) Wendy Geusens, notaris. 

(37228) 

Van Linter), hebben de heer BOGAERTS, Jonny Jean Baptiste, geboren 

te Rotselaar op 9 mei 1944, en zijn echtgenote, mevrouw DE KOCK, 

Antoinetta Magda, geboren te Herselt op 22 juni 1947, samenwonende 

te Rotselaar, Torenstraat 64, gehuwd onder het stelsel van de gemeenschap 

van aanwinsten ingevolge huwelijkscontract verleden voor 

notaris Leon Denys, destijds te Werchter op achttien mei negentienhonderd 

eenenzeventig, dit contract gewijzigd met behoud van het stelsel. 

Partijen zijn overeengekomen dat er tussen hen een algehele gemeenschap 

van goederen zal zijn. 

Voor ontledend uittreksel : (get.) Kristiaan Triau, geassocieerd 

notaris. 

(37231) 

Succession vacante 

Onbeheerde nalatenschap 

Bij akte verleden voor notaris Stéphane Meert, te Erpe, op 

24 oktober 2013, hebben de heer Marc Prosper ROELS, geboren te Aalst 

op 20/03/1953, en zijn echtgenote, mevrouw Maria Christina Clarisse 

VAN BOVEN, geboren te Aalst op 02/01/1954, samenwonend te 

9320 Nieuwerkerken, Blauwenbergstraat 75A, een wijziging aan hun 

huwelijksvermogensstelsel aangebracht, houdende inbreng in het 

gemeenschappelijk vermogen van de hierna beschreven onroerende 

goederen door de heer Marc ROELS : 

- het perceel waarop het woonhuis werd opgericht, en het naastliggend 

perceel bouwgrond, gelegen te 9320 Nieuwerkerken, Blauwenbergstraat 

75A, kadastraal bekend 13e afdeling, sectie A, 

nummer 131/C en 131/D, groot respectievelijk 907 m 2 en 903 m 2 ; 

- Een grond, gelegen te 9280 Denderbelle, ʹ′Motteken’, kadastraal 

bekend 4e afdeling, sectie B, nummer 543/A, groot 1.920 m 2 ; 

- Een grond, gelegen te 9280 Denderbelle, Bert, kadastraal bekend 

4e afdeling, sectie B, nummer 396, groot 4.150 m 2 ; 

- Een grond, gelegen te 9280 Denderbelle, Gasthofveld, kadastraal 

bekend 4e afdeling, sectie B, nummer 478/M, groot 5.274 m 2 . 

Namens de echtgenoten Marc Roels-Van Boven Maria, (get.) 

Stéphane Meert, geassocieerd notaris. 

(37229) 

Tribunal de première instance de Liège 

Par ordonnance de la troisième chambre du Tribunal de Première 

Instance de Liège du 14 octobre 2013, Maître Lorraine DE KNOOP, 

avocat, dont le cabinet est établi à 4000 LlEGE, rue Sainte-Walburge 462, 

a été désignée en qualité de curateur à succession réputée vacante de 

Mme Paule Maria Alice LEJEUNE, née à Montivilliers (France) le 

27 avril 1917, de son vivant domiciliée à 4122 NEUPRE, rue Grosse 

Pierre 28 et décédée à Neupré le 11 janvier 2012. 

Les créanciers à la succession sont invités à adresser au curateur leur 

déclaration de créance, justificatifs à l’appui, dans les trois mois à 

compter de la présente publication. 

(Signé) Lorraine De Knoop, avocat. 

(37232) 

Bij akte verleden voor geassocieerd notaris Stijn Verhamme, te Tielt, 

op 7 oktober 2013, hebben de heer BAERT, Michel Luc Paul, geboren te 

Roeselare op 25 november 1986 [R.R. 86.11.25-311.46], wonende te 

8850 Ardooie, Wezestraat 28, en zijn echtgenote mevrouw 

DESPLENTER, Elien Marleen, geboren te Izegem op 28 maart 1991 

[R.R. 91.03.28-580.27], wonende te 8870 Izegem, Tinnenpotstraat 26, 

gehuwd voor de ambtenaar van de burgerlijke stand van Ardooie op 

23 augustus 2013 onder het wettelijk stelsel bij gebrek aan een huwelijkscontract, 

hun huwelijksvermogensstelsel gewijzigd, zonder een 

ander stelsel aan te nemen en zonder dat deze wijziging de vereffening 

van hun stelsel tot gevolg heeft, doch door inbreng van een onroerende 

goed in het gemeenschappelijk vermogen. 

Namens de echtgenoten, (get.) Stijn VERHAMME,geassocieerd 

notaris te Tielt. 

(37230) 

Rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde 

Het blijkt uit een vonnis uitgesproken op 10 oktober 2013 door de 

eerste kamer der rechtbank van eerste aanleg te Dendermonde, zitting 

houdende in burgerlijke zaken, dat Mr. Bart Daneels, advocaat te 

9400 Ninove, Bevrijdingslaan 18, werd aangesteld als curator over de 

onbeheerde nalatenschap van wijlen mevrouw Carolina Paula VAN 

den DRIESSCHE, geboren te Sint-Gillis (Dendermonde) op 19 mei 1933, 

in leven laatst wonende te 9400 Ninove, Sint-Marcellusstraat 12 en 

overleden te Ninove op 13 januari 2013. 

Alle schuldeisers dienen zich binnen de drie maanden vanaf heden 

kenbaar te maken aan de curator. 

Ingevolge akte verleden voor geassocieerd notaris Kristiaan TRIAU 

te Rotselaar op 27 september 2013 (geregistreerd twee bladen geen 

verzendingen te Haacht op 30 september 2013 boek 5/78 blad 76 

vak 04. Ontvangen : vijftig euro (S 50,00). De Ontvanger, (get.) Hubert 

Dendermonde, 25 oktober 2013. 

De griffier, (get.) B. Quintelier. 

(37233)



Ruimtelijke Ordening 



houdende in burgerlijke zaken, dat Mr. Koenraad Van De Sijpe, 

advocaat te 9100 Sint-Niklaas, Vijfstraten 57, werd aangesteld als 

curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlen : 

de heer Jean-Pierre Rita Josepha MAES, geboren te Sint-Niklaas op 

25 februari 1956, in leven laatst wonende te 9170 Sint-Gillis-Waas, Prins 

Philiplaan 26 en overleden te Sint-Niklaas op 13 mei 2009. 






(37234) 



houdende in burgerlijke zaken, dat Mr. Marianne Macharis, advocaat 

te 9200 Dendermonde, Koningin Astridlaan 8, werd aangesteld als 

curator over de onbeheerde nalatenschap van wijlen mevrouw Pascale 

Evelyne LEFEBURE, geboren te Anderlecht op 2 maart 1963, in leven 

laatst wonende te 9220 Hamme, Molenstraat 39 en overleden te Gent 

op 11 juli 2012. 





(37235) 

Stad Blankenberge 

Dit bericht vervangt en annuleert bericht nr. 36315, 

verschenen op 25 oktober 2013, blz. 82394 

Openbaar onderzoek : RUP 25, Ambachtelijke zone WEST 

Bestaande uit ontwerp van het plan bestaande toestand, bestemmingsplan, 

onteigeningsplan en tekstbundel met memorie van toelichting 

en stedenbouwkundige voorschriften,voorlopig aanvaard in de 

gemeenteraad, d.d. 08.10.2013. 

Het dossier met alle nuttige inlichtingen aangaande hogervermeld 

onderzoek ligt ter inzage in de afdeling STROM, stadhuis, eerste 

verdieping, iedere werkdag, vanaf vrijdag 01.11.2013, te 00 uur, tot 

maandag 30.12.2013, te 24 uur, op maandag, dinsdag, woensdag, 

donderdag en vrijdag van 08 u. 30 m. tot 12 uur, op woensdag van 

13 u. 30 m. tot 17 u. 15 m. en op donderdag van 16 uur tot 19 u. 30 m. 

Datum van aanplakking van dit bericht : 25 oktober 2013. 

Datum en uur van opening van het onderzoek : 1 november 2013 te 

00 uur. 

Datum en uur van sluiting van het onderzoek : 30 december 2013, te 

24 uur. 

Het College van Burgemeester en Schepenen, deelt mee aan de 

bevolking dat een openbaar onderzoek is geopend betreffende de in 

hoofding vermelde zaak. Personen die tegen dit ontwerp opmerkingen 

en/of bezwaren in te brengen hebben worden verzocht deze uiterlijk 

de laatste dag van het openbaar onderzoek te bezorgen aan de 

gemeentelijke commissie voor ruimtelijke ordening, per aangetekende 

brief of afgeven tegen ontvangstbewijs : Gemeentelijke commissie voor 

ruimtelijke ordening : p.a. Afdeling Stedenbouw, Ruimtelijke ordening 

en Milieu – stadhuis eerste verdieping, J.F. Kennedyplein 1, te 

8370 Blankenberge. 

Blankenberge, 24 oktober 2013. 

(37646) 

Moniteur belge, chaussée d’Anvers 53, 1000 Bruxelles. − Belgisch Staatsblad, Antwerpsesteenweg53,1000Brussel. 

Conseiller général/Adviseur-generaal : A. VAN DAMME

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD - PvdA

Create successful ePaper yourself

Delete template?

Save as template?