Pensioenmagazine januari 2005 - PGB

KORT
GBF
Vijfde jaargang januari 2005
Nummer 1
GBF DIRECT IS EEN NIEUWSBRIEF VOOR (GRAFIMEDIA) WERKGEVERS AANGESLOTEN BIJ DE GBF
EFFECTEN SOCIAAL AKKOORD - PREMIES EN PREMIELOONGRENZEN 2005 - VERZUIMEXPERT - PCM KLANT BIJ PGB - KINDEROPVANG
Sociaal Akkoord legt basis
voor wijzigingen in aantal
sociale regelingen
G R A F I
B E D R IJ
F O N D S
S C H E
F S
E N
G B F

KORT
EFFECTEN SOCIAAL AKKOORD
pag 2
Sociaal Akkoord legt basis
voor wijzigingen in aantal
sociale regelingen
KABINET EN SOCIALE PARTNERS HEBBEN ELKAAR UIT-
EINDELIJK TOCH KUNNEN VINDEN. HET OVERLEG IN DE
STICHTING VAN DE ARBEID HEEFT EEN SOCIAAL AKKOORD
OPGELEVERD. IN DAT AKKOORD ZIJN ONDER MEER AFSPRA-
KEN GEMAAKT OVER DE TOEKOMSTIGE INRICHTING VAN EEN
AANTAL SOCIALE REGELINGEN.
Bestuur FWG
somber over
financierbaarheid
Vut/prepensioen op
langere termijn.
HET KOMT ER OP NEER DAT VUT EN PREPENSIOEN OP TERMIJN
NIET MEER FISCAAL WORDEN ONDERSTEUND. ALLEEN OUDERE
WERKNEMERS KUNNEN NOG VAN DE VUT GEBRUIK MAKEN. IN
PLAATS VAN DE VUT KOMEN ER RUIMERE MOGELIJKHEDEN
VOOR EEN LEVENSLOOPREGELING EN/OF AANPASSING VAN DE
PENSIOENREGELING. OMDAT WETGEVING EN DE DEFINITIEVE
BESLUITVORMING VAN DE CAO-PARTIJEN IN DE BRANCHE NOG
EVEN OP ZICH LATEN WACHTEN, ZETTEN WIJ ALVAST DE
HOOFDLIJNEN VAN DE VOORSTELLEN (VOOR ZOVER DIE
BETREKKING HEBBEN OP DE GRAFISCHE REGELINGEN DIE DE
GBF UITVOERT) OP EEN RIJ.
VUT EN PREPENSIOEN
Sinds 1997 geldt in de grafimedia de Vut-overgangsregeling.
Een regeling die de periode had
moeten overbruggen tussen de oude Vut en de in
2017 nieuw in te voeren prepensioenregeling. Het
ziet er niet naar uit dat het daar nog van komt. Tot
1 januari 2006 blijft alles bij het oude. Daarna
schrapt het kabinet de fiscale voordelen voor zowel
Vut als prepensioen.
Een uitzondering wordt gemaakt voor de uitkering
van werknemers die in 2004 55 jaar of ouder zijn.
Voor deze werknemers blijft het huidige fiscale regime
van toepassing. De premie voor de uitkering
van deze groep blijft aftrekbaar en de uitkering
blijft belast. Afgezien van deze uitzondering handhaaft
het kabinet de fiscale beperkingen. De premie
is vanaf 2006 nog voor de helft aftrekbaar en vanaf
2011 moet over de premie volledig belasting betaald
worden. Ook de uitkering blijft belast. Bovendien
komt er een heffing over de werkgeversbijdrage
aan de Vut. Tot 2011 26%, daarna 52%.
Prepensioenregelingen krijgen naast de fiscale ingrepen
ook te maken met het feit dat de regeling
niet meer verplicht kan worden gesteld. Werknemers
kunnen kiezen of ze van de regeling gebruik
maken.
Ondanks het feit dat de overheid haar oorspronkelijke
plannen enigszins heeft versoepeld, blijft het
FWG-bestuur somber over financierbaarheid van de
huidige Vut-regeling op langere termijn. Dit probleem
is aangekaart bij cao-partijen in de grafimedia.
LEVENSLOOP IN PLAATS VAN VUT
Het kabinet wil met ingang van 2006 een levensloopregeling
invoeren. Iedere werknemer krijgt
dan de mogelijkheid om via de werkgever te sparen
voor een periode van (onbetaald) verlof.
De voorgestelde levensloopregeling die sterk lijkt
op de verlofspaarregeling die de grafimedia al
kent, zou er op basis van de huidige informatie
van het kabinet als volgt uit kunnen zien:
Werknemers kunnen, als zij dat willen, jaarlijks
maximaal 12% van het brutoloon sparen tot
210% van het laatst verdiende loon. Wie ouder
is dan 50 jaar en jonger dan 55 kan meer inleggen
tot het maximum bereikt is.
De werknemer kan het tegoed in overleg met de
werkgever opnemen voor tussentijds verlof
maar het kan ook worden ingezet om eerder te
stoppen met werken.
Over de inleg wordt geen loonbelasting en premies
volksverzekeringen betaald. Wel premies
werknemersverzekeringen. Bij opname van het
tegoed worden de belasting en premies volksverzekeringen
ingehouden. Om levensloopsparen
te stimuleren betalen werknemers als ze

KORT
EFFECTEN SOCIAAL AKKOORD
pag 3
het geld opnemen minder belasting. Zij krijgen
een heffingskorting, de zogenaamde levensloopverlofkorting.
Deze heffingskorting die jaarlijks
zal worden geïndexeerd bedraagt maximaal
€ 183 per kalenderjaar waarin voor verlof is gespaard.
Bestaande verlofspaarregelingen gaan op in de
nieuw te introduceren regeling. Dat betekent dat
de tegoeden die zijn opgebouwd met de grafische
verlofspaarregeling straks kunnen worden
overgezet.
Wanneer de werkgever financieel bijdraagt aan
de levensloopregeling, moet dit bedrag ook
worden toegekend aan werknemers die niet
deelnemen. De bijdrage wordt dan tot het loon
gerekend en normaal belast.
Het ziet er naar uit dat werknemers vanaf 2006
jaarlijks moeten kiezen tussen spaarloon of levensloop.
PENSIOENASPECTEN SOCIAAL AKKOORD
Naast verruiming van de levensloopregeling hebben
kabinet en sociale partners met elkaar afgesproken
dat ook op pensioengebied ruimere fiscale
mogelijkheden geboden zullen worden om de gevolgen
van fiscale maatregelen met betrekking tot
Vut en prepensioen enigszins te kunnen ondervangen.
Het kabinet biedt een aantal invalshoeken.
In de pensioenreglementen mag een nieuwe
pensioenvorm opgenomen worden: het 40-deelnemingsjarenpensioen.
Een werknemer met 40
jaar opbouw kan extra pensioen worden toegezegd.
En de pensioenleeftijd kan voor deze
groep van 65 jaar naar 63 jaar. Het totale reglementaire
pensioen bedraagt dan inclusief het
gewone ouderdomspensioen, niet meer dan 70%
van het laatstgenoten salaris.
De franchise, het drempelbedrag waarover geen
premie wordt betaald en geen opbouw plaatsvindt,
mag van het kabinet omlaag als ook het
opbouwpercentage wordt verlaagd.
Tot slot ontstaat meer fiscale ruimte voor werknemers
en werkgevers om extra ouderdomspensioen
in te kopen.
die van het ASF-Garantiefonds) volledig te korten
op de WW-uitkering. Op verzoek van de Tweede
Kamer zou een versoepeling aangebracht worden
door de ontslagvergoeding tot één netto-jaarsalaris
niet te korten. Vooralsnog is van deze maatregel
afgezien. Hoe moet worden omgegaan met
ontslagvergoedingen, vraagt het kabinet nu aan de
SER. Het kabinet zal het advies van de SER zwaar
laten wegen bij definitieve besluitvorming.
Voorlopig wordt de korting van de aanvulling op
de WW uitgesteld.
Wanneer de overheid kiest voor aanpassingen van
het beleid is het vervolgens aan cao-partijen in de
branche om na te gaan of en hoe de Garantiefondsregeling
moet worden aangepast.
HOE NU VERDER
Als alles doorgaat heeft dat ingrijpende gevolgen
voor een aantal grafimedia regelingen.
Werkgeversorganisaties en vakbonden bepalen bij
het cao-overleg wat u en uw werknemers er daadwerkelijk
van gaan merken. Daarvoor moet de uitkomst
van het cao-overleg 2005 worden afgewacht.
Wij houden u via onze website en het
GBF-Direct op de hoogte.
Vervroeging Vut-uitkering
vooralsnog weer mogelijk
Vervroegen van de Vut is in principe weer mogelijk.
Maar per jaargang wordt bekeken of er aanleiding is
om de blokkade op vervroeging weer in te voeren.
Dat heeft het bestuur FWG (het grafische Vut-fonds)
eind oktober 2004 besloten. Op grond van het voorgenomen
overheidsingrijpen in Vut en prepensioen
had het bestuur eerder, gezien de grote financiële onzekerheid
op zowel korte als lange termijn, nog moeten
besluiten om de vervroegingsmogelijkheid voor
werknemers die op of na 1 augustus 1944 geboren
zijn, niet meer aan te bieden. Ingegeven door recente
ontwikkelingen en in overleg met cao-partners is besloten
om deze ‘blokkade’ weer op te heffen.
Deelnemers aan de grafische Vut-regeling die in 2006
op basis van de standaard Vut-leeftijd zouden kunnen
uittreden, kunnen als zij dit op prijs stellen, eerder
stoppen met werken. Vervroegen is mogelijk vanaf 60
jaar.
Combinatie pensioen en levensloop
Wanneer de verruimingen van levensloop en pensioen
beide benut zouden worden, kunnen werknemers
in principe op 60-jarige leeftijd stoppen
met werken. Twee jaar eerder met pensioen en drie
jaar op basis van spaarsaldo voor levensloop.
WW EN DE AANVULLING EROP
Het kabinet was van plan de ontslagvergoeding
(via de kantonrechter of een sociale regeling zoals
Voorbehoud
Werknemers die in 2007 of in latere jaren hun standaard
Vut-leeftijd bereiken, dus geboren zijn vanaf
1 juni 1945, kunnen in principe ook hun Vut vervroegen.
Het bestuur maakt daarbij wel een voorbehoud:
per jaargang zal worden bezien of er aanleiding is om
de blokkade weer in te voeren. Voor werknemers die
in 2007 hun standaard Vut-leeftijd bereiken zal uiterlijk
in de loop van het 1e kwartaal 2005 een besluit
worden genomen.

KORT
PREMIES EN PREMIELOONGRENZEN 2005
pag 4
Premies en premieloongrenzen
voor de grafische fondsen per 1 januari 2005
DE PREMIES EN PREMIELOONGRENZEN VOOR DE GRAFISCHE FONDSEN VOOR 2005 TREFT U AAN IN DE
ONDERSTAANDE PREMIETABEL. DE PREMIELOONGRENZEN ZIJN AFGELEID VAN HET MAXIMUM
PREMIEDAGLOON VOLGENS DE COÖRDINATIEWET SOCIALE VERZEKERING.
Voor meer informatie
kunt u contact opnemen
met Afdeling Registratie,
tel. 020 - 5418170.
Of raadpleeg www.gbf.nl
fonds totaal percentages percentages premieloongrenzen
door werkgever werknemersdeel per dag
verschuldigd
ASF/gezondheidszorg (ASF/GEZ) 0,35 1) 0,35 1) € 167,00
SGB 1,05 1) n.v.t. € 159,00
FWG
– dagbladjournalisten 4,50 5) 1,80 5) € 251,00
– overige deelnemers 6,80 1) 3,40 2) € 251,00
Prepensioen
– dagbladjournalisten 3,50 5) 1,40 5) € 251,00
PGB 15,00 3) 5,53 3) € 167,00
– dagfranchise € 48,33 4)
– max. pensioengrondslag dus € 118,67
– PGB jaarfranchise € 12.565,00
Werkgeverspremie ASF
Niet elke werkgever is deze premie verschuldigd. Raadpleeg hiervoor de geldende cao’s.
fonds percentages premieloongrenzen
per dag
Garantiefonds (ASF/GAR) 0,40 1) € 167,00
Rekening Opleiding en Arbeidsmarkt (ASF/OPL) 0,26 1) € 167,00
Rekening Opleiding en Arbeidsmarkt ZSO (ZSO/AO) 0,26 1) € 167,00
Rekening Vakbondsactiviteiten (ASF/VAK) 0,09 1) € 167,00
Fonds Zorgverlof (ASF/ZV) 0,00 1) € 167,00
Regeling Kinderopvang Grafimedia Bedrijven
– grafische 0,18 1) € 167,00
– APD 0,23 1) € 167,00
Dagbladjournalisten
Rekening Vakbondsactiviteiten (DBJ/VAK) 0,04 5) € 251,00
Rekening Kinderopvang Dagbladjournalisten (DBJ/KOV) 0,50 5) € 251,00
Rekening Arboconvenant Uitgeverijbedrijf (DBJ/ARB) 0,06 5) € 251,00
Aantal loondagen
maandsalarissen : 260
week(periode)salarissen : 260 of 265
1) over coördinatieloon (ook wel genoemd loon sociale verzekeringen of brutoloon sv)
2) over brutoloon (onder brutoloon wordt hier verstaan het brutoloon na aftrek van eventueel op het loon van de werknemer ingehouden
bedragen aan extra spaarloon, premie voor de Anw-Plus-Verzekering en premie Pre-pensioen Plus Verzekering)
3) over pensioengrondslag
4) De dagfranchise wordt vastgesteld op basis van het aantal loondagen in het premiebetalingstijdvak (kalenderjaar). Het kalenderjaar
2005 telt 260 loondagen. De dagfranchise voor 2005 is dus € 12.565,00 : 260 = € 48,33. Afhankelijk van het aantal
loonbetalingen in een jaar kan een werkgever met een afwijkend aantal loondagen worden geconfronteerd. In dat geval is het
toegestaan dat de werkgever in het kader van de premie-inhouding op het loon van de werknemer een afwijkende dagfranchise
hanteert, namelijk de jaarfranchise gedeeld door het aantal loondagen in de onderneming. De nota’s die de werkgever
van de GBF ontvangt, zullen echter altijd gebaseerd blijven op de vastgestelde dagfranchise van € 48,33.
5) over 12x (vaste fulltime bruto maandsalaris januari 2005 + inconveniëntentoeslagen + managementtoeslag(en)) x 1,08.
Voor parttimers wordt dit loon gecorrigeerd door middel van het gemiddelde parttimepercentage over 2005.
BEDRIJFSSPAARREGELINGEN
Spaarloonregeling
Een werknemer mag vanaf 1 januari 2005 nog
maar bij één werkgever deelnemen aan de spaarloonregeling
en kan maximaal € 613 geblokkeerd
sparen. Om aan de spaarloonregeling te kunnen
deelnemen moet aan de volgende twee voorwaarden
worden voldaan:
– de werknemer is op 1 januari 2005 bij de werkgever
in dienst én
– die werkgever past ten aanzien van die werkne-

KORT
PREMIES EN PREMIELOONGRENZEN 2005 – IFRS
pag 5
mer vanaf 1 januari 2005 de algemene heffingskorting
toe.
Als een werknemer na de eerste dag van het kalenderjaar
bij een werkgever in dienst treedt, kan
hij bij die werkgever dus niet van de spaarloonregeling
gebruik maken.
Verder mag de spaarloonregeling voor iedere deelnemer
slechts eenmaal worden toegepast in tegenstelling
tot voorgaande jaren. Deelname is alleen
mogelijk bij de werkgever die de algemene
heffingskorting toepast. Werkgevers die op 1 januari
2005 een werknemer in dienst hebben, maar
ten aanzien van deze werknemer niet de algemene
heffingskorting toepassen, wordt verzocht
aan ons op te geven om welke werknemer het
gaat. Wij zullen er dan voor zorgen dat het loon
van deze werknemer niet wordt meegerekend
voor de maandelijkse premievoorschotheffing
voor het SGB.
De werkgever is over het spaarloonbedrag een
eindheffing van 25% aan de fiscus verschuldigd.
Verlofspaarregeling
Per jaar kan maximaal 10% van het brutoloon (brutoloon,
winstuitkering, gratificatie en/of de gekapitaliseerde
waarde van verlofuren) tot in totaal
maximaal één bruto jaarsalaris gespaard worden.
De sv-premies en de premies voor de grafische
fondsen worden tijdens de spaarperiode over het
volledige loon geheven, dus ook over de gereserveerde
spaarbedragen. Tijdens de verlofperiode
zijn deze premies niet verschuldigd.
De loonheffing (belasting en premies volksverzekeringen)
wordt uitgesteld tot het moment dat het
spaartegoed tijdens het verlof wordt uitbetaald.
International Financial Reporting
Standards en pensioen
DE EUROPESE COMMISSIE WIL DAT EEN ONDERNEMING MET BEURSGENOTEERDE AANDELEN OF
OBLIGATIES OF ONDERNEMINGEN MET EEN BEURSGENOTEERDE MOEDER VANAF 2005 DE INTER-
NATIONALE BOEKHOUDREGELS VOOR JAARVERSLAGLEGGING (IFRS) GAAN VOLGEN. BINNEN DE IFRS
ZIJN OOK RICHTLIJNEN OPGENOMEN VOOR PERSONELE BELONINGEN WAARONDER PENSIOEN. DE
NIEUWE REGELS ZOUDEN KUNNEN INHOUDEN DAT DE INTEGRALE PENSIOENBALANS VOOR DE ONDER-
NEMING OPGENOMEN MOET WORDEN IN DE BEDRIJFSRESULTATEN. TOT NU TOE KON VOLSTAAN
WORDEN MET DE OPNAME VAN DE PENSIOENPREMIE ZOALS DAT ONDER DE NEDERLANDSE RICHTLIJN
271 VOOR DE RAAD VOOR JAARVERSLAGLEGGING WAS VOORGESCHREVEN. DE DISCUSSIE OVER
PENSIOEN EN DE RESULTATENREKENING ONDER IFRS IS NOG NIET AFGEROND.
Bij de Richtlijn 271 is vastgelegd dat volstaan kan
worden met het opnemen van de premie wanneer
een pensioenregeling door de externe accountant
gezien wordt als een toegezegde bijdrageregeling.
Bij zo’n regeling ligt de bijdrage van de werkgever
vast, is de indexatie voorwaardelijk en ligt het
beleggingsrisico van het pensioen bij de deelnemer
of gepensioneerde.
Wanneer in een pensioenregeling een salarisgerelateerd
pensioen wordt toegezegd, ligt het risico
bij de werkgever. De Richtlijn schrijft dan voor dat
de pensioenbalans volledig moet worden meegenomen
in de jaarrekening.
Voor beursgenoteerde ondernemingen en ondernemingen
met een beursgenoteerde moeder is
een discussie gaande over IFRS en de verwerking
van pensioen. Voor de andere grafimedia bedrijven
geldt dat ze de gewijzigde Richtlijn 271
waarin een vrijstelling voor bedrijfstakpensioenfondsen
is opgenomen, volgen.
Wanneer de IFRS richtlijnen onverkort zouden worden
toegepast betekent dat voor pensioenfondsen
dat zij hun administratie zo moeten gaan inrichten
dat aggregatie op werkgeversniveau mogelijk
wordt. Het is de vraag of dit bijvoorbeeld in verband
met reservetoedeling mogelijk is. Per werkgever
zou dan een schatting van de contante
waarde van de aanspraken en de waarde van de
beleggingen moeten worden afgegeven.
VERWACHTING IFRS-PENSIOEN
Het bestuur van het pensioenfonds heeft aangegeven
dat alleen al gezien de vele miljoenen die gemoeid
zijn met een omzetting van de administratie
geen gehoor gegeven kan worden aan het
verzoek tot aggregatie van gegevens op werkgeversniveau.
De verwachting is dan ook dat werkgevers
in het kader van IFRS kunnen volstaan met
het opnemen van pensioenpremie in de jaarrekening.

KORT
KOSTENREDUCTIE GBF
pag 6
Krimpende branche maakt kostenreductie
GBF noodzakelijk
Besparingsprojecten moeten uitvoeringskosten omlaag brengen
IN DE LAATSTE DRIE JAAR IS HET AANTAL BIJ DE
GBF VERZEKERDE WERKNEMERS MET RUIM 15%
AFGENOMEN. IN VERBAND MET DE KRIMP IN DE
BRANCHE WILLEN BESTUUR EN DIRECTIE GBF DE
UITVOERINGSKOSTEN DE KOMENDE TWEE JAAR
SUBSTANTIEEL TERUGBRENGEN. NAAST HET
REALISEREN VAN VERSCHILLENDE KOSTEN-
BESPARINGSPROJECTEN ZULLEN DE MOGELIJK-
HEDEN WORDEN NAGEGAAN OM DE DIENST-
VERLENING NAAR NIEUWE OPDRACHTGEVERS
UIT TE BREIDEN.
‘De GBF wil een zo
efficiënt mogelijke
dienstverlening kunnen
blijven aanbieden tegen
een verantwoord kostenniveau.
De uitvoeringskosten
moeten daarom
minimaal gelijke tred
houden met de ontwikkeling
van de branche.
Tegelijkertijd zullen de
mogelijkheden worden
nagegaan om meer
administratie opdrachten
te verwerven om daarmee
schaalvoordelen
voor alle opdrachtgevers
te realiseren.’
Een krimpende
branche leidt voor
de GBF niet automatisch
tot minder
werk. Als gevolg
van conjuncturele
en structurele ontwikkelingen nemen de werkzaamheden
op een aantal terreinen juist toe. Het
gaat hierbij vooral om werkzaamheden in verband
met reorganisaties en het Garantiefonds. Verder
neemt door de vergrijzing ook het aantal pensioenuitkeringen
nog steeds toe. De uitvoeringskosten
voor de grafimedia fondsen zijn de afgelopen
jaren dan ook nog licht gestegen.
Via een opslag in de premie betalen werkgevers
en werknemers voor deze uitvoeringskosten.
Zonder aanvullende maatregelen komt er een moment
dat deze opslag verhoogd zou moeten worden.
Bestuur en directie GBF hebben daarom besloten
om, ondanks de geschetste ontwikkelingen,
de kosten voor de branche omlaag te brengen.
In 2004 zijn daarvoor een aantal besparingsprojecten
opgesteld. De besparingen worden gerealiseerd
door verdergaande automatisering en een
efficiëntere inrichting van processen en organisatie.
Met de projecten zijn enkele tientallen fulltime
arbeidsplaatsen gemoeid.
EFFICIËNTE BETALING
Een van de projecten die tot kostenreductie moet
leiden is het stimuleren van het gebruik van automatische
incasso voor het voldoen van de nota’s
aan het GBF. Deze ontvangsten kunnen nagenoeg
geheel automatisch worden verwerkt. Voor werkgevers
die geen gebruik maken van automatische
incasso leidt de verwerking tot een minder efficiënt
proces. De kosten van deze afzonderlijke
verwerking stijgen per werkgever omdat het aantal
werkgevers dat gebruik maakt van automatische
incasso de laatste jaren steeds verder is gestegen.
De besturen van de fondsen, waarin ook de werkgevers
vertegenwoordigd zijn, hebben daarom besloten
om bij werkgevers die geen gebruik maken
van automatische incasso € 2,50 per nota in rekening
te brengen. Bij een keuze voor automatische
incasso worden geen extra kosten in rekening gebracht.
Daarnaast zal de GBF sneller overgaan tot
het in rekening brengen van invorderingskosten
als de nota niet tijdig wordt betaald.
AUTOMATISCHE BETALING
U maakt het zichzelf en de administratie van de
GBF dus gemakkelijk als u een machtiging afgeeft
voor automatische betaling. Voor meer informatie
kunt u bellen met afdeling Financiën en Controlling
020-5418423 of 020-5418363.
NIEUWE OPDRACHTGEVERS
Naast het reduceren van de kosten heeft de GBF
zich tot doel gesteld om de komende jaren nieuwe
opdrachtgevers aan te trekken. Door schaalvoordelen
kunnen dan besparingen voor alle opdrachtgevers
worden gerealiseerd.

KORT
PLATO VERWELKOMT BELASTINGDIENST
Plato verwelkomt Belastingdienst
als nieuwe afnemer
pag 7
Combinatie met VerzuimExpert brengt administratieve lasten voor werkgever verder omlaag
PLATO, DE INTERNETAPPLICATIE VOOR
DE AANLEVERING VAN PERSONEELS- EN
SALARISGEGEVENS, KENT SINDS KORT
EEN NIEUWE BELANGRIJKE AFNEMER
VAN GEGEVENS: DE BELASTINGDIENST.
WERKGEVERS DIE ZIJN AANGESLOTEN
OP PLATO KUNNEN VOORTAAN DE
AANGIFTE LOONBELASTING EN
OMZETBELASTING INVULLEN EN
DIGITAAL VERZENDEN. SINDS ENIGE
TIJD ONTVANGT DE GBF OOK DE ZIEK-
EN HERSTELDMELDINGEN VANUIT
PLATO. ZODRA DE WERKGEVER
GEKOZEN HEEFT VOOR AANSLUITING
OP VERZUIMEXPERT WORDEN DEZE
MELDINGEN DAARHEEN DOOR-
GESLUISD. VERZUIMEXPERT IS EEN
APPLICATIE VOOR ELEKTRONISCHE
ONDERSTEUNING BIJ ZIEKTE VAN
GRAFIMEDIA WERKNEMERS.
Inmiddels werken meer dan 12.000 werkgevers
met Plato waarvan 900 grafisch. Door de aansluiting
van de Belastingdienst en VerzuimExpert
wordt het gebruik van de gratis applicatie ook
aantrekkelijk voor kleine en middelgrote grafimedia
werkgevers.
BELASTINGDIENST
Vanaf november 2004 kan met Plato de aangifte
Loonbelasting en de aangifte Omzetbelasting elektronisch
worden gedaan. Werkgevers zijn verplicht
om deze aangifte volgend jaar digitaal in te sturen.
Met Plato kan dat nu.
De Belastingdienst wordt gezien als een belangrijke
afnemer. Plato bewijst daarmee over een
goed beveiligde en stabiele omgeving te beschikken.
De weg lijkt vrij om verder invulling te geven
aan het berichtenverkeer naar de Belastingdienst.
Centraal daarbij staat het Pana-bericht. Naar verwachting
zullen werkgevers vanaf 2006 maandelijks
hun werknemersbestand met loongegevens
digitaal moeten insturen. Er wordt aan gewerkt
om deze functie ook via Plato aan te bieden.
BESPAREN MET VERZUIMEXPERT
Wie gebruik wil maken van VerzuimExpert, waarover
elders in GBF Direct meer, moet aangesloten
zijn op Plato. De ziek- en hersteldmeldingen vormen
het startpunt voor resp. het aanmaken of het
sluiten van een reïntegratiedossier. Plato levert in
combinatie met VerzuimExpert voor werkgevers
zo een aanzienlijke besparing op bij de arbeidsintensieve
en kostbare begeleidingstrajecten van
zieke werknemers.
STARTEN MET PLATO
Aanmelden voor Plato kan tegenwoordig online.
Via de website www.cato-berichtendienst.nl en
daarbij kiezen voor de branche Grafimedia. Voor
meer informatie kunt u ook bellen met de Platohelpdesk
0900-2021450 (40 cent p/m).

KORT
VERZUIMEXPERT
pag 8
VerzuimExpert voor grafimedia
eind 2004 in gebruik
Elektronische ondersteuning Wet Poortwachter gekoppeld aan Plato
HET KVGO EN DE ROGB HEBBEN ONLANGS
BESLOTEN TE INVESTEREN IN VERZUIMEXPERT.
VERZUIMEXPERT IS EEN NIEUWE INTERNET-
APPLICATIE DIE GRAFIMEDIA WERKGEVERS
ELEKTRONISCHE ONDERSTEUNING BIEDT BIJ
HET ZIEKTEVERZUIM- EN HERSTELTRAJECT VAN
HUN WERKNEMERS. HET ZIEKTEVERZUIM-
PROGRAMMA IS AANGEPAST AAN DE WENSEN EN
VOORKEUREN VAN DE GRAFIMEDIA.
VERZUIMEXPERT DAT VANAF DECEMBER 2004
GRATIS BESCHIKBAAR IS VOOR KVGO-LEDEN,
MAAKT GEBRUIK VAN GEGEVENS VIA PLATO.
Ondertekening
van het contract
VerzuimExpert
voor de Grafimedia.
Vlnr:
Paul van Leeuwen
(directeur GBF),
Henk-Jan Pieters
(namens KVGO) en
Sjef Matthijssen
(Empirion).
De Wet Verbetering Poortwachter is voor werkgevers
een arbeidsintensief traject gebleken. Tijdens
de ziekteperiode moeten werkgever en werknemer
nauw samenwerken om een snelle terugkeer mogelijk
te maken. Zo moet er onder meer een reïntegratiedossier
worden aangelegd met een plan van
aanpak en een reïntegratieverslag. Daarbij gelden
strikte termijnen. Worden de wettelijke regels overschreden
dan dreigen zowel voor werkgever als
voor werknemer sancties.
ELEKTRONISCHE ONDERSTEUNING
Inmiddels zijn er diverse pakketten ontwikkeld die
het ziekteverzuimtraject elektronisch ondersteunen.
De ROGB en het KVGO hebben besloten om
één van die pakketten, VerzuimExpert, te laten
aanpassen aan de ziekteverzuimafspraken die gelden
in de grafimedia branche. De internetapplicatie
is uitgebreid getest door een panel van grafimedia
werkgevers.
KRACHTIGE FUNCTIES
VerzuimExpert beschikt over een aantal krachtige
functies die u als werkgever ondersteunen in het
gehele ziekteverzuimtraject. Zo beschikt u over
een agendasettingfunctie. Zodra sprake is van
langdurig verzuim wordt er automatisch een elektronisch
reïntegratiedossier aangemaakt. Het programma
informeert u vervolgens tijdig over de
stappen die genomen moeten worden. Het systeem
bevat verder gestandaardiseerde documenten
zoals brieven, een plan van aanpak, reïntegratieverslagen
e.d. Een andere belangrijke functie is dat
u het verzuim- en reïntegratieproces zelf, na overleg
met de helpdesk, kunt aanpassen aan specifieke
eigen wensen. Zo kunt u het voorzien van
stappen en acties die alleen voor uw bedrijf of uw
werknemers van belang zijn.
KOPPELING MET PLATO
Voor grafimedia werkgevers is afgesproken dat de
GBF de ziek- en hersteldmeldingen die via Plato
worden doorgegeven, naar VerzuimExpert doorsluist.
Geen VerzuimExpert zonder Plato dus. Een
ziekmelding in Plato leidt geautomatiseerd tot de
aanmaak van een dossier in de nieuwe applicatie.
Met die synergie kunnen de administratieve lasten
van werkgevers substantieel omlaag.
BEVEILIGDE OMGEVING
Gezien de aard van de gegevens draait de internetapplicatie
in een goed beveiligde omgeving. De
uitgifte van gebruikersnamen, wachtwoorden en
verdere ondersteuning worden verzorgd door de
helpdesk VerzuimExpert. Deze helpdesk is net als
de helpdesk voor Plato ondergebracht bij de GBF.
MEER INFORMATIE
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met
de helpdesk VerzuimExpert 020-5418222 of
verzuimexpert@gbf.nl.

KORT
KLANTTEVREDENHEIDSONDERZOEK
Klanttevredenheidsonderzoek
onder werkgevers en deelnemers
pag 9
DE GBF WIL DE KWALITEIT VAN HAAR DIENSTVERLENING NAAR WERKGEVERS EN
DEELNEMERS TOE VERDER VERBETEREN. OM GOED ZICHT TE KRIJGEN OP DE
WAARDERING VAN HET SERVICENIVEAU WORDEN PERIODIEK ASPECTEN VAN
DIENSTVERLENING GEMETEN. IN FEBRUARI 2004 WERD EEN START GEMAAKT MET
HET ONDERZOEK ONDER WERKGEVERS. EIND 2004 VINDT ONDERZOEK PLAATS
ONDER DEELNEMERS.
HET ONDERZOEK ONDER WERKGEVERS ZAL GEDURENDE LANGERE TIJD WORDEN
UITGEVOERD. DE EERSTE RESULTATEN ONDER RUIM 100 GRAFISCHE WERKGEVERS
ZIJN INMIDDELS BEKEND. BIJ DE ONDERZOCHTE WERKGEVERS IS RUIM 20% VAN
DE WERKNEMERS IN DIENST.
WAARDERING WERKGEVERS
Werkgevers waarderen de GBF gemiddeld met een
7,25. Als benchmark kunnen daarbij landelijke
scores worden gebruikt. Zo scoren overheids- en
andere not-for-profitinstellingen gemiddeld een 7,0
en commerciële instellingen gemiddeld een 7,2. De
GBF hanteert de benchmark voor not-for-profitinstellingen
als ondergrens voor haar dienstverlening.
Grotere werkgevers (dat zijn werkgevers met
mininaal 25 werknemers in dienst) zijn tevredener
dan kleinere werkgevers resp. 7,50 om 7,07.
Aan de hand van de resultaten van dit onderzoek
is een duidelijker beeld ontstaan waar met de
dienstverlening goed wordt gescoord en waar verbeteringen
zouden kunnen worden aangebracht.
Zie de grafiek op deze pagina.
Het onderzoek wijst uit dat een goede mutatieverwerking
het meest bepalend is voor de tevredenheid
van werkgevers. Daarna komen organisatie en
dienstverlening, correspondentie en communicatie,
de premie-inning en de jaaropgave en de buitendienst.
Opvallend is dat ook de waardering van de
grafische regelingen een factor is die de tevredenheid
van werkgevers verklaart hoewel de GBF daar
geen grip op heeft. De invloed daarvan komt na
mutatieverwerking op de tweede plaats. In verhoudingsgetallen
4:3:1. De gemiddelde waardering
voor de grafische regelingen ligt overigens op
7,16. Kleine werkgevers zijn minder tevreden dan
grotere werkgevers: 6,93 om 7,48.
worden. Verder wordt gemiddeld genomen het bezoek
van een buitendienstmedewerker als belastend
ervaren. De GBF overweegt om de frequentie
van het bezoek terug te brengen. Van één keer in
de drie jaar naar één keer in de vijf jaar.
Onder organisatie & dienstverlening wordt verder
het gedrag van medewerkers gemeten. Werkgevers
zijn positief over de deskundigheid en klantgerichtheid
van medewerkers. De verbetering moet
wat dit onderdeel betreft gezocht worden in het terugbrengen
van de wachttijd aan de telefoon en
het doorverbinden naar de juiste persoon.
Ook de visuele communicatie is onderzocht. Bij de
waardering van de communicatie zijn er relatief
grote verschillen tussen kleinere werkgevers en
grotere werkgevers. De waardering van grotere
werkgevers voor de brochures, relatiebladen,
Handboek en website ligt relatief hoog rond de
VERBETERPUNTEN DIENSTVERLENING
Ondanks de positieve scores kan de dienstverlening
op onderdelen worden verbeterd. Werkgevers
geven bijvoorbeeld aan dat nog eens naar de inzichtelijkheid
van de premienota, de inzichtelijkheid
van de notaspecificatie en de opgevraagde gegevens
van de jaaropgave gekeken zou kunnen

KORT
NIEUW FINANCIEEL TOETSINGSKADER
pag 10
8,00, die van kleinere werkgevers net onder de
7,00. Het zijn ook de kleinere werkgevers die behoefte
hebben aan meer achtergrondinformatie.
Op grond van de resultaten van het onderzoek
wordt periodiek gekeken waar de dienstverlening
kan worden aangepast.
ONDERZOEK ONDER DEELNEMERS
Het onderzoek onder deelnemers wordt momenteel
uitgevoerd. Per grafimedia regeling worden de
belangrijkste processen eruit gelicht. Aan deelnemers
wordt gevraagd hoe zij de dienstverlening
van het desbetreffende fonds en de GBF hebben ervaren.
Processen die onderzocht worden zijn onder
meer de toekenning en uitbetaling van Vut-, pensioen-,
Garantiefonds- en ASF-Gezondheidszorg uitkering,
de spaarloonopname en de pensioenberichten.
Nieuw Financieel Toetsingskader
voor pensioenfondsen op komst
HET TOEZICHT OP PENSIOENFONDSEN GAAT INGRIJPEND
VERANDEREN. IN DE NIEUWE PENSIOENWET DIE IN 2006 MOET
INGAAN, WORDT EEN FINANCIEEL TOETSINGSKADER OPGENOMEN
WAAR ALLE PENSIOENFONDSEN ZICH STRAKS AAN MOETEN HOUDEN.
sioenfondsen. Pensioenfondsen moeten in staat
zijn om aan hun verplichtingen te voldoen, ook als
het rendement op de beleggingen tegenvalt. In de
nieuwe wet wordt daarvoor een zekerheidsmaat
ontwikkeld. De kans op onvoldoende middelen
mag maximaal 2,5% zijn. Eens in de 40 jaar zou
het dus voor kunnen komen dat een pensioenfonds
te weinig middelen ‘in kas’ heeft om alle
rechten te kunnen betalen.
VERPLICHTINGEN OP MARKTWAARDE
Het nieuwe Toetsingskader geeft onder meer aan
hoe moet worden omgegaan met het berekenen
van de ‘verplichtingen’ van een pensioenfonds. Nu
wordt voor die berekening een vaste rekenrente
van 4% gebruikt, straks moet dat op basis van de
actuele marktrente. Doordat de marktrente variabel
is, gaan naast de beleggingen, nu ook de verplichtingen
sterk variëren.
ZEKERHEIDSMAAT
Verder zullen in het kader van solvabiliteit eisen
gesteld worden aan de financiële positie van pen-
INDEXATIE
Tot slot gaat er ook op het gebied van de indexatie
het een en ander veranderen. Ieder pensioenfonds
moet de indexatiedoelstelling gaan vastleggen en
duidelijk communiceren naar de deelnemers.
Afhankelijk van het voorwaardelijke karakter van
de indexatie-ambitie moet het fonds duidelijk maken
hoe de ambitie wordt gefinancierd.
CONSEQUENTIES PGB
Het PGB zal uiterlijk 2006 de vaste rente voor berekening
van de pensioenverplichtingen vervangen
door de actuele marktrente. De financiële positie
van het fonds kan daardoor meer dan voorheen
gaan schommelen. Verder zullen prognoses worden
opgesteld om te beoordelen of de komende 15
jaar aan de zekerheidsmaat van de Nederlandsche
Bank kan worden voldaan. Tot slot zal het bestuur
zich na advies van de Deelnemersraad tot de caopartners
wenden over de te formuleren indexatieambitie
en de bijbehorende financiering.

KORT
NIEUWS
pag 11
NIEUWS
CODE VOOR GOED PENSIOENBESTUUR
IN DE MAAK
Pensioenfondsen in Nederland werken aan een Code voor
goed pensioenfondsbestuur. De set van afspraken is een uitvloeisel
van de Code Tabaksblat. Daarin zijn principes geformuleerd
voor goed bestuur van beursgenoteerde ondernemingen
en zijn aanbevelingen opgenomen voor institutionele
beleggers.
Het ontstaan van de code kan gezien worden tegen de achtergrond
van herstel en behoud van vertrouwen van belanghebbenden
in pensioenfondsen. De ontwikkelingen van de dekkingsgraad
als gevolg van het omgeslagen beursklimaat,
de onverwachtse premiestijgingen en indexatiebeperkingen
hebben het vertrouwen in een aantal pensioenfondsen geschaad.
Dat heeft geresulteerd in meer toezicht (van De
Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten) en nu
dus in een voorstel voor een Code voor goed bestuur.
Transparantie
De concept-Code voor pensioenfondsen bevat principes en bepalingen
voor een transparante wijze van besturen. In de Code
wordt nu onder meer voorgesteld om een College van
Belanghebbenden met ruimere bevoegdheden in te stellen
waar het bestuur verantwoording aan aflegt. In zo’n College
zitten vertegenwoordigers van werkgevers, werknemers, gepensioneerden
en gewezen deelnemers.
Deskundigheid
Naast transparante besluitvorming en medezeggenschap
speelt de kwaliteit van het bestuur een rol. Om goed bestuur
te waarborgen wordt onder meer gedacht aan het aanscherpen
van deskundigheidsvereisten voor bestuursleden en permanente
educatie en het invoeren van een toetsing van expertise.
Ook zal via de website en het jaarverslag aandacht moeten
worden besteed aan de maatregelen die het pensioenfonds
neemt in het kader van goed pensioenfondsbestuur.
Code nog niet definitief
De Code bevindt zich nog in een ontwerpstadium. De
Vereniging van Bedrijfstakpensioenfondsen en de Stichting
Ondernemingspensioenfondsen inventariseren momenteel de
reacties van de aangesloten leden. Inmiddels heeft Minister De
Geus aangegeven dat er een uniforme code voor de hele pensioensector
moet komen. Het is de bedoeling dat de Stichting
van de Arbeid met een voorzet komt. De verwachting is dat
zo’n Code vanaf medio 2007 moet worden nageleefd.
vindt dat de financiële middelen van het fonds daarvoor toereikend
zijn.
Voor de vraag of er voldoende middelen beschikbaar zijn
wordt vooral gekeken naar de dekkingsgraad. De dekkingsgraad
geeft de verhouding weer tussen het vermogen van het
fonds en de verplichtingen naar deelnemers, ex-deelnemers
en gepensioneerden. Aan de hand van het nieuwe Financiële
Toetsingskader (FTK) dat voor pensioenfondsen uiterlijk 1 januari
2006 van toepassing zal zijn, is onderzocht wat, gezien
de samenstelling van het vermogen, de vereiste dekkingsgraad
voor het PGB zou zijn geweest. Bij een marktrente van
ruim 4% ligt die naar verwachting rond de 130%. Het fonds
heeft dan voldoende vermogen om tegenvallers in de beleggingssfeer
op te kunnen vangen. Is de dekkingsgraad lager
dan kan volgens de toezichthouder van de pensioenfondsen,
De Nederlandsche Bank, van indexatie uit de bestaande financiële
middelen in principe geen sprake zijn.
De werkelijke dekkingsgraad van het grafisch pensioenfonds
ligt volgens het nieuwe FTK onder de vereiste dekkingsgraad.
Bij indexatie zou het tekort verder oplopen. Het bestuur heeft
daarom in overleg met de Deelnemersraad, mede gezien de
sombere conjuncturele en structurele ontwikkelingen in de
grafimedia, waar in 2004 de cao-lonen niet zijn gestegen,
moeten besluiten om de opgebouwde rechten en ingegane
pensioenen dit jaar niet te indexeren.
Wel ontvangen alle gepensioneerden bij hun pensioenuitkering
van januari 2005 eenmalig een extra bedrag van bruto
€ 100.
STEMGEDRAG PENSIOENFONDS OP WEBSITE
Het PGB heeft als belegger met lange termijnverplichtingen
naar grafische werknemers en werkgevers behoefte aan een
stabiele en betrouwbare omgeving. Ondernemingen waarin
wordt belegd moeten de belangen van beleggers dan ook
duurzaam kunnen waarborgen.
Daarbij wordt onder meer gedacht aan waarborgen van onafhankelijk
toezicht, het transparant besturen van een onderneming,
het afleggen van verantwoordelijkheid en het onderhouden
van een goede relatie met aandeelhouders. Het stelt
verder eisen aan de verslaglegging, de maatschappelijke verantwoordelijkheid,
het beloningssysteem voor directieleden,
het stemrecht van de aandeelhouders en de kwaliteit van de
ondernemingsleiding.
PGB BESLUIT PENSIOENEN NIET TE INDEXEREN
Het Pensioenfonds voor de Grafische Bedrijven (PGB) indexeert
dit jaar de ingegane pensioenen en de opgebouwde pensioenrechten
niet. Dat heeft het bestuur na advies van de Deelnemersraad
in december 2004 besloten.
Het PGB kent een voorwaardelijke indexatie. De pensioenaanspraken
kunnen alleen dan worden aangepast als het bestuur
Het PGB houdt bij de selectie van aandelen rekening met de
kwaliteit van het ondernemingsbestuur. Verder laat het PGB
via een samenwerkingsverband met andere pensioenfondsen
zijn stem ook horen op aandeelhoudersvergaderingen van
beursgenoteerde ondernemingen in Nederland. Via de website
van de GBF wordt het stemgedrag tijdens algemene vergaderingen
van aandeelhouders gepubliceerd.

KORT
UNIFORM PREMIEAFDRACHTSYSTEEM
pag 12
Uniform premieafdrachtsysteem
moet administratieve lasten
werkgever op termijn verminderen
DE TWEEDE KAMER IS IN 2004 AKKOORD
GEGAAN MET HET WETSVOORSTEL
WALVIS. MET DE WET ADMINISTRATIEVE
LASTENVERLICHTING EN VEREEN-
VOUDIGING IN SOCIALE VERZEKERINGS-
WETTEN WORDEN DE VERSCHILLENDE
METHODES DIE HET UWV HANTEERT
VOOR HET VASTSTELLEN EN INNEN VAN
DE PREMIE VOOR SOCIALE VERZEKE-
RINGEN VERVANGEN DOOR ÉÉN SYSTEEM,
HET PANA-SYSTEEM. PANA, DAT STAAT
VOOR PREMIE- AFDRACHT OP BASIS VAN
NOMINATIEVE AANGIFTE ACHTERAF,
MOET DE ADMINISTRATIEVE LASTEN VAN
WERKGEVER EN OVERHEID VERMINDEREN.
DE NIEUWE SYSTEMATIEK WORDT NAAR
VERWACHTING VANAF 1 JANUARI 2006
INGEVOERD.
Het UWV kent nu twee manieren van premieafdracht:
het voorschotsysteem en het systeem van
premieafdracht op aangifte achteraf. De huidige
systemen van premieafdracht komen te vervallen
en er komt één uniform systeem voor een aangifte
achteraf. De premie-inning voor de werknemersverzekeringen
zal de Belastingdienst gaan verzorgen,
de claimbeoordeling en uitkering blijven via
het UWV lopen.
PREMIELOON = UITKERINGSLOON
Bij het opzetten van de nieuwe systematiek wordt
van de gelegenheid gebruik gemaakt om premieloon
en uitkeringsloon gelijk te trekken. Ook wordt
gewerkt aan één dagloonberekening voor de
hoogte van de uitkering waarbij voortaan het feitelijk
door de werknemer genoten loon de basis
vormt. In het fiscale loonbegrip worden vrijwel
geen wijzigingen aangebracht.
CENTRALE POLISADMINISTRATIE
Walvis bepaalt verder dat het UWV op termijn het
recht, de duur en de hoogte van uitkeringen met
de gegevens uit een ‘centrale polisadministratie’
moet kunnen vaststellen. Een extra uitvraag van
gegevens bij werkgevers zou daarmee overbodig
worden. De polisadministratie wordt de komende
jaren opgezet. Uiteindelijk moet deze database
gevoed worden door een zgn. Pana-bericht. Een
Pana-bericht bevat per werkgever de individuele
meldingen van SV- en premieloongegevens van
werknemers en de hierover berekende sociale verzekeringspremies.
Daarnaast zal het Pana-bericht
het fiscaal loon en de ingehouden loonheffing bevatten.
Werkgevers leveren hun gegevens aan de
Belastingdienst en het UWV ontvangt vervolgens
via de Belastingdienst de relevante gegevens voor
de polisadministratie.
PREMIE-INNING GRAFIMEDIA FONDSEN
Het is nog onduidelijk in hoeverre pensioenfondsen
en andere branchefondsen voor hun administratievoering
gebruik kunnen maken van de centrale
polisadministratie. De GBF zal de komende
tijd de consequenties van Walvis voor de grafimedia
fondsen nagaan.
PLANNING
De overheid is van plan om het beoogde uniforme
loonbegrip met ingang van 2005 in te voeren. Het
Pana-bericht staat voor 2006 gepland. De Belastingdienst
neemt dan ook de premie-inning van het
UWV over. Het Pana-bericht wordt per 1-1-2006 in
gebruik genomen voor de berekening van premies,
loonbelasting en premies volkverzekeringen voor
de verzorging van de uitkeringen.

KORT
PCM KLANT BIJ PGB
PCM brengt pensioen onder bij PGB
pag 13
UITGEVERIJ PCM BRENGT VANAF 1 JANUARI
2005 HET PENSIOEN VOOR ZIJN WERKNEMERS
ONDER BIJ HET PENSIOENFONDS VOOR DE
GRAFISCHE BEDRIJVEN (PGB). DAT ZIJN PCM
EN HET BESTUUR PGB ONLANGS OVEREEN-
GEKOMEN. DE UITGEVER VAN LANDELIJKE EN
REGIONALE DAGBLADEN EN BOEKEN WIL ZICH
MEER RICHTEN OP DE KERNACTIVITEITEN. DE
PENSIOENAANSPRAKEN EN HET VERMOGEN
VAN HET PENSIOENFONDS PCM GAAN OVER
NAAR HET PGB. BIJ PCM ZIJN RUIM 3.500
WERKNEMERS IN DIENST.
Het PGB biedt als bedrijfstakpensioenfonds de mogelijkheid
van vrijwillige aansluiting.
Ondernemingen kunnen er voor kiezen om de pensioenregeling
in de grafimedia vrijwillig te volgen.
PCM maakt van deze mogelijkheid gebruik.
Voorzitter Ben Knapen van pensioenfonds PCM
geeft aan dat de vrijwillige aansluiting is ingegeven
door de vele ontwikkelingen op pensioengebied
gedurende de laatste jaren: ‘Pensioenfondsen
zijn in woelig vaarwater terecht gekomen. Meer
toezicht, meer regelgeving en een volatiel beursklimaat
maken het voor ondernemingen niet gemakkelijker
om een eigen pensioenfonds te voeren.
Door het afstoten van het pensioenfonds kan PCM
zich meer richten op haar kerntaken. Het PGB staat
goed aangeschreven. Het fonds levert een goede
prijs/kwaliteitverhouding voor het voeren van de
pensioenadministratie en het vermogensbeheer.
Dan is vrijwillige aansluiting voor ons een prima
optie. Voor onze deelnemers en gepensioneerden
komt daar bij dat, gezien de hogere dekkingsgraad
van het PGB, een grotere kans op indexatie van
hun pensioenrechten en pensioenuitkering in het
verschiet ligt.’
VERMOGEN EN PENSIOENAANSPRAKEN
NAAR PGB
Het PGB neemt het vermogen en de pensioenaanspraken
integraal over. Het vermogen van pensioenfonds
PCM bedroeg eind 2004 ongeveer
€ 500 miljoen. Het totale vermogen van het PGB
komt daarmee op € 7,6 miljard.
De pensioenrechten en de ingegane uitkeringen lopen
met ingang van 2005 volledig mee in de administratie
binnen het PGB. Met uitzondering van een
aantal onderdelen zoals het pensioengevend salaris,
de premie en de franchise. De maatregelen die
PCM in het herstelplan al had genomen zoals de
overgang van eindloon naar middelloon en de verhoging
van de pensioenpremie zullen ook binnen
PGB worden doorgevoerd.
BASIS VERBREED
Met de komst van PCM als nieuwe klant wordt de
basis voor PGB verbreed.
Paul van Leeuwen, algemeen directeur van het PGB
is content met de aansluiting van PCM. ‘Momenteel
zijn ongeveer 50.000 werknemers bij ons verzekerd,
het aantal pensioenontvangers ligt rond de
30.000. Het is goed om te zien dat een ondernemingspensioenfonds
als PCM er nu voor kiest om
het pensioen voor al haar deelnemers bij het PGB
onder te brengen. Door verdere verbreding van de
basis kan zowel met het oog op het vermogens-,
risico- en pensioenbeheer als op de uitvoeringskosten,
belangrijke synergie worden gerealiseerd.
Het PGB is ontstaan vanuit de grafische industrie.
Later is, ingegeven door technologische ontwikkelingen,
gekozen voor de bredere labeling van grafimedia.
De activiteiten van het dagblad- en uitgeverijbedrijf
PCM zijn daaraan nauw verwant. Met
andere woorden de werknemers van PCM passen
goed bij de deelnemerskring van het PGB.’

KORT
VUT EN PREPENSIOEN DAGBLADJOURNALISTEN
pag 16
Vut en Prepensioen dagbladjournalisten
Situatie vanaf 2006 nog onzeker
CAO-PARTNERS HEBBEN ONLANGS
OVEREENSTEMMING BEREIKT OVER
HET AANPASSEN VAN DE VUT-
REGELING VOOR DAGBLAD-
JOURNALISTEN EN HET INVOEREN
VAN EEN PREPENSIOENREGELING.
DE PREPENSIOENREGELING GAAT
PER 1 JANUARI 2004 IN. NAAST
PREPENSIOEN BLIJFT DE VUT
BESTAAN. DE VUT-REGELING
VOORZIET IN EEN AANVULLING OP
HET PREPENSIOEN TOT MAXIMAAL
74% VAN HET LAATSTGENOTEN
BRUTOLOON.
De definitieve besluitvorming heeft lang op zich laten
wachten. Nu het Sociaal Akkoord er ligt en duidelijkheid
bestaat over de toekomstige fiscale behandeling
van Vut en prepensioen hebben caopartners
de knoop kunnen doorhakken. De afspraken
die nu gemaakt zijn gelden in ieder geval tot
1 januari 2006.
VUT - PREPENSIOEN TOT 2006
Dagbladjournalisten bouwen vanaf 1 januari 2004
vanaf hun 25e prepensioen op, 2% per jaar. Via de
Vut-regeling wordt de uitkering aangevuld tot 74%
van het laatst genoten brutoloon vanaf 62 jaar met
een standaard uitkeringsduur van 35 maanden.
Om in aanmerking te komen voor de Vut-aanvulling
blijft het 10-jaarscriterium van toepassing.
Dagbladjournalisten kunnen eerder dan de standaardleeftijd
uittreden. Vervroeging is mogelijk
maar niet eerder dan 60 jaar en 1 maand.
De premie voor de Vut (4,5%) en prepensioen
(3,5%) bedraagt 8% over het brutoloon. De premie
wordt geheven over het jaarsalaris, gebaseerd op
het vaste overeengekomen fulltime maandsalaris
per 1 januari van een jaar plus de inconveniëntentoeslagen
en de managementtoeslag(en), vermeerderd
met de in het betreffende jaar geldende vakantietoeslag.
Voor parttimers wordt dit loon
gecorrigeerd door middel van het gemiddelde parttimepercentage
over dat jaar.
PENSIOENOPBOUW
De pensioenopbouw wordt tijdens de uitkeringsperiode
voortgezet. De premie voor de opbouw,
die de werkgever bij het fonds kan declareren, bedraagt
maximaal 9% van de gecombineerde Vutprepensioenuitkering.
SITUATIE VANAF 2006 NOG ONZEKER
Het Sociaal Akkoord tussen kabinet en centrale
werkgeversorganisaties en vakbonden brengt met
zich mee dat de nu afgesproken regelingen vanaf
2006 niet ongewijzigd kunnen doorlopen. Caopartners
beraden zich over een vervolg. Het niet
langer of slechts gedeeltelijk fiscaal aftrekbaar zijn
van de premies en het ontbreken van de mogelijkheid
om een regeling bij cao verplicht te stellen zal
hierbij centraal staan.
Daarnaast zal worden gekeken of in combinatie
met andere regelingen in de bedrijfstak die wel fiscaal
gefacilieerd worden alternatieven mogelijk
zijn met betrekking tot flexibele pensionering.
Meer informatie over Vut-prepensioen voor dagbladjournalisten
vindt u op www.gbf.nl onder
Grafimedia regelingen of het Handboek GBF (onder
de Informatiebalie).

KORT
KINDEROPVANG GRAFIMEDIA
Kinderopvangkosten werkgevers in
mindering op de aangifte loonbelasting
pag 17
IN HET KADER VAN DE WET VERMINDERING AFDRACHT
LOONBELASTING EN PREMIES VOLKSVERZEKERINGEN
(WVA) KAN EEN WERKGEVER DIE KOSTEN MAAKT VOOR
KINDEROPVANG VOOR WERKNEMERS, DIE KOSTEN
VOOR EEN DEEL IN MINDERING BRENGEN OP DE AF TE
DRAGEN LOONHEFFING. DAARNAAST KUNNEN
BEDRIJVEN, DIE WINST MAKEN EN VENNOOTSCHAPS-
BELASTING BETALEN, DE KOSTEN DIE NA AFTREK VAN
DE WVA-KORTING RESTEREN, VERREKENEN MET DE
VENNOOTSCHAPSBELASTING. OOK DE ASF-WERK-
GEVERSPREMIE VOOR DE GRAFISCHE KINDEROPVANG-
REGELINGEN KOMT VOOR DEZE BELASTINGAFTREK IN
AANMERKING. ALS U DE KOSTEN NIET EERDER HEEFT
OPGEVOERD, KAN DAT ALSNOG TOT 5 JAAR TERUG
(VERJARINGSTERMIJN BELASTINGDIENST).
BIJDRAGEN AAN KINDEROPVANGFONDSEN
De bijdragen die een werkgever betaalt aan een
kinderopvangfonds, worden door de Belastingdienst
ook aangemerkt als kinderopvangkosten,
voor zover die bijdragen verschuldigd zijn op basis
van een cao. In de grafimedia branche gaat het dan
om ASF-werkgeverspremie voor de Regeling
Kinderopvang Grafimedia Bedrijven voor grafici
(ASF/KOG), voor administratief personeel dagbladbedrijven
(ADMDG/K) en/of voor de Rekening
Kinderopvang Dagbladjournalisten (DBJ/KOV).
Het maakt niet uit of er kinderen van werknemers
uit uw bedrijf daadwerkelijk worden opgevangen.
De premie die u betaalt over het loon van werknemers
die op vrijwillige basis deelnemen aan een
kinderopvangregeling kan niet in mindering worden
gebracht.
HOOGTE AFDRACHTVERMINDERING WVA
De afdrachtvermindering voor kinderopvang bedroeg
tot en met 1999 20%. Van 2000 tot en met
2003 30% en in 2004 50%. Bedragen de kosten in
2004 meer dan € 21.400, dan geldt over het meerdere
een percentage van 30%. Per 1 januari 2005
komt de afdrachtvermindering door de invoering
van de Wet Basisvoorziening Kinderopvang te vervallen.
Kinderopvang met ingang van 2005
over andere boeg
Per 1 januari 2005 regelt de nieuwe Wet Kinderopvang
de kwaliteit en financiering van de kinderopvang.
Uitgangspunt is dat kinderopvang een
zaak is van ouders, overheid én werkgevers.
Ouders worden geacht om voortaan zelf een overeenkomst
af te sluiten met de instelling die de opvang
voor ze verzorgt en de rekening daarvoor te
betalen. De kosten kunnen gedeeltelijk worden verhaald
op de werkgever en de overheid. Er wordt
van uitgegaan dat de werkgevers van de werkende
ouders voor 1/6 in de kosten bijdragen. De (vrijwillige)
werkgeversbijdrage is inkomensonafhankelijk.
Daarnaast kunnen ouders via de Belastingdienst
een inkomensafhankelijke bijdrage van het Rijk
aanvragen.
KINDEROPVANG IN DE GRAFIMEDIA
Werknemers kunnen de werkgeversbijdrage op
grond van de kinderopvangregeling in de grafimedia
aanvragen bij Kintent die hen vervolgens binnen
5 werkdagen betaalt. Voor vragen over de kinderopvangregeling
in de grafimedia kunnen ouders
(en/of verzorgers) terecht bij het telefoonnummer
van Kintent 0900-1199119 (€ 0,45 per minuut) of
op de website www.kintent.nl.

I
G R B A E D R F IJ
F O N D S
S C H E
F S
E N
G B F
REDACTIE-ADRES
GRAFISCHE BEDRIJFSFONDSEN
T.A.V. GBF DIRECT
POSTBUS 7855
1008 CA AMSTERDAM
TEL. 020 - 5 418 418
FAX 020 - 6 442 911
GBF DIRECT IS EEN UITGAVE VAN DE GRAFISCHE BEDRIJFSFONDSEN
VOOR DE AANGESLOTEN (GRAFIMEDIA) WERKGEVERS.
VRAGEN U KUNT ONS ELKE WERKDAG VAN 8.00 TOT 17.00 UUR
(VRIJDAG VAN 8.00 TOT 16.00 UUR) BENADEREN. VOOR MEER
INFORMATIE KUNT U OOK TERECHT OP ONZE WEBSITE.
www.gbf.nl
registratie.rayon@gbf.nl
NIEUWS
JAAROPGAVE 2004
Eind december ontving u traditiegetrouw de GBF-jaaropgave.
Aan de hand van de jaaropgave worden jaarlijks na afloop van
een boekjaar de in rekening gebrachte voorlopige premies definitief
verrekend. Daarna worden de juiste pensioen- en spaarloonrechten
van uw werknemers geboekt. Graag ontvangen
wij uw opgave dan ook zo snel mogelijk maar in ieder geval
voor half februari 2005 weer ingevuld retour.
Aanlevering jaaropgave
U kunt de jaaropgave op verschillende manieren aanleveren.
Elektronisch met Plato, diskette, of tape of als u dat op prijs
stelt handmatig op papier. Aanlevering via een cartridge is niet
meer mogelijk.
De GBF heeft net als de Belastingdienst, gezien de foutkans en
efficiency, een voorkeur voor elektronische aangifte. Inmiddels
komt 70% van de loongegevens digitaal binnen. Als u tot nu
toe gekozen heeft voor het handmatig invullen van het jaaropgaveformulier
is aanlevering via Plato dit jaar wellicht een optie.
Omdat de aangifte Loonbelasting met ingang van 2005
toch ook digitaal moet worden verzonden, kunt u daarop vooruitlopend
al starten met een digitale aanlevering van de GBFjaaropgave
via Plato.
GBF, OOK IN ACTIE VOOR AZIË
Grafimedia bedrijven doen volop mee met de inzameling voor
de getroffenen van de zeebeving in Azië. Ook de medewerkers
van de GBF hebben ingehaakt op de acties van TV en radio.
De 170 medewerkers en directie hebben op giro 555 voor
de wederopbouw een bedrag overgemaakt van € 8.500,-. Een
GBF-medewerker heeft de cheque tijdens de gezamenlijke inzamelingsactie
van de radiostations op de Dam in Amsterdam,
symbolisch overhandigd aan de organisatie.
RENTEVASTSTELLING SGB VOORTAAN
MAANDELIJKS
Het SGB heeft besloten om de rente die vergoed wordt op de
spaarrekeningen voortaan maandelijks vast te stellen. Tot nu
toe gebeurde dat in principe jaarlijks, zij het dat per kwartaal
de rente aangepast kon worden als de marktontwikkelingen
daar aanleiding toe gaven. Het bestuur wil beter bij de marktontwikkelingen
kunnen aansluiten. Daarom is onlangs besloten
om de rente in het vervolg maandelijks vast te stellen.
Daardoor kan de rente wel meer gaan fluctueren. De actuele
rentepercentages staan onder de Informatiebalie op de website
van de GBF.
MUTATIES IN UW PERSONEELSBESTAND
WIJ HOREN HET GRAAG
Nieuw personeel
Werknemers die van baan en pensioenverzekeraar wisselen,
hebben recht op waardeoverdracht van pensioenrechten. Het
grafisch pensioenfonds zal altijd meewerken aan een overname
als dat in het voordeel van een verzekerde is. De ervaring
leert dat niet alle pensioenverzekeraars dezelfde beleidslijn
hanteren. Regelmatig wordt de medewerking onthouden
op het moment dat de wettelijke termijn verstreken is. De wettelijke
termijn voor het in gang zetten van de waardeoverdrachtprocedure
na aanvang van de pensioenverzekering bij
de nieuwe verzekeraar wordt 6 maanden.
Als de GBF geen bericht ontvangt van entree in de bedrijfstak,
kan de verzekerde niet benaderd worden met informatie over
zijn of haar mogelijkheden wat betreft het meenemen van pensioenrechten.
Dat kan leiden tot een breuk in de pensioenopbouw.
Een tijdige aanmelding is dus voor onze administratie
onmisbaar. De Pensioen- en spaarfondsenwet gaat er ook vanuit
dat werkgevers bij entree en vertrek hun medewerkers informeren
over het recht op waardeoverdracht.
Vertrekkend personeel
Ook als een werknemer uw bedrijf verlaat of arbeidsongeschikt
raakt, horen wij dat graag tijdig. Wij kunnen dan tussentijds
mutaties in onze administratie doorvoeren. Daarmee
wordt bijvoorbeeld voorkomen dat ten onrechte premie voor
de Anw-plus-verzekering bij de werkgever in rekening wordt
gebracht.