Vragenlijst directie 2008 - 2009

5. Kenmerken van het schoolbeleid
Geef telkens aan in hoeverre elke uitspraak van toepassing is op het beleid van uw school. Gelieve telkens slechts
één cijfer te omcirkelen.
1 = helemaal niet van toepassing 4 = eerder wel van toepassing
2 = niet van toepassing 5 = van toepassing
3 = eerder niet van toepassing 6 = volledig van toepassing
In onze school...
1. staan de leerkrachten in het lager onderwijs open voor de bespreking van onvolkomenheden
en mogelijkheden tot verbetering van de klaspraktijk
2. wordt er bij het formuleren van een advies tot zittenblijven vooral voortgegaan op het
oordeel van de klasleerkracht
3. wordt voortdurend gezocht naar betere wijzen om leer- en ontwikkelingsmoeilijkheden
aan te pakken
1 2 3 4 5 6
1 2 3 4 5 6
1 2 3 4 5 6
4. worden alleen kleuters die er echt voor klaar zijn tot het eerste leerjaar toegelaten 1 2 3 4 5 6
5. staan de leerkrachten in het lager onderwijs open voor het exploreren van nieuwe
mogelijkheden om de ontwikkeling van de leerlingen te stimuleren
1 2 3 4 5 6
6. stelt men hoge eisen aan de leerlingen 1 2 3 4 5 6
7. ligt de nadruk op het realiseren van goede leerprestaties 1 2 3 4 5 6
8. staan de leerkrachten in het lager onderwijs open voor suggesties tot vernieuwing en
optimalisering van de klaspraktijk
1 2 3 4 5 6
9. is er voor de leerlingen een duidelijk schoolreglement 1 2 3 4 5 6
10. geven we zonodig ook in de hogere leerjaren advies tot zittenblijven 1 2 3 4 5 6
11. worden de leerkrachten in het lager onderwijs goed begeleid in het optimaliseren van
hun klaspraktijk
12. hechten we heel veel belang aan het ontwikkelen van de sociale vaardigheden van de
leerlingen
1 2 3 4 5 6
1 2 3 4 5 6
13. ligt de nadruk op presteren op élk leergebied (ontwikkelingsdomein) 1 2 3 4 5 6
14. stoppen we in voorkomend geval heel wat energie in het proberen overtuigen van
ouders dat zittenblijven voor hun kind echt het beste is
1 2 3 4 5 6
15. worden leerlingen enthousiast gemaakt om te leren 1 2 3 4 5 6
16. stimuleert de directie prestatiegericht onderwijs 1 2 3 4 5 6
17. vormt de ontwikkeling van creativiteit één van de belangrijkste doelstellingen 1 2 3 4 5 6
18. staan de leerkrachten in het lager onderwijs open voor commentaren en suggesties die
de kwaliteit van de werking in de klas kunnen verbeteren
1 2 3 4 5 6
19. wordt er door leerkrachten geluisterd naar de meningen van de leerlingen 1 2 3 4 5 6
20. proberen we te compenseren voor de ontwikkelingskansen die de leerlingen thuis niet
krijgen
1 2 3 4 5 6
21. laten we leerlingen lager onderwijs principieel niet blijven zitten 1 2 3 4 5 6
22. is er een duidelijke gerichtheid op het bereiken van zo hoog mogelijke leerresultaten
voor élk leergebied
1 2 3 4 5 6
23. komen kennisgerichte doelen voorop 1 2 3 4 5 6
24. vinden we de sociale en persoonlijke ontwikkeling van leerlingen minstens even
belangrijk zo niet belangrijker dan de cognitieve ontwikkeling
25. adviseren we ouders van wie het kind niet rijp is om over te gaan, het eerste leerjaar
over te doen
1 2 3 4 5 6
1 2 3 4 5 6
26. komen leerkrachten graag werken 1 2 3 4 5 6
27. is het vooral belangrijk dat leerlingen zichzelf kunnen zijn en zichzelf kunnen ontdekken 1 2 3 4 5 6
- 12 -