12.07.2015 Views

FIOE V

FIOE V

FIOE V

SHOW MORE
SHOW LESS
  • No tags were found...

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2?4 Ï.Ö F VAN DEN WÏNTÊR.'Gy zult nu niet meer uw' velden zien bedekt met golvend graai*Uw'geboomt'geen vjugt meer dragen, maar onnut zijn plaats beilaao,Met verbazing zultge aanfchouwen, hoe door ftagen arrebeid,All wat vrugtbaar was te voren, uitgemergeld, nederleit.Maar de winter fcheïikt aan boomen, velden.aangename rust,En herftelt geknakte kragten, geeft aan alles nieuwen lust.Dus, indien de flaap aan 't menschdom weigerde .zijn dienst te biên,;Ach! van duizend duizend volken zou men niemand levend zien;Zonder hem, de matte leden vrugteloos ter rust gezet,Vrugteloos 't vermoeide lichaam neêrgeleid op 't zagte bed.Zonder zyne hulp kan 't leven van geen fchepfel ooit beftaan,'t Moet, ten zy .'t de (laap vernieuwe, door een wisfen dood vergaan 1 .Ziilken dienst dan, ais het flapen aan het veege menschdom doet,Dien bewijst aan veld en kruiden winter op denzclfden voet.Dat ook niemand aan den winter zyne ftormen fchamper wijt':Felle koude , fnceuw of hagel, eigen aan den wintertijd.Want dit alles brengt het Aardrijk, elk byzonder, voordcel aan,Of men moest de naakte waarheid loognen willen, ftout verfmaón.Koude, wie zou zulks niet weten? zuivert de aangefteken Iugt,ft Helder Oosten drijft de dampen, door zijn frisheid op de vlugr.Koude doet de veldmuis fterven, kou vernielt het ongediert,Dat het geen gewas befchadig', als het Zomers weelig tiert.Dan, op dat te ftrenge koude niet te zeer den weeken grondHinder', daalt de fneeuwvlok neder en bekleedt het all in 't rondMet een zuiver dons, dat de aarde tot een warmend vloertapijtStrekt, waaronder 't teder fpnütje zig verfchuilt, den vorst ten fpijt.•Ja de koude, zelfs hoe nypend, hardt de vrngten, hardt het ooft,Daar de Landman zig niet ydel alle voordcel uit belooft.Hier van ziet gy, wen de Winter foms wat zagter heerfchappyOefTen', en de fcherpe koude fomtijds meer gematigd zy;Hoe dan zelfs het kleinfte windje kan de zomervrugten fchaên,En 't gewas de minfle guurheid van het weêr niet wederihian. 'Zoo veel heils en zegeningen aantevoeren op zijn togtKan den Winter niet vernoegen,fehoon het ons vernoegenmogt;Als hy zyne milde gaven niet verdeel' door 't heele jaar,En zijn hulp en trouwen byftand ieder jaarty niet ervaar'.

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!