2011_07 - Gemeente Schiedam
2011_07 - Gemeente Schiedam
2011_07 - Gemeente Schiedam
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
JULI - AUGUSTUS <strong>2011</strong> JAArGAnG 17 no 7 cULTUreeL mAGAzIne<br />
Hoogstraat Vlaardingen/<strong>Schiedam</strong> 1960<br />
Het Hospice moet er uiteindelijk komen<br />
Gerard Verhulsdonk terug in <strong>Schiedam</strong><br />
e 5,-
Anneke Dunkhase,<br />
amazone<br />
Matras met<br />
perfect<br />
aansluitende<br />
elementen<br />
Swissfl ex en ik. Eén tijdens het slapen.<br />
NIEUW<br />
Een gezonde nachtrust door de synchroon-precisie tussen matras en lattenbodem. Het resultaat:<br />
• Perfecte aanpassing aan uw bewegingen tijdens de slaap.<br />
• In elke houding perfect in balans en een goede ondersteuning van top tot teen.<br />
• Anatomisch correct en tegelijk ontspannen, drukvrij liggen.<br />
Alleen Swissfl ex biedt deze unieke combinatie van matras en lattenbodem voor alle<br />
lichaamstypen aan, in een uitgebreid assortiment.<br />
Swissfl ex. Omdat een gezonde nachtrust het waard is.<br />
Synchroon-precisie = precieze samenwerking tussen matras en lattenbodem<br />
Paardrijden is mijn leven.<br />
Een gezonde nachtrust mijn stokpaardje.<br />
Hoogstraat 172-174 - 3111 HP <strong>Schiedam</strong> - Tel.: (010) 42 68 732<br />
www.bednodig.nl<br />
Orthopedische kussens thuis gratis testen.<br />
Brandersfeesten<br />
Parkeren: ABC Parkeergarage - Kreupelstraat. Gratis uitrijkaart.<br />
in een<br />
nieuw licht<br />
23|24|25<br />
september <strong>2011</strong><br />
Fun-Key events organiseert het<br />
in <strong>Schiedam</strong>. Benieuwd naar alles wat wij voor u<br />
kunnen betekenen? Kijk op www.fun-key.nl<br />
Westvest 38 | 3111 BW <strong>Schiedam</strong> | T 010 4270888<br />
Zelfregulerende<br />
lattenbodem<br />
Hoogstraat 172-174 - 3111 HP <strong>Schiedam</strong> - Tel.: (010) 4<br />
Hoogstraat 172-174 - 3111 HP <strong>Schiedam</strong> - Tel.: (010) 42 68 732<br />
www.bednodi<br />
www.bednodig.nl<br />
Orthopedische kussens thuis grat<br />
Orthopedische Parkeren: ABC kussens Parkeergarage thuis gratis - Kreupelstraat. testen. Gratis u<br />
Parkeren: ABC Parkeergarage - Kreupelstraat. Gratis uitrijkaart.<br />
E R K E N D<br />
B L OE M SI E R K U N S T E N A AR<br />
Hoogstraat 108-110, 3111 HL <strong>Schiedam</strong>, telefoon 010 - 426 75 12<br />
Bedrijfsabonnementen, rouwarrangementen, bruidsboeketten,<br />
exclusieve arrangementen<br />
Bezoek onze website: www.rosabloemen.nl
3 musis<br />
MUSIS juli - augustus <strong>2011</strong><br />
jaargang 17<br />
no 7<br />
ISSN 1568.9751<br />
Musis verschijnt 11 maal per jaar<br />
en informeert en opinieert<br />
onafhankelijk op het brede terrein<br />
van cultuur en samenleving.<br />
Musis is toegelaten als<br />
Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI)<br />
8049 60 057<br />
Uitgever: Stichting Musis<br />
Bestuur:<br />
Jan Franken, Dick Jansen, Loe Koppejan - voorzitter,<br />
Jos Poolman, Karin Visser, (vacature)<br />
Redactie en administratie:<br />
Broersvest 75-77<br />
3111 ED <strong>Schiedam</strong><br />
Telefoon: 010 473 55 18<br />
E-mail: redactie@musis.info<br />
Hoofdredacteur: Hans van der Sloot<br />
Redactie:<br />
Jeroen ter Brugge, Theo van Giezen,<br />
Sjef Henderickx, Jack Tsang, Rikkert Wijk<br />
Tekstredactie: Harriet Kruse<br />
Eindredactie: Laurens Priester<br />
Abonnement: minimaal e 35,-<br />
(jaarabonnement <strong>2011</strong>)<br />
(een hogere bijdrage wordt zeer op prijs gesteld)<br />
op rekeningnummer 81.33.79.555 Fortis<br />
Opzeggingen schriftelijk 2 maanden<br />
voor beëindiging abonnementsperiode.<br />
Advertentie-exploitatie:<br />
DK media, Schieweg 93, 2627 AT Delft<br />
Telefoon: 015 256 60 10<br />
Mobiel: 06 285 993 70<br />
MUSIS ONLINE OP<br />
http://archief.schiedam.nl/<br />
Van januari 2009 tot de maand voorafgaand aan<br />
het laatste nummer (juni <strong>2011</strong>) is Musis<br />
volledig leesbaar op de website van het<br />
<strong>Gemeente</strong>archief <strong>Schiedam</strong> / publicaties.<br />
Het Musisarchief is volledig doorzoekbaar.<br />
Alle auteursrechten en datarecht berusten bij<br />
Stichting Musis en de auteurs. Het onderwijs en<br />
educatieve instellingen kunnen op Musis een beroep<br />
doen bij het geschikt maken van onderwerpen voor<br />
lessen en projecten.<br />
Lithografie en druk: TDS printmaildata, <strong>Schiedam</strong><br />
Alle auteursrechten en datarecht berusten<br />
bij Stichting Musis en de auteurs.<br />
Omslag:<br />
De Hoogstraat gezien vanaf de Koemarkt/Broersvest,<br />
Herman Paradies, olieverfschilderij, circa 1950,<br />
<strong>Gemeente</strong>archief <strong>Schiedam</strong><br />
Inhoudsopgave<br />
4 Tegenwind voor het Hospice<br />
8 De Hoogstraat terug naar af<br />
14 'Nazarener' Gerard Verhulsdonk terug in <strong>Schiedam</strong><br />
18 Museumvondsten<br />
20 Willem O(dysseus) Duys, Pluvius en Morfeus<br />
23 Column: Weg met de koepel<br />
24 Een <strong>Schiedam</strong>se burgemeester in Baarland<br />
28 De honneur en het aansien van dese stadt<br />
32 Het is zoals het is: het 'nieuwe' Emaus<br />
4<br />
20<br />
De jaren 1950<br />
Zowel Aad Wagenaar als Hans van der Sloot staan in dit nummer stil bij de<br />
jaren 1950. Wagenaar herinnert zich het optreden van Willem (later ‘O’) Duys<br />
als jong presentator en animator van de roemruchte <strong>Schiedam</strong>se Feestweken<br />
op het door duizenden <strong>Schiedam</strong>mers bezochte Plantage Podium. Het was hier<br />
dat Willem Duys als journalist van Het Vrije Volk en vast medewerker van de<br />
<strong>Schiedam</strong>se Gemeenschap zijn loopbaan als presentator begon die hem later<br />
de status van bekende Nederlander zou bezorgen.<br />
Aan de sloop van dit openluchtpodium, dat door architectuurkenners tot de<br />
markante scheppingen uit de Wederopbouw (1945-1965) wordt gerekend,<br />
heeft de gemeenteraad z’n fiat gegeven, door het bouwwerk de status van<br />
gemeentelijk monument te onthouden. Zonde, zegt hij.<br />
De jaren 1950 zijn ook een thema in het artikel over de Hoogstraten waarin<br />
wordt nagegaan waarom het publiek deze winkelstraten de rug heeft toegekeerd.<br />
Het <strong>Schiedam</strong>s gemeentearchief verwierf in 2009 een olieverfschilderij<br />
van Herman Paradies die de sfeer van de <strong>Schiedam</strong>se Hoogstraat heel<br />
herkenbaar maakt. Zo niet de politieagent in z’n ‘oude’ uniform van voor<br />
1961. Is het motoragent Peet van der Voort die daar zo prominent staat of<br />
de bijgenaamde agent Platvoet, de schrik van alle jongens in het centrum?<br />
Of is het hoofdagent Van Lith?<br />
8<br />
24<br />
14<br />
28<br />
18<br />
32
Tegenwind<br />
tekst: Robert van Herk<br />
foto: Jan van Kampenhout<br />
voor het Hospice<br />
In 2009 kon u in het julinummer van Musis lezen over de plannen voor het Hospice Nieuwe<br />
Waterweg Noord. Een zogenaamd bijna-thuis-huis, centraal gelegen in Vlaardingen, waar<br />
terminale patiënten afscheid kunnen nemen van het leven. Destijds een opvallend initiatief,<br />
maar hoe staat het er nu, dik twee jaar later, eigenlijk voor?<br />
"Ook toevallig dat u belt, op dit moment wachten we op een<br />
uitspraak van de Raad van State," zegt Judith Roodenburg<br />
als ik haar opbel. Judith, in het dagelijks leven apotheker,<br />
is secretaris voor Stichting Hospice NWN. "De plannen en<br />
financiering zijn rond, maar de buurtbewoners hebben<br />
bezwaar aangetekend. Dat snap ik wel hoor – een typisch<br />
geval van 'not in my backyard' – maar misschien kunt u beter<br />
met onze voorzitter praten." Die voorzitter is Ben van der<br />
Velde. Toen enkele initiatiefnemers, veelal uit de zorg, in 2004<br />
het idee voor een hospice in onze regio lanceerden, vonden<br />
ze al snel een gewillig oor bij deze voormalige wethouder<br />
in Vlaardingen. In 20<strong>07</strong> trad Van der Velde af, maar zijn<br />
enthousiasme was de mensen van het hospice bijgebleven;<br />
vandaar dat hij in 2008 gevraagd werd om voorzitter te<br />
worden.<br />
Principieel bezwaar<br />
We besluiten elkaar te ontmoeten bij de beoogde bouwlocatie<br />
van het hospice, een lommerrijk grasveldje aan de Prinses<br />
Margrietlaan in het welgestelde Holy Zuidwest, door<br />
Vlaardingers prozaïsch de Goudkust gedoopt. Het is de<br />
eerste tropische dag van <strong>2011</strong>. Het veldje ligt er verlaten bij.<br />
Een gelikt bouwbord op de hoek van de Prinses Margiet- en<br />
Prinses Beatrixlaan voorspelt de komst van het hospice. Van<br />
der Velde is nog niet gearriveerd. Eerst maar eens poolshoogte<br />
nemen bij de buurtbewoners. Ik bel aan bij een willekeurig<br />
huis, waar een aardige dame open doet. Ze wil liever niet<br />
met naam en toenaam in Musis, maar neemt uitgebreid de<br />
moeite om me bij te praten. "Onze buurt voelt zich een beetje<br />
bekocht", ze wijst naar het veldje voor haar deur: "Eerst<br />
zouden hier vier eengezinswoningen komen – eigenlijk ook al<br />
zonder overleg – en zou het trapveldje behouden blijven, maar<br />
vervolgens wijzigt de gemeente ineens het bestemmingsplan<br />
en krijgt het veldje een zorgbestemming." Dat laatste ziet<br />
ze duidelijk niet zitten: "Dat betekent veel meer verkeer,<br />
parkeerproblemen, drukte! Nou, dan hebben we liever die vier<br />
eengezinswoningen. Terecht toch, dat de bewonersvereniging<br />
De Groene Long protest heeft aangetekend?"<br />
De familie De Vilder woont iets verderop. Zij hebben de<br />
zaak ook bij de Raad van State aanhangig gemaakt. De<br />
heer De Vilder: "Weet je, het gaat ons niet eens zo zeer om<br />
het hospice, maar deze bestemmingswijziging maakt ook<br />
andersoortig gebruik mogelijk. We verwijten de gemeente<br />
vooral dat het geen betrouwbare gesprekspartner is gebleken.<br />
Destijds hebben we uitvoerig ingesproken op de gemeentelijke<br />
Ontwikkelingsvisie Holy Zuidwest. We gingen schoorvoetend<br />
akkoord met de vier geplande eengezinswoningen voor ons<br />
huis en vervolgens wijzigt de gemeente, zonder overleg, het<br />
bestemmingsplan. Een beetje vreemd als je als gemeente<br />
zoveel waarde hecht aan burgerparticipatie."<br />
Door de strot geduwd?<br />
Op naar Ben van der Velde die, zoals afgesproken, bij de<br />
houten fietsbrug over de Vaart op me staat te wachten.<br />
We zoeken een bankje in de schaduw. Raar contrast. Een<br />
gesprek over een hospice voor terminale patiënten, terwijl<br />
levenslustige pubers hun vertier zoeken bij de Vaart.<br />
"De buurtbewoners zijn niet erg blij met het hospice. Het<br />
wordt ze door de strot geduwd, zeggen ze." Van der Velde<br />
reageert gelaten: "Tja, door de strot geduwd. De bestemmingsplanwijziging<br />
en het aanvragen van de bouwvergunning is<br />
keurig volgens procedure gebeurd. Er is een inspraakronde<br />
geweest, de gemeenteraad heeft er over gestemd, de wijziging<br />
heeft ter inzage gelegen en dat hebben de bewoners aangegrepen<br />
om te protesteren bij de Raad van State. Ze zien het<br />
hospice inderdaad niet zitten, maar het wordt ze zeker niet<br />
door de strot geduwd. Alles gaat volgens het boekje. Voor het<br />
hospice is in ieder geval geen betere plek denkbaar. Ik hoop<br />
maar dat de Raad van State de bezwaren ongegrond vindt."<br />
Goede sier<br />
Waarom gekozen voor deze omstreden locatie? "Het hospice<br />
is bedoeld voor terminale patiënten uit <strong>Schiedam</strong>, Vlaardingen<br />
en Maassluis", zegt Van der Velde: "Een centrale ligging<br />
in de regio heeft daarom de voorkeur." Dat klinkt redelijk,<br />
maar bewonersvereniging De Groene Long suggereert dat<br />
nieuwbouwpark Hoog Lede nog beter geschikt is. De heer De<br />
Vilder: "Dat ligt dichter bij de A20 en in de Ontwikkelingsvisie<br />
Holy Zuidwest was al rekening gehouden met een zorgfunctie<br />
op deze locatie. De gemeente, of eigenlijk het Vlietland<br />
Ziekenhuis, kon met zo'n zorgbestemming echter geen goede<br />
deal sluiten met de projectontwikkelaar. Een centenkwestie<br />
dus." Enigszins tegenstrijdig, want tegelijkertijd is de gemeente<br />
Vlaardingen zo enthousiast over het plan voor het bijnathuis-huis<br />
dat ze het alternatieve terrein langs de Vaart voor<br />
een schappelijke prijs aan het hospice hebben aangeboden.<br />
Grond voor woningen zou in deze wijk al snel 400 euro per<br />
vierkante meter opleveren, het hospice hoeft echter maar<br />
175 euro per meter te betalen. Toch ook een flinke financiële<br />
aderlating. Waarom dit Vlaardings enthousiasme? Er zijn immers<br />
al palliatieve units in bestaande verpleeghuizen? "Ons hospice<br />
is geen gewone palliatieve unit. Nee, het gaat om een zogenaamd<br />
bijna-thuis-huis. Daar zijn er al bijna honderd van in<br />
heel Nederland, maar hier in de regio bestaat zoiets nog niet",<br />
zegt Van der Velde: "Er is echter wel behoefte aan; dat hebben<br />
we laten onderzoeken onder huisartsen." Een mooi initiatief<br />
dus waar de gemeente Vlaardingen goede sier mee maakt.<br />
musis 4
Patiënten van een bijna-thuis-huis zoeken een kwaliteitsvolle omgeving<br />
waar zij kunnen sterven, omdat dat thuis niet kan of omdat ze hun<br />
omgeving niet tot last willen zijn. De enige zorg komt van de wijkverpleegkundige,<br />
hun eigen huisarts en, bij het Vlaardingse hospice,<br />
van zo'n zeventig (!) vrijwilligers. Niet verwonderlijk dat de buurt<br />
vreest voor verkeersoverlast. "Dat gaat echt meevallen hoor", reageert<br />
Van der Velde: "Zeg nou zelf, straks zijn er maximaal vijf terminale<br />
patiënten, in een wijk zonder noemenswaardig verkeer en met heel veel<br />
parkeerruimte. Ik verwacht dat er hooguit tien parkeerplekken nodig zijn.<br />
Bovendien komen de vrijwilligers meestal op de fiets. Zo halen ze ook<br />
de boodschappen voor de bewoners."<br />
5 musis<br />
Ben van der Velde,<br />
voorzitter Stichting Hospice<br />
Nieuwe Waterweg Noord
...WIJ GAAN NOG EVEN DOOR...<br />
UW OUDE BRIL<br />
IS GELD WAARD<br />
DEZE DEZE SUCCESVOLLE<br />
SUCCESVOLLE<br />
AKTIE AKTIE STOPPEN STOPPEN WIJ<br />
NOG NOG LANG LANG NIET! NIET!<br />
DOE DOE DUS DUS MEE..!<br />
MEE..!<br />
INRUIL-<br />
PREMIE<br />
€100,- OF<br />
€50,-!<br />
Ruil uw oude bril in en ontvang tot 100,- euro<br />
inruilpremie bij aanschaf van een nieuwe<br />
complete bril uit onze gehele collectie. Uw oude bril<br />
geeft iemand in een 3e wereldland weer kans op een<br />
beter (vooruit)zicht. Kom nu naar Tempel Optiek en<br />
doe mee. Deze aanbieding komt nog bovenop de<br />
vergoeding van uw zorgverzekeraar.<br />
Tempel Optiek<br />
werkt samen met alle<br />
zorgverzekeraars.<br />
Hoogstraat 2 • 3111 HH <strong>Schiedam</strong> • Tel (010) 473 59 19<br />
www.tempeloptiek.nl
Weinig overlast<br />
Zo'n bijna-thuis-huis is een relatief nieuw verschijnsel.<br />
In een traditioneel zorgcentrum is alle professionele hulp<br />
voorhanden, van psychiater tot verpleegkundigen. Bewoners<br />
worden intensief verzorgd en verblijven er vaak maanden.<br />
In bijna-thuis-huizen komen echter alleen uitbehandelde<br />
patiënten, die in de praktijk hooguit twee tot drie weken<br />
blijven. Patiënten van een bijna-thuis-huis zoeken een<br />
kwaliteitsvolle omgeving waar zij kunnen sterven, omdat<br />
dat thuis niet kan of omdat ze hun omgeving niet tot last<br />
willen zijn. De enige zorg komt van de wijkverpleegkundige,<br />
Ontwerp van Geluk en Treurniet van het Hospice.<br />
hun eigen huisarts en, bij het Vlaardingse hospice, van zo'n<br />
zeventig (!) vrijwilligers. Niet verwonderlijk dat de buurt<br />
vreest voor verkeersoverlast. "Dat gaat echt meevallen hoor",<br />
reageert Van der Velde: "Zeg nou zelf, straks zijn er maximaal<br />
vijf terminale patiënten, in een wijk zonder noemenswaardig<br />
verkeer en met heel veel parkeerruimte. Ik verwacht dat er<br />
hooguit tien parkeerplekken nodig zijn. Bovendien komen<br />
de vrijwilligers meestal op de fiets. Zo halen ze ook de<br />
boodschappen voor de bewoners."<br />
Financieel rond<br />
De buurt mag haar reserves hebben, andere instellingen,<br />
bedrijven en burgers reageren enthousiast. De bouw van<br />
het bijna-thuis-huis wordt gefinancierd en begeleid door de<br />
woningcorporaties Waterweg Wonen en Samenwerking. Uit<br />
het oogpunt van 'maatschappelijk verantwoord ondernemen'<br />
zorgen ze straks ook voor het onderhoud. Stichting Hospice<br />
NWN huurt het gebouw vervolgens voor een symbolische<br />
euro per jaar. De volledige inrichting van de vijf kamers, de<br />
gezamenlijke woonkamer en de meditatieve ruimte wordt<br />
weer door andere bedrijven, fondsen en organisaties, maar<br />
ook door particulieren gesponsord. De gemeentes Maassluis,<br />
<strong>Schiedam</strong> en Vlaardingen dragen 180.000 euro bij (een<br />
euro per inwoner) en tenslotte worden de twee betaalde<br />
coördinatoren, die samen met de vrijwilligers het hospice<br />
gaan runnen, gefinancierd met rijkssubsidies. Zo wist stichting<br />
Hospice NWN in totaal 2,4 miljoen euro bijeen te brengen. "De<br />
eigen bijdrage is straks slechts 30 euro per dag. We hebben<br />
de exploitatie nu zo ingericht dat we met de opbrengsten ook<br />
minderdraagkrachtigen een plek kunnen bieden", aldus Van<br />
der Velde.<br />
We wandelen naar het bouwbord aan de rand van het veldje.<br />
Ook deze uiting is gesponsord. Een artist impression van het<br />
hospice geeft een aardige indruk van het project. De laagbouw<br />
met mos-sedumdak van architect Sjaak Ruiter schikt zich<br />
naar de bungalows en villa's in de rest van de wijk. "Ook de<br />
architect en de binnenhuisarchitect (Rian van Dijk), werken<br />
voor een schappelijke prijs", zegt Van der Velde trots: "En<br />
we hebben zelfs al dertig aanmeldingen van vrijwilligers;<br />
7 musis<br />
van klusjesman tot verzorger. Spontaan! Zonder adverteren!<br />
Conny Yap, een van onze adviseurs, heeft al twee hospices<br />
opgezet en zal helpen met het selecteren en opleiden van de<br />
vrijwilligers. Dat gaat helemaal goed komen. We zijn er klaar<br />
voor."<br />
Positief gestemd<br />
We kunnen dus voorzichtig concluderen dat het, ondanks<br />
de protesten van omwonenden, goed gaat met het hospice.<br />
Veel hangt af van de uitspraak van de Raad van State. "Die<br />
uitspraak moet nu zo'n beetje bekend worden", zegt Van<br />
der Velde: "Ik ben positief gestemd, maar ook een beetje<br />
gefrustreerd. Eigenlijk had het hospice er al moeten staan.<br />
Door alle bezwaren hebben we veel vertraging opgelopen.<br />
In mijn tijd als wethouder heb ik heel wat te stellen gehad<br />
met een opvang voor dak- en thuislozen in de Vettenoordse<br />
Polder. Die emoties kon ik goed begrijpen, maar welk<br />
bezwaar kun je nu hebben tegen een hospice? Waarom zou<br />
een hospice erger zijn dan vier villa's? Wie rouwt er om een<br />
trapveldje dat nauwelijks gebruikt wordt en een groot deel<br />
van het jaar blank staat?"<br />
De Raad van State heeft op 28 juli <strong>2011</strong> de bezwaren<br />
van de buurtbewoners tegen de komst van het hospice<br />
verworpen. Voor meer informatie over het hospice, ga<br />
naar www.hospice-nwn.nl<br />
De familie De Vilder woont iets<br />
verderop. Zij hebben de zaak ook<br />
bij de Raad van State aanhangig<br />
gemaakt. De heer De Vilder:<br />
"Weet je, het gaat ons niet eens<br />
zo zeer om het hospice, maar<br />
deze bestemmingswijziging<br />
maakt ook andersoortig gebruik<br />
mogelijk. We verwijten de<br />
gemeente vooral dat het geen<br />
betrouwbare gesprekspartner<br />
is gebleken. Destijds hebben<br />
we uitvoerig ingesproken op de<br />
gemeentelijke Ontwikkelingsvisie<br />
Holy Zuidwest. We gingen<br />
schoorvoetend akkoord met<br />
de vier geplande eengezinswoningen<br />
voor ons huis en<br />
vervolgens wijzigt de gemeente,<br />
zonder overleg, het bestemmings-<br />
plan. Een beetje vreemd als je<br />
als gemeente zoveel waarde<br />
hecht aan burgerparticipatie."
De Hoogstraat<br />
terug naar af<br />
Ze waren de trots van de stad. Levensaders, luxe winkel- en uitgaansgebied<br />
tegelijk. Wie zich op een zomerse zaterdagmiddag in Vlaardingen of <strong>Schiedam</strong><br />
op de Hoogstraat begaf kon er vrijwel zeker van zijn er de halve gemeenschap<br />
tegen te komen. Een 'Hoogstraatje pakken' deden de meeste flaneurs voor het<br />
vermaak. Winkelen behoorde tot de doordeweekse bezigheden.<br />
tekst: Hans van der Sloot<br />
foto's: <strong>Gemeente</strong>archief <strong>Schiedam</strong>, Stadsarchief Vlaardingen<br />
Hoogstraat <strong>Schiedam</strong> in de richting van de Appelmarkt, 1974. Foto: J.F.H. Roovers<br />
musis 8
Tot ver in de jaren 1980 waren de Hoogstraten in Vlaardingen<br />
en <strong>Schiedam</strong> de levensaders van de stad. In Rotterdam<br />
kwam de grandeur van de Hoogstraat met z'n grote winkels<br />
en bioscopen ten einde door het bombardement van 14<br />
mei 1940 en zou nooit meer herstellen. Toch vormde ook<br />
die Hoogstraat – als voorzetting van de Oostzeedijk – via<br />
<strong>Schiedam</strong>sedijk, Westzeedijk, Rotterdamsedijk, de verbinding<br />
met de Hoogstraat in <strong>Schiedam</strong> die dan weer via Dam,<br />
Vlaardingerdijk, <strong>Schiedam</strong>sedijk de Hoogstraat in Vlaardingen<br />
werd om zich als Maassluissedijk wederom in het landschap<br />
te verliezen.<br />
Zowel in <strong>Schiedam</strong> als Vlaardingen holde de Hoogstraat met<br />
het aanbreken van het laatste kwart van de twintigste eeuw<br />
achteruit. Dit gold overigens niet exclusief voor <strong>Schiedam</strong><br />
of Vlaardingen. Overal raakte de kleine middenstand in de<br />
verdrukking. In een inmiddels ontelbaar aantal artikelen wordt<br />
geklaagd over het deficit van de <strong>Schiedam</strong>se winkelstand<br />
en leegloop van de Hoogstraat in Vlaardingen. Maar bedenk<br />
daarbij wel dat de lokale middenstand in kleinere steden in<br />
onder andere Frankrijk geheel om zeep geholpen is door de<br />
ongebreidelde groei van de Centres Commerciales.<br />
In Rotterdam is de situatie niet anders. Ook daar wordt<br />
de Hoogstraat – zeker verderop in de richting van het<br />
Oostplein geteisterd door verval en leegloop. Ook daar<br />
de knakenkrakers die als hedendaagse marktkramers<br />
voor een paar maanden hun dubbeltjeshandel drijven, om<br />
vervolgens weer met de noorderzon te vertrekken. Zowel<br />
de <strong>Schiedam</strong>se als Rotterdamse Hoogstraat ondervonden<br />
na de jaren '70 in toenemende mate concurrentie van het<br />
herstel van de Rotterdamse binnenstad. Ook de verschuiving<br />
van het kernwinkelgebied speelde een grote rol. Lag het<br />
Rotterdamse koopcentrum tot het bombardement van mei<br />
1940 geconcentreerd tussen Coolsingel en Oostplein met<br />
een brede uitwaaiering naar Hofplein en Pompenburg en<br />
het oude havengebied rondom Leuve- en Glashaven, na<br />
de Tweede Wereldoorlog vindt een 'groepering van betere<br />
winkels' plaats langs de Oude en Nieuwe Binnenweg met de<br />
Lijbanen als kwalitatief hoogstaande en bovendien gelukkige<br />
stedenbouwkundige ingreep daarnaast. Het Rotterdamse<br />
Hoogstraatkwartier, hoewel met veel ambitie bebouwd,<br />
ondervond van meet af aan daarvan de gevolgen. Groots<br />
opgezette winkels als de Galeries Modernes – voor de oorlog<br />
een begrip in Rotterdam- en Gerzon konden het al snel niet<br />
bolwerken en ook op de Nieuwe Markt, de Kipstraat en Korte<br />
Hoogstraat bleef het stil. Met hoeveel aplomb de nieuwbouw<br />
daar ook werd gepresenteerd.<br />
Zowel in <strong>Schiedam</strong> als Vlaardingen holde de Hoogstraat met het<br />
aanbreken van het laatste kwart van de twintigste eeuw achteruit.<br />
Dit gold overigens niet exclusief voor <strong>Schiedam</strong> of Vlaardingen. Overal<br />
raakte de kleine middenstand in de verdrukking. In een inmiddels<br />
ontelbaar aantal artikelen wordt geklaagd over het deficit van de<br />
<strong>Schiedam</strong>se winkelstand en leegloop van de Hoogstraat in Vlaardingen.<br />
Maar bedenk daarbij wel dat de lokale middenstand in kleinere<br />
steden in onder andere Frankrijk geheel om zeep geholpen is door<br />
de ongebreidelde groei van de Centres Commerciales.<br />
9 musis<br />
Hoogstraat <strong>Schiedam</strong>, gezien in de richting van het Broersveld. Foto: C.M. Tholens<br />
Albert Teunissen (rechts) met zijn draaiorgel in 1967 in de Hoogstraat <strong>Schiedam</strong>.<br />
Foto: Robert Collette
Bezorgdienst Van Gend & Loos op de Hoogstraat <strong>Schiedam</strong> in 1950. Foto: C. Breur<br />
Patatje eten bij een automatiek op de Hoogstraat <strong>Schiedam</strong>, 1967.<br />
Foto: Robert Collette<br />
Hoogstraat <strong>Schiedam</strong> tussen de Appelmarkt en Korte Dam, 1967.<br />
Foto: Robert Collette<br />
musis 10
Zuigkracht<br />
In <strong>Schiedam</strong> klaagde burgemeester J.W. Peek in 1952 al over<br />
de zuigkracht van het zich snel ontwikkelende Rotterdam.<br />
Hij zei daarmee niets nieuws, want ook ver voor de Tweede<br />
Wereldoorlog was er sprake van spanning in de relatie. Zeker<br />
nadat in 1911 pogingen werden ondernomen om <strong>Schiedam</strong><br />
te annexeren zoals met randgemeente Hillegersberg, in 1928<br />
en 1934 nog eens zonder succes herhaald en in de jaren<br />
1980 zelfs vurig bepleit door de <strong>Schiedam</strong>se wethouder Chris<br />
Zijdeveld.<br />
Toch leek er in de jaren 1960 en '70 uiterlijk nog weinig aan<br />
de hand. De Hoogstraat vertoonde nog steeds een mengeling<br />
van allerhande winkels, variërend vanaf een kleine zaak<br />
die zich had gespecialiseerd in het ophalen van ladders in<br />
nylonkousen tot galanterieën, een apotheker, een groothandel<br />
in dranken, een handvol cafés, paraplu- en hoedenwinkels en<br />
een keur aan slagerijen, groentewinkels, speelgoedwinkels,<br />
kruideniers, brood- en banketbakkers, sigarenwinkels, slijterijen,<br />
boekhandels en bloemisten. Uitgesproken luxewinkels<br />
waren op de Hoogstraat in de minderheid, een enkele<br />
kledingzaak daargelaten. Die werden eerder gevonden op<br />
de Rotterdamsedijk, onder de flat Singelwijck, de Gerrit<br />
Verboonstraat en Oranjegalerij, in of nabij de ambitieuze<br />
projecten waarmee <strong>Schiedam</strong> een nieuwe grootstedelijkheid<br />
onderstreepte.<br />
De pogingen van dit moment<br />
zijn erop gericht om de<br />
<strong>Schiedam</strong>mers en Vlaardingers<br />
weer in groten getale terug<br />
te krijgen op de Hoogstraat.<br />
Waarbij de foto's uit de jaren<br />
1960 en 1970 al gelijk leren<br />
wat daarvoor een eerste stap<br />
moet zijn. Begin 'ns met het<br />
opruimen van al die rotzooi,<br />
die hele uitdragerij van outlets<br />
en wapperborden waarmee de<br />
winkeliers de aandacht op zich<br />
denken te vestigen, maar in<br />
werkelijkheid hun klanten van<br />
de deur jagen.<br />
11 musis<br />
Jongeren op de <strong>Schiedam</strong>se Hoogstraat hoek Koemarkt in 1950. Foto: C. Breur<br />
Hoogstraat <strong>Schiedam</strong> in de richting van de Appelmarkt. Foto: J. van der Hoeven<br />
Hoogstraat <strong>Schiedam</strong> vanaf de Bokkensteeg richting Korte Dam, 1960.<br />
Foto: C.A. van der Zee
Hoogstraat Vlaardingen eind jaren 1950, begin jaren 1960. Foto's boven, middenrechts, linksonder: J.F.H. Roovers; foto's middenlinks, rechtsonder: fotograaf onbekend<br />
musis 12
In Vlaardingen was het beeld niet anders. De ambities<br />
waarmee in <strong>Schiedam</strong> even voor de Tweede Wereldoorlog<br />
de Rotterdamsedijk, de Passage, en de HAV-bank werden<br />
gerealiseerd (na de oorlog gecompleteerd met de Grensflat<br />
en de Oranjegalerij), houden ten nauwste verband met<br />
de opkomst van <strong>Schiedam</strong> als belangrijk centrum voor<br />
scheepsbouw en scheepsreparatie. In Vlaardingen was<br />
de eerzucht op later datum niet minder. De inzet van het<br />
gemeentebestuur, aangejaagd door de tomeloze burgemeester<br />
Jan Heusdens, is nog altijd zichtbaar in de grote<br />
stedenbouwkundige ingrepen van dat moment. Vlaardingen<br />
stelde zich tot taak in minder dan één generatie te transformeren<br />
tot een grote, moderne industriestad en regiocentrum<br />
voor het grote gebied tot aan de grens van de Haaglanden.<br />
Over hoe deze ontwikkeling vorm moest krijgen in het<br />
centrum had Heusdens een uitgesproken mening die hij<br />
in 1961 verwoordde met: "De oude, naar hedendaagse<br />
begrippen, benauwde binnenstad zal moeten verdwijnen en<br />
vervangen worden door een city, het moderne Vlaardingen<br />
waardig. Als integrerend onderdeel is een brede verkeersweg<br />
dwars over de nieuwe binnenstad geprojecteerd, waarvan<br />
met het eerste gedeelte een dezer weken begonnen wordt.<br />
Pleinen, winkelstraten, parkeerterreinen, compleet met grote<br />
warenhuizen, restaurants enz. zullen de plaats innemen van<br />
1.600 oude pandjes die hier successievelijk verdwijnen. De<br />
eerste segmenten van deze nieuwe binnenstad zijn reeds<br />
verwezenlijkt en jaarlijks wijkt de oude huizengordel verder<br />
terug om plaats te maken voor moderne hoogbouw met<br />
winkels van grootsteedse allure."<br />
Elke vlek bereikbaar<br />
Overigens had de opening van het moderne Liesveld, gebouwd<br />
naar de perceptie van Jan Heusdens en zijn medebestuurders<br />
aanvankelijk slechts geringe gevolgen voor de winkelstand<br />
op de Hoogstraat. De zuigkracht deed zich sterk gelden voor<br />
de winkels die op het moderne Liesveld, het Veerplein en de<br />
Korte Hoogstraat, nieuwe kansen zagen. Deze vormden echter<br />
geen meerderheid. De terugloop kwam later pas.<br />
Aan het verval van de middenstand op de Hoogstraat in beide<br />
steden lagen meerdere ontwikkelingen gelijktijdig ten grondslag.<br />
De snel toenemende (auto)mobiliteit, de ontwikkeling<br />
van het grootwinkelbedrijf en de overdekte winkelcentra<br />
zijn er enkele. De groei van de bevolking met inwoners<br />
van buiten, die in principe geen binding hadden met de<br />
oude binnensteden en hun tradities is een andere. Ook het<br />
koopgedrag veranderde snel, mede ook door mobiliteit en<br />
13 musis<br />
het verkleinen van afstanden door met name het openbaar<br />
vervoer. Over dat laatste is (en wordt) veelvuldig geklaagd<br />
en gekankerd. Maar waar het openbaar vervoer betreft<br />
kan niet worden ontkend dat dit – in capaciteit, comfort en<br />
frequentie – vanaf pakweg de jaren '70 een geweldige groei<br />
heeft doorgemaakt. Al klagend over dienstregelingen en<br />
wachttijden, verliezen we al te gemakkelijk uit het oog dat<br />
in Nederland letterlijk elke vlek met het openbaar vervoer<br />
bereikbaar is. Meestal ook binnen beperkte tijd. En altijd met<br />
het nodige zitcomfort en goed afgeveerd. Een vaste reden<br />
tot klagen geven ook de vaste ketenwinkels die in elk (koop)<br />
centrum van enige omvang worden aangetroffen. Overal een<br />
Wibra, een Blokker, D-reizen of een Marskramer. Waarbij de<br />
her en der reizende bezoeker – steeds hopend op iets nieuws,<br />
iets eigens, in Hellevoetsluis, Naaldwijk of Dordrecht – uit het<br />
oog verliest dat deze ketenzaken overal hun functie hebben.<br />
Want het zal je toch maar gebeuren dat je van Naaldwijk naar<br />
Dordrecht moet om daar een Wibra of een Marskramer te<br />
treffen.<br />
Ook de ontwikkeling van het grootwinkelbedrijf heeft de<br />
kleine middenstand zwaar getroffen. Maar wie in Vlaardingen<br />
of in <strong>Schiedam</strong> wijst op het verlies van zoveel kruideniers,<br />
tabakszaken, groenteboeren en bakkers gaat eraan voorbij dat<br />
de huidige grootwinkelbedrijven in en rond het stadscentrum<br />
een aanzienlijk groter winkeloppervlak bieden dan al die<br />
winkels van vroeger tezamen. Met een navenant assortiment,<br />
waarin specialiteiten een minstens even groot aandeel hebben<br />
als de eerste levensbehoeften.<br />
In het karakter van de Hoogstraten in Vlaardingen en<br />
<strong>Schiedam</strong> ligt de geschiedenis van eeuwen besloten. Juist<br />
in de individuele architectonische vernieuwingen. En aanpassingen<br />
aan de smaak van het moment. De pogingen<br />
van dit moment zijn erop gericht om de <strong>Schiedam</strong>mers en<br />
Vlaardingers weer in groten getale terug te krijgen op de<br />
Hoogstraat. Waarbij de foto's uit de jaren 1960 en 1970 al<br />
gelijk leren wat daarvoor een eerste stap moet zijn. Begin 'ns<br />
met het opruimen van al die rotzooi, die hele uitdragerij van<br />
outlets en wapperborden waarmee de winkeliers de aandacht<br />
op zich denken te vestigen, maar in werkelijkheid hun klanten<br />
van de deur jagen. Begin met er weer een gewone straat van<br />
te maken. Een straat waar de Vlaardingers en <strong>Schiedam</strong> zich<br />
in herkennen, die aansluit bij de stedelijke behoeften van dit<br />
moment, beredeneerd vanuit de gemeenschap zelf. Terug naar<br />
af dus.<br />
Hoogstraat Vlaardingen eind jaren 1950, begin jaren 1960, met links de winkel van distilleerderij W. van Toor, foto A.J. van Druten; rechts ansichtkaart 1962.
'Nazarener'<br />
Gerard Verhulsdonk<br />
terug in <strong>Schiedam</strong><br />
musis 14
Na een afwezigheid van achttien jaar is<br />
Gerard Verhulsdonk terug in <strong>Schiedam</strong>.<br />
Als raadslid maakte hij 31 jaar deel uit van<br />
het stadsbestuur. Nu slaat hij, 86 jaar oud,<br />
werkloos vanachter het raam van een luxe<br />
seniorenflat het leven op de Burgemeester<br />
Knappertlaan gade, een glaasje rosé binnen<br />
handbereik. Hij moet wennen aan de rol van<br />
toeschouwer. Maar hij heeft geen spijt dat<br />
hij is teruggekeerd naar zijn geboorteplaats.<br />
Zwart Nazareth is opgefrist, heeft hij tot zijn genoegen vastgesteld,<br />
heeft zelfs allure gekregen met een wandelpromenade<br />
langs de Schie en een stationsplein dat een grote stad niet zou<br />
misstaan. En wat een genot om dat vertrouwde taaltje weer te<br />
horen. "Als ik in de groentewinkel vijftien mandarijnen bestel,<br />
zegt de vrouw achter de toonbank met een knipoog: voor u<br />
doet ik er eentje extra bij. Doet, weet je wel: stam plus t."<br />
"We gingen samen naar het wijze oosten. Als een eenzame<br />
cowboy kwam ik terug in het wilde westen." Aldus vat hij zijn<br />
nieuwe levensomstandigheden samen. In 1993 vertrokken<br />
Gerard en zijn vrouw Rita naar Nijmegen om daar een mooi<br />
pand aan de rand van de binnenstad te betrekken. Ze hadden<br />
genoeg gewerkt en gingen van hun levensavond genieten in<br />
Rita's geboortestad. Het Bourgondische daar beviel hen goed.<br />
Aardige mensen, minder gestrest dan in de Randstad. Maar<br />
in 2005 overleed zijn vrouw, een zware slag. Met Rita's dood<br />
verloor hij tevens zijn relatie met Nijmegen.<br />
Het was zijn vriend en partijgenoot Cor van Tilborg die hem<br />
terughaalde naar <strong>Schiedam</strong>. De oud-wethouder behoort met<br />
Will van Wijk en PvdA'er Gé Brouwer tot de ouwe makkers<br />
uit de gemeenteraad die contact bleven houden met de grijze<br />
nestor. Zij hielden Gerard op de hoogte van de gebeurtenissen<br />
in zijn vroegere woonplaats. De laatste jaren bespeurden zij in<br />
zijn conversatie een sentiment dat verdacht veel op heimwee<br />
leek.<br />
Het is waar, geeft Verhulsdonk toe, in Nijmegen zat hij te<br />
vereenzamen. Daar stak niemand met de kreet "Hé Verhulsdonk!"<br />
de arm omhoog als hij voorbijkwam op zijn fiets. En<br />
hier kennen ze hem allemaal nog. Allemaal – dat wil zeggen,<br />
degenen die nog in leven zijn. "Wat me doet beseffen dat ik<br />
zelf ook al ver over de houdbaarheidsdatum heen ben."<br />
Tot zijn vertrek begin jaren 1990 was Gerard Verhulsdonk<br />
een begrip in <strong>Schiedam</strong>. Zijn naam had de klank van een<br />
ijzersterk merk. Hij handelde in bonbons en, voor de VVD, in<br />
politieke bon mots. Beide producten hadden veel met elkaar<br />
gemeen. Verhulsdonk wist zijn politieke betogen een zelfde<br />
rijke vulling mee te geven als zijn chocolaatjes. Waar andere<br />
gemeenteraadsleden gortdroge betogen opdreunden van een<br />
papiertje, blonk de fractievoorzitter van de liberalen uit in<br />
voor de vuist weg afgestoken redevoeringen die verrassend<br />
to the point waren en ook nog eens rijkelijk doorspekt met<br />
woordspelingen en kwinkslagen. Vriend en vijand luisterde<br />
geboeid als de VVD-fractieleider het woord nam.<br />
Over het dualisme, in de gemeenteraden ingevoerd na<br />
zijn vertrek, haalt hij meewarig de schouders op. De raad<br />
15 musis<br />
tekst: Peter de Lange<br />
foto: Jan van Kampenhout<br />
Tweede Kamertje laten spelen, is dat nou de manier om de<br />
belangstelling van de burger voor de politiek terug te winnen?<br />
Je kan de procedures wel veranderen, maar als het debat in<br />
dezelfde saaie bewoordingen wordt gevoerd als voorheen,<br />
stroomt de publieke tribune heus niet opeens vol. Een<br />
volksvertegenwoordiger die de aandacht wil, bedient zich van<br />
gewone mensentaal, doet wat peper en zout in zijn verhaal<br />
en voegt er een glimlach aan toe. Dat is zijn credo. Hij in elk<br />
geval had met dat recept gegarandeerd succes bij zijn gehoor.<br />
Het heeft hem in de raad zeer geholpen dat hij van kinds af<br />
aan de taal van de gewone man spreekt. Hij werd geboren<br />
als zoon van een los werkman, die afkomstig was uit de<br />
Alblasserwaard en zich in <strong>Schiedam</strong> vestigde omdat daar –<br />
met name bij scheepswerf Wilton-Fijenoord – meer werk was<br />
dan elders. In de winkel die zijn ouders vervolgens begonnen<br />
en die hij later voortzette, leerde Gerard hoe hij met mensen<br />
moest omgaan en hoe taal daarbij een onmisbaar hulpmiddel<br />
bleek. "Als winkelier leer je met iedereen te praten," zegt hij.<br />
Wat hij in de winkel leerde, bleek ook heel goed toepasbaar in<br />
de politiek.<br />
Die winkel was een idee van zijn moeder. Ze wilde net als<br />
haar vader een eigen bedrijf. "Hij was zelfstandig timmerman<br />
op een dorp, hij maakte kastjes en doodskistjes en zo," vertelt<br />
Verhulsdonk. "Mijn vader keek onwennig aan tegen het idee<br />
om een winkel te beginnen. 'Ik heb alleen verstand van een<br />
café', zei hij. Maar daar wilde mijn moeders vader, die voor<br />
het geld moest zorgen, niet van weten. Mijn opa was nogal<br />
gereformeerd en had ernstige bezwaren. Dus werd het een<br />
snoep- annex fruitwinkel. De zaak ging open in 1922, in een<br />
pand aan de Lange Kerkstraat 7. Later verhuisde de winkel<br />
naar de Hoogstraat 66. Met Sinterklaas en Pasen maakte<br />
mijn vader zelf chocolade in de kelder. Toen hij in 1951 stierf,<br />
werkte ik als seizoensbanketbakker in Zandvoort en moest ik<br />
halsoverkop terugkomen naar <strong>Schiedam</strong> om mijn moeder in<br />
de zaak te helpen."<br />
Hij neemt nog een slokje rosé en kijkt een auto na die onder<br />
zijn raam passeert. "Levendig uitzicht heb ik hier hè?" zegt hij.<br />
Gemeend of ironisch, dat blijft in het midden.<br />
Hij is al een keer smakelijk wezen eten in Het Vierkantje. En<br />
hij heeft met veel plezier op het terras bij het oude stadhuis<br />
gezeten. Vervolgens is hij op de fiets gestapt om zijn oude<br />
buurtjes nog eens op te zoeken. De plekken waar hij speelde<br />
als kind en waar hij als verliefde puber achter de meisjes aan<br />
liep. Veel panden waar hij herinneringen aan heeft staan er<br />
nog. Dat voorbijgangers hem soms herkennen, ervaart hij als<br />
een warme douche.<br />
Al fietsend doorkruiste hij de wijken ten zuiden van de<br />
spoorlijn. De noordelijke stadsdelen waren een brug te ver<br />
voor hem, daar liet hij zich in een auto rondrijden door<br />
een vriend. Tijdens dat ritje besefte hij weer waarom hij die<br />
omgeving vroeger altijd meed. "Prachtige dreven en best<br />
aardige nieuwbouw hier en daar, maar over het algemeen<br />
is het er erg anoniem. Zulke wijken vind je in iedere stad.<br />
Het is alsof de stadsbesturen de bouwtekeningen aan elkaar<br />
doorgeven. Er wonen daar wel veel mensen, maar er zijn<br />
nauwelijks <strong>Schiedam</strong>mers onder."
Handling | Drukwerk | Mailing | Postbezorging | Houtindustrie<br />
Groen- en Milieuservices | Uitzendkrachten | Detachering | Enquêtes<br />
Bedrijfsinformatie | Arbeidsintegratie<br />
Tel. (010) 204 10 00<br />
zorg voor de stad<br />
Ontdekschiedam.nu pas<br />
Met de Ontdekschiedam.nu pas kunt u als<br />
<strong>Schiedam</strong>mer gratis naar musea in <strong>Schiedam</strong> en<br />
krijgt u korting op voorstellingen, concerten,<br />
activiteiten en verrassingspakketten bij<br />
organisaties in de stad. Ook Musis is aangesloten<br />
bij de Ontdekschiedam.nu pas. Houders van de<br />
pas ontvangen Musis voor slechts € 25,00 per jaar.<br />
Vraag de pas vandaag nog aan via<br />
www.ontdekschiedam.nu waar u ook alle<br />
(kortings)acties vindt.<br />
De administratiekosten voor de pas zijn € 2,50 per jaar.<br />
NV IRADO<br />
NV IRADO<br />
Fokkerstraat 550<br />
3125<br />
Van Heekstraat<br />
BE <strong>Schiedam</strong><br />
15<br />
Telefoon: 3125 BN <strong>Schiedam</strong> 010- 262 1000<br />
E-mail: telefoon info@irado.nl<br />
010-262 1000<br />
www.irado.nl<br />
e-mail info@irado.nl<br />
www.irado.nl<br />
Compleet naar wens<br />
01Stadspas_advertentie.indd 2 27-<strong>07</strong>-2009 22:20:44<br />
pas
De Hoogstraat, zijn vroegere domein, heeft hij inmiddels ook<br />
bezocht. Hij ging er met enige aarzeling heen. "Ik was erop<br />
voorbereid dat ik zou schrikken. Maar het viel reuze mee.<br />
Je ziet er leegstand, maar dat zie je in elke stad. De pandjes<br />
zelf zien er nog heel aardig uit. Ze zouden er een straat van<br />
moeten maken waar alle culturen die je in deze stad vindt een<br />
plaatsje krijgen. Dat zorgt voor leven en kleur en afwisseling.<br />
Het zal nooit meer de winkelstraat van vroeger worden.<br />
Maar de Hoogstraat heeft nog steeds potentie. Goed, één op<br />
de zeven winkels staat leeg. Je kunt ook zeggen: zes van de<br />
zeven winkels zijn bezet. Dat klinkt heel anders, dat is een<br />
vaststelling die de burger moed geeft. Een vastgoedeigenaar<br />
die zes van de zeven winkels kan verhuren, draait prima."<br />
Alles bij elkaar viel de hernieuwde kennismaking met de stad<br />
hem niet tegen."Ik vroeg me af waar <strong>Schiedam</strong> ten onder<br />
zou zijn gegaan. Maar zulke plekken heb ik niet gevonden.<br />
Overal in de stad zie je nieuwe huizen en de middenstand<br />
lijkt het goed te doen. De Groenelaan in de Gorzen is<br />
een schoolvoorbeeld van geslaagd ondernemerschap.<br />
De Monseigneur Nolenslaan in Nieuwland is een keurige<br />
winkelstraat. Ik heb niets dan lof. Hoe zal ik het eens formuleren?<br />
Ik heb achttien jaar in een coma gelegen, en toen ik<br />
weer bijkwam dacht ik: wat is er een hoop veranderd, ten<br />
goede!"<br />
Toen hij afscheid nam van de gemeenteraad werd hij toegesproken<br />
door Van Tilborg. Die noemde hem een uniek<br />
politicus, en liet in zijn rede ook het woord amateur vallen.<br />
Menigeen zou dat niet op prijs hebben gesteld. Maar<br />
Verhulsdonk vatte het op als een compliment. "Amateur<br />
betekent liefhebber. En dat klopt, ik heb <strong>Schiedam</strong> altijd<br />
bemind. De liefde voor de stad was mijn drijfveer om in de<br />
politiek te gaan. De professional doet het om den brode. Dat<br />
is een heel andere benadering. Het dualisme heeft het mogelijk<br />
gemaakt dat een wethouder geen volksvertegenwoordiger<br />
meer is; een wethouder mag tegenwoordig overal vandaan<br />
komen, hij hoeft geen enkele binding te hebben met de<br />
stad die hij bestuurt. Ik stel me voor dat zo iemand bij zijn<br />
aanstelling allereerst naar de VVV moet om een plattegrond<br />
te kopen. Ik vind dat geen verandering ten goede."<br />
Dat de plaatselijke kranten niet meer de ruimte krijgen om<br />
over de politiek te schrijven, zit hem behoorlijk dwars. Door<br />
de verschuiving naar amusement en sensatie in de pers wordt<br />
de bevolking nog maar mondjesmaat geïnformeerd over het<br />
politieke debat en de besluitvorming in de raad. In Nijmegen<br />
las hij nog drie kranten: "De Telegraaf voor het bloedige<br />
nieuws, NRC-Handelsblad als tegengif en De Gelderlander<br />
voor het lokale nieuws." In <strong>Schiedam</strong> heeft hij nog geen<br />
enkel abonnement afgesloten. Komt door zijn leeftijd.<br />
Door veroudering van het netvlies kan hij geen geschreven<br />
informatie meer tot zich nemen, de letters brokkelen af<br />
onder zijn ogen. Zelfs de ondertitels op tv blijven voor hem<br />
geheimtaal. "Ik ga binnenkort naar het Oogziekenhuis, ik hoop<br />
maar dat daar een of andere wonderdokter rondloopt. En<br />
anders wordt het een reisje naar Lourdes."<br />
Met de plaatselijke pers had hij doorgaans een goede<br />
verstandhouding. Maar soms sloeg een journalist de plank<br />
mis en kon de anders zo bedaarde Verhulsdonk uit zijn<br />
slof schieten. Hem staat nog helder voor de geest hoe hij<br />
halverwege de dag zijn werk in de steek liet en in zijn<br />
bakkersbroek naar het stadhuis beende om wethouder Luub<br />
Hafkamp gerust te stellen, toen Kor Kegel in het Rotterdams<br />
Nieuwsblad had geschreven dat het werk van de negentiende-<br />
17 musis<br />
eeuwse schrijver Joris-Karl Huysmans, over wie op dat<br />
moment een tentoonstelling liep in het Stedelijk Museum,<br />
wemelde van antisemitische opmerkingen. Kegel had een paar<br />
pakkende citaten opgezocht in de roman 'Tegen de keer' en<br />
zo het vermeende racisme van de schrijver tot gigantische<br />
proporties opgeblazen. "Maak je niet druk Luub," suste<br />
Verhulsdonk, "alle schrijvers uit die tijd zeiden lelijke dingen<br />
over joden, het zou pas pijnlijk zijn als ging om een auteur<br />
van na de Holocaust…"<br />
Maar redelijkheid was al niet meer aan de orde, de affaire<br />
ontwikkelde zich in sneltreinvaart tot een nationale rel<br />
en Hafkamp bezweek voor de eis de tentoonstelling af te<br />
breken. Het was een van de weinige keren dat Verhulsdonk<br />
de pers wel kon schieten. "Ik heb een hartig woordje met Kor<br />
gesproken. Wat ik hem kwalijk nam, was dat hij bewust op<br />
een rel had aangestuurd door bepaalde citaten uit de context<br />
van hun tijd te halen."<br />
Bij zijn afscheid van de raad kreeg hij een ingelijste afbeelding<br />
van het stadswapen als aandenken mee. Hij gaf het een ereplaatsje<br />
in zijn nieuwe woonkamer in Nijmegen. Ook in de flat<br />
aan de BK-laan hangt het weer op een prominent plekje aan<br />
de muur.<br />
Naar een opvolger voor de winkel heeft hij nooit gezocht.<br />
Daarvoor was de formule bonbonmaker-politicus te persoonsgebonden.<br />
En zijn dochters hadden geen van tweeën zin om<br />
de zaak voort te zetten. Groot gelijk, vijftig, zestig uur werken<br />
per week, dat is geen leven. Ze hebben allebei een leuke baan.<br />
De winkel verhuurde hij de eerste jaren aan iemand die er<br />
horloges verkocht. Daarna deed hij het pand van de hand.<br />
In afwachting van de onvermijdelijke dingen die komen gaan,<br />
maakt hij zich geen zorgen over de toekomst van <strong>Schiedam</strong>.<br />
"Al die zwartgallige verhalen dat je hier meer hoofddoekjes<br />
ziet dan in andere steden, wat een onzin! Er lopen hier net<br />
zoveel mooie Turkse meisjes rond als mooie Nederlandse<br />
meisjes. Mijn ogen zijn niet best meer, maar dat zie ik nog<br />
scherp."<br />
"Amateur betekent liefhebber.<br />
En dat klopt, ik heb <strong>Schiedam</strong> altijd<br />
bemind. De liefde voor de stad was<br />
mijn drijfveer om in de politiek te<br />
gaan. De professional doet het om<br />
den brode. Dat is een heel andere<br />
benadering. Het dualisme heeft het<br />
mogelijk gemaakt dat een wethouder<br />
geen volksvertegenwoordiger meer<br />
is; een wethouder mag tegenwoordig<br />
overal vandaan komen, hij hoeft geen<br />
enkele binding te hebben met de<br />
stad die hij bestuurt. Ik stel me voor<br />
dat zo iemand bij zijn aanstelling<br />
allereerst naar de VVV moet om een<br />
plattegrond te kopen. Ik vind dat<br />
geen verandering ten goede."
Op afstand herkenbaar<br />
'De kleding in het Weeshuis, die heeft mij altijd dwars<br />
gezeten.', zo verzucht oud-wees Nel van Gent (wees van<br />
1923-1937) in een interview voor het boek Van wezen tot<br />
zijn; vier eeuwen zorg voor jongeren dat Ingrid van der Vlis<br />
over het <strong>Schiedam</strong>se weeshuis en rechtsopvolgers schreef.<br />
De verplichte kleding zat niet alleen ongemakkelijk, de<br />
meeste wezen voelden zich er ook ronduit ongelukkig in.<br />
Het feit dat ze één of beide ouders hadden verloren, was<br />
al erg genoeg maar het feit dat ze op straat door iedereen<br />
als zodanig herkenbaar waren, confronteerde hen hier nog<br />
eens dagelijks mee.<br />
De kleding week dan ook danig af van wat de modevoorschriften<br />
op straat bepaalden. De jongenspakjes en de<br />
meisjeskostuums in de jaren 1920 en '30 mogen dan<br />
ook gewoon ouderwets genoemd worden. Sinds het<br />
ontstaan van het weeshuis in de 16e eeuw bestonden<br />
er al kledingvoorschriften, waaraan strikt de hand werd<br />
gehouden. Iedereen kon zien of iemand een wees was en<br />
van de liefdadigheid leefde. Voor de toezichthouders, de<br />
binnenvader en –moeder, waren de wezen die aan hun zorg<br />
waren toevertrouwd ook op straat eenvoudig terug te vinden,<br />
wat hen hielp bij het uitoefenen van hun toezichthoudende<br />
taken. Een gemene deler bij de weeshuiskleding van<br />
verschillende steden, de meeste weeshuizen hielden er<br />
namelijk voorschriften op na, was het verwerken hierin<br />
van de kleuren van het stadswapen. Meestal bevond zich<br />
op de schouder een gekleurd bandje of was een broek,<br />
jak of jas afgezet met een dito bies. In <strong>Schiedam</strong> waren<br />
die bijvoorbeeld geel, tegen de zwarte achtergrond van de<br />
kleding, Amsterdam had voor jongens jasjes die half zwart en<br />
half rood waren en Vlaardingen kende een rood-geel-blauw<br />
biesje op de schouder. Door de eeuwen heen veranderden de<br />
kledingvoorschriften, maar het verwerken van de stadskleuren<br />
en de uniformiteit bleven steeds bestaan. Al eerder (mei 2010)<br />
besteedde ik aandacht aan een onderdeel van de <strong>Schiedam</strong>se<br />
weesmeisjeskleding: de kanten sluiermuts. Net als deze is het<br />
afgebeelde jak afkomstig uit de collectie van het Nederlands<br />
Openluchtmuseum in Arnhem. Hier bevindt zich een set<br />
kleding, zoals die tot ongeveer de Tweede Wereldoorlog<br />
door de oudste meisjes werd gedragen. Het was in 1951<br />
een geschenk geweest van mevrouw E. Ritsema van Eck-<br />
Roelofsen, de echtgenote van directeur van de Lindenhof/<br />
voorheen het Weeshuis der Hervormden <strong>Schiedam</strong>, Jan<br />
Ritsema van Eck. Het Openluchtmuseum had in die periode<br />
een actief verzamelbeleid van traditionele, streekgebonden,<br />
Museumvondsten<br />
tekst: Jeroen ter Brugge<br />
kledingstukken, die onder de noemer 'klederdracht' gecollectioneerd<br />
werd. Voor de kledingset was in de Lindenhof met<br />
het afschaffen van de kledingvoorschriften geen emplooi<br />
meer en mevrouw Van Eck zal gedacht hebben er goed aan<br />
te doen een enkel voorbeeld van een lange traditie op die<br />
manier veilig te stellen. Hoewel de tijd daar nog niet helemaal<br />
naar was, zal ook zij bewust zijn geweest van de beklemming<br />
die de draagsters gevoeld hadden. Daarmee zijn het niet<br />
alleen kledingstukken met een culturele waarde, ook de<br />
sociaalmentale geschiedenis kan met het behoud ervan aan<br />
toekomstige generaties verteld worden.<br />
De kledingvoorschriften kenden specificaties voor de verschillende<br />
leeftijden en dagen waarop deze gedragen moesten<br />
worden. Uiteraard werd op de zondagen, zoals vrijwel<br />
de gehele bevolking deed, een nettere variant gedragen.<br />
Doordeweeks droegen de oudere meisjes een borstrok,<br />
onderjurk en -rok en jurk. Het hier getoonde jak behoort<br />
tot de zondagse dracht, bestaande uit een zwarte jurk met<br />
witte kraag en een kanten muts, die met een band om het<br />
hoofd heen gestrikt kon worden. De witte kraag en een deel<br />
van de borst was met sierlijke zwarte kant afgedekt. De<br />
linkerschouder had een gele bies, die de <strong>Schiedam</strong>se herkomst<br />
verraadde. Niet getoond is de zwart stoffen ceintuur met een<br />
zilveren gesp, bestaande uit twee 'sterren'.<br />
© Nederlands Openluchtmuseum Arnhem<br />
musis 18
19 musis<br />
Iedere Musis worden twee museale objecten uit niet-<strong>Schiedam</strong>se en niet-Vlaardingse collecties<br />
gepresenteerd, soms onbekende stukken, soms in de vergetelheid geraakte.<br />
een Vlaardingse bruid<br />
In 2003 was één van de topstukken in de tentoonstelling<br />
'Klederpracht, de drachten van Vlaardingen en Vlaardinger-<br />
Ambacht', in wat toen nog het Visserijmuseum Vlaardingen<br />
heette, een bruidsjapon van rond 1845, met bijbehorende<br />
sluiermuts. Het bruikleen van het Nederlands Openlucht<br />
Museum in Arnhem was één van de oudere stukken. Het<br />
liet zien hoe niet alleen de vissersvrouwen en boerinnen in<br />
klederdracht liepen, maar ook een aanzienlijk deel van de<br />
toplaag van de bevolking.<br />
In Vlaardinger-Ambacht werd de Delflandse boerendracht<br />
gedragen en Vlaardingen kende als vissersplaats ook een<br />
eigen zich van andere plaatsen onderscheidende kleedwijze.<br />
Deze onderscheidde zich in details van de dracht die elders<br />
werd gedragen en voor de oplettende passant was het<br />
duidelijk waar de persoon in klederdracht vandaan kwam,<br />
ook al bevond die zich niet in de eigen plaats. Kenmerkend<br />
van de stedelijke Vlaardingse dracht was het oorijzer met<br />
de uitstekende versieringen in de vorm van dunne gouden<br />
krullen, een kanten muts, een schootjak met schort en lange<br />
rok en, als het weer er naar was, een schoudermantel. Verder<br />
werden aan de krullen hangers ('mutsenbellen') gehaakt,<br />
die in uitvoering weer afweken van wat er elders gedragen<br />
werd. De vissersvrouwen droegen altijd een korte muts,<br />
waarbij de zijkanten dubbelgeplooid aan de muts werden<br />
gespeld, terwijl de aanzienlijksten een lange sluiermuts<br />
droegen, van kostbare handgekloste kant. Het standsverschil<br />
is duidelijk. Uiteraard was de kleding van de rijkere dames<br />
ook duurder en droegen de laatsten een gouden oorijzer in<br />
plaats van een zilveren. De krullen waren bij beide groepen<br />
overigens van goud, maar de dikte en hoogte van de krul<br />
verschilde natuurlijk wel. Bovendien droeg de vissersvrouw<br />
doordeweeks een werkjak, rok en schort, daar waar de<br />
welgestelde vrouwen een set van dure stof droegen of een<br />
japon. De Vlaardingse 'rijkevrouwendracht' wordt in de regel<br />
'redersvrouwendracht' genoemd, waar wel wat voor te zeggen<br />
valt, aangezien de welgestelden in de haringstad veelal<br />
bij het visserijbedrijf betrokken waren. Maar ook anderen<br />
droegen deze redersvrouwendracht, zo lang hun sociale<br />
status het hun maar toestond. Jan Duyvetter, de bekende<br />
klederdrachtkenner van het Openluchtmuseum tekende de<br />
gereconstrueerde bruid in 1953. De mousseline japon die in<br />
het museum was tentoongesteld, riep uiteraard vragen op. Wie<br />
heeft deze ooit gedragen en klopt de datering? Beide vragen<br />
konden worden beantwoord. Gelukkig was genoteerd wie de<br />
als 'Vlaardingse bruidsjapon' omschreven met de bijhorende<br />
© Nederlands Openluchtmuseum Arnhem<br />
muts in de jaren 1950 had gedoneerd: een zekere 'mej. Tas<br />
uit Maassluis', die toentertijd in Rheden woonde. Het was<br />
aannemelijk dat een voorouder van haar het kostuum ooit<br />
gedragen had en omwille van de bijzondere gelegenheid<br />
waarvoor deze gemaakt was, had bewaard. Archiefonderzoek<br />
leidde al snel naar Vlaardingen, waar haar moeder maar ook<br />
haar grootmoeder Johanna in 't Hout-van der Plaat (1823-19<strong>07</strong>)<br />
vandaan kwam. En … inderdaad was die in 1845, namelijk<br />
op 23 april, getrouwd met Corstiaan in 't Hout. Geheel<br />
volgens verwachting behoorde Johanna, als dochter van een<br />
welvarende slager/haringreder en een telg uit de bekende<br />
Dorsman-familie, inderdaad tot de lokale elite, waaruit het<br />
luxe bruidskostuum verklaard kon worden. Tot de schenking<br />
hoorden helaas niet de sieraden, zoals het gouden oorijzer,<br />
de mutsenbellen, de zijveren en kapspelden. Navraag bij de<br />
kinderen van de enige zuster van mejuffrouw Tas bracht geen<br />
duidelijkheid over het lot van deze ongetwijfeld kostbare<br />
stukken. Wel beschikte een neef over een foto van Johanna<br />
die kort voor haar dood gemaakt is. Op een comfortabele<br />
fauteuil zit een gezette oude vrouw in een 'moderne' zwarte<br />
japon, maar met het volledige hoofdstel! Johanna zelf ligt<br />
overigens met haar echtgenoot nog steeds in het familiegraf op<br />
begraafplaats Emaus. Dat hoort er dan natuurlijk ook nog bij.
Willem O(dysseus) Duys,<br />
Pluvius en Morfeus<br />
Bij ons thuis, arbeidersgezin tweehoog<br />
op het Van 't Hoffplein in <strong>Schiedam</strong>-Oost,<br />
werd in de jaren 1950 Het Vrije Volk gelezen.<br />
De dagelijkse bezorging van het socialistische<br />
dagblad gebeurde door een oude<br />
man wiens linkerarm grotendeels ontbrak.<br />
Het stompje gebruikte hij om het deksel<br />
van zijn zeildoeken krantentas open te<br />
houden. Soms klemde hij er een boek mee<br />
vast: de laatste aflevering van de Arboreeks,<br />
degelijk gebonden leesboeken met<br />
een socialistische moraal waarop men<br />
zich abonneren kon. Hij bracht ons op<br />
woensdag ook de Radiogids van de VARA.<br />
Ik was al op mijn twaalfde jaar een ijverige<br />
lezer van Het Vrije Volk. Nog voor mijn<br />
vader en moeder er na het avondmaal aan<br />
toe kwamen, had ik de krant meestal al uit,<br />
dat wil zeggen de moeilijke dingen zoals<br />
Korea en de 38ste Breedtegraad, Soekarno<br />
en Hatta, de spijtoptanten en Drees zijn<br />
oudedagvoorziening overgeslagen, van<br />
de strips (Paulus de Boskabouter, Bulletje<br />
en Bonestaak, Rip Kirby) genoten en<br />
mijn meeste leestijd besteed aan die ene<br />
pagina – ik meen op positie 4 – die het<br />
nieuws uit <strong>Schiedam</strong> bevatte. Wat ik daar<br />
nooit oversloeg was het rubriekje 'In de<br />
Passagespiegel', uiterst links op de pagina,<br />
doorgaans een halve kolom lang en gezet<br />
in een cursief lettertje. De ondertekening<br />
van deze dagelijkse beschouwing luidde<br />
'Tijl'.<br />
Ik spelde dat 'cursiefje'; het sprong elke keer weer boven<br />
de gedragen en vaak loodzware toonzetting van de overige<br />
krantenstukken uit door humor, zwierige taal en een luid<br />
beleden gebrek aan ontzag voor de overvloed aan autoriteiten<br />
waarmee de stad <strong>Schiedam</strong> destijds was opgezadeld.<br />
Ik snapte niet altijd wat Tijl schreef maar was het steevast<br />
in alles met hem eens. Zoals ook die ene keer dat hij tekeer<br />
ging tegen Engelse insluipingen in onze mooie moedertaal.<br />
Vlak bij de Koemarktbrug was in die tijd een in ijzeren lijst<br />
gevatte kaart van de stad <strong>Schiedam</strong> neergezet, met ernaast<br />
een lijst van de voornaamste straten en bezienswaardigheden.<br />
Bovenaan de nieuwe stellage stond 'City Guide' geschilderd.<br />
Tijl vond dat maar niks, zo'n Engels woord voor een Hollandse<br />
voorziening in een stad waar de tram uit Rotterdam misschien<br />
eens per jaar een buitenlandse toerist afzette. Kon dat niet<br />
gewoon 'Stadsgids' zijn? Alles beter dan die huidige 'Sittie<br />
Geit'!<br />
Sittie Geit – ik heb er dagen om gelachen, zwak ontwikkeld als<br />
mijn gevoel voor humor toen nog was. Een jaar of anderhalf<br />
later hoorde ik van iemand – weet niet meer wie – dat Tijl<br />
in werkelijkheid Willem O. Duys heette. Hij was de jonge<br />
redacteur van Het Vrije Volk die vanuit een piepklein kantoortje<br />
achterin de Passage, de voorkant hangend boven het Broersveld,<br />
de nieuwsontwikkeling in <strong>Schiedam</strong> in de gaten hield en<br />
er dagelijks een pagina mee volschreef, inclusief de rubriek<br />
'In de Passagespiegel'.<br />
Die Willem O. Duys was mijn held, helemaal nadat ik hem<br />
voor het eerst in levende lijve had gezien. Dat was op<br />
een avond in de zomer van 1952 of 1953. In het nieuwe<br />
openluchttheater in de Plantage verzorgde de <strong>Schiedam</strong>se<br />
Gemeenschap een optreden van allerlei artiesten van destijds<br />
grote faam, zoals Toby Rix, Dick Harris, de Spelbrekers en als<br />
klapstuk de soldatenzanger Joop de Knegt met de grote hit van<br />
Optreden van Joda tijdens een festival in de Plantage in 1979. Foto: J. van der Meijde<br />
musis 20
Highschoolband op het podium in de Plantage. Foto: J. de Haas<br />
dat moment 'High Noon', waarmee de luchtmachtkorporaal<br />
in één klap een veelgevraagd zanger werd. Voor zij aan hun<br />
nummers begonnen, betrad eerst een vlot geklede, nog jonge<br />
man het toneel. Hij had een fluweelzachte stem en daarmee<br />
sprak hij, even omhoog blikkend naar de donkere wolken in<br />
de avondlucht, de voor mij onvergetelijke woorden: 'Laten we<br />
hopen lieve mensen dat Pluvius ons vanavond goedgezind is<br />
en nog even weg blijft.'<br />
Ik was dertien en wist niet wat ik hoorde – Pluvius, goedgezind:<br />
wat een manier om te zeggen dat je hoopt dat het droog blijft,<br />
21 musis<br />
tekst: Aad Wagenaar<br />
foto's: <strong>Gemeente</strong>archief <strong>Schiedam</strong><br />
wat een ongehoord bloemrijk taalgebruik in ons zo troosteloze<br />
Zwart Nazareth! Aldus de artiesten inleidend, eerder dichter<br />
dan annonceur, bleef hij de hele feestavond een genot om<br />
naar te luisteren, tot en met zijn slotwoord dat ik ook nooit<br />
zal vergeten: 'En zo, dames en heren, wens ik u een goede<br />
reis huiswaarts om zich daar weldra, naar ik hoop tevreden,<br />
in Morfeus' armen te nestelen.'<br />
De jonge welbespraakte man op het <strong>Schiedam</strong>se podium was<br />
Willem Duys. Hij – geboren 17 augustus 1928 in Bussum –<br />
moet toen 24 of 25 jaar zijn geweest. Ik was er die avond<br />
Voor zij aan hun nummers begonnen, betrad eerst een vlot geklede, nog<br />
jonge man het toneel. Hij had een fluweelzachte stem en daarmee sprak<br />
hij, even omhoog blikkend naar de donkere wolken in de avondlucht,<br />
de voor mij onvergetelijke woorden: 'Laten we hopen lieve mensen dat<br />
Pluvius ons vanavond goedgezind is en nog even weg blijft.'
getuige van hoe hij in mijn stad zijn eerste stappen zette<br />
op een pad dat van hem een 'tv-legende' zou maken, een<br />
'omroepicoon', een 'talkshowpionier'. Op 2 juni <strong>2011</strong> is Willem<br />
Duys – de 'O' van Odysseus heeft aan het begin van zijn<br />
radio- en televisieloopbaan enkele jaren als tussenvoegsel<br />
dienst gedaan – overleden. Volgens zijn biografie heeft hij van<br />
1949 tot halverwege 1954 bij Het Vrije Volk gewerkt, waarvan<br />
Maquette uit 1952 van het Plantagepodium. Van het ontwerp is de koepel gerealiseerd.<br />
twee jaar als redacteur te <strong>Schiedam</strong>, regelmatig medewerker<br />
aan het maandblad van de <strong>Schiedam</strong>se Gemeenschap en in<br />
die rol tevens animator van de legendarische feestweken,<br />
presentator en bedenker van de naam Maasboulevard, toen<br />
het <strong>Schiedam</strong>se publiek in de vroege jaren 1950 maar geen<br />
naam kon verzinnen voor die nieuwe, prachtige wandelallee<br />
langs de Maas.<br />
Foto: J.F.H. Roovers Koepel in de Plantage kort na de oplevering in 1952. Foto: C. Breur.<br />
musis 22
Weg met de koepel<br />
In één van de laatste vergaderingen voor de zomer nam<br />
de <strong>Schiedam</strong>se gemeenteraad het jammerlijk besluit de<br />
muziekkoepel in de Plantage de status van gemeentelijk<br />
monument te onthouden. Waamee het gemeentebestuur de<br />
sloop van dit bijzondere bouwwerk in feite bezegelde. Een<br />
historische fout, zo zal later blijken. Precies als de sloop van<br />
oude branderspanden aan de Lange en Korte Haven en aan de<br />
Schie, de Brandersbuurt en in het centrum, het platgooien van<br />
de driehoek Vellevest, Kethelstraat en Vlaardingerstraat en de<br />
sloop van de Lange Kerkstraat, waarbij het laatste stukje nog<br />
net gered kon worden.<br />
Als driemaal inderdaad scheepsrecht is dan zal het voor de<br />
muziekkoepel nu definitief afgelopen zijn. Want het is voor de<br />
derde maal dat het de lobby van omwonenden van de Plantage<br />
lukt om een spaak in het wiel te steken. De raad trok tegen het<br />
voornemen het openluchtpodium tot monument te maken, zo fel<br />
van leer dat het leek alsof het een persoonlijke afrekening betrof.<br />
Alle argumenten werden ervoor uit ervoor uit de kast getrokken;<br />
'een rotte plek. een aanfluiting voor de Plantage, een lomp icoon<br />
van de jaren vijftig. en ook alle vermeende kwaliteiten van de<br />
Plantage werden weer herkauwd. zoals de fabel dat de Plantage<br />
het oudste stadspark van nederland zou zijn, een belangrijke<br />
schepping van Jan David zocher en een door heel <strong>Schiedam</strong><br />
drukbezochte wandelplaats. onzin. Het eerste stadspark – de<br />
Plantage geheten – werd in 1663 in Amsterdam aangelegd met<br />
daarin de Hortus Botanicus (1682) en Artis (1838). en dan Jan<br />
David zocher. Los van zijn Beurs van Amsterdam op de hoek<br />
van rokin en Dam kreeg zocher zijn grootste bekendheid met<br />
magistrale parken als het Vondelpark, de Haarlemmerhouttuinen,<br />
de oude Plantage en het Park in rotterdam en de wandelparken<br />
van onder andere het Huis te Linschoten, Doornburg en Kasteel<br />
zuylen. Daarnaast grossierde hij samen met zijn zoons als<br />
firmanten van de Haarlemse boomkwekerij zocher en comp.<br />
in de herinrichting van plantsoenen door geheel nederland.<br />
niet alleen <strong>Schiedam</strong>, ook Kampen, Wageningen, Leiden,<br />
Amersfoort en Utrecht, culemborg, Den Haag, Delft om maar<br />
een paar steden te noemen, mogen wijzen op een confectiezocher<br />
binnen de stadsgrenzen. Waar raad en omwonenden<br />
van de Plantage om het hardst kakelen over 'het oudste park<br />
van nederland' en 'zochers schepping' is het goed om even de<br />
puntjes op de 'i' te zetten. De Plantage is een plantsoen. en de<br />
bewoners zijn blij en trots er te mogen wonen, zo stellen zij op<br />
hun website.<br />
'een lomp icoon van de jaren vijftig', zegt Belangen- en<br />
Bewonersvereniging de Plantage. Daarbij mogen we niet uit het<br />
oog verliezen dat de sjiek aan weerszijden van het plantsoen<br />
zich al vanaf 1949 verzet tegen de koepel. en dus komt ze met<br />
dit argument op de proppen terwijl elke architectuurkenner<br />
erop wijst dat het openluchtpodium een elegante completering<br />
is van een interessant ensemble van even ambitieuze als<br />
succesvolle architectuur. Want het muziekpaviljoen vormt<br />
een stedenbouwkundig geheel met de HAV-bank van Dudok,<br />
het zorgvuldig vormgegeven flatblok daartegenover, de<br />
Amsterdamsche Bank van Kraaijvanger en de oranjegalerij<br />
van Spruijt en Den Butter. In het paviljoen weerspiegelt zich<br />
23 musis<br />
door: Hans van der Sloot<br />
het optimisme van <strong>Schiedam</strong> tussen 1935 en 1960. Het is niet<br />
voor niets dat dit bouwwerk in het onderzoek naar wederopbouwarchitectuur<br />
in <strong>Schiedam</strong> wordt gewaardeerd met de<br />
hoogste kwalificaties. Waarschijnlijk bezit <strong>Schiedam</strong> het enige<br />
muziekpaviljoen uit deze bouwperiode in nederland. en alleen al<br />
daarom vertegenwoordigt het een hoge erfgoedwaarde.<br />
Het negatieve oordeel kan steunen op twee overwegingen. met<br />
de 'herontdekking' van molens en jenever, lijkt het wel alsof de<br />
korte periode dat <strong>Schiedam</strong> een wereldnaam had op het gebied<br />
van scheepsbouw en scheepsreparatie en alle optimisme en<br />
zelfvertrouwen vandien uitstraalde, in de ban wordt gedaan.<br />
Het deplorabele aanzien is een andere. en inderdaad het beeld<br />
wordt bepaald door sleetsheid, de hangjongeren en de dikke<br />
lage graffiti, tot zover met spuitbussen van 'dikke lagen' kan<br />
worden gesproken. Voor die verwaarlozing zijn de omwonenden<br />
zelf echter medeverantwoordelijk. Al vanaf het eerste begin<br />
hebben ze niets nagelaten om met het paviljoen de rest van<br />
<strong>Schiedam</strong> uit hun park te weren. In november 1949 zag de toen<br />
zo geheten Plantage-club kans om de bouw van een cultureel<br />
centrum op de kop van het plantsoen te torpederen. Waarmee<br />
<strong>Schiedam</strong> met precies één stem verschil tegen, een bijzondere<br />
schepping van het befaamde architectenbureau Brinkman, Van<br />
den Broek en Bakema, misliep.<br />
De invloedrijke cultuurdrager, 'de <strong>Schiedam</strong>se Gemeenschap'<br />
wist echter toch gedaan te krijgen dat in plaats van het beoogde<br />
en vurig gewenste cultureel centrum een openluchtpodium<br />
mocht worden gebouwd. De SG maakte daarmee overigens<br />
de historische fout de vergunning voor het nieuwe muziekpaviljoen<br />
aan te vragen als vervanger van de kort daarvoor<br />
gesloopte ijzeren muziekkoepel uit het begin van de eeuw.<br />
een slimmigheidje dat de SG duur te staan zou komen. De<br />
architecten Krammer en Pol ontwierpen het bouwwerk in<br />
nauwe samenspraak met tuinarchitect J.J. Schipper. met een<br />
uitgebreid programma van populaire en klassieke muziek, het<br />
optreden van orpheus onder directie van de kapitein-dirigent van<br />
de marinierskapel Gijsbert nieuwland, een hoboconcert door<br />
Jaap Stotijn, het gamelanorkest Perinti Buraja, het Hotcha Trio<br />
en het rotterdamsch Philharmonisch orkest en in totaal 15.314<br />
bezoekers, werd de koepel in 1952 in gebruik genomen.<br />
opnieuw wisten de omwonenden echter een spaak in het wiel<br />
te steken. Via de redenering dat de muziekkoepel slechts de<br />
vroegere verving, wisten zij een rechterlijk verbod gedaan te<br />
krijgen op uitbreiding tot openluchttheater. en hiermee werd<br />
meteen de toon gezet voor talloze bezwaarprocedures tegen<br />
uitvoeringen, concoursen en concerten. Bovendien werd de<br />
inrichting van de publieksruimte keer op keer geblokkeerd. De<br />
ruimte te bestemmen voor parkeerplaatsen was een noodgreep,<br />
verplaatsen van concoursen naar het Stadserf een andere. De<br />
rust in de Plantage mocht niet worden verstoord. Uiteindelijk lukt<br />
dan nu, wat de bewoners zich in 1949 al hadden voorgenomen.<br />
Door onbruik uit de collectieve aandacht geraakt en door<br />
verwaarlozing verworden tot hangplek ziet de Belangen- en<br />
Bewonersvereniging nu de kans schoon om het paviljoen op te<br />
ruimen. <strong>Schiedam</strong> zal er spijt van krijgen. Precies als van zoveel<br />
dat ondoordacht werd neergehaald.
Een <strong>Schiedam</strong>se<br />
burgemeester<br />
in Baarland<br />
Een <strong>Schiedam</strong>mer die Zeeland bezoekt en zich bewust is<br />
van de geschiedenis van zijn stad, zal als eerste het dorp<br />
Baarland in de Zak van Zuid-Beveland bezoeken. Niet omdat<br />
een <strong>Schiedam</strong>mer daar belangrijke bouwkundige sporen heeft<br />
achtergelaten, zoals in St. Petersburg, maar wel omdat twee<br />
<strong>Schiedam</strong>mers in de 19de eeuw de ambachtsheerlijkheid<br />
Baarland bezaten. Ambachtsheerlijkheden waren oorspronkelijk<br />
het domein van de adel, maar gingen in de 18 de eeuw<br />
vaak van burgerlijke tot soms zelfs stedelijke hand, door<br />
overerving, maar steeds vaker door verkoop. Zo'n heerlijkheid<br />
was een begerenswaardig bezit, omdat de 'heer' de<br />
rechtspraak en het bestuur uitoefende, en daarmee de<br />
burgemeester was, al besteedde hij die taken meestal uit aan<br />
een schout; een heerlijkheid was nog aantrekkelijker, omdat<br />
de 'heer' ook recht had op tal van heffingen die hoog konden<br />
oplopen.<br />
De ambachtsheerlijkheid Baarland kwam in 1737 voor het<br />
eerst in burgerlijke handen, toen Jan van Eck uit Rotterdam<br />
haar kocht. Hij verkocht haar in 1741 alweer door aan Jan<br />
Cornelis Lampsins uit Vlissingen, een belangrijke Zeeuwse<br />
regent. In 1755 werd Arent Willem van Kerchem de volgende<br />
eigenaar. Na zijn overlijden trouwde zijn dochter met Hendrik<br />
van der Heim, schepen en raad in <strong>Schiedam</strong>, en na diens<br />
dood met Hermanus van Bol'es (1752-1837), makelaar in<br />
granen, kerkmeester van de Hervormde Kerk, viceconsul van<br />
Pruisen, regent van het Sint-Jacobsgasthuis en het weeshuis<br />
in <strong>Schiedam</strong>, prominent patriot, schout en burgemeester<br />
van Kethel en achterkleinzoon van de St.Petersburgse<br />
bouwmeester Hermanus of Harmen Cornelisz. van Bol'es.<br />
Na zijn – tweede – huwelijk met Wilhelmina Elisabeth van<br />
Kerchem mocht hij zich dus ook nog heer van Baarland,<br />
Bakendorp, Oudelande en Stuivezande noemen. Na zijn<br />
dood erfden zijn zoon Cornelis Adriaan (1785-1854) en zijn<br />
dochter Petronella Johanna (1790-1838) de heerlijkheid. Zij<br />
trouwde met Jacobus Bakker, zoon van een <strong>Schiedam</strong>se<br />
makelaar en zelf advocaat en procureur in Rotterdam, die na<br />
haar overlijden in december 1838 voor de helft ambachtsheer<br />
werd. De andere helft stond nog steeds op naam van Cornelis<br />
Adriaan die brander was en het in <strong>Schiedam</strong> bracht tot lid<br />
van de gemeenteraad, lid van Provinciale Staten van Zuid-<br />
Holland, wethouder, en van 1851 tot zijn dood in 1854 tot<br />
de eerste burgemeester van <strong>Schiedam</strong> na de invoering van<br />
de <strong>Gemeente</strong>wet. In 1850 heeft hij de heerlijkheid Baarland<br />
verkocht aan de Rotterdamse reder Anthony van Hoboken.<br />
De <strong>Schiedam</strong>mer die nu in Baarland zoekt naar tastbare<br />
herinneringen aan de familie Van Bol'es, vindt die niet bij<br />
het middeleeuwse kasteel Hellenburg, waarvan de hele<br />
fundering een meter boven de grond is opgemetseld, zodat de<br />
bezoeker een schitterend inzicht krijgt in de indrukwekkende<br />
plattegrond van zo'n kasteel. De Hellenburg was al in<br />
1477 verwoest en is pas na de watersnoodramp van 1953<br />
opgegraven. Als de <strong>Schiedam</strong>mer om de hoek bij dat kasteel<br />
koffie drinkt op het terras van de voormalige Gereformeerde<br />
Kerk uit 1912, die sinds enkele jaren is getransformeerd in een<br />
aangenaam restaurant, vindt hij binnen een tafel met boeken<br />
over – de geschiedenis van – Baarland. Baarland. Land tussen<br />
Honte en Zwake dat J. de Ruiter in 2004 heeft gepubliceerd,<br />
beschrijft de geschiedenis van een tweede kasteel in Baarland,<br />
het huidige Hof van Baarland. En dan duikt de naam Van<br />
Bol'es weer op. Het kasteel is in veel boeken afgebeeld en<br />
bezongen als een 'treffelijk Kasteel en Heerenhuis' en een<br />
'hegt en sterk slot ofte Heeren Huys, voorsien met veele<br />
musis 24
In Musis van juni <strong>2011</strong> schreef Henk Slechte lyrisch over de monumentale sporen die<br />
een lid van de beroemde <strong>Schiedam</strong>se familie Van Bol'es in St. Petersburg in Rusland<br />
heeft achtergelaten. Toevallig was hij niet lang daarna in Zeeland, waar hij zijn schreden<br />
onmiddellijk richtte naar een dorp dat met dezelfde familie verbonden is. Hier waren<br />
zijn ervaringen anders.<br />
schoone en logiable vertrecken, beneffens een Koetshuys voor<br />
vier paarden, leggende rontom in syn Vesten ofte water'.<br />
Het middeleeuwse kasteel van Baarland was eigendom van<br />
de ambachtsheer, dus ook van broer en zus Van Bol'es.<br />
Die blijken in Baarland toch een herinnering te hebben<br />
achtergelaten, zij het een negatieve. In 1838 hebben Cornelis<br />
Adriaan en zijn zuster de inboedel verkocht en het kasteel<br />
laten afbreken, en in 1840 hebben Cornelis Adriaan en zijn<br />
zwager Jacobus Bakker alles wat na de sloop van het gebouw<br />
nog over was in Goes laten veilen, waaronder Chinese en<br />
leren behangsels. De verontwaardiging op Zuid-Beveland<br />
was groot, want 'het oude slot was aan velen dierbaar<br />
geworden', schreef in 1840 een predikant uit Wolphaartsdijk.<br />
De dominee ging nog een stap verder en schreef als een<br />
hedendaagse monumentenzorger: 'Hetgeen eeuwenlang<br />
den knagenden Tand des Tijds had weerstaan: tot dus ver<br />
aan de verwoestingen der oorlogen was ontkomen, en, bij<br />
25 musis<br />
tekst: Henk Slechte<br />
foto's: Sjaak Boone, Zeeuws Archief<br />
goede verzorging, nog zoo lang had kunnen staan, is omver<br />
geworpen op bevel van hen, die het anders hadden moeten<br />
laten onderhouden.' Op bevel van Cornelis Adriaan van<br />
Bol'es dus, achterkleinzoon van een architect van tsaar Peter<br />
de Grote, en raadslid in <strong>Schiedam</strong>. Alleen het koetshuis is<br />
blijven staan en staat er nog. J. de Ruiter heeft het allemaal<br />
opgeschreven en van voetnoten voorzien!<br />
Zoals overgrootvader Hermanus of Harmen Cornelisz.<br />
van Bol'es of Bolios in St. Petersburg een paar verfijnde<br />
monumenten heeft achtergelaten, die iedere <strong>Schiedam</strong>mer<br />
nog steeds kan bewonderen, heeft zijn achterkleinzoon<br />
een belangrijk Zeeuws monument laten slopen. Dezelfde<br />
<strong>Schiedam</strong>mer die houdt van de geschiedenis van zijn stad, en<br />
nog maar kort geleden zo trots was op de prestaties van een<br />
stadgenoot in het verre St. Petersburg, verlaat Baarland wat<br />
ontregeld en in de wetenschap dat alles betrekkelijk is, zelfs<br />
de extramurale sporen van de <strong>Schiedam</strong>se geschiedenis.<br />
Het middeleeuwse kasteel van Baarland was eigendom van de ambachtsheer, dus<br />
ook van broer en zus Van Bol'es. Die blijken in Baarland toch een herinnering te<br />
hebben achtergelaten, zij het een negatieve. In 1838 hebben Cornelis Adriaan en<br />
zijn zuster de inboedel verkocht en het kasteel laten afbreken, en in 1840 hebben<br />
Cornelis Adriaan en zijn zwager Jacobus Bakker alles wat na de sloop van het<br />
gebouw nog over was in Goes laten veilen, waaronder Chinese en leren behangsels.
ALLES IN DE<br />
BOEKHANDEL<br />
Boekhandel J.S. van Leeuwen<br />
Broersvest 85<br />
3111 ED <strong>Schiedam</strong><br />
Boekhandel Post Scriptum<br />
Hof van Spaland 31<br />
3121 CA <strong>Schiedam</strong><br />
MAAR OOK<br />
COMPLEET OP<br />
INTERNET<br />
www.boekhandelvanleeuwen.nl<br />
www.postscriptum.nl<br />
<strong>Schiedam</strong><br />
Lange Haven 54-56<br />
Tel. 010-4732751<br />
Rotterdam-Centrum<br />
Delftsevaart 26<br />
Tel. 010-2132993<br />
Rotterdam-H'berg<br />
Bergse Dorpsstraat 25<br />
Tel. 010-2180067<br />
www.debontekoe.nl<br />
musis 26
Voor- en achteraanzicht van het kasteel van Baarland. Tekening van I. Hildernisse uit 1694. Zeeuws Archief.<br />
27 musis
De honneur en het<br />
aansien van dese stadt<br />
Wat bewoog de Nederlandse stadsbesturen<br />
aan het einde van de achttiende eeuw waar<br />
zij besloten tot nieuwbouw ten faveure van<br />
de stad? Stedelijke ijdelheid zal zeker een<br />
rol hebben gespeeld. Maar in cultureel en<br />
maatschappelijk opzicht brak in de tweede<br />
helft van de negentiende eeuw ook het<br />
moment aan dat bestuurders ervoor kozen<br />
vooruit te kijken, in plaats van andersom.<br />
Ook in <strong>Schiedam</strong>.<br />
Onder de titel 'Achter de façade van de Hollandse stad'<br />
bespreekt Geert Medema het stedelijk bouwbedrijf in<br />
de achttiende eeuw aan de hand van een groot aantal<br />
voorbeelden van monumentaal bouwen in Haarlem, Leiden,<br />
Delft, Amsterdam, Gouda, Rotterdam en <strong>Schiedam</strong>.<br />
Het lijvige, verzorgd vormgegeven en uitstekend geïllustreerde,<br />
boek is een bewerking van het in 2008 verdedigde proefschrift<br />
van architectuurhistoricus en sedert anderhalf jaar <strong>Schiedam</strong>s<br />
beleidsadviseur monumenten Geert Medema.<br />
"De stevige concurrentie tussen de verschillende steden<br />
vroeg om voortdurende investeringen", stelt Medema en<br />
vervolgt met: "Hoewel dit niet voor elke stad eenvoudig was,<br />
mocht de façade vaan macht en welvaart overeind blijven.<br />
Liet de groeiende economie van Rotterdam en <strong>Schiedam</strong><br />
belangrijke verbeteringen van het stadsbeeld toe, steden als<br />
Leiden, Haarlem en Delft zagen zich juist geconfronteerd<br />
met diepgaande economische problemen en alle (ruimtelijke)<br />
gevolgen van dien. Publieke bouwwerkzaamheden bleken<br />
zeer fraudegevoelig. Stadsbesturen zochten de oplossing<br />
onder andere in verbeterde aanbesteding en het benoemen<br />
van hoogopgeleide bouwkundig functionarissen." Maar<br />
bovenal ging het om 'de honneur en het aansien van dese<br />
stadt' zoals het Rotterdamse stadsbestuur in het programma<br />
van eisen voor een nieuw stadhuis deed weten.<br />
Het is verleidelijk om één en ander allereerst te toetsen<br />
aan voorbeelden uit de <strong>Schiedam</strong>se stedenbouwkundige<br />
geschiedenis. Medema gaat bijvoorbeeld uitgebreid in op de<br />
architectenkeuze, de rol van stadsarchitect Rutger van Bol'es<br />
en de aanbesteding van de Korenbeurs. Hoe deze hebben<br />
plaats gevonden is redelijk bekend. Medema schetst deze<br />
echter tegen de achtergrond van vergelijkbare projecten<br />
in Nederland waarbij de stadsbesturen onder andere via<br />
ontwerpwedstrijden en prijsvragen probeerden tot een hogere<br />
ontwerp- en bouwprestatie te komen. Het boek neemt als<br />
ijkpunt het uitschrijven van een ontwerpwedstrijd voor een<br />
nieuw stadhuis door het stadsbestuur van Groningen in 1774.<br />
De keuze voor dat moment en die wedstrijd is gemotiveerd<br />
door het gegeven dat de Groningse vroedmannen aan<br />
de deelnemers een uniform en helder geformuleerd<br />
programma van eisen beschikbaar stelden. Dit maakte van<br />
het gewone verzoek aan ontwerpers binnen het netwerk<br />
van de verschillende stadsbestuurders een echte wedstrijd.<br />
Vijfendertig deelnemers dienden hun ontwerp in, waaronder<br />
de Amsterdamse directeur-generaal De Witte en mogelijk ook<br />
diens onderdirecteur Creutz.<br />
Het Gronings voorbeeld voor <strong>Schiedam</strong><br />
Het succes van het Groningse initiatief inspireerde tal van<br />
andere stadsbesturen, waaronder ook dat van Gouda en<br />
<strong>Schiedam</strong>. Het rechtstreeks verband met Groningen spreekt<br />
zowel uit het jaartal, de bewaard gebleven stukken met<br />
betrekking tot de aanbesteding in beide steden en het gegeven<br />
dat de winnaar in Gouda, de Amsterdamse bouwmeester en<br />
directeur van de tekenacademie Jacob Otten Husly ook de<br />
erepalm in Groningen had weggesleept.<br />
<strong>Schiedam</strong> schreef op particulier initiatief in 1783 de prijsvraag<br />
uit voor het ontwerp van de Korenbeurs. Niet onverwacht<br />
kwam Rutger van Bol'es als winnaar uit de bus. Medema<br />
gaat op deze uitverkiezing niet dieper in, maar verschillende<br />
musis 28
publicaties van oud-gemeentearchivaris Guus van der Feijst<br />
en artikelen van Henk Slechte vestigen er de aandacht op hoe<br />
invloedrijk de familie Van Bol'es gedurende generaties moet<br />
zijn geweest, al dienden zij dan de belangen van de hoogste<br />
kringen in de <strong>Schiedam</strong>se samenleving. Het ontwerp van Van<br />
Bol'es werd bekroond, maar het stadsbestuur toonde zich<br />
ook zeer gecharmeerd van het ontwerp van Ludwig Gunckel.<br />
Gunckel was niet de eerste de beste. Geboortig uit Nassau<br />
Weiburg, maakte hij vooral in Nederland furore. Onder andere<br />
bouwde hij de nieuwe vleugel van het stadhouderlijk paleis in<br />
Den Haag, beter bekend door de balzaal daarvan die tot 1992<br />
in gebruik was als vergaderzaal van de Tweede Kamer.<br />
Noch het ontwerp van Van Bol'es, noch dat van Gunckel<br />
werd uitgevoerd, mede omdat het stadsbestuur in die tijd<br />
zeer in de ban was van de Italiaanse bouwmeester Giudici.<br />
Hoewel de activiteiten van Carlo Francesco Giovanni Giudici,<br />
ofwel gewoon 'Jan' zoals hij in de stukken veelal wordt<br />
genoemd, zich strikt genomen niet tot deze regio beperkten,<br />
is de meerderheid van zijn bouwwerken toch in Rotterdam<br />
en <strong>Schiedam</strong> gerealiseerd. Zijn aanstelling als architect<br />
en inspecteur-generaal der gebouwen van de Admiraliteit<br />
op de Maze zullen hem niet alle ruimte hebben gelaten.<br />
In Rotterdam zijn alle gebouwen van zijn hand bij het<br />
bombardement op 14 mei 1940 verloren gegaan. <strong>Schiedam</strong><br />
bezit van hem het St. Jacobs Gasthuis, het Huis met het Bordes<br />
aan de Lange Haven, – voor zover door hem aangepast en<br />
ontworpen – de Korenbeurs en het huis van Jacobus Nolet<br />
tussen Zijlstraat en Noordvest.<br />
Ook noemt Medema uit <strong>Schiedam</strong> een voorbeeld dat aansluit<br />
bij het uitgangspunt van zijn boek, namelijk een beeld geven<br />
van de fraudegevoeligheid van de toenmalige bouwpraktijk<br />
en de wens van opdrachtgevers om hieraan door het eisen<br />
van een hoger vakmanschap en andere aanbestedingsregels<br />
een einde te maken. De bouw van het St. Jacobs Gasthuis<br />
leidde tot een conflict tussen de regenten van het gasthuis<br />
en aannemer Gerrit Bakker waaraan zelfs de rechtbank te<br />
pas kwam. Bij het opnemen van het werk werden allerlei<br />
afwijkingen ten opzichte van de bestekken geconstateerd in<br />
het gebruikte materiaal, de aanleg van de fundamenten en<br />
29 musis<br />
Jan Giudici (1746-1819)<br />
tekst: Wim Henkes<br />
foto's: <strong>Gemeente</strong>archief <strong>Schiedam</strong><br />
het aantal kapspanten, vensters en deuren. Bovendien werd<br />
geconstateerd dat de Ionische zuilen in het kerkinterieur<br />
steunden op Dorische basementen. Overigens bleken de<br />
regenten het hierin zelf bij het verkeerde eind te hebben,<br />
hoe gerechtvaardigd hun beklag misschien ook was. Want,<br />
verklaarde Giudici voor de rechters, niet de Dorische orde<br />
was toegepast, maar de Attische 'passende onder allen de<br />
orders uitgezonderd aan de Toscaanse'. De architect was<br />
overigens wel van mening dat de opname van het gebouw<br />
als 'onkundig' moest worden gekwalificeerd. Bijval kreeg<br />
Bakker ook van de opzichter van de bouwplaats Van den<br />
Ik kan niet zeggen, dat ik ooit ongevalliger plaats gezien heb, dan het<br />
berookte <strong>Schiedam</strong>: een nare droevige rook, en een nog veel lelyker fyn<br />
zwart stof, benemen het volstrekt al dat aangename, dat het, door zyne<br />
ligging, plantage, en fraaije gebouwen, moest ten toon spreiden.<br />
Historie van mejuffrouw Sarah Burgerhart (1782) Elizabeth Wolff (1738-1804) en Agatha Deken (1741-1804)
Tekening van Pieter Stalpart van der Wielen van het weeshuis aan de Lange Achterweg voor de verbouwing in de jaren 1770.<br />
Tekening van Pieter Stalpart van der Wielen van het Sint-Jacobsgasthuis voor de verbouwing in de jaren 1780.<br />
musis 30
Berg. Deze betoogde dat de afwijkingen van het bestek hun<br />
oorsprong hadden in de dagelijkse praktijk. Het fundament<br />
moest lichter worden uitgevoerd in verband met de kritische<br />
ligging aan de Hoogstraat – toch Schielands Hooge Zeewering<br />
en dus een hooggelegen dijklichaam met alle risico van<br />
verzakken en afglijden van dien. De lichte uitvoering van de<br />
kap hield verband met de vroeg invallende herfst en de daarbij<br />
behorende stortregens waardoor het gebouw sneller onder<br />
dak moest worden gebracht.<br />
Niet voor de harde kern<br />
'Achter de façade van de Hollandse stad', geeft op deze<br />
wijze een breed overzicht van de bouwpraktijk in zeven<br />
Hollandse steden. De auteur is daar methodisch te werk<br />
gegaan. Uiteindelijk wordt de basis gevormd door Medema's<br />
proefschrift. Na een algemene inleiding over het stedelijk<br />
bouwbedrijf in de achttiende eeuw, gaat het boek dieper in op<br />
deelaspecten zoals de zoektocht naar een efficiënt stedelijk<br />
bouwbedrijf, kennis en kunde, de toenemende betekenis van<br />
externe deskundigheid, de basisstructuur van de stad, het<br />
zoeken naar uitingsvormen van macht en welstand en de<br />
bouw ten behoeve van zorginstellingen.<br />
Deze methodische aanpak maakt dat geen der in het boek<br />
behandelde steden losstaand van de anderen wordt behandeld.<br />
Vanuit de gekozen typologie wordt het onderwerp over alle<br />
steden behandeld. De harde kern van '<strong>Schiedam</strong>-verzamelaars'<br />
zal aan 'Achter de façade….' misschien niet het plezier<br />
beleven dat hij of zij zich ervan had voorgesteld bij het zien<br />
van de plaatjes die het eenvoudige <strong>Schiedam</strong>se St. Jacobs<br />
Gasthuis uit de zeventiende eeuw <strong>Schiedam</strong> evenveel eer doen<br />
toekomen als het geheel volgens de strengste classicistische<br />
regels opgetrokken Oudemannenhuis in Amsterdam. Maar<br />
tot hem of haar richt de auteur zich ook niet waar hij voor<br />
elk detail van zijn betoog langs de ontwikkeling in zeven<br />
verschillende steden gaat. Elk met z'n eigen problematiek,<br />
tradities en wensen. Wie dus meer te weten wil komen hoe<br />
de stad <strong>Schiedam</strong> zich in z'n bouwopvattingen verhield<br />
tot collega-steden elders komt daarentegen in 'Achter de<br />
façade…' in menig opzicht aan z'n trekken.<br />
31 musis<br />
Ook in ander opzicht is het boek opmerkelijk. Teruggaand<br />
naar het proefschrift dat aan deze uitgave ten grondslag ligt,<br />
is het een publicatie die in een eerdere tijd niet of in ieder<br />
geval minder voor de hand had gelegen. Een onderzoek<br />
dat zich heeft voorgenomen een gedetailleerd overzicht te<br />
geven over een zo specialistisch onderwerp als de organisatie<br />
van het stedelijk bouwbedrijf in (de tweede helft van) de<br />
achttiende eeuw, zou zonder de beschikbaarheid van<br />
moderne hulpmiddelen en registratietechnieken minstens<br />
een levenswerk zijn geweest. Nu laat het onbedoeld zien<br />
hoever de bronnen tegenwoordig ontsloten zijn en archieven<br />
toegankelijk zijn gemaakt. Als modern proefschrift bevestigt<br />
het de grote waarde van de digitalisering van ons collectief<br />
verleden.<br />
Eén minpuntje mag bij dit alles echter wel worden genoemd.<br />
De flaptekst rept van het feit dat steden als Leiden, Haarlem<br />
en Delft met grote economische problemen worstelden<br />
waar Rotterdam en <strong>Schiedam</strong> juist floreerden. Die economische<br />
achtergrond komt in het boek niet uit de verf. Ook<br />
schenkt Medema weinig aandacht aan de Verlichting als<br />
maatschappelijke beweging die de opvattingen over politiek,<br />
filosofie, wetenschap en religie grondig wijzigde en in de<br />
tweede helft van de achttiende eeuw een brede reikwijdte<br />
had. En dus kan het gebeuren dat het de auteur – in zijn studie<br />
waarin vrijwel elk aspect samenhangt met de Verlichting –<br />
ontgaat dat zijn <strong>Schiedam</strong>citaat uit de Historie van mejuffrouw<br />
Sarah Burgerhart (1782) precies raakt, waar het<br />
het vooruitstrevende deel van de Nederlandse natie in de<br />
achttiende eeuw om ging.<br />
Maar goed, er moet nog wat te schrijven en te promoveren<br />
over blijven. En zeker als het resultaten oplevert als 'Achter<br />
de façade van de Hollandse stad'.<br />
Geert Medema; 'Achter de façade van de Hollandse<br />
stad, het stedelijk bouwbedrijf in de achttiende eeuw'.<br />
Uitgave Vantilt, ISBN 9789460040535 NUR 648<br />
rijk geïllustreerd in kleur 400 pagina's € 29,95.<br />
Bij ons kunt u terecht voor persoonlijke en professionele rechtsbijstand<br />
op het gebied van onder meer:<br />
echtscheiding / scheidingsmediation / personen- en familierecht / sociale<br />
zekerheid / arbeidsrecht / immigratierecht / letselschade.<br />
Wij hebben jarenlange ervaring op bovenstaande terreinen.<br />
Bij ons komt u terecht op een klein kantoor waardoor er veel ruimte is<br />
voor persoonlijke betrokkenheid.<br />
Als u een zaak bij ons in behandeling heeft gegeven, vinden wij het van<br />
groot belang om met u samen te werken en in nauw overleg met u te<br />
beslissen welke stappen genomen moeten worden.<br />
Wij behandelen zaken zowel op basis van een betaalbaar uurtarief als<br />
op basis van door de overheid gefinancierde rechtshulp.<br />
Oranjestraat 2, Postbus 448, 3100 AK <strong>Schiedam</strong> - tel. 010 473 89 88 - fax 010 473 32 32 - www.habetsenvanleeuwen.nl
Het is zoals het is;<br />
het 'nieuwe' Emaus<br />
Er gaat vaak een vreemde bekoring<br />
uit van de vergeten stukjes stad,<br />
waar panden lang geen onderhoud<br />
hebben gehad, waar eigenaren er<br />
schijnbaar geen hinder van hebben<br />
dat hun bezit verkommert. Daar waar<br />
bomen uit de dakgoot groeien en je je<br />
duim diep in de verrotte kozijnen kan<br />
duwen. Misschien geen hoopwekkende<br />
vergankelijkheid, maar wel een teken<br />
dat het gebouw zijn eigen weg gaat.<br />
Laat zien wat het in de kern is en<br />
zijn authenticiteit toont. Het maakt<br />
nieuwsgierig en roept de vraag op<br />
wat het zover heeft gebracht en zich<br />
hier eerder heeft afgespeeld. Er valt<br />
iets te ontdekken, zonder dat anderen<br />
de kans hebben gehad iets van dat<br />
originele te verpoetsen. Het is dezelfde<br />
nieuwsgierigheid die jongetjes hebben<br />
als ze denken als eerste de bunkers bij<br />
Hoek van Holland binnen te gaan. Of<br />
de archeoloog die na honderden jaren<br />
een beerput vol huisraad leegt. Met de<br />
Vlaardingse begraafplaats Emaus leek<br />
het steeds meer deze kant op te gaan,<br />
wat natuurlijk een onhoudbare situatie<br />
werd. De romantiek en fantasie terzijde<br />
schuivend heeft de renovatie van de<br />
gebouwen inmiddels plaatsgevonden<br />
en kregen deze een prachtige kunsttoepassing.<br />
De sfeer van het onontdekte ademde het 'oude' Emaus tot<br />
voor enige tijd onherroepelijk uit. Hoewel er nog dagelijks<br />
van de gebouwen van deze Vlaardingse begraafplaats gebruik<br />
werd gemaakt en honderden graven hun aantrekkingskracht<br />
op nabestaanden hadden, was de dodenakker overduidelijk<br />
in verval. Geruime tijd werden er geen nieuwe graven meer<br />
uitgegeven en vonden alleen nog bijzettingen plaats in<br />
familiegraven. Het onderhoud werd beperkt tot het allernoodzakelijkste<br />
met verval tot gevolg. Het nog verder laten<br />
vervallen tot ruïneuze staat was geen optie, maar aan een<br />
duidelijke visie en geld ontbrak het lang. De hoeveelheid<br />
mos die uit de ramen en kozijnen groeide en het feit dat<br />
rouwenden geen behoorlijke ontvangst geboden kon worden,<br />
riep maatschappelijke verontwaardiging op. Ook de gemeente<br />
Vlaardingen, verantwoordelijk voor de begraafplaats, was<br />
na veel vijven en zessen tot dit inzicht gekomen en pakte<br />
de zaak daarna voortvarend aan. Het was duidelijk dat de<br />
Zicht op de weggebroken achtergevel van de wachtruimte.<br />
Bescherming tegen stof ten behoeve van asbestsanering en sloop.<br />
musis 32
gebouwen en in de slipstream daarvan ook de begraafplaats<br />
zelf onder handen genomen moest worden. Dat de gedateerde<br />
verblijfsruimten, die tegelijk nog zo duidelijk de vooroorlogse<br />
sfeer ademden, een facelift zouden ondergaan, was evident.<br />
Architectenbureau Lugten en Malschaert uit Dordrecht kreeg<br />
opdracht om de gebouwen geschikt te maken voor de wensen<br />
en het gemak van de hedendaagse mens. Uitgangspunt<br />
was dat de historische uitstraling behouden moest blijven,<br />
in evenwicht met de moderne eisen, waar ieder bouwwerk<br />
mee te maken heeft, maar ook toegerust op de stemming<br />
die nabestaanden nu eenmaal met zich meebrengen. De<br />
bouwhistorische opname die het architectenbureau zelf<br />
uitvoerde, blijkt achteraf een voorbode op het uiteindelijke<br />
resultaat. Het rapport geeft vreemd genoeg alleen een<br />
beschrijving, geen interpretatie, van de buitengevels en<br />
niet van het interieur. Niet alleen een analyse van de<br />
duidelijk aanwezige bouwfasen ontbreekt, ook is er geen<br />
waardering gegeven aan de verschillende te onderscheiden<br />
gebouwelementen. Dat hier meer in had gezeten, bleek<br />
toen alle binnenmuren, één van de beide achtergevels en<br />
betimmeringen (vroeg 19 e eeuwse) waren gesloopt. De<br />
binnenzijde van de buitenmuren, de balkenplafonds en de<br />
kap vertoonden een mêlee aan bouwhistorische sporen, die<br />
een adequate typering mogelijk hadden gemaakt, wellicht ter<br />
inspiratie van de architect. Het feit dat het architectenbureau<br />
zelf het onderzoek verrichtte, is op zichzelf dan ook een<br />
verkeerde. Eén in de soort van de slager die zijn eigen vlees<br />
keurt. Nu lijkt het er misschien op dat schrijver dezes de<br />
verbouwing, van restauratie is nauwelijks sprake, het resultaat<br />
de grond in wil schrijven, maar dat is niet het geval. Er is door<br />
het gebruik van fraaie blauw-hardstenen tegels op de vloeren<br />
en subtiele verticale lichtopeningen een serene sfeer ontstaan,<br />
die goed beantwoordt aan een stemmige ruimte. De zaaltjes<br />
hebben een strakke, stijlvolle atmosfeer, die van respect<br />
voor de overledene en nabestaande getuigt. In die zin is de<br />
renovatie geslaagd te noemen. De relatie tussen het ex- en<br />
interieur en zeker de bouwhistorische gelaagdheid is hierbij<br />
echter geweld aangedaan. De begraafplaats is nu met goed<br />
fatsoen weer toonbaar. Dat het oorspronkelijk aanwezige<br />
timpaan boven de centrale ingang, met het stichtingsjaartal,<br />
weer is hersteld, verdient waardering.<br />
Zoals in 2008, aan de vooravond van de renovatie, in<br />
Musis geschetst, was het grootste zorgenkind misschien<br />
de begraafplaats zelf. Tientallen historisch belangrijke<br />
graven liggen er zwaar verwaarloosd bij, zijn beschadigd en<br />
dreigen onherstelbare schade op te lopen. Het goedbedoelde<br />
onderhoud dat verrassend snel na het verschijnen van het<br />
Musisartikel tot stand kwam, werkte echter averechts. Met<br />
een zekere ijver werden de zerken, die jarenlang geen borstel<br />
of bezem gezien hadden, onderworpen aan een mechanische<br />
schrobmachine, die blijvende sporen op de natuursteen<br />
achterliet. Inmiddels is hiervoor aandacht gevraagd en<br />
wordt hierin wat zorgvuldiger opgetreden. Het is ook nooit<br />
goed… Een andere positieve ontwikkeling is het feit dat<br />
33 musis<br />
Paneel met grafportretjes. Foto: Elly Dijkshoorn<br />
Interieur aula. Foto: Elly Dijkshoorn<br />
tekst: Jeroen ter Brugge<br />
foto's: Elly Dijkshoorn, Musis
de Historische Vereniging Vlaardingen het initiatief heeft<br />
genomen voor de inventarisatie van de zerken binnen het<br />
oude gedeelte van de begraafplaats. Alle grafmonumenten<br />
worden nauwkeurig gedocumenteerd, ook fotografisch,<br />
waarna een plan van aanpak voor herstel en onderhoud<br />
gemaakt zal worden. Uiteraard zullen rechthebbenden,<br />
zolang die traceerbaar blijken, hierbij betrokken worden.<br />
Uiteraard wordt samengewerkt met de gemeentelijke dienst<br />
die verantwoordelijk is voor de begraafplaatsen en het<br />
Stadsarchief levert genealogische gegevens bij de in kaart<br />
gebrachte graven. Presentatie van deze inventarisatie ter<br />
plekke en wellicht ook middels de website van de Vereniging<br />
zou een mooie bekroning van dit initiatief zijn. Het zorgt voor<br />
bekendheid van en betrokkenheid bij de begraafplaats en dit<br />
draagvlak is op termijn weer belangrijk bij het behoud van<br />
deze groene oase in de stad.<br />
Bijzonder aangenaam verrast kan de bezoeker zijn over de<br />
kunsttoepassing die met het gereedkomen van de nieuwe<br />
aula en wachtruimte tot stand is gekomen. Zoals dat bij<br />
nieuwe overheidsgebouwen in de regel gebeurt, is een<br />
kunstenaar gevraagd een bijdrage te leveren. De keuze voor<br />
de Vlaardingse kunstenares Elly Dijkshoorn is een gelukkige<br />
geweest. Degenen die haar en haar werk kennen, weten<br />
dat deze goedlachse en tegelijk betrokken kunstenares over<br />
een groot inlevingsvermogen beschikt. En hoewel haar<br />
opvallende verschijning zou kunnen doen vermoeden dat haar<br />
kunst iets, in de positieve zin, exuberants heeft, kan gesteld<br />
worden dat haar schilderijen/composities in symbiose met<br />
hun omgeving zijn. Het zijn geen bescheiden kunstwerken,<br />
ze zijn groot genoeg en zeker ook kleurrijk, maar ze passen<br />
uitstekend binnen de architectuur en de beoogde sfeer. Het<br />
meest opvallend zijn de vijf grote panelen die naast elkaar in<br />
de aula hangen. Niet alleen zijn ze even groot, ook vormen<br />
ze een eenheid door de voorstelling: oude grafportretjes<br />
hebben afwisselend een plek gekregen op een eigen venster,<br />
of misschien wel zerk. De verticale gelaagdheid laat zien<br />
dat Dijkshoorn goed naar de geledingen in de aula gekeken<br />
heeft. Het ritme wordt in de schilderijen voortgezet, terwijl<br />
deze de treurende en in sommige gevallen afwachtende<br />
bezoeker aanleiding geeft de gedachten te laten gaan. De<br />
fijne kwaststreken in gedempte kleuren liggen als een sluier<br />
over de vlakverdeling heen en bedekken ook de portretjes.<br />
De geportretteerden, allen duidelijk niet meer onder ons,<br />
zijn op die manier aanwezig, maar toch ook weer op een<br />
Vijf panelen in de aula. Foto: Elly Dijkshoorn<br />
Schade aan de grafstenen als gevolg van het mechanisch reinigen.<br />
afstand die bij gestorvenen hoort. Het maakt daarmee ook<br />
niet uit wie deze mensen zijn. Het zijn verwanten, vrienden,<br />
kennissen, collega's. Elly Dijkshoorn vertelt in het mooi<br />
vormgegeven boekje 'Vormen van her-inneren' hoe ze<br />
op het idee kwam: "Inspiratiebronnen waren de prachtige<br />
begraafplaats en een kistje met oude grafportretten." Dit kistje<br />
moet, gezien de foto's die er in zaten (jaren 30-50), al jaren<br />
bij de grafdelvers in de kast hebben gestaan toen Dijkshoorn<br />
er tegenaan liep. Het zijn foto's van overledenen die op<br />
zerken en kruizen van geruimde graven hebben gezeten<br />
en waarvan iemand gedacht moet hebben dat het zonde of<br />
misschien wel respectloos was ze weg te gooien. Anoniem<br />
belandden ze in het kistje, de vrouwen in Vlaardingse dracht,<br />
de kinderen op gelukkiger momenten en de<br />
mannen netjes in het pak. Verantwoordelijk<br />
wethouder van kunst en cultuur was tijdens<br />
het verlenen van de opdracht Ben van der<br />
Velde. In een tekstbijdrage in het boekje<br />
('De Schat') memoreert hij hoe Dijkshoorn<br />
een nieuwe betekenis aan de portretjes gaf:<br />
"Elly stelde voor om een nieuw verhaal te<br />
vertellen aan de hand van die schat. Geen<br />
uitbundig verhaal, maar een verhaal dat bij<br />
Elly hoort. Een project dus, aan de hand van<br />
een kistje met herinneringen zoals we die<br />
allemaal een levenlang met ons meedragen<br />
en waar we ook niet aan kunnen ontkomen."<br />
Treffende woorden die recht doen aan dit niet<br />
eenvoudige project, waar idealiter iedereen<br />
zich op een of andere manier in zou moeten<br />
kunnen herkennen. Elly Dijkshoorn lijkt hier<br />
wonderwel in geslaagd. Om met haar eigen<br />
woorden te besluiten: "Het is zoals het is".<br />
musis 34
DE UITGAVE VAN MUSIS WORDT MEDE MOGELIJK GEMAAKT DOOR:<br />
BASTIAANS & VAN RIET ACCOUNTANTS, SCHIEDAM<br />
BOKX VASTGOED ONTWIKKELING B.V., ROTTERDAM<br />
FACILICOM BEDRIJFSDIENSTEN, SCHIEDAM<br />
FONTIJNE BEHEER B.V., VLAARDINGEN<br />
HATENBOER WATER - DRINKWATERBEHANDELING, SCHIEDAM<br />
IRADO, AFVAL, REINIGING EN DIENSTVERLENING, SCHIEDAM<br />
NICOVERKEN HOLLAND B.V., SCHIEDAM<br />
SNELWEG TRANSPORT, SCHIEDAM
Een ontmoeting met Notaris<br />
is een ontdekking op zich<br />
Notaris. Het mooiste distillaat<br />
van vaderlandse bodem.