NTOG%202016-4_web
NTOG%202016-4_web
NTOG%202016-4_web
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
16/04<br />
#ARTICLESTART: Praktijkvariatie in behandeling van prolaps en urine-incontinentie | 2016-04 | 180-185 | van IJsselmuiden, van Erkelens, van Eijndhoven<br />
Een maat voor de kwaliteit van zorg in Nederland?<br />
Praktijkvariatie in behandeling van<br />
prolaps en urine-incontinentie<br />
drs. M.N. van IJsselmuiden arts-onderzoeker Isala Zwolle<br />
ir. J.A. van Erkelens afdeling Informatie en Onderzoek, Vektis<br />
dr. H.W.F. van Eijndhoven urogynaecoloog Isala Zwolle<br />
180<br />
Praktijkvariatie wordt gedefinieerd als verschil in<br />
zorg voor eenzelfde medische aan doening, dat<br />
niet te verklaren is op basis van leeftijd of sociaaleconomische<br />
status. Praktijkvariatie kan ontstaan<br />
door het niet volgen van de evidence based richtlijnen,<br />
door gebrek aan bewijs voor de optimale<br />
behandeling, door een verschil in middelen, vaardigheden<br />
en behandelmogelijkheden en door een<br />
verschil in counseling van de patiënt voor een<br />
bepaalde behandeling. Een grote praktijkvariatie<br />
kan leiden tot hogere zorgkosten en kwaliteitsvermindering<br />
van de zorg. In dit artikel willen wij<br />
aan de hand van de behandeling van prolaps en<br />
urine-incontinentie de praktijk variatie in Nederland<br />
illustreren.<br />
In Nederland bestaan grote regionale verschillen in<br />
aantallen uitgevoerde medische behandelingen per<br />
hoofd van de bevolking. Praktijkvariatie wordt gedefinieerd<br />
als een verschil in zorg voor eenzelfde medische<br />
aandoening, dat niet te verklaren is op basis<br />
van leeftijd of sociaal-economische status.1 Deze<br />
praktijkvariatie kan bijvoorbeeld ontstaan door het<br />
niet volgen van de evidence based richtlijnen, gebrek<br />
aan bewijs voor de optimale behandeling of door een<br />
verschil in middelen, vaardigheden en behandelmogelijkheden.<br />
Ook de counseling van de patiënt voor<br />
een bepaalde behandeling ('gedeelde besluitvorming')<br />
kan zorgen voor praktijkvariatie. Wanneer de<br />
patiëntkarakteristieken, de vaardigheden van de chirurg<br />
en de indicatie voor chirurgische interventie of<br />
conservatieve behandeling gelijk verdeeld zijn tussen<br />
ziekenhuizen zou de praktijkvariatie, theoretisch<br />
gezien, laag moeten zijn.<br />
De praktijkvariatie laat onder andere zien hoe de<br />
verhouding tussen conservatieve en chirurgische therapie<br />
is. Met andere woorden: hoe vaak een operatieve<br />
behandeling wordt ingesteld ten opzichte van<br />
een conservatief beleid. Als er vaak wordt besloten<br />
tot een operatieve behandeling, kan er overbehande-<br />
ling ontstaan waardoor patiënten mogelijk onnodig<br />
aan veiligheidsrisico’s worden blootgesteld. Het is<br />
bekend dat een deel van de zorg die wordt geleverd<br />
niet is geïndiceerd en kan worden bestempeld als<br />
overbehandeling.2 Dit zou gelden voor ongeveer<br />
20-25% van de verrichtingen in Nederland.3 Daar<br />
staat tegenover dat er ook sprake kan zijn van onderbehandeling,<br />
als vaker voor een conservatieve<br />
behandeling wordt gekozen. In dat geval krijgen patiënten<br />
mogelijk te weinig zorg, wat op de korte termijn<br />
wellicht kosten bespaart, maar op de langere<br />
termijn tot hogere zorgkosten kan leiden. Doordat<br />
praktijkvariatie over- en onderbehandeling aan het<br />
licht kan brengen, zou praktijkvariatie kunnen dienen<br />
als indicator voor de kwaliteit van zorg.<br />
In de afgelopen jaren is het begrip 'praktijkvariatie'<br />
steeds meer in het nieuws gekomen. Naast een indicator<br />
voor de kwaliteit van zorg, wordt praktijkvariatie<br />
ook gezien als een probleem in het reguleren van<br />
de kosten voor de gezondheidszorg: door over- en<br />
onderbehandeling terug te dringen zou mogelijk tussen<br />
de 0,9 en 1,3 miljard kunnen worden bespaard<br />
op het macrobudget van ziekenhuizen.1 Tot 2011<br />
steeg het bedrag dat besteed wordt aan de gezondheidszorg<br />
in Nederland met 6-7% per jaar. Door het<br />
zogenaamde 'hoofdlijnenakkoord' (dat in 2012 is<br />
ingegaan4) is deze stijging van de ziekenhuiszorgkosten<br />
teruggedrongen tot 2,1% in 2014.5 De hoge zorgkosten<br />
zijn een groot probleem en vormen een<br />
bedreiging voor de houdbaarheid van de zorg in<br />
Nederland.6 Daardoor is het terugdringen van de<br />
praktijkvariatie en de daarmee gepaard gaande kosten<br />
belangrijk. Dit blijkt onder andere uit het feit dat<br />
voor steeds meer aandoeningen de praktijkvariatie<br />
wordt bepaald. Vektis en KPMG Plexus hebben deze<br />
in opdracht van Zorgverzekeraars Nederland berekend<br />
voor een groot aantal uitgevoerde operaties,<br />
waaronder ingrepen voor carpaal tunnelsyndroom,<br />
knieprothesen en hernia-operaties. Hieruit blijkt dat<br />
in sommige regio’s bepaalde veel voorkomende ope-