VvE 3-2017

48
VvE BOUWKUNDIG
VEILIGHEIDSRISICO
BIJ REMMEN VAN LIFTEN
OUDER DAN VIJF JAAR
Ook risico bij liften die
aan alle wettelijke
eisen voldoen
De veiligheid van remmen van liften die ouder zijn dan vijf jaar en voorzien zijn van een snelheidsregeling,
is in een aantal gevallen onvoldoende gegarandeerd. Dit ondanks het feit dat aan alle wettelijke
eisen wordt voldaan. Liftinstituut heeft dat vastgesteld. Op initiatief van Liftinstituut onderzoeken de
keuringsinstanties op dit moment welke extra controles bij de keuringen nodig zijn.
De informatie is door Liftinstituut gedeeld met collega-keuringsinstanties,
de liftenbranche, het ministerie
van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en de
Inspectie SZW. Ook is het onderwerp besproken in
het Centraal College van Deskundigen-liften op 21
juni. Het college heeft instemmend gereageerd op
het voornemen van de keuringsinstanties om tijdens
de keuringen extra aandacht te besteden aan deze
mogelijke veiligheidsrisico’s.
VOORTSCHRIJDEND INZICHT
Voortschrijdend inzicht geeft aan dat met name
bij oudere liften die op een later moment van een
snelheidsregeling zijn voorzien, een verminderde
of falende werking van de remmen niet - of onvoldoende
- wordt gesignaleerd. Dat kan leiden tot een
ongecontroleerde beweging van de lift. Het probleem
kan zich ook voordoen bij liften die ouder zijn dan vijf
jaar en die oorspronkelijk al zijn voorzien van een snelheidsregeling.
De kans dat dit gebeurt is klein, maar als
het tóch gebeurt, kunnen de gevolgen ernstig zijn.
LIFTINSTITUUT INITIATIEF
Naar aanleiding van enkele incidenten – gelukkig
geen ongevallen - heeft Liftinstituut dit veiligheidsrisico
gedeeld met de liftenbranche, de collegakeuringsinstanties
en de overheid. Het risico werd
onderkend en met name de liftbedrijven pleitten voor
een gezamenlijke en eenduidige aanpak door de keuringsinstanties,
op basis van afspraken binnen SBCL.
Op initiatief van Liftinstituut onderzoeken de keuringsinstanties
op dit moment welke extra controles bij de
keuringen nodig zijn en welke opmerkingen op basis
van welke afwijkingen hierover in het keuringsrapport
moeten worden gemaakt.
DE BESTE AANPAK
De liftbedrijven kunnen in de situaties waarbij dit speelt,
ook een oplossing bieden. Zij hebben Liftinstituut daarover
geïnformeerd. Zij geven aan dat per lift ter plaatse
moet worden bekeken of het bovengenoemde risico
aan de orde is. Daarom zijn ze blij met de beoordeling
ter plaatse door de keuringsinstanties. Als de keuringsinstantie
iets over dit risico opmerkt in het keuringsrapport,
dan kan de VvE met het eigen liftonderhoudsbedrijf
afstemmen wat de beste aanpak is. Wie de keuring
niet wil afwachten, kan natuurlijk ook zelf contact
opnemen met het liftonderhoudsbedrijf.
Het voornemen van de keuringsinstanties om dit risico
in de keuring mee te beoordelen, krijgt waarschijnlijk
medio september a.s. zijn beslag. Dan stemt naar
verwachting de Stichting Beheer Certificering Liften
(SBCL) in met het voorstel. De VvE’en die over een
lift beschikken, kunnen vervolgens in voorkomende
situaties een opmerking erover in het keuringsrapport
verwachten.
LIFTONDERHOUDSBEDRIJVEN ANTICIPEREN
NU AL OP DIT RISICO
Enkele liftonderhoudsbedrijven anticiperen tijdens
onderhoud nu al op het mogelijke risico via extra
aandacht voor het remsysteem. Ook heeft een aantal
liftbedrijven aangegeven detectie van de goede
remwerking standaard mee te nemen bij renovaties,
hoewel dit nog niet wettelijk verplicht is.
VvE BOUWKUNDIG
VRAAG HET AAN
HET LIFTINSTITUUT
ALARMBEL IN DE LIFT?
VRAAG: Wij hebben als VvE in ons
pand de beschikking over twee liften.
In deze liften zit geen telefoon, alléén
een alarmbel. Graag zou ik van u
informatie ontvangen met betrekking
tot regelgeving over alarm in liften.
In hoeverre is de VvE verplicht alarm
te plaatsen in de liften? Kan worden
volstaan met een alarmknop of is een
spreek-luisterverbinding vereist?
ANTWOORD: Een liftinstallatie mag
volgens het warenwetbesluit liften
niet in gebruik zijn indien het niet
mogelijk is om in geval van nood
alarm te slaan. Afhankelijk van het
bouwjaar van de installatie mag
alarmering met een alarm-drukknop
plaatsvinden of moet er een
spreek-luisterverbinding zijn. Bij
liften met een bouwjaar tot 1998
mag naar keuze een alarmbel of
een spreek-luisterverbinding zijn
aangebracht. Is de lift gebouwd na
genoemde datum, dan moet een
spreek-luisterverbinding met noodstroomvoorziening
aanwezig zijn.
GEAARD STOPCONTACT NODIG
BIJ TRAPLIFT?
VRAAG: Is bij de plaatsing van een
traplift in een woning een geaard
stopcontact noodzakelijk? En waar
zijn de eisen en voorwaarden hieromtrent
te vinden?
ANTWOORD: Een traplift die is aangesloten
met een steker is te beschouwen
als een toestel zoals bijvoorbeeld
een wasmachine. In het toestel
bevinden zich elektrisch gevoede
en aangedreven onderdelen. Als er
met deze onderdelen onverhoopt
iets misgaat, bestaat de mogelijkheid
dat de metalen delen onder
spanning komen te staan. Om dit te
voorkomen is het noodzakelijk dat
de metalen delen van zo’n apparaat
worden geaard. Als de voeding via
een steker uit een wandcontactdoos
wordt betrokken, moet uit datzelfde
punt ook een aardaansluiting worden
aangevoerd. Dat kan alleen via een
geaarde wandcontactdoos. De eisen
omtrent de aansluiting kunt u vinden
in NEN 1010, de norm voor laagspanningsinstallaties.
WEL OF GEEN KOOIAFSLUITING?
VRAAG: In ons pand willen we
een bestaande liftinstallatie zonder
binnendeuren vervangen door een
nieuwe, mét binnendeuren. Is er een
verplichting voor die extra binnendeuren?
Je ziet ook wel dat (bij gedeeltelijke
vervanging) de scharnierdeuren
blijven en dat een lichtkrans
wordt geplaatst. De lift stopt dan
direct bij aanraking van de wand.
ANTWOORD: De wetgeving in
Nederland stelt dat een installatie
na onderhoud of verbouwing ten
minste moet voldoen aan de vervaardigingsvoorschriften.
De vervaardigingsvoorschriften
zijn de voorschriften
die golden ten tijde van de
nieuwbouw van uw installatie. Vanuit
dat oogpunt is het aanbrengen van
kooiafsluiting (binnendeuren) in uw
geval niet verplicht. Als gebouweigenaar
hebt u echter ook een zorgplicht.
Gezien de ontwikkelingen
op Arbo-gebied hebt u eigenlijk
niet langer de keuze om bij een
49
VvE Magazine # 3 | augustus 2017
In deze rubriek behandelen we vragen die
betrekking hebben op de veiligheid van
liften en gevelonderhoudsinstallaties en
op veilig werken op hoogte. Deze keer
hebben alle vragen betrekking op zaken
die te maken hebben met de vanuit de
Arbowet gevraagde veilige werkomgeving
voor de liftmonteur en de liftinspecteur.
Voor de beantwoording van de vragen
tekent, namens de Liftinstituut-helpdesk,
Vincent Terlingen.
Hebt u een vraag? Stuur een mail
naar info@liftinstitiuut.nl en geef
daarbij aan of uw vraag, mét het
antwoord, in VvE Magazine
gepubliceerd mag worden.
Net als een wasmachine moet een
traplift altijd geaard zijn.
verbouwing geen kooiafsluiting aan
te brengen. U voldoet dan niet aan de
zorgplicht om gebruikers van de lift
de veiligheid te bieden die heden ten
dage gebruikelijk is. Een lichtgordijn
zoals u beschrijft is geen oplossing
die gelijkwaardig is met een kooiafsluiting.
In geval van inklemmen bij
de kooidrempel wordt het lichtgordijn
uitgeschakeld door de remweg van
de lift. Dan kan toch forse lichamelijke
schade ontstaan.
Meer info over V.O.K.
(Veiligheid bij Onderhoud
en Keuring) vindt u op
Liftinstituut.nl/vakinfo/
wetgevingNL(Arbo)