08.05.2020 Views

MCA jaarverslag 2019

  • No tags were found...

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

CORRIDORMANIFESTATIE<br />

Sprankelende toekomst voor het intermodaal vervoer in en door Brabant<br />

Als er een eindconclusie moet worden getrokken<br />

uit de eerste Corridor-manifestatie,<br />

op 20 juni <strong>2019</strong> in Oss, dan is het dat<br />

het intermodaal vervoer in Brabant een<br />

sprankelende toekomst heeft. <strong>MCA</strong> Brabant-directeur<br />

Hendrik-Jan van Engelen<br />

toonde bij de introductie een kaart met<br />

vervoerscorridors in en door Brabant,<br />

waaruit de krachtige dynamiek blijkt van<br />

alle verschillende goederenstromen die<br />

Brabant intermodaal ondersteunt of kan<br />

ondersteunen.<br />

Robinia Heerkens gaf een heldere uitleg over<br />

de betekenis van robuuste vaarwegen. Zij is<br />

senioradviseur Water, Scheepvaart en Goederenvervoer,<br />

Netwerkontwikkeling en Visie bij<br />

Rijkswaterstaat Zuid-Nederland. Zoals bedrijven<br />

moet ook de overheid voortdurend prioriteiten<br />

stellen. Zo ook bij het streven naar een<br />

zo robuust mogelijk vaarwegennetwerk.<br />

“Wanneer is een vaarweg robuust? Moet hij<br />

calamiteitbestendig zijn?” Niet alle calamiteiten<br />

kunnen daaronder vallen. Robinia Heerkens<br />

verwees naar het ongeluk met de tanker<br />

die tegen de stuw bij Grave is gevaren in december<br />

2016 als voorbeeld van een calamiteit<br />

die ‘te groot, te onvoorspelbaar en te incidenteel’<br />

is. Het voorkomen van congestie speelt<br />

wel een rol bij robuustheid van het vaarwegennet<br />

evenals het voorkomen van te hoog<br />

en laag water. “Daarbij kunnen koppelingen<br />

worden gemaakt met andere programma’s<br />

van Rijkswaterstaat”, aldus Robinia Heerkens,<br />

die de zaal verzocht aan te geven wat<br />

de verwachtingen zijn voor wat betreft de robuustheid<br />

van de vaarwegen. Continu-bediening<br />

van de kunstwerken bleek onder andere<br />

belangrijk, evenals de te lage bruggen en te<br />

kleine sluizen. “Het vaarwegennetwerk zou de<br />

schaalvergroting in de binnenvaart bij moeten<br />

houden”, klonk het uit de zaal.<br />

BO-MIRT<br />

Heerkens: “In BO-MIRT (Bestuurlijke Overleggen<br />

Meerjarenprogramma Infrastructuur,<br />

Ruimte en Transport – red.) wordt gesproken<br />

van een hoge beschikbaarheid van zo<br />

goed mogelijke vaarwegen èn de alternatieven,<br />

dus als de vaarweg uitvalt, hoe het vervoer<br />

dan over de weg, over spoor of via een<br />

alternatieve vaarweg kan plaatsvinden.” De<br />

plannen voor het robuuste vaarwegennet<br />

worden beoordeeld door de stakeholders:<br />

de overheden, Koninklijke BLN-Schuttevaer<br />

en verladers, waarna een ‘knelpuntenanalyse’<br />

volgt voor BO MIRT <strong>2019</strong>. “Oplossingen voor<br />

de korte termijn betreffen onderhoud en beheer.<br />

Ook het onderhoud moet robuust, geen<br />

houtje/touwtje-oplossingen. Er is 5 miljoen<br />

beschikbaar gesteld door de minister om de<br />

beschikbaarheid van de vaarwegen te verbeteren.<br />

Voor de middellange termijn wordt<br />

gekeken naar vervanging en renovatie. Veel<br />

kunstwerken zijn al 70 jaar of ouder. Voor het<br />

beter benutten van de vaarwegen zien we dat<br />

veel kanalen te klein zijn of er zijn gewoon te<br />

weinig schepen beschikbaar. Er wordt gekeken<br />

of grotere schepen kunnen worden toegelaten<br />

op die kanalen.”<br />

Vanuit de zaal kwamen nog wat verzoeken<br />

aan Rijkswaterstaat voor de prioritering: maak<br />

de Maasroute klasse VI, los knelpunt Grave op<br />

door een grotere sluiskolk, zowel in de lengte<br />

als in de breedte. Rijkswaterstaat stelt het<br />

meedenken op prijs. “Waarom moeilijk doen<br />

als het samen kan”, besloot Robinia Heerkens<br />

haar verhaal met een populaire kreet van<br />

‘Loesje’. Het eerste concept van BO-MIRT <strong>2019</strong><br />

moet in oktober klaar zijn, in 2020 gevolgd<br />

door de uitwerking en het opstellen van mogelijke<br />

scenario’s.<br />

Michel van Dijk van Inland Terminal Veghel<br />

relativeerde de inschattingen van Rijkswaterstaat<br />

door aan te geven dat na vier jaar over<br />

Rondleiding op OOC-terrein<br />

Voorafgaand aan de Corridor Manifestatie<br />

in het Logistics House in Oss, kregen de<br />

gasten van het symposium een rondleiding<br />

over het terminalterrein van OOC<br />

in Oss, onder leiding van de bezielde directeur<br />

Eric Nooijen (foto rechts).<br />

het Màximakanaal al 60 % meer schepen varen<br />

dan was voorspeld. Hij vraagt zich af waarom<br />

aan beide zijden van het kanaal is gekozen<br />

voor een talud, omdat daardoor de werkelijke<br />

vaarbreedte wordt beperkt.<br />

In het verlengde daarvan waren er vragen<br />

over het streven van de overheid naar ecologisch<br />

verantwoorde oevers, waardoor de<br />

scheepvaart ook wordt gehinderd. Robinia<br />

Heerkens sloot resoluut uit dat geld dat is bestemd<br />

voor ecologische oevers ten bate van<br />

de scheepvaart zou worden gebruikt.<br />

Partnership<br />

Matthijs van Doorn, director Logistics Port<br />

of Rotterdam, vertelde over de gezamenlijke<br />

aanpak van corridorontwikkeling. Hij roemde<br />

het partnership van het Havenbedrijf Rotterdam<br />

met <strong>MCA</strong> Brabant. “Brabant is een frontrunner<br />

met intermodaal transport en daarbij<br />

speelt de binnenvaart een belangrijke rol.<br />

Naarmate de schepen aan de zeekant groter<br />

worden, hoor je het piepen en kraken door de<br />

groei van het vervoer. Het achterland zal zich<br />

aan moeten passen en ook daarbij is Brabant<br />

koploper.”<br />

Hij toonde zich een warm pleitbezorger van de<br />

bundeling van goederenstromen. “Bundeling<br />

kost geld en inspanning, maar het verhoogt<br />

de betrouwbaarheid van de dienstverlening<br />

in het achterland. Corridors zoals in West-Brabant<br />

zijn een goede oplossing. 40, 50 % van<br />

de containerbinnenvaart past in dergelijke<br />

corridors. Soms kan het niet en moeten we<br />

andere oplossingen bedenken.” Voorts gaf hij<br />

aan dat er druk ligt op de verduurzaming van<br />

de scheepvaart. Over de vorming van meer<br />

corridors is hij optimistisch: “De partners zijn<br />

er, de kennis is er en de wil is er ook.” Aldus<br />

Matthijs van Doorn.<br />

e-JointCorridor<br />

Programmamanager Frans van den Boomen<br />

van Logistics Community Brabant (LCB), de<br />

nieuwe partner van <strong>MCA</strong> Brabant, kwam met<br />

een vlot verteld verhaal over hoe LCB is betrokken<br />

bij talrijke projecten in het goederenvervoer.<br />

De LCB-aanpak van datadeling bij het<br />

spoor zou ook succesvol kunnen zijn bij de diverse<br />

corridor-initiatieven in de binnenvaart.<br />

LCB startte onlangs met e-JointCorridor, waarbij<br />

de elektronische berichten van verladers<br />

en vervoerders op elkaar worden afgestemd.<br />

LCB legt de nadruk op het opschalen van<br />

bestaande corridors of het ontwikkelen van<br />

nieuwe. Het project staat ook wel bekend als<br />

New Ways. “Nieuwe wegen, nieuwe samenwerkingen”,<br />

aldus Frans van den Boomen. “Wij<br />

knopen systemen aan elkaar.” Bij LCB zijn duizend<br />

studenten betrokken, die meewerken<br />

aan die systemen. “Niemand kan het alleen,<br />

we zoeken praktische verbindingen met andere<br />

partijen, zoals met <strong>MCA</strong> Brabant. New Ways<br />

ontwikkelt samen nieuwe corridors. Normaal<br />

zou een elektronicagigant als Samsung nooit<br />

de samenwerking vinden met een kaasmaker,<br />

maar wij brengen partijen bij elkaar, die het<br />

vervoer wel degelijk kunnen bundelen. We<br />

willen out-of-the-box denken bij het streven<br />

naar zowel meer duurzaamheid als verhoging<br />

van de mobiliteit.<br />

Een robuuste Joint Corridor zal ook gebruik<br />

maken van het wegvervoer indien dat noodzakelijk<br />

is.” Hij verwijst daarbij naar het succesvolle<br />

vervoer tussen Tilburg en het Poolse<br />

Rzepin, waar begonnen werd met een spoorverbinding<br />

met één trein per week, waar nu<br />

drie treinen per week rijden en waar binnen-<br />

Frans van den Boomen<br />

van Logistics Community Brabant.<br />

kort waarschijnlijk zes of zelfs zeven treinen<br />

per week rijden. “Ja, het was duurder dan alleen<br />

wegvervoer, maar het had ook voordelen.<br />

De afzender in Nederland heeft te maken met<br />

een Nederlandse chauffeur en de ontvanger<br />

in Polen met een Poolse chauffeur. En 99,85<br />

% van de lading komt op tijd aan. Twintig vervoerders<br />

zijn erbij betrokken en dertig verladers.<br />

Door studenten naar Polen te sturen om<br />

de systemen aan elkaar te knopen werd de<br />

efficiency met 20 % verbeterd.” Zo gaf Frans<br />

van den Boomen een treffend voorbeeld hoe<br />

intermodaal vervoer succesvol kan zijn. “Het<br />

is robuuster dan vervoer alleen over de weg.”<br />

De eerste Corridor-manifestatie kwam tot<br />

stand door bundeling van krachten van <strong>MCA</strong><br />

Brabant, Rijkswaterstaat, CCT Moerdijk, BCTN<br />

Alblasserdam, OOC Oss en de Rotterdam Port<br />

Promotion Council.<br />

Hendrik-Jan van Engelen van <strong>MCA</strong> Brabant opent de eerste Corridor-Manifestatie.<br />

Matthijs van Doorn van Havenbedrijf Rotterdam.<br />

Robinia Heerkens van Rijkswaterstaat Zuid-<br />

Nederland toont de zaal het rapport MIRT Onderzoek<br />

Goederenvervoercorridors Oost en Zuidoost.<br />

8<br />

JAARVERSLAG <strong>2019</strong><br />

JAARVERSLAG <strong>2019</strong><br />

9

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!