Bouwen aan Vlaanderen 04 2020
Platform voor de bouw
Platform voor de bouw
- TAGS
- vlaanderen
- bouwen
- grote
- gebouw
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
DUURZAAM BOUWEN<br />
THEMA<br />
Steeds beter ingeburgerd<br />
Redactiebureau Palindroom en architectura.be polsten in het kader van hun<br />
enquête omtrent communicatie in de architectuurwereld (zie kader) ook<br />
naar het belang en de bekendheid van tien verschillende duurzaamheidslabels:<br />
FSC, Cradle to Cradle, het VIBE-label, het NIBE-keurmerk, het PEFClabel,<br />
het Europese Eco-label, de LCA-analyse, Nature Plus, het Duitse<br />
Blauwe Engel-label en het Eurofins-label. Er is sprake van een globale<br />
stijging, al steekt één label er qua bekendheid met kop en schouders boven<br />
uit. Het FSC-label (90 %) spint duidelijk garen spint bij de groeiende<br />
populariteit van houtskeletbouw en zijn ruime toepassingsmogelijkheden<br />
(niet alleen bouwmaterialen, maar ook papier, tuinmeubels, enzovoort).<br />
Het PEFC-label maakt dan weer de omgekeerde beweging (van 53 naar<br />
42%), wat de vraag oproept of het nog zin heeft om twee labels met een<br />
gelijkaardige benadering in stand te houden.<br />
Op de tweede plaats prijkt het Cradle to Cradle-label (C2C) met een score van<br />
65 %. Dat is maar liefst 20 % beter dan vier jaar geleden. “Die sterke stijging<br />
mag niet los gezien worden van de groeiende interesse in circulair bouwen.<br />
Steeds vaker wordt bij <strong>aan</strong>bestedingen ook rekening gehouden met de duurzaamheid<br />
van de gebruikte materialen. In dat opzicht kan een C2C-label een<br />
belangrijke troef vormen”, stelt Rik Neven, zaakvoerder van Redactiebureau<br />
Palindroom en drijvende kracht achter de enquête. Een andere sterke stijger<br />
is het VIBE-label (van 41 naar 56 %). Dat is evenmin verwonderlijk, want<br />
VIBE heeft de voorbije jaren een belangrijke rol gespeeld in het promoten<br />
van duurzaam en circulair bouwen. Ook de Nederlandse tegenhanger, het<br />
NIBE-keurmerk, liet een mooie stijging noteren (van 36 naar 48 %). Levenscyclusanalyses<br />
(LCA) wonnen eveneens <strong>aan</strong> bekendheid (van 16 naar 22 %),<br />
met dank <strong>aan</strong> de groeiende populariteit van duurzaam bouwen en handige<br />
tools zoals TOTEM, waarmee architecten op relatief eenvoudige wijze de<br />
milieu-impact van gebouwen kunnen meten op basis van LCA’s.<br />
Bepalend bij materiaalkeuze<br />
Labels kennen is één zaak, maar in hoeverre vormen ze een argument voor<br />
architecten om een bepaald materiaal voor te schrijven? Ook daar werd in<br />
de enquête naar gepolst. De volgorde van de resultaten komt min of meer<br />
overeen met de bekendheid van de labels. Ook nu steekt FSC er met kop<br />
en schouders boven uit. Liefst 63 % van de architecten vindt het heel belangrijk<br />
dat een product over het FSC-label beschikt. Ook de andere labels<br />
halen overigens een goede ‘relevantiescore’. Sterke stijgers zoals C2C en LCA,<br />
niet toevallig twee labels met een uitgesproken link naar circulair bouwen,<br />
kunnen hun gestegen bekendheid ook verzilveren via een hogere relevantie<br />
bij de materiaalkeuze van de architect.<br />
Dit alles wijst erop dat het voor fabrikanten wel degelijk zinvol is om te<br />
investeren in het behalen van duurzaamheidslabels. Ze doorprikken het risico<br />
op ‘greenwashing’ en tonen onomstotelijk <strong>aan</strong> dat een bepaald materiaal of<br />
product ecologisch verantwoord is. Eveneens interessant is dat er qua bekendheid<br />
en relevantie van duurzaamheidslabels opvallende verschillen best<strong>aan</strong><br />
tussen jongere en oudere architecten, kleinere en grotere bureaus en architecten<br />
die hoofdzakelijk focussen op woning- of utiliteitsbouw. Meer details<br />
kan u binnenkort raadplegen in een uitgebreide whitepaper, waarin de resultaten<br />
van de enquête van naaldje tot draadje worden toegelicht. ❚<br />
Dit artikel is gebaseerd op de whitepaper die Redactiebureau<br />
Palindroom en architectura.be binnenkort uitbrengen over de<br />
resultaten van een uitgebreide enquête waarin zowel de eigen<br />
communicatie van architecten (website, social media, fotografie …)<br />
als de communicatie naar architecten (vakbladen, websites,<br />
beurzen …) onder de loep worden genomen. Dit om zicht te<br />
krijgen op de manier waarop architecten communiceren en de<br />
manier waarop ze het liefst geïnformeerd worden door fabrikanten<br />
en andere externe partijen. Voorts getuigden de 174 respondenten<br />
ook over hun visie op en ervaring met kwaliteits- en duurzaamheidslabels,<br />
circulair bouwen en BIM.<br />
BOUWENAANVLAANDEREN.BE | 137