11.12.2020 Views

Inkijkexemplaar KIJK 1-2021

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Tekst: Leo Polak

In juni 1976 kaapten terroristen een vliegtuig

met ruim honderd Israëlische passagiers aan

boord en brachten het naar het land van een

Afrikaanse dictator. Het leek een uitzichtloze

situatie, maar binnen twee dagen maakten

commando’s een plan om de gegijzelden te

bevrijden. In deze aflevering van de serie

Terugvlucht: de meest gewaagde

luchtlandingsactie uit de geschiedenis.

CREDIT

H

et viel te doen, maar als er één

kink in de kabel kwam, was

het bijna onvermijdelijk dat de

hele onderneming een gruwelijke mislukking

zou worden. Deze woorden van

legerchef Mordechai Gur zorgden voor

felle discussies tussen de leden van het

Israëlische kabinet. Ook premier Yitzhak

Rabin vond dat de risico’s enorm waren;

een nationale catastrofe kon het gevolg

zijn. Hij en zijn ministers stonden voor

een van de zwaarste beslissingen in de

woelige historie van hun land.

Toch stemden ze unaniem in met het

uitvoeren van een nog nooit vertoonde

militaire operatie: in het diepste geheim

vliegtuigen vol manschappen en materieel

naar een luchthaven sturen die bijna

4000 kilometer verderop lag, in het hart

van Afrika. Daar moesten deze soldaten

De passagiers van het gekaapte Air

France-toestel werden vastgehouden

in het oude terminalgebouw van het

vliegveld van Entebbe (Oeganda).

dan ruim honderd gegijzelde Israëlische

burgers uit de handen van een groep terroristen

bevrijden – en ze ongeschonden

terugbrengen naar het vaderland. Op

papier was dat gekkenwerk, maar een

andere uitweg zag de regering niet.

Terminal als gevangenis

Het begon allemaal op zondag 27 juni

1976, tijdens een door Air France uitgevoerde

vlucht van Tel Aviv naar

Parijs. De meeste passagiers hadden een

Israëlisch paspoort. Kort na een tussenlanding

in Athene, waar nog enkele

tientallen mensen waren ingestapt,

namen met vuurwapens en handgranaten

uitgeruste kapers de Airbus A300

over. Het waren Fayez Abdul-Rahim

al-Jaber en Jayel al-Arja, twee leden van

het Volksfront voor de Bevrijding van

Palestina, en Wilfried Böse en Brigitte

Kuhlmann, die tot de Revolutionaire

Cellen behoorden, een extreem-linkse

terreurgroep uit West-Duitsland.

Via het Libische Benghazi, waar het

toestel werd bijgetankt, ging de reis naar

het vliegveld van Entebbe in Oeganda.

Daar, aan de noordelijke oever van het

Victoriameer, brachten de kapers de 248

passagiers en twaalf bemanningsleden

over naar een terminalgebouw dat niet

meer in gebruik was. Ze werden hierbij

geholpen door Oegandese soldaten.

De opperbevelhebber van deze troepen,

president Idi Amin, gold vlak na zijn

machtsgreep in 1971 als een vriend van

Israël. Sterker nog, Israëlische militairen

hadden zijn leger getraind. Maar

op een gegeven moment was Amin

pro-Arabisch geworden. De reden: Israël

weigerde hem wapentuig te leveren voor

een aanval op het buurland Kenia.

Een dag na de kaping maakten de terroristen

hun eisen bekend. Ze wilden

5 miljoen dollar losgeld voor de

Airbus, maar bovenal de vrijlating

1/2021 63

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!