18.01.2013 Views

Onderzoeksprojecten (2000 - 2500 van 5203)

Onderzoeksprojecten (2000 - 2500 van 5203)

Onderzoeksprojecten (2000 - 2500 van 5203)

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

geslachtsverschillen in de overgang <strong>van</strong> school naar werk, schuiven we twee criciale elementen naar voor: enerzijds de verschillende keuze <strong>van</strong><br />

studierichtingen, en anderzijds de rol <strong>van</strong> gezinsvorming en ouderschap. Met dit onderzoeksproject beogen we na te gaan in welke mate de<br />

studiekeuze en de gezinsvorming de voorsprong <strong>van</strong> meisjes op school doen omslaan in een achterstand bij de intrede op de arbeidsmarkt en bij<br />

de uitbouw <strong>van</strong> de verdere arbeidsloopbaan. De SONAR-data vormen het basismateriaal voor de analyses, maar we voorzien ook de vaststellingen<br />

te toetsen aan, en te vergelijken met gegevens <strong>van</strong> andere databanken (de LOSO-gegevens, andere databanken waarover de onderzoeksgroep<br />

beschikt, en data <strong>van</strong> internationaal vergelijkbaar onderzoek).<br />

Organisaties:<br />

• Sociologie<br />

Onderzoekers:<br />

• IGNACE GLORIEUX<br />

• Ilse LAURIJSSEN<br />

Hoeve- en streekproducten: consumentenonderzoek en de economische betekening (sic) <strong>van</strong> toeristisch recreatieve<br />

routes in de provincie Antwerpen.<br />

Universiteit Antwerpen<br />

Abstract: Het betreft een consumentenonderzoek in de provincie Antwerpen naar het profiel <strong>van</strong> de gemiddelde koper, verschil hoeve - of<br />

streekproducten consument, perceptie en wensen <strong>van</strong> de consument...dit alles ter onderbouwing <strong>van</strong> een provinciale communicatie- en<br />

marketingstrategie voor de Antwerpse hoeve- en streekproducten. Het project omvat ook een analyse <strong>van</strong> de knelpunten/opportuniteiten voor de<br />

retailsector naar verkoop <strong>van</strong> hoeve- en streekproducten. Het tweede luik betreft een onderzoek naar de streekgebonden producten en<br />

problematiek <strong>van</strong> de vermarkting samenhangend met de schaalnadelen.<br />

Organisaties:<br />

• Marketing<br />

Onderzoekers:<br />

• Patrick De Pelsmacker<br />

• Nathalie Dens<br />

Hoe verwerkt een connectionistisch netwerk kwantitatieve samengevatte informatie ?<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: In praktisch alle hedendaagse connectionistische modellen in de cognitieve en sociale psychologie die gebaseerd zijn op een<br />

automatische aanpassing <strong>van</strong> de gewichten (gesuperviseerd leren), wordt informatie stapsgewijs per stimulus-exemplaar opgenomen en verwerkt.<br />

Hoewel vele sociale kennis op deze rechtstreekse manier in de realiteit wordt opgenomen, is het duidelijk dat sociale informatie ook onrechtstreeks<br />

wordt aangeleerd via uitspraken over andere personen of groepen, die een samenvatting bevatten over een hele reeks exemplaren (personen of<br />

gedragingen, bv 'iedereen ging akkoord'). Nochtans kan een connectionistisch model abstracte samengevatte informatie niet onmiddellijk<br />

verwerken. Om theoretisch een mouw te passen aan de discrepantie tussen samengevatte informatie en de exemplarische informatie-opname <strong>van</strong><br />

een connectionistisch model, worden twee theoretische voorstellen vergeleken. Het ene voorstel (Shanks, 1991) gaat er<strong>van</strong> uit dat mensen op<br />

basis <strong>van</strong> vroegere ervaringen een brede meta-kennis ontwikkelen over hoe exemplaren (bv. oorzaak en gevolg) samengaan, en op deze manier<br />

samengevatte informatie op een gelijkaardige manier verwerken als exemplarische informatie. In tegenstelling daarmee gaat ons voorstel er<strong>van</strong><br />

uit dat samengevatte informatie eerst omgezet wordt in impliciete exemplaren, die dan op de klassieke connectionistische manier worden verwerkt.<br />

Dit is neurologisch en evolutionair eenvoudiger, en dus ook plausibeler.<br />

Organisaties:<br />

• Persoonlijkheids- en Sociale Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• FRANK VAN OVERWALLE<br />

• Bert TIMMERMANS<br />

Hoe worden neurale processen beïnvloed door verwachtingen over toekomstige gewaardwordingen? Een DCM<br />

benadering <strong>van</strong> voorbereidende EEG activiteit.<br />

K.U.Leuven<br />

Abstract: Onderzoek naar visuele waarneming tracht te achterhalen hoe onze hersenen het patroon <strong>van</strong> licht op het netvlies omzetten in een<br />

bewuste en samenhangende interpretatie <strong>van</strong> de buitenwereld. De huidige opvatting over visuele perceptie is dat onze hersenen de meest<br />

waarschijnlijke toestand <strong>van</strong> de buitenwereld afleiden uit de sensoriële input en uit a priori verwachtingen. Wanneer en hoe spelen deze a priori<br />

verwachtingen een rol? Volgens de predictive coding theorie voorspellen onze hersenen actief watde toekomstige sensoriële input zal zijn. In dit<br />

onderzoeksproject zullen we nagaan hoe specifieke verwachtingen over een toekomstige stimulus de neurale signalen moduleren.<br />

Organisaties:<br />

• OE Experimentele Psychologie<br />

Onderzoekers:<br />

• Johan Wagemans<br />

• Bart Machilsen<br />

• Cornelis Cyrinus <strong>van</strong> Leeuwen<br />

Hoe zijn nonprofit werknemers gemotiveerd? Een 'discrete choice' analysis.<br />

Vrije Universiteit Brussel<br />

Abstract: Met het groeiende belang <strong>van</strong> de nonprofit sector in de samenleving, is er een toegenomen aandacht voor de bestaansreden <strong>van</strong><br />

nonprofit organisaties (npos), hoe zij zich gedragen en wat hun doelstellingen zijn, <strong>van</strong>uit een zowel empirische als theoretische invalshoek. Recent<br />

ontstond ook een sterke belangstelling naar de motieven <strong>van</strong> betaalde werknemers en vrijwilligers in deze sector. Een goed begrip <strong>van</strong> hun<br />

motieven en hoe deze zich verhouden met de objectieven <strong>van</strong> de organisatie is een belangrijke factor in het verklaren <strong>van</strong> het gedrag dat nonprofit<br />

organisaties vertonen. Vanuit dit standpunt stellen Caers et al. (forthcoming) een additief scheidbare nutsfunctie voor nonprofit managers en<br />

ondergeschikt personeel voor, die de objectieven <strong>van</strong> deze actoren indeelt in drie grote categorieën: persoonlijke doelstellingen, organisatorische<br />

doelen en client-gebonden doelstellingen. De onderliggende veronderstelling hierbij is dat personen binnen de nonprofit organisatie kunnen<br />

verschillen in het belang dat zij aan elk <strong>van</strong> deze drie categorieën hechten. Sommigen geven bijvoorbeeld meer voor hun persoonlijke<br />

doelstellingen, terwijl anderen mogelijk meer belang hechten aan de tweede of derde categorie <strong>van</strong> doelstellingen. Deze veronderstelling is zowel<br />

gebaseerd op theoretisch als empirisch onderzoek. De aanwezigheid <strong>van</strong> "egoïstische" werknemers (sterk geïnteresseerd in de eerste categorie<br />

<strong>van</strong> motivatoren) kan worden verwacht door te duiden op het gebrek aan efficiente "principals" (Jensen en Meckling (1976), Fama en Jensen<br />

(1983)) en op de moeilijkheden i.v.m. prestatiemetingen (Steinberg (1990), Brickley en Van Horn (2002)). Op basis <strong>van</strong> de zelf-selectie hypothese<br />

(Young (1983)) kunnen beide factoren "egoïstische" werknemers stimuleren om voor jobs in de nonprofit sector te opteren. Empirisch onderzoek<br />

bevestigt dat nonprofit werknemers belang hechten aan persoonlijke doelstellingen (Mesch et al. (1998), Brown en Yoshioka (2003)). Maar ook een<br />

toewijding naar de missie <strong>van</strong> de organisatie wordt verwacht te bestaan (Hansmann (1986)) en empirisch aangetoond (Mirvis en Hackett (1983)),<br />

alsook een belangstelling voor het welzijn <strong>van</strong> de npo's cliënten (zie respectievelijk Mooney en Ryan (1983) en Hansen et al. (2003)). Caers et al.<br />

(forthcoming) verenigen deze literatuur in een formele nutsfunctie en bieden voor het eerst een theoretische analyse <strong>van</strong> het gedrag dat<br />

verschillende types <strong>van</strong> nonprofit werknemers zullen vertonen in een groot aantal situaties. Het voorliggende project bouwt verder op dit werk en

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!