Odeon 73 - start - De Nederlandse Opera
Odeon 73 - start - De Nederlandse Opera
Odeon 73 - start - De Nederlandse Opera
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
O D E O N<br />
Magazine van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />
19de jaargang / nr. <strong>73</strong> mei / juni / juli 2009<br />
<strong>73</strong> 14<br />
6<br />
22<br />
<strong>De</strong> zaak Makropulos<br />
Leoš Janáček<br />
Adam in ballingschap<br />
Rob Zuidam<br />
Carmen<br />
Georges Bizet
CONFRONTATIONS<br />
Confrontaties tussen muziekstijlen,<br />
gemeenschappen, oost en west, noord en zuid.<br />
Tears of Barren Hill<br />
van Danny Yung Multimedia performance als cross<br />
over tussen Pekingopera, Verdi en Leni Riefenstahl<br />
House of the Sleeping Beauties<br />
van Kris <strong>De</strong>foort en Guy Cassiers<br />
<strong>Opera</strong> in drie nachten waarin niets gebeurt maar alles<br />
mogelijk is<br />
Madama Butterfly door Stanislavsky <strong>Opera</strong><br />
Company. Topgezelschap uit Rusland combineert<br />
meesterlijke zang met geloofwaardig acteerwerk<br />
Kaarten zijn verkrijgbaar bij de kassa’s van de verschillende theaters<br />
of centraal via het Rotterdams Uitburo: +31 (0)10 240 01 66.<br />
2<br />
“Een kunstwerk kan de aparte werelden<br />
van oost en west doen wegvallen<br />
en zo ontstaat er een nieuwe wereld.”<br />
GUY COOLEN<br />
ARTISTIEK LEIDER OPERADAGEN ROTTERDAM<br />
LIEFDESOFFERS<br />
Ophelia van <strong>Opera</strong> O.T.<br />
<strong>Opera</strong>solo over de tragische geliefde van Hamlet met<br />
nieuwe tekst van Bernlef<br />
Chinees meisje, een operawandeling<br />
door het Chinatown van Rotterdam.<br />
Hoofdrollen voor Cora Burggraaf,<br />
Barbara Hannigan en Tania Kross<br />
<strong>Opera</strong> bij u thuis, intieme concerten<br />
in uw eigen huiskamer<br />
MEER!<br />
Bestel de programmabrochure via<br />
voor het complete overzicht, inclusief<br />
achtergrondartikelen en interviews met<br />
o.m. Danny Yung en Guy Cassiers.
Marc Albrecht nieuwe chef-dirigent<br />
Op 26 maart 2009 werd de Duitse dirigent<br />
Marc Albrecht in Het Muziektheater gepresenteerd<br />
als de nieuwe chef-dirigent van het<br />
Nederlands Philharmonisch Orkest/Nederlands<br />
Kamerorkest en van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><br />
<strong>Opera</strong>. Albrecht maakte in september 2008<br />
een overweldigend DNO-debuut met het<br />
NedPhO in Die Frau ohne Schatten. In juni<br />
en juli 2009 zal hij bij DNO het Koninklijk<br />
Concert gebouworkest leiden in Carmen.<br />
Hij staat bekend om zijn interpretaties van<br />
werken van Wagner en Richard Strauss,<br />
en van hedendaagse muziek. Sinds 2006 is<br />
Albrecht artistiek leider en chef-dirigent<br />
van het Orchestre Philharmonique de Strasbourg.<br />
Hij was gastdirigent bij de Berliner<br />
Philharmoniker, de Münchner Philharmo niker,<br />
het Koninklijk Concertgebouworkest,<br />
het City of Birmingham Orchestra, het<br />
<strong>Opera</strong>Flirt<br />
Onder de 30 jaar? Nog nooit<br />
een opera gezien? Laat je<br />
verleiden tot een <strong>Opera</strong>Flirt!<br />
Op 27 maart 2009 introduceerde <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><br />
<strong>Opera</strong> samen met haar nieuwe sponsor<br />
CMS <strong>De</strong>rks Star Busmann <strong>Opera</strong>Flirt,<br />
een nieuw programma voor jongeren tot 30<br />
jaar. <strong>Opera</strong>Flirt biedt jong publiek een laagdrempelige,<br />
aantrekkelijke mogelijkheid om<br />
met opera in aanraking te komen. Jonge<br />
mensen weten vaak niet goed wat ze met de<br />
kunstvorm opera aan moeten. Vaak hebben<br />
jongeren bepaalde vooroordelen die samenhangen<br />
met de entreeprijs, maar ook met<br />
de gemiddelde leeftijd van de bezoekers, formele<br />
kleding en een bepaalde gedrags code.<br />
Met <strong>Opera</strong>Flirt willen DNO en CMS <strong>De</strong>rks<br />
Star Busmann deze vooroordelen ontkrachten.<br />
Jongeren kunnen voor slechts € 15,00<br />
kaarten kopen voor speciaal geselecteerde<br />
voorstellingen van DNO. Hiervoor is een<br />
contingent van 50 zeer goede plaatsen ge -<br />
reserveerd.<br />
Voorafgaand aan de voorstelling krijgen<br />
de deelnemers tijdens een rondleiding een<br />
uniek kijkje achter de schermen van Het<br />
Muziektheater en een inleiding over de opera<br />
zodat ze goed voorbereid naar de voorstelling<br />
gaan. Ook het sociale aspect speelt bij<br />
<strong>Opera</strong>Flirt een belangrijke rol. Na afloop van<br />
de voorstelling worden de deelnemers van<br />
<strong>Opera</strong>Flirt voor een cocktailontvangst uitgenodigd.<br />
Op de avond zelf zijn ook Fidelioleden<br />
(jonge vrienden van DNO) en jonge<br />
juristen van CMS aanwezig. Zij zijn eveneens<br />
uitgenodigd om in een prettige sfeer<br />
van een cocktail te genieten. Zo ontmoeten<br />
jongeren die nog niet vaak te gast zijn ge -<br />
weest bij DNO mensen van dezelfde leef -<br />
tijd die hun liefde voor opera allang ontdekt<br />
hebben.<br />
<strong>De</strong> volgende voorstelling van <strong>Opera</strong>Flirt<br />
is Bizets Carmen op 30 juni 2009.<br />
3<br />
Chamber Orchestra of Europe en de orkesten<br />
van Rome (Santa Cecilia), Dresden en<br />
Lyon. Tussen 2003 en 2006 leidde hij in Bayreuth<br />
<strong>De</strong>r fliegende Holländer. In 2003 dirigeerde<br />
hij in Salzburg Die Bakchantin nen, in<br />
2005 Uit een dodenhuis bij de Opéra National<br />
de Paris. Bij de <strong>De</strong>utsche Oper Berlin, waar<br />
hij van 2001 tot 2004 als eerste gastdirigent<br />
werkzaam was, dirigeerde hij o.m. in 2002<br />
Saint François d’Assise. Marc Albrecht is<br />
nauw verbonden aan de Semper oper Dresden,<br />
waar hij in 2007 Die Frau ohne Schatten<br />
en La damnation de Faust leidde. In 2008 dirigeerde<br />
hij The Bassarids bij de Bayerische<br />
Staats oper München. Recent maakte Marc<br />
Albrecht zijn debuut bij ROH Covent Garden<br />
met <strong>De</strong>r fliegende Holländer. Zijn aanstelling<br />
in Amsterdam zal in gaan per seizoen 2011-<br />
2012, voor een periode van vier jaar. Op 29<br />
mei en 1 juni 2010 leidt Albrecht het Ned PhO<br />
in het Concertgebouw met werken van Gubaidulina<br />
en Richard Strauss. In het seizoen<br />
2010-2011 zal hij een productie bij DNO dirigeren.<br />
Zie het interview op p. 26.<br />
Marc Albrecht, Truze Lodder en Pierre Audi<br />
(Foto: Hans Hijmering)
Persstemmen<br />
Ercole amante<br />
‘David Alden werd na de première van<br />
zijn nieuwe productie vol pracht en praal<br />
onthaald op unaniem bravogeroep. Er<br />
wordt door een cast met elf zangers in<br />
achttien rollen met verve geacteerd en<br />
gezongen. Voor de bariton Luca Pisaroni<br />
lijkt de titelrol door Cavalli en Alden op<br />
het lijf gecreëerd. Prachtig zingen ook<br />
Veronica Cangemi, Anna Bonitatibus,<br />
Jeremy Ovenden en Anna Maria Panzarella.’<br />
Kasper Jansen, NRC Handelsblad<br />
(12 januari 2009)<br />
‘Mit viel Ironie und parodistischem<br />
Froh sinn bereitet der amerikanische<br />
Regisseur die Story als unterhaltsame<br />
Histo-Kitsch-Travestie auf. Da haben<br />
Juno (die herausragende Anna Bonitatibus)<br />
und <strong>De</strong>ianira (die schnippisch<br />
Paroli bietende Anna Maria Panzarella)<br />
vokal leichtes Spiel, die Oberhand zu<br />
gewinnen. Selbst Frau Venus (suggestiv:<br />
Wilke te Brummel stroete) muss die<br />
Segel streichen. Johannette Zomer<br />
wuselt mit flexibler Stimme durch diverse<br />
Nebenrollen, der gelenkige Counter<br />
Tim Mead hat einen bejubelten Pagen-<br />
Auftritt, als er es in der Sturmszene<br />
vom Ruderboot aus todesmutig mit Blitz,<br />
Donner und aller -lei ferngesteuertem<br />
Seegetier aufnimmt. Umberto Chiummo<br />
liest dem tumben Heroen mal als Neptun,<br />
mal als Geist des Eutiros die Leviten,<br />
während Veronica Cangemi und Jeremy<br />
Ovenden mit gespielter naïvité und innigen<br />
Lamento-Tönen das junge Paar Iole-<br />
Hyllus geben. Paul Steinbergs üppige<br />
<strong>De</strong>kors und Constance Hoff mans prächtige<br />
Kostüme mischen virtuos Fantasy-<br />
Antike und Pop-Barock. Ivor Bolton<br />
setzte die Musik bravourös unter Strom,<br />
er führte das Concerto Köln und das<br />
Monte verdi Continuo Ensemble mit<br />
Verve und stilsicherem Esprit – in einer<br />
auf den großen Saal des Muziek thea ters<br />
abgestimmten Besetzung’<br />
Albrecht Thiemann, Opernwelt (maart 2009)<br />
(Foto: Ruth Walz)<br />
4<br />
I puritani<br />
‘Het verhaal van de vrouw die denkt dat<br />
haar geliefde er met een ander vandoor<br />
is gegaan en gek wordt van verdriet, be -<br />
vat nogal wat onwaarschijnlijke details.<br />
Maar Francisco Negrin behandelt het in<br />
zijn sterke personen regie als een groots<br />
drama van Shakes peare en de muziek<br />
van Bellini verheft de geschie denis tot<br />
een magisch niveau. <strong>De</strong> kostuums van<br />
Louis Désiré doen historisch aan, terwijl<br />
het decor van Es <strong>De</strong>vlin juist een<br />
abstract moderne allure heeft. Telkens<br />
wisselende kaders waarbij slechts een<br />
deel van het grote toneel is belicht, wek -<br />
ken de indruk van een reeks filmbeelden,<br />
totdat in het laatste bedrijf de volle<br />
breedte van het Muziek theater wordt<br />
benut. […] Tijdens de première was<br />
[Mariola Cantarero] op haar best in de<br />
geconcentreerd en intens gezongen<br />
waanzinscène. Echt belcanto is eerder<br />
te vinden bij John Osborn, die de hoge<br />
tenorpartij van Arturo met veel gevoel<br />
en aplomb voor het voetlicht brengt.<br />
Bijzonder geslaagd zijn ook de bijdragen<br />
van de bassen Daniel Borows ki<br />
(Valton) en Riccardo Zanellato<br />
(Giorgio)’<br />
Eddie Vetter, <strong>De</strong> Telegraaf (6 februari 2009)<br />
‘Het is duidelijk: regisseur Francisco<br />
Negrin, die hier en daar de handeling<br />
spannender heeft gemaakt dan die is,<br />
kiest niet voor het geforceerde en ongeloofwaardige<br />
happy end van de opera.<br />
Hij toont dat als een waandenkbeeld van<br />
Elvira die eerst genezen leek. Haar minnaar<br />
Arturo is immers in deze regieopvatting<br />
door zijn rivaal Riccardo doodgeschoten,<br />
maar zij wil dat blijkbaar<br />
niet weten. Daarvóór speelde de indrukwekkende<br />
Mariola Cantarero haar helemaal<br />
niet als waanzinnig. I puritani is<br />
nu een interessante mengelmoes met<br />
meeslepende muziek: Giuliano Carella<br />
dirigeert het Nederlands Philharmo nisch<br />
Orkest kundig, het Koor van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><br />
<strong>Opera</strong> is, ondanks de nauwe<br />
bankjes waaruit het moet zingen, weer<br />
adembenemend goed.’<br />
Max Arian, Groene Amsterdammer<br />
(13 februari 2009)<br />
(Foto: Clärchen & Matthias Baus)<br />
Così fan tutte<br />
‘Mozart aan de Amstel: de aanwinst van<br />
<strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> is ditmaal geen<br />
sopraan of maankraterkarretje, maar<br />
een 48-jarige dirigent. Hij heet Gérard<br />
Korsten, was concertmeester in Salzburg,<br />
dirigeerde opera in Cagliari, Lyon,<br />
Glyndebourne en Milaan, en staat nu<br />
Così fan tutte tot een muzikaal succesnummer<br />
te maken. Korsten maakt veel<br />
werk van Mozarts geniale accompagnati.<br />
Hij doorziet omslagmomenten in<br />
aria’s als die van de voor haar liefde<br />
bezwijkende Fiordiligi, hij snapt het<br />
18de-eeuwse o-lala van serenade-achtige<br />
tussenspelen, en weet over te schakelen<br />
van het prieeltje naar snelle actie.<br />
[…] Dat prieeltje is in de oneindig subtiele<br />
regie van Jossi Wieler nog steeds<br />
een jeugdherberg op draaischijf […]<br />
<strong>De</strong> verbluffende Fiordiligi van de vorige<br />
keer, Sally Matthews, maakte plaats<br />
voor een minder verbluffend maar wel<br />
opmerkelijk talent uit Argen tinië, Virginia<br />
Tola. Leuk blijft de pluizige backpacker<br />
(Martin Kaaij) die op zijn gitaar recitatiefakkoorden<br />
tokkelt.’<br />
Roland de Beer, de Volkskrant (7 maart 2009)<br />
‘<strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> brengt deze<br />
maand de Mozart/Da Ponte-opera<br />
Così fan tutte in de uitdagende regie<br />
van Jossi Wieler en Sergio Moribato.<br />
Tweeënhalf jaar geleden een sensatie.<br />
Want: geen vermakelijke in rococostijl<br />
aangekleed spel met de liefde tussen<br />
twee verloofde stellen, maar een voor<br />
moderne mensen in alle opzichten herkenbare<br />
en lekker realistische lakmoesproef<br />
op de liefdestrouw. Nog beter is<br />
nu te zien hoe heerlijk geraffineerd deze<br />
regie in elkaar zit. Er gaan dan ook regelmatig<br />
golfjes van gegrinnik door Het<br />
Muziektheater.’<br />
Hans Visser, Noordhollands Dagblad<br />
(9 maart 2009)<br />
<strong>De</strong>ze citaten zijn ingekort.<br />
(Foto: Marco Borggreve)
Achter de schermen<br />
5<br />
Marc N. Chahin en Michiel Jongejan<br />
Materiële<br />
en immateriële meerwaarde<br />
<strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> is voor het eerst sinds lang geleden weer een verbintenis aangegaan met een sponsor.<br />
Een nadere kennismaking in een gesprek met Dolf Segaar van CMS <strong>De</strong>rks Star Busmann.<br />
Wat doet CMS <strong>De</strong>rks Star Busmann?<br />
‘Wij zijn een groot kantoor van advocaten,<br />
notarissen en fiscalisten; wij verlenen<br />
juridische diensten op een heel scala aan<br />
rechtsgebieden, waarbij wij ons richten<br />
op transacties, financiering, vastgoed en<br />
commerciële projecten. We hebben drie vestigingen<br />
in Nederland, maar zijn ook internationaal<br />
actief. Met name in Europa zijn wij<br />
sterk, door onze samenwerking met acht<br />
Europese CMS-partners.’<br />
Vroeger waren jullie sponsor van de<br />
Konink lijke <strong>Nederlandse</strong> Hockeybond<br />
(KNHB). Hoe zijn jullie tot het besluit<br />
gekomen nu iets heel anders te doen<br />
door met <strong>De</strong> Neder landse <strong>Opera</strong> in zee<br />
te gaan?<br />
‘Op een gegeven moment is het goed om<br />
op zoek te gaan naar iets nieuws. Na 15 jaar<br />
hockeybond en een zich verder ontwikkelend<br />
kantoor, met nieuwe ambities, zochten wij<br />
een partner die evenals de KNHB past bij<br />
onze ambities, maar die daarbovenop ook<br />
nog de gelegenheid biedt om een – voor ons<br />
nieuw – publiek te bereiken. DNO past precies<br />
bij wat we zijn en wat we willen uitstralen.<br />
Zodoende zijn we bij DNO uitgekomen.<br />
Sponsoring van DNO is voor ons een goede<br />
manier om in die samenwerking ons profiel<br />
voor het voetlicht te brengen. We blijven nog<br />
wel betrokken bij de hockeybond, maar in<br />
een andere setting dan we de afgelopen vijftien<br />
jaar gedaan hebben.’<br />
Wat zijn de overeenkomsten tussen<br />
CMS en DNO? Op welke manier is er<br />
een win-win-situatie voor zowel sponsor<br />
als gesponsorde?<br />
‘Wij hebben gezien dat DNO ambitie, durf<br />
en leiderschap uitstraalt. Dat zijn waarden<br />
die we met elkaar delen. En wat betreft de<br />
drie disciplines die wij als kantoor hebben:<br />
advocatuur, notariaat, fiscaal, zie je bij DNO<br />
dezelfde op samenwerking gerichte opzet,<br />
met zang, dans, muziek, theater, regie: een<br />
combinatie van het beste van diverse specialismen.’<br />
Wat houdt de sponsorovereenkomst<br />
precies in?<br />
‘Niet alleen dat we sponsor van DNO zijn,<br />
maar ook dat we op het moment de enige<br />
zijn. Het is nu een goed moment om te laten<br />
zien dat je met een instelling als DNO een<br />
samenwerking wilt aangaan. Dat je in tijden<br />
van economische teruggang toch bereid<br />
bent die ambitie en durf te tonen. Wat we<br />
verder gaan doen, is onze relaties en onze<br />
eigen mensen in de organisatie verder kennis<br />
laten maken met de kunstvorm opera. We<br />
willen ook young professionals en studenten<br />
van wie wij zien dat ze voor ons waardevol<br />
kunnen zijn, uitnodigen om kennis te maken<br />
met DNO, en daar krijgen we met <strong>Opera</strong>Flirt<br />
[een door CMS en DNO gezamenlijk geïnitieerd<br />
programma om jongeren met opera,<br />
het bedrijfsleven en met elkaar te laten kennismaken,<br />
een kruising tussen een culturele<br />
en een zakelijke ‘flirt’] ook de gelegenheid<br />
toe. Dat is natuurlijk een mooie samenwerking.<br />
Dus enerzijds de relaties, anderzijds<br />
de eigen mensen en potentiële nieuwe kantoorgenoten.<br />
Dat doen we door middel van<br />
de sponsoring van de productie Così fan<br />
tutte dit jaar en Le nozze di Figaro volgend<br />
jaar, en door <strong>Opera</strong>Flirt.’<br />
Truze Lodder, de zakelijk directeur van<br />
DNO, heeft een duidelijke opvatting over<br />
sponsoring: zij zegt dat de materiële meerwaarde<br />
voor de gesponsorde (DNO) in<br />
balans moet zijn met de immateriële meer -<br />
waarde voor de sponsor (CMS). Wat is<br />
de immateriële meerwaarde die DNO<br />
jullie kan bieden?<br />
‘Die ligt grotendeels in het imago van DNO,<br />
die zich profileert als toonaangevende organisatie<br />
met ambitie, en in de hoge kwaliteit<br />
die geleverd wordt. Dat imago sluit goed aan<br />
bij ons kantoor. We komen vanuit de sport, en<br />
de samenwerking met DNO betekent natuurlijk<br />
een heel andere manier waarop je je kantoor<br />
presenteert aan de markt. Maar ook een<br />
gevoel van trots dat je bij je eigen mensen<br />
kweekt. Door middel van het aanschouwen<br />
van een mooie kunstuiting verrijk je jezelf.<br />
Ook dat is een belangrijke meerwaarde voor<br />
de mensen die we binnen het kantoor hebben<br />
en onze relaties.’<br />
Gaat het publiek van DNO iets merken<br />
van de sponsor?<br />
‘Ja, maar op een heel bescheiden wijze. Ik<br />
ben wel eens bij een gesponsorde uitvoering<br />
geweest waarbij gasten van de sponsor veel<br />
te laat binnenkwamen. Dat zal met ons niet<br />
gebeuren. Wat mensen zullen merken, is bijvoorbeeld<br />
dat op de kaartjes onze naam verschijnt<br />
en in uitingen van DNO. We vinden<br />
het belangrijk dat we met DNO zichtbaar<br />
zijn, dat mag ook best brutaal zijn. <strong>De</strong> keuze<br />
voor DNO is natuurlijk al onconventioneel;<br />
je ziet weinig advocatenkantoren die zo’n<br />
Truze Lodder en Dolf Segaar<br />
(Foto: Xander van Ommens)<br />
stap zetten. We gaan echter niet agres -<br />
sief het publiek benaderen om onze naamsbekendheid<br />
te vergroten.’<br />
Wat is voor jullie de reden om in deze<br />
tijden van kredietcrisis door te gaan met<br />
sponsoring?<br />
‘Ik denk dat de kredietcrisis iedereen be wust<br />
maakt van de keuzes die je moet maken. Wij<br />
hebben natuurlijk goed afgewogen of we deze<br />
beslissing moesten nemen. Een be langrijke<br />
reden is dat we juist tegen de stroom in willen<br />
bewegen. Dat past bij ons kantoor; we opereren<br />
niet langs de geijkte paden. Dat was<br />
ook een reden om sponsoring van de KNHB<br />
te heroverwegen; het werd op een gegeven<br />
moment te vanzelfsprekend. Nu stappen<br />
we in iets nieuws op een moment waarop<br />
iedereen het misschien wat moeilijker heeft.<br />
Het is goed om juist dan je maatschappelijke<br />
betrokkenheid te tonen en elkaar te steunen.’<br />
Wat vind je zelf mooi aan opera?<br />
‘Mijn vader had niet zoveel met opera maar<br />
mijn moeder wel, en ik ging vroeger met haar<br />
weleens naar Het Muziektheater. Ik herinner<br />
me dat ik het wel moeilijk vond, maar dat<br />
maakte het ook mooi. Het moment dat je in<br />
zo’n zaal zit en dat je ziet wat er op het toneel<br />
geboden wordt: de kwaliteit, de combinatie<br />
van muziek en zang, dat heeft mij altijd erg<br />
aangesproken. Het geeft ook een moment<br />
van rust. <strong>De</strong> verhalen zijn natuurlijk interessant,<br />
eigentijds. Veel opera’s zijn lang geleden<br />
geschreven maar blijven toch actueel.<br />
Een combinatie van factoren dus. Ik was<br />
blij verrast dat er in een adviestraject naar<br />
nieuwe sponsormogelijkheden een match<br />
bleek te zijn tussen ons en opera. En ik ben<br />
er inmiddels van overtuigd dat DNO de goede<br />
keuze was. Ik zie erg uit naar de samenwerking<br />
die wij in ieder geval voor de komende<br />
twee jaar zijn aangegaan. Ik hoop dat het<br />
langer kan gaan duren, en dat het voor beide<br />
partijen een succesvolle sponsoring wordt.<br />
We gaan hopelijk veel van elkaar genieten.’
Scènes uit <strong>De</strong> zaak Makropulos (Foto’s: Marco Borggreve)<br />
<strong>De</strong> zaak Makropulos<br />
‘Ach, een mens moet niet zo lang leven.’ (Emilia Marty)<br />
I<br />
Honderd jaar na de dood van baron Josef<br />
Ferdinand Prus wordt nog steeds om zijn<br />
nalatenschap gestreden, aangezien er geen<br />
testament is gevonden. Albert Gregor eist<br />
het landgoed Loukov op, dat Prus ooit mondeling<br />
aan de toen minderjarige Ferdinand<br />
Gregor zou hebben beloofd. Zijn tegenstander<br />
Jaroslav Prus beweert daarentegen dat<br />
de baron op zijn sterfbed mondeling het<br />
landgoed had nagelaten aan een onbekende,<br />
Mach Gregor. Advocaat Kolenatý en zijn<br />
assistent Vítek vertegenwoordigen Albert<br />
Gregor. Víteks dochter, de zangeres Kristina,<br />
dweept met de beroemde operaster Emilia<br />
Marty, die plotseling haar opwachting maakt<br />
bij Kolenatý. Zij weet te vertellen dat ’Mach<br />
Gregor’ de buitenechtelijke zoon was van<br />
de oude baron Prus en de Schotse zangeres<br />
Ellian MacGregor, en dat er een verzegeld<br />
testament te zijnen gunste met nog andere<br />
papieren in een kast ligt bij Jaroslav Prus<br />
thuis. Kolenatý vindt het testament en komt<br />
terug met Prus. Emilia zal met een brief van<br />
Ellian MacGregor bewijzen dat Ferdinand<br />
(Mac)Gregor baron Prus’ zoon was.<br />
6<br />
II<br />
In het theater zoekt Prus Emilia op. Kristina<br />
en haar geliefde Janek, de zoon van Prus,<br />
verschijnen daar ook, evenals Gregor en<br />
Vítek. <strong>De</strong> seniele Hauk-Šendorf komt Emilia<br />
opzoeken, omdat ze hem doet denken aan<br />
Eugenia Montez, zijn Spaanse minnares van<br />
vijftig jaar geleden. Emilia stuurt allen weg,<br />
behalve Prus. Die spreekt over de brieven<br />
van Ellian MacGregor, die ondertekend zijn<br />
met E.M. Hij vermoedt dat haar werkelijke<br />
naam Elina Makropulos is, de alleenstaande<br />
moeder van een Ferdinand Makropulos,<br />
geboren op Loukov: de Ferdinand die in het<br />
testament wordt genoemd. Totdat zich een<br />
Makropulos als erfgenaam meldt, blijft het<br />
landgoed in bezit van Prus. Er is nog een<br />
tweede, verzegeld document, dat Emilia<br />
beslist van Prus wil kopen, maar hij weigert<br />
en vertrekt. Gregor komt terug en verklaart<br />
Emilia zijn liefde. Zij wijst hem af en valt in<br />
slaap. Als ze probeert Janek over te halen<br />
het document te stelen, komt Prus tussenbeide.<br />
In ruil voor een liefdesnacht met<br />
Emilia wil hij het document wel afstaan.<br />
III<br />
In een hotelkamer beklaagt de ontevreden<br />
Prus zich bij Emilia, want zij voelde<br />
aan als ijs. Een bediende brengt een brief:<br />
Janek heeft zelfmoord gepleegd uit liefde<br />
voor Emilia. Prus vertrekt. Hauk-Šendorf<br />
duikt weer op. Hij wil dat Emilia met hem<br />
meegaat naar Spanje. Net als ze daarin<br />
toestemt, komen Gregor, Kolenatý, Vítek,<br />
Kristina, Prus en een dokter, die Hauk-<br />
Šendorf meeneemt. <strong>De</strong> brief van Ellian<br />
MacGregor blijkt met moderne inkt geschreven<br />
te zijn. Terwijl Emilia zich omkleedt om<br />
te worden verhoord, worden haar koffers<br />
doorzocht. Nu blijkt dat zij al 330 jaar oud<br />
is en dat zij onder verschillende namen<br />
geleefd heeft, met steeds dezelfde initialen<br />
E.M. Haar vader was de Griekse arts<br />
Makropulos, die om bij keizer Rudolf II in<br />
de gunst te komen een verjongingsmiddel<br />
uitvond, dat hij op zijn 16-jarige dochter<br />
moest uitproberen. Toen deze daarop<br />
ziek werd, liet de keizer de vader ter dood<br />
brengen. Elina vluchtte met de formule, die<br />
uiteindelijk terechtkwam tussen de papieren<br />
van baron Prus. Het wondermiddel is<br />
uitgewerkt en zou opnieuw moeten worden<br />
ingenomen. Emilia Marty voelt zich dan<br />
ook zwak, maar wil liever sterven. Voordat<br />
zij de geest geeft, schenkt ze Kristina de<br />
Makropulos-formule, maar het meisje verbrandt<br />
het document.
7<br />
ma 18 mei 2009 première 20.00 uur<br />
do 21 mei 20.00 uur<br />
ma 25 mei 20.00 uur<br />
do 28 mei 20.00 uur<br />
zo 31 mei 13.30 uur<br />
wo 3 juni 20.00 uur<br />
zo 7 juni 13.30 uur<br />
di 9 juni 20.00 uur<br />
vr 12 juni 20.00 uur<br />
Het Muziektheater Amsterdam<br />
Kaartverkoop is reeds begonnen.<br />
Bij het ter perse gaan van deze <strong>Odeon</strong><br />
zijn er nog kaarten verkrijgbaar.<br />
Bel het Kassa-bespreekbureau van<br />
Het Muziektheater: 020-625 5455<br />
Online reserveren: www.dno.nl<br />
Inleidingen door Bart Hermans<br />
Plaats: Het Muziektheater (2de balkon)<br />
Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere<br />
voorstelling, dus 19.15 uur (avond)/12.45 uur<br />
(matinee)<br />
Lengte: ± 30 minuten<br />
Toegang: gratis op vertoon van een geldig<br />
plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag<br />
Met steun van de Vereniging Vrienden<br />
van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />
Uitzenddatum<br />
Radio 4, NPS <strong>Opera</strong> live:<br />
zaterdag 30 mei 2009, 19.00 uur<br />
Dinerbuffetten<br />
Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u ge -<br />
nie ten van een diner buffet in de foyer van Het<br />
Muziektheater. Zo kunt u rustig eten en bent u op<br />
tijd voor de opera. Reserveren kan via het Kassabespreekbureau<br />
van Het Muziektheater, telefoon<br />
020-625 5455 of via www.het-muziektheater.nl/<br />
kaarten. Wij adviseren u tijdig te reserveren, want<br />
er is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar.<br />
Leoš Janáček 1854-1928<br />
<strong>De</strong> zaak<br />
Makropulos<br />
<strong>Opera</strong> in drie bedrijven<br />
Leoš Janáček<br />
naar het gelijknamige<br />
blijspel van Karel Čapek<br />
muzikale leiding<br />
Yannick Nézet-Séguin<br />
regie<br />
Ivo van Hove<br />
scenografie en licht<br />
Jan Versweyveld<br />
kostuums<br />
A.F. Vandevorst<br />
dramaturgie<br />
Janine Brogt<br />
Klaus Bertisch<br />
Emilia Marty<br />
Cheryl Barker<br />
Albert Gregor<br />
Raymond Very<br />
Vítek<br />
Guy de Mey<br />
Kristina<br />
Marisca Mulder<br />
Jaroslav Prus<br />
Dale Duesing<br />
Janek<br />
Andrew Tortise<br />
Kolenatý<br />
François Le Roux<br />
Een toneelknecht<br />
Tom Haenen<br />
Een werkster<br />
Annett Andriesen<br />
Hauk-Šendorf<br />
Graham Clark<br />
Kamermeisje<br />
Bernadette ter Heyne<br />
Rotterdams Philharmonisch Orkest<br />
Koor van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />
instudering Martin Wright<br />
<strong>De</strong> opera wordt in het Tsjechisch gezongen<br />
en Nederlands boventiteld.<br />
<strong>De</strong> voorstelling duurt circa 1 uur en 40 minuten.<br />
Er is geen pauze.<br />
Het operaboek <strong>De</strong> zaak Makropulos is<br />
verkrijgbaar in Het Muziek theater. Daarin<br />
zijn onder meer een uitgebreide synopsis<br />
en het libretto in het Neder lands opgenomen.<br />
<strong>De</strong> prijs is � 8,-.<br />
Reprise
Scène uit <strong>De</strong> zaak Makropulos (Foto: Marco Borggreve)<br />
Achtergrond <strong>De</strong> zaak Makropulos<br />
Sybille Wijffels<br />
In de ban van een ijzige vrouw<br />
Als succesvol operacomponist was Leosˇ Janáček een laatbloeier. Zijn beste opera’s zou hij pas na zijn<br />
zestigste levensjaar schrijven. <strong>De</strong> voorlaatste opera, tevens de laatste waarvan hij de première nog kon<br />
meemaken, was <strong>De</strong> zaak Makropulos.<br />
Eind december 1922 schrijft Janáček aan zijn<br />
vriendin Kamila Stösslova over een toneelstuk<br />
van de Tsjechische schrijver Karel<br />
Čapek – <strong>De</strong> zaak Makropulos – dat hij in<br />
Praag heeft gezien. Hij omschrijft het door<br />
Čapek zelf geregisseerde stuk als het verhaal<br />
van een meer dan 300 jaar oude vrouw –<br />
Emilia Marty – die dankzij een levenselixer<br />
mooi en jong is gebleven. Helaas is zij koud<br />
en gevoelloos: ze kan geen echte emoties<br />
meer ervaren omdat ze alles al zo vaak heeft<br />
beleefd. Daarom is zij ongelukkig, in tegenstelling<br />
tot ons stervelingen, die weten dat<br />
ons leven eindig is en daarom ieder moment<br />
goed willen benutten. Voor Janáček is juist<br />
het cynisme van deze vrouw, die verwikkeld<br />
raakt in een rechtszaak en zo haar geschiedenis<br />
reconstrueert, bepalend voor haar<br />
fatale attractiviteit.<br />
Čapek was op dat moment in eigen land<br />
al een succesvol schrijver, die spoedig ook<br />
elders in Europa faam zou verwerven. Met<br />
name in Engeland zou hij heel bekend worden<br />
met twee toneelstukken: R.U.R. (Rossum’s<br />
Universal Robots) en Uit het leven der insecten.<br />
Daarin behandelde hij sciencefictionthema’s,<br />
zoals de wereldheerschappij die<br />
wordt overgenomen door reuzeninsecten<br />
of robots. Het van oorsprong Tsjechische<br />
woord ‘robot’ introdu ceerde hij in het internationale<br />
vocabu laire. Het laatste stuk<br />
schreef hij samen met zijn broer, de schilder<br />
Josef, die tevens decorontwerper was.<br />
Beiden behoorden tot de Tsjechische avantgarde<br />
van de tijd tussen de twee wereldoorlogen<br />
en maakten deel uit van de groep de<br />
Pragmatici. <strong>De</strong> invloed van met name Josefs<br />
decorontwerpen zou nog lang doorwerken<br />
in het Tsjechische theater.<br />
Een oude zonderling<br />
Op Janáček maakte <strong>De</strong> zaak Makropulos<br />
grote indruk. Hij zocht spoedig contact<br />
met Čapek om de rechten te verwerven voor<br />
de bewerking tot een opera. Čapek voelde<br />
daar weinig voor. Hij vond het geen geschikt<br />
onderwerp voor een opera en bovendien was<br />
er een probleem met de rechten van het stuk.<br />
Gezien de buitenlandse belangstelling voor<br />
zijn werk was er onder strikte voorwaarden<br />
een contract gesloten met een Amerikaanse<br />
agent. Maar als Janáček zelf een eigen draai<br />
aan het verhaal zou geven, kon hij het contract<br />
wellicht omzeilen. Uit andere bronnen<br />
blijkt dat Čapek het verzoek nogal absurd<br />
vond. In zijn ogen was de componist een<br />
oude zonderling en hij voelde er beslist niets<br />
voor zelf zijn stuk tot een bruikbaar tekstboek<br />
te bewerken.<br />
Janáček besloot het plan even te laten rusten:<br />
hij werkte nog aan de opera Het sluwe<br />
vosje en had nog een ander stuk op het oog.<br />
Dat was hem aangeraden door Max Brod,<br />
die verantwoordelijk was voor de Duitse<br />
vertaling van zijn operalibretti. Tijdens zijn<br />
vakantie in juli 1923 las Janáček beide teksten<br />
en koos voor <strong>De</strong> zaak Makropulos. Hij schreef<br />
8<br />
opnieuw aan Čapek, die met tegenzin akkoord<br />
ging en de componist voor een contract verwees<br />
naar zijn Tsjechische agent.<br />
In november 1923 schrijft Janáček enthousiast<br />
aan Kamila dat hij aan een nieuwe opera<br />
begonnen is. Hij zal proberen de ijzige heldin<br />
wat warmte mee te geven zodat men sympathie<br />
voor haar krijgt. ‘Misschien word ik wel<br />
verliefd op haar,’ voegt hij er nog aan toe:<br />
een verwijzing naar zijn vriendschap met de<br />
veel jongere Kamila, die van haar kant lange<br />
tijd koel bleef. Zij was de ijzige dame in zijn<br />
leven die hem op afstand hield en de meeste<br />
van zijn brieven niet beantwoordde. Kamila<br />
zou de inspiratiebron zijn voor de belangrijke<br />
vrouwenrollen in vrijwel al zijn opera’s.<br />
Ergernis<br />
Janáčeks bewerking van <strong>De</strong> zaak Makro -<br />
pulos verloopt voorspoedig. Eind december<br />
1923 is al ongeveer de helft van het tekst boek<br />
gereed. Hij onderbreekt het werk voor een<br />
vakantie in de bergen en voltooit de eerste<br />
akte in februari 1924. Half maart begint hij<br />
aan de tweede akte, die in augustus gereedkomt.<br />
Na het zomerreces volgt de derde<br />
akte die in februari 1925 klaar is. Hij schrijft<br />
Kamila dat er een last van hem is afgevallen<br />
nu de eerste versie er ligt, maar hij voelt<br />
ook droefheid omdat de ijskoude dame<br />
inmiddels een plekje in zijn hart heeft veroverd.<br />
Na een korte onderbreking begint<br />
hij aan het herwerken en orkestreren van<br />
de opera. Veel wordt geschrapt, verplaatst<br />
en in mindere mate herschreven. Juli 1925<br />
is de revisie van de eerste en tweede akte<br />
gereed en in het najaar volgt de herziene<br />
derde akte.<br />
Janáček neemt dan contact op met zijn<br />
muziekuitgever, Universal Edition. Hij wil<br />
de opera zo snel mogelijk gedrukt zien in<br />
verband met deelname aan een Amerikaans<br />
operaconcours, ter gelegenheid van de<br />
Wereldtentoonstelling in 1926 in Philadelphia.<br />
Maar de uitgever vindt dat niet haalbaar,<br />
niet in de laatste plaats vanwege<br />
Janáčeks gewoonte na voltooiing van een<br />
werk nog talloze correcties aan te brengen.
Ook bedingt de uitgever een nieuw contract<br />
met Čapeks agent waarin betere voorwaarden<br />
voor de componist zijn opgenomen.<br />
<strong>De</strong> partituur arriveert echter niet op tijd<br />
voor de repetities in Brno. <strong>De</strong> eerste exemplaren<br />
en het Tsjechische libretto komen<br />
pas 15 december binnen. In het piano-uittreksel<br />
staat de Duitse vertaling van Brod al<br />
afgedrukt. Universal Edition heeft hem daartoe<br />
opdracht gegeven, om de opera zo snel<br />
mogelijk ook in Duitse theaters uit te kunnen<br />
brengen. Tot ergernis van Janáček heeft Brod<br />
zich bij zijn vertaling nogal wat vrijheden<br />
gepermitteerd om in zijn ogen onduidelijke<br />
passages te verhelderen. Zo dwingt hij de<br />
componist tot muzikale aanpassingen. In dit<br />
geval weigert Janáček en beklaagt zich na<br />
de première in een brief over zijn ingrepen,<br />
met name in de derde akte. Brod, nogal verrast<br />
door de kritiek, draait een deel van zijn<br />
wijzigingen terug, maar niet naar tevredenheid<br />
van de componist. <strong>De</strong> correcties worden<br />
wel in het Duitse tekstboek opgenomen, maar<br />
aan de reeds gedrukte partituur kan niets<br />
meer worden gewijzigd. Janáček schrijft<br />
over deze kwestie ook aan Universal Edition<br />
en de voorheen goede verstandhouding met<br />
Brod zal aanzienlijk bekoelen.<br />
Een ongeëvenaard succes<br />
<strong>De</strong> repetities in het theater in Brno verlo -<br />
pen aanvankelijk nogal moeizaam. <strong>De</strong> zaak<br />
Makro pulos stelt hogere eisen dan Janáčeks<br />
voorgaande opera’s. Omdat de partituur zo<br />
laat is aangeleverd, moet de première worden<br />
verschoven naar 18 december 1926.<br />
Ook nu brengt Janáček tijdens de repeti -<br />
ties nog wijzigingen aan, wat het er voor<br />
zowel de musici als de zangers niet gemakkelijker<br />
op maakt. Hij bericht Kamila dat hij<br />
de indruk heeft dat de musici nog niet zover<br />
zijn en dat de zangeres die de rol van Emilia<br />
Marty zingt, maar langzaam op dreef komt:<br />
‘Het was een marteling de hele week naar<br />
die schraperige klanken te moeten luisteren.<br />
Maar nu gaat het beter, de ijzige is opgewarmd.’<br />
<strong>De</strong> dag voor de première is hij toch optimistisch<br />
en bericht de muziekuitgever dat hij<br />
een succesvolle uitvoering verwacht. Hij wil<br />
dat men een vertegenwoordiger stuurt met<br />
het oog op toekomstige uitvoe ringen elders.<br />
In grote theaters met een groter orkest zullen<br />
andere accenten moeten worden gelegd<br />
om de zangers niet onder te dompelen in de<br />
muziek. Na afloop van de première schrijft<br />
hij Kamila over het onverwachte succes van<br />
zijn ijzige dame. In zijn dankwoord aan dirigent<br />
en orkest geeft hij toe dat hij er eerst<br />
niet veel vertrouwen in had. Ook Karel Čapek,<br />
wiens broer Josef de decors heeft ontworpen,<br />
is zeer ingenomen met het resultaat,<br />
dat zijn verwachtingen heeft overtroffen.<br />
Een bijzondere prestatie leverde Alex andra<br />
Čvánová, die de rol van Emilia Marty<br />
zong. Zij werd niet alleen geprezen om haar<br />
vocale kwaliteiten maar ook om haar acteerprestatie,<br />
door een toeschouwer omschreven<br />
als poëtisch en mondain. Blijkbaar is<br />
vanaf de eerste uitvoering onderkend dat<br />
een expressieve uitbeelding van deze rol<br />
even belangrijk is als de zangprestatie.<br />
Het complexe personage Emilia Marty moet<br />
niet alleen, net als Alban Bergs heldin Lulu,<br />
goed gezongen maar ook overtuigend geacteerd<br />
worden neergezet. Een rolopvatting<br />
die in latere uitvoeringen van <strong>De</strong> zaak Makro-<br />
9<br />
pulos zou doorwerken. Zo ontving in 1965 de<br />
Zweedse sopraan Elisabeth Söderström in<br />
eigen land, voor haar interpretatie van juist<br />
deze rol de onderscheiding van beste actrice!<br />
Voor de belangrijke première in Praag eiste<br />
Janáček een beslissende invloed op de uitvoering.<br />
<strong>De</strong> Praagse producties van Kát’a<br />
Kabanová en Het sluwe vosje waren destijds<br />
niet naar zijn wens verlopen. Over de decors<br />
van Čapek was hij minder enthousiast, maar<br />
het orkest vond hij fantastisch. Ook de meeste<br />
critici waren deze keer bijna eensgezind<br />
in hun lof. <strong>De</strong> zaak Makropulos zou dan ook –<br />
afgezien van Jenu˚ fa – Janáčeks enige opera<br />
zijn die in Praag een ongeëvenaard succes<br />
beleefde.<br />
Chris Engeler<br />
Een verzegelde envelop<br />
In Janáčeks opera <strong>De</strong> zaak Makropulos<br />
vormt de juridische strijd over een erfenis<br />
de spil van de verhaalhandeling. Een<br />
verzegelde envelop met daarin belangrijke<br />
papieren zal essentieel blijken<br />
voor de oplossing ervan. <strong>De</strong> juridische<br />
feiten op een rij.<br />
Anno 1922 – het jaar waarin Janáček<br />
zijn opera laat spelen – claimt Albert<br />
Gregor, nakomeling van Ferdinand<br />
Karel Gregor, het landgoed Loukov,<br />
dat in het bezit is van Jaroslav Prus,<br />
nakomeling van Josef Ferdinand Prus.<br />
Hun juridische geschil gaat terug op het<br />
overlijden van Josef Ferdinand Prus<br />
in 1827, waarna Emerich Prus-Zabrzezinski,<br />
neef van de overledene, zich al<br />
diens bezittingen toeëigende. Dit werd<br />
destijds voor wat dat landgoed Loukov<br />
betrof, al bestreden door Ferdinand<br />
Karel Gregor. Maar Emerich en Ferdinand<br />
kwamen er niet uit.<br />
Literatuur:<br />
John Tyrrell: Janáček’s <strong>Opera</strong>’s. A documentary<br />
account, Londen 1992<br />
John Tyrrell (ed.): Intimate Letters. Leosˇ Janáček<br />
to Kamila Stösslova, Londen 1994<br />
Michael Evans: Janáček’s Tragic <strong>Opera</strong>s, Londen<br />
1977<br />
George Martin: The <strong>Opera</strong> Companion to the<br />
Twentieth Century <strong>Opera</strong>, Londen 1980<br />
The Grove Dictionary of Music and Musicians,<br />
Londen 2001<br />
Advocaat Dr. Kolenatý behartigt<br />
nu de belangen van Albert Gregor, maar<br />
heeft nog geen succes kunnen boeken.<br />
Dat verandert met de komst van Emilia<br />
Marty, die naast aanwijzingen over<br />
de erfeniskwestie ook een schriftelijk<br />
be wijs produceert voor de juistheid van<br />
de claim van respectievelijk Ferdinand<br />
Karel Gregor in 1827 en van diens na -<br />
zaat Albert Gregor nu, in 1922. Haar<br />
eigen belang in de oplossing van het<br />
juridische geschil is dat zij de beschikking<br />
wil krijgen over een voor haar verdere<br />
leven uitermate belangrijk document<br />
uit 1601 – de ‘zaak-Makropulos’,<br />
geschreven door haar vader – dat zich<br />
samen met het handgeschreven testament<br />
van Josef Ferdinand Prus in een<br />
verzegelde envelop bevindt.<br />
Leosˇ Janáček (Schilderij: Güstav Böhm); Karel Čapek (Schilderij: Josef Čapek)
Yannick Nézet-Séguin (Foto: Marco Borggreve)<br />
Interview <strong>De</strong> zaak Makropulos<br />
Joke Dame<br />
‘Een optimist en altijd positief’<br />
<strong>De</strong> 34-jarige Frans-Canadese dirigent Yannick Nézet-Séguin debuteert in de maand mei bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><br />
<strong>Opera</strong> met Janáčeks <strong>De</strong> zaak Makropulos. Uiterst belangrijk vindt hij die jaarlijkse operaspeelbeurten voor<br />
het orkest waarvan hij sinds augustus 2008 de nieuwe chef is. Nézet-Séguin: ‘Een orkest dat nooit een opera<br />
begeleidt, dreigt zijn muziek aan verkeerde principes op te hangen.’<br />
Het zal je gebeuren, dat je op je eenendertigste<br />
unaniem door het Rotterdams Philharmonisch<br />
Orkest wordt aangewezen als<br />
opvolger van de fameuze chef-dirigent Valery<br />
Gergiev, die het orkest in twintig jaar naar<br />
grote hoogten heeft gestuwd. Het overkwam<br />
de in Montréal geboren en getogen Yannick<br />
Nézet-Séguin eind 2006. Zeker, het nieuws<br />
sloeg hem van de sokken, hij was onder de<br />
indruk, maar die fase is inmiddels voorbij.<br />
Het eerste jaar als chef van de Rotterdammers<br />
is bijna om, de wittebroodsweken zijn<br />
verstreken – ‘ik ben verliefd’, glunderde hij<br />
bij zijn officiële presentatie aan het orkest –<br />
en hij voelt nu duidelijk meer ‘ownership’.<br />
<strong>De</strong> adem van zijn illustere voorganger hijgt<br />
niet meer in zijn nek, hooguit nog in de talloze<br />
interviews die bij zijn nieuwe positie<br />
horen. Interviews waarin hij met veranderende<br />
nadruk uitlegt dat ‘elk intelligent<br />
orkest – en dit orkest ís intelligent – zijn<br />
verworvenheden moet koesteren, maar<br />
na een periode zijn aandacht naar iemand<br />
anders moet verschuiven. Het is niet voor<br />
eeuwig, zoals in een huwelijk – hoewel het<br />
bij een liefdespaar ook wel eens goed is om<br />
van partner te wisselen, maar laten we dat<br />
pad maar niet verder bewandelen…’<br />
Latijnse benadering<br />
‘Neem plaats.’ In de sobere maar stijlvolle<br />
dirigentenkamer van het orkest wijst Yannick<br />
Nézet-Séguin op de design-zithoek en lacht<br />
verontschuldigend: ‘Het spijt me, het ziet<br />
er prachtig uit, maar je kunt er niet op zitten.’<br />
Na drie uur energiek repeteren neemt hij<br />
tijd voor een espresso, een sinaasappel, een<br />
banaan en een gesprek. Ondanks zijn fysieke<br />
manier van dirigeren – hij danst en springt,<br />
krimpt ineen, jaagt op met een imponerend<br />
acceleratievermogen – oogt hij niet moe.<br />
Hij houdt van repetities. Oefent zijn Nederlands,<br />
spreekt de partituurcijfers accent -<br />
loos uit.<br />
Anders dan Gergiev is Yannick Nézet-<br />
Séguin er geen voorstander van de musici<br />
vlak vóór of tijdens het concert de stuipen<br />
op het lijf te jagen om ze van de nodige adrenaline<br />
te voorzien. Bij hem geen plotselinge<br />
tempoafwijkingen of andere verrassingen op<br />
het laatste moment. Zo werkt hij niet bij de<br />
Métropolitain du Grand Montréal, een van<br />
de grote Canadese symfonieorkesten waar<br />
hij sinds zijn vijfentwintigste chef-dirigent<br />
is; zo werkt hij ook niet in Rotterdam. Nézet-<br />
Séguin: ‘Iedereen is anders; sommigen zijn<br />
creatief onder druk, daar heb ik geen waardeoordeel<br />
over. Maar mijn creativiteit komt<br />
pas los als ik zeker van mijn zaak ben en niet<br />
als ik onder spanning sta. Dus ik werk met<br />
het orkest op diezelfde wijze. <strong>De</strong> eerste taak<br />
van een dirigent is te zorgen dat de musici<br />
zich op hun gemak voelen.’<br />
Dat zijn aanpak werkt, bewijzen de lovende<br />
recensies die er sinds zijn aantreden zijn<br />
10<br />
verschenen. Er is chemie tussen het orkest<br />
en zijn chef, ook al zijn sommige eigenschappen<br />
van de orkestleden – hun directheid, ze<br />
trekken bepaald geen fluwelen handschoenen<br />
aan als ze iets vinden – de zijne niet.<br />
‘<strong>De</strong> benoeming van iemand met een ander<br />
temperament is dus een slimme zet van de<br />
orkestmusici. Ze voelden aan dat ze mijn<br />
optimisme en positiviteit nodig hebben. Ik<br />
zit daar niet om ze te veranderen, maar om<br />
een andere kant van ze naar voren te halen.<br />
<strong>De</strong> beste resultaten in de muziek worden<br />
behaald door Italiaanse dirigenten voor een<br />
Duits orkest. Op een bepaalde manier kun je<br />
mijn Frans-Canadese, meer Latijnse benadering<br />
ook zo zien voor dit Noord-Europese<br />
orkest.’<br />
Hyperrealistisch<br />
An amazing opera, noemt Nézet-Séguin<br />
<strong>De</strong> zaak Makropulos, de eerste opera die<br />
hij met het Rotterdams Philharmonisch uitvoert.<br />
Met een fascinerend libretto, dat zo<br />
modern is dat het nú geschreven had kun -<br />
nen zijn. Tot aan de ontknoping, waar Emilia<br />
Marty haar geheim onthult en heel emotioneel<br />
bekent dat ze liever al heel lang dood<br />
was geweest en nu de wereld gaat verlaten<br />
– waarbij ze ons confronteert met ons verlangen<br />
naar onsterfelijkheid en het eeuwige<br />
leven – is het net alsof je naar een rechtbankserie<br />
op de televisie kijkt.<br />
‘<strong>De</strong> conversaties spelen de centrale rol op<br />
het podium en niet, zoals meestal in opera’s,<br />
de emoties. Geen lange, lyrische lijnen voor<br />
de zangers; die zingen een soort natuurlijke<br />
dialogen terwijl het orkest de onderliggende<br />
gemoedsbewegingen verklankt. Zo voel ik<br />
dat. <strong>De</strong> agitatie, het verontrustende, het ijzige,<br />
het spannende en ook de pijn – het zit<br />
allemaal uitsluitend in het orkest. Niet dat<br />
de opera in vocaal opzicht oninteressant zou<br />
zijn, integendeel. Je hebt er heel goede stemmen<br />
voor nodig. Het klinkt misschien raar,<br />
maar ik vergelijk het met <strong>De</strong>bussy’s Pelléas<br />
et Mélisande. Niet vanwege het dromerige,<br />
want Janáčeks opera is juist hyperrealistisch,<br />
zelfs al gaat het over iets volslagen<br />
denkbeeldigs – een vrouw die meer dan driehonderd<br />
jaar oud is. Maar ook in Pelléas heb<br />
je die zinnen die niet zoveel zeggen totdat<br />
het orkest hun werkelijke betekenis onthult.’<br />
<strong>De</strong> orkestmuziek is dus veel meer dan een<br />
begeleiding, het is bijna het hart van de<br />
opera, vindt Nézet-Séguin. ‘Ik benader het<br />
orkest daarom als een verzameling individuen.<br />
Er zijn veel passages waarin niet het<br />
hele orkest speelt. Je hebt dan niet zozeer<br />
solo’s in het orkest als wel solistische interventies,<br />
vergelijkbaar met kamermuziek. Ik<br />
wil dat zowel de klarinetten als de fagotten<br />
of de kleine strijkensembles zich zo gedragen<br />
als personages op het podium. Er moet<br />
dus een werkelijke interactie zijn tussen die<br />
orkestgroepen. Maar ik heb de opera niet<br />
eerder gedaan dus ik heb nog heel wat te<br />
ontdekken, dat snap je.’
Specialisme?<br />
Hij studeerde piano aan het conservato -<br />
rium van Québec, toch heeft Nézet-Séguin<br />
een nauwe band met vocale muziek. Niet<br />
alleen heeft hij van jongs af aan in koren<br />
gezongen en talloze vocale ensembles gedirigeerd<br />
voor hij aan zijn orkesten begon, hij<br />
was ook vier jaar leider van het operakoor<br />
van Montréal. Als het koor La traviata voorbereidde,<br />
zong hij alle rollen, van Violetta<br />
tot Germont. Dat vermogen cultiveerde hij,<br />
zodat hij even gemakkelijk wat flarden van<br />
een solovioolpartij voor zijn rekening neemt,<br />
zeer tot vermaak ook van het orkest. ‘Zingen<br />
is belangrijk. Voor een symfonieorkest dat<br />
nooit een opera speelt, dreigt het gevaar dat<br />
het zijn muziek aan de verkeerde principes<br />
ophangt – aan het ideaal van voortdurende<br />
homogeniteit, bijvoorbeeld, het klinken als<br />
één stem. Ook in symfonische muziek is er<br />
altijd een instrument dat eruit moet springen<br />
en waarbij de andere instrumenten moe-<br />
Op zaterdag 9 en zondag 10 mei 2009 worden<br />
in heel Europa de Europese <strong>Opera</strong>dagen<br />
gehouden, een initiatief van <strong>Opera</strong> Europa<br />
en Fedora. In vrijwel alle Europese landen<br />
gaan de deuren van operahuizen open voor<br />
het publiek om dat op allerlei manieren kennis<br />
te laten maken met opera in al zijn facetten.<br />
Uiteraard is ook <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />
van de partij, met bijzondere activiteiten op<br />
zaterdagmiddag 9 mei. Iedereen is bij ons<br />
van harte welkom!<br />
Om 11.30 uur zetten wij de deuren van Het<br />
Muziektheater voor u open. Het programma<br />
vermeldt uiteenlopende onderdelen, waarvan<br />
sommige inhoudelijk aansluiten bij de<br />
opera <strong>De</strong> zaak Makropulos, die wij op dat<br />
moment aan het repeteren zijn. <strong>De</strong> modeshows<br />
vormen een voorproefje van de kostuumverkoop<br />
die op zaterdag 16 mei gepland<br />
staat. Een must voor operaliefhebbers!<br />
Toe gang gratis. Zie p.13.<br />
11<br />
ten begeleiden. Per definitie moet je ademen<br />
met het instrument dat de hoofdtoon<br />
voert. Vanochtend nog bij Bartók moest ik<br />
de strijkers temperen om ze naar de houtblazers<br />
te laten luisteren en de houtblazers<br />
aanmoedigen om hun solistenplaats in te<br />
nemen. Dat gaat beter wanneer een orkest<br />
minstens eens per jaar ook daadwerkelijk<br />
een opera uitvoert.’<br />
‘Mijn specialisme is geen specialist te<br />
zijn,’ zegt Nézet-Séguin, die meteen al in<br />
zijn eerste Rotterdamse seizoen een zeer<br />
breed repertoire liet horen: van Händel tot<br />
de hedendaagse Nederlanders Theo Verbey<br />
en Mayke Nas. <strong>De</strong> dirigent gelooft niet meer<br />
in specialisaties in deze tijd. ‘<strong>De</strong> wereld globaliseert.<br />
Het is wereldwijd een discussie<br />
of de orkesten overal hetzelfde moeten klinken.<br />
Natuurlijk niet. Natuurlijk moeten we<br />
onze eigenheid bewaren. Maar onze identiteit<br />
moet wel stoelen op zoveel mogelijk<br />
bagage. Ik zou zelf niet goed weten hoe ik<br />
Europese <strong>Opera</strong>dag 9 mei<br />
Programma<br />
12.00 uur: workshops (zang en schmink,<br />
beide tweemaal, telkens 30 minuten); rondleidingen<br />
beginnen (een aantal keren herhaald<br />
gedurende de middag); tentoonstelling<br />
van rekwisieten en kostuums<br />
14.00 uur: modeshow 1<br />
14.30 uur: inleiding door Bart Hermans over<br />
<strong>De</strong> zaak Makropulos<br />
15.00 uur: muzikaal intermezzo door Peter<br />
Hoogeveen, viool en Anne Bernau, piano<br />
(Janáček)<br />
15.30 uur: gesprek o.l.v. dramaturg Klaus<br />
Bertisch, met speciale gasten over het<br />
thema van de opera ‘ouder worden/jong<br />
blijven’<br />
Bartók zou moeten benaderen zonder Haydn<br />
goed te kennen, want ze maken deel uit van<br />
dezelfde ontwikkelingslijn. Je kunt pas weten<br />
waarin ze overeenkomen en waarin ze van<br />
elkaar afwijken als je die hele lijn door en<br />
door kent. Daar komt bij: ik heb de breedte<br />
in het repertoire nodig voor mijn persoonlijke<br />
groei.’<br />
16.30 uur: modeshow 2<br />
17.00 uur: sluiting<br />
Nadere informatie: 020-551 8922<br />
Het Muziektheater (Foto: Edwin Walvis)
Annett Andriesen<br />
Tom Haenen<br />
Interview <strong>De</strong> zaak Makropulos<br />
Hein van Eekert<br />
Nederlanders bij<br />
<strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />
In het algemeen gaan Nederlanders niet door voor chauvinisten. Toch hebben we extra waardering<br />
voor een indrukwekkende operavertolking door een landgenoot. Een gesprek met DNO-veteranen<br />
Annett Andriesen en Tom Haenen, beiden in de cast van <strong>De</strong> zaak Makropulos.<br />
‘Dankjewel!’ schreeuwde luidkeels een dolgelukkig<br />
iemand uit het publiek naar Eva-<br />
Maria Westbroek, tijdens het daverende<br />
slotapplaus na een van de voorstellingen<br />
van Lady Macbeth van Mtsensk van Dmitri<br />
Sjostakovitsj. Zou ze het gehoord hebben?<br />
Tegen landgenoten op het toneel kun je<br />
praten en je roept lieve dingen naar ze,<br />
omdat het misschien toch net even iets leuker<br />
is dat de verbluffende prestatie die je<br />
zojuist gezien hebt door een zangeres van<br />
eigen bodem werd geleverd. Op dezelfde<br />
manier ga je even rechtop zitten als Lenneke<br />
Ruitens stratosferische gezang weerklinkt<br />
in Die Frau ohne Schatten, als je Johannette<br />
Zomer herkent onder de pruiken en lapjes<br />
stof in Ercole amante of wanneer je in Die<br />
Fledermaus eens echt kunt kennismaken met<br />
de prachtig zingende podiumprésence die<br />
Maria Riccarda Wesseling is. We waren Eva-<br />
Maria Westbroek dus dankbaar en die dankbaarheid<br />
zal ongetwijfeld voortduren als<br />
ze volgend seizoen terugkomt in Les Troyens<br />
en haar paradepaardje La fanciulla del West.<br />
Tom Haenen, de bas-bariton die zijn debuut<br />
maakte in 1968 en die dit seizoen meezingt<br />
in <strong>De</strong> zaak Makropulos, heeft mooie herinneringen<br />
aan de participatie van het <strong>Nederlandse</strong><br />
operapubliek. Bijvoorbeeld toen<br />
Jan <strong>De</strong>rksen even de orkestpartij niet goed<br />
opving in een voorstelling van Il trovatore<br />
en hij een aria prachtig, maar ietsje te laag<br />
zong. ‘Na afloop van de aria riep de ene helft<br />
‘bravo!’ en de andere helft ‘boe!’. Een hele<br />
consternatie. Plotseling had Jan <strong>De</strong>rksen<br />
er genoeg van, zette een paar stappen naar<br />
voren en deed toen zo!’ Haenen maakt een<br />
groot, afwerend gebaar. ‘Zoiets als: nu moet<br />
het afgelopen zijn! We moesten samen af en<br />
ik legde hem uit dat hij mooi gezongen had,<br />
maar dat hij misschien het orkest niet goed<br />
had gehoord. Dat overkomt ons allemaal wel.<br />
Het publiek was dus wild, maar na al dat<br />
“bravo!” en “boe” schreeuwde er uiteinde -<br />
lijk nog een: “Nee hoor, Jan. Bravo!”’<br />
Met de bus<br />
Voor Annett Andriesen, docente aan het<br />
Conservatorium van Amsterdam, adviseur<br />
Muziektheater voor het Nederlands Fonds<br />
voor Podiumkunsten (NFPK+) en algemeen<br />
directeur van het Internationaal Vocalisten<br />
Concours in ’s-Hertogenbosch, maar wellicht<br />
vóór alles al 35 seizoenen alt-mezzosopraan<br />
in binnen- en buitenland, was die<br />
Lady Macbeth met Eva-Maria Westbroek een<br />
van de mooiste voorstellingen die ze bij <strong>De</strong><br />
<strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> gezien heeft. En dat wil<br />
wat zeggen, want met haar man Edwin Rutten<br />
gaat ze zo ongeveer naar alles in Nederland<br />
en heel veel in het buitenland toe. Zelf<br />
is ze dit seizoen bij DNO te zien in <strong>De</strong> zaak<br />
Makropulos. Toen ze in 1977 bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><br />
<strong>Opera</strong>stichting debuteerde, had ze<br />
12<br />
al engagementen in België op haar cv, alsmede<br />
de titelrol in Glucks Orfeo (in het Duits)<br />
voor <strong>Opera</strong> Forum. Intendant Hans de Roo<br />
vroeg haar voor de 3. Magd in Elektra van<br />
Richard Strauss: ‘Dat was een heel mooie<br />
ervaring. <strong>De</strong> scène van de Mägde bij de opening<br />
van het stuk duurt vijf minuten en we<br />
hebben daar met Kupfer circa 90 uur (30<br />
diensten) op gerepeteerd, de orkestrepetities<br />
niet meegerekend. Helemaal in de<br />
Felsen stein-traditie: gedetailleerd, zwaar<br />
en in de diepte. Daarnaast deed ik de doodsschreeuw<br />
van Klytämnestra en in de twee -<br />
de opkomst van de Mägde aan het eind van<br />
de opera moest ik op verzoek van dirigent<br />
Michael Gielen een hoge bes voor een collega<br />
invullen. Ik herinner me Roberta Alex ander<br />
als 5. Magd, collega’s als Elise Galama, Anke<br />
Brokstra en Nelly Morpurgo, voorts Lieuwe<br />
Visser, Matti Juhanen en Willard White als<br />
Orestes. <strong>De</strong> onvergetelijke Anny Schlemm<br />
als Klytämnestra, Anna Alexieva als Chryso<br />
themis en Hanna Rumowska als Elektra.<br />
Ik heb genoten van elke minuut. In een latere<br />
herneming debuteerde Hartmut Haenchen<br />
en dat was voor hem een triomf. Naar aanleiding<br />
van de rol in Elektra kreeg ik de uitnodiging<br />
om Kabanicha te zingen in Kát’a Kabanová<br />
bij een ander gezelschap en er volgden<br />
veel rollen bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>.’<br />
Dat betekende toen nog op rondreis gaan<br />
door het land. Met de auto en een enkele maal<br />
met de bus van het Omroep Orkest. Die vertrok<br />
na de voorstelling zo snel, dat Andriesen<br />
soms nog met geschminkt gelaat mee<br />
terugging.<br />
‘Groningen was altijd heel leuk,’ weet<br />
ze te vertellen, ‘een studentenstad met<br />
belangstelling voor de modernere stukken,<br />
zoals Albert Herring van Britten en Faust van<br />
Konrad Boehmer. Was ook altijd heel vol<br />
daar. Eindhoven was nooit uitverkocht, herinner<br />
ik me, en het galmde daar geweldig.<br />
In Rotterdam waren er echt de operaliefhebbers<br />
en ook daar was het, geloof ik,<br />
moeilijk vol te krijgen, maar er waren wel<br />
altijd trouwe bezoekers die om handtekeningen<br />
vroegen. In <strong>De</strong>n Haag en Amsterdam<br />
was dat nooit het geval; in Antwerpen en<br />
Gent was het traditie dat de fans bij de<br />
artiestenuitgang stonden te wachten.’<br />
Speciale bewondering<br />
Ook de buitenlandse zangers moesten<br />
aan deze verschillen wennen, merkte Tom<br />
Haenen. <strong>De</strong> prachtige, legendarische bariton<br />
Sesto Bruscantini ontdekte in Eindhoven<br />
dat het publiek niet erg luid applaudisseerde<br />
na een mooie aria in Un ballo in maschera.<br />
‘Is dat hier altijd zo?’ vroeg hij aan Haenen,<br />
maar die kon hem verzekeren dat het in<br />
Amsterdam of Rotterdam andere koek was.<br />
‘Het was enorm zoals hij zong – ik stond ernaast<br />
– maar het publiek reageerde altijd<br />
wat lauw daar.’ Als jonge zanger naast<br />
iemand van dit kaliber staan was overigens<br />
heel prettig, want je kreeg soms goede<br />
adviezen. <strong>De</strong> Nederlander Arnold van Mill,<br />
een imposante wagneriaanse zware bas en<br />
Gré Brouwenstijn, met haar enorme muzikaliteit,<br />
maakten diepe indruk op Haenen. Van<br />
de generatie erna noemt hij de grote bariton
John Bröcheler en de fantastische heldentenor<br />
Jan Blinkhof.<br />
Annett Andriesen heeft het gevoel dat<br />
ze als jonge zangeres tegen al haar oudere<br />
collega’s opkeek, maar voor een aantal<br />
<strong>Nederlandse</strong> collega’s voelde zij speciale<br />
bewondering: ‘<strong>De</strong>ze zangers raakten mij<br />
door hun stemmen en door hun persoonlijkheid.<br />
Ik hield van flinke stemmen. Gré<br />
Brouwenstijn had de warmte in haar stem<br />
die je bij hoogdramatische stemmen vaak<br />
mist. Gerry de Groot heb ik gezien als Tosca<br />
en dat was voor mij ontroerend. <strong>De</strong>utekom<br />
boeide mij door de manier waarop zij haar<br />
coloraturen zong, maar meer nog door het<br />
fenomeen dat zodra Cristina haar mond<br />
opendeed in de opera het geluid onmiddellijk<br />
tot je oren doordrong en je het gevoel<br />
had dat haar stem om je heen klonk. Jan<br />
<strong>De</strong>rksen stortte zich in elke rol en was een<br />
toneelbeest, dat Gestaltung ook wel voor<br />
liet gaan bij het zingen. Pieter van den Berg<br />
zong heel steady en orgelend. Mimi Aerden<br />
en Annie <strong>De</strong>lorie in de grote mezzorollen<br />
waren voorbeelden voor mij. Daarbij komt<br />
dat men mij in mijn jonge jaren met <strong>De</strong>lorie<br />
vergeleek.’<br />
Internationaal talent<br />
‘We waren freelancers, maar er was toch<br />
een vaste groep die regelmatig terugkeerde,’<br />
zegt Tom Haenen, ‘met onder anderen Jan<br />
<strong>De</strong>rksen, Pieter van den Berg, Lieuwe Visser,<br />
Cora Canne Meijer en Annett Andriesen.’<br />
Zo’n vaste groep is er de laatste jaren niet<br />
meer, maar dat lijkt eerder te komen door -<br />
dat er een enorm arsenaal aan <strong>Nederlandse</strong><br />
zangers met internationale carrières is. Zet<br />
Christianne Stotijn, Tania Kross, Margriet<br />
van Reisen, Helena Rasker en Wilke te<br />
Brum melstroete bij elkaar – om eens vijf<br />
mezzo’s te noemen die de afgelopen seizoenen<br />
te horen waren bij DNO – en je kunt<br />
alles te weten komen over de kleedkamers<br />
13<br />
van grote operahuizen in heel Europa, inclusief<br />
Glyndebourne, Covent Garden, Bay reuth,<br />
Salzburg en Aix-en-Provence.<br />
Marisca Mulder, die Kristina zingt in Makropulos,<br />
zien we hier eenvoudigweg niet vaker<br />
omdat ze in Theater Erfurt druk is met van<br />
alles, van Pamina in Die Zauber flöte tot Jenny<br />
in Aufstieg und Fall der Stadt Mahagonny. <strong>De</strong><br />
cast van Adam in ballingschap is een glorieuze<br />
mix van aanstormend – coming young<br />
countertenor Maarten Engeltjes als Rafael<br />
is een goed voorbeeld – tot internationaal<br />
gevestigd Nederlands talent. Roger Smeets<br />
is tegenwoordig het meest terugkerende<br />
vaderlandse element in de diverse DNOcasts,<br />
maar zingt ook regelmatig in Berlijn.<br />
Marcel Reijans, Le Remen dado in Carmen<br />
en volgend seizoen Narra both in Salome,<br />
liet zijn Mozart-rollen horen van Amsterdam<br />
tot Barcelona en Annett Andriesen kan je<br />
desgevraagd vertellen hoe heerlijk San<br />
Francisco is en welke plekken op aarde<br />
saaie ‘geitengaten’ zijn. Tom Haenen kwam<br />
ook op prachtige locaties, bijvoorbeeld in<br />
Las Palmas, waar zijn grote idool Cesare<br />
Siepi hem een schouderklopje gaf na zijn<br />
uitvoering van een scène in Verdi’s Don<br />
Carlos.<br />
Allemaal internationale sterren van<br />
eigen bodem dus en toch hoor je er in Nederland<br />
weinig over. ‘Dat komt door de televi -<br />
sie en de andere media,’ zegt Tom Haenen,<br />
‘programma’s over musicals worden enorm<br />
gepopulariseerd. <strong>De</strong> mensen die daarin op -<br />
treden zijn veel bekender dan de klassieke<br />
zangers. Die traditie hebben wij niet. Ook<br />
niet in kritieken. In Spanje en Duitsland<br />
schrijven ze veel uitgebreider over zangers,<br />
in Nederland is er veel meer affiniteit met<br />
het toneelbeeld en de regie. Wij hebben veel<br />
meer traditie in toneel en cabaret wat dat<br />
betreft en minder in opera. Hierdoor dringen<br />
de zangers niet als grote namen door.’<br />
Grote kostuumverkoop<br />
Wanneer?<br />
zaterdag 16 mei 2009<br />
twee tijdvakken: van 12.00-14.00 uur en van<br />
15.00-17.00 uur<br />
Toegangskaarten à € 5,- zijn in de voorverkoop<br />
verkrijgbaar bij het Kassa-bespreekbureau<br />
van Het Muziektheater (020-625 5455)<br />
of via www.dno.nl.<br />
Waar?<br />
Het Muziektheater, Amstel 3, Amsterdam<br />
Altijd al die ene droomjurk uit Norma willen<br />
hebben? Of een prachtig, historisch kostuum<br />
uit Capriccio? Uw amateurgezelschap brengt<br />
binnenkort Die Fledermaus op de planken?<br />
Grijp nu uw kans!<br />
Te koop: kostuums, schoenen en accessoires<br />
uit onder andere Die Fledermaus (1997),<br />
Boris Godoenov (2001), Peter Grimes (2001),<br />
Alice in Wonderland (2001), Tristan und Isolde<br />
(2001), Mefis to fele (2004), en zo’n twintig<br />
andere operaproducties.<br />
Prijzen: kostuums: van € 2,- tot € 500,-<br />
Betalen kan uitsluitend met pin.<br />
Maximaal drie kostuums per persoon<br />
(exclusief schoenen en hoeden).<br />
Het is niet toegestaan grote tassen mee<br />
naar binnen te nemen.<br />
Wilt u alvast een voorproefje van de kostuums<br />
die verkocht zullen worden? Kom<br />
dan zaterdagmiddag 9 mei naar Het Muziektheater<br />
voor de gratis modeshows tijdens<br />
de Europese <strong>Opera</strong>dag!<br />
Kijk voor meer informatie op www.dno.nl of<br />
www.het-muziektheater.nl.<br />
<strong>De</strong> zenuwen<br />
En als jonge zanger heb je alle steun nodig,<br />
want, zo zegt Haenen: ‘<strong>De</strong> zenuwen heb je.<br />
Alsof je aan het front moet vechten. Want<br />
eerst zat je in een klein ensemble of iets<br />
dergelijks, maar dan moet je die bühne op.’<br />
Tom Haenen vond zijn weg naar het podium<br />
via de <strong>Opera</strong>studio van de toenmalige <strong>Nederlandse</strong><br />
<strong>Opera</strong>stichting en prijst het huidige<br />
equivalent, <strong>Opera</strong> Studio Nederland (voorheen<br />
Internationaal <strong>Opera</strong> Centrum Nederland),<br />
waar Renate Arends, Frasquita in Carmen,<br />
studeerde. Het operavak blijft een carrière<br />
lang uitdagend, want Annett Andrie sen<br />
herinnert zich diverse hoogtepunten, zoals<br />
Theo Loevendies Naima uit 1985, waarin ze<br />
met Jard van Nes, Jan <strong>De</strong>rksen, Thea van<br />
der Putten, Wout Oosterkamp en Hein Meens<br />
zong: ‘Ik begrijp niet waarom dit stuk nooit<br />
is hernomen. Het kan natuurlijk altijd nog<br />
gebeuren! Een aanrader. Dit werk hebben we<br />
echt met elkaar tot leven gewekt. Een hechte<br />
groep.’ Ondanks haar lange ervaring brengen<br />
nieuwe voorstellingen nog steeds nieuwe<br />
verrassingen, zoals geregisseerd worden<br />
door Pierre Audi in Raaff van Robin de Raaff:<br />
‘Hij deed mij mijn routine vergeten en ik kon<br />
nieuwe bronnen aanboren.’<br />
Zingen in Makropulos betekent werken<br />
met de nieuwe chef-dirigent van het Rotterdams<br />
Philharmonisch, maar ook een duo-<br />
act met Tom Haenen, met wie ze heel vaak<br />
optrad. Ze waren in 1979 al Stárek en Starenka<br />
Buryovká in Janáčeks Jenu˚ fa, en dertig jaar<br />
later komen ze nog steeds samen het podium<br />
op. <strong>De</strong>zelfde componist, dezelfde gevoelens.<br />
Tom Haenen: ‘Annett en ik staan dan te wachten<br />
en dan hebben we ook altijd een beetje<br />
de zenuwen. Dat blijft altijd.’<br />
(Foto: Hans Hijmering)
Videoprojecties voor Adam in ballingschap<br />
Adam en Eva (Schilderij van Tamara de Lempicka)<br />
14<br />
Adam in ballingschap<br />
‘Bespiegel deze hemelvrucht,<br />
Dien gouden appel, milt van sappen,<br />
Hij schenckt u hemelsche eigenschappen.’ (Belial)<br />
I<br />
<strong>De</strong> uit de hemel verbannen engel Lucifer is<br />
jaloers op Adam en Eva, het eerste mensenpaar.<br />
Samen met zijn trawanten Asmodé<br />
en Belial loert hij op een gelegenheid om<br />
hen in het verderf te storten. Wachtengelen<br />
bezingen met het jonge paar de heerlijkheid<br />
van de schepping.<br />
II/III<br />
<strong>De</strong> aartsengelen Gabriël, Rafaël en Michaël<br />
maken zich op voor de bruiloft van Adam<br />
en Eva, als koning en koningin van de Hof<br />
van Eden. Michaël moet erop toezien dat<br />
geen hels gespuis het feest komt verstoren.<br />
Asmodé en Lucifer horen de vrolijke bruidsliederen<br />
en houden krijgsraad: Belial zal<br />
zich vermommen als een listige slang, een<br />
maskerade die het bruidspaar zal heugen!<br />
IV<br />
Adam laat zijn vrouw even alleen om met<br />
God te spreken. Eva geniet van de schaduw<br />
onder de appelboom, waaraan de vrucht van<br />
de kennis van goed en kwaad groeit, het<br />
enige fruit dat de mensen niet mogen eten.<br />
Vanuit de bladeren spreekt Belial vleiende<br />
woorden tot haar: hoe kan God zo'n mooie<br />
vrouw deze beperking opleggen? Eva kan<br />
de verleiding niet langer weerstaan. Als<br />
Adam haar van de vrucht ziet eten, vreest<br />
hij het ergste. Na een woordenwisseling wil<br />
hij zijn vrouw verstoten: hij kiest voor God.<br />
Daarop wil Eva de schuld op zich nemen en<br />
hem verlaten. Adam kan dat idee niet verdragen<br />
en bijt ook in de appel.<br />
V<br />
<strong>De</strong> wachtengelen beklagen de zondeval.<br />
Lucifer en Asmodé zijn juist heel tevreden<br />
over de gang van zaken. Adam maakt Eva<br />
bittere verwijten en wil zich van het leven<br />
beroven, maar laat zich door Eva hiervan<br />
afbrengen. Een storm nadert en zij proberen<br />
zich te verbergen. Uriël roept namens God<br />
het paar ter verantwoording en vervloekt<br />
de slang. <strong>De</strong> mens moet voor straf hard<br />
werken, de vrouw zal in smart haar kinderen<br />
baren. Adam en Eva worden verdreven uit<br />
het Paradijs.
15<br />
vr 5 juni 2009 première 20.00 uur<br />
zo 7 juni 14.00 uur<br />
ma 8 juni 20.00 uur<br />
wo 10 juni 20.00 uur<br />
do 11 juni 20.00 uur<br />
za 13 juni 20.00 uur<br />
Stadsschouwburg Amsterdam<br />
Kaartverkoop is reeds begonnen.<br />
Er nog kaarten beschikbaar.<br />
Bel het Kassa-bespreekbureau van<br />
Het Muziektheater: 020-625 5455<br />
de Stads schouwburg: 020-624 2311<br />
of Holland Festival 020-523 7787<br />
Zie p. 32.<br />
Online kopen:<br />
www.dno.nl<br />
www.stadsschouwburgamsterdam.nl<br />
www.hollandfestival.nl<br />
Inleidingen door Corien Baart<br />
Plaats: Stadsschouwburg (foyer)<br />
Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere<br />
voorstelling, dus 19.15 uur (avond)/13.15 uur<br />
(matinee)<br />
Lengte: ± 30 minuten<br />
Toegang: gratis op vertoon van een geldig<br />
plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag<br />
Met steun van de Vereniging Vrienden<br />
van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />
Uitzenddatum<br />
Radio 4, NPS <strong>Opera</strong> live:<br />
zaterdag 5 juni 2009, 19.00 uur<br />
Rob Zuidam 1964<br />
Adam in<br />
ballingschap<br />
<strong>Opera</strong><br />
naar<br />
Joost van den Vondel<br />
muzikale leiding<br />
Reinbert de Leeuw<br />
regie<br />
Guy Cassiers<br />
video<br />
Arjen Klerkx<br />
kostuums<br />
Tim van Steenbergen<br />
licht<br />
Enrico Bagnoli<br />
dramaturgie<br />
Corien Baart<br />
Adam<br />
Thomas Oliemans<br />
Eva<br />
Claron McFadden<br />
Belial<br />
Jeroen de Vaal<br />
Asmodé<br />
Roger Smeets<br />
Lucifer<br />
Huub Claessens<br />
Gabriël<br />
Lenneke Ruiten<br />
Rafaël<br />
Maarten Engeltjes<br />
Michaël<br />
Helena Rasker<br />
Uriël<br />
Harry Peeters<br />
Rey van wachtengelen<br />
Vocaal ensemble<br />
Radio Kamer Filharmonie<br />
instudering Vocaal ensemble<br />
Martin Wright<br />
Coproductie met het Holland Festival<br />
<strong>De</strong> opera wordt in het Nederlands gezongen<br />
en Nederlands boventiteld.<br />
<strong>De</strong> voorstelling duurt circa 2 uur.<br />
Er is geen pauze.<br />
Het operaboek Adam in ballingschap is<br />
verkrijgbaar in de Stadsschouwburg. Daarin<br />
zijn onder meer een uitgebreide synopsis<br />
en het libretto opgenomen. <strong>De</strong> prijs is � 8,-.<br />
Wereldpremière
Joost van den Vondel<br />
Achtergrond Adam in ballingschap<br />
Hein van Eekert<br />
Monument voor de onschuld<br />
Na het succes van Rage d’amours, bij DNO te zien in 2005, keert componist Rob Zuidam terug met zijn<br />
operaversie van Vondels Adam in ballingschap. Zijn creatie begon met Eva.<br />
‘Waar staan we?’ vraagt Eva zich af. Ze verkeert<br />
in een roes. Haar voeten lijken de aarde<br />
niet meer te raken en haar ziel, nog in de ban<br />
van de hemelse klanken van het huwelijkslied<br />
dat de engelen zojuist voor haar hebben<br />
gezongen, voelt de drang om op zoek te gaan<br />
naar antwoorden: wat is de oorsprong van<br />
alles? Ze wil naar boven zweven om de stad<br />
te zien die God in de hemel heeft gebouwd.<br />
Nog heerlijker dan het eten op haar bruiloft<br />
waren de woorden van de engel Gabriël, die<br />
haar vertelde over het hemelse paradijs. Eva<br />
wil weten hoe het eruitziet.<br />
We bevinden ons midden in Joost van<br />
den Vondels Adam in ballingschap, ‘Aller<br />
treurspelen treurspel’ en er ligt een essentieel<br />
moment in de wordingsgeschiedenis<br />
van de mens op de loer: de beet in de verboden<br />
vrucht, die bij Vondel zoals in veel kunstwerken<br />
als appel wordt voorgesteld. Zover<br />
is het echter nog niet, maar Vondel maakt<br />
ons duidelijk dat Eva’s drang naar kennis al<br />
in de kiem aanwezig is voordat die vermaledijde<br />
slang haar meesleurt in de zondeval:<br />
ze is nieuwsgierig en kijkt al verder dan de<br />
grenzen van het aardse. Haar geëxalteerde<br />
gemoedstoestand, aan het begin van het<br />
vierde bedrijf van het stuk, was het eerste<br />
gedeelte van Vondels werk dat componist<br />
Rob Zuidam op muziek zette: ‘Ik ben daarmee<br />
aan de slag gegaan, bij wijze van proef,<br />
voordat ik echt aan die opera begon. Het is<br />
een soort aria geworden van Eva: ‘Waer<br />
staen we, in ’t paradijs, of daer de starren<br />
blaecken?’ Dat vond ik een zeer mooie tekst.<br />
Ik dacht: als ik er een opera van ga maken,<br />
ga ik dit in ieder geval gebruiken. Dus ben<br />
ik gaan kijken wat mij dat opleverde: kan ik<br />
daar echt iets mee, kan ik daar muziek mee<br />
maken? Het was meteen raak. Daardoor<br />
werd ik er enthousiast over en ik besloot:<br />
ik ga dit stuk componeren.’<br />
Adam probeert deze extase van zijn vrouw<br />
te temperen. Hij wijst haar op het geluk dat<br />
haar te wachten staat: ze zal als ‘moeder van<br />
het menselijk geslacht’ de aarde stofferen<br />
met zoveel zielen als de velden bloemen dragen.<br />
Dan trekt hij zich even terug voor een<br />
gesprek met God en nauwelijks is hij weg,<br />
of Eva hoort een stem uit de dichte bladeren<br />
en schaduwen. Ze wordt weggelokt naar de<br />
boom met de appels waarvan ze niet mag<br />
eten, omdat ze het nageslacht daarmee on -<br />
verbiddelijk in het verderf zou storten. <strong>De</strong><br />
duivel Belial kronkelt er in de gedaante van<br />
een slang om de takken en spreekt zoete<br />
woorden van verleiding: proef van de appel<br />
en je zult zoveel weten als God zelf.<br />
Smeulende jaloezie<br />
Adam in ballingschap is de tweede van twee<br />
aan elkaar verwante tragedies. In 1654, als<br />
een in het leven ervaren man van 67, voltooit<br />
Vondel zijn Lucifer. <strong>De</strong> lichtdrager Lucifer,<br />
door God als diens representant verheven<br />
tot de allerhoogste positie tussen de engelen,<br />
verneemt van Gabriël dat de mens een<br />
nog hogere plaats zal krijgen in de schep-<br />
16<br />
ping dan de aartsengelen. Gods zoon zal<br />
zelfs in de verre toekomst mens worden.<br />
Lucifer misgunt dit nieuwe wezen die uitzonderlijke<br />
plek in het geheel der dingen.<br />
Hij probeert zijn smeulende jaloezie te rechtvaardigen<br />
door te stellen dat God met zijn<br />
plannen zijn eigen wetten doorbreekt. Daarmee<br />
tornt hij aan de onaantastbaarheid<br />
van de Allerhoogste. Hij leidt een opstand<br />
van afvallige engelen, die door aartsengel<br />
Michaël en de zijnen met kracht wordt neergeslagen.<br />
<strong>De</strong> triomf van het goede is kort,<br />
want Gabriël komt vertellen dat Lucifer op<br />
aarde alsnog een overwinning heeft be haald:<br />
hij heeft het eerste mensenpaar meegesleurd<br />
in zijn val door ze te laten eten van de vrucht<br />
der kennis. <strong>De</strong> gerechtsengel Uriël wordt<br />
uitgezonden om de mensen met vlammend<br />
zwaard uit de hof van Eden te verdrijven.<br />
Ongehoorzaamheid<br />
Tien jaar na Lucifer zoemt Vondel in op<br />
die laatste gebeurtenis: in Adam in ballingschap<br />
vinden we Lucifer en zijn handlanger<br />
Asmodé terug en zien we hoe ze Adam en<br />
Eva eerst bespieden en vervolgens met<br />
behulp van Belial aanzetten tot eenzelfde<br />
ongehoorzaamheid jegens hun Schepper.<br />
Eva overweegt de pro’s en contra’s van deze<br />
daad. Ze overtreedt Gods wet en zal de grens<br />
tussen mens en God doorbreken met het verkrijgen<br />
van kennis. Naar kennis en het zich<br />
ontdoen van aardse beperkingen verlangde<br />
ze al eerder. Anderzijds doet ze niet veel<br />
meer dan toegeven aan een kleine snoeplust.<br />
Daar kan de Oppermachtige toch niet<br />
al te veel bezwaar tegen maken?<br />
‘Dat lijkt een heel gering ding, zo’n beet<br />
in een appel,’ zegt Zuidam, ‘maar het is een<br />
enorme splitsing der wegen geweest tussen<br />
de mens en het dierenrijk. Ik vind het een<br />
van de meest onverklaarbare, maar ook fascinerende<br />
dingen. Ik vind daar noch in een<br />
religie, noch in de Darwin-theorie pasklare<br />
antwoorden op. Maar het is wel iets wat<br />
mensen zich al heel lang afvragen. Zelfs<br />
die mensen uit de tijd van de grottekening<br />
in Lascaux, die moeten zich toch op een<br />
bepaalde manier bewust zijn geweest dat<br />
er een kolossaal verschil is tussen de mens<br />
en de andere planeetbewoners. Dat verhaal<br />
van Adam en Eva is daar een mooie metafoor<br />
voor. Adam wil eigenlijk die paradijselijke,<br />
dierlijke staat van onnozelheid zo lang<br />
mogelijk intact houden en Eva heeft toch die<br />
nieuwsgierigheid.’<br />
Kiezen van stemsoorten<br />
Eva beschikt over een doortastendheid die<br />
we ook aantreffen bij de vrouwenkarakters<br />
in Zuidams eerdere opera’s Freeze (1993-<br />
1994) en Rage d’amours (2002-2003). ‘Je kunt<br />
geen opera maken zonder een goede vrouwenrol<br />
erin,’ aldus de componist. ‘In het
gesproken theater gaat dat misschien wel,<br />
maar in de opera niet.’ Het kiezen van de<br />
stemsoorten bij de rollen was niet echt<br />
bewust, maar groeide eerder tijdens het<br />
componeren. Hans Croiset liet de demo -<br />
nen Lucifer en Asmodé in zijn productie<br />
van Adam in ballingschap uit 1983 spelen<br />
door Sigrid Koetse en Marielle Fiolet en vertolkte<br />
zelf de rol van Belial. Zuidam geeft<br />
niet alleen Belial, maar alle duivels aan<br />
mannenstemmen: ‘Ik vond dat belangrijk.<br />
Daardoor ontstaat bijvoorbeeld een bijzondere<br />
situatie tussen Belial en Eva: de verleidingsscène<br />
tussen beiden is de allereerste<br />
keer dat een vrouw zich door de woorden<br />
van een man in de maling laat nemen.’<br />
Ook aan de zijde van de aartsengelen<br />
zijn er mannen: Uriël, die het mensenpaar<br />
verjaagt, zingt met een lage stem. ‘Dat heeft<br />
een zekere onvermijdelijkheid: dat moet de<br />
olifant zijn die het verhaaltje uitblaast. Het<br />
heeft toch een maximale impact met een<br />
monumentale bas. Dat is misschien een<br />
ongelooflijk cliché, maar het heeft gewoon<br />
de beste uitwerking.’ Gabriël, Michaël en<br />
Rafaël bevinden zich aan de andere zijde<br />
van het vocale spectrum: ‘Dat trio aartsengelen<br />
is wel een van tevoren bedachte constructie:<br />
die moeten wel met zijn drieën<br />
hoge stemmen hebben, maar ieder met een<br />
duidelijke, eigen kleur. Dat is puur een kwestie<br />
van timbre.’<br />
Voortdurend boeiend<br />
Zuidam kortte de tekst van Vondel danig in,<br />
om een avond van meer dan wagneriaanse<br />
lengte te vermijden: ‘Vooral het tweede en<br />
48ste INTERNATIONAAL VOCALISTEN<br />
CONCOURS ’s-Hertogenbosch<br />
Meld je nu aan via www.ivc.nu • Nationale Voorronden 2009<br />
Alle activiteiten toegankelijk voor publiek<br />
Nationale Voorronden IVC 2009<br />
18 19 20 september 2009 • Muziekcentrum <strong>De</strong> Toonzaal ’s-Hertogenbosch<br />
Jury: Roberta Alexander, Annett Andriesen, Miranda van Kralingen,<br />
Hein Meens, Charles van Tassel<br />
Masterclass Nelly Miricioiu, sopraan<br />
25 26 september 2009 • Muziekcentrum <strong>De</strong> Toonzaal ’s-Hertogenbosch<br />
Presentatieconcert<br />
4 oktober 2009 • Pleinzaal Theater aan de Parade ’s-Hertogenbosch<br />
Raadpleeg de website van het IVC voor de meest actuele informatie<br />
IVC ’s-Hertogenbosch<br />
www.ivc.nu<br />
www.vocalcompetition-ivc.tv<br />
17<br />
derde bedrijf wilde ik in elkaar schuiven: de<br />
beraadslagingen tussen Lucifer en Asmodé<br />
en het huwelijksfeest dat daarin plaats vindt.<br />
Ook omdat je daardoor sneller komt bij waar<br />
het precies om gaat: die beet in de appel.<br />
<strong>De</strong> eerste drie bedrijven zijn een soort<br />
tableaus. Daarna gaat het een hele andere<br />
kant op, want dan zit je ineens in een soort<br />
Scènes uit een huwelijk van Ingmar Bergman.<br />
Een van de grote kwaliteiten van Vondel is<br />
dat iedereen het verhaal kent, maar dat hij<br />
het toch naar zich toe weet te trekken. Hij<br />
geeft de personages bespiegelingen waardoor<br />
het voortdurend een boeiend stuk is.<br />
Daarbij verschaft hij je inzicht in waarom de<br />
mensen die dingen doen.’ Ook op het niveau<br />
van de versregels maakte de componist<br />
inkortingen: met het inkorten van Vondels<br />
metrische zinnen ontstaat een vaak zeer<br />
kernachtige taal. En zoals de woorden soms<br />
muzikale uitbeelding overbodig maken, kan<br />
de muziek de woorden overbodig maken.<br />
Een nieuwsgierig mens<br />
<strong>De</strong> reizangen van de wachtengelen, door<br />
Vondel aan het eind van de bedrijven ge -<br />
plaatst, heeft Zuidam niet geschrapt. Ze<br />
vonden in omgewerkte vorm een plek in de<br />
opera: ‘Er zit een koor van zestien zangers<br />
bij, negen vrouwen en zeven mannen. <strong>De</strong><br />
reizangen hebben in het stuk echt een functie<br />
met betrekking tot het eigenaardige idee<br />
dat Vondel van het paradijs schetst: het is<br />
toch zoiets als een zeepbel waar het goede<br />
heerst, maar daaromheen loert het kwaad<br />
aan alle kanten. Die wachtengelen fungeren<br />
daarom als een soort bodyguards. Het leek<br />
me dus goed om zingende lijfwachten te<br />
hebben. Ze zijn daar om Adam en Eva te<br />
beschermen. Ze hebben een behoorlijk aandeel<br />
in de opera als geheel gekregen: in<br />
Vondels drama heb je die reien tussen de<br />
bedrijven door, maar ik heb dat veel meer<br />
door elkaar heen gebruikt. Ik vond het mooier<br />
om niet steeds diezelfde structuur te handhaven,<br />
maar om het vloeiender te maken.’<br />
<strong>De</strong> opera die aldus ontstaat, is als het<br />
ware een monument voor de onschuld. ‘Het<br />
is,’ zegt Zuidam, ‘een heel bonte mix van<br />
allerlei sentimenten en emoties: het begint<br />
als een euforie over de schoonheid van de<br />
wereld. Het is natuurlijk tragisch dat het<br />
hele paradijs in de fik gaat en Adam en<br />
Eva worden verbannen, maar eigenlijk zit<br />
er toch ook wel iets van een soort hoop in:<br />
samen gaan ze verder. Dat breng ik ook in<br />
mijn muziek tot uiting. Het stuk is uiteindelijk<br />
een monument voor de onnozelheid. Ik<br />
probeer op de een of andere manier te refereren<br />
aan die paradijselijke staat. En niet als<br />
iets, waar we naar moeten terug keren: de<br />
essentie van het drama is dat we die paradijselijke<br />
staat verloren hebben en dat dat<br />
natuurlijk het gevolg is van het verlangen<br />
naar kennis. Ik veroordeel dat verlangen<br />
naar kennis echter helemaal niet. Sterker<br />
nog: ik ben zelf een nieuwsgierig mens.’<br />
En dus gebeurt het onvermijdelijke. Eva<br />
neemt haar besluit: ‘Ik pluk.’<br />
OPERA- EN CONCERTREIZEN<br />
�������������������������������������������������������������������������<br />
�������������������������������������������������������������������������<br />
�����������������������������������������������������������������������������<br />
���������������������������������������������������������������������<br />
�������������������������������������������<br />
Kijk op:<br />
www.hannick.nl<br />
voor het actuele aanbod.<br />
Of vraag de brochure<br />
aan: 070 - 319 19 29<br />
COMBINEER UW PASSIE VOOR MUZIEK MET REIZEN<br />
Muziekfestivals voor de operaliefhebber<br />
SAVONLINNA OPERA FESTIVAL<br />
6-daagse vliegreis, 11 t/m 16 juli<br />
PUCCINI FESTIVAL<br />
6-daagse vliegreis, 16 t/m 21 juli<br />
ARENA DI VERONA<br />
4-daagse vliegreis, 30 juli & 27 augustus<br />
BREGENZ & VERONA<br />
16 t/m 25 augustus<br />
Individuele reizen & Maatwerk<br />
Trekt u er liever zelf op uit? Wij bieden een<br />
groot aanbod aan individuele muziekreizen.<br />
Ook kunt u een eigen reisprogramma laten<br />
samenstellen. U bent verzekerd van een<br />
bijzondere muzikale belevenis!<br />
Interesse? Vraag nu onze brochure aan.<br />
HANNICK REIZEN ZET DE TOON!<br />
d 90x130_def.indd 1 23-10-2007 09:28:18
Rob Zuidam (Foto: Hans Hijmering)<br />
Interview Adam in ballingschap<br />
Corien Baart<br />
Adam in ballingschap vandaag<br />
Rob Zuidam componeerde een nieuwe opera op basis van het toneelstuk Adam in ballingschap van Joost van<br />
den Vondel. Guy Cassiers is de regisseur. Zij werkten eerder succesvol samen bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> in<br />
de productie Rage d’amours in 2005. Een dialoog tussen componist en regisseur over Vondel, ideologische<br />
verwarring, de illusie van het paradijs, de macht van taal en de geboorte van het menselijk bewustzijn.<br />
Cassiers: ‘Ik was verrast dat je een toneeltekst<br />
van Vondel als uitgangspunt hebt<br />
ge nomen voor een nieuwe opera.’<br />
Zuidam: ‘Dat heeft te maken met mijn<br />
behoefte om eens iets in mijn eigen taal<br />
te componeren. Verstaanbare woorden die<br />
gezongen worden hebben een heel andere,<br />
directere impact dan die in een vreemde<br />
taal. Je luistert er anders naar. <strong>De</strong> taal van<br />
Vondel fascineert me omdat die heel dichtbij<br />
voelt, maar tegelijkertijd ook gekunsteld<br />
en sprookjesachtig is. En die taal vraagt er<br />
gewoonweg om, om gezongen te worden.<br />
Ik zou niet weten hoe je Vondel als gesproken<br />
theater zou kunnen opvoeren vandaag<br />
de dag.’<br />
Cassiers: ‘Dat gebeurt ook nauwelijks.<br />
Die taal is heel mooi, maar werkt ook belemmerend.<br />
Bovendien wordt Vondel traditiegetrouw<br />
religieus geïnterpreteerd.’<br />
Zuidam: ‘Vanuit religieus perspectief<br />
kan ik niet zoveel met Adam in ballingschap,<br />
maar ik heb ervoor gekozen omdat de verbanning<br />
van Adam en Eva uit het paradijs<br />
elk mens raakt. Iedereen kent toch de ervaring<br />
uit zijn jeugd, dat op een zeker moment<br />
je ogen worden geopend, dat je gaat nadenken<br />
en je van jezelf bewust wordt? Er is een<br />
punt, soms door een onverwachte of heftige<br />
gebeurtenis, waarop je je onschuld kwijtraakt<br />
en het feest voorbij lijkt. Adam in ballingschap<br />
vandaag is voor mij dan ook een<br />
parabel over de geboorte van het menselijk<br />
bewustzijn. Het grote, fascinerende verschil<br />
tussen mens en dier is zelfbewustzijn. Dat<br />
de mens een onderscheid kan maken tussen<br />
zichzelf en zijn omgeving of een ander, zie<br />
ik bijvoorbeeld in de grottekeningen van de<br />
primitieve mens. Opvallend is dat de mens<br />
zichzelf en de dieren tekent, maar de dieren<br />
hebben nooit afbeeldingen van de mens ge -<br />
maakt… Het scheppingsverhaal zelf is ook<br />
ooit ontstaan; de mens heeft een verklaring<br />
gezocht voor het ontstaan van zijn omgeving<br />
en voor zijn eigen bestaan.’<br />
Cassiers: ‘En dat bestaan is complex en<br />
beangstigend. Zeker vandaag de dag. <strong>De</strong><br />
wereld om ons heen lijkt steeds groter te<br />
worden door een oneindige stroom nieuws<br />
over de wereld van de media. Ik put voor de<br />
interpretatie van deze opera veel inspiratie<br />
uit het boek Onredelijkheid van schrijver en<br />
columnist Bas Heijne. Hij zegt: “Ons perspectief<br />
is wereldwijd geworden. Al ons nieuws<br />
is wereldnieuws. We zijn ervan doordrongen<br />
geraakt dat alles met alles te maken heeft.<br />
Ieder incident dat zich op de hoek van de<br />
straat afspeelt, brengen we automatisch in<br />
verband met mondiale fenomenen. Wat klein<br />
en toevallig lijkt, blijkt deel uit te maken van<br />
een groot en meestal dreigend geheel.” Voor<br />
mij gaat Adam in ballingschap dan ook niet<br />
over de vraag: hoe handel ik goed of kwaad?<br />
<strong>De</strong> voorstelling zal niet gaan over religie als<br />
normenstelsel waaraan we ons dienen te<br />
18<br />
houden of een God die wij moeten volgen.<br />
Ook niet over de zwakte of slechtheid van de<br />
mens of de vrouw in het bijzonder. Dit treurspel<br />
inspireert tot enscenering door de vele<br />
vragen die het oproept over deze tijd. Hoe<br />
moet je je als individu verhouden tot de veelomvattende,<br />
chaotische werkelijkheid?’<br />
Macht van taal en retoriek<br />
Zuidam: ‘Een mens heeft naast zelfbewustzijn<br />
ook het gebruik van taal als wezenskenmerk.<br />
Taal is een machtig medium dat de<br />
werkelijkheid niet alleen beschrijft maar ook<br />
mede schept. Door de schoonheid van taal<br />
kun je de wereld mooier maken dan hij is.<br />
In Adam in ballingschap benader ik het paradijselijke<br />
als de situatie van de ultieme decadentie,<br />
gevoed en vormgegeven door Vondels<br />
taal. <strong>De</strong>ze taal vormt een mentale Hof van<br />
Eden, een universum waar je in gaat geloven.<br />
In de taal van Vondel werd ik vooral getroffen<br />
door de afwisseling van korte zinnen en<br />
lange lappen tekst, soms als gemillimeterd<br />
gras, dan weer als uitgestrekte natuur, die<br />
in al haar glans en glorie mag uitdijen. Het<br />
paradijs ontstaat uit de samenzang van de<br />
personages.’<br />
Cassiers: ‘Dat paradijs lijkt groots, een<br />
wonderschoon lustoord waarin het leven<br />
goed en georganiseerd is, maar tegelijkertijd…’<br />
Zuidam: ‘…heeft het wel (een koor van)<br />
wachtengelen nodig om het tegen invloeden<br />
van buitenaf te beschermen. Blijkbaar is er<br />
al sprake van een kwaad dat het “goede”<br />
zou kunnen schaden.’<br />
Cassiers: ‘Het wordt gevaarlijk als mensen<br />
de taal te letterlijk gaan nemen. Ik be -<br />
doel daarmee dat het beschreven paradijs<br />
een systeem wordt waarin alles enkel nog<br />
be staat in functie van die hogere macht,<br />
die zegt wat je wel en niet mag. Dat is wat<br />
je in de samenleving ook ziet gebeuren. Bij<br />
Dostojevski las ik: “<strong>De</strong> mens is zo verslingerd<br />
aan systemen en aan abstracte gevolgtrekkingen<br />
dat hij bereid is de waarheid<br />
bewust te verdraaien, bereid is om ziende<br />
blind en horende doof te zijn, alleen om de<br />
juistheid van zijn logica aan te tonen.” Je<br />
kunt twijfelen aan de waarachtigheid van<br />
deze lusthof: iedereen beschrijft hetzelfde,<br />
dezelfde pracht, maar is die er ook werkelijk?<br />
Andere mensen kunnen je een leugenachtige<br />
werkelijkheid voorschotelen die<br />
niet van echt te onderscheiden is. Door de<br />
(nieuwe) media kan alles gemanipuleerd<br />
worden, ook beeldmateriaal. Wat is nog<br />
waarheid en wat niet?’
Geboorte van het zelfbewustzijn<br />
Zuidam: ‘Adam is degene die het meest ge -<br />
loof hecht aan dat in taal/zang geschapen<br />
paradijs. Om het oneerbiedig te zeggen<br />
staat hij als vee in de wei en accepteert hij<br />
op een bijna dierlijke manier de situatie zo -<br />
als die is. Eva is daarbij degene die eigenlijk<br />
steeds weg wil, verder wil kijken naar wat er<br />
nog meer is... Haar nieuwsgierigheid naar<br />
het ongekende wil ik benadrukken. Zij gaat<br />
zelf op onderzoek uit. Ze hoort een wezen in<br />
de struiken en lokt het eruit. Is het een mens?<br />
<strong>De</strong> duivel in de gedaante van een slang biedt<br />
haar een vrucht van de boom van kennis van<br />
goed en kwaad. Die appel is een wrange gift<br />
en toch is het goed dat Eva een hap neemt.<br />
We mogen haar wel dankbaar zijn, anders<br />
leefden we nog in een dierlijke staat... Zonder<br />
zelfbewustzijn ben je geen individu; dan ga<br />
je net als Adam op in het geheel zonder je<br />
verder iets af te vragen. Dan kun je je niet<br />
onderscheiden of op een persoonlijke manier<br />
uiten... Eva is degene die zelf nadenkt, terwijl<br />
Adam geconditioneerd en volgzaam is. Eva<br />
is zoekend en wil kijken naar wat er buiten<br />
de begrenzing van het paradijs(elijke) is.’<br />
Cassiers: ‘Zij zoekt haar eigen waarheid.<br />
Als Eva heeft gebeten, ziet ze de reële omgeving,<br />
de illusie van het paradijs wordt ontmanteld.<br />
Ze ziet verschil; er is een andere<br />
werkelijkheid. <strong>De</strong> mens is vrij zijn eigen waarheid<br />
uit te vinden. En daarom bestaan er<br />
on eindig veel waarheden. Het wordt gevaarlijk<br />
als een mens aanspraak maakt op de<br />
universele geldigheid ervan.’<br />
Zuidam: ‘Dus, het groeiende zelfbewustzijn<br />
is positief én negatief. In hoeverre is<br />
het jammer dat we onze kinderlijke onschuld<br />
verloren hebben? Is dat erg? Hoe zouden we<br />
ons ontwikkeld hebben zonder bewustzijn,<br />
zonder kennis van “verschil”? Zou er dan<br />
ook sprake zijn geweest van verschillende<br />
waarheden?’<br />
Cassiers: ‘Dit nieuwe bewustzijn heeft<br />
duidelijk ook een negatieve kant: het veroorzaakt<br />
veel onbegrip en verwarring tussen<br />
mensen. Bas Heijne zegt het zo: “Juist het<br />
besef dat je in een wereld leeft die niet meer<br />
uit één stuk bestaat, maar uit talloze groepen<br />
met een verschillende herkomst, geeft<br />
je het recht om je eigen, specifieke opvattingen<br />
erop na te houden, je eigen identiteit<br />
te huldigen – en je eigen groep te kiezen.<br />
Vaak wordt de ene identiteit ingezet tegen<br />
de andere.” Hij zegt ook dat je zult moeten<br />
kiezen voor welke waarheid je wilt gaan.<br />
Kiezen is bewustzijn, bewustzijn is actief<br />
en dwingt tot betrokkenheid. Adam en Eva<br />
gaan die reis uiteindelijk wel degelijk maken.<br />
Struikelend een eigen weg zoeken in de<br />
wereld om geborgenheid te vinden in de<br />
chaotische, angstwekkende realiteit.’<br />
‘Filosoof Rüdiger Safranski zegt dat zo:<br />
“Een mens moet in een overvolle wereld een<br />
ruimte voor zichzelf maken, waarin hij zich-<br />
Lunchconcerten in de Boekmanzaal<br />
<strong>De</strong> Boekmanzaal is onderdeel van het<br />
Stadhuis/Het Muziektheater en biedt plaats<br />
aan ±200 personen. Op de dinsdagen van<br />
sep tember t/m mei wordt hier van 12.30 tot<br />
13.00 uur een gratis lunch concert gegeven.<br />
Voor de seizoensbrochure en aanvullende<br />
informatie: Frits Vliegenthart, 020-551 8922.<br />
19<br />
zelf kan onderzoeken en van waaruit hij een<br />
houding tegenover de wereld kan vinden.<br />
Thuiskomen in je eigen waarheid, is thuiskomen<br />
in jezelf.” Om thuis te kunnen komen<br />
moet je eerst op reis, moet je eerst bewegen.<br />
Het vinden van jezelf, van je identiteit is een<br />
proces van voortdurend kiezen en veranderen.<br />
Steeds met nieuwe ogen kijken naar<br />
de kaders waarbinnen we ons veilig wanen;<br />
die van geboorteland, religie, ras, familie<br />
en taal.’<br />
Ode aan de zoekende mens<br />
Zuidam: ‘En dat alles met Vondel... met die<br />
taal, dit verhaal. Dat kán toch alleen maar<br />
gezongen worden? Dit is de ultieme theatrale<br />
decadentie. Taal en muziek vertegenwoordigen<br />
het schone, het verhevene; hiermee<br />
wil ik graag dat paradijs opbouwen. Suggesties<br />
van een ideale wereld, waarin je als toeschouwer<br />
gaat geloven.’<br />
Cassiers: ‘In de vormgeving zie je tegelijkertijd<br />
dat het een werkelijkheid is die<br />
gecreëerd wordt door de zichtbare manipulatie<br />
van de theatertechniek. Door videoprojectie<br />
en licht leggen we als het ware een<br />
nieuwe huid op wat fysiek op toneel aanwe-<br />
mei 2009<br />
5 GEEN CONCERT<br />
12 Eva Lohse viool<br />
Valeria Zakopay piano<br />
Rachmaninov<br />
zig is; het decor en de zangers. Er ontstaat<br />
een dialectiek tussen de suggestie en de<br />
realiteit door ze tegelijk aanwezig te laten<br />
zijn. We scheppen de natuur, de hemel en<br />
de hel, door projectie van beelden van de<br />
mens zelf. Beelden van de innerlijke mens,<br />
zonder huid, zonder fraaie verpakking. <strong>De</strong><br />
voorstelling wordt als het ware een chirurgische<br />
ontleding van het fysieke en het mentale,<br />
het inwendige en het uitwendige, het<br />
mannelijke en het vrouwelijke, het aardse<br />
en het verhevene, het mooie en het lelijke.<br />
Als je goed kijkt, zie je op een zeker moment<br />
dat de werkelijkheid er anders uitziet dan je<br />
dacht. <strong>De</strong> vraag is wat er overblijft als de<br />
illusie wegvalt. Waar kun je als mens dan<br />
op terugvallen?’<br />
19 Cato Fordham tenor<br />
Kimball Huigens piano<br />
Quilter, Vaughan Williams,<br />
Duparc<br />
26 Tadeu Duarte piano<br />
Schumann<br />
Guy Cassiers (Foto: Ro Theater)
Thomas Oliemans<br />
Claron McFadden (Foto: Mike Hoban)<br />
Interview Adam in ballingschap<br />
Agnita Menon<br />
Eenvoudige mensen<br />
Een wit gewaad gemaakt van parels, een nonnenpij, vleugels en voelsprieten, een roze bontkraag. Een<br />
ringsnor en een 18de-eeuws kostuum, een geel pak en een vogelkooi op de rug gebonden. Scènefoto’s<br />
van de operazangers Thomas Oliemans en Claron McFadden. Maar vandaag zijn ze getooid met een leesbril,<br />
gehuld in een grijs vestje en in de repetitieruimte ligt een winterjas op de vleugel. <strong>De</strong> bariton en de sopraan<br />
zitten samen in de artiestenfoyer van het Amsterdamse Muziektheater en drinken cappuccino uit papieren<br />
bekers. Net na de allereerste repetities spreken ze over het repetitieproces van een geheel nieuwe opera:<br />
Adam in ballingschap van Rob Zuidam.<br />
Nog vóór het echte interview begonnen is,<br />
vraag ik aan Thomas Oliemans of hij die<br />
ochtend heeft gestudeerd aan de bewuste<br />
opera. ‘Nee! Eerst heb ik met mijn buurvrouw<br />
koffie gedronken en stroopwafels gegeten.<br />
En toen ben ik gaan sporten: op de crosstrainer,<br />
zo’n apparaat waarop je doet alsof<br />
je rent. Ondertussen luisterde ik op de iPod<br />
naar Tristan –Tweede akte, en dan... rennen<br />
maar! Sport jij ook?’ vraagt hij aan zijn muzikale<br />
partner Claron McFadden. <strong>De</strong> Amerikaanse<br />
sopraan woont al jaren in Nederland<br />
en spreekt onze taal vloeiend en met zachte<br />
stem.<br />
‘Karate is mijn ding,’ vertelt Claron. ‘Als<br />
ik kan, ga ik naar de club, en anders heb ik<br />
privéles bij de docent. Als ik op tournee ben,<br />
doe ik karate in een hotelkamer of kleedkamer.<br />
Er zijn veel overeenkomsten tussen<br />
een vechtsport als karate en opera: ademhaling,<br />
spanning en ontspanning, evenwicht<br />
spelen een belangrijke rol.’<br />
‘Sla je ook planken doormidden?’ vraagt<br />
Thomas Oliemans haar bewonderend.<br />
‘Vroeger wel, nu niet meer. Moet je mijn<br />
litteken zien?’ en Claron rolt haar mouw op.<br />
Terug naar de aarde<br />
Zoals ze daar samen zitten te praten, zijn<br />
het mensen zoals u en ik, deze twee operazangers.<br />
Ze spelen in de opera Adam in ballingschap<br />
de twee eerste mensen op aarde,<br />
Adam en Eva. <strong>De</strong> regisseur van Adam in ballingschap,<br />
de Belg Guy Cassiers, wil graag<br />
in zijn enscenering het verhaal terug naar<br />
de aarde brengen. ‘En daarom wil hij twee<br />
mensen van vlees en bloed. Iedere man en<br />
vrouw in het publiek moet zich kunnen identificeren<br />
met Adam en Eva,’ aldus Claron<br />
McFadden.<br />
‘In de opera zijn wij geen bijbelse figuren,’<br />
legt Thomas Oliemans uit. ‘Adam en Eva zijn<br />
twee eenvoudige mensen die in verwondering<br />
de wereld om zich heen bekijken. Ze<br />
hebben elkaar gevonden en willen die wereld<br />
samen beleven. Maar dan wordt het wereldbeeld<br />
van de een compleet verstoord door<br />
het zoeken naar vrijheid van de ander. Lees:<br />
Eva die zich laat verleiden door de slang en<br />
in de appel bijt. Eva is een mens die haar<br />
grenzen niet kent. Het resultaat is dat het<br />
hele paradijs afbrandt... Ondanks alles kiest<br />
Adam voor haar. Die mooie en menselijke<br />
keuze, daar legt Guy Cassiers de nadruk op.’<br />
‘En Rob Zuidam geeft het prachtig vorm<br />
in zijn muziek,’ vult Claron McFadden aan.<br />
‘Wij noemen Rob steeds God Zuidam, haha,<br />
want hij heeft ons geschapen! Zijn muziek<br />
voor deze opera is uitbundig en extatisch.<br />
Bijna over the top.’<br />
20<br />
Een heleboel noten<br />
Zonder licht, decor, kostuums of orkest werd<br />
er zojuist ‘droog’ gerepeteerd voor Adam in<br />
ballingschap in een van de studio’s van Het<br />
Muziektheater. Claron McFadden beweegt<br />
zich veel tijdens de pianorepetitie. Ze maakt<br />
zich groot, heft haar armen boven het hoofd.<br />
Hoe begint een operazanger aan dat maandenlange<br />
proces, vanaf de eerste onbekende<br />
nieuwe noot tot aan de wereldpremière?<br />
Claron McFadden: ‘Je krijgt zo’n parti tuur<br />
thuisgestuurd, slaat hem open, ziet een heleboel<br />
noten en denkt: aaaaaaahh!! Ik ga dan<br />
klinisch te werk: eerst de noten. Dan de tekst.<br />
Dan uit het hoofd leren. En dan nadenken<br />
over wat voor mens mijn rol is. Eva is nu 24<br />
uur per dag, 7 dagen per week bij mij, we zijn<br />
buddies. In het begin studeer ik heel fysiek:<br />
met mijn lichaam, mijn voeten in de lucht<br />
en rollend over de grond. Dat helpt mij om<br />
dingen uit mijn hoofd te leren. Zodra ik het<br />
ken, ga ik het intern verwerken: met dezelfde<br />
intense energie en verrukking sta ik helemaal<br />
stil te zingen, zonder dat ik iets lichamelijk<br />
uitdruk.Tenslotte vind ik een ander<br />
soort uitdrukkingskracht. En het wordt kleiner,<br />
kleiner, kleiner en meer naar binnen.’<br />
Wordt Claron dan Eva? Komt de rol zó<br />
dicht bij haar? Na even denken antwoordt ze:<br />
‘Andersom: als ik mijn werk goed doe, dan<br />
wordt Eva mij... Ik trek het naar mijn eigen<br />
ervaringen en emoties: wat ik voel als mens,<br />
dat geef ik gestalte in mijn rol.’<br />
Verkennende fase<br />
Thomas Oliemans: ‘Ik heb geen idee van de<br />
muziek voordat ik een bladzij heb gezongen.<br />
Niets spreekt vanzelf. Je moet ontcijferen<br />
wat de muzikale taal en de logica is, hoe de<br />
componist van A naar B gaat. Als je moderne<br />
muziek zingt, kun je niets for granted nemen.<br />
Het inspirerende aan nieuwe muziek is dat je<br />
die verse, nieuwe blik daarna ook gebruikt<br />
voor oudere stukken die je allang kende.’<br />
Hoever dringt Adam in zijn leven door?<br />
‘We zitten nog in een aftastende, verkennende<br />
fase van de repetities. Praktisch<br />
gezien breng ik uren per dag door met dat<br />
rode boek op schoot. Maar ik ben nu vooral<br />
bezig met techniek: hoe laat ik een duidelijke<br />
t klinken aan het eind van het woord “God”?<br />
Dat soort dingen! Claron verwoordde het<br />
net heel mooi: zij wordt niet Eva en ik word<br />
ook niet Adam. Ik blijf mezelf. Maar op een<br />
gegeven moment komt Adam langs en blijft<br />
hij een tijd bij me. Tot ik tenslotte, na maanden<br />
voorbereiding, op het podium sta bij<br />
de première...’
Marco Polo in Amsterdam<br />
Adrienne Schneider<br />
Marco Polo in Amsterdam in cijfers<br />
<strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> heeft twee onderzoeken<br />
laten uitvoeren door bureau Hendrik<br />
Beerda om het succes van het cultuurevenement<br />
Marco Polo in Amsterdam (november<br />
2008) te achterhalen. Het eerste onderzoek<br />
vond plaats vóór het project in de zomer van<br />
2008, het tweede na het project in december<br />
2008 onder onze vaste bezoekers, inwoners<br />
van de regio groot-Amsterdam en de deelnemers<br />
aan het project. Velen van u hebben<br />
aan deze onderzoeken meegewerkt. Daar zijn<br />
wij heel dankbaar voor en we laten u dan ook<br />
graag de resultaten weten.<br />
Bij onze vaste bezoekers is de waardering<br />
voor en de binding met DNO uitzonderlijk<br />
groot. <strong>De</strong> kwaliteit van de orkesten, dirigenten<br />
en voorstellingen wordt hiervoor met<br />
name als reden genoemd. <strong>De</strong>genen van deze<br />
groep die vooraf interesse in het project hadden,<br />
noemden als redenen operamuziek en<br />
de aandacht voor zingen, nà het project ook<br />
de deelname van middelbare scholieren.<br />
<strong>De</strong> gemiddelde bewoner van de regio groot-<br />
Amsterdam vond vooral de gratis toegang<br />
Marco Polo in Amsterdam is mede mogelijk gemaakt door:<br />
Restaurant Le Marais<br />
Voor onze theatergasten<br />
gegarandeerd binnen een uur!<br />
Op loopafstand van Carré en het Muziektheater<br />
Parking Waterlooplein direct tegenover Le Marais<br />
Onze keuken is om 17.00 u geopend<br />
Vanaf mei ook lunch<br />
Restaurant Le Marais<br />
Jodenbreestraat 144<br />
1011 NS Amsterdam<br />
T 020 4280488<br />
www.restaurantlemarais.nl<br />
info@restaurantlemarais.nl<br />
21<br />
aantrekkelijk; na het project noemde deze<br />
groep ook de aandacht voor zingen en de be -<br />
trokkenheid van de amateurkoren. <strong>De</strong> deelnemers<br />
aan het project zijn uitzonderlijk<br />
enthousiast over het project. 90% zou in<br />
de toekomst graag weer meedoen met een<br />
dergelijk project. Het project was bekend<br />
bij tweederde van onze vaste bezoekers en<br />
bij 21% van de mensen uit de regio groot-<br />
Amsterdam.<br />
Door middel van een documentaire en de<br />
registratie van het Zijderoute-concert konden<br />
bezoekers de zoektocht van ca. 270 scholieren<br />
van 11 Amsterdamse middelbare scholen<br />
naar de culturen uit de landen van de Zijderoute<br />
meemaken. <strong>De</strong> tot tentoonstellingsruimte<br />
omgebouwde GVB-bus werd door<br />
een kleine 3.800 mensen bezocht.<br />
Op 16 en 23 november 2008 kwamen 7.150<br />
mensen naar 21 verschillende locaties op en<br />
rondom de Zeedijk om bijzondere voorstellingen<br />
bij te wonen die door 180 studenten<br />
van het Conservatorium en de Amsterdamse<br />
Hoge school voor de Kunsten gemaakt werden.<br />
2 gangen € 24,50<br />
3 gangen € 27,50<br />
Op 28 november vond Koorstroom plaats<br />
rondom Het Muziektheater, een uitvoering<br />
door 11 amateurkoren van de door Bob Zimmer<br />
man speciaal voor deze dag gecomponeerde<br />
compositie Bronwater. Een van de<br />
uit voerende koren was het Amsterdams<br />
Stadskoor, dat DNO in het voorjaar van 2008<br />
opgericht had om elke Amsterdammer de<br />
kans te bieden om actief mee te doen aan<br />
het project. Het Stadskoor bestond uit 650<br />
zangers. In totaal klonken er deze avond<br />
1.800 stemmen en werd de Koorstroom door<br />
3.055 mensen bezocht.<br />
Op 30 augustus 2008 werd de Zangkaart,<br />
een website met 800 liederen, gepresenteerd,<br />
waarmee DNO Amsterdam vocaal in<br />
kaart wilde brengen. Tot nu toe zijn er meer<br />
dan 1.400 liedjes verzameld. <strong>De</strong> kaart blijft<br />
ook na het evenement in gebruik door de<br />
Zangzuil in Het Muziektheater en onder<br />
www.zangkaart.nl. Er is inmiddels ook<br />
vanuit het buitenland belangstelling voor.<br />
In totaal deden er 2.250 mensen actief mee<br />
aan dit evenement, dat ruim 15.000 bezoekers<br />
telde.
Maquette toneelbeeld Carmen, ontwerp: Michael Levine<br />
Carmen<br />
‘<strong>De</strong> liefde is een rebelse vogel,<br />
die zich door niemand temmen laat.’ (Carmen)<br />
I<br />
Micaëla wil haar geliefde, de korporaal<br />
Don José, een bericht van zijn moeder brengen,<br />
maar wordt door soldaten belaagd.<br />
Vrouwen uit de sigarettenfabriek houden<br />
pauze en een van hen, La Carmencita, zingt<br />
een ballade. Als zij merkt dat Don José<br />
nauwelijks aandacht voor haar heeft, dringt<br />
zij zich aan hem op. Wanneer de vrouwen<br />
teruggaan naar de fabriek, raakt Carmen<br />
bij een vechtpartij betrokken, wordt door<br />
Zuniga opgebracht en aan Don José overgedragen.<br />
Met een liefdesliedje pakt zij<br />
hem volledig in, en Don José laat haar gaan.<br />
Daarvoor moet hij nu zelf de cel in.<br />
II<br />
Carmen raakt hevig onder de bekoring van<br />
de stierenvechter Escamillo. Aan de smokkelaars<br />
heeft zij beloofd Don José voor hun<br />
bende te winnen. Carmen probeert hem<br />
over te halen. Maar Don José wil niet. Als<br />
Zuniga Carmen het hof maakt, vecht Don<br />
José met hem uit jaloezie, en de net van<br />
hun duistere tocht teruggekeerde smokkelaars<br />
houden Zuniga onder schot. Don José<br />
beseft dat hij zijn positie in gevaar heeft<br />
gebracht en sluit zich noodgedwongen bij<br />
de bende aan.<br />
22<br />
III<br />
In het smokkelaarskamp leest Carmen, wier<br />
relatie met Don José op springen staat, haar<br />
eigen toekomst in een kaartspel en trekt<br />
schoppenaas, de doodskaart. Micaëla sluipt<br />
heimelijk het kamp in, kort daarna gevolgd<br />
door Escamillo, die Carmen zoekt. Don José<br />
valt Escamillo aan, maar de vechtenden<br />
worden gescheiden. Escamillo nodigt iedereen<br />
uit voor zijn komende stierengevecht.<br />
Micaëla wordt in haar schuilplaats ontdekt.<br />
Don José voelt voor haar geen liefde meer.<br />
Als Micaëla hem vertelt dat zijn moeder<br />
stervende is, besluit Don José toch met haar<br />
mee te gaan.<br />
IV<br />
Escamillo en Carmen komen aan bij de<br />
arena, maar als Carmen hoort dat Don José<br />
in de buurt is, gaat zij nog niet naar binnen.<br />
Terwijl het stierengevecht gaande is, treffen<br />
Carmen en Don José elkaar. Zij weigert<br />
bij hem terug te keren; jaloers en verbitterd<br />
doodt Don José Carmen.
23<br />
ma 15 juni 2009 première 19.30 uur<br />
do 18 juni 19.30 uur<br />
ma 22 juni 19.30 uur<br />
do 25 juni 19.30 uur<br />
zo 28 juni 13.30 uur<br />
di 30 juni 19.30 uur<br />
vr 3 juli 19.30 uur<br />
ma 6 juli 19.30 uur<br />
wo 8 juli 19.30 uur<br />
Het Muziektheater Amsterdam<br />
Kaartverkoop is reeds begonnen.<br />
Er nog kaarten beschikbaar.<br />
Bel het Kassa-bespreekbureau van<br />
Het Muziektheater: 020-625 5455<br />
of Holland Festival 020-523 7787<br />
Online reserveren: www.dno.nl<br />
www.hollandfestival.nl<br />
Excuses<br />
Toen op 15 maart de losse kaartverkoop van<br />
Carmen begon, kregen bellers naar het Kassabespreekbureau<br />
per abuis in het telefoonmenu<br />
te horen dat de voorstellingen reeds waren uitverkocht.<br />
Onze excuses daarvoor.<br />
Wie er onverhoopt niet in slaagt kaarten te be -<br />
machtigen, is op 25 juni van harte welkom in het<br />
Amsterdamse Oosterpark, waar de voorstelling in<br />
het kader van het Holland Festival rechtstreeks te<br />
zien zal zijn op een grootscherm. Toegang gratis!<br />
Inleidingen door Aukelien van Hoytema<br />
Plaats: Het Muziektheater (2de balkon)<br />
Tijd: 45 minuten voor aanvang van iedere<br />
voorstelling, dus 18.45 uur (avond)/12.45 uur<br />
(matinee)<br />
Lengte: ± 30 minuten<br />
Toegang: gratis op vertoon van een geldig<br />
plaatsbewijs voor de voorstelling van die dag<br />
Met steun van de Vereniging Vrienden<br />
van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />
Uitzenddatum<br />
Televisie: de voorstelling van 25 juni<br />
wordt live uitgezonden op Nederland 2;<br />
Radio 4, NPS <strong>Opera</strong> live:<br />
woensdag 1 juli 2009, 19.00 uur.<br />
Dinerbuffetten<br />
Bij elke avondvoorstelling van DNO kunt u ge -<br />
nie ten van een diner buffet in de foyer van Het<br />
Muziektheater. Zo kunt u rustig eten en bent u op<br />
tijd voor de opera. Reserveren kan via het Kassabespreekbureau<br />
van Het Muziektheater, telefoon<br />
020-625 5455 of via www.het-muziektheater.nl/<br />
kaarten. Wij adviseren u tijdig te reserveren, want<br />
er is een beperkt aantal plaatsen beschikbaar.<br />
Georges Bizet 1838 -1875<br />
Carmen<br />
Drame lyrique<br />
en quatre actes<br />
libretto van<br />
Henri Meilhac en<br />
Ludovic Halévy<br />
naar de novelle van<br />
Prosper Mérimée<br />
muzikale leiding<br />
Marc Albrecht<br />
regie<br />
Robert Carsen<br />
decor<br />
Michael Levine<br />
kostuums<br />
Falk Bauer<br />
licht<br />
Robert Carsen<br />
Peter van Praet<br />
Don José<br />
NN<br />
Escamillo<br />
Kyle Ketelsen<br />
Le Dancaïre<br />
Roberto Accurso<br />
Le Remendado<br />
Marcel Reijans<br />
Zuniga<br />
Nicolas Testé<br />
Moralès<br />
Igor Gnidii<br />
Carmen<br />
Nadia Krasteva<br />
Micaëla<br />
Genia Kühmeier<br />
Frasquita<br />
Renate Arends<br />
Mercédès<br />
Nora Sourouzian<br />
Koninklijk Concertgebouworkest<br />
Koor van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />
instudering Martin Wright<br />
In het kader van het Holland Festival<br />
<strong>De</strong> opera wordt in het Frans gezongen<br />
en Nederlands boventiteld.<br />
<strong>De</strong> voorstelling duurt circa 3 uur en 45 minuten.<br />
Er zijn 2 pauzes.<br />
Het operaboek Carmen is verkrijgbaar in<br />
Het Muziek theater. Daarin zijn onder meer<br />
een uitgebreide synopsis, en het libretto in<br />
het Frans en in het Neder lands opgenomen.<br />
<strong>De</strong> prijs is � 8,-.<br />
Nieuwe productie
Georges Bizet<br />
Achtergrond Carmen<br />
Joke Dame<br />
Een zigeunerin voor de eeuwigheid<br />
Iedereen kent Carmen. Nee, iedereen kent zíjn Carmen. Of háár Carmen, natuurlijk. Want het personage dat<br />
anderhalve eeuw geleden op basis van een waar gebeurd voorval werd geboren in de novelle van Mérimée,<br />
groot en vermaard werd in Bizets opera en als icoon van het onheilspellende vrouwelijke de wereld veroverde,<br />
is meervoudig, ambivalent, dubbelzinnig, ongrijpbaar en levend als altijd.<br />
Op dit moment – as we speak, zogezegd – zijn<br />
in Rotterdam net de opnames afgerond van<br />
een nieuwe <strong>Nederlandse</strong> speelfilm die onder<br />
de titel Carmen van het Noorden komend<br />
najaar zijn première zal beleven. Het gaat<br />
om een thriller met urban muziekinvloeden,<br />
een eigentijdse hiphop-versie van Carmen<br />
gebaseerd op George Bizets opera en de<br />
vroege Nederlande film Een Carmen van het<br />
Noorden uit 1919. Naast acht jongeren die<br />
maandenlang in speciale workshops tot<br />
acteurs zijn getraind, zien we de acteurs<br />
Tygo Gernandt als de Rotterdamse rechercheur<br />
Joz en Sanguita Akkrum als de ambitieuze<br />
R&B-zangeres Carmen.<br />
Wat is het toch met Carmen dat ze tot<br />
op de dag van vandaag, sinds ze in 1845 tot<br />
leven kwam in de novelle van de Fransman<br />
Prosper Mérimée, nooit meer is gestorven?<br />
Dat ze als titelheldin van Bizets opera Carmen<br />
elk seizoen in alle uithoeken van de<br />
wereld op de planken staat? En dat ze van<br />
het operatoneel naar het filmdoek kon verhuizen,<br />
waar ze inmiddels in meer dan 80<br />
verschillende versies is vastgelegd, en in<br />
musical-, toneel- en dansvoorstellingen voor<br />
volwassenen, voor kinderen of het hele gezin,<br />
jaar in jaar uit haar opwachting maakt?<br />
Onverzadigbaar<br />
Naar wie ze genoemd is, is onbekend. <strong>De</strong><br />
naam Carmen wordt in verband gebracht<br />
met het Latijn voor lied of gedicht, zelfs<br />
toverspreuk. Haar naam verwijst op grond<br />
van klankovereenkomst ook naar een specifieke<br />
kleur rood: karmijn. Sinds haar eerste<br />
verschijning wordt ze ook altijd uitgebeeld<br />
met iets roods – een bloem, haar jurk, haar<br />
rode schoenen met vuurrode linten, haar<br />
haren.<br />
Ze sprak onmiddellijk tot de verbeelding,<br />
de brutale, zinnelijke Spaanse vrouw waarmee<br />
de componist in 1875 het publiek in<br />
de Parijse Opéra-Comique voor het hoofd<br />
stootte. Die rokende en vechtende zigeunerin,<br />
die ook nog eens op het podium wordt<br />
vermoord, dat was geen stof voor een avondje<br />
muziektheater waar je je dochters ook<br />
mee naartoe nam. Bizet en zijn librettisten<br />
– Meilhac en Halévy – hadden tegen de wens<br />
van de theaterdirecteur, die een happy end<br />
eiste, vastgehouden aan Mérimées plotverloop<br />
met het doodsteken van Carmen. <strong>De</strong><br />
beloofde ‘verzachting’ van het gegeven kreeg<br />
vorm in Micaëla, de lieve verloofde van José,<br />
die bij Mérimée niet bestond. Carmen bleef<br />
wie ze was.<br />
Ze is als Don Giovanni, omschreef Régine<br />
Crespin, de Carmen van de jaren 1970, haar<br />
in een interview, ‘seksueel gretig maar onverzadigbaar.’<br />
‘Is ze misschien, nou ja… frigide?’<br />
vroeg de onverschrokken journalist en de<br />
zangeres antwoordde: ‘Enfin, op een bepaalde<br />
manier. Ze wil in ieder geval afgewezen worden,<br />
iemand “nee” horen zeggen. Pas als<br />
24<br />
José ervandoor wil gaan, raakt ze geïnteresseerd.’<br />
En met dat antwoord roept Crespin<br />
impliciet een eenvoudige maar belangrijke<br />
vraag op. <strong>De</strong> vraag: over wie gaat deze opera<br />
nu eigenlijk?<br />
Verzet<br />
Over José, meent musicoloog Winton <strong>De</strong>an<br />
met grote stelligheid, want hij ontwikkelt<br />
zich van alle personages het meest en ‘zijn<br />
lot beroert ons meer dan dat van titelheldin<br />
Carmen’. Menige synopsis van de opera<br />
bevestigt deze visie. Maar al te vaak wordt<br />
de samenvatting van het verhaal eenzijdig<br />
verteld vanuit het perspectief van de soldaat<br />
José, die het slachtoffer wordt van Carmen<br />
met haar gevaarlijke vrouwelijke verleidingskunsten.<br />
Zoals eens Adam slachtoffer was<br />
van de vrouw, evenals de talloze mannelijke<br />
helden na hem in onze cultuur, waar scherp<br />
afgebakende velden rondom goed en kwaad<br />
in de seksetegenstelling man-vrouw gestalte<br />
krijgen.<br />
Carmen gaat over Carmen, zeggen daarentegen<br />
de zelfbewuste critica’s die vanaf<br />
de jaren ’80 van de vorige eeuw flink van<br />
zich lieten horen. Want het is háár strijd om<br />
vrijheid, haar afwijzing van de patriarchale<br />
ordening, haar gevecht voor zelfbeschikkingsrecht<br />
en tegen de mannelijke dominantie.<br />
Ze weet dat haar ‘nee’ tegen José haar<br />
dood zal betekenen – gewend als hij is dat<br />
vrouwen willen wat híj wil. ‘Hou je niet meer<br />
van me?’ ‘Nee, ik hou niet meer van je.’ Maar<br />
hij hoort haar niet en ‘wordt moe van haar<br />
te moeten dreigen’. ‘Steek dan of laat me<br />
erdoor,’ is haar antwoord en ze weet wat zijn<br />
beslissing zal zijn. Maar die wetenschap<br />
maakt de moord nog niet tot zelfmoord.<br />
Voor literatuurcritica Catherine Clément<br />
is Carmen dan ook de meest feministische<br />
en koppige van de operaheldinnen die het<br />
uiteindelijk allemaal moeten bekopen met<br />
dood. Aanvankelijk zit haar koppigheid nog<br />
in speels verzet. Ze zingt een liedje met een<br />
dubbele bodem, bedoeld om José die haar<br />
geboeid afvoert naar de gevangenis op<br />
andere gedachten te brengen. ‘Kop dicht,’<br />
zegt José, ‘ik zei je toch niet tegen me te<br />
praten.’ ‘Ik zeg niks,’ is Carmens antwoord.<br />
‘Ik zing, voor mezelf, en ik denk. <strong>De</strong>nken is<br />
niet verboden.’<br />
Partijdigheid<br />
Bizets opera gaat over beiden, meent de<br />
Duitse musicoloog Carl Dahlhaus in een<br />
poging de posities van Carmen, de zigeunerin,<br />
en van José, de plattelandsjongen in<br />
uniform, op overeenkomsten te analyseren,<br />
en daarmee de sekse- en etnische verschillen<br />
tussen hen te negeren. Er is tussen hen,<br />
zo stelt Dahlhaus, een latent wederzijds<br />
weten van het noodlot dat de een onvermijdelijk<br />
het slachtoffer maakt van de ander.<br />
Dat onderlinge begrip stelt de protagonisten<br />
op voet van gelijkheid. Tsjaikovski –
groot bewonderaar van Bizet – ziet het ook<br />
zo. Aan zijn weldoenster en dierbare vriendin<br />
Nadezjda von Meck schrijft hij: ‘Wat een<br />
heerlijke operamaterie is dit! <strong>De</strong> laatste<br />
scène kan ik niet zonder tranen spelen: het<br />
juichen van het volk en het grove vermaak<br />
van de menigte bij het stierengevecht en<br />
tegelijkertijd de vreselijke tragedie en de<br />
dood van de twee hoofdpersonen, die door<br />
een rampzalig noodlot bij elkaar worden<br />
gebracht en naar een onontkoombare dood<br />
worden geleid.’<br />
Maar of het nu zijn verhaal is of haar verhaal,<br />
misschien hun verhaal, zeker is het ook<br />
mijn verhaal over zijn, haar en hun verhaal,<br />
zo verbreedt romaniste Nelly Furman de<br />
toch al zo diverse betekenismogelijkheden.<br />
Maar Furman doet ook nog iets anders. Ze<br />
wijst op de onontkoombare partijdigheid die<br />
in elke interpretatie besloten zit, niet alleen<br />
in die van de regisseur en de uitvoerders,<br />
maar ook in die van de toeschouwers. En<br />
elke interpretatie van deze op scherpe tegenstellingen<br />
binnen de seksen geënte opera<br />
dient, bewust of onbewust, een eigen (sekse-)<br />
belang. Tegenwoordig hoort daar ook een ge -<br />
emancipeerd mannenbelang bij. ‘José komt<br />
tot leven op het moment dat hij Carmen ontmoet,’<br />
citeert Furman Michel Rabaud. ‘Als<br />
hij zich een slappeling toont, is het niet omdat<br />
hij Carmen volgt, maar omdat hij niet in staat<br />
is haar helemaal te volgen. In plaats van in<br />
te gaan op Carmens vitale uitdaging, keert<br />
hij terug naar zijn stervende moeder. Hij is<br />
niet vrij en daarom verliest hij haar.’<br />
Moederszoontje<br />
‘Parle-moi de ma mère!’ <strong>De</strong> eerste woorden<br />
die José zingt, nadat hij al een tijdlang alleen<br />
nog maar heeft gesproken, gaan over zijn<br />
moeder. ‘Vertel van haar!’ zingt hij plotse -<br />
ling gepassioneerd. ‘En toen!...’ onderbreekt<br />
hij Micaëla vol ongeduld. Een brief en wat<br />
geld brengt zij hem, van zijn moeder, die<br />
dag en nacht aan hem denkt. Maar Micaëla<br />
brengt nog iets anders. Ze aarzelt. ‘Wat<br />
dan... zeg het nou...’ Een kus. Niet van haarzelf<br />
maar opnieuw van zijn moeder. ‘Een<br />
kus van mijn moeder?’ Plichtsgetrouw doet<br />
Micaëla verslag van haar missie. En overborrelend<br />
van pathos klinkt vervolgens het<br />
duet waarin José, gedienstig bijgestaan<br />
door Micaëla, zijn herinneringen aan zijn<br />
moeder en zijn geboortedorp ophaalt.<br />
<strong>De</strong>ze scène, halverwege de eerste akte,<br />
tekent de mannelijke held José ten voeten<br />
uit. Zijn egocentrisme en de vanzelfsprekendheid<br />
waarmee hij ervan uitgaat dat de<br />
twee vrouwen, zijn moeder en zijn jeugdvriendinnetje,<br />
hem onvoorwaardelijk liefhebben<br />
en er altijd voor hem zijn, krijgen niet<br />
alleen gestalte in de situatie en de tekst,<br />
maar ook in Bizets muziek. Waar ze samen<br />
zingen in het duet duldt José van Micaëla<br />
maar weinig eigenheid en zeker geen tegenspel.<br />
Bereidwillig zingt ze dan ook zijn melodieën<br />
na, volgt ze hem in zoete tertsen en<br />
in kleurloze octaven. Maar ook José is een<br />
muzikale volger. <strong>De</strong> boodschap die hij terugstuurt<br />
naar zijn moeder is identiek aan de<br />
boodschap die hij van haar ontving.<br />
Ze is belangrijk voor José, zijn moeder.<br />
En hoewel ze als personage niet aanwezig<br />
is op het podium, is ze wel hoorbaar in de<br />
muziek van het duet. Terwijl Micaëla haar<br />
verhaal doet en vervolgens José de moederlijke<br />
kus geeft, klinkt haar stem: in woorden<br />
25<br />
uit de mond van Micaëla die haar letterlijk<br />
citeert, en woordloos in de lage melodie van<br />
de strijkers. Ondersteunend en weinig vragend.<br />
Dag en nacht denkend aan haar José.<br />
Strijd<br />
Tegen de achtergrond van Micaëla’s onbaatzuchtige<br />
optreden, haar engelachtigheid<br />
zowel in gedrag als in vocale uitingen, kan<br />
titelheldin Carmen zich moeiteloos als de<br />
Ander profileren. Zoals Micaëla zich aangepast<br />
diatonisch beweegt binnen de grenzen<br />
van de tonaliteit, zo brutaal chromatisch en<br />
ontsnappend beweegt Carmen zich buiten<br />
de muzikale conventies. Zo metrisch voorspelbaar<br />
en binnen de maatstrepen Josés<br />
brave vriendinnetje, zo ritmisch frivool en<br />
onvoorspelbaar de zigeunerin. En zo engelachtig<br />
hoog het kuise meisje, zo ambigu in<br />
haar borstregister de verleidelijke vrouw.<br />
Want Carmen en Micaëla zijn niet alleen<br />
rivalen in de liefde, ze zijn ook elkaars tegenpolen<br />
binnen hun eigen sekse. Precies zoals<br />
de rivalen Don José en Escamillo, de stierenvechter,<br />
dat zijn. <strong>De</strong>ze vier personages als<br />
uitersten, met duidelijke seksegebonden<br />
stereotyperingen, vormen de ingrediënten<br />
waarmee Bizet zijn muzikale drama vormgeeft.<br />
<strong>De</strong> seksueel actieve Carmen, clichévoorbeeld<br />
van de gevaarlijke vrouw, heeft<br />
haar seksegelijke tegenhanger in de eenvoudige<br />
en passieve Micaëla, het burgervoorbeeld<br />
van de ideale vrouw. En de wankelmoedigheid<br />
van moederszoontje José<br />
staat in schril contrast met de viriliteit van<br />
stierenvechter Escamillo, het super toon-<br />
beeld van opgepompte – en in muzikaal<br />
op zicht stamperige – mannelijkheid. En zo<br />
toont de opera niet zozeer een oorlog tússen<br />
de seksen, zoals Friedrich Nietzsche het ooit<br />
formuleerde, als wel de strijd bínnen de seksen.<br />
Furman: ‘<strong>De</strong> opera toont behendig de<br />
extremen binnen elke sekse, en daarmee ook<br />
de parallelle structuur tussen de seksen.’<br />
In de hiphop-film Carmen van het Noorden<br />
van de Rotterdamse jongeren ligt de kwestie<br />
minder gecompliceerd. Hier spelen moderne<br />
dagelijkse problemen. Uit de synopsis: ‘Voor<br />
de jonge rechercheur is intimiteit onlosmakelijk<br />
verbonden met de gewelddadige relatie<br />
van zijn ouders. Joz is bang om als zijn vader<br />
te worden. Hij is afstandelijk en onzeker<br />
wanneer het om de liefde gaat. […] Als hij<br />
merkt dat de vrijgevochten Carmen valt voor<br />
de rapper MC Toro, verandert zijn miskende<br />
liefde in razende jaloezie en wordt Joz wie<br />
hij niet wil zijn...’<br />
Literatuur:<br />
Affiche Carmen<br />
Catherine Clément, L’opéra ou la défaite des<br />
femmes, Parijs 1979<br />
Nelly Furman,’The languages of love in Carmen’,<br />
in Reading <strong>Opera</strong>, A. Groos & R. Parker (red.),<br />
Princeton 1988<br />
McClary, Georges Bizet: Carmen, Cambridge<br />
opera handbooks 1992
Marc Albrecht (Foto: Marco Borggreve)<br />
Interview Carmen<br />
Marianne Broeder<br />
‘Een goed operaorkest<br />
zingt met de zangers’<br />
Marc Albrecht, die met ingang van 2011 benoemd wordt als chef-dirigent van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />
én van het Nederlands Philharmonisch Orkest/Nederlands Kamerorkest, preludeert tijdens het Holland<br />
Festival op zijn toekomst met de leiding van Bizets Carmen. <strong>Odeon</strong> voerde een welkomstgesprek met<br />
hem over de positie van een operahuis in onze tijd, de expertise van het orkest, zijn affiniteit met het Duitse,<br />
Franse en hedendaagse repertoire, en het intieme karakter van kaskraker Carmen.<br />
Afgelopen jaar debuteerde de Duitse dirigent<br />
Marc Albrecht (1964) bij <strong>De</strong> Neder landse<br />
<strong>Opera</strong> én bij het Nederlands Philhar mo nisch<br />
Orkest in een uitvoering van Strauss’ Die Frau<br />
ohne Schatten. <strong>De</strong>ze maand keert hij terug<br />
als gastdirigent van het Koninklijk Concertgebouworkest<br />
met Bizets Carmen. Intussen<br />
zijn zijn perspectieven drastisch veranderd.<br />
Kort na de lancering van het nieuwe seizoen<br />
presenteerden de directies Albrecht als de<br />
nieuwe chef-dirigent van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><br />
<strong>Opera</strong> (DNO) én van het Neder lands Philharmo<br />
nisch Orkest (NedPhO) met ingang<br />
van het seizoen 2011-2012.<br />
‘Thrilling’ noemt de veeltalige Albrecht<br />
met charmante, sonore basstem het vooruitzicht<br />
van zijn nieuwe functies. Hij was,<br />
bekent hij, aanvankelijk ‘even verbaasd als<br />
vereerd’. Weliswaar werd Die Frau ohne<br />
Schatten unaniem beoordeeld als een uitzonderlijke<br />
productie, toch had hij dit vervolg<br />
niet vermoed. ‘Mijn kennismaking met<br />
DNO heeft diepe indruk gemaakt,’ zegt hij.<br />
‘Met het NedPhO klikte het onmiddellijk;<br />
de zangers waren geweldig, niet verwonderlijk,<br />
want de vocale casting van DNO is zo -<br />
als bekend van topniveau; alle leden van<br />
het team sloten zich naadloos aan in een<br />
intense en vruchtbare samenwerking.’ Voor<br />
zover Albrecht kan overzien op grond van<br />
zijn eerste ervaring is DNO ‘een formidabele<br />
organisatie’.<br />
<strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />
‘Vanaf een afstand heb ik lange tijd bewondering<br />
gekoesterd voor het artistieke pro fiel<br />
van DNO,’ vertelt hij, ‘vooral voor wat betreft<br />
de affiniteit met moderne werken, die uitzonderlijk<br />
is. Het hedendaagse repertoire<br />
krijgt hier evenveel aandacht als het klassieke.<br />
Nu ik voor het eerst bij DNO optrad,<br />
heb ik die mentaliteit aan den lijve kunnen<br />
ondervinden.’<br />
‘In te veel operahuizen worden hedendaagse<br />
werken verwaarloosd. Er is doorgaans<br />
weinig en vaak slechts kortstondige<br />
aandacht voor nieuwe opera’s. Dat betreur<br />
ik. Mijns inziens moeten musici en programmeurs<br />
zich voortdurend bezinnen op de stand<br />
van de muziekpraktijk in hun eigen tijd. Welke<br />
stukken worden op dit moment geschreven?<br />
Wat is de tegenwoordige betekenis van opera<br />
in de visie van componisten, dirigenten en<br />
regisseurs? Het heden moet het referentiepunt<br />
zijn van waaruit je het operarepertoire<br />
bekijkt. Doe je dat niet, dan wordt een operahuis<br />
een museum.’<br />
‘Tegelijk bestaat het risico dat je louter<br />
entertainment brengt. Natuurlijk is het ook<br />
een taak van een operahuis om het publiek<br />
ongecompliceerd te laten genieten. Maar<br />
26
het belangrijkst voor mij zijn gefundeerde<br />
redenen, de noodzaak om zo te zeggen, om<br />
bepaalde opera’s uit te voeren. Als die opera’s<br />
een groot publiek behagen, des te beter,<br />
maar het mag niet het enige doel zijn.’<br />
Albrecht voegde de daad bij zijn woorden.<br />
Vanaf de aanvang van zijn operacarrière<br />
maakte hij zich sterk voor de uitvoering van<br />
moderne werken, onder meer van Hans Werner<br />
Henze, Olivier Messiaen, Egon Wellesz,<br />
Matthias Pintscher en Peter Ruzicka. Een<br />
standpunt vergelijkbaar met het zijne vindt<br />
Albrecht terug in de programmering van<br />
artistiek leider Pierre Audi, die hij omschrijft<br />
als ‘een geweldige kunstenaar met heldere<br />
esthetische principes’.<br />
Albrechts loopbaan vertoont een evenredige<br />
verdeling tussen opera- en concertdirecties.<br />
‘<strong>Opera</strong> en symfonische muziek<br />
zijn de pijlers van mijn bestaan,’ verklaart<br />
hij lachend. ‘Ik kan geen van beide missen.<br />
Een seizoen zonder opera is onvoorstelbaar<br />
voor me. Sinds 2006 heb ik als chef-dirigent<br />
van het Orchestre Philharmonique de Strasbourg<br />
veel ruimte ingebouwd voor symfonisch<br />
repertoire om niet ongewild vast te<br />
draaien in operahuizen. Het vooruitzicht<br />
om in de toekomst met het NedPhO beide<br />
te mogen doen is niet minder dan een luxe.’<br />
Het Nederlands<br />
Philharmonisch Orkest<br />
Vooruitlopend op zijn chef-dirigentschap<br />
keert Albrecht al komend seizoen terug bij<br />
het NedPhO, waar hij een concert zal leiden<br />
met onder meer Strauss’ Ein Heldenleben.<br />
Zijn ervaring met het orkest in de productie<br />
van Die Frau ohne Schatten heeft zijn vertrouwen<br />
volop gevoed.<br />
‘Buitengewoon indrukwekkend,’ noemt<br />
hij zijn kennismaking met het NedPhO destijds.<br />
<strong>De</strong> twee volle maanden waarin hij<br />
met het orkest samenwerkte omschrijft hij<br />
als een gemeenschappelijke Wanderung.<br />
‘Gedurende de hele periode heeft het orkest<br />
geen concerten gegeven,’ vertelt hij, ‘zodat<br />
het zich volledig kon concentreren op de<br />
opera, een unicum waar dit complexe stuk<br />
inderdaad om vraagt. Tussen ons vertrekpunt,<br />
de eerste repetities en de laatste voorstelling<br />
lag een complete wereld besloten.<br />
Voor mij was het nieuw dat dirigent en<br />
orkest zo lang aan slechts één stuk konden<br />
werken. <strong>De</strong> concentratie is geen moment<br />
verslapt, de spanning bleef voortdurend stijgen<br />
terwijl je je ook zou kunnen voorstellen<br />
dat je na acht weken uitgekeken raakt op<br />
elkaar of op de muziek. Na de laatste voorstelling<br />
waren we allemaal teleurgesteld<br />
dat het voorbij was.’<br />
Met aangename spanning ziet Albrecht<br />
dan ook uit naar zijn eerste concert met het<br />
NedPhO dat hem, in zijn woorden, ‘al een<br />
zo uitzonderlijke kamermuziekmentaliteit<br />
heeft getoond’. ‘Zelfs de enorme bezetting<br />
van Die Frau riep bij mij de associatie op met<br />
een spinnenweb, waarin alle draden met<br />
elkaar verbonden zijn. <strong>De</strong> onderlinge band<br />
tussen bijvoorbeeld de violisten uiterst links,<br />
en de tubaspeler en de slagwerkers rechts<br />
was voortdurend voelbaar. Bij de uitvoering<br />
van symfonische werken is een dergelijke<br />
teamgeest niet uitzonderlijk, maar vanuit de<br />
orkestbak is een dergelijk intensief onderling<br />
communiceren een prestatie van formaat.<br />
Het resultaat was een permanente<br />
samenzang, een manier van musiceren<br />
27<br />
waarin een hobosolo even belangrijk is<br />
als een frase van de prima donna. Dat is<br />
precies mijn ideaal: een goed operaorkest<br />
zingt met de zangers.’<br />
Duits en Frans repertoire<br />
Albrecht blijkt op een ontroerende manier<br />
onstuitbaar in het preluderen op de toekomst.<br />
Maar zo ver is het nog niet. <strong>De</strong>ze<br />
maand maakt hij zijn comeback als gastdirigent<br />
van het Koninklijk Concertgebouworkest<br />
met een uitvoering van Bizets Carmen.<br />
Welgeteld één keer eerder, ruim tien jaar<br />
geleden, leidde hij het orkest, in een Men delssohn/Mozart-programma.<br />
Zijn herinneringen<br />
zijn niettemin nog kersvers. Ook bij het KCO<br />
ervoer hij de gave van alle ‘zeer flexibele<br />
musici’ om geconcentreerd naar elkaar te<br />
luisteren, een eigenschap die hem als dirigent<br />
‘een grote vorm van vrijheid verschafte<br />
in frasering, dynamiek en het creëren van<br />
klankkleuren.’<br />
Bovendien kon hij zich uitleven in het<br />
Duitse klassieke en romantische repertoire,<br />
zijn grote voorliefde die hij opmerkelijk<br />
genoeg paart aan de Franse muziek uit 19de<br />
en 20ste eeuw. ‘<strong>De</strong> zware dramatiek van<br />
Wag ner spreekt me evenzeer aan als de<br />
meer onderhuidse gevoelswereld bij Bizet,<br />
<strong>De</strong>bussy of Ravel. Ik beschouw het als een<br />
voorrecht van musici dat ze door de kennismaking<br />
met zeer uiteenlopende partituren<br />
ook zelf steeds hun bakens moeten verzetten.<br />
Alleen op die manier kunnen we het<br />
genie van een componist en zijn persoonlijke<br />
stijl recht doen.’<br />
Carmen<br />
<strong>De</strong> aanstaande uitvoering van Carmen roept<br />
bij Albrecht de herinnering op aan zijn eerste,<br />
prille schreden op het operapad toen hij dit<br />
werk leidde in zijn functie als artistiek leider<br />
van het Staatstheater Darmstadt. Daar kreeg<br />
hij eens te meer inzicht in de vigerende misvattingen<br />
over dit ‘al te populaire werk’.<br />
‘Iedereen kent Carmen als een groots, theatraal<br />
spektakel’, meent hij. ‘Wat al te vaak<br />
vergeten wordt, is dat Bizet dit werk schreef<br />
voor een klein theater. Dat betekent dat het<br />
onzinnig is er een grand opéra van te maken,<br />
wat regelmatig gebeurt. Carmen vraagt om<br />
een geheel eigen declamatorische stijl, terwijl<br />
anderzijds grote passages uitgevoerd<br />
moeten worden comme une chanson: eenvoudig,<br />
licht en zonnig, maar ook met een<br />
broeierigheid die het onderliggende vuur<br />
verraadt: Carmen is een rotdurchglühtes<br />
Stück. Bizets dramatiek kent geen pathos,<br />
geen grote gebaren, zoals bijvoorbeeld<br />
Wagner die etaleert. Nietzsche zei het zo<br />
mooi: ‘Diese Musik schwitzt nicht’. Toch<br />
koerst het verhaal, min of meer gecamoufleerd,<br />
onmiskenbaar in de richting van een<br />
gruwelijk drama.’<br />
<strong>De</strong> ‘ronduit lastige’ muzikale leiding van<br />
Carmen vereist volgens Albrecht ‘natuurlijk<br />
een groot musicus, maar dat is niet genoeg.<br />
Hij moet bovendien een echte theaterman<br />
zijn. <strong>De</strong> partituur van Carmen is een afwisseling<br />
van muziek en dialogen. Als dirigent<br />
moet je samen met de regisseur en de zangers<br />
een manier vinden om die twee elementen<br />
vloeiend met elkaar te verbinden. Het<br />
mooiste is een soort “melodrama” te creëren,<br />
een collage waarin muziek en gesproken<br />
woord als vanzelf in elkaar overgaan.<br />
Bovendien zijn er naast de passages chan-<br />
sonnières verschillende uiterst virtuoze en<br />
wilde koorscènes, uitbarstingen soms waarin<br />
de zangers het uitschreeuwen. Tussen al die<br />
“bedrijven” door moet je de intieme sfeer<br />
van de opera weten vast te houden. Een<br />
goede uitvoering vraagt om een behendig<br />
laveren binnen de verfijnde toontaal waarmee<br />
Bizet de veelheid aan emoties tot uitdrukking<br />
brengt.’<br />
Dirigent en regisseur<br />
Last but not least benadrukt Albrecht het<br />
belang van een intensieve samenwerking<br />
tussen dirigent en regisseur. Tot zijn niet<br />
geringe vreugde is dat in de productie van<br />
Carmen Robert Carsen, die bij DNO zijn<br />
sporen naliet met ensceneringen van onder<br />
meer Poulencs Dialogues des Carmélites en<br />
Beethovens Fidelio. Albrecht: ‘Carsen heb<br />
ik leren kennen als een zeer inventief kunstenaar.<br />
In Antwerpen werkten we samen<br />
in een productie van Het sluwe vosje van<br />
Janáček. Carsen vatte dit werk tot mijn verrassing<br />
niet op als een eenvoudig sprookje,<br />
wat overigens heel goed mogelijk is, maar<br />
maakte er een sinister verhaal van, zeer<br />
indrukwekkend. Sindsdien zijn we elkaars<br />
voorstellingen blijven volgen. En ziedaar:<br />
het lot brengt ons onverwacht weer samen.’<br />
Slechts met moeite lukt het om het lange<br />
gesprek af te ronden met de wellevende,<br />
gezellige, even kalme als bevlogen causeur<br />
Albrecht, die over artistieke en andere zaken<br />
nog oneindig veel meer te vertellen heeft.<br />
Als de voortekenen niet bedriegen, gaan<br />
<strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>, het Nederlands<br />
Phil har monisch Orkest, Marc Albrecht en<br />
het publiek een mooie tijd tegemoet.
Interview Carmen<br />
Klaus Bertisch<br />
Spaans-Franse emoties<br />
<strong>De</strong> uit Canada afkomstige Robert Carsen is een van de meest gevraagde regisseurs in de internationale operawereld.<br />
Na Dialogues des Carmélites (1997 en 2002) en Fidelio (2003) komt hij voor een nieuwe productie<br />
van Bizets Carmen terug bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong>: een werk waarvoor hij een zwak heeft, ook al beschouwt<br />
hij het zelf op het eerste gezicht niet als een stuk waarvoor hij voorbestemd lijkt te zijn.<br />
Voor de als acteur opgeleide Carsen, die<br />
zijn eerste sporen als operaregisseur in<br />
Londen en Genève verdiende, en intussen<br />
werkzaam was aan alle grote huizen zoals<br />
de Metro politan <strong>Opera</strong> New York, de Wiener<br />
Staats oper en de Milanese Scala, en bij festivals<br />
als die in Salzburg, Aix-en-Provence<br />
en Glyndebourne, gaat er een zekere fascinatie<br />
uit van Carmen, die hij omschrijft als<br />
directheid en die in de kunstvorm opera<br />
zo moeilijk is te vangen en aan het publiek<br />
door te geven. Daarom heeft hij tot nu toe<br />
alle aanbiedingen om de opera van Bizet te<br />
ensceneren afgeslagen. Amsterdam en zijn<br />
Muziek theater houdt hij niettemin voor de<br />
ideale plaats om deze wonderlijke mengeling<br />
van Spaans coloriet en Franse muziek,<br />
van chansonachtige liederen, in strenge<br />
vorm opgebouwde aria’s en dansante orkestpassages<br />
in scène te zetten. Dat heeft voor<br />
Carsen te maken met de arena-achtige vorm<br />
van de zaal, die een grote nabijheid mogelijk<br />
maakt tot wat er op het toneel gebeurt. In<br />
ons gesprek duikt telkens weer het woord<br />
‘directheid’ op: Carmens emoties zijn rechtstreeks<br />
en niet getransformeerd. Zij handelt<br />
impulsief en helder, en voor de regisseur laat<br />
dit zich juist op het Amsterdamse toneel,<br />
waar publiek en bühne dicht bij elkaar zijn,<br />
bijzonder goed realiseren. <strong>De</strong> energie die<br />
een stuk als Carmen moet opwekken, laat<br />
zich hier volgens Carsen uitstekend over<br />
het voetlicht brengen.<br />
Topsport<br />
<strong>De</strong> eisen die het stuk stelt, komen daarbij<br />
goed overeen met Carsens strenge afwijzing<br />
van de ‘vierde wand’ in het theater, dat wil<br />
zeggen het idee van een autonome handeling<br />
die slechts op zichzelf gebaseerd is.<br />
Hij speelt graag met het directe effect van<br />
zijn werk op de toeschouwers. In Carmen is<br />
dit immanent, want in de vierde akte is er op<br />
het toneel toch al publiek aanwezig bij het<br />
op handen zijnde stierengevecht van Escamillo.<br />
En zoals het publiek naar een stierengevecht<br />
gaat om de stier te zien sterven,<br />
komen mensen naar een voorstelling van<br />
de opera om getuige te zijn van de dood<br />
van de titelfiguur. ‘Carmen is geen stuk als<br />
Parsifal, Orfeo of <strong>De</strong>r Rosenkavalier, waarin<br />
zich uit vele facetten een lijn ontwikkelt, uit<br />
verschillende karakters een tijds- of maatschappijbeeld<br />
ontstaat,’ vindt de regisseur.<br />
Carmen is voor hem puur geweld en oerkracht,<br />
waarbij de verschillende elementen<br />
haast explosief op elkaar botsen. <strong>De</strong> hoofdfiguur<br />
is fatalistisch. Ze kent geen angst voor<br />
de dood. Als ze moet sterven, dan sterft ze,<br />
net zoals een stierenvechter ook deze sport<br />
niet kan beoefenen zonder vooraf in het reine<br />
te zijn gekomen met de gedachte aan zijn<br />
eigen, wellicht nabije dood. Het is hoe dan<br />
ook niet vergezocht om hier aan sport te denken,<br />
aldus Carsen: in Bizets opera bevinden<br />
28<br />
de hoofdpersonen zich in extreme toestanden,<br />
ze moeten situaties te boven komen<br />
waarin zoals in de topsport de adrenaline<br />
rijkelijk vloeit. Dit hormoon wordt geproduceerd<br />
in momenten van de grootste opwinding<br />
en het grootste gevaar, zoals kort voor<br />
een seksueel hoogtepunt of in het aangezicht<br />
van de dood. Juist vanwege dit bewustzijn<br />
van extreme situaties denkt Carsen dat<br />
er ook een hoge dosis aan theatrale energie<br />
vrijkomt. Daarbij wil hij proberen alle gekunsteldheid<br />
te vermijden.<br />
Carmen en de mannen<br />
Het lijkt in dit verband merkwaardig dat de<br />
kostumering van de stierenvechter traditioneel<br />
zo uitgesproken kunstmatig, bont en<br />
overdreven theatraal is. Carsen vindt de kleding<br />
van de torero heel vreemd: ‘Hoe kun je<br />
zoiets dragen wanneer je de dood voor ogen<br />
hebt?’ Aan de andere kant is het ook de eerbied<br />
voor en de vreugde aan het leven die<br />
in een dergelijke kostumering wordt uitgedrukt.<br />
‘Zo is het nu eenmaal,’ vindt Carsen,<br />
even fatalistisch als zijn Carmen. Don José<br />
is in tegenstelling tot de titelfiguur of de<br />
stierenvechter Escamillo een persoon die<br />
zich veel meer laat leiden door afwegingen<br />
die zijn leven en zijn gevoel bepalen. Hij kan<br />
zich niet neerleggen bij gegeven situaties<br />
wanneer die niet zo lopen als hij het wil. Een<br />
onrustige, gekwelde mens, door een enorme<br />
hartstocht gedreven en daarin wellicht verbonden<br />
met Carmen. ‘Hij kan zich niet voegen<br />
in de omstandigheden waarmee hij zich<br />
geconfronteerd ziet,’ legt de regisseur uit.<br />
Carmen doet wat zij wil. Ze weet dat ze aan<br />
haar noodlot niet kan ontkomen. Don José<br />
probeert het lot te beïnvloeden en moet aan<br />
deze pogingen ten onder gaan. Getweeën<br />
lijken Don José en Escamillo in hun betrekking<br />
tot Carmen slechts twee varianten van<br />
dezelfde species te zijn: de man op zich.<br />
Het literaire gegeven<br />
Hier komen ook een paar kleine maar be -<br />
langrijke verschillen naar voren ten opzichte<br />
van het literaire gegeven, de novelle van<br />
Prosper Mérimée. Mérimées Don José laat<br />
zich in de novelle van een veel wredere kant<br />
zien. Hij heeft al mensen vermoord voordat<br />
hij Carmen ontmoet. In de opera wordt de tot<br />
dat moment nog tamelijk braaf overkomende<br />
soldaat pas door zijn ontmoeting met Carmen<br />
tot een misdadiger. Carmen zelf wordt in de<br />
opera echter vooral door de muziek tot een<br />
veel meer complexe en van kleur wisselende<br />
figuur dan haar model bij Mérimée. Hier<br />
hoopt Carsen vooral haar directheid uit de<br />
literaire bron te kunnen vangen en hieraan<br />
vorm te kunnen geven. Een vrouw vol hartstocht<br />
die het hele spectrum van aantrek-<br />
king en afstoting zelf doorleeft en ook doorgeeft<br />
aan de persoon tegenover haar. Even<br />
extreem als leven en dood. Uiteindelijk blijft<br />
het stuk net zo elementair als het in zijn<br />
hele verloop steeds bleek te zijn. <strong>De</strong> toeschouwer<br />
heeft Carmen gezien in ogenblikken<br />
van de hoogste verrukking en in de<br />
grootste vertwijfeling. Nu sterft zij. Maar<br />
haar dood wordt niet beoordeeld of tot voorbeeld<br />
verheven. <strong>De</strong> toeschouwer kan het<br />
theater verlaten zonder moralistische wijsvinger.<br />
Hij was getuige van een gebeurtenis<br />
die hem hopelijk heeft opgewonden en niet<br />
onverschillig heeft gelaten. Precies zo als<br />
bij een voetbalpartij of – in dit geval – bij<br />
het stierenvechten.<br />
Populariteit<br />
Tegenover de enorme populariteit van het<br />
gegeven staat Carsen met dezelfde gelatenheid<br />
als die hij ervaart in de houding van zijn<br />
hoofdfiguur. Ook deze populariteit ziet hij<br />
als een element dat zijn oorzaak in het stuk<br />
zelf vindt. Het feit dat de muziek van Carmen<br />
in reclamespots, bij kunstschaatsen, in films,<br />
balletten en musicals bijna dood(!)geknuffeld<br />
is, stoort hem niet. Men gaat naar een<br />
stierengevecht zoals naar een groot sportevenement<br />
dat gigantische publieksmassa’s<br />
aantrekt. Wat hem betreft moet je deze populariteit<br />
ook als een aanwijzing gebruiken<br />
voor de presentatie van het stuk. Met de<br />
mythe Carmen om te gaan ervaart hij niet<br />
als moeilijk. Wel ziet hij het anekdotische,<br />
pittoreske, dat vaak aan deze opera kleeft<br />
– vooral doordat men in de opvoeringsgeschiedenis<br />
telkens weer geprobeerd heeft<br />
een kitscherige ansichtkaart van Sevilla na<br />
te bouwen – als een hindernis die de toegang<br />
tot de werkelijke kracht van het stuk<br />
blokkeert. Zo vindt hij de opera Carmen eerder<br />
Spaans aan de binnenkant dan aan de<br />
buitenkant, aan de oppervlakte. Carsen is<br />
vaak in Spanje te gast geweest en meent<br />
een speurzin te hebben ontwikkeld voor bijzondere<br />
Spaanse eigenschappen, die hij<br />
voor het tekenen van zijn figuren wil benutten<br />
en in het theatrale wil omzetten. Ook al<br />
was de componist Geor ges Bizet een Fransman,<br />
hij is er toch in geslaagd de Spaanse<br />
ziel zeer raak in zijn muziek te vangen.<br />
Evenals bij Dialogues des Carmélites,<br />
Carsens overweldigende succesproductie<br />
bij DNO, mogen wij dus diepe en extreme<br />
emoties verwachten, zonder dat de blik op<br />
de figuren wordt volgeplakt, een streng beeld<br />
vol met menselijke hartstochten. Misschien<br />
is Carmen juist daarom toch als geschapen<br />
voor Robert Carsen!<br />
Vertaald door Frits Vliegenthart
Interview Carmen<br />
Michel Khalifa<br />
Het cliché ontstegen<br />
<strong>De</strong> Bulgaarse mezzosopraan Nadia Krasteva maakt haar debuut bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong> in de rol van de<br />
ontembare zigeunerin Carmen. Een gesprek over deze femme fatale, die door haar complexe persoonlijkheid<br />
zowel de vertolkster als het operapubliek blijft fascineren.<br />
Als kind had Nadia Krasteva vele talenten:<br />
ze blonk uit in ritmische gymnastiek, tekende<br />
meer dan verdienstelijk en zong graag.<br />
Toen ze op negenjarige leeftijd haar eerste<br />
operavoorstelling zag, raakte ze in de ban<br />
van de hoofdpersoon. Kleine Nadia besloot<br />
dat ze ooit zelf op de bühne zou staan in<br />
deze veeleisende rol. Rond dezelfde tijd verruilde<br />
ze de gymnastiekvereniging voor het<br />
kinderkoor van de Bulgaarse Radio en Televisie,<br />
waar ze de grondslagen van het zingen<br />
leerde.<br />
<strong>De</strong> hoofdpersoon in kwestie was Carmen,<br />
een rol die Nadia Krasteva inmiddels van<br />
Berlijn tot haar geboortestad Sofia heeft<br />
vertolkt en waarmee ze nu bij <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong><br />
<strong>Opera</strong> debuteert. Wat ze als kind<br />
intuïtief voelde, is haar met de jaren steeds<br />
duidelijker geworden: de vrijgevochten zigeunerin<br />
van Bizet ontstijgt het cliché van de<br />
eendimensionale femme fatale.<br />
‘Carmen heeft een rijkgeschakeerd karakter,’<br />
zegt Nadia Krasteva. ‘Ze is een gecompliceerde<br />
vrouw, engel en duivel in één.<br />
Ener zijds is ze beeldschoon, hartstochte -<br />
lijk en warm, anderzijds heeft ze duistere<br />
kanten en gedraagt ze zich aan het eind<br />
wreed tegenover José. Daarnaast heeft ze<br />
nog een mystieke dimensie, als een geheimzinnige<br />
jonge heks die stellig in haar eigen<br />
magische krachten gelooft.’<br />
<strong>De</strong> Bulgaarse mezzosopraan weet nog<br />
hoe ze op haar negende diep ontroerd naar<br />
huis ging na die gedenkwaardige voorstelling.<br />
Zowel de kleurrijke hoofdpersoon als<br />
de beeldende muziek van Bizet had een ge -<br />
voelige snaar bij haar geraakt. Elke keer dat<br />
ze zich als volwassene over de rol buigt, gaat<br />
dezelfde snaar weer trillen. Met een personage<br />
als Carmen blijf je je vragen stellen.<br />
‘Bij elke nieuwe productie ontwikkel ik<br />
deze rol verder,’ aldus Krasteva. ‘Elke regisseur<br />
reikt me ideeën aan waarover ik kan<br />
nadenken. Ik vraag me nog steeds af hoe<br />
deze vrouw eigenlijk moet worden neergezet.<br />
Daar zit vast ook een autobiografisch<br />
element in. Ik blijf me in deze rol verdiepen,<br />
mede omdat ik in Carmen veel dingen vind<br />
over mezelf, mijn leven, mijn wezen, mijn<br />
reacties.’<br />
‘Dit is ook het mooie van het operavak,<br />
als je je verbonden voelt met het personage<br />
dat je speelt. Dan gaan verborgen kanten<br />
van jezelf open. En de muziek maakt dat allemaal<br />
heel speciaal, omdat muziek de ziel<br />
van de mensen bereikt. Bij de ene rol moet<br />
ik mijn gelukkige kant uitdrukken en voel ik<br />
me een jonge vrouw, bij de andere rol komen<br />
juist het verdriet en de moeilijke dingen van<br />
het leven naar boven.’<br />
Alleen een handdoek om<br />
Ten tijde van dit telefonische interview,<br />
medio maart, werkt Nadia Krasteva mee<br />
aan de nieuwe productie van Tsjaikovski’s<br />
Jevgeni Onjegin in Wenen. Ze speelt Olga,<br />
het vrolijke meisje dat met haar onschuldige<br />
29<br />
geflirt dramatische gebeurtenissen in gang<br />
zet. ‘Tussen Olga en Carmen zijn er overeenkomsten,’<br />
zegt ze. ‘Beiden voelen zich<br />
aanvankelijk goed en vrij, beiden vinden<br />
het fijn om aandacht te krijgen. Maar Olga<br />
wil alleen pret hebben, ze is kinderlijker<br />
dan Carmen.’<br />
Krasteva is al ruim zes jaar lid van het<br />
ensemble van de Wiener Staatsoper, waar<br />
ze zich vooral richt op de grote mezzorollen<br />
van Verdi zoals Fenena in Nabucco, Ulrica in<br />
Un ballo in maschera of Eboli in Don Carlo[s].<br />
Haar contract geeft haar alle ruimte voor<br />
gastoptredens bij buitenlandse operahuizen,<br />
die haar voornamelijk voor haar lijfrol engageren.<br />
Inderdaad, Carmen.<br />
Meestal komt ze dan in vrij behoudende<br />
producties terecht, een enkele keer heeft<br />
ze te maken met een regisseur die het allemaal<br />
net anders wil hebben. In januari nam<br />
ze nog deel aan een moderne Bolsjoi-pro duc -<br />
tie van Carmen in Moskou, waarbij regisseur<br />
David Pountney haar de beroemde haba nera<br />
‘L’amour est un oiseau rebelle’ liet zingen<br />
met alleen een handdoek om, alsof ze net uit<br />
de douche stapte. <strong>De</strong> séguidille ‘Près des<br />
remparts de Séville’, waarin ze onder arrest<br />
staat, moest ze uitvoeren met de handen vastgeketend<br />
aan de muur, in een houding die<br />
Nadia Krasteva<br />
aan de gekruisigde Christus deed denken.<br />
Daar is ze vrij laconiek over: ‘Het was niet<br />
zo moeilijk voor mij, al besef ik dat niet alle<br />
operabezoekers blij zullen zijn met zulke<br />
vondsten. Ik heb ooit in Wenen twee producties<br />
van Don Carlo[s] tegelijk gedaan. <strong>De</strong><br />
ene in het Italiaans, klassiek en statisch, de<br />
andere in het Frans, in een moderne regie<br />
van Peter Konwitschny, met pantomime en<br />
andere grappige dingen. <strong>De</strong> helft van de<br />
mensen die ik sprak vond dat de klassieke<br />
variant meer recht deed aan de muziek, de<br />
andere helft meende juist dat de moderne<br />
regie het geheel bewegelijker en onderhoudender<br />
maakte. Die twee kampen zul je altijd<br />
houden.’<br />
Zelf maakt ze zich nooit op voorhand druk<br />
om de opvattingen van de regisseur: ‘Ik probeer<br />
altijd deel uit te maken van het geheel.<br />
Als zanger ben ik niet in de positie om mijn<br />
eigen opvattingen over de rol te ventileren.<br />
Het gaat erom dat de verschillende aspecten<br />
van de productie goed bij elkaar komen. Ik<br />
ben er alleen om de ideeën van de regisseur<br />
en het bijbehorende gevoel door te geven<br />
aan het publiek.’
Michel van der Aa<br />
After Life<br />
muzikale leiding<br />
Otto Tausk<br />
regie<br />
Michel van der Aa<br />
Asko | Schönberg<br />
28 29 sep 2 3 4 • okt 2009<br />
20.00/• 13.30<br />
<strong>start</strong> kaartverkoop 28 juni 2009<br />
Het Muziektheater<br />
Kassa-bespreekbureau<br />
Amstel 3 Amsterdam<br />
T 020 625 5455 of via www.dno.nl<br />
Het MUZIEKTHEATER<br />
AMSTERDAM<br />
Fromental Halévy<br />
La Juive<br />
muzikale leiding<br />
Carlo Rizzi<br />
regie<br />
Pierre Audi<br />
Nederlands Philharmonisch Orkest<br />
4 8 12 16 20 • 23 27 • 30 sep 2009<br />
18.30/• 15.00<br />
<strong>start</strong> kaartverkoop 4 juni 2009<br />
Het MUZIEKTHEATER<br />
AMSTERDAM
Medea © Sebastian Bolesch<br />
een selectie van hoogtepunten<br />
in het holland festival<br />
4 – 28 juni 2009<br />
Passion<br />
Pascal Dusapin<br />
Xenakis’ enige leerling maakt opera met Monteverdi’s L’Orfeo als inspiratiebron,<br />
o.a. uitgevoerd door Barbara Hannigan en Georg Nigl in een mise-en-espace<br />
van Pierre Audi en Jean Kalman.<br />
muziekgebouw aan ‘t ij , wo 10 juni<br />
I went to the house but did not enter<br />
Heiner Goebbels / Hilliard Ensemble<br />
Theaterconcert in drie tableaus met gezongen teksten door het<br />
wereldvermaarde Hilliard Ensemble.<br />
stadsschouwburg amsterdam, wo 17 en do 18 juni<br />
Aquarius<br />
Karel Goeyvaerts<br />
Scenische wereldpremière van utopische opera van ‘het boegbeeld van de<br />
Vlaamse nieuwe muziek’ (<strong>De</strong> Standaard) in regie van Pierre Audi.<br />
muziekgebouw aan ‘t ij, zo 21 juni<br />
Medea<br />
Sasha Waltz & Guests<br />
Sasha Waltz nuanceert het beeld van Medea in een choreografische<br />
bewerking van Pascal Dusapins opera.<br />
koninklijk theater carré, vr 26.6 en za 27 juni<br />
www.hollandfestival.nl<br />
Nadia Krasteva (Foto: ???)
Algemene informatie<br />
Verkoop kaarten<br />
Precies drie maanden vóór de première<br />
van een productie gaan alle voor stellingen<br />
daarvan in de verkoop.<br />
U kunt kaarten kopen:<br />
– online via www.dno.nl;<br />
– bij het Kassa-bespreekbureau van<br />
Het Muziektheater: Amstel 3, Amsterdam,<br />
020-625 5455. Het Kassa-bespreekbureau<br />
is geopend van maandag t/m zaterdag vanaf<br />
10.00 uur tot aanvang voorstelling; op dagen<br />
zonder voorstelling of met alleen een matinee<br />
10.00-18.00 uur; op zon- en feestdagen vanaf<br />
11.30 uur tot 14.30 uur, indien avondvoorstelling<br />
tot aanvang voorstelling.<br />
Betalen van uw kaarten<br />
Betalen aan de kassa kan contant of met<br />
een creditcard (Visa, Eurocard, AmEx), pinpas<br />
of chipknip, met de Theater- en Concertbon<br />
en met de Cultuurkaart. Bij telefonische<br />
reservering kunt u betalen met een creditcard.<br />
Na ontvangst van betaling worden de kaarten<br />
toegestuurd, waarvoor per plaatskaart � 2,-<br />
administratie- en porto kosten in rekening<br />
worden gebracht. Wanneer u telefonisch<br />
reserveert, kunt u uw kaarten ook bij het<br />
Kassa-bespreekbureau betalen en af halen.<br />
Dit dient binnen één week na uw tele fo nische<br />
reservering te gebeuren. Reser veert u binnen<br />
een week vóór de voorstellingsdatum, dan<br />
dient u de kaarten tot uiterlijk 45 minuten vóór<br />
aanvang van de voorstelling af te halen en te<br />
betalen. Haalt u uw kaarten niet tijdig af, dan<br />
loopt u het risico dat uw reservering vervalt.<br />
Onder www.dno.nl kunt u uw eigen stoel(en)<br />
kiezen en meteen betalen met creditcard of<br />
i<strong>De</strong>al.<br />
Colofon<br />
ODEOn<br />
Tijdschrift van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />
<strong>Odeon</strong> is het Oudgriekse woord voor een aan<br />
muziek en poëzie gewijd gebouw.<br />
Omstreeks 1600 ontstond uit de combi natie<br />
van muziek en poëzie het genre opera, eind<br />
twintigste eeuw het muziektheater zoals wij<br />
het vandaag de dag trachten vorm te geven.<br />
Nummer <strong>73</strong> mei 2009<br />
ISBN: 0926-0684<br />
Oplage 25.000 exemplaren<br />
<strong>Odeon</strong> is een uitgave van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />
Afdeling Communicatie<br />
Waterlooplein 22, 1011 PG Amsterdam.<br />
telefoon 020 - 551 8922<br />
fax 020-551 8311<br />
e-mail info@dno.nl<br />
advertenties 0592-2<strong>73</strong> 451 / 06-43 25 69 19<br />
abonnementen 020-625 5455<br />
internet www.dno.nl<br />
Prijzen losse kaarten<br />
Seizoen 2008-2009<br />
Het Muziektheater Amsterdam<br />
32<br />
maandag tot en vrijdag t/m zondag|<br />
met donderdag feestdagen|première<br />
standaard CJP/65+/ standaard CJP/65+/<br />
Stadspas Stadspas<br />
1ste rang � 90 � 75 � 105 � 90<br />
2de rang � 70 � 55 � 80 � 65<br />
3de rang � 50 � 40 � 55 � 45<br />
4de rang • � 35 � 30 � 35 � 30<br />
5de rang � 27 � 25 � 30 � 25<br />
6de rang • � 25 � 20 � 25 � 20<br />
7de rang � 15 � 15 � 15 � 15<br />
studenten � 15 � 15 � 15 � 15<br />
Adam in ballingschap<br />
Stadschouwburg Amsterdam<br />
maandag tot en vrijdag t/m zondag|<br />
met donderdag feestdagen|première<br />
standaard CJP/65+/ standaard CJP/65+/<br />
Stadspas Stadspas<br />
1ste rang � 70 � 60 � 85 � 75<br />
2de rang � 60 � 55 � 75 � 70<br />
3de rang � 40 � 35 � 50 � 45<br />
4de rang � 30 � 25 � 35 � 30<br />
5de rang � 27 � 25 � 30 � 25<br />
zzb • � 20 � 17,50 � 25 � 22,50<br />
luister •• � 15 � 15 � 15 � 15<br />
studenten � 15 � 15 � 15 � 15<br />
•<br />
Plaatsen die geen zicht op de boventiteling bieden<br />
••<br />
Plaatsen die (deels zeer) beperkt zicht op het<br />
toneel bieden<br />
Studentenkorting<br />
Voor niet-uitverkochte voorstellingen kunnen<br />
studenten vanaf anderhalf uur voor aanvang<br />
van de voorstelling op vertoon van een geldige<br />
college-/studentenkaart voor � 15,- een<br />
plaatskaart aan de kassa kopen.<br />
Hoofdredactie<br />
Marc N. Chahin<br />
Eindredactie<br />
Fr i t s V l i e g e n t h a r t<br />
Redactionele bijdragen<br />
Corien Baart, Klaus Bertisch, Marianne<br />
Broeder, Marc N. Chahin/Michiel Jongejan,<br />
Joke Dame, Hein van Eekert, Chris Engeler,<br />
Michel Khalifa, Agnita Menon, Adrienne<br />
Schneider en Sybille Wijffels<br />
Basisontwerp en lay-out<br />
Lex Reitsma<br />
mmv Leon Bloemendaal<br />
Omslag<br />
Beeld affiche Adam in ballingschap:<br />
Lex Reitsma<br />
Productie en advertenties<br />
Marjolijn Vis<br />
Lithografie<br />
Media Traffic Press, Amsterdam<br />
Druk<br />
Hollandia Printing<br />
Uitverkocht?<br />
Het Kassa-bespreekbureau van Het Muziektheater<br />
hanteert bij uitverkochte voorstellingen<br />
een volgnummersysteem. Vanaf een<br />
uur vóór aanvang van een voorstelling kunt<br />
u per persoon één volgnummer afhalen bij<br />
het Kassa-bespreekbureau. Van af een halfuur<br />
vóór aanvang worden ge reser veerde maar<br />
niet afgehaalde kaarten te koop aangeboden<br />
aan houders van een volgnummer. Per volgnummer<br />
kunt u maxi maal twee kaarten voor<br />
de betref fende voorstelling kopen.<br />
Boventiteling<br />
Alle voorstellingen van DNO worden<br />
Neder lands boventiteld. Het kan echter vóórkomen<br />
dat de boventiteling als gevolg van<br />
de enscen ering vanaf sommige plaatsen<br />
slechts gedeel telijk of helemaal niet zicht -<br />
baar is. Een beperkt aantal plaatsen biedt<br />
nooit zicht op de boventiteling. Dit zijn de<br />
kaarten in de 4de en 6de rang. Wilt u verzekerd<br />
zijn van een plaats met zicht op de<br />
boven tite ling, informeert u dan bij het Kassabespreek<br />
bureau.<br />
Openbaar vervoer<br />
Vanaf Amsterdam Centraal Station of<br />
Amsterdam Amstel brengen de metro’s<br />
53 en 54 en de sneltram 51 u naar de halte<br />
Water loo plein. Ook tram 9 gaat vanaf het<br />
Centraal Station rechtstreeks naar Het<br />
Muziektheater.<br />
Parkeren bij Het Muziektheater<br />
Onder Het Muziektheater bevindt zich de<br />
parkeer garage ‘Het Muziektheater’. <strong>De</strong>ze is<br />
echter niet exclusief voor onze bezoekers en<br />
is vaak al vroeg vol. Andere parkeergarages<br />
in de buurt zijn: ‘Waterlooplein’ aan de Valkenburgerstraat<br />
en ‘Markenhoven’ tegenover<br />
politiebureau IJtunnel.<br />
Acquisitie<br />
Willem Swart, Adtel Advertising &<br />
Telemarketing, Annen<br />
Rechthebbenden die menen aan deze uitgave aan-<br />
spraken te kunnen ontlenen, wordt verzocht contact<br />
op te nemen met de uitgever. Niets uit deze uitgave<br />
mag worden vermenigvuldigd en/ of openbaar<br />
ge maakt zonder voorafgaande toestemming van<br />
de uitgever.<br />
Abonnementen<br />
Abonnementhouders van <strong>De</strong> <strong>Nederlandse</strong> <strong>Opera</strong><br />
krijgen <strong>Odeon</strong> gratis thuisgestuurd. Wilt u <strong>Odeon</strong><br />
ook ontvangen? Voor � 14,- ontvangt u alle vier<br />
nummers van het betreffende seizoen thuis.<br />
Losse nummers kosten � 3,50 incl. porto per stuk.<br />
Geef uw naam, adres, postcode en woonplaats<br />
op per (brief)kaart, e-mail of telefonisch. Zie linkerkolom.
ChEryl BarKEr’s<br />
DIsCOgraPhy On ChanDOs:<br />
CHAN 3138(2)<br />
‘These CDs make the best possible case for Makropulos,<br />
with Cheryl Barker outstanding as Emilia.’<br />
The Daily Mail<br />
Discover the full chanDos catalogue<br />
at www.chandos.net where you can browse and sample<br />
recordings, order CDs, superior quality mp3s and wma<br />
lossless files and keep updated with all new release<br />
information.<br />
Purchase in-store, online or download<br />
www.theclassicalshop.net<br />
CHAN 3145(2)<br />
‘… a moving and beautifully sung performance as<br />
the adorable and tragic Katya.’<br />
The Sunday Telegraph<br />
CHAN 3070(2)<br />
‘This is a performance that will undoubtedly give<br />
much pleasure and merit repeated hearings.’<br />
BBC Music Magazine<br />
‘Pick of the Month’<br />
CHAN 3140(2)<br />
Includes Puccini’s most passionate arias, and is a<br />
perfect collection for both those keen to discover<br />
more about <strong>Opera</strong> in English, as well established<br />
Puccini lovers.<br />
opera that speaks your language ©
ISBEWIJS<br />
st van trein en stoomboot in de 19de eeuw nam het reislosief<br />
toe. Nieuw statussymbool voor damesreizigers werd<br />
irtasje met een voorstelling van de bezochte bestemming.<br />
s Schwartz<br />
st en geschiedenis<br />
ksmuseum nr.4/2008<br />
€ 5,75<br />
EF!<br />
0<br />
9<br />
<strong>De</strong>co-dame<br />
Wie:<br />
Doris Zinkeisen<br />
(1898-1991). Schots<br />
kostuumontwerpster,<br />
schrijfster,<br />
begenadigd amazone<br />
en schilder.<br />
Was zeer gezien in<br />
de kunstscene van<br />
de jaren twintig –<br />
stond bekend om<br />
haar society portretten,<br />
schilderijen<br />
van paarden en<br />
muurschilderingen.<br />
<strong>De</strong>ed set en kleding<br />
van slechts<br />
een handvol films,<br />
die stuk voor stuk<br />
klassiekers werden:<br />
Victoria the<br />
Great, Bitter Sweet<br />
en Show Boat.<br />
Pronkte met:<br />
de fabuleuze<br />
mode uit de Jazz<br />
Age: bobkapsel,<br />
flapper dresses,<br />
gestileerde hoedjes,<br />
kimono’s met<br />
opvallende patronen<br />
en exotische<br />
omslagdoeken.<br />
Zelfportret, Doris<br />
Zinkeisen, 1929,<br />
National Portrait<br />
Gallery<br />
03-11-08 16:13:46<br />
EMMERECHTS HERINNERT OVERLEDEN KINDEREN<br />
Snijders kijkt met een zacht hart<br />
EN HIRST: DE SCHEDEL<br />
1.11.2008<br />
COMING<br />
SOON<br />
Joos van<br />
Cleve<br />
1519<br />
Leeftijd hier: ca. 55.<br />
Joos van Cleve<br />
wordt geboren in<br />
Duitsland, maar<br />
is bekend als<br />
‘Antwerpse schilder’.<br />
In zijn atelier<br />
laat hij gestandaardiseerdeefficiënte<br />
schilderijen<br />
produceren voor<br />
de vrije markt.<br />
Om zijn werk wel<br />
typisch ‘Cleve’ te<br />
maken verstopt<br />
hij er vaak zijn<br />
eigen gezicht in.<br />
Dít zelfportret is niet<br />
bedoeld voor de<br />
markt maar voor<br />
zijn aanstaande<br />
vrouw. Met de<br />
anjer in zijn hand<br />
belooft hij haar<br />
‘reine liefde’.<br />
Collectie<br />
Museo Thyssen-<br />
Bornemisza,<br />
Madrid.<br />
OOG Tijdschrift van het Rijksmuseum nr.5/2008 FEESTBEESTEN<br />
Oog in oog met kunst en geschiedenis<br />
Tijdschrift van het Rijksmuseum nr. 5/2008<br />
EN HUN DIENSTMEIDEN<br />
Nieuw design in het poppenhuis<br />
JOEP VAN LIESHOUT OVER MODERNE SLAVERNIJ<br />
00805<br />
8 710966 107164<br />
2e JAARGANG nr.5/2008 € 5,75<br />
<strong>De</strong> kunstenaar thuis<br />
<strong>De</strong> inmiddels 86-jarige Lucian Freud is niet geporteerd van aandacht<br />
voor zijn persoon. <strong>De</strong>s te opmerkelijker dus dat fotograaf Koos Breukel<br />
bij de meester op bezoek mocht om hem te portretteren.<br />
TEKST HANS DEN HARTOG JAGER<br />
EEN<br />
SESSIE<br />
BIJ<br />
FREUD<br />
Lucian Freud, thuis<br />
in Londen op bed<br />
met zijn hond Eli.<br />
Folkert de<br />
Jong (Alkmaar,<br />
1972) groeide op in<br />
Egmond aan Zee.<br />
<strong>De</strong>ed Hogeschool<br />
voor de Kunsten<br />
en daarna<br />
Rijksakademie<br />
voor Beeldende<br />
Kunsten in<br />
Amsterdam.<br />
<strong>De</strong> Jong maakt<br />
levensgrote<br />
sculpturale<br />
installaties met<br />
kunstschuim<br />
figuren, waarmee<br />
hij nationaal en<br />
internationaal<br />
furore maakte.<br />
In 2002 ontving<br />
hij de Charlotte<br />
Köhlerprijs, in 2003<br />
een Prix de Rome,<br />
in 2004 de Thieme<br />
Art Award en in<br />
2005 de <strong>De</strong>n<br />
Haag Sculpture<br />
‘Orange Award’.<br />
In 2009 is een<br />
solo-expositie<br />
van Folkert de<br />
Jong te zien in het<br />
Groninger Museum<br />
(vanaf 28 juni, zie<br />
ook www.groningermuseum.nl).<br />
HAHAHAHA<br />
HORROR<br />
Zo’n zeven jaar geleden maakte ik kennis met<br />
het werk van Folkert de Jong (Egmond aan<br />
Zee, 1972). Hij kwam net van de Amsterdamse<br />
Rijksakademie en had zijn eerste solo-expositie<br />
bij Stedelijk Museum Bureau Amsterdam. Wat<br />
hij maakte had ik nog nooit gezien. Nou ja, ik had het wél gezien – op de naargeestige en gruwelijke<br />
oorlogstaferelen van de Duitse schilder Otto Dix en de Spaanse Francisco Goya. En op de horrordoeken<br />
van Jeroen Bosch. Maar nooit eerder zag ik de Dood zoals Folkert de Jong hem in 2001 verbeeldde: in<br />
een danse macabre van stramme lichamen, opgebouwd uit babyblauw piepschuim en eigeel purschuim.<br />
Toen al was de kunstenaar gefascineerd door dat wat hij nu, zeven jaar later, met uiterste nauwgezetheid<br />
en in een bewonderenswaardige hoeveelheid kunstwerken heeft ontleed, onderzocht, heeft uitgebeend<br />
bijna. <strong>De</strong> donkere kant van de mens. Geheime hobby’s, Oostenrijkse gruwelkelders, bizarre fantasieën en<br />
dingen die angstvallig buiten het alledaagse leven moeten worden gehouden omdat ze verwerpelijk zijn.<br />
Folkert de Jong licht het deksel op van waaronder dit alles naar boven kan kruipen, het daglicht in.<br />
<strong>De</strong> dood is een thema dat aanspreekt, al eeuwenlang herkenbaar is, en dat <strong>De</strong> Jong vooral aantrekt<br />
vanwege de iconografie die ermee is verbonden. Zijn liefde voor symboliek en de vreemde vrolijkheid<br />
van zijn monsterlijke beelden maken dat hij als kunstenaar inmiddels ook internationaal aanzien heeft<br />
verworven.<br />
Folkerts realistische taferelen zijn in de loop der tijd steeds monumentaler en bewerkelijker<br />
geworden. Nog altijd maakt hij gebruik van dat relatief simpele piepschuim en purschuim, maar daarbij<br />
is hij steeds meer delen van zijn beelden zelf gaan boetseren en afgieten in polyurethaanschuim.<br />
Ook gebruikt hij steeds vaker pigmenten die hij door het schuim mengt, zoals in Les Saltimbanques<br />
(2007). <strong>De</strong>ze installatie, gemaakt voor <strong>De</strong> Jongs eerste solo-expositie in New York, bestaat uit prachtig<br />
gekleurde figuren die geïnspireerd zijn op de harlekijns uit Picasso’s roze periode. Het levert een nog<br />
vreemdere tegenstelling op: pastelkleuren, gecombineerd met het gevoel dat er iets vreselijks staat te<br />
gebeuren. “Het Kwaad kan er heel zoet uitzien”, zei <strong>De</strong> Jong ooit in een interview. “En iets dat aantrekkelijk<br />
lijkt, kan veranderen in iets heel gevaarlijks. <strong>De</strong> gezichten van het Kwaad zijn niet duidelijk<br />
herkenbaar.”<br />
<strong>De</strong> eeuwige constante in het werk van Folkert de Jong is de dood. Die is alomtegenwoordig en bevindt<br />
zich niet alleen in de inhoud, maar ook in de vorm: in het gebruik van doodshoofden bijvoorbeeld. En<br />
in de uiterst kwetsbare en vergankelijke materialen die hij gebruikt. Het klinkt gek, maar het is alsof de<br />
beelden van Folkert de Jong dat zelf ook steeds meer beseffen. <strong>De</strong> gelaten clowns van Les Saltimbanques,<br />
de strompelende muzikanten in The <strong>De</strong>ath March (2007); in niets lijken ze op de wellustige en overmoedige<br />
wezens van vroeger die lachend lichaamsdelen afhakten. <strong>De</strong> verstilling in zijn werk wijst op<br />
een duidelijke ontwikkeling, een verdieping van het onderwerp dat hij al zo lang onderzoekt. Zijn blik<br />
is breder geworden. Hij verwijst vaker naar hedendaagse wereldse gebeurtenissen, zonder het putten<br />
uit de rijke (kunst)historische traditie te staken en zijn eigen herkenbare signatuur op te geven. <strong>De</strong><br />
branie is grotendeels verdwenen, de dood blijkt allang geen picknick meer. <<br />
1033001_folkertdejong.indd 2 15-08-08 15:43:48<br />
1034369_freud.indd 84 28-01-09 18:18:33 1034369_freud.indd 85 28-01-09 18:18:34<br />
g oo o<br />
1034369_Knipoog.indd 55 28-01-09 17:48:12<br />
30-01-08 18:26:01<br />
1031114_AccessoiresNWuitsnede.indd <strong>73</strong> 30-01-08 18:26:03<br />
Rubriekskop<br />
evt onderkop<br />
I stare at myself in the morning and I think: Wow, I’m<br />
really great-looking... I think I’m the greatest, anyway.<br />
Iggy Pop, rocklegende (1947)<br />
Tot het einde van<br />
de 18de eeuw<br />
droegen vrouwen<br />
hun persoonlijke<br />
spullen vaak<br />
onder hun kleren<br />
in speciale losse<br />
zijzakken aan de<br />
binnenkant van<br />
hun hoepelrok.<br />
Daarna gingen jurken<br />
meer aansluiten<br />
op het lichaam<br />
en waren vrouwen<br />
genoodzaakt hun<br />
geld en sleutels in<br />
de hand te dragen.<br />
Gebreide kralenbeurs<br />
met daarop<br />
Zarafa, de eerste<br />
giraf die leefde in<br />
de Parijse Jardin<br />
des Plantes.<br />
Frankrijk, 1827<br />
19-05-08 17:48:01<br />
1033360_MauriceScheltens.indd 111 03-11-08 15:49:16<br />
1031758_tassen.indd 3 19-05-08 17:48:04<br />
Tentoonstelling op papier<br />
Het werk van Folkert de Jong is een danse macabre van kunstschuim<br />
figuren. <strong>De</strong> donkere kant van de mens wordt daarin onderzocht,<br />
ontleed en uitgebeend. In pastelroze en babyblauw.<br />
TEKST MEREL BEM FOTOGRAFIE AATJAN RENDERS<br />
navigatie beeld artikel<br />
Oog 2<br />
Catharina van<br />
Hemessen<br />
1548.<br />
Leeftijd hier: 20.<br />
Over de Antwerpse<br />
Catharina van<br />
Hemessen, dochter<br />
van een schilder<br />
en kunsthandelaar,<br />
is weinig bekend.<br />
We weten alleen<br />
dat zij een fikse<br />
erfenis kreeg van<br />
de koningin van<br />
Hongarije, van<br />
wie zij overigens<br />
geen familie was.<br />
Dit zelfportret met<br />
de donkere achtergrond<br />
en de<br />
ondoorgrondelijke<br />
tekst maakt haar<br />
alleen maar<br />
mysterieuzer.<br />
Collectie<br />
Hermitage, Sint-<br />
Petersburg.<br />
Bokaal,<br />
Salviatie &<br />
Co Venetië<br />
(glasmakers),<br />
periode<br />
1850 - 1875<br />
<strong>De</strong>ze bokaal is<br />
een verbeelding<br />
van de zee.<br />
In de verdikking<br />
van de steel zijn<br />
vissen en koraal<br />
geblazen en de<br />
golfjes en de<br />
blauwe kleurschakeringen<br />
in<br />
de kelk geven een<br />
waterig effect.<br />
3<br />
5<br />
6<br />
<strong>De</strong> aanwinst<br />
NSB-foto’s<br />
Voortdurend verwerft het Rijksmuseum nieuwe<br />
objecten voor de collectie. Dat kan een Jan<br />
Steen zijn, voor bijna twaalf miljoen euro, maar<br />
ook een portfolio met moderne fotografie.<br />
<strong>De</strong> afdeling Geschiedenis van het Rijksmuseum<br />
kocht onlangs een collectie NSB-foto’s uit<br />
de Tweede Wereldoorlog. Onderdeel van<br />
deze verzameling van 400 foto’s zijn tientallen<br />
pasfoto’s, vermoedelijk afkomstig van NSBlidmaatschapspassen.<br />
Kees Zandvliet, hoofd Geschiedenis: “Het is de<br />
bedoeling diverse facetten te kunnen tonen<br />
van de bezetting van Nederland. <strong>De</strong> oorlog<br />
is een belangrijk ijkpunt van de twintigste<br />
eeuw. <strong>De</strong> pas foto’s tonen een beeld dat niet<br />
helemaal strookt met het beeld in het collectieve<br />
geheugen van Nederland. NSB’ers gemoedelijk<br />
met een kind op de foto, anderen voorzichtig<br />
glimlachend.” <strong>De</strong> pasfoto’s kunnen afkomstig zijn<br />
van identiteitskaarten die NSB’ers op zak hadden<br />
of van registratiekaarten uit hun ledenadministratie.<br />
<strong>De</strong> foto’s zijn na de oorlog in het ongerede<br />
geraakt en uiteindelijk in handen gekomen van<br />
een verzamelaar die zijn collectie aanbood aan<br />
het Rijksmuseum. Ook de hier niet afgebeelde<br />
toeristische plaatjes in de collectie tonen een<br />
wat naïef beeld: NSB’ers die opgewekt door de<br />
straten trekken met het muziekkorps. Zandvliet:<br />
“Met name deze foto’s lijken aan te tonen dat<br />
Duitsers en Nederlanders de bezetting – zeker in<br />
het begin – vaak zagen als een alliantie tussen<br />
bevriende volkeren.”<br />
<strong>De</strong> collectie is te zien in de studiezaal van het<br />
Rijksmuseum.<br />
<strong>De</strong> identiteit van de geportretteerden is in de<br />
meeste gevallen niet bekend. Informatie is<br />
welkom bij de afdeling Geschiedenis van het<br />
Rijksmuseum, p.eckhardt@rijksmuseum.nl.<br />
20 Oog<br />
4<br />
7<br />
Oog 111<br />
minimuseum<br />
3 Zielig stoeltje,<br />
AMANDA BISESSER (12 jaar)<br />
4 Paarse appel,<br />
ROBIN KUNST (13 jaar)<br />
5 Pink Gun Dave Olipot,<br />
JORDY LUBBERS en JESSE FRANKEN<br />
(beiden 12 jaar)<br />
6 Blue Silence,<br />
BRIGITTE JANSEN (17 jaar)<br />
7 Brandend hart,<br />
ZOË JANE LUB (13 jaar)<br />
Oog 55<br />
ONDER REDACTIE VAN AYA VAN CASPEL<br />
5 x<br />
per<br />
jaar<br />
voor<br />
maar<br />
€ 25<br />
neem nu een abonnement<br />
ga naar www.oogmagazine.nl<br />
of bel 0161-459521<br />
tijdschrift over kunst<br />
& geschiedenis<br />
van het rijksmuseum<br />
‘het beste<br />
nieuwe<br />
tijdschrift<br />
van het<br />
jaar!’<br />
1029976_<strong>De</strong>Aanwinst.indd 20 02-11-07 12:55:03 1029976_<strong>De</strong>Aanwinst.indd 21 02-11-07 12:55:06 1031758_Portretgalerij.indd 68 08-04-08 14:01:50 1031758_Portretgalerij.indd 69<br />
EN<br />
VERGEEF<br />
ONS<br />
ONZE<br />
SCHULD<br />
Oog 21<br />
OOG Tijdschrift van het Rijksmuseum nr.1/2009 KIJK<br />
Portrettengalerij<br />
Op de wereldtentoonstelling van 1883 in Amsterdam was voor een<br />
dubbeltje extra iets spannends te zien: levende negers en Indianen, net<br />
overgevaren uit Suriname. Als een kermisattractie stonden ze daar.<br />
<strong>De</strong> Fransman Roland Bonaparte noteerde nauwgezet hun gegevens<br />
en bundelde deze met foto’s in een in 1884 uitgekomen boek. Ook<br />
het tijdschrift Eigen Haard wijdde vele pagina’s aan het fenomeen.<br />
expo<br />
Oog in oog met kunst en geschiedenis<br />
Tijdschrift van het Rijksmuseum nr. 1/2009<br />
‘HET BESTE<br />
NIEUWE<br />
TIJDSCHRIFT<br />
VAN HET<br />
JAAR!’<br />
MIJ!<br />
IJdeltuitenspecial met 53 zelfportretten<br />
EINDELIJK BINNEN BIJ LUCIAN FREUD<br />
Kwamina Baja<br />
(‘Boschneger’)<br />
‘<strong>De</strong> 28-jarige<br />
Kwamina<br />
Baja is een<br />
Sarramaccaner,<br />
afkomstig van<br />
de boven-<br />
Saramacca. Hij<br />
maakte deze reis<br />
naar Europa mede<br />
tegen den zin<br />
zijner familie, die<br />
zich zelfs naar den<br />
gouverneur begaf<br />
om zijn vertrek te<br />
verhinderen; doch<br />
deze verklaarde<br />
hiertoe, volgens<br />
der blanken wetten,<br />
geen macht<br />
te bezitten, daar<br />
Baja meerderjarig<br />
was.’<br />
Uit: het publiekstijdschrift<br />
Eigen Haard<br />
(1883)
Het MUZIEKTHEATER<br />
AMSTERDAM<br />
Er zijn nog<br />
online-abonnementen<br />
beschikbaar!<br />
reserveren<br />
T 020 625 5455<br />
www.dno.nl<br />
Fromental Halévy<br />
La Juive<br />
Michel van der Aa<br />
After Life<br />
Henry Purcell<br />
Dido and Aeneas<br />
Gaetano Donizetti<br />
L’elisir d’amore<br />
Richard Strauss<br />
Salome<br />
Giacomo Puccini<br />
La fanciulla del West<br />
Wolfgang Amadeus Mozart<br />
Le nozze di Figaro<br />
Richard Wagner<br />
<strong>De</strong>r fliegende Holländer<br />
Luigi Dallapiccola | Béla Bartók<br />
Il prigioniero | Blauwbaards burcht<br />
Kaija Saariaho<br />
Emilie<br />
Hector Berlioz<br />
Les Troyens<br />
Giacomo Puccini | Luciano Berio<br />
Turandot<br />
Cherubini | Gluck | Grétry | Méhul | Berlioz<br />
Altre Stelle<br />
Alexander Raskatov<br />
A Dog’s Heart<br />
Francesco Bartolomeo Conti<br />
Don Chisciotte in Sierra Morena<br />
Luister is hét toonaangevende klassieke muziektijdschrift en verschijnt acht<br />
keer per jaar.<br />
Nu nog méér pagina’s vol interviews, recensies, beschouwingen en<br />
portretten van componisten en uitvoerenden!<br />
Elke uitgave met een prachtige compilatie cd.<br />
Word nu lid en ontvang Luister één jaar lang voor slechts € 48,-<br />
www.luister.nl Tel: 0900-202 2708 E-mail: abonnement@bcm.nl<br />
2009 2010<br />
Luister_189x133.indd 1 11-02-2009 16:56:46