Download the publication - Tropenbos International
Download the publication - Tropenbos International
Download the publication - Tropenbos International
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Plant diversity in a Central African rain forest: Implications for biodiversity conservation in Cameroon<br />
In hoofdstuk 1 worden de doelstellingen van het onderzoek gepresenteerd, wordt het<br />
onderzoeksgebied beschreven, en wordt een beknopt overzicht gegeven van wat<br />
bekend is over de biodiversiteit van het Campo-Ma’an gebied. In hoofdstuk 2<br />
worden de vegetatietypen die zijn onderscheiden beschreven, gerangschikt en in<br />
kaart gebracht, en vindt een analyse plaats van hun structuur en samenstelling. Het<br />
blijkt dat de vegetatie van het Campo-Ma’an gebied zeer gevarieerd is en dat een<br />
reeks van tenminste 11 verschillende vegetatietypen en subtypen kan worden<br />
onderscheiden, waaronder het kustbos, het altijd groene laaglandbos, het<br />
submontane bos, het gemengd altijd groene en gedeeltelijk loofverliezende bos, het<br />
mangrove bos, de periodiek overstroomde bossen en de moerasbossen, het bos op<br />
rivieroevers en de secondaire bossen. Het meest karakteristiek is het altijd groene<br />
laaglandbos rijk aan Caesalpinioideae met Calpocalyx heitzii en Sacoglottis<br />
gabonensis als kenmerkende soorten, dat tot dusver alleen bekend is uit de Campo<br />
regio. Wetend hoe belangrijk de milieuvariabelen en de verstorende invloed van de<br />
mens zijn voor de soortenrijkdom in tropische regenbossen, is de informatie die is<br />
verzameld in de 147 proefvlakken geanalyseerd en is gezocht naar verbanden tussen<br />
de afzonderlijke variabelen en de gevonden vegetatietypen. Het blijkt dat de<br />
vegetatie in het Campo-Ma’an gebied wordt beïnvloed door de neerslag, de<br />
nabijheid van de zee, de hoogte, de bodem en door menselijke invloeden. Als gevolg<br />
daarvan verandert de vegetatie gaande van het vochtiger bos langs de zandige kust<br />
via het altijd groene laaglandbos rijk aan Caesalpinioideae en het submontane bos op<br />
de heuvels in het gemengd altijd groene en gedeeltelijk loofverliezende bos zoals<br />
gevonden in het drogere Ma’an gebied. Dit resulteert in een toename in<br />
soortenrijkdom gaande van de kust naar de toppen van de landinwaarts gelegen<br />
keten van lagere bergtoppen. In dezelfde richting vindt een geleidelijke verandering<br />
plaats in de dominerende soorten, namelijk van soorten die kenmerkend zijn voor de<br />
kust via soorten die het bostype rijk aan Caesalpinioideae karakteriseren naar het<br />
gemengde bos waarin gedeeltelijk loofverliezende soorten op de voorgrond treden.<br />
In hoofdstuk 3 zijn patronen in de diversiteit van de flora van het Campo-Ma’an<br />
regenwoud bestudeerd. Er is getest of er een correlatie bestaat tussen de diversiteit<br />
in de soorten bomen en de diversiteit van andere levensvormen zoals struiken, lianen<br />
en kruiden. De vraag is gesteld of in de context van het tropisch Afrikaanse<br />
regenwoud de diversiteit van de boomsoorten een afspiegeling is van de diversiteit<br />
van de andere levensvormen of vegetatielagen. Zijn bossen die rijk zijn aan<br />
boomsoorten ook rijk aan andere levensvormen? Om die vragen te beantwoorden<br />
wordt op familie- en soortsniveau de floristische rijkdom en diversiteit van de<br />
verschillende levensvormen en vegetatielagen geanalyseerd in 145 over de<br />
verschillende vegetatietypen verspreide proefvlakken. Bij de vergelijking van de<br />
diversiteit en soortenrijkdom binnen de vegetatielagen en binnen de groeivormen is<br />
gebruikt gemaakt van General Linear Models gevolgd door multiple comparison<br />
testen. De resultaten laten zien dat boomsoorten 46% van alle vaatplanten met een<br />
DBH ≥ 1 cm vertegenwoordigen, struiken en kleinere bomen 39%, lianen 13% en<br />
kruiden minder dan 1%. Slechts 22% van de diversiteit van struiken en lianen kan<br />
worden verklaard door de diversiteit van grote en middelgrote bomen, en minder<br />
dan 1% van de diversiteit van kruiden vertoont samenhang met de diversiteit van de<br />
bomen. In de verschillende proefvlakken en vegetatietypen blijkt de struiklaag veruit<br />
het rijkst aan soorten. Deze laag blijkt significant meer divers en soortenrijker dan<br />
de boom- en de kruidlaag. Meer dan 82% van de boomsoorten, 90% van de<br />
202