E Light System DALI

Light Master
Het lichttechnische systeem
Een cliënt kan uit een of meer lichttechnische
systemen bestaan. Het lichttechnische systeem
wordt aan de hand van het volgende voorbeeld
van cliënt 23018.000 – Skim downlight met
varychrome voeg – duidelijk. De armatuur wordt
hierbij in 2 lichttechnische systemen onderverdeeld:
Lichttechnisch systeem 1:
Downlight voor laagspannings-halogeenlamp
Lichttechnisch systeem 2:
Varychrome voeg voor LED RGB
5.2 Naam, 5.4 Beschrijving
De naam (5.2) en beschrijving (5.4) worden uit
de Light Library automatisch uitgelezen en op
het beeldscherm weergegeven. Alle ERCO DALI
producten zijn in de Light Library beschikbaar.
Als een door de Light Server gevonden armatuur
niet in de Light Library beschikbaar is, dan gaat
het doorgaans om een bijzondere fabricage of
een armatuur van een ander fabrikaat. In het
systeem is geen informatie bekend, zodat de
fictieve naam „uncoded” (ongecodeerd) wordt
weergegeven.
Veranderingen door overschrijven
Naam (5.2) en beschrijving (5.4) kunnen te allen
tijde afzonderlijk worden overschreven en worden
opgeslagen. Datgene wat is overschreven of
veranderd wordt permanent opgeslagen.
Aanwijzing: als alles wat afzonderlijk is geproduceerd
gewist is, worden weer de oorspronkelijke
data uit de Light Library gebruikt. De
afzonderlijke gegevens zijn na het wissen dus
niet meer aanwezig.
Contextmenu (rechter muistoets)
Door het aanklikken van de invoergegevens in
de cliëntlijst met de rechter muistoets wordt
een contextmenu geopend waarmee verdere
opties voor een lichttechnisch systeem worden
aangegeven:
- Oplichten
- Maskeren
Oplichten
De optie „Oplichten“ schakelt het gekozen lichttechnische
systeem. Daardoor wordt de Light
Client resp. de montageplaats gemakkelijker
geïdentificeerd.
Maskeren
Bij het maken van een nieuwe scene in een zone
nemen alle Clients van die zone er aan deel en
krijgen ze een instelling.
Wanneer een cliënt aan een bepaalde scène
niet deelneemt en/of de waarde uit een voorgaande
scène behoudt, moet hij van de functie
„Maskeren“ worden voorzien.
5.3 Attributen
De attributen van een cliënt of lichttechnisch
systeem zijn vastgelegd door het type en de
daaruit resulterende aanstuurbaarheid. Attributen
worden door symbolen weergegeven:
Symbool Attribuut Voorbeeld
monochrome Downlight voor
schakelbaar halogeen-metaaldamp-
lampen middels een
schakelactor
monochrome Spot of downlight
dimbaar voor laagspannings-
halogeenlampen
multichrome Atrium plafondwasher
voor compacte
fluorescentie RGB,
schakelbaar
varychrome LED RGB of fluores-
centie RGB, afzonderlijk
in te stellen
Light Master
6. Toneel
Een toneel (6) is de tweedimensionale afbeelding
van een op dat moment in bewerking zijnde
zone. Iedere zone beschikt over een eigen toneel.
Het toneel is dus het gedeelte waarin Clients
via „drag & drop“ zo ingedeeld kunnen worden
dat ze de verlichtingssituatie begrijpelijk en
overzichtelijk kunnen weergeven. Meestal wordt
het toneel als plattegrond of als wandaanzicht
gebruikt.
Clients worden als vierkante symbolen weergegeven.
Na het selecteren van een cliënt kunnen de
actuele waarden ervan worden gewijzigd.
Aanwijzing:
- Als opschrift van het toneel wordt de beschrijving
van de zone uit (9.2) aangegeven.
- Bij het eerste gebruik zijn de symbolen van de
cliënt overeenkomstig de cliëntlijst afgebeeld.
Voor iedere cliënt, resp. ieder lichttechnisch
systeem bestaat een symbool.
- Als een cliënt uit meerdere lichttechnische
systemen bestaat, dan worden de symbolen
van de lichttechnische systemen aan elkaar
(gerang)schikt afgebeeld.
- Elk symbool toont de actuele status van de
kleur of dimwaarde.
- Het geselecteerde symbool (van een lichttechnisch
systeem) wordt met een separaat kader
gekenmerkt.
- Op een toneel kunnen maximaal 128 attributen
worden weergegeven. Bovendien is de keuze
van meerdere Clients in de Clientlist mogelijk.
Vanaf de 129 e attribuut wordt het toneel evenwel
uitgefadet.
6.1 Definitie van een zone
De zone verleent aan een verlichtingsinstallatie
een ruimtelijke structuur. Deze heeft betrekking
op de reële architectuur. Een zone kan een
ruimte, een functiegebied of meerdere ruimten
samenvoegen. Clients, resp. lichttechnische
systemen en de DALI bedieningsapparatuur
worden in zones samengevoegd. Zones kunnen
elkaar ook overlappen.
Bij de eerste initialisatie van het systeem bevinden
alle Clients zich in een zogenoemde „globale
zone“. Deze is altijd beschikbaar en kan te allen
tijde als overzicht van de gehele verlichtingsinstallatie
worden gebruikt. Nieuw toegevoegde
Clients bevinden zich automatisch in deze zone.
Alle door de Light Server gevonden Clients worden
in de cliëntlijst (5) aangegeven en tegelijkertijd
als symbolen en attributen op het toneel (6)
op een lijst gezet.
Als een cliënt uit meerdere lichttechnische
systemen bestaat, worden de symbolen gecombineerd
weergegeven.
Een verandering van de volgorde in de cliëntlijst
(5) heeft geen invloed op het toneel.
Bij het instellen van dimwaarden (5.6) en kleuren
(5.7) nemen de symbolen deze eigenschappen
over.
6 Light System DALI Bedieningshandboek Light System DALI Bedieningshandboek
6
.
Nederlands