E Light System DALI

Informatie uit de praktijk Informatie uit de praktijk
. FAQ’s – Vragen en antwoorden
De geactualiseerde lijst met alle beschikbare vragen
en antwoorden vindt u onder www.erco.com
3.1 Voor de installatie van Light System DALI
3.1.1 Welke minimale uitrusting is vereist?
Er moeten ten minste een Light Server en een
Light Changer beschikbaar zijn.
Aanwijzingen:
- De software :Light Studio is in de leveringsomvang
van de Light Server inbegrepen, resp. te
downloaden van erco.com.
- Ze is uitsluitend bedoeld voor het programmeren
van een verlichtingsinstallatie.
- De bediening van de verlichtingsinstallatie is
door de software Light Studio niet mogelijk. De
bediening vindt uitsluitend plaats via de Light
Changer.
3.1.2 Kunnen meerdere ruimten onafhankelijk
van elkaar bestuurd worden?
Ja, elke Light Changer kan individueel geselecteerde
Light Clients besturen. Bij meerdere Light
Changers of toetsen kunnen hiermee ruimten
onafhankelijk van elkaar bestuurd worden.
3.1.3 Kunnen met Light Server64 meer dan
64 armaturen bestuurd worden?
Meerdere conventionele armaturen zonder DALI
bedrijfsapparaten worden als groep als gezamenlijke
DALI onderdelen samengevoegd. Dit DALI
onderdeel gedraagt zich dan als een Light Client.
Er zijn dan de volgende mogelijkheden:
1. bij geschakelde armaturen: DALI schakelactor,
bijvoorbeeld ERCO 83816.000.
2. bij gloei- resp. halogeen-gloeilampen en
laagspannings-halogeenlampen: DALI dimmer,
bijvoorbeeld ERCO 83829.000. De keuze vindt
plaats volgens het aantal lampen, het vermogen
van de lampen en de vermogensdissipatie van de
bedrijfsapparaten.
3. Voor andere standaards van de digitale besturing,
bijvoorbeeld DSI, zijn er geschikte converters
beschikbaar.
Aanwijzing: Bij al deze installaties is natuurlijk
geen foutmelding van afzonderlijke armaturen,
maar alleen van de gebruikte DALI onderdelen
mogelijk.
3.1.4 Welke criteria gelden voor de DALI stuurkabel?
Voor DALI kabels geldt geen minimale veiligheidsspanning
(SELV). Daarom moeten de kabels
geschikt zijn voor netspanning. Het leggen van
een netkabel en DALI in een gezamenlijke kabel
is echter wel toegestaan.
Kabellengte Minimale doorsnede
tot 100m 0,50mm 2
tot 150m 0,75mm 2
meer dan 150m 1,50mm 2
Aanwijzing: de max. kabellengte tussen systeemdeelnemers
mag niet meer zijn dan 300m. Systeemdeelnemers
zijn apparaten, die via een DALI
leiding met elkaar communiceren, zoals bijvoorbeeld
Light Servers en Light Clients.
3.1.5 Hoe gedraagt het systeem zich na een
stroomuitval?
1. Aan de Light Server
De Light Clients krijgen geen stuursignaal meer
van de Light Server. De aangesloten armaturen
worden op 100% lichtsterkte ingesteld. Als er
weer stroom is, kan het nog wel een minuut
duren alvorens de oorspronkelijke toestand weer
is teruggekeerd.
2. Aan de Light Server en de DALI bedrijfsapparaten
Als er weer stroom is , wordt er teruggekeerd naar
de oorspronkelijke toestand. Allereerst worden de
Light Clients op 100% lichtsterkte ingesteld. Dan
zoekt de Light Server weer verbinding met de
Light Clients. Al naar gelang het aantal deelnemers
kan dit proces max. een minuut duren.
Aanwijzing: als bij de laatste instelling „maskeren“
is geselecteerd, blijft de instelling met 100%
lichtsterkte behouden.
3. Aan de DALI bedrijfsapparaten
Nadat de netspanning is teruggekeerd worden
de aangesloten armaturen op 100% ingesteld.
Omdat echter bij de Light Server geen uitval van
de netspanning was,, vindt er ook geen automatische
terugkeer van de laatste dimwaarden,
resp. kleuren plaats.
3.2 Voor de bediening van het Light Systeem DALI
3.2.1 Welke functie heeft de firmware in het
Light Systeem DALI?
Firmware is noodzakelijke software voor het
functioneren van de Light Server en Light
Changer en deze wordt in elk apparaat in een
flash memory opgeslagen.
Bij de uitlevering is deze altijd in de nieuwste
versie beschikbaar.
3.2.2 Wanneer moet er een update van de firmware
worden uitgevoerd?
De firmware voor de Light Server en de Light
Changer wordt, net als de software Light Studio
steeds verder ontwikkeld. De afzonderlijke softwarecomponenten
zijn bij de uitlevering van de
apparaten compatibel. Als er een upgrade van
de software Light Studio, bijvoorbeeld als download
via de ERCO Light Scout plaatsvindt, moet
er ook nog een controle van de firmware plaatshebben.
De als download beschikbare versie van
de firmware moet met de gebruikte versie van
de firmware overeenstemmen. Bij afwijkende
versies moet eveneens een upgrade van de firmware
geschieden. De noodzakelijke informatie
hierover bevindt zich ook in ERCO Light Scout.
3.2.3 Hoe kunnen projectgegevens in Light
Studio beveiligd en indien noodzakelijk weer
ingelezen worden?
Onder „Bestand/Exporteren“ kunnen de actuele
projectgegevens te allen tijde in een willekeurig
„Bestand.lsv“ (Light Server 64) resp. „Bestand
lsvp“ (Light Server 64+) worden opgeslagen.
Dit bestand kan naar behoefte ook zonder aangesloten
Light Server veranderd worden. Om
het bestand weer beschikbaar te maken voor de
Light Server, kan deze onder „Bestand/Importeren“
weer in Light Studio worden ingelezen. Van
hieruit wordt ze onder „Bestand/Restore Server
Project...“ in Light Server opgeslagen.
Aanwijzing: aanwezige bestanden worden overschreven.
Let op:
- Alleen dezelfde apparaten worden weer
herkend.
- Vervangen Light Clients in de Client List verschijnen
als nieuwe Light Clients.
- Verwijderde Light Clients worden in het grijs
weergegeven, maar zijn niet meer actief.
- De nog zichtbare instellingen van wat in het
grijs is weergegeven moeten handmatig aan de
nieuwe Light Client worden overgedragen.
3.2.4 Wat betekent de functie „maskeren“ in het
contextmenu van de Client list?
Na het oproepen van een scène wordt bij iedere
Light Client de geprogrammeerde lichtsterkte
ingesteld. Is een Light Client bij het programmeren
evenwel op „maskeren“ ingesteld, neemt hij
niet aan de verandering van de scène deel.
3.2.5 Hoe kan de fadingtijd bij het programmeren
van een scène worden gecontroleerd?
Bij het wisselen van een scène naar een andere
bedraagt de fadingtijd in het algemeen 4 sec.
Voor het bekijken van een scènewisseling in
realtime:
- De functie „Bestand/Opslaan in Light Server“
uitvoeren.
- De USB-verbinding van de PC naar de Light
Server scheiden.
- De scène op de Light Server oproepen.
3.2.6 Hoe kan een „dynamisch verloop“ tijdens de
programmering van een scène bekeken worden?
Door het aanklikken van de functie „voorbeeld“
wordt het dynamisch verloop gestart en real
time uitgevoerd.
Dit proces kan alleen door het kiezen van een
andere scène beëindigd worden.
Light System DALI Bedieningshandboek Light System DALI Bedieningshandboek
Nederlands