Rondom bestand van 1989 6 4 dd 3-6-08
Rondom bestand van 1989 6 4 dd 3-6-08
Rondom bestand van 1989 6 4 dd 3-6-08
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
David overwon dus een leeuw, daar<strong>van</strong> getuigen de leeuwehuid en de bloed-<br />
droppels die <strong>van</strong> de doornen vallen, maar er zijn meer gevaren. Maak dus dat je<br />
weg komt!<br />
De woudbeer, heet op buit,<br />
- vliedt knapen, wat gemoogt! - brult bliksemende uit d' ogen<br />
Den herder tegen; 't vee staat stijf en onbewogen<br />
Voor 't borstelige hoofd en voor de ruige schoft<br />
Maar 't monster, voor de vuist verscheurd, bezwijkt en ploft<br />
Met enen slag, in 't gras. De kop wordt opgehangen<br />
Aan een verheven eik. Prijst herders met gezangen<br />
Den overwinnaar, die alle ongedierten dwingt, en kranst zijn strijdbaar hoofd!"<br />
De herder moet evenwel letten op andere gevaren die hem bedreigen:<br />
„Maar, dappere kampioen, tree langzaam voort, niet ras 'ken<br />
spikkelige slang schuilt hier in 't lange gras: En 't is vergeefs<br />
gevlucht naar afgelegen streken."<br />
De dichter doelt hier op de slang die in het paradijs de mens wist te verleiden met<br />
haar boos vergift. De herder rust evenwel veilig na de gewonnen strijd. In zijn<br />
droom ziet hij een toekomstvisioen.<br />
„In 't hol <strong>van</strong> deze rotse ontspringt en ruist een bron,<br />
Bezoomd met gras en mos en veil: de zomerzon (veil = klimop)<br />
En hare stralen placht de herder hier 't ontduiken<br />
De koelte zoekende in de lommer <strong>van</strong> de struiken,<br />
De beek wiegt hem in slaap door 't ruisen <strong>van</strong> haar stromen<br />
En 't pas geloken oog ziet onder 't lieflijk dromen<br />
De held, de jongeling, die de drakenkop vertreedt."<br />
Herder David ziet in zijn dromen dus het beeld <strong>van</strong> Christus die de kop <strong>van</strong> de<br />
slang zal vermorzelen volgens het boek Genesis, hoofdstuk 2 vers 15, en die de<br />
mensen zal bevrijden <strong>van</strong> het kwaad. David, de zoon <strong>van</strong> Jesse, ziet verlangend uit<br />
naar de komst <strong>van</strong> de verlosser.<br />
„Als Jesse's zoon dus zwerft door 't Palestijnse geweste<br />
Raakt hij aan d' oevers der Jordaan ten langen leste,<br />
En berst na diep gepeins in deze zuchten uit:<br />
Daal neder, en verlicht de wereld met uw glans,<br />
Daal haastig neder, o volschapenste aller mensen.<br />
Geen noodlot dwarsbome ons in dit rechtvaardig wensen."<br />
Eeuwen later zal dit verlangen gestalte krijgen in de komst <strong>van</strong> Christus, de goede<br />
Herder.<br />
657