Rondom bestand van 1989 6 4 dd 3-6-08
Rondom bestand van 1989 6 4 dd 3-6-08
Rondom bestand van 1989 6 4 dd 3-6-08
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Arnold Moonen<br />
Arnold Moonen, geboren 12 juni 1644 te Zwolle, bracht zijn jeugdjaren door<br />
achter de veilige muren <strong>van</strong> die stad. Zijn vader, Izaak Moonen, had op zeer<br />
jeugdige leeftijd met Arnolds „grootvaer en outgrootvaer" het verre Aken moeten<br />
verlaten omdat die stad werd „verkracht door Spaens gewelt' (4). In Zwolle vindt<br />
vader Izaak vrijheid, welstand en, nadat zijn eerste vrouw vroeg is overleden, een<br />
tweede echtgenote die hem drie zonen schenkt, waar<strong>van</strong> Arnold de oudste is.<br />
Vader Moonen is een geacht burger <strong>van</strong> Zwolle geworden. Hij maakt zich in 1657<br />
verdienstelijk als luitenant <strong>van</strong> de schutterij bij het bedwingen <strong>van</strong> onlusten in de<br />
omgeving <strong>van</strong> de stad.<br />
Arnold toont al op jeugdige leeftijd voorliefde voor de studie. Hij zit graag met een<br />
boekje in een hoekje, leest veel in de dichtwerken <strong>van</strong> Vondel en droomt er<strong>van</strong> zelf<br />
dichter te worden.<br />
In 1663 verschijnt <strong>van</strong> hem een eerste dichtproeve in druk, een kerstgedicht <strong>van</strong><br />
15 bladzijden met een opdracht aan de door hem vereerde „doorluchtige Leeraar<br />
Joannes Vollenhovius", predikant en dichter te Zwolle, een relatie die de jonge<br />
student wellicht nog eens <strong>van</strong> pas kan komen. Zowel de inleiding als het gedicht<br />
zelf getuigen er<strong>van</strong> dat de jonge dichter de latijnse school <strong>van</strong> Johannes Kok in<br />
Zwolle met vrucht bezocht heeft en dat hij nu bezig is met een universitaire<br />
theologische studie.<br />
Wie in die dagen zich als dichter wilde doen respecteren, moest vooral zijn kennis<br />
<strong>van</strong> de Griekse en Romeinse mythologie, benevens zijn belezenheid <strong>van</strong> „hooftdighteren"<br />
als Maro, Flakkus en Nazo etaleren. Een kerstgedicht kan men natuurlijk<br />
niet teveel met heidense geleerdheid opsieren. Deze evenwel negeren zou<br />
uitgelegd kunnen worden als onbekendheid met de antieke cultuurwereld. Daar<br />
heeft Moonen wel iets op gevonden. We laten de curieuze beginregels <strong>van</strong> zijn<br />
„Kerszangh" volgen:<br />
633