Rondom bestand van 1989 6 4 dd 3-6-08
Rondom bestand van 1989 6 4 dd 3-6-08
Rondom bestand van 1989 6 4 dd 3-6-08
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Omri vertelt verder hoe het kindeke door de zorgzame moeder in doeken wordt<br />
qewonden. Maria heeft dadelijk haar zoon:<br />
Gezwachteld, maar och arm! 't Vee heeft volop voeder,<br />
't Gevogelt nesten, en de vos haar hol; Gods knecht<br />
Geen peluw, Manahem, daar hij zijn hoofd op legt. Zo<br />
rust hij die de grond met keur <strong>van</strong> bloem en kruiden, De<br />
bossen kleedt met loof, ons vee met vel en huiden, De<br />
mens met vlas en wol, schier ongekleed en naakt Op 't<br />
hooi, terwijl zijn glans uit doek en zwachtel blaakt Gelijk<br />
<strong>van</strong> ouds de wolk met vuur en vlammen straalde, Die<br />
Gods orakelhut beschaduwde, als zij daalde In Israels<br />
nachtrust"<br />
Moonen doelt met dit laatste op de lichtkolom bij de tabernakel des nachts. Het<br />
licht der wereld is in Bethlehem op aarde gekomen. Nog voor de morgen<br />
aanbreekt met een „saffranig" licht beschrijft de dichter dan de komst <strong>van</strong> een<br />
engelenleger en de boodschap die de herders in de velden gebracht wordt door<br />
Gods engel.<br />
„Terwijl de blijde maagd en moeder 't kind, haar lust,<br />
In zijn geboortestal omhelst en streelt en kust,<br />
En <strong>van</strong> zijn wang en mond de leliën en rozen<br />
Met blijdschap plukt, beschijnt al, voor 't saffranig blozen<br />
Des dageraads,een dag vol glans en heerlijkheid,<br />
De herder, die zijn vee in Bethlems velden weidt,<br />
En tegen onraad op zijn wachten past en ronden.<br />
Gods engel in die nachte omlaag gezonden,<br />
Vertroost ons knapen, die bedonderd, flauw <strong>van</strong> moed,<br />
En bleek en doods <strong>van</strong> schrik, naar deze heldre gloed<br />
Vast opzien met een straal <strong>van</strong> zwakke en scheemrende ogen.<br />
„Ontzet u niet", roept hij, „door 't nachtgezicht bewogen,<br />
Bethlemmer herders, die, voor dag voor dauw, óf laat Bij<br />
avond met uw vee gans Efrata beslaat Een paradijseeuw<br />
komt ten leste neergevlogen Op d' aarde, mild <strong>van</strong> God<br />
gezegend uit den Hogen Met 's werelds Heiland, de <strong>van</strong> God<br />
gezalfde vorst, Naar wie ook David zo verlangd heeft en<br />
gedorst."<br />
De engel des Heren vertelt aan de herders waar ze het kind, in doeken gewonden,<br />
kunnen vinden en vaart dan weer omhoog naar het engelenleger:<br />
./f Is zeker dat gij 't kind<br />
Gezwachteld in de schuur en opgebakerd vindt.<br />
Uit *had hij, tot hij met een spoor en streek <strong>van</strong> stralen ^(uitgesproken)<br />
<strong>van</strong> 't aardrijk schei<strong>dd</strong>e naar de starrelichte zalen<br />
ten hemels leger, zijn gezelschap, gans in goud, (een leger <strong>van</strong> engelen)<br />
en fier geharnast, dat zijn wakkre schildwacht houdt<br />
Bij God…. "<br />
661