03.08.2013 Views

136 III. MENSHEID, SYMMETRIE, INVARIANTIE EN METAFYSICA ...

136 III. MENSHEID, SYMMETRIE, INVARIANTIE EN METAFYSICA ...

136 III. MENSHEID, SYMMETRIE, INVARIANTIE EN METAFYSICA ...

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

161<br />

produceert een quasi lineaire orde, het tweede een reeks van nagenoeg even grote en bevolkte<br />

regio's met een centrale plaats in het centrum. Autonomie wordt hier belangrijker dan hiërarchie.<br />

In 1940 publiceert August Lösch een tweede theorie voor centrale plaatsen.<br />

Dezelfde postulaten worden ingevoerd als bij Christaller. Lösch begint daarbij de productie van<br />

een goed te beschouwen: bier. Ieder huishouden heeft een bepaalde vraag naar bier. De prijs van<br />

bier vermeerdert met de transportafstand. De behoeften worden als constant beschouwd. Als men<br />

n bierproducenten invoert, zullen ze een hexagonale distributie over de vlakte realiseren omdat 1.<br />

geen regio onbediend zal blijven (‘space filling requirement’) en omdat 2. alle brouwers gelijke<br />

winsten zullen maken (marginale kost = marginale prijs).<br />

De geografische symmetrieën die Christaller en Lösch gedeeltelijk postuleren en gedeeltelijk<br />

verifiëren (bij beiden afgeleid uit economische doelgerichtheid, een bepaalde asymmetrie die<br />

elders nog wordt ontleed) zijn symmetrieën opgebouwd op hiërarchieën. Deze hiërarchieën<br />

kunnen op zeer verschillende basis worden gemeten: de graad van centraliteit van een locatie<br />

werd bijvoorbeeld gemeten door het aantal telefoonverbindingen erheen, door het aantal<br />

handelszaken, door het aantal transportmiddelen die eruit vertrekken, door briefverkeer en door<br />

questionnaire methoden. Dit alles kan ook statisch gebeuren (het aantal zaken per functie en het<br />

aantal verschillende functies, zoals ze in een streek gemiddeld worden verwacht en het reëel<br />

aantal in een centrum wordt vergeleken). Binnen centra kunnen niet-centra worden<br />

onderscheiden (het aantal artikelen aangeboden per zaak in een zelfde soort levert een goede<br />

maat).<br />

Men kan ookF<br />

50<br />

F (dynamisch<br />

nagaan hoe een innovatie zich verspreidt in functie van afstand,<br />

informatieoverdracht, weerstand en hinderpalen. Deze dynamica toont dat innovaties zich<br />

symmetrisch verspreiden volgens de hiërarchie der centra. Strikt zullen zowel discontinue als<br />

continue processen de centrale hiërarchieën niet volgen en volledig symmetrisch zullen ze niet<br />

zijn.<br />

Historisch is de groei van centrale plaats hiërarchieën (grootte, aantal, structuur en relaties van de<br />

actiedomeinen) een sociaal betalende veranderlijke. Skimer heeft 6 de eeuwse Chinese stadspatronen<br />

bestudeerd. Voor k=4 netwerken, verschijnen nieuwe centra meer op wegen tussen centra<br />

van verschillende orde, voor k=3 netwerken op plaatsen op gelijke afstand van 3 bestaande<br />

centra (k meet de progressie in het aantal bevoorrade plaatsen naarmate men stijgt in de<br />

hiërarchie).<br />

In de vorige delen van dit hoofdstuk werd de normatieve waarde van symmetrie-ondernemingen<br />

gezien. We ontmoeten ze hier opnieuw. Streekplanning inspireert zich aan symmetrische<br />

hiërarchiemodellen als voorbeelden van economische rationaliteit (p.72) voor minder<br />

ontwikkelde gebieden zowel als industriële landen. Er ontstaat een competitie (p.75) tussen<br />

streekplanning op basis van onevenwichtige groeipolen en op basis van evenwichtige<br />

hiërarchiepatronen. Dit realiseert op sociaal-geografisch vlak opnieuw een partiële realisatie van<br />

de interactie tussen symmetrie en antisymmetrie, zijn en worden, systeem en oorzaak wat ons<br />

metafysisch thema is.<br />

De relatie tussen geografische en metafysische symmetrie wordt zichtbaar als men de<br />

geografische in haar volle algemeenheid uitdrukt (Alao et al., ‘Christaller central place<br />

structures’; M.F. Dacey et al., ‘One dimensional central place theory’).F<br />

Een verzameling centrale plaatsen wordt voorgesteld door een verzameling punten in een<br />

netwerk. Netwerkcellen, hun omvang en netwerkafstanden kunnen worden beschreven.<br />

Subnetwerken kunnen worden bepaald.<br />

50 Hägerstand 1953, p.62.<br />

51 Alao et al, 1977; Dacey et al, 1974.<br />

51

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!