03.08.2013 Views

136 III. MENSHEID, SYMMETRIE, INVARIANTIE EN METAFYSICA ...

136 III. MENSHEID, SYMMETRIE, INVARIANTIE EN METAFYSICA ...

136 III. MENSHEID, SYMMETRIE, INVARIANTIE EN METAFYSICA ...

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

181<br />

nature either destruction or emergence always rules. What guaranties emergence rather than<br />

destruction is not either symmetry or complementarity, then, but both: the switch from one mode<br />

to the other" (Bateson Waven).<br />

Symmetrie is bij Wilden echter niet de symmetrie van een wederkerige logische relatie, noch de<br />

invariantie onder een transformatie. Zijn voorbeelden op p.224 liegen er niet om: wederzijdse<br />

rivaliteit tussen vader en zoon, in een dubbele positieve feedback van agressie noemt hij<br />

symmetrie en dominantie en afhankelijkheid tussen moeder en kind noemt hij complementariteit<br />

(de asymmetrische relatie van afhankelijkheid wordt hier complementariteit genoemd omdat ze<br />

in de twee richtingen op een andere basis en in een andere vorm bestaat).<br />

In onze betekenis van symmetrie zal een symmetrie in relaties tussen staten, klassen, naties,<br />

familieleden, vrienden enkel bestaan in zoverre een transformatie van de verschillende entiteiten<br />

zekere eigenschappen of/en relaties invariant houdt. Als de systemen elkaar inputs geven die tot<br />

positieve of negatieve feedbacks leiden, dan zullen er slechts symmetrieën in onze betekenis<br />

bestaan in zoverre er geen 'schismogenesis' (= zich inkapselende differentiatie en sluiting)<br />

voordoet. D.w.z. in zoverre symmetrie in Wildens betekenis niet domineert.<br />

Toch heeft het belang dit nogal wazige idee ernstig te nemen. Bij psychoanalysten - zoals André<br />

Green - blijkt dit voor de relaties tussen moeder en kind, vader en kind, broeders en zusters, man<br />

en vrouw een bijzonder grote betekenis te hebben die samenhangt met de manier waarop ze op<br />

elkaars verandering versterkend én afremmend reageren. Anders gezegd: de vorm en graad van<br />

symmetrie van het relationeel netwerk kenmerkt zowel personen als groepen.<br />

De vergelijking met interacties tussen klassen, culturen en rassen is niet onmiddellijk evident<br />

maar stelt zich duidelijk als probleem.<br />

Dit thema zal nog even worden verder behandeld en dan later toelaten om betekenis en referentie<br />

zelf met symmetrie in verband te brengen.<br />

Het wordt namelijk in psycho-sociale en systeemtheoretische context overduidelijk dat in eerste<br />

instantie personen en later hun handelingen en/of groepen betekenisdragers zijn. De taalkundige<br />

semiotiek en semantiek, hoe complex en boeiend ook, moet worden ontwikkeld vanuit een meer<br />

globaal fundament.<br />

A. Wildens laatste hoofdstuk (XVII) verwijst naar het spiegelstadium van Lacan.<br />

Psychogenetisch is dit een stadium waarin de persoon zich identificeert met zijn spiegelbeeld,<br />

een statische visie op hemzelf vanuit het gezichtspunt van de ander. Deze imaginaire symmetrie<br />

(ik = spiegelbeeld; lichaam = automorf en ik = lichaam) wordt 'overwonnen' door het 'ik' van de<br />

persoon als spreker (die in een essentieel anti-symmetrische relatie staat tot de toegesprokene).<br />

Dit 'ik' van de symbolische (en niet van de imaginatieve) orde is dan wel weer iets anders dan het<br />

individu; het is het individu dat zichzelf verloochent om de rol te spelen van de 'spreker' (dit<br />

introduceert dan weer een fundamentele symmetrie tussen alle sprekers). 'Ik' spreek alleen in<br />

zoverre ik alle taalregels respecteer en dus, veralgemeend, vervangbaar ben door alle leden van<br />

de taalgemeenschap. Het zuiver leven in de imaginaire orde (in de spiegel-symmetrie) of in de<br />

symbolische orde (in de permutatie-symmetrie) is in beide gevallen de uitschakeling van het<br />

individuele ik. Zoals in de vorige gevallen zal, bij Wilden, wat wij symmetrie noemen slechts<br />

gerealiseerd zijn door en in de interactie van twee antisymmetrieën of twee verschillende<br />

symmetrieën. Het zal nodig zijn op Wilden terug te komen. Zijn werk brengt echter economie,<br />

denkpsychologie, taalkunde, etnologie en psychoanalyse samen (Marx, Piaget, DeSaussure,<br />

Lévy-Strauss en Lacan) om in al deze verschillende contexten door de noodzaak van de synthese<br />

van symmetrie en complementariteit', 'overeenkomst' en 'deel zijn van' (matching-fitting), een<br />

statisch evenwichtsdenken door een dynamisch-dialectisch denken te vervangen. Dit is tegelijk<br />

een zeer vruchtbare expansie van de symmetrieproblematiek in de menswetenschappen én een

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!