HYDRAULICA - site
HYDRAULICA - site
HYDRAULICA - site
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
- 6 -<br />
Het betreft een tetraëder met zijden ∆x, ∆y en ∆z, langsheen de coördinaatsassen x, y en z. Op<br />
de wanden van dit volume werken alleen maar normaalspanningen. Veronderstel dat de<br />
normaalspanningen de volgende waarden aannemen op de verschillende wanden van de<br />
tetraëder: σx, σy en σz op respectievelijk de oppervlakken loodrecht op de x-, y- en de z-as en<br />
σ op de schuine wand. Bij rust zullen de totale krachten op het volume in elke richting in<br />
evenwicht zijn. De componenten van de krachten in een bepaalde richting kunnen berekenend<br />
worden door gebruik te maken van de principes van de vectorrekening. Bijvoorbeeld voor de<br />
schuine wand geldt<br />
F = σS<br />
(1.1)<br />
waarbij F de totale kracht is op het oppervlak en S de vectoriele uitdrukking van de grootte<br />
van dit oppervlak (positief naar buiten gericht) (merk op dat we vectoriële symbolen<br />
onderlijnen). De component van de kracht Fn in een bepaalde richting n wordt bekomen door<br />
de projectie van de kracht in deze richting, hetgeen hetzelfde is als het scalair product te<br />
nemen met de eenheidsvector n in de richting n<br />
F = F ⋅ n = σS<br />
⋅ n = σS<br />
(1.2)<br />
n<br />
waarbij Sn de projectie is van het oppervlak S loodrecht op de richting n. Bijvoorbeeld de<br />
component in de x-richting van de kracht op de schuine wand is<br />
n<br />
∆y∆z<br />
= σS<br />
= σ<br />
(1.3)<br />
2<br />
Fx x<br />
Gelijkaardige resultaten worden bekomen voor de andere vlakken en richtingen. Het<br />
evenwicht van alle krachten in de richting x, geeft dan volgende vergelijking<br />
∆y∆z<br />
∆y∆z<br />
∆x∆y∆z<br />
− σx<br />
+ σ + fx<br />
= 0<br />
(1.4)<br />
2 2 6<br />
Hierin stelt fx de x-component voor van een eventueel uitwendig krachtenveld (zoals<br />
bijvoorbeeld de zwaartekracht), uitgedrukt als kracht per volume vloeistof, met dimensies<br />
[F/L 3 ]. Wanneer we delen door ∆y∆z en de limiet nemen voor ∆x gaande naar nul, volgt<br />
hieruit dat σx - σ = 0, ofwel σx = σ. Hetzelfde geldt voor de andere richtingen, zodat σx = σy =<br />
σz = σ, wat bewijst dat alle normaalspanningen gelijk zijn. Men definieert deze isotrope<br />
normaalspanning in een vloeistof als de druk, meestal aangeduid door het symbool p, een<br />
scalaire grootheid onafhankelijk van de richting. De dimensies van druk zijn [F/L 2 ]. In het SIstelsel<br />
gebruikt men de eenheid pascal voorgesteld door het symbool Pa (1 Pa = 1 N/m²),<br />
genoemd naar de Franse onderzoeker Pascal, die voor het eerst de wet formuleerde dat in een<br />
vloeistof in rust de druk gelijk is in elke richting. Omdat de eenheid pascal nogal klein uitvalt<br />
gebruikt men in de praktijk meestal kilo-pascal (kPa). Een verouderde eenheid is de bar (1 bar<br />
= 10 5 Pa = 100 kPa). Merk ook op dat de druk door een positieve waarde wordt voorgesteld,<br />
in tegenstelling met de mechanica van het continuüm en de sterkteleer waar een trekspanning<br />
als positief wordt beschouwd.<br />
Op de aarde is er steeds een druk aanwezig ten gevolge van de atmosfeer. Dit noemt men de<br />
lucht- of atmosfeerdruk, die voor het eerst werd aangetoond door Torricelli, met behulp van<br />
een omgekeerde kolom gevuld met kwik, zoals weergegeven in Fig. 1.2. De druk van de