Implicaties van een sociaal kapitaal-concept voor politieke sociologen
Implicaties van een sociaal kapitaal-concept voor politieke sociologen
Implicaties van een sociaal kapitaal-concept voor politieke sociologen
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
mensen leren samenwerken in <strong>een</strong> gezin, met gunstig gevolg vaak, zou – onder de<br />
assumptie <strong>van</strong> <strong>een</strong> mogelijk veralgemeningseffect – <strong>een</strong> positieve factor kunnen<br />
vormen, evenals het feit dat ouders <strong>een</strong> pro<strong>sociaal</strong> “model” kunnen vormen <strong>voor</strong> hun<br />
kinderen. Het lijkt niet vergezocht om te stellen dat de manier waarop ouders t.o.v.<br />
onbekenden en vreemden staan, of ze blijk geven <strong>van</strong> enig vertrouwen en tolerantie<br />
tav “veralgem<strong>een</strong>de anderen”, <strong>een</strong> impact kunnen uitoefenen op de disposities <strong>van</strong><br />
hun kroost, bij<strong>voor</strong>beeld via het aanzwengelen <strong>van</strong> het vermogen tot empathie en<br />
roletaking,….<br />
Dat de familiecontext <strong>een</strong> rol kan spelen bij het totstandkomen <strong>van</strong> veralgem<strong>een</strong>d<br />
vertrouwen, lijkt duidelijk. De achterliggende mechanismen blijven <strong>voor</strong>alsnog<br />
echter versluierd.<br />
6.3 Netwerken, verenigingen en informele sociale activiteit :<br />
De <strong>sociaal</strong><strong>kapitaal</strong>theorie heeft <strong>een</strong> zwak <strong>voor</strong> deze veronderstelde bron <strong>van</strong> <strong>sociaal</strong><br />
<strong>kapitaal</strong> (hier <strong>voor</strong>al begrepen als veralgem<strong>een</strong>d vertrouwen) 45 . Vaak verwacht men<br />
zelfs <strong>een</strong> wisselwerking en <strong>een</strong> versterkend cumulatief effect. De controverse over de<br />
functionaliteit <strong>van</strong> verschillende soorten netwerken, vrijwilligersverenigingen, en<br />
meer informele sociabiliteit woedt desalniettemin bijzonder hevig. Bepaalde auteurs<br />
(bv. Uslaner, 2000) stellen zelfs ronduit de functionaliteit <strong>van</strong> netwerken,<br />
organisaties, … in vraag, misschien met uitzondering <strong>van</strong> de meer “bridging” vormen<br />
er<strong>van</strong>. Uslaner vindt het onwaarschijnlijk dat participatie in vrijwilligersverenigingen<br />
<strong>een</strong> substantieel effect teweeg zou brengen op veralgem<strong>een</strong>d vertrouwen, gezien (1)<br />
de beperkte tijd die de meesten onder ons in organisaties doorbrengen, bovendien vrij<br />
laat in ons leven, nl. als we al volwassen zijn en (2) <strong>van</strong>uit de claim dat de meeste<br />
types <strong>van</strong> sociale connecties – zowel de formele als de informele – ons in contact<br />
brengen met mensen die niet echt verschillen <strong>van</strong> onszelf.<br />
Ook plausibel lijkt de hypothese dat participatie in netwerken, organisaties,… <strong>voor</strong>al<br />
<strong>voor</strong> de periode <strong>van</strong> volwassenheid <strong>een</strong> gunstige rol 46 zou kunnen spelen: waarbij ze<br />
dus als <strong>een</strong> soort secundaire socialisator (samen met bv. onderwijs) dienst zouden<br />
doen, daarna veel minder. Dit soort fundamentele vragen is verbonden met de<br />
prosociale actie bevorderen, in tegenstelling tot <strong>een</strong> meer machtsassertieve vorm <strong>van</strong> kinderen<br />
opvoeden, die berust op controle en het gebruik <strong>van</strong> bedreigingen/kracht.<br />
45 In de netwerkonderzoekstraditie is het gebakkelei over de functionaliteit <strong>van</strong> verschillende types<br />
netwerken en sociale relaties minstens even geanimeerd. De opvattingen <strong>van</strong> Coleman en Loury,<br />
die dichte netwerken als noodzakelijke <strong>voor</strong>waarde <strong>voor</strong> <strong>sociaal</strong> <strong>kapitaal</strong> beschouwen, druisen<br />
lijnrecht in tegen visies als die <strong>van</strong> Granovetter en Burt, die respectievelijk ‘weak ties’ tot zelfs de<br />
relatieve afwezigheid <strong>van</strong> sociale banden (‘structural holes’) prefereren in functie <strong>van</strong> <strong>sociaal</strong><br />
<strong>kapitaal</strong> (Burt, 1992).<br />
46 Zie bij<strong>voor</strong>beeld onderzoek <strong>van</strong> Hooghe (1999), waarin die aangeeft dat <strong>voor</strong>malig lidmaatschap<br />
in jeugdbewegingen, blijkbaar <strong>een</strong> blijvende impact heeft op het waardenpatroon <strong>van</strong> individuen,<br />
ook als die al volwassen zijn<br />
29