veterinaire toxicologie bij landbouwhuisdieren - Diergeneeskundig ...
veterinaire toxicologie bij landbouwhuisdieren - Diergeneeskundig ...
veterinaire toxicologie bij landbouwhuisdieren - Diergeneeskundig ...
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
lichaam terwijl de toxokinetiek de opname<br />
en uitscheiding van schadelijke stoffen beschrijft.<br />
Maar veel biologisch actieve stoffen<br />
kennen een werkzame dosis en zijn in hogere<br />
dosis schadelijk.<br />
Er is altijd een grote behoefte om een indeling<br />
te kunnen maken in giftigheid van stoffen.<br />
Men wil immers snel weten hoe giftig een<br />
stof is. Ook al zijn er soms heel verschillende<br />
reacties van een stof op de verschillende diersoorten<br />
waardoor een stof in de ene diersoort<br />
giftig is en in de andere diersoort vrijwel<br />
niet. Daartoe bestaat een standaardtest met<br />
muizen die dient om een grove inschatting<br />
van de giftigheid te bepalen door de LD50<br />
van een stof te meten. De LD50 is de dosis<br />
(hoeveelheid) van een stof waar<strong>bij</strong> de helft<br />
van de populatie sterft (Lethale Dosis 50 %).<br />
Het vaststellen van de LD50 gaat ruwweg als<br />
volgt: men neemt groepen van 10 muizen en<br />
dient deze een hoeveelheid stof toe. Vervolgens<br />
wordt vastgesteld hoeveel muizen sterven<br />
(figuur 1).<br />
Figuur 1 Sterfte <strong>bij</strong> 10 muizen per groep (zwart)<br />
afhankelijk van toegediende dosis<br />
Dit wordt dan uitgezet zoals te zien in figuur<br />
2. Merk op dat zowel de toegediende dosis<br />
als de sterfte logaritmisch zijn uitgezet.<br />
Figuur 2 Sterftepercentage uitgezet tegen toegediende<br />
dosis<br />
D.M. 55e jaargang - No. 1 blz. 12<br />
Uit figuur 2 kan worden afgeleid dat de LD50<br />
van de onderzochte stof 247 mg/kg lichaamsgewicht<br />
(LW) is. Uit dit voorbeeld blijken ook<br />
meteen de beperkingen van het gebruik van<br />
de LD50: immers er gaat één dier dood <strong>bij</strong> het<br />
toedienen van 50 mg/kg LW en <strong>bij</strong> het toedienen<br />
van 1000 mg/kg LW (dus 4 maal de<br />
LD50) blijft nog één dier leven. Dus niet alleen<br />
de LD50-waarde op zich is van belang, ook de<br />
helling van de lijn die ontstaat. Dit is te zien<br />
in figuur 3. Stof A en stof B hebben vrijwel<br />
dezelfde LD50-waarde, maar stof A veroorzaakt<br />
al <strong>bij</strong> veel lagere gehalten de dood ten<br />
opzichte van stof B. Dit kan men afleiden uit<br />
het feit dat de helling van de lijn van stof A<br />
minder steil loopt dan die van stof B, terwijl<br />
het gehalte <strong>bij</strong> 50 % sterfte ongeveer gelijk is.<br />
Een minder steile helling betekent dat een stof<br />
in een veel langer concentratiegebied begint<br />
met schadelijk te zijn voor de eerste dieren<br />
maar pas in veel hogere gehalten de dood van<br />
alle dieren veroorzaakt. Stof C heeft dezelfde<br />
helling als die van stof B, dus de onderlinge<br />
gevoeligheid (sensitiviteit) van de populatie<br />
(<strong>bij</strong>voorbeeld ratten) is voor stof B en stof C<br />
gelijk. Maar het gehalte waar<strong>bij</strong> 50 % sterfte<br />
optreedt, ligt beduidend hoger dan dat van<br />
stof B. Dus stof C is minder giftig dan stof<br />
B. Deze verschillen in gevoeligheid zijn ook<br />
bekend in de farmacologie. De verschillen<br />
worden voor een deel verklaard doordat er<br />
verschillen zijn in genetische expressie van<br />
enzymen die betrokken zijn <strong>bij</strong> de omzettingen.<br />
Sommige dieren (of mensen) hebben<br />
meer enzymactiviteit dan anderen.<br />
Figuur Sterftepercentage voor drie verschillende<br />
stoffen