Het Openbaar Vervoer / Railnieuws
Het Openbaar Vervoer / Railnieuws
Het Openbaar Vervoer / Railnieuws
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
- 40 -<br />
<strong>Het</strong> <strong>Openbaar</strong> <strong>Vervoer</strong><br />
RAILNIEUWS<br />
49 e JAARGANG, NUMMER 2 (566)<br />
FEBRUARI 2006<br />
<strong>Het</strong> <strong>Openbaar</strong> <strong>Vervoer</strong> — RAILNIEUWS<br />
is een uitgave van de Stichting Trammuseum<br />
en Railvervoer Nederland<br />
(S.T.E.R.N.)<br />
REDACTIE EN ADMINISTRATIE<br />
Caan van Necklaan 246<br />
2281 BS RIJSWIJK<br />
Internet: www.hov-rn.nl<br />
Email: hov-rn@hov-rn.nl<br />
REDACTEUREN:<br />
Chris Vonk<br />
Tramnieuws Amsterdam<br />
Kees Pronk, Kees Verhulst<br />
Tramnieuws Den Haag<br />
Jan van Driel<br />
Tramnieuws Rotterdam<br />
Herman van ’t Hoogerhuijs<br />
Busnieuws Binnenland<br />
Bob Verwijk<br />
Buitenlands stadsvervoer<br />
Hans Bikker<br />
Spoornieuws Zwitserland, Luxemburg<br />
Bram de Kievit, Chris Westerduin<br />
Spoornieuws Binnenland<br />
Aad de Meij<br />
Museumnieuws, agenda<br />
Hans Verkerk<br />
Redactie-secretaris<br />
STAFMEDEWERKERS:<br />
Paul Dijkman, Frans van Loevezijn,<br />
Theo Neutelings, Eric Sallevelt,<br />
Bas Schenk, Egbert van Werkhoven<br />
PLANNING EN EINDREDAKTIE:<br />
Aad de Meij<br />
<strong>Het</strong> <strong>Openbaar</strong> <strong>Vervoer</strong><br />
RAILNIEUWS<br />
verschijnt in 2006 twaalf keer en kan gratis<br />
worden gedownload vanaf onze website<br />
www.hov-rn.nl<br />
Dit periodiek wordt niet (meer) in gedrukte<br />
vorm verspreid<br />
© 2006. Niets uit deze uitgave mag<br />
worden overgenomen zonder schriftelijke<br />
toestemming van de redactie.<br />
ISSN:1570—534X<br />
<strong>Het</strong> <strong>Openbaar</strong> <strong>Vervoer</strong>-<strong>Railnieuws</strong>, februari 2006.<br />
De Wedergeboorte van een ‘Rijdende Rembrandt’<br />
Op 22 mei 2006 zullen zo’n tweehonderd leerlingen van Basisschool <strong>Het</strong> Ooievaarsnest<br />
te Zwaag stoomtramlocomotief 8 Ooievaar aan een touw naar buiten<br />
trekken. Daarmee wordt de grondige restauratie van de in ons land gebouwde<br />
stoomlocomotief afgerond. 102 Jaar nadat ze in dienst kwam bij de Haagsche<br />
Tramweg-Maatschappij begint ze een nieuw leven op de museumlijn tussen<br />
Hoorn en Medemblik.<br />
Stoomtrams<br />
De locomotief is gebouwd voor de interlokale stoomtramwegen, die tot na de<br />
Tweede Wereldoorlog in grote delen van het land de verbindende schakel tussen<br />
stad en platteland vormden. De locomotief heeft een voor stoomtrams kenmerkende<br />
vierkante vorm. De Machinefabriek Breda was de grootste leverancier van<br />
deze stoomtramlocomotieven. In totaal verlieten 216 tramlocomotieven de Brabantse<br />
fabriek. Met zo’n 31% van het totaal aantal Nederlandse stoomtramlocomotieven<br />
is dat een recordaantal! Locomotief 8 Ooievaar is de enige ‘Breda tramlocomotief’<br />
die weer kan rijden. Mobiel erfgoed met een rijke vaderlandse historie<br />
dus! Vanaf de zomer van 2006 kan achter deze ‘Rembrandt’ onder de stoomlocomotieven<br />
worden gereisd.<br />
Soms is vierkant beter<br />
De geschiedenis gaat terug tot omstreeks 1875. Dan wordt geprobeerd om<br />
paardentrams in de steden door stoomlocs te vervangen. In eerste instantie<br />
combineert met de locomotief in een tramrijtuig. Dergelijke stoomrijtuigen worden<br />
met name in Amerika toegepast en de Londense firma Merryweather gaat ze<br />
bouwen. Duidelijk wordt dat het beter is om locomotief en passagiersaccommodatie<br />
te scheiden. Wel wordt de typische kastvorm van de locomotief gebaseerd<br />
op die van de aanhangrijtuigen. De aandrijving zit tussen de wielen, afgeschermd<br />
voor paarden en andere weggebruikers. Vanaf 1878 levert Merryweather deze<br />
locomotieven voor de interlokale tramwegen, die rond die periode in heel<br />
Nederland dankzij nieuwe wetgeving worden aangelegd op korte afstanden en in<br />
dun bevolkte gebieden. <strong>Het</strong> zijn kleinschalige trajecten waarvoor de aanleg van<br />
gewone spoorwegen te duur is. De stoomtramlocomotieven zijn veel kleiner dan<br />
de stoomlocomotieven die de spoorwegen gebruiken.<br />
De firma Backer en Rueb in Breda bouwt stoomtramlocomotieven vanaf 1883.<br />
Ze zijn gebaseerd op het ontwerp van de eerste stoomtramlocomotieven van<br />
Merryweather. In 1886 ontwikkelt de fabriek hieruit een model met hoekige<br />
vormen, dat het bekendste type tramlocomotief in ons land zal gaan worden.<br />
In heel Nederland zijn ze tot in de jaren 1950 te vinden, maar ook voor het buitenland<br />
(Barcelona en zelfs Japan), de toenmalige koloniën en enkele industriële<br />
bedrijven, worden ze gebouwd. In Nederland verwerven deze locs al<br />
spoedig de bijnaam ‘Backertje’. De fabriek krijgt in 1884 de naam Machinefabriek<br />
Breda en onder deze naam zet ze de bouw van het type voort tot omstreeks<br />
1912.<br />
Geschiedenis<br />
Tot de laatst gebouwde ‘Backertjes’ behoren zes stuks gebouwd voor de tramlijn<br />
Den Haag-Rijswijk-Delft. Deze lijn is als paardentram geopend en is sinds 1887<br />
het enige traject van de Haagsche Tramweg-Maatschappij (HTM) waar<br />
stoomtrams rijden. Loc 7 Eend en 8 Ooievaar worden in 1904 gebouwd en voor<br />
10.350,- gulden per stuk geleverd. Ze worden zo smal mogelijk gebouwd wegens<br />
de geringe afstand tussen bomenrij en tramlijn langs de grachtwal aan de Oude<br />
Delft in Delft.<br />
Vanaf 1924 rijden tussen Den Haag en Delft elektrische trams. Stoomlocs zijn hier<br />
nu overbodig. De Noord-Zuid Hollandsche Tramweg-Maatschappij zet ze in op de<br />
tramlijn Leiden-Heemstede. Loc HTM 8 Ooievaar verliest haar naam en gaat<br />
verder door het leven onder nummer A 12, tot ook hier de elektrische tram<br />
verschijnt. De loc komt in 1933 terecht bij de Bruinkool-Maatschappij Carisborg te<br />
Hoensbroek, waar ze rangeerwerk gaat verrichten. Grondig verbouwd werkt de<br />
Ooievaar hier tot 1962. Daarna keert ze terug naar de Machinefabriek Breda, waar<br />
ze als monument wordt opgesteld.<br />
Een werkgroep wijdt zich nadien aan de dienstvaardige restauratie van de<br />
locomotief. In 1988 en 1989 rijdt de Ooievaar ritten op een toeristische tramroute<br />
door Rotterdam. In het voorjaar van 1989 keert ze naar Den Haag terug. Helaas<br />
loopt de locomotief schade op en rijdt ze in 1990 niet meer. Enige jaren later wordt<br />
door de Museumstoomtram Hoorn-Medemblik de wens geuit deze historisch zo<br />
belangrijke locomotief in de collectie op te nemen. In het voorjaar van 1996 wordt<br />
het aankoopbedrag bijeen gebracht dankzij de Tramweg-Stichting en een daartoe<br />
opgericht ‘Genootschap Ooievaar’.