De oratie - Nyenrode Business Universiteit
De oratie - Nyenrode Business Universiteit
De oratie - Nyenrode Business Universiteit
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
18<br />
Goed toezicht blijft dus een nogal abstract begrip. Een nadere invulling is vorig jaar<br />
gegeven door Viñals en Fiechter in een studie met de aansprekende titel “Learning to<br />
say no”. In hun paper noemen zij 5 hoofdelementen van goed toezicht: indringend,<br />
kritisch, volledig, adaptief en vasthoudend. <strong>De</strong>ze accenten lijken misschien niet zo<br />
revolutionair, maar het is opvallend dat, totdat het IMF hier vorig jaar mee kwam, er<br />
maar weinig gestructureerd over de toezichtaanpak was nagedacht.<br />
Bovendien heeft de invulling van het begrip ook consequenties voor de vormgeving<br />
van het toezicht. Viñals en Fiechter maken daarbij een onderscheid tussen de<br />
instrumenten die de toezichthouder tot zijn beschikking heeft (“ability to act”) en de<br />
mate waarin de toezichthouder deze bevoegdheden ook daadwerkelijk gebruikt ( “the<br />
will to act”). Daar kan in de praktijk een aanzienlijk verschil tussen bestaan.<br />
In het verleden hebben toezichthouders wereldwijd veel vertrouwd op het achter de<br />
schermen overreden van instellingen met argumentatie en zachte dwang. Dit was een<br />
effectieve manier om problemen tijdig op te lossen, zonder het conflict aan te gaan en<br />
zonder in de openbaarheid te hoeven treden. <strong>De</strong>ze beïnvloedingsstrategie van “moral<br />
suasion” heeft als instrument echter aan kracht ingeboet 10 . <strong>De</strong> toezichthouder moet de<br />
wil en de mogelijkheid hebben om stevig, snel en doelgericht in te grijpen wanneer dat<br />
nodig is.<br />
<strong>De</strong>ze aanpak om meer vasthoudend en intensief toezicht te houden, komt eveneens<br />
naar voren uit beleid dat de Financial Stability Board (FSB) heeft ontwikkeld ten<br />
aanzien van grote, systeemrelevante instellingen. Uit een werkgroep onder leiding van<br />
de Canadese Julie Dickson (FSB, 2010) komen de instrumenten en randvoorwaarden<br />
naar voren die nodig zijn voor effectief toezicht. <strong>De</strong> aanbevelingen van dit rapport<br />
zijn bekrachtigd door de G20.<br />
Het advies is om bestaande toezichtstandaarden aan te scherpen en uit te breiden. Dit<br />
betekent ten eerste dat toezichthouders een duidelijk mandaat moeten hebben om het<br />
toezicht onafhankelijk uit te voeren, met voldoende capaciteit ten opzichte van de<br />
omvang van de financiële sector. Tevens moet de toezichthouder over voldoende<br />
instrumenten beschikken om regels af te kunnen dwingen. Dit betreft zowel het tijdig<br />
afdwingen van mitigerende maatregelen (zoals liquiditeitseisen, risicoconcentratie,<br />
dividendbeperking en kapitaalverhoging) als het beheersen van risicovolle factoren<br />
door onder andere deskundigheidstoetsen, het meten van bestuurseffectiviteit (“board<br />
10 IMF (2011).