Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
vangconstructie achter het gemaal aanwezig. In 2009 werden negentien schieralen achter<br />
het gemaal gevangen (3,8 per fuiknacht) terwijl de soort ontbrak in de aanbodfuiken. Ten<br />
opzichte van <strong>Stowa</strong> 2011 2012-37 Vissen (drie zwemmen exemplaren weer heen en weer in totaal, 0,6 per fuiknacht) was dit aantal hoog.<br />
Om te onderzoeken of het aantal passanten afhangt van de capaciteit waarmee het<br />
gemaal draait, is per passagebepaling de totale draaitijd en het debiet uigezet tegen de<br />
Om te onderzoeken of het aantal passanten afhangt van de capaciteit waarmee het gemaal<br />
vangst (Tabel 19). Er kan geen relatie worden vastgesteld tussen het debiet en het totaal<br />
draait, is per passagebepaling de totale draaitijd en het debiet uigezet tegen de vangst<br />
aantal passanten per lichting. Het aantal gevangen vissen lijkt toe te nemen met de totale<br />
(Tabel 19). Er kan geen relatie worden vastgesteld tussen het debiet en het totaal aantal pas-<br />
hoeveelheid water die tijdens een passagebepaling door het gemaal is gegaan.<br />
santen per lichting. Het aantal gevangen vissen lijkt toe te nemen met de totale hoeveelheid<br />
water die tijdens een passagebepaling door het gemaal is gegaan.<br />
figuur 28 relatieve abundantie per Soort in de aanbodS- en paSSagebepalingen bij geMaal kralingSe plaS in het najaar van 2011<br />
geMaal abrahaM kroeS (viSonvriendelijke poMp)<br />
Figuur 28 Relatieve abundantie per soort in de aanbods- en passagebepalingen bij gemaal Kralingse Plas in<br />
het najaar van Gemaalpassage 2011.<br />
is alleen tijdens de nulmetingen in het najaar van 2009 bepaald (Bijlage II;<br />
Kruitwagen & Klinge, 2010a). In de aanbodfuiken werden drie doelsoorten aangetroffen,<br />
schieraal, bot en driedoornige stekelbaars. Ruisvoorn werd in de grootste aantallen gevangen<br />
in de aanbodfuiken, gevolgd door blankvoorn en karper (Tabel 27).<br />
Tijdens de passagebepalingen werden grotendeels dezelfde soorten, in dezelfde verhoudingen,<br />
gevangen in de aanbodfuiken en achter het gemaal (Tabel 27 en 28). Alleen ruisvoorn<br />
ging duidelijk minder door het gemaal dan op basis van het aanbod mocht worden verwacht.<br />
Dit geldt ook voor zeelt, hoewel het aanbod voor deze soort eigenlijk te klein was om een<br />
goede uitspraak te kunnen doen. Brasem passeerde juist in grotere aantallen door het poldergemaal<br />
dan de aanwezigheid in de aanbodfuiken deed verwachten. Opvallend is dat de<br />
drie doelsoorten uit het aanbod niet achter het poldergemaal werden gevangen. De aantallen<br />
waren echter te klein voor een betrouwbare uitspraak over het gebruik van de gemaalpomproute.<br />
In het najaar van 2009 is ook het ringvaartgemaal gemonitord (Kruitwagen & Klinge, 2010a).<br />
Daar was zowel het aanbod (schubvis: 90,49 per fuiknacht; Aal: 1,14 per fuiknacht) als het aantal<br />
passanten (schubvis: 83,80 per fuiknacht; Aal: 1,60 per fuiknacht) groter dan bij het poldergemaal.<br />
Brasem en kolblei maakten zowel in de aanbod- als in de passagefuiken een groot<br />
deel van de vangst uit. Blankvoorn en baars behoorden tot de dominerende soorten in het<br />
aanbod (Blankvoorn was met 31,90 exemplaren per fuiknacht zelfs het meest algemeen) maar<br />
werden slechts in geringe aantallen in de passagefuiken gevangen.<br />
52