Fruitfiches - Colruyt

– antioxidanten: antioxidanten beschermen het lichaam
tegen allerlei schadelijke stoffen die het lichaam
binnendringen.
– bewaarruimte of opslagplaats: een grote plaats
waar men het fruit bewaart, nadat het van de fruitboer
komt en voordat het naar de winkel verstuurd wordt.
– biologisch: in de biologische landbouw gebruikt de
landbouwer geen kunstmeststoffen.
– boomvrucht: een eetbare vrucht die aan een boom
groeit.
– energie: de kracht die je nodig hebt om iets te doen.
Om te sporten bijvoorbeeld heb je veel energie nodig.
– familiale fruitteler: een fruitbedrijf dat wordt geleid
door een familie.
– gezond: een gezond iemand is iemand die in topvorm
is, die niet ziek is; als je een hele dag gezond
eet, zal je je fit voelen.
– kamertemperatuur: hoe warm het normaal is in de
woonkamer (ongeveer 19 °C). Sommige vruchten moet
je bewaren op kamertemperatuur, andere leg je beter
in de koelkast.
– klimaat: de toestand van het weer en de lucht in een
bepaalde streek (is er regen? hoe warm is het?).
– koolhydraten: koolhydraten geven ons lichaam veel
energie. Ze zijn de brandstof van ons lichaam. In pasta
bijvoorbeeld zitten veel koolhydraten.
– lastenboek: boek met allerlei regeltjes waaraan de
fruitboer zich moet houden wanneer hij fruit teelt.
– lycopeen: een krachtige antioxidant die in tomaatjes
zit en voor de rode kleur zorgt.
– meststof: dat voeg je toe aan de grond zodat hij
vruchtbaarder zou worden en omdat het fruit sneller
zou groeien.
– milieubewuste teelt: dit zegt men als het fruit wordt
geteeld met respect voor het milieu.
– mineralen: mineralen zitten ook in groenten en fruit.
Ze zorgen voor een goede werking van ons lichaam.
Voorbeeldjes van mineralen zijn ‘ijzer’ in groene
groenten en ‘calcium’ in melk.
Verklarend woordenlijstje
Gerealiseerd door
– plantage: een stuk land waar men fruit of groenten
op teelt.`
– schil: de huid of pel van een stuk fruit.
– serre: een glazen huisje waarin fruit of groenten geteeld
worden.
– smoothie: een drankje met gemixt fruit. Dikwijls zijn
er ook nog fruitsappen aan toegevoegd.
– steenvrucht: een eetbare vrucht met een steen vanbinnen
die je niet mag opeten.
– suiker: suikers zijn ‘snelle’ koolhydraten die vlug in
het lichaam worden opgenomen. Ze leveren snel energie,
maar een teveel eraan is niet gezond (snoep, frisdrank,
...).
– veiling: de plaats waar fruit van de fruitteler of fruitboer
verkocht wordt (bijvoorbeeld aan grote winkels
zoals Colruyt).
– veilingklok: klok in de veiling die men gebruikt om
de juiste prijs te bepalen van het fruit.
– vezels: vezels zijn belangrijk voor een goede werking
van onze darmen. Vezels zorgen er ook voor dat je
minder snel honger krijgt.
– vitamine: stof in fruit of groenten die onmisbaar is
voor je lichaam. Je lichaam heeft vitamines nodig om
goed te kunnen werken. Als je niet genoeg vitamines
opneemt, kan je ziek worden. Wanneer je ziek bent,
heb je extra veel vitamines nodig om te herstellen. In
kiwi’s bijvoorbeeld zit veel vitamine C.
– voedingswaarde: vitamines, mineralen, suikers,
energie, eiwitten, vetten … Alle stoffen die een stuk
fruit bevat.
– vruchtvlees: het sappige, vlezige deel van een stuk
fruit; wat onder de schil zit.
– zuurstof: een stof in de lucht die mensen inademen,
waar mensen van leven.