Algemene Toelichting Registratieregels - NvK
Algemene Toelichting Registratieregels - NvK
Algemene Toelichting Registratieregels - NvK
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Uitzonderingen op de afsluitregels<br />
<strong>Algemene</strong> <strong>Toelichting</strong> <strong>Registratieregels</strong> │ v20121120<br />
19.4 Oogheelkunde (2.0301.1)<br />
Bij behandeling met intravitreale injecties wordt per intravitreale injectie een subtraject geopend.<br />
Wanneer de behandeling met intravitreale injecties eerder start dan het in paragraaf 3.3.1 van het<br />
document <strong>Registratieregels</strong>, voorgeschreven afsluitmoment, dan wordt het subtraject afgesloten één<br />
dag voor de dag dat de volgende intravitreale injectie plaatsvindt (dus op het bij punt 19 genoemde<br />
moment).<br />
Het betreft de behandeling met intravitreale injecties bij de diagnosen:<br />
Voorbeeld<br />
503 Uveïtis posterior / panuveïtis 705 Maculopathie<br />
609 Overige pathologie CV 707 Maculadegeneratie<br />
652 (chorio) Retinitis / vasculitis 709 Overige pathologie macula<br />
655 Retinopathie (excl. DRP) 754 NPDRP<br />
657 Vaatafsluiting 755 Preprolif. DRP<br />
659 Overige pathologie retina 757 PDRP<br />
704 Subretinale neovascularisatie 759 Overige pathologie DRP<br />
Patiënt wordt elke 4 weken behandeld met intravitreale injecties bij een diagnose waarvoor de<br />
uitzonderingsregel geldt. Op het moment dat de zorgactiviteit van de volgende intravitreale<br />
injectie wordt geregistreerd, wordt het subtraject automatisch gesloten en een vervolg subtraject<br />
geopend. Het moment van afsluiten is één dag voor de dag dat de volgende intravitreale injectie<br />
wordt toegediend. Op deze wijze wordt per intravitreale injectie een subtraject geopend.<br />
De specificaties van deze uitzondering zijn opgenomen in het Registratieaddendum tabblad<br />
2.0301.1.<br />
19.5 Oogheelkunde (2.0301.2)<br />
Bij behandeling van (sub)retinale pathologie met fotodynamische therapie wordt per fotodynamische<br />
therapie een subtraject geopend. Wanneer de volgende fotodynamische therapie in het subtraject<br />
eerder plaatsvindt dan het algemeen geldende afsluitmoment (sluiten op de 42 e dag) dan wordt het<br />
subtraject afgesloten één dag voor de dag dat de volgende fotodynamische therapie plaatsvindt. De<br />
volgende fotodynamische therapie valt dus binnen het nieuw geopende subtraject.<br />
Het betreft de behandeling van (sub)retinale pathologie met fotodynamische (PDT) therapie bij<br />
diagnosen:<br />
Voorbeeld<br />
659 Overige pathologie retina<br />
704 Subretinale neovascularisatie<br />
Patiënt met subretinale neovascularisatie wordt behandeld met fotodynamische therapie. Na 3<br />
weken moet de behandeling nogmaals plaatsvinden. Het subtraject is nog niet gesloten na<br />
aanleiding op basis van de algemene sluitregel. Omdat voor deze behandeling de<br />
uitzonderingsregel geldt wordt het subtraject gesloten een dag voor de volgende<br />
fotodynamische therapie. Aansluitend wordt de volgende dag een volgend subtraject geopend<br />
waarbinnen de volgende fotodynamische therapie valt. Op deze wijze wordt per fotodynamische<br />
therapie een subtraject geopend.<br />
De specificaties van deze uitzondering zijn opgenomen in het Registratieaddendum tabblad<br />
© DBC-Onderhoud 61 │ 71