04.09.2013 Views

amsterdam. - Acehbooks.org

amsterdam. - Acehbooks.org

amsterdam. - Acehbooks.org

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

84 GROEP I. 4" Klasse.<br />

broken neptunische vorming bestaat in<br />

hoofdzaak slechts uit eene afwisseling<br />

van lei- en zandsteen of overgangssoorten<br />

daartusschen [n°. 55—81]. "Vele<br />

zijn plaatselijk, vooral in de nabijheid<br />

van het graniet, sterk gemetamorphoseerd,<br />

en omgezet in kiezellei, kwartsiet<br />

enz. of ook ten gevolge der verweering<br />

zacht geworden of' vergruisd.<br />

Kalk heeft geen deel aan de samenstelling<br />

dezer formatie; daarentegen<br />

treedt het ijzer in den vorm van bruinijzererts<br />

als impregneerend of samenvoegend<br />

bestanddeel dikwerf op den<br />

vo<strong>org</strong>rond.<br />

Mogen deze verschillende gesteenten<br />

nu ook niet steeds juist van denzelfden<br />

ouderdom zijn, zoo bestaat voor 's hands<br />

toch meer aanleiding tot eene petrographische<br />

dan tot een geologische indeeling.<br />

Op enkele groote verschillen<br />

in ouderdom zal afzonderlijk worden<br />

gewzen.<br />

II. Leigesteenten [n°. 43—63].<br />

In do noordelijke helft van het Eiland<br />

treedt over geringe breedte langs de<br />

granietgrens Glimmerlei op; het gesteente<br />

is niet hard en wordt meestal<br />

slechts in zeer verweerden toestand<br />

aangetroffen [n°. 43—48]. Neemt<br />

kwarts de,overhand zoo ontstaan overgangen<br />

in Kwarts- of Kiezellei en naar<br />

de andere richting in gewone Kleilei<br />

[n°. 49—54]. Deze is geen zuivere<br />

daklei, en meestal door zand of ijzeroxyde<br />

verontreinigd; vertoont ook overgangen<br />

in zandsteen [n°. 55] en wordt<br />

door verweering zachte, min of meer<br />

zanderige klei. In het district Toboali<br />

is het graniet plaatselijk omgeven door<br />

een harde metamorphisehe lei, overeenkomende<br />

met den Hornfels der Duitsche<br />

geologen [n°. 57]. Op andere<br />

plaatsen daarentegen is nabij het graniet<br />

door verkiezeling Kiezellei ontstaan.<br />

Deze is, naar gelang van den<br />

graad der omzetting, nog slechts meer<br />

of minder leiachtig, somwijlen zwart<br />

en bruikbaar als toetssteen of bij zaudgehalte<br />

als slijplei [n°. 58—62] , terwijl<br />

ook overgangen in kwartsiet voorkomen<br />

[n°. 63].<br />

III. Kwartsieten en Zandsteenen<br />

[n°. 64—99]. Het meest<br />

komt een fijnkorrelige lichtgekleurde<br />

zandsteen met kleiachtig bindmiddel<br />

of kleizandsteen voor. Door opneming<br />

van meer kiezel in het bindmiddel<br />

ontstaan kiezelzandsteenen of ook kwartsieten<br />

, waarbij geene afzonderlijke korrels<br />

meer met het bloote oog zichtbaar<br />

zijn [n°. 64—75].<br />

Schilferige structuur of overhand<br />

nemen van klei geven aanleiding tot<br />

overgangen in zandige leisteen [n°.<br />

78—81].<br />

Glimmerblaadjes treden als bijmengsel<br />

op of komen, alhoewel zelden, in<br />

bandjes voor [n°. 77].<br />

Kwartsadertjes zijn veelvuldiger, met<br />

of zonder toermalijn, ook enkele malen<br />

vergezeld van tinerts, pyriet, wolfram<br />

enz. [nos. 98, 99, 118 en 119].<br />

Kleine ijzererts- of mangaanertsbandjes<br />

zijn niet zeldzaam [n°. 96—97] ,<br />

terwijl ook toermalijn zelfstandig of<br />

tusschen de voegvlakken optreedt;<br />

evenzoo polianiet en ijzerglimmer.<br />

Plaatselijke porfierische uitscheiding<br />

van ijzerpyriet in kwartsiet is eveneens<br />

bekend.<br />

Behalve de beschreven zandsteenen<br />

komen als uitzondering eenige kiezelhoudende<br />

conglomeraten voor [n 0<br />

.<br />

92—94].<br />

IV. Ijzerhoudende gesteenten<br />

[n°. 100—117]. Aan de oppervlakte<br />

treden over somwijlen groote<br />

uitgestrektheid sterkijzerhoudende gesteenten<br />

op den vo<strong>org</strong>rond, vooral niet<br />

zelden nabij de granietgrens. Zij bestaan<br />

uit klei, zand, kwartskorrels en<br />

brninijzererts in alle mogelijke verhoudingen<br />

van twee of meer dezer bestanddeelen;<br />

het ijzererts wordt daarbij<br />

nju en dan gedeeltelijk door mangaanerts<br />

vervangen.<br />

De ouderdom dezer gesteenten is<br />

verschillend, er zijn zoowel oudere als<br />

jongere onder; voor een gedeelte kan<br />

men zich hunne vorming op de volgende<br />

wijze voorstellen:<br />

De oorspronkelijke sedimentaire gesteenten<br />

zijn na hunne afzetting , ten<br />

gevolge der circulatie van door verweering<br />

van pyrieten of andere mineralen<br />

ijzerhoudend water, veelvuldig doorsneden<br />

met adertjes bruinijzererts, dat<br />

zich in spleten, voegvlakken enz. heeft<br />

afgezet [n°. 49, 50, 95—97]. Neemt<br />

deze hoeveelheid toe en gaat daarmede<br />

impregnatie der geheele massa gepaard,<br />

zoo kunnen de leien geheel overgaan<br />

in kleiijzersteenen, waarbij geene structuur<br />

meer te herkennen is, en die wederom<br />

door latere uitloozing een cellig

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!