04.09.2013 Views

Over Unentse soldaten overzee - t schoor udenhout - biezenmortel

Over Unentse soldaten overzee - t schoor udenhout - biezenmortel

Over Unentse soldaten overzee - t schoor udenhout - biezenmortel

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

Hoofdstuk 3<br />

Vechten tegen vier gewapende inlandse groeperingen<br />

Levensgevaarlijke patrouilles<br />

Wennen aan het eten, licht en donker en de muskieten<br />

Een van de onderdelen van de 7-Decemberdivisie, waartoe Udenhoutse jongens behoorden,<br />

kwam terecht in het eerste opvangkamp Doeri bij Tangaran, even buiten Batavia. Het kamp<br />

bestond uit een grote, met prikkeldraad omheinde, ruimte met veel vrij nieuwe lange<br />

barakken (bamboehutten). De <strong>soldaten</strong> kregen een barak (tangsi) toegewezen, ze kregen<br />

een opvouwbaar veldbed met opgerolde klamboe en met de plunjezak erbij was dit de<br />

tempat tidur (de slaapplaats). Er werden regels bekend gemaakt over appèltijden etc. Op het<br />

terrein waren ook douchegelegenheden. Dat betekende, dat er een mandihok<br />

(gemeenschappelijke doucheruimte van bamboepalen en bamboe vlechtwerk en gedekt met<br />

gedroogde atap-bladeren van de arenpalm) aanwezig was. Daarin stonden rijen grote<br />

drumvaten waarin geregeld schoon water werd bijgevuld. Soldaten wandelden in hun<br />

ondergoed daarheen met schone kleren onder de arm, handdoek, zeep en tandpasta<br />

evenals een etensblik. Dat blik was nodig om al scheppend uit een drum water over je heen<br />

te gieten en het doucheritueel kon beginnen. Afhankelijk van het soort werk in die hitte was<br />

dat soms meerdere keren per dag nodig. Men stond met meerdere personen in die ruimte. In<br />

de bergen was volop schoon water. In de laagvlakten en vooral in de steden was schoon<br />

water niet vanzelfsprekend. Het in de steden aanwezige waterleidingssysteem werkte<br />

nauwelijks door jarenlange achterstand in het onderhoud. Tankauto’s voerden vanuit de<br />

bergen schoon water naar de kampen van het Nederlandse leger. Niet alleen voor de<br />

douches, ook voor de keuken en voor het dagelijkse wassen van de kleren. Voor dat laatste<br />

karwei kwamen elke morgen een aantal baboes (wasvrouwen) vanuit de kampongs. Zij<br />

wasten, droogden en streken elke dag de was van de militairen. Dat was nodig, want een<br />

soldaat had maar twee stel werkkleren. Evenals de uitrustingstukken waren ook alle kleren<br />

vooraf met een anilinepotlood gekenmerkt met de laatste drie cijfers van het legernummer<br />

van een soldaat om te zorgen dat ieder zijn eigen wasgoed ook echt terugkreeg. Ook waren<br />

er enkele djongos, die de barak schoonhielden en desgewenst kleine klusjes opknapten.<br />

Deze jonge inlanders rookten kreteksigaretten. Dat waren kruidnagelsigaretten die veel<br />

nicotine bevatten. Zij vonden dat die sigaretten een aangename geur verspreidden. De<br />

Nederlandse <strong>soldaten</strong> hebben nooit aan de geur kunnen wennen. Op vaste tijdstippen was<br />

er een etensappèl en voorzien van etensblikken, kroes en bestek gingen de <strong>soldaten</strong> in<br />

formatie naar de centrale keuken. De keuken was al een bezienswaardigheid op zich. Het<br />

speelde zich meest af in de open lucht. Inlands personeel verzorgde de open vuren en koks<br />

waren bezig met de voorbereidingen van een warme maaltijd. Dat ging natuurlijk in het groot.<br />

Ze bereidden in een grote ketel witte rijst, nasi of bami. Het omscheppen van de rijst<br />

gebeurde met een grote schop (spade). Dat kon moeilijk, zoals thuis, met een schuimspaan,<br />

houten lepel of vork gebeuren (als het keukengerei maar schoon was en goed gereinigd).<br />

Alles ging in het groot. De <strong>soldaten</strong> moesten wennen aan Indische maaltijden, aan soep van<br />

inlandse groenten die we nog niet kenden en aan de hoofdgerechten, rijst of bami,<br />

aangevuld met vis of vlees en inlandse groenten. Ook diverse kruiden zoals sambal, soja, en<br />

ketjap, maar ook kroepoek en inlandse vruchten leken aanvankelijk vreemd. Bij de<br />

broodmaaltijden was er brood met als beleg veelal gelei, jam, vis en Australische<br />

schapenkaas, met inlands fruit na. Je mocht vooral geen water uit de kraan drinken, maar<br />

wel thee. De gehele dag stond op een centrale plaats een teil verse thee klaar. Veel thee<br />

drinken moest men leren, maar dat was nodig om het lichaamsvocht op peil te houden. In<br />

het begin werd er dan ook mondjesmaat gegeten, sommigen meenden dat “het eten niet was<br />

te vreten”. Geen nood, buiten het kampement stonden achter het prikkeldraad rijen<br />

inlanders, groot en klein, te wachten op overschotten. Had je eten over, dan liep je naar de<br />

prikkeldraadafrastering en schudde je het etensblik leeg in een conservenblikje of in een<br />

22

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!